1. argus panoptes
Thuis
W
oensdagochtend, half acht. Eenmaal in de trein weet ik me omringd
Ik heb een lange dag voor door een bont gezelschap. Een vervaarlijk
de boeg. Eerst een ochtend ogende knaap van wie de iPod vier sla-
werken op kantoor, tegen de gen te hard staat. Twee luid kakelende en
middag met de trein naar Rotterdam voor zichtbaar opgewonden vrouwen op weg
een werkoverleg en tegen de avond nog een naar een of andere beurs in Utrecht. Een
afspraak. Het is niet bepaald een werkdag zakenman op leeftijd die er een genoegen
waar ik me al weken op verheugde. in lijkt te scheppen alle andere passagiers
aan te staren. Ik duik weg achter de krant,
Ik klik de Senseo aan, spring onder de dou- zachtjes het tabloidformaat van nrc.next
che en open na het aankleden de gordijnen vervloekend. Had ik nu maar zo’n fijne
van de kamer. Ik kijk onverwacht in de grote Volkskrant!
nieuwsgierige ogen van de overbuurvrouw Net op het moment dat ik gebeld wordt
en in die van haar drie labradors. Ik zwaai door een vriend die informeert of ik hem
maar even. De honden blaffen. Ik ben blij ergens mee kan helpen, stapt er een man
dat ik me eerst heb aangekleed vandaag. in van Pro Rail Reizigersonderzoek, met
Als ik even later mijn koffie iets koeler sta de vraag of hij mijn kaartje even mag scan-
te blazen op het dakterras, zie ik drie werklieden op het dak nen. “Natuurlijk mag dat”, hoor ik mezelf zeggen, en vraag me
van mijn buurman. Ze brommen onbegrijpelijk Zeeuws mijn tegelijkertijd af wat er zou gebeuren als ik zou zeggen dat het
kant op. Ik maak eruit op dat ze mij een goede morgen wen- niet mag. Niets, waarschijnlijk.
sen en zwaai ook naar hen. Het is altijd fijn om te weten dat je
niet de enige bent die zo vroeg zijn bed uit moest. Op Rotterdam Centraal aangekomen realiseer ik me opeens
waarom ik zo graag werk via internet. Thuis. Onbespied. Onge-
Op weg naar het werk komt er een bekende naast me fietsen. stoord. Ongeregistreerd dankzij de anonymizer. Ik besef opeens
Haar tempo aanpassend aan het mijne trakteert ze me op een dat dat werkplezier voortkomt uit de privacy die ik heb als ik
aantal retorische vragen over het weer. Van schrik ga ik steeds online ben. De privacy waarvan zovelen zeggen dat je die niet
harder fietsen. Gelukkig moet ze een andere kant op dan ik. Dat meer hebt als internetadept. “Nee, buitenshuis gaat het lekker!”
biedt me nog net een paar fietsminuten waarin ik verder kan mompel ik zacht en, alweer een beetje naar huis verlangend,
dromen. Snel wakker worden is niet mijn sterkste eigenschap. pers ik me tussen de duizenden anderen die het station zo snel
mogelijk willen verlaten. Ik ga op in de massa. dib
Met mijn keytag open ik de deur van het fietsenhok. Even la-
ter die van de personeelsingang. Het is 08.21 uur als ik inklok -Edwin Mijnsbergen is informatiespecialist in de Zeeuwse
en me geregistreerd weet als ‘aanwezig’. Ik neem plaats achter Bibliotheek in Middelburg
mijn bureau en terwijl ik me aanmeld op het bedrijfsnetwerk
babbel ik met de aanwezige collega’s over de avond die was.
Mijn netjes geschoren kaken verhullen blijkbaar niet dat ik
een gezellig feestje heb gehad want iemand vraagt of het heel
laat is geworden. Ontkennen heeft geen zin.
Om kwart voor twaalf klok ik weer uit en wandel naar het
station. Omdat het loket is gesloten moet ik een kaartje ko-
pen met mijn pinpas. Het open en winderige perron staat
vol met mensen. Omdat ik graag nog even een sigaretje wil
roken worstel ik me door de groep forenzen en voeg me bij
de andere paria’s, onder een CCTV-camera van de NS. Eigen
schuld. Had ik maar moeten stoppen toen het rookverbod in
de horeca inging.
Digitale Bibliotheek dib nummer 3, 2009 15