2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...Jacques Van Dinteren
In het kader van het Interreg-project ‘Revitalisering Oude Industriehavens’ kregen de acht deelnemende steden te maken met een aantal gelijkaardige problemen, zoals de omgang met erfgoed.
Een consortium bestaande uit The Missing Link, Royal Haskoning en Kleio Advies BV adviseerde zes van de acht deelnemende steden in dit Interreg-project over de omgang met het erfgoed. De adviesbureaus hebben veel ervaring met het benoemen van de historische identiteit van plekken
en weten deze ervaring te benutten in nieuwe toepassingen. Samen met de havensteden werkten ze verhaallijnen uit, die de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe wijken zullen bevorderen.
Dit hoofdstuk geeft het traject weer dat het consortium met de steden heeft doorlopen. Werkbezoeken en een workshop brachten verscheidene leerpunten naar boven, en gaven steden de gelegenheid om te leren van elkaars aanpak. Het proces maakte duidelijk dat erfgoed meerdere betekenissen heeft en dat de waarde van erfgoed subjectief is. Wat wel en niet te bewaren bleek bovendien niet alleen een praktische keuze,
maar heeft ook te maken met doelgroepen. Alleen door een vooraf geformuleerde visie op de omgang met erfgoed, kan het meerwaarde toevoegen aan de ruimte.
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
During the fourth industrial revolution there could be competition between science parks and innovation districts. The latter seems to be a better answer to changing demand by innovative companies and knowledge workers. However, the science park concept is not static. We think the science park has its own position amidst industrial innovation campuses and innovation districts. But (old, depreciated) science parks need to adjust to the new era. Management of science parks might find inspiration in the characteristics of innovation districts. We propose three considerations that might help science parks to remain competitive:
Consider adding housing (including an impact on service level and reachability);
Consider a shift towards multiple target groups;
Consider to lay more emphasis on community management.
Especially with regard to the first two considerations one has to keep in mind that a science park is not a closed entity. Setting out new strategies also requires a re-orientation of the position and role of science parks in their urban and regional context.
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
Innovation districts are urban areas with networks of knowledge-producing organisations such as universities, research bodies, teaching hospitals, cultural institutions, and knowledge-intensive businesses. Innovation districts are becoming the locations of choice for spin-out, start-up, and scale-up science and technology driven firms, as well as for larger businesses undertaking research and development.
There has been previous work on innovation districts in the US and London, but the UK story is less well-known. This paper looks at the progress and lessons from the six innovation districts that form the UK Innovation Districts Group. Whilst these projects are at different stages of development, their success to date and future potential is clear. Through major investments in new campuses and cultural buildings, public spaces, physical and digital infrastructure, and proactive curation of social, research and business networks, innovation districts are emerging as some of our most significant and productive economic locations.
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...Jacques Van Dinteren
In this paper, we focus on the role of universities in innovation districts. Regarding the growing interest in innovation districts, the question arises if an innovation district can do without a university. Or, the other way round, can a university campus be a good starting point for an innovation district? Can an innovation district be successful without a university? In which way can a university function as a catalyst in innovation district development?
The outcomes of research and recent developments suggest that it is relevant to have a university or an annexe of a university in an innovation district, as distance does matter. However, there are yet no hard research outcomes that make it clear that the success of an innovation district is dependent upon a university. Apart from that, the cases described here, in short, suggest that the establishment of a university or annexe can help the development of an innovation district by creating trust and contributing to a positive image of the development.
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en OrganisatieJacques Van Dinteren
Moderne economieën worden gedragen door kennisontwikkeling en innovatie. Kennis is zo belangrijk, dat het leidt tot wereldomspannende netwerken. Toch blijft nabijheid van belang. Dat heeft geleid tot concentratiepunten: science parks, industriële co-innovatieparken en innovatiedistricten (tezamen: ‘innovation areas’). Die komen echter alleen tot stand als in de regio aan essentiële voorwaarden kan worden voldaan. Op de locatie zelf vraagt dat onder meer om een zeer specifiek management dat in de afgelopen drie decennia sterk is geëvolueerd. Het richt zich op gebouwen, maar is zich in de loop van de tijd veel meer gaan richten op het organiseren van kennisuitwisseling en creëren van een community. Duidelijk is ook geworden dat een innovation area moet worden gezien als onderdeel van een regio. Uiteindelijk is juist de regio essentieel, met daarbinnen een aantal innovation areas. Met dat schaalniveau zijn we ver weg van het gebouwniveau. Daarmee wordt de betekenis van de specifieke R&D-gebouwen niet ontkend, maar wordt duidelijk gemaakt dat dit in het geval van innovatieve bedrijven en kennisinstellingen slechts een element is in een uitermate complex geheel.
While the emphasis early on was on the physical development, along the way developers started realising that science and technology parks (STPs) require an entirely different approach. This paper starts with presenting an overview of the development of the STP-concept and the impact of management on the success of these parks. In The Netherlands that success is to a certain extent often hampered by the fact that several parties are involved, having their own responsibilities. A simple model is described in which daily management can have control over the socio-economic and the physical aspects. This model can also be used for co-innovation parks and the upcoming concept of innovation districts (all together: innovation areas). In the last part it is stated that changing concepts have led to changes in management and this evolution will continue due to, among others, globalisation.
Een segmentatie van bedrijfslocaties is van belang om bedrijven een geschikte vestigingsplek te bieden. Het gaat daarbij niet alleen om monofunctionele werklocaties (bedrijventerreinen en kantorenparken), maar ook om verspreid voorkomende locaties in of buiten de stad. Bij voorkeur is een dergelijke segmentatie breed toepasbaar en herkenbaar voor zowel overheden als ondernemers. In dit artikel wordt een voorstel gedaan voor een indeling op basis van mate van verwevenheid en ruimtelijke kwaliteit.
2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...Jacques Van Dinteren
In het kader van het Interreg-project ‘Revitalisering Oude Industriehavens’ kregen de acht deelnemende steden te maken met een aantal gelijkaardige problemen, zoals de omgang met erfgoed.
Een consortium bestaande uit The Missing Link, Royal Haskoning en Kleio Advies BV adviseerde zes van de acht deelnemende steden in dit Interreg-project over de omgang met het erfgoed. De adviesbureaus hebben veel ervaring met het benoemen van de historische identiteit van plekken
en weten deze ervaring te benutten in nieuwe toepassingen. Samen met de havensteden werkten ze verhaallijnen uit, die de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe wijken zullen bevorderen.
Dit hoofdstuk geeft het traject weer dat het consortium met de steden heeft doorlopen. Werkbezoeken en een workshop brachten verscheidene leerpunten naar boven, en gaven steden de gelegenheid om te leren van elkaars aanpak. Het proces maakte duidelijk dat erfgoed meerdere betekenissen heeft en dat de waarde van erfgoed subjectief is. Wat wel en niet te bewaren bleek bovendien niet alleen een praktische keuze,
maar heeft ook te maken met doelgroepen. Alleen door een vooraf geformuleerde visie op de omgang met erfgoed, kan het meerwaarde toevoegen aan de ruimte.
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
During the fourth industrial revolution there could be competition between science parks and innovation districts. The latter seems to be a better answer to changing demand by innovative companies and knowledge workers. However, the science park concept is not static. We think the science park has its own position amidst industrial innovation campuses and innovation districts. But (old, depreciated) science parks need to adjust to the new era. Management of science parks might find inspiration in the characteristics of innovation districts. We propose three considerations that might help science parks to remain competitive:
Consider adding housing (including an impact on service level and reachability);
Consider a shift towards multiple target groups;
Consider to lay more emphasis on community management.
Especially with regard to the first two considerations one has to keep in mind that a science park is not a closed entity. Setting out new strategies also requires a re-orientation of the position and role of science parks in their urban and regional context.
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
Innovation districts are urban areas with networks of knowledge-producing organisations such as universities, research bodies, teaching hospitals, cultural institutions, and knowledge-intensive businesses. Innovation districts are becoming the locations of choice for spin-out, start-up, and scale-up science and technology driven firms, as well as for larger businesses undertaking research and development.
There has been previous work on innovation districts in the US and London, but the UK story is less well-known. This paper looks at the progress and lessons from the six innovation districts that form the UK Innovation Districts Group. Whilst these projects are at different stages of development, their success to date and future potential is clear. Through major investments in new campuses and cultural buildings, public spaces, physical and digital infrastructure, and proactive curation of social, research and business networks, innovation districts are emerging as some of our most significant and productive economic locations.
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...Jacques Van Dinteren
In this paper, we focus on the role of universities in innovation districts. Regarding the growing interest in innovation districts, the question arises if an innovation district can do without a university. Or, the other way round, can a university campus be a good starting point for an innovation district? Can an innovation district be successful without a university? In which way can a university function as a catalyst in innovation district development?
The outcomes of research and recent developments suggest that it is relevant to have a university or an annexe of a university in an innovation district, as distance does matter. However, there are yet no hard research outcomes that make it clear that the success of an innovation district is dependent upon a university. Apart from that, the cases described here, in short, suggest that the establishment of a university or annexe can help the development of an innovation district by creating trust and contributing to a positive image of the development.
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en OrganisatieJacques Van Dinteren
Moderne economieën worden gedragen door kennisontwikkeling en innovatie. Kennis is zo belangrijk, dat het leidt tot wereldomspannende netwerken. Toch blijft nabijheid van belang. Dat heeft geleid tot concentratiepunten: science parks, industriële co-innovatieparken en innovatiedistricten (tezamen: ‘innovation areas’). Die komen echter alleen tot stand als in de regio aan essentiële voorwaarden kan worden voldaan. Op de locatie zelf vraagt dat onder meer om een zeer specifiek management dat in de afgelopen drie decennia sterk is geëvolueerd. Het richt zich op gebouwen, maar is zich in de loop van de tijd veel meer gaan richten op het organiseren van kennisuitwisseling en creëren van een community. Duidelijk is ook geworden dat een innovation area moet worden gezien als onderdeel van een regio. Uiteindelijk is juist de regio essentieel, met daarbinnen een aantal innovation areas. Met dat schaalniveau zijn we ver weg van het gebouwniveau. Daarmee wordt de betekenis van de specifieke R&D-gebouwen niet ontkend, maar wordt duidelijk gemaakt dat dit in het geval van innovatieve bedrijven en kennisinstellingen slechts een element is in een uitermate complex geheel.
While the emphasis early on was on the physical development, along the way developers started realising that science and technology parks (STPs) require an entirely different approach. This paper starts with presenting an overview of the development of the STP-concept and the impact of management on the success of these parks. In The Netherlands that success is to a certain extent often hampered by the fact that several parties are involved, having their own responsibilities. A simple model is described in which daily management can have control over the socio-economic and the physical aspects. This model can also be used for co-innovation parks and the upcoming concept of innovation districts (all together: innovation areas). In the last part it is stated that changing concepts have led to changes in management and this evolution will continue due to, among others, globalisation.
Een segmentatie van bedrijfslocaties is van belang om bedrijven een geschikte vestigingsplek te bieden. Het gaat daarbij niet alleen om monofunctionele werklocaties (bedrijventerreinen en kantorenparken), maar ook om verspreid voorkomende locaties in of buiten de stad. Bij voorkeur is een dergelijke segmentatie breed toepasbaar en herkenbaar voor zowel overheden als ondernemers. In dit artikel wordt een voorstel gedaan voor een indeling op basis van mate van verwevenheid en ruimtelijke kwaliteit.
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke OrdeningJacques Van Dinteren
Het streven naar een sterkere menging van functies wordt geremd door de bestaande wetgeving op onder meer het vlak van milieu. Door niet zo zeer te kijken naar een menging van gebouwen, maar de toekomstige plekken waar gewerkt kan worden als uitgangspunt te nemen, komen mogelijkheden meer en eerder in beeld. Dat laat onverlet dat op bestaande werklocaties ook wel een en ander mag veranderen.
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Met een schok hebben we het ons moeten realiseren: je kunt niet alleen maar nieuw bouwen. Aandacht voor het bestaande en de vernieuwing ervan is essentieel. Dat geldt zeker ook voor bedrijventerreinen; een onderwerp met hoge beleidsactualiteit. De vraag die daarbij speelt is wanneer ingrijpen aan de orde is. Wat de een (bijvoorbeeld de wethouder) verouderd vindt, hoeft de ander (bijvoorbeeld de ondernemer) nog niet zo te ervaren. Een zo objectief mogelijk instrument moet worden ingezet om de veroudering te meten. Daarbij is er rekening mee te houden dat de drempelwaarde voor verschillende typen van terreinen kan variëren en daarmee de mate van ingrijpen. Van elk terrein de kwaliteiten willen maximaliseren leidt tot overinvesteringen.
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO MagazineJacques Van Dinteren
Steeds vaker wordt het beheer van de ruimte bij locatie- en gebiedsontwikkeling meegenomen in de afspraken tussen overheid en ontwikkelende partners. Ook bij bedrijventerreinen komt dit in beeld. Over een dergelijke samenwerking tussen publieke en private partijen wordt in dit verband soms wat lichtvaardig gedacht.
Onder het oude regiem van wet- en regelgeving op de grondmarkt was het niet altijd mogelijk om bij locatieontwikkelingen een goed of redelijk kostenverhaal te realiseren bij ontwikkelende partijen. Om tegemoet te komen aan de geconstateerde problemen is per 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en, als onderdeel daarvan, de Grondexploitatiewet (hoofdstuk 6 Wro)) ingevoerd. De vraag is of het nieuwe instrumentarium inderdaad gaat werken zoals beoogd.
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...Jacques Van Dinteren
Plotseling stonden ze op de Haagse politieke agenda: de bedrijventerreinen. Het ruimtebeslag ervan, de verouderingsproblematiek en de negatieve bijdrage aan de verrommeling van Nederland waren onder meer de aanleiding. In een brief aan de Tweede Kamer hebben ministers Van der Hoeven en Cramer onomwonden laten weten dat regionale planning en samenwerking essentieel is om beter met bedrijventerreinen om te gaan. Wat moet dan veranderen?
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of information and innovation.
Research results (mainly in the United Kingdom) suggest that for entrepreneurs the importance of proximity to other firms and universities is limited when it comes to strategic knowledge. Being established on a science or technology park can nevertheless be interesting for firms: a stimulating informal circuit can occur and, moreover, the proximity of a university offers possibilities to attract young talent. With regard to attracting people in a labour market that will become more and more stressed in the coming decade, the high quality of the buildings and environment of a science park can be of importance. In that light a science park could be a real estate concept rather than an engine for innovation. If such a high quality development will have success attention has to be paid to, among others, location, market and target group identification, management and customer orientation.
In this paper I will elaborate these ideas and I will present the results of research on two science parks in the Netherlands. Are these parks of importance for the regional economy (linkages, innovation) or are science parks mainly a real estate concept?
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of strategic information and innovation.
Birmingham komt uit een diep dal. Eind jaren tachtig werd een nieuwe koers ingezet om tot een radicale ombuiging te komen. Nadat eerst een aantal grote publieke investeringen waren gedaan, werd vervolgens de samenwerking met private partijen in gang gezet. Een groot aantal projecten zorgt voor een opgaande lijn met Brindleyplace als een opvallende locatieontwikkeling. Maar Birmingham is er nog niet.
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
De ideeën rond duurzame bedrijventerreinen hebben in het verleden vrij sterk gestalte gekregen langs de lijn van de ecologie. De maatschappelijke en economische invalshoeken mogen echter niet worden vergeten. Juist de gebrekkige aandacht voor grondkosten en investeringen in gebouwen (als economisch aspect) heeft geleid tot een weinig duurzaam gebruik van bedrijventerreinen.
De laatste jaren wordt kritischer gekeken naar de behoefteramingen voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties. De kritiek concentreert zich op de rol van het beleid van verschillende overheden bij het ontwikkelen van bedrijventerreinen, het ontbreken van kwalitatieve locatiekenmerken in de behoefteramingen en de vraag of de prognoses wel juist zijn. In dit artikel beargumenteren wij dat veranderingen in de economie en wijzigingen in ruimtelijke voorkeuren vragen om aanpassingen in de prognosemodellen, in het bijzonder de BedrijfsLocatieMonitor.
2007 - Science parks en universiteiten - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Om kennisuitwisseling tussen universiteiten en bedrijven, maar ook tussen bedrijven onderling te bevorderen zijn
vooral in de laatste twee decennia science parks tot ontwikkeling gekomen. Gaat het hier om sec vastgoedontwikkelingen of hebben deze werkmilieus een duidelijke meerwaarde voor universiteiten en de regionale economie? Een kleine literatuurverkenning
Veranderingen in de economische structuur hebben de afgelopen decennia geleid tot verschillende typen van werklocaties. Het toenemende belang van kennis, interacties en de verkrijgbaarheid van hoogopgeleiden geven nu aanleiding voor nieuwe concepten. Niet langer staat het bedrijf centraal, maar nu ook heel nadrukkelijk de werknemer. In Nederland zijn dergelijke concepten al in enkele gebouwen terug te vinden en sinds kort wordt het bij de ontwikkeling van nieuwe werklocaties toegepast.
Met de komst van de Tweede Maasvlakte in 2011 wordt het mogelijk om de oudere havengebieden dichterbij de stad Rotterdam grondig te herstructureren. Enkele grootschalige bedrijven uit de oudere havengebieden zullen immers gaan verplaatsen naar het nieuwe havengebied. De oude Stadshavens krijgen daardoor enorme mogelijkheden om enerzijds de bedrijvigheid een vernieuwingsimpuls te geven en anderzijds de haven en de stad beter met elkaar te verbinden. Het Stadshavensgebied is 1400 ha groot en is hiermee de grootste herstructurering van havengebieden op het vasteland van Europa. Volop kansen dus voor de vastgoedsector.
Ondanks de marktvraag naar kwalitatief hoogwaardige historische woon- en werkomgevin-gen, zijn projectontwikkelaars en beleggers terughoudend bij investeringen op dit terrein. Een constatering die voor het Projectbureau Belvedere aanleiding vormde om te laten on-derzoeken wat de vastgoedsector op het gebied van onroerend cultureel erfgoed doet, wel-ke kansen deze sector voor de toekomst ziet en onder welke voorwaarden . De focus lag daarbij op grotere gebouwen en complexen, omdat kleine cultuurhistorische objecten (zoals woonhuizen) doorgaans probleemloos door de markt worden opgenomen.
2005 - Samenwerking tussen Arnhem-Nijmegen en regio Kleve-Emmerich - De Gelde...Jacques Van Dinteren
In de KAN-regio wordt al ruim veertig jaar grensoverschrijdend gedacht en gewerkt (Euregio Rijn-Waal; samenwerking van Arnhem, Nijmegen, Kleef en Emmerich in ANKE). Deze
samenwerking heeft het een en ander opgeleverd, maar niet in de mate die men verwachtte. Op sommige punten is zelfs sprake van een achteruitgang zoals bij de openbaar vervoerverbindingen. Bovendien vormt de taal steeds meer een barrière.
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke OrdeningJacques Van Dinteren
Het streven naar een sterkere menging van functies wordt geremd door de bestaande wetgeving op onder meer het vlak van milieu. Door niet zo zeer te kijken naar een menging van gebouwen, maar de toekomstige plekken waar gewerkt kan worden als uitgangspunt te nemen, komen mogelijkheden meer en eerder in beeld. Dat laat onverlet dat op bestaande werklocaties ook wel een en ander mag veranderen.
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Met een schok hebben we het ons moeten realiseren: je kunt niet alleen maar nieuw bouwen. Aandacht voor het bestaande en de vernieuwing ervan is essentieel. Dat geldt zeker ook voor bedrijventerreinen; een onderwerp met hoge beleidsactualiteit. De vraag die daarbij speelt is wanneer ingrijpen aan de orde is. Wat de een (bijvoorbeeld de wethouder) verouderd vindt, hoeft de ander (bijvoorbeeld de ondernemer) nog niet zo te ervaren. Een zo objectief mogelijk instrument moet worden ingezet om de veroudering te meten. Daarbij is er rekening mee te houden dat de drempelwaarde voor verschillende typen van terreinen kan variëren en daarmee de mate van ingrijpen. Van elk terrein de kwaliteiten willen maximaliseren leidt tot overinvesteringen.
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO MagazineJacques Van Dinteren
Steeds vaker wordt het beheer van de ruimte bij locatie- en gebiedsontwikkeling meegenomen in de afspraken tussen overheid en ontwikkelende partners. Ook bij bedrijventerreinen komt dit in beeld. Over een dergelijke samenwerking tussen publieke en private partijen wordt in dit verband soms wat lichtvaardig gedacht.
Onder het oude regiem van wet- en regelgeving op de grondmarkt was het niet altijd mogelijk om bij locatieontwikkelingen een goed of redelijk kostenverhaal te realiseren bij ontwikkelende partijen. Om tegemoet te komen aan de geconstateerde problemen is per 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en, als onderdeel daarvan, de Grondexploitatiewet (hoofdstuk 6 Wro)) ingevoerd. De vraag is of het nieuwe instrumentarium inderdaad gaat werken zoals beoogd.
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...Jacques Van Dinteren
Plotseling stonden ze op de Haagse politieke agenda: de bedrijventerreinen. Het ruimtebeslag ervan, de verouderingsproblematiek en de negatieve bijdrage aan de verrommeling van Nederland waren onder meer de aanleiding. In een brief aan de Tweede Kamer hebben ministers Van der Hoeven en Cramer onomwonden laten weten dat regionale planning en samenwerking essentieel is om beter met bedrijventerreinen om te gaan. Wat moet dan veranderen?
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of information and innovation.
Research results (mainly in the United Kingdom) suggest that for entrepreneurs the importance of proximity to other firms and universities is limited when it comes to strategic knowledge. Being established on a science or technology park can nevertheless be interesting for firms: a stimulating informal circuit can occur and, moreover, the proximity of a university offers possibilities to attract young talent. With regard to attracting people in a labour market that will become more and more stressed in the coming decade, the high quality of the buildings and environment of a science park can be of importance. In that light a science park could be a real estate concept rather than an engine for innovation. If such a high quality development will have success attention has to be paid to, among others, location, market and target group identification, management and customer orientation.
In this paper I will elaborate these ideas and I will present the results of research on two science parks in the Netherlands. Are these parks of importance for the regional economy (linkages, innovation) or are science parks mainly a real estate concept?
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of strategic information and innovation.
Birmingham komt uit een diep dal. Eind jaren tachtig werd een nieuwe koers ingezet om tot een radicale ombuiging te komen. Nadat eerst een aantal grote publieke investeringen waren gedaan, werd vervolgens de samenwerking met private partijen in gang gezet. Een groot aantal projecten zorgt voor een opgaande lijn met Brindleyplace als een opvallende locatieontwikkeling. Maar Birmingham is er nog niet.
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
De ideeën rond duurzame bedrijventerreinen hebben in het verleden vrij sterk gestalte gekregen langs de lijn van de ecologie. De maatschappelijke en economische invalshoeken mogen echter niet worden vergeten. Juist de gebrekkige aandacht voor grondkosten en investeringen in gebouwen (als economisch aspect) heeft geleid tot een weinig duurzaam gebruik van bedrijventerreinen.
De laatste jaren wordt kritischer gekeken naar de behoefteramingen voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties. De kritiek concentreert zich op de rol van het beleid van verschillende overheden bij het ontwikkelen van bedrijventerreinen, het ontbreken van kwalitatieve locatiekenmerken in de behoefteramingen en de vraag of de prognoses wel juist zijn. In dit artikel beargumenteren wij dat veranderingen in de economie en wijzigingen in ruimtelijke voorkeuren vragen om aanpassingen in de prognosemodellen, in het bijzonder de BedrijfsLocatieMonitor.
2007 - Science parks en universiteiten - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Om kennisuitwisseling tussen universiteiten en bedrijven, maar ook tussen bedrijven onderling te bevorderen zijn
vooral in de laatste twee decennia science parks tot ontwikkeling gekomen. Gaat het hier om sec vastgoedontwikkelingen of hebben deze werkmilieus een duidelijke meerwaarde voor universiteiten en de regionale economie? Een kleine literatuurverkenning
Veranderingen in de economische structuur hebben de afgelopen decennia geleid tot verschillende typen van werklocaties. Het toenemende belang van kennis, interacties en de verkrijgbaarheid van hoogopgeleiden geven nu aanleiding voor nieuwe concepten. Niet langer staat het bedrijf centraal, maar nu ook heel nadrukkelijk de werknemer. In Nederland zijn dergelijke concepten al in enkele gebouwen terug te vinden en sinds kort wordt het bij de ontwikkeling van nieuwe werklocaties toegepast.
Met de komst van de Tweede Maasvlakte in 2011 wordt het mogelijk om de oudere havengebieden dichterbij de stad Rotterdam grondig te herstructureren. Enkele grootschalige bedrijven uit de oudere havengebieden zullen immers gaan verplaatsen naar het nieuwe havengebied. De oude Stadshavens krijgen daardoor enorme mogelijkheden om enerzijds de bedrijvigheid een vernieuwingsimpuls te geven en anderzijds de haven en de stad beter met elkaar te verbinden. Het Stadshavensgebied is 1400 ha groot en is hiermee de grootste herstructurering van havengebieden op het vasteland van Europa. Volop kansen dus voor de vastgoedsector.
Ondanks de marktvraag naar kwalitatief hoogwaardige historische woon- en werkomgevin-gen, zijn projectontwikkelaars en beleggers terughoudend bij investeringen op dit terrein. Een constatering die voor het Projectbureau Belvedere aanleiding vormde om te laten on-derzoeken wat de vastgoedsector op het gebied van onroerend cultureel erfgoed doet, wel-ke kansen deze sector voor de toekomst ziet en onder welke voorwaarden . De focus lag daarbij op grotere gebouwen en complexen, omdat kleine cultuurhistorische objecten (zoals woonhuizen) doorgaans probleemloos door de markt worden opgenomen.
2005 - Samenwerking tussen Arnhem-Nijmegen en regio Kleve-Emmerich - De Gelde...Jacques Van Dinteren
In de KAN-regio wordt al ruim veertig jaar grensoverschrijdend gedacht en gewerkt (Euregio Rijn-Waal; samenwerking van Arnhem, Nijmegen, Kleef en Emmerich in ANKE). Deze
samenwerking heeft het een en ander opgeleverd, maar niet in de mate die men verwachtte. Op sommige punten is zelfs sprake van een achteruitgang zoals bij de openbaar vervoerverbindingen. Bovendien vormt de taal steeds meer een barrière.
2005 - Samenwerking tussen Arnhem-Nijmegen en regio Kleve-Emmerich - De Gelde...
Publications by Jacques van Dinteren September 2019
1. 1
Publications by prof. dr. Jacques van Dinteren
(Zjak Consult / Innovation Area Development Partnership – IADP)
September 2019
Some articles (in Dutch or English) can be downloaded from ResearchGate.net or SlideShare.net.
Science parks, campusses and innovation districts
─ Dinteren, Jacques van (2007), Science parks en universiteiten: worden we er wijzer van? In Real Estate
Magazine, oktober, pp. 26 – 31.
─ Dinteren, Jacques van (2009), Science parks: economic engines or a real estate concept? In: Real Estate
Research Quaterly, September, pp. 20 – 24.
─ Dinteren, Jacques van (2009), Science parks: economic engines or a real estate concept? Paper for the
ERES‐conference 2009, Stockholm, 25 – 27 June 2009.
─ Dinteren, Jacques van, Debbie Pfaff (2011), Science park: innovatie of imago? In: Real Estate Magazine,
no. 32, pp. 32 – 37.
─ Dinteren, Jacques van (2012), Science parks in The Netherlands. Stimulating innovation or just iconic for
firms? 41st Annual Conference of Regional Science Association International, British and Irish Section,
Galway, Ireland, August 2012.
─ Dinteren, Jacques van, Willem Keeris (2013), Durf te investeren in vastgoed waar research wordt
verricht. In: Financieel Dagblad, 7 oktober, pag. 8.
─ Dinteren, Jacques van, Willem Keeris (2014), Innovatie vraagt om investeren in R&D‐vastgoed. In: Real
Estate Research Quaterly, april, pp. 26 – 34.
─ Dinteren, Jacques van, Frank Werner and Laurens Tait (2017), Managing the ecosystem. Paper for the
world conference of the International Association of Science Parks and Innovation Areas (IASP) in
Istanbul, September 2017.
─ Dinteren, J., P. Jansen en N. Lettink (2017), Ruimte voor kennisontwikkeling. Van science park tot
innovatiedistrict. In: Management en Organisatie, 3 / 4, pp. 65 – 82.
─ Dinteren, Jacques van, and Paul Jansen (2018), The role of universities in Innovation Districts. Paper for
the world conference of the International Association of Science Parks and Innovation Areas (IASP) in
Isfahan, Iran, September 2018.
─ Bridges, Tom, P. Jansen and Jacques van Dinteren (2019), The emergence of innovation districts in the
United Kingdom: progress and lessons. Paper for the 36th
world conference of the International
Association of Science Parks and Innovation Areas (IASP) in Nantes (France), September 2019.
─ Dinteren, Jacques van, Paul Jansen (2019), The 4th Industrial Revolution: considerations for science
parks to remain competitive. Paper for the 36th world conference of the International Association of
Science Parks and Innovation Areas (IASP) in Nantes (France), September 2019.
2. 2
Offices, business services and professional services
─ Burg, J. ter, J. van Dinteren (1982), De rol van de kantorensector in het regionaal‐economisch en
spreidingsbeleid. In: De Europese Gemeente, no.12, pp. 35 – 41.
─ Dinteren, J.H.J. van (1985), Kantoren in middelgrote Brabantse Steden. In: Noord‐Brabant, pp. 207 –
209, 257 – 260, 285 – 287.
─ Dinteren, J.H.J. van, H.W. ter Hart (1986), Geografie en kantoren 1985. Verslag van een congres
gehouden te Nijmegen op 29 november 1985. Amsterdam, Nijmegen: Koninklijk Nederlands
Aardrijkskundig Genootschap, Geografisch Instituut Katholieke Universiteit.
─ Dinteren, J.H.J. van (1986), De vestigingsplaats van dienstverlenende kantoren. , In: Stedebouw en
Volkshuisvesting, pp. 141 – 150.
─ Dinteren, J.H.J. van (1986), Kantoren in oude wijken hebben goede kansen. In: Bouw, 20 december
1986, pp. 46 – 48.
─ Dinteren, J.H.J. van (1986), Commerciële kantoren en Nederlandse steden. In: Geografisch Tijdschrift,
pp. 263 – 272.
─ Dinteren, J.H.J. van, R.F. Reitsma (1986), Kantoorondernemers en vestigingsplaatskeuze. Nijmegen:
Geografisch Instituut, Katholieke Universiteit Nijmegen.
─ Dinteren, J.H.J. van, P.W. Daniels (1987), Brabant heeft aantoonbare potenties in de intermediaire
dienstensector. In: Brabant‐Regionaal no. 3, pp. 16 – 19.
─ Dinteren, J.H.J. van (1987), Kantoren blijven in de binnenstad. In: Bouw, 7 augustus, pp. 36 – 38.
─ Dinteren, J.H.J. van (1987), Een goede kantoorlocatie, maar minder geschikte gebouwen. In:
Gemeentewerken, pp. 52 – 54.
─ Dinteren, J.H.J. van (1987), The role of business service offices in the economy of medium‐sized cities.
In: Environment and Planning A, pp. 669 – 686.
─ Dinteren, J.H.J. van (1987), De dynamiek in kantoorlocaties in middelgrote steden. In: Planologische
Discussiebijdragen, pp. 201 – 207. Delft.
─ Dinteren, J.H.J. van (1987), Zakelijke diensten in Noord‐Brabant. In: Noord‐Brabant, pp. 265 – 269.
─ Dinteren, J.H.J. van (1988), Regionale verschillen in internationalisatie in de zakelijke dienstverlening.
In: Planologische Discussiebijdragen, pp. 161 – 170. Delft.
─ Dinteren, J.H.J. van (1988), De regionale dimensie van internationale dienstverlening. In: Economisch
Statistische Berichten, pp. 528 – 530.
─ Dinteren, J.H.J. van, E.C.I. Kraan (1988), De betekenis van zakelijke diensten. In: Economisch Statistische
Berichten, pp. 431 – 435.
─ Dinteren, J.H.J. van (red., 1988), Stuwende diensten en regionale ontwikkelingen. Geoplancursus, 17 en
24 maart te Utrecht. Amsterdam: Geoplan.
─ Dinteren, J.H.J. van (1989), Zakelijke diensten en middelgrote steden. Een vergelijkend onderzoek naar
de vestigingsplaatskeuze en het functioneren van zakelijke dienstverleningsbedrijven in Noord‐Brabant,
Gelderland en Overijssel. Nijmegen: dissertatie Katholieke Universiteit (ook verschenen als Nederlandse
Geografische Studies no. 90. Amsterdam/Nijmegen: KNAG/Geografisch Instituut, Katholieke
Universiteit).
─ Dinteren, J.H.J. van (1989), Kantorenonderzoek in Nederland. In: Geografisch Tijdschrift, pp. 98 – 108.
3. 3
─ Dinteren, J.H.J. van, H.I. van Staveren (1989), Een beleid voor zakelijke diensten. In: Economisch
Statistische Berichten, pp. 256 – 259.
─ Dinteren, J.H.J. van (1989), Middelgrote steden als kantorencentra. In: Vastgoed, pp. 532 – 537.
─ Dinteren, J.H.J. van (1989), Vestigingsplaatsaspecten van de kantorensector in middelgrote steden. In:
Vastgoed, pp. 479 – 483.
─ Dinteren, J.H.J. van (1991), Zakelijke dienstverlening. In: Planologische kengetallen. Samsom Uitgeverij
(losbladige uitgave).
─ Daniels, P.W., J.H.J. van Dinteren, M.C. Monnoyer (1992), Consultancy services and the urban hierarchy
in Europe. In: Environment and Planning A, pp. 1731 – 1748.
─ Dinteren, J.H.J. van, J. Bonamy, C. Sauviat en P. Wood (red.; 1994), Business services. Special issue of
Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie.
─ Dinteren, J.H.J. van, J. Meuwissen (1994), European outlook: business services in the core area of the
European Union. In: Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie.
─ Dinteren, Jacques van, Philip Tidd (1999), Kantoorontwikkelingen bij HST‐stations. In: Vastgoedmarkt,
februari, pp. 69 – 71.
─ Dinteren, Jacques van (2004), De zakelijke dienstverlening als speerpuntsector in het Nijmeegs
economisch beleid? In: De Gelderlander, 18 oktober 2004.
Location and area development
─ Dinteren, J.H.J. van, D. Hendricks, A. Ruigrok (1993), Centrummanagement. De verbetering van het
'product' binnenstad. In: Geografie, maart, pp. 24 – 27.
─ Dinteren, Jacques van, Mario Fancello (1994), The high speed train system, urban developments and
real estate. In: Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie, pp. 165 – 170.
─ Dinteren, J.H.J. van, M. Fancello (1994), De hoge snelheidstrein en vastgoed. In: VastGoedMarkt, 11
maart, pp. 41.
─ Dinteren, J.H.J. van, M. Fancello (1994), Hoge snelheidstreinen en de herstructurering van
stationsomgevingen. In: Stedebouw en Volkshuisvesting, no. 3, pp. 33 – 35.
─ Dinteren, Jacques van (1995), Samenwerking in Nederlandse gemeenten: centrummanagement als
voorbeeld. In: Helga Fassbinder (red.), Stedelijke planvorming als co‐productie. Eindhoven, Technische
Universiteit (reeks Bouwstenen).
─ Meijenfeldt, Ernst von, Jacques van Dinteren, Edwin Santhagens (2004), Kloosterstraat: een intensief en
innovatief bedrijventerreinconcept. In: Nova Terra, no. 1, pp. 6 – 11.
─ Dinteren, Jacques van, Hans‐Lars Boetes (2005), Cultuurhistorisch vastgoed en de markt. In: Real Estate
Magazine, no. 38, maart, pp. 47 – 52.
─ Dinteren, Jacques van, Huub Kloosterman (2005), De herontwikkelingsmogelijkheden van Stadshavens
Rotterdam. In: PropertyNL, no. 5, mei.
─ Dinteren, Jacques van (2006), Grote en grootse projecten. In: Real Estate Magazine, september 2006, p.
58.
─ Dinteren, Jacques van (2007), Locatiesynergie bij stationsontwikkelingen: stoeien rond stations. In: Real
Estate magazine, juni/juli, pp. 54 – 55.
4. 4
─ Dinteren, Jacques van (2008), Centrum Birmingham is om. In: PropertyNL, nr. 4, pp. 72 – 75.
─ Dinteren, Jacques van (2008), Transformation act. In: Property EU, nr. 2, p. 78.
─ Krabben, Erwin van der, Jacques van Dinteren (2008), Voorkeursrecht gemeenten overbodig. In: NRC,
22 augustus.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben (2008), Stedelijke gebiedsontwikkeling: donkere wolken
aan de horizon. In: Real Estate Magazine, nr. 61, december, pp. 18 – 22.
─ Dinteren, Jacques van, en Erwin van der Krabben (2009), Geldgebrek bedreigt bouw. In: Financieel
Dagblad, 3 januari.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben, Jaap de Kruif (2009), Geen revolutie op de grondmarkt.
In: PropertyNL nr.4, 6 maart, pp. 27 – 29.
─ Aar, Urban van, Jacques van Dinteren (2010), Een stevig fundament is flexibel. Marketing en
stedenbouw geïntegreerd beschouwd. In: Real Estate Magazine, 69, pp. 21 – 25.
─ Dinteren, Jacques van (2010), Hoe werken we straks? En waar? In: Stedebouw en Ruimtelijke Ordening,
04, pp. 40 – 45.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben (2010), Ex ante evaluatie grondexploitatiewet. In:
Openbaar Bestuur, januari, pp. 10 – 14.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben (2011), Het Nieuwe Werken: meer dan werkplek en
inrichting. In Real Estate Magazine, september.
─ Dinteren, Jacques van (2011), Ontdek de toekomstige werkplek. In: FMI (Facility Management
Informatie tijdschrift), 11, pp. 24 ‐27.
─ Dinteren, Jacques van (2011), Het laatste woord: na zeven magere jaren. In: The Lighthouse Club
Nederland 1961 – 2011, pp. 140 – 142.
─ Dinteren, Jacques van, Herma Harmelink e.a. (2013). Ruimtelijke gevolgen nieuwe werkvormen. In:
Stedenbouw + Ruimtelijke Ordening, no. 4, pp. 46 – 49.
Industrial areas and buildings, business parks
─ Dinteren, J.H.J. van, M. van Lieshout (1990), Dynamiek van de bedrijvigheid op binnenstedelijke
bedrijfsterreinen. In: Planologische Discussiebijdragen, pp. 221 – 230. Delft.
─ Dinteren, J.H.J. van (1991), Bedrijfsterreinbeleid. De jaren negentig. In: Stedebouw en Volkshuisvesting,
pp. 23 – 26.
─ Dinteren, Jacques van, Jaco Meuwissen (1995), herstructurering van bedrijventerreinen: drie
voorbeeldplannen bekeken. In: Rooilijn, no. 1, pp. 31 – 36.
─ Dinteren, J.H.J. van, J.J.C. Adriaansen, D. Polman (1996), Schoorvoetend samenwerken: bedrijfsregio’s
als concept. In: Stedebouw en Ruimtelijke Ordening, nr.2, pp. 47 – 52.
─ Dinteren, Jacques van, Barrie Needham (2000), Parkmanagement als instrument voor behoud
vastgoedwaarde. In: Vastgoedmarkt, april, pp. 6 – 7.
─ Dinteren, Jacques van (2000), Umstrukturierung: eine grosse Aufgabe. In: Europlan – Informationen zur
Stadt‐ und Regionalentwicklung, nr. 1, pp. 6 – 7.
─ Dinteren, Jacques van, Ernst von Meijenfeldt, Arjan Brink (2000), Intensivering ruimtegebruik en
bedrijventerreinen. In: Rooilijn, nr. 2, pp. 87 – 93.
5. 5
─ Dinteren, Jacques van, Stijn Weijermars (2001), Zorgvuldig ruimtegebruik en de ondernemer. In: Nova
Terra, nr. 1, pp. 26 – 30.
─ Dinteren, Jacques van, Peter de Kruijk (2002), Zorgvuldiger ruimtegebruik en bedrijfsgebouwen. In: Real
Estate Magazine, nr. 21, pp. 18 – 21.
─ Dinteren, Jacques van (2003), Zorgvuldig met oude bedrijventerreinen. In: Nova Terra, nr. 3, pp. 38.
─ Dejonghe, Carl, Jacques van Dinteren, Guy Vloebergh (2003), Anders omgaan met bedrijfsruimte in
Gent. In: Ruimte en Planning, nr. 1, pp. 11 – 27.
─ Dinteren, Jacques van (2003), Engelse business parks: de lessen. In: Real Estate Magazine, nr. 29, pp. 20
– 25.
─ Dinteren, Jacques van, Olaf Koops (2005), Rekenen aan werklocaties. In: Real Estate Magazine, no. 4,
september, pp. 20 – 23.
─ Dinteren, Jacques van (2007), Een nieuw type werklocatie: “Enjoy Work” als leidend principe. In Real
Estate Magazine, februari, pp. 24 – 29.
─ Dinteren, Jacques van (2007), Kwaliteit op bedrijventerreinen: Engelse business parks als hét
voorbeeld? In W.F. Schaefer en R.R.M. Gordon (red.), Richtingen in gebiedsontwikkeling. Tilburg,
Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven, Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij.
─ Dinteren, Jacques van (2008), Leegstand. Waar dan? In: PropertyNL, nr. 1, pag. 26 – 29.
─ Dinteren, Jacques van (2008), Bedrijven als sprinkhanenplaag. Duurzaamheid bij bedrijventerreinen
breed beschouwd. In: Real Estate Magazine, nr. 57, pp. 30 – 33.
─ Dinteren, Jacques van (2008), Ruimte=geld. Kwaliteit bedrijventerreinen kan beter. In: PropertyNL, nr.
14, pp. 42 – 43.
─ Dinteren, Jacques van (2008), Bedrijventerreinen als speelveld. Oratie Rijksuniversiteit Groningen, 24
juni. Nijmegen: Royal Haskoning.
─ Dinteren, Jacques van (2008), Bedrijventerreinen als speelveld. In: PropertyNL, nr. 11, pp. 24 – 26.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben (2008), Probleem oude bedrijventerreinen nog niet
opgelost. In: RO‐magazine, nr. 10, pp. 39 – 40.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben (2008), Hoop voor oude bedrijventerreinen. In: Cobouw,
19 september.
─ Dinteren, Jacques van, Erwin van der Krabben (2008), Herstructurering bedrijventerreinen. Tour de
force voor een taskforce. In: Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening, nr. 6, pp. 52 – 55.
─ Dinteren, Jacques van (2009), Bedrijventerreinen: behandelen als een woonwijk. In: Congresreader
Bedrijventerreinen: tijd voor ruimtelijke kwaliteit, pp. 11 – 15. Groningen: Geo Promotion.
─ Dinteren, Jacques van (2009), Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk. In:
Openbaar Bestuur, april, pp. 18 – 23.
─ Krabben, Erwin van der, Jacques van Dinteren (2010), Public development of industrial estates in the
Netherlands: political debate and alternative strategies. In: Tijdschrift voor Economische en Sociale
Geografie, vol. 101, no. 1, pp. 91 – 99.
─ Dinteren, Jacques van, en Frank Legters (2010), Bedrijventerreinmanagement is geen PPS. In: RO
Magazine, mei, pp. 33 – 35.
6. 6
─ Dinteren, Jacques van, (2010), Regionale aanpak bedrijventerreinbeleid. In: Openbaar Bestuur, april,
pp. 18 – 23.
─ Dinteren, Jacques van (2010), vraagt elk verouderd bedrijventerrein om spoedeisende hulp? Het meten
van de kwaliteit op verouderde bedrijventerreinen. In: Real Estate Magazine nr. 72, October, pp. 17 –
21.
─ Dinteren, Jacques van, Henk Verschoor en Evert Wendelaar Bonga (2010), Gronduitgifte anders. In:
Bedrijfsterrein, September, pp. 60 – 61.
─ Fonds, Thessa; Jolanda Bos; Jacques van Dinteren; A. Linters (2011), Revitalisering met behoud van
erfgoed: bezint eer ge begint! In: Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote
steden, pp. 84 ‐ 101. Gent (B): ROI.
─ Jacques van Dinteren (2012), De hoogte van grondprijzen van bedrijventerreinen. In: Economisch
Statistische Berichten, jaargang 97 (4641), 17 augustus 2012, pp. 470 – 473.
─ Dinteren, Jacques van, Hans Büchi e.a. (2014), Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen.
Antwerpen: Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen.
─ Dinteren, Jacques van (2015) De financiële situatie rond bedrijventerreinen. In: Naar hogere
grondprijzen voor bedrijventerreinen. In: Erwin van der Krabben, Cees‐Jan Pen en Frank de Feijter
(red.), De markt voor bedrijventerreinen, pag. 141 ‐152. Den Haag: Platform31.
─ Dinteren, Jacques van, et al. (2015), Segmentatie van werklocaties. In: Ruimte, december, pp. 44 ‐ 49.
Shopping centres and consumer behaviour
─ Dinteren, J. van (1978), Parkeernotities: een onderzoek bij de winkeliers in de Nijmeegse binnenstad.
Nijmegen: Stichting Nijmegen City.
─ Dinteren, J. van, S. Grit (1978), De hiërarchie van winkelcentra. Een onderzoek in Nijmegen. Nijmegen:
Katholieke Universiteit, Geografisch Instituut.
─ Dinteren, J. van, C. van Ginneken, S. Grit (1980), Binnenstad en stadsdeelcentrum: concurrerend of
elkaar aanvullend? Een onderzoek in Nijmegen. Nijmegen: Katholieke Universiteit, Geografisch
Instituut.
─ Dinteren, J. van, S. Grit, L. Jansen (1983), Nijmeegse binnenstadsproblemen opnieuw onderzocht:
verkeersproblematiek en concurrerende winkelcentra. Nijmegen: Katholieke Universiteit, Geografisch
Instituut.
─ Dinteren, J.H.J. van (1984), Ontwikkelingen in en rond het hoofdwinkelcentrum van Nijmegen. In: K.
Brouwer c.s. (red.), Wonen en werken in het Nijmeegse, pp. 49 – 57. Assen: Van Gorcum & Comp.
Dinteren, J.H.J .van (1984), Dalend aandeel van het openbaar vervoer in het woon‐winkelverkeer te
Nijmegen. Gevolg van het Tarievenplan 1984 – 1987? In: Verkeerskunde, pp. 444 – 449.
─ Dinteren, J.H.J. van (1984), Effecten van parkeermaatregelen op consumentengedrag. In:
Verkeerskunde, pp. 12 – 15.
─ Dietvorst, A.G.J., J.H.J. van Dinteren (1984), Marktbezoek als vrijetijdsbesteding. Nijmegen: Katholieke
Universiteit, Geografisch Instituut.
─ Dinteren, J.H.J. van, A.G.J. Dietvorst (1984), Marktdag ook winkeldag? Een onderzoek naar het markt‐
en winkelbezoek in de Nijmeegse binnenstad. Nijmegen: Katholieke Universiteit, Geografisch Instituut.
7. 7
─ Dietvorst, A.G.J., J.H.J. van Dinteren (1985), Marktbezoek: meer dan kopen alleen. In: Recreatie &
Toerisme, pp. 58 – 63.
─ Dinteren, J.H.J. van (1989), Recreatief winkelen: oude wijn in nieuwe zakken? In: Recreatie & Toerisme,
pp. 326 – 329.
─ Beetz, F.P. van, J.H.J. van Dinteren, N.H.M. Tetteroo (1989), Recreatief winkelen en de binnenstad: een
uitdaging voor binnenstedelijk beleid. In: Planologische Discussiebijdragen, pp. 59 – 66. Delft.
─ Dinteren, J.H.J. van, N.H.M. Tetteroo (1990), Kwaliteitswinkelen: een kans voor binnensteden? In:
Stedebouw en Volkshuisvesting, pp. 4 – 11.
─ Dinteren, J.H.J. van (1990), Winkel en omgeving. In: Tijdschrift voor Marketing, september 1990, pp. 26
– 32.
─ Dinteren, J.H.J. van (1990), Centrummanagement: een nieuwe vorm van PPS? In: Stedebouw en
Volkshuisvesting, december, pp. 19 – 23.
─ Dinteren, J.H.J. van (1990), Centrummanagement: een organisatiekader voor binnenstedelijke
productverbetering. In: Vastgoed, pp. 39 – 41.
─ Dinteren, J.H.J. van (1990), De vijf B's van centrummanagement. In: Bouw, 9, februari, pp. 22 – 23.
─ Dinteren, J.H.J. van (1991), Parkeermaatregelen en de winkeliers. In: Verkeerskunde nr. 3, pp. 40 – 44.
─ Dinteren, J.H.J. van, D. Hendricks, A. Ruigrok (1992), Veel haken en ogen aan professioneel
management van binnensteden. In: Vastgoedmarkt, 13 maart, pp. 38, 40.
─ Dinteren, J.H.J. van, D. Hendricks, A. Ruigrok (1992), City – centre management. In: Tijdschrift voor
Economische en Sociale Geografie, pp. 138 – 144.
─ Dinteren, J.H.J. van (1992), Veel haken en ogen aan professioneel management van binnensteden. In:
VastGoedMarkt, 13 maart, pp. 38.
─ Dinteren, J.H.J. van (1993), Stadscentrummanagement. In: Stedelijk beheer. VUGA.
─ Dinteren, J.H.J. van (1995), Verbetering binnenstad zaak van alle betrokkenen. In: Tilburg Magazine, no.
1, pp. 11 – 13.
─ Dinteren, Jacques van (2005), Winkelklimaat stadscentrum ook zaak van ondernemers. In: De
Gelderlander, 29 november 2004.
Regional economic development
─ Eppink, Th. W.A., J.H.J. van Dinteren (1986), An application of correspondence analysis in urban
geography compared with cluster analysis and principal component analysis. In: Tijdschrift voor
Economische en Sociale Geografie, pp. 213 – 220.
─ Dinteren, J.H.J .van, Th. W.A. Eppink ( 1986), Een toepassing van correspondentieanalyse in de
stadsgeografie vergeleken met clusteranalyse en principale componentenanalyse. In: Acta Geographica
Lovaniensia, vol. 26, pp. 105 – 120.
─ Dinteren, J. van, G. Rienstra (1994), De intermediaire dienstensector: schakel in de netwerkeconomie.
In: Geografie, juni, pp. 34 – 39.
─ Dinteren, J.H.J. van, P. Janssens, J.M.J. Goris, C.A.M.J. Grijzen (1995), Brabantse steden: geen rij, geen
ring. In Stedebouw en Volkshuisvesting, nr. 7/8, pp. 4 – 9.
8. 8
─ Dinteren, J.H.J. van (1995), Verbetering binnenstad zaak van alle betrokkenen. In: Tilburg Magazine, no.
1, pag 11 – 13.
─ Dinteren, J.H.J. van (1998), Het ruimtelijk‐economisch netwerk. In: H. Priemus en E. Philipsen (red.), De
toekomstige ruimtelijk‐economische structuur van Nederland, pp. 45 – 56.
─ Dinteren, Jacques van (1999), Hochgeschwindigkeitszüge; ökonomische Effekte auf Städte und
Regionen. In: Europlan – Informationen zur Stadt‐ und Regionalentwicklung, nr. 1, pp. 2 – 3.
─ Dinteren, Jacques van, Helmut Hardt (2004), Grensoverschrijdende projecten regio nodig. In: De
Gelderlander, 21 oktober 2004.
─ Dinteren, Jacques van, Maike de Lange (2005), A diagnosis of the medical sector in the larger Nijmegen
region. In: Innovatief ondernemen in de medische sector (Innovatve ventures in the medical sector).
Research report and conference proceedings. Nijmegen: Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en
Handel, departement Nijmegen.
─ Frank van Oort, Jacques van Dinteren, Bert van der Knaap, e.a. (2006), Ruimtelijk‐economische
netwerken. Den Haag / Rotterdam: Ruimtelijk Planbureau / NAi Uitgevers.
─ Dinteren, Jacques van, c.s. (2008), Regioarrangement B4YOU 2008 – 2011. Deltaplan Bèta & Techniek
voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Nijmegen.
Other topics
─ Dinteren, J.H.J. van (1982), Excursiegids van Nijmegen: Geografisch Instituut, Katholieke Universiteit.
─ Dinteren, J. van, N.J.M. Nelissen (1983), Stadsvernieuwing is meer dan wonen alleen. In: Kijk op
Europese Stadsvernieuwing, no. 2, pp. 5 – 10.
─ Dinteren, J. van (1983), Nijmegen. In: Geografisch Tijdschrift, pp. 21 – 22.
─ Hendriks, P., J.H.J. van Dinteren, R. Reitsma (1983 – 1984). CMS‐handleiding voor geografen. Versies 1 –
4. Nijmegen: Geografisch Instituut, Katholieke Universiteit.
─ Bout, H., J.H.J. van Dinteren, A.R. Krijgsman (1988), De bereikbaarheid van bovenlokale voorzieningen.
In: Planologische Discussiebijdragen, pp. 63 – 72.
─ Dinteren, J.H.J. van, A.R. Krijgsman, H. Bout (1989), Bereikbaarheid van onderwijsvoorzieningen.
Beperkte reikwijdte van provinciale polsstok. In: Stedebouw en Volkshuisvesting, pp. 11 – 17.
─ Dinteren, J.H.J. van, P.W.M. SchuIten, J. Bout (1991), Bedrijf, bereikbaarheid en beleid. In:
Verkeerskunde, nr. 4, pp. 40 – 45.
─ Dinteren, J.H.J. van, J. van Haaren (1994), Uniek toeristisch‐recreatief actieplan voor IJsselgebied. In:
Recreatie en Toerisme, februari, pp. 26 – 29.
─ Buursink, Jan, en Jacques van Dinteren (red.; 2005), Het eigentijdse Nijmegen. Fagus.