2010 - C.N.P.A.S. Accidente de Muncă şi Boli Profesionale
2010 - Case studies - Gezinsbijslagen
1. organising training and setting up networks on the
European Coordination of Social Security Schemes
in the 27 Member States
Case studies
Gezinsbijslagen
2. Gezinsbijslagen – casus 1
Een gezin woont in Maastricht. De moeder werkt deeltijds (24
uur) in Duitsland. De vader werkt voltijds in België. Er wordt een
baby geboren. De Belgische kinderbijslag bedraagt € 84, Duitse
kinderbijslag € 184 en de Nederlandse kinderbijslag (AKW) € 85
per maand. Het gezin wil gebruik maken van de Nederlandse
kinderopvangregeling (KOT) en het kindgebonden budget (KGB).
Deze bedragen voor de zuiver interne (Nederlandse) situatie €
400 resp. € 50 bruto per maand.
3. Gezinsbijslagen – casus 1: mogelijke oplossingen
a. Er bestaat aanspraak op Belgische kinderbijslag (prevalerend
recht): € 84 per maand. Duitsland betaalt de aanvullende Duitse
kinderbijslag: € 184 minus € 84 = € 100 per maand. Er bestaat recht op
de volledige Nederlandse kinderopvangtoeslag (KOT): € 400.
b. Er bestaat alleen aanspraak op Duitse kinderbijslag: € 184. Er
bestaat geen aanspraak op Nederlandse gezinsuitkeringen
(kinderbijslag, kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget).
c. Er bestaat alleen aanspraak op Duitse kinderbijslag: € 184. Er
bestaat daarnaast aanspraak op de Nederlandse gezinsuitkeringen ter
hoogte van: € 400 + € 85 + € 50 minus de Duitse kinderbijslag € 184.
d. Er bestaat alleen aanspraak op Duitse kinderbijslag: € 184. Er
bestaat daarnaast aanspraak op de Nederlandse kinderopvangtoeslag
(€ 400), die verminderd wordt met een bedrag van € 184 (Duitse
kinderbijslag).