SlideShare a Scribd company logo
1 of 30
Download to read offline
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/1
Hof van Cassatie van België
Arrest
Nr. C.14.0457.N
1. BEL- EURO-PA-INVEST nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg
567,
2. CAREFIN nv, met zetel te 8630 Veurne, Ooststraat 38,
3. D.D.D.-INVEST nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567,
4. DEBELS nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
5. EURO SHOP bvba, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
6. EURO SHOPPING bvba, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg
608,
7. FINERO nv, met zetel te 8800 Roeselare, Kwadestraat 151/51,
8. FORT nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
9. FORUM nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
10. IMMO EURO nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567,
11. K&L nv, met zetel te 9100 Sint-Niklaas, Puitvoetstraat 5,
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/2
12. ESBELD bvba, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
13. PANS nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
14. SHOPPRENT nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
15. TANK & GO nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
16. TEXTILAC nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
17. VABELDA bvba, met zetel te 1130 Brussel (Haren), Metrologielaan 10/15,
18. VABELDI bvba, met zetel te 1130 Brussel (Haren), Metrologielaan 10/15,
19. VABELDO bvba, met zetel te 1130 Brussel (Haren), Metrologielaan 10/15,
20. VER-STRA nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 340,
eiseressen,
vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie,
met kantoor te 1000 Brussel, Quatre Brasstraat 6, waar de eiseressen woonplaats
kiezen,
tegen
KBC BANK nv, met zetel te 1080 Brussel, Havenlaan 2,
verweerster,
vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met
kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei 187/302, waar de verweerster woonplaats
kiest.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van
12 februari 2014.
Sectievoorzitter Beatrijs Deconinck heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Ria Mortier heeft geconcludeerd.
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/3
II. CASSATIEMIDDEL
De eiseressen voeren in hun verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een mid-
del aan.
III. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Eerste onderdeel
1. In hun definitieve syntheseconclusie in appel hebben de eiseressen de berus-
ting van de verweerster onder meer gesteund op briefwisseling van 14 april 2010
en hierbij aangevoerd:
“Op 14 april 2010 heeft het advocatenkantoor van [de verweerster] aan de in het
vonnis dd. 25 maart 2010 aangestelde deskundige het volgende geschreven:
‘Geachte Heer Deskundige,
Waarde confrater,
In bijlage vindt u mijn brief van heden aan meester Depovere’ (kaft II stuk 1)
De bijlage gevoegd bij de brief aan de deskundige dd. 14 april 2010 wordt door
de stafhouder als vertrouwelijk bestempeld. Zodoende mag de raadsman van [de
eiseressen] deze bijlage niet voorleggen.
De raadsman van [de eiseressen] moet en zal de beslissing van de stafhouder
eerbiedigen.
[De eiseressen] blijven van oordeel dat de brief gevoegd bij de brief van de
raadsman van [de verweerster] dd. 14 april 2010 officieel is.
Het staat immers buiten betwisting dat de brief van een raadsman aan de deskun-
dige officieel is.
De bijlage aan een dergelijke brief is dus uiteraard ook niet vertrouwelijk.
Het is dus van belang dat het hof van beroep kennis neemt van deze bijlage.
Indien deze brief met bijlage al of niet goed aangekomen is bij de deskundige is
evidentelijk volkomen irrelevant.
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/4
(…)
Zoals hierboven gesteld, is het uiteindelijk aan de rechtbanken en de hoven te
oordelen of bepaalde briefwisseling mag voorgelegd worden.
[De eiseressen] vragen dan ook dat het hof van beroep aan de verweerster over-
eenkomstig art. 871 en 877 Ger. W. de voorlegging beveelt van de bijlage aan de
brief van de raadsman van [de verweerster] aan de deskundige dd. 14 april
2010.”
2. De appelrechters oordelen dat de eiseressen niet betwisten “dat de beslissing
door de stafhouder wettig is genomen” en dat zij zich dienen “te gedragen naar
het oordeel van de stafhouder dat wettig is uitgebracht” op de gronden dat de
door de algemene raad van de Nationale Orde van advocaten aangenomen regle-
menten verbindend zijn voor alle advocaten en kracht van wet hebben en dat bij
betwisting tussen advocaten enkel de stafhouder op grond van de hem in artikel 3
van het Reglement van de Nationale Orde van 6 juni 1970 gegeven bevoegdheid
oordeelt over de toepassing van het reglement.
Door aldus te oordelen geven de appelrechters van voormelde conclusie een uitleg
die niet onverenigbaar is met de bewoordingen ervan en hebben zij de bewijs-
kracht ervan niet miskend.
In zoverre het onderdeel miskenning van de bewijskracht van de conclusie aan-
voert, mist het feitelijke grondslag.
3. De appelrechters oordelen omtrent de bijlage aan de brief van 14 april 2010
zoals in r.o. 1 weergegeven, dat:
- de door de algemene raad van de Nationale Orde van advocaten aangenomen
reglementen verbindend zijn voor alle advocaten en kracht van wet hebben;
- bij betwisting tussen advocaten enkel de stafhouder op grond van de hem in ar-
tikel 3 van het Reglement van de Nationale Orde van 6 juni 1970 gegeven be-
voegdheid kan oordelen over de toepassing van het reglement;
- de stafhouder hier besliste dat de kwestieuze brief vertrouwelijk is;
- door te stellen dat de rechter moet kunnen oordelen over de al dan niet ver-
trouwelijke aard van de briefwisseling tussen advocaten, elke beslissende staf-
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/5
houdertussenkomst over de toepassing van artikel 2 van het reglement uitge-
hold wordt als er van die briefwisseling in rechte gebruik wordt gemaakt;
- de gewone rechter enkel kan toezien op de naleving van het reglement;
- de rechter zich moet gedragen naar het oordeel van de stafhouder dat wettig is
uitgebracht.
4. Aldus hebben de appelrechters de wettigheid van de beslissing van de staf-
houder onderzocht en hun beslissing over de vordering van de eiseressen tot over-
legging van stukken naar recht verantwoord zonder hun rechtsmacht te misken-
nen.
In zoverre kan het onderdeel niet worden aangenomen.
5. Overeenkomstig artikel 6.1 EVRM heeft eenieder bij het vaststellen van zijn
burgerlijke rechten en verplichtingen recht op een eerlijke en openbare behande-
ling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpar-
tijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld.
Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van verdediging en
impliceert onder meer dat de bewijslevering niet op onredelijke wijze mag worden
belemmerd.
Het recht van verdediging impliceert ook het recht op bijstand van een advocaat
hetgeen de vertrouwelijkheid van de briefwisseling met zich brengt.
Hieruit volgt dat het recht op bewijslevering kan worden beperkt door de vertrou-
welijkheid van bepaalde briefwisseling.
6. Het onderdeel dat, zonder de beperking ingevolge de vertrouwelijkheid van
sommige briefwisseling in aanmerking te nemen, ervan uitgaat dat de appelrech-
ters het verzoek tot overlegging niet wettig konden verwerpen zonder het recht op
een eerlijk proces evenals het recht van verdediging te miskennen, kan niet wor-
den aangenomen.
Tweede onderdeel
7. Het onderdeel gaat volledig ervan uit dat de appelrechters op grond van ar-
tikel 1 van het reglement van de Nationale Orde van 6 juni 1970 de bewuste brief
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/6
als bijlage aan een brief aan een derde gericht ook als officieel dienden te be-
schouwen.
8. De appelrechters oordelen dat zij gebonden zijn door de beslissing van de
stafhouder en gronden hun beslissing op de uitholling van artikel 2 van voormeld
reglement als van die briefwisseling gebruik zou worden gemaakt in rechte.
Het onderdeel mist feitelijke grondslag.
Derde onderdeel
9. Het onderdeel dat aanvoert dat de litigieuze bijlage een document betrof
waarin de verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te berusten in het
tussenvonnis, vergt een onderzoek van feiten, waarvoor het Hof niet bevoegd is.
Het onderdeel is dienvolgens niet ontvankelijk.
Vierde onderdeel
10. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat de eiseressen
de voorgehouden berusting steunden op zowel de litigieuze briefbijlage als op een
onvoorwaardelijke betaling en uitvoering van het beroepen vonnis.
11. Het onderdeel dat de miskenning van het recht op een eerlijk proces en van
het recht van verdediging aanvoert op grond dat de berusting uit geen ander gege-
ven dan voormelde bijlage bleek, mist feitelijke grondslag.
Dictum
Het Hof,
Verwerpt het cassatieberoep.
Veroordeelt de eiseressen tot de kosten.
Bepaalt de kosten voor de eiseressen op 821,11 euro.
Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen-
gesteld uit sectievoorzitter Eric Dirix, als voorzitter, de sectievoorzitters Albert
Fettweis en Beatrijs Deconinck, en de raadsheren Bart Wylleman en Koenraad
Moens, en in openbare rechtszitting van 26 oktober 2017 uitgesproken door sec-
26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/7
tievoorzitter Eric Dirix, in aanwezigheid van procureur-generaal Dirk Thijs, met
bijstand van griffier Kristel Vanden Bossche.
K. Vanden Bossche K. Moens B. Wylleman
B. Deconinck A. Fettweis E. Dirix
De griffier stelt vast dat de sectievoorzitter Beatrijs Deconinck in de onmogelijk-
heid verkeert in de zin van artikel 785 Gerechtelijk Wetboek om dit arrest te on-
dertekenen.
Brussel, 26 oktober 2017.
De griffier,
Kristel Vanden Bossche
VERZOEKSCHRIFT/1
VOORZIENING IN CASSATIE
VOOR: 1. De naamloze vennootschap BEL-EURO-PA-INVEST,
met vennootschapszetel te 8800 Roeselare, Meen-
sesteenweg 567, ingeschreven in de Kruispuntbank der5
Ondernemingen onder het nummer 0885.981.865,
2. De naamloze vennootschap CAREFIN, met vennootschaps-
zetel te 8630 Veurne, Ooststraat 38, ingeschreven in de
Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer10
0436.223.747,
3. De naamloze vennootschap D.D.D.-INVEST, met vennoot-
schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567,
ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen15
onder het nummer 0461.314.083,
4. De naamloze vennootschap DEBELS, met vennootschaps-
zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, inge-
schreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen on-20
der het nummer 0405.326.574,
5. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EURO SHOP, met vennootschapszetel te 8800 Roese-
lare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruis-25
puntbank der Ondernemingen onder het nummer
0405.574.123,
6. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EURO SHOPPING, met vennootschapszetel te 880030
Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de
Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer
0471.503.736,
VERZOEKSCHRIFT/2
7. De naamloze vennootschap FINERO, met vennootschapsze-35
tel te 8800 Roeselare, Kwadestraat 151/51, ingeschre-
ven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het
nummer 0448.457.427,
8. De naamloze vennootschap FORT, met vennootschapszetel40
te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven
in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het
nummer 0400.840.919,
9. De naamloze vennootschap FORUM, met vennootschapsze-45
tel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, inge-
schreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen on-
der het nummer 0415.091.605,
10. De naamloze vennootschap IMMO EURO, met vennoot-50
schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567,
ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen
onder het nummer 0452.496.090,
11. De naamloze vennootschap K&L, met vennootschapszetel55
te 9100 Sint-Niklaas, Puitvoetstraat 5, ingeschreven in
de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het num-
mer 0407.629.137,
12. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid60
ESBELD, met vennootschapszetel te 8800 Roeselare,
Meensesteenweg 567, ingeschreven in de Kruispunt-
bank der Ondernemingen onder het nummer
0479.762.493,
65
13. De naamloze vennootschap PANS, met vennootschapsze-
tel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, inge-
VERZOEKSCHRIFT/3
schreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen on-
der het nummer 0427.112.675,
70
14. De naamloze vennootschap SHOPRENT, met vennoot-
schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen
onder het nummer 0432.862.795,
75
15. De naamloze vennootschap TANK & GO, met vennoot-
schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen
onder het nummer 0478.236.328,
80
16. De naamloze vennootschap TEXTILAC, met vennoot-
schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608,
ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen
onder het nummer 0405.064.575,
85
17. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VABELDA, met vennootschapszetel te 1130 Brussel-
Haren, Metrologielaan 10/15, ingeschreven in de Kruis-
puntbank der Ondernemingen onder het nummer
0886.837.742,90
18. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VABELDI, met vennootschapszetel te 1130 Brussel-
Haren, Metrologielaan 10/15, ingeschreven in de Kruis-
puntbank der Ondernemingen onder het nummer95
0886.838.534,
19. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VABELDO, met vennootschapszetel te 1130 Brussel-
Haren, Metrologielaan 10/15, ingeschreven in de Kruis-100
VERZOEKSCHRIFT/4
puntbank der Ondernemingen onder het nummer
0886.839.524,
20. De naamloze vennootschap VER-STRA, met vennoot-
schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 340,105
ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen
onder het nummer 0441.601.705,
Eiseressen tot cassatie, bijgestaan en vertegenwoordigd door
mr. Huguette Geinger, ondergetekende advocaat bij het110
Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,
Quatre-Brasstraat 6, bij wie keuze van woonplaats wordt
gedaan,
115
120
TEGEN: De naamloze vennootschap KBC Bank, met vennoot-
schapszetel te 1080 Brussel, Havenlaan 2, ingeschre-
ven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het
nummer 0462.920.226,
125
Verweerster in cassatie,
* * *130
VERZOEKSCHRIFT/5
Aan de Heren Eerste Voorzitter en Voorzitter, de Dames en He-
ren Raadsheren, leden van het Hof van Cassatie,
135
Hooggeachte Dames en Heren,
Eiseressen tot cassatie hebben de eer het arrest, gewezen op
12 februari 2014 door de twaalfde kamer van het Hof van beroep te
Gent (A.R. nr. 2010/AR/1595), aan het toezicht van Uw Hof te on-140
derwerpen.
FEITEN EN PROCEDUREVOORGAANDEN
Voor de feitenrechter werd een betwisting gevoerd aangaande145
het bestaan van een overeenkomst tussen partijen betreffende de
invoering van het systeem van cash-pooling, zijnde een techniek die
gebruikt wordt om het liquiditeitsbeheer van rekeningen te optimali-
seren.
150
Het systeem houdt in dat de saldi van de opgenomen rekenin-
gen in het systeem worden gecombineerd tot één saldo, aangehou-
den in een centrale rekening, waarbij enkel op deze globale staat in-
tresten worden aangerekend en resulteert in een gunstiger renteaf-
rekening.155
Bij dagvaarding van 24 augustus 2009 vorderden eiseressen de
veroordeling van verweerster om binnen 20 dagen vanaf de beteke-
ning van het vonnis de ontvangen intresten met betrekking tot de in
de dagvaarding opgesomde rekeningen te verhogen tot een niveau160
dat overeenstemt met 95 % van de EONIA en de dagelijkse staffels
vanaf 15 mei 2004 voor te brengen, dit alles op straffe van een
dwangsom van 5000 euro per dag vertraging, en verder de zaak
naar de rol te verwijzen teneinde hen toe te laten de gedane aan-
passingen en bezorgde staffels te laten verifiëren en verder te on-165
derzoeken.
VERZOEKSCHRIFT/6
Bij vonnis van 25 maart 2010 verklaarde de Rechtbank van
koophandel te Kortrijk de vordering ontvankelijk, veroordeelde ver-
weerster om aan elk van de eisende partijen afzonderlijk een provi-170
sie van telkens 2.000 euro te betalen, vooraleer verder ten gronde
recht te doen, beval een deskundigenonderzoek en hield de beslis-
sing omtrent de gerechtskosten aan.
Verweerster stelde tegen dit vonnis hoger beroep in bij akte175
neergelegd op 14 juni 2010.
Bij arrest van 12 februari 2014 verklaarde het Hof van beroep te
Gent de vordering van eiseressen om verweerster, conform artikelen
871 en 872 van het Gerechtelijk Wetboek, het bevel op te leggen de180
bijlage aan de brief van de raadsman van verweerster aan de des-
kundige d.d. 14 april 2010 voor te leggen ontvankelijk doch onge-
grond, verklaarde het hoger beroep ontvankelijk en gegrond, vernie-
tigde het bestreden vonnis en, opnieuw recht doende, verklaarde de
vordering van eiseressen tot betaling van een bedrag van 98.430,42185
euro, meer een bedrag van 0,25 USD, ontvankelijk doch ongegrond
en veroordeelde hen tot de kosten van beide aanleggen, aan de zij-
de van verweerster vereffend op 5.500 euro rechtsplegingsvergoe-
ding eerste aanleg, 186,00 euro rolrechten en 5.500 euro rechtsple-
gingsvergoeding hoger beroep.190
Tegen deze beslissing menen eiseressen volgend middel tot
cassatie te kunnen aanvoeren.
ENIG MIDDEL TOT CASSATIE195
Geschonden bepalingen en algemeen rechtsbeginsel
- artikel 144 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari
1994,200
VERZOEKSCHRIFT/7
- artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend
te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet van 13 mei
1955,
- artikelen 495, 496, 507, 871, 876, 877, 962, 972, § 1, 973, § 1,205
978, § 1, 1044 en 1045 van het Gerechtelijk Wetboek,
- artikelen 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk Wetboek,
- artikelen 1, 2 en 3 van het reglement van 6 juni 1970 van de Na-
tionale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei
1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisse-210
ling tussen advocaten,
- algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging van het recht van
verdediging voorschrijft.
Aangevochten beslissing215
Bij het bestreden arrest van 12 februari 2014 verklaart het Hof
van beroep te Gent de vordering van eiseressen om verweerster,
conform artikelen 871 en 872 van het Gerechtelijk Wetboek, het be-
vel op te leggen de bijlage aan de brief van de raadsman van ver-220
weerster aan de deskundige d.d. 14 april 2010 voor te leggen ont-
vankelijk doch ongegrond, waarna het hof van beroep het hoger be-
roep ontvankelijk en gegrond verklaart, het bestreden vonnis vernie-
tigt en, opnieuw recht doende, de vordering van eiseressen tot beta-
ling van een bedrag van 98.430,42 euro, meer een bedrag van 0,25225
USD, ontvankelijk doch ongegrond verklaart, en hen veroordeelt tot
de kosten van beide aanleggen. Deze beslissing is onder meer op
volgende overwegingen gestoeld:
1.3.1.230
(Eiseressen) houden voor dat KBC heeft berust in het vonnis dd.
25.03.2010. Deze berusting blijkt volgens hen vooreerst uit de in-
houd van een vertrouwelijke brief uitgaande van KBC. (Eiseressen)
stellen dat op 14.04.2010 de raadsman van KBC aan de door de
eerste rechter aangestelde deskundige schreef:235
“Geachte Heer Deskundige,
VERZOEKSCHRIFT/8
Waarde Confrater,
In bijlage vindt u mijn brief van heden aan meester DEPOVE-
RE”.
De bijlage gevoegd bij de brief aan de deskundige dd. 14.04.2010240
werd door de stafhouder als vertrouwelijk bestempeld. (Eiseressen)
beklemtonen dat zij de beslissing van de stafhouder dienen te eer-
biedigen en dat zij om die reden deze bijlage, waaruit volgens hen
de berusting van KBC blijkt, niet kunnen en mogen voorleggen.
245
(Eiseressen) blijven evenwel van oordeel dat de brief van de raads-
man van KBC dd. 14.04.2010 officieel is, omdat het buiten betwisting
staat dat de brief van een advocaat gericht aan een deskundige offi-
cieel is. De bijlage aan dergelijke brief is volgens hen dan uiteraard
ook niet-vertrouwelijk.250
(Eiseressen) stellen dat het van belang is dat het hof kennis neemt
van deze bijlage. Het is immers aan de hoven en de rechtbanken om
te oordelen of bepaalde briefwisseling mag worden voorgelegd
255
Of deze brief met bijlage al dan niet goed is aangekomen bij de ge-
rechtsdeskundige, zoals opgeworpen door KBC, is volgens (eiseres-
sen) volkomen irrelevant.
In die optiek vragen (eiseressen) het hof aan (verweerster) overeen-260
komstig art. 871 en 877 Ger.W. de voorlegging te bevelen van de bij-
lage aan de brief van de raadsman van KBC aan de deskundige dd.
14.04.2010.
(…)265
1.3.2.
Het hof stelt vast dat KBC weigert de bij de brief aan de deskundige
gevoegde brief voor te leggen. Bovendien stelt het hof vast dat par-
VERZOEKSCHRIFT/9
tijen het er over eens zijn dat de stafhouder deze kwestieuze brief270
als vertrouwelijk heeft bestempeld.
(Eiseressen) betwisten dus niet, ondanks het feit dat de brief aan de
deskundige in bijlage werd verstuurd (en deze brief volgens hen
daarom wel een officieel karakter heeft verkregen), de stafhouder
heeft geoordeeld dat het vertrouwelijk karakter bleef behouden.275
(Eiseressen) betwisten evenmin dat de beslissing door de stafhou-
der wettig is genomen.
De door de Algemene Raad van de Nationale Orde van Advocaten280
aangenomen reglementen zijn verbindend voor alle advocaten (cfr.
Cass. 12 december 1985, Arr. Cass. 1985-86, 533) en hebben
kracht van wet. Bij betwisting tussen advocaten kan enkel de staf-
houder op grond van de hem in art. 3 van het Reglement van de Na-
tionale Orde van 6 juni 1970 gegeven bevoegdheid oordelen over de285
toepassing van het reglement.
In casu besliste de stafhouder dat de kwestieuze brief vertrouwelijk
is. Het hof is van oordeel dat zij gebonden is door deze stafhouder-
beslissing. Door te stellen dat de rechter moet kunnen oordelen over290
de al dan niet vertrouwelijke aard van briefwisseling tussen advoca-
ten, wordt elke beslissende stafhoudertussenkomst over de toepas-
sing van art. 2 van dit reglement uitgehold als er van die briefwisse-
ling in rechte gebruik wordt gemaakt. Aan de stafhouder is het toe-
zicht op de (loyale) toepassing van het reglement inzake de briefwis-295
seling tussen advocaten toevertrouwd. De gewone rechter kan enkel
toezien op de naleving van het reglement en, bij ontstentenis van
stafhouderbeslissing, de aan hem overgelegde briefwisseling weren
als bewijsmiddel.(cfr. L. LINDEMANS, ‘Rechterlijk toezicht op over-
legging in rechte van briefwisseling tussen advocaten’, R.W. 2008-300
09, nr. 20, blz. 818-820; Ph. De Jaegere, ‘Vertrouwelijkheid van
briefwisseling tussen advocaten,’ Ad Rem, Tijdschrift van de Orde
van Vlaamse Balies, nr. 5, 2011).
VERZOEKSCHRIFT/10
Aangezien in casu wel een stafhouderbeslissing voorhanden is, is305
het hof van oordeel dat zij zich dient te gedragen naar dit oordeel dat
wettig is uitgebracht, en dat niet kan worden ingegaan op de vorde-
ring van (eiseressen) het bevel op te leggen aan KBC conform art.
871 en 877 Ger.W. tot voorlegging van de bijlage aan de brief van
de raadsmaan van KBC aan de deskundige dd. 14.04.2010.310
(…)
Het hoger beroep is ontvankelijk”.
315
Grief
Eerste onderdeel
1. Naar luid van artikel 144, eerste lid van de Grondwet beho-320
ren geschillen over burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegd-
heid van de rechtbanken.
Naar luid van artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescher-
ming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,325
ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet
van 13 mei 1955, heeft eenieder bij het vaststellen van zijn burgerlij-
ke rechten en verplichtingen het recht op een eerlijke en openbare
behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een on-
afhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is330
ingesteld.
Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van
verdediging.
335
VERZOEKSCHRIFT/11
2. Artikel 876 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de
rechter het aanhangig geschil berecht volgens de bewijsregels die
op het geschil van toepassing zijn.
Iedere procespartij heeft zodoende het recht om het bewijs te340
leveren van de voor haar relevante feiten met alle rechtsmiddelen
die de wet haar ter beschikking stelt.
Artikel 871 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de rechter
aan iedere gedingvoerende partij kan bevelen het bewijsmateriaal,345
dat zij bezit, over te leggen.
Artikel 877 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt voorts dat
wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende
vermoedens bestaan dat een partij of een derde een stuk onder zich350
heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit, de rechter
kan bevelen dat het stuk of een eensluidend verklaard afschrift ervan
bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd.
3. Naar luid van artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek heb-355
ben de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux franco-
phones et germanophone, elk voor de balies die er deel van uitma-
ken, de taak te waken over de eer, de rechten en de gemeenschap-
pelijke beroepsbelangen van hun leden en zijn bevoegd voor de juri-
dische bijstand, de stage, de beroepsopleiding van de advocaten-360
stagiairs en de vorming van alle advocaten behorende tot de balies
die er deel van uitmaken. Ze nemen initiatieven en maatregelen die
nuttig zijn voor de opleiding, de tuchtrechtelijke regels en de loyauteit
in het beroep en voor de behartiging van de belangen van de advo-
caat en van de rechtzoekende. Elk van beide kan betreffende die365
aangelegenheden voorstellen doen aan de bevoegde overheden.
Blijkens artikel 496 van het Gerechtelijk Wetboek stellen met
betrekking tot de bevoegdheden, bepaald in artikel 495, de Orde van
Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux francophones et germa-370
VERZOEKSCHRIFT/12
nophone passende reglementen vast. Met het oog op de betrekkin-
gen tussen de leden van de onderscheiden balies die er deel van
uitmaken, bepalen zij de regels en gebruiken van het beroep van
advocaat en brengen er eenheid in. Te dien einde, stellen zij pas-
sende reglementen vast.375
Voorts bepaalt artikel 507 van het Gerechtelijk Wetboek dat de
door de Belgische nationale Orde van Advocaten regelmatig aange-
nomen reglementen bindend blijven voor alle advocaten tot de be-
voegde instellingen, overeenkomstig artikel 496, nieuwe reglemen-380
ten vaststellen, onverminderd overleg en instemming van de Orde
der Advocaten bij het Hof van Cassatie met betrekking tot het wijzi-
gen van de reglementen die haar aanbelangen.
Zo de reglementen, waarvan sprake in voornoemde artikelen,385
wetten zijn in de zin van artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek,
kunnen deze bepalingen geen afbreuk doen aan de bepalingen van
een hogere rechtsorde, inzonderheid de hoger aangehaalde bepa-
lingen.
390
4. Naar luid van artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van
de Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei
1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling
tussen advocaten, is de briefwisseling tussen advocaten vertrouwe-
lijk. Zelfs indien de advocaten het eens zijn, mag zij enkel overge-395
legd worden met de toestemming van het hoofd van de Orde.
Uit deze bepaling volgt dat vertrouwelijke briefwisseling tussen
advocaten zonder instemming van de stafhouder niet kan worden
overgelegd.400
De onderliggende idee is dat de briefwisseling enkel is bedoeld
voor de raadsman van de andere partij die voor de behoeften van de
afhandeling van de zaak deelachtig wordt gemaakt aan het be-
roepsgeheim, dat de verzender van de brief verbindt met zijn cliënt.405
VERZOEKSCHRIFT/13
Artikel 2 van hetzelfde reglement bevat een aantal uitzonderin-
gen op het vertrouwelijk karakter van de briefwisseling.
Zo bepaalt artikel 2.1° van voornoemd reglement dat elke me-410
dedeling die een akte van rechtspleging uitmaakt of vervangt, haar
vertrouwelijk karakter verliest, zodat ze zonder toelating van de staf-
houder mogen overgelegd worden.
Uit deze bepaling volgt dat niet iedere briefwisseling van advo-415
caten vertrouwelijk is.
Artikel 3 van dit reglement bepaalt dat, in voorkomend geval, de
stafhouder voor de loyale toepassing van artikel 2 zorgt.
420
Overeenkomstig artikel 144 van de Grondwet komt het welis-
waar aan de rechter, voor wie een betwisting aangaande een sub-
jectief recht aanhangig is en voor wie een door de stafhouder als
vertrouwelijk omschreven schrijven wordt ingeroepen, toe om a pos-
teriori de wettigheid van die beslissing te onderzoeken en te onder-425
zoeken of de stafhouder wettig heeft kunnen oordelen dat de bewus-
te brief viel binnen het toepassingsgebied van artikel 1 van het re-
glement en/of dat de uitzonderingen, opgesomd in artikel 2, hierop
niet van toepassing waren.
430
5. Te dezen verzochten eiseressen het hof van beroep om bij
toepassing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wet-
boek de overlegging te bevelen van de bijlage van het schrijven van
de raadsman van verweerster van 14 april 2010 aan de gerechts-
deskundige, waaruit haar berusting in het tussenvonnis van 25 maart435
2010 bleek.
Zo eiseressen in hun beroepsbesluiten erkenden dat de staf-
houder de bewuste brief als vertrouwelijk had bestempeld, waardoor
VERZOEKSCHRIFT/14
hun raadsman deze brief niet aan de rechtbank kon voorleggen zon-440
der zich bloot te stellen aan tuchtrechtelijke sancties, betwistten zij
weliswaar in hun beroepsbesluiten op pagina 4 dat de bijlage bij de
brief van 14 april 2010 aan de deskundige vertrouwelijk was: zij lie-
ten gelden dat het immers buiten betwisting staat dat de brief van
een raadsman aan de deskundige officieel is, zodat de bijlage aan445
een dergelijke brief evenmin vertrouwelijk is.
Eiseressen betwistten zodoende wel degelijk, anders dan het
hof van beroep in het bestreden arrest stelt, dat de beslissing van de
stafhouder wettig was genomen.450
Derhalve kwam het, anders dan het hof van beroep voorhoudt,
aan de rechter toe om in het kader van onderhavig geding te onder-
zoeken of de stafhouder wettig had kunnen beslissen dat de bewus-
te brief, gelet op de hiervan aan de deskundige gedane mededeling,455
een vertrouwelijk karakter bezat.
6. Het hof van beroep, dat in het bestreden arrest stelt dat eise-
ressen niet betwisten dat de beslissing van de stafhouder wettig was
genomen, heeft derhalve aan hun beroepsbesluiten, waarin zij op460
pagina 4 uitdrukkelijk het vertrouwelijk karakter van de bewuste brief
betwistten en aldus de beslissing van de stafhouder bekritiseerden,
een uitlegging gegeven die met de bewoordingen ervan onverenig-
baar is door hierin iets niet te lezen dat er uitdrukkelijk in staat ver-
meld (schending van artikelen 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk465
Wetboek).
Bovendien heeft het hof van beroep niet wettig kunnen beslis-
sen dat het zich diende neer te leggen bij de stafhouderbeslissing,
zonder enig verder onderzoek naar de wettigheid van de bewuste470
beslissing te moeten voeren, aldus zijn eigen rechtsmacht misken-
nende (schending van artikel 144 van de gecoördineerde Grondwet
van 17 februari 1994 en, voor zoveel als nodig, van artikelen 495,
496, 507 van het Gerechtelijk Wetboek), en heeft het evenmin het
verzoek van eiseressen tot overlegging van het bewuste document475
VERZOEKSCHRIFT/15
wettig kunnen verwerpen zonder aldus hun recht op een eerlijk pro-
ces te miskennen (schending van artikelen 6.1 van het Europees
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de funda-
mentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en
goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, 871, 876 en 877 van het Ge-480
rechtelijk Wetboek) evenals hun recht van verdediging (schending
van het algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging van het recht
van verdediging voorschrijft).
Tweede onderdeel485
1. Naar luid van artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot be-
scherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijhe-
den, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij
wet van 13 mei 1955, heeft eenieder bij het vaststellen van zijn bur-490
gerlijke rechten en verplichtingen het recht op een eerlijke en open-
bare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een
onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet
is ingesteld.
495
Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van
verdediging.
2. Artikel 876 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de
rechter het aanhangig geschil berecht volgens de bewijsregels die500
op het geschil van toepassing zijn.
Iedere procespartij heeft zodoende het recht om het bewijs te
leveren van de voor haar relevante feiten met alle rechtsmiddelen
die de wet haar ter beschikking stelt.505
Artikel 871 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de rechter
aan iedere gedingvoerende partij kan bevelen het bewijsmateriaal
dat zij bezit over te leggen.
VERZOEKSCHRIFT/16
510
Artikel 877 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt voorts dat
wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende
vermoedens bestaan dat een partij of een derde een stuk onder zich
heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit, de rechter
kan bevelen dat het stuk of een eensluidend verklaard afschrift ervan515
bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd.
3. Zoals uiteengezet in het eerste onderdeel en hier als uitdruk-
kelijk hernomen aangezien, bepaalt artikel 507 van het Gerechtelijk
Wetboek dat de door de Belgische nationale Orde van Advocaten520
regelmatig aangenomen reglementen bindend blijven voor alle ad-
vocaten tot de bevoegde instellingen, overeenkomstig artikel 496,
nieuwe reglementen vaststellen, onverminderd overleg en instem-
ming van de Orde der Advocaten bij het Hof van Cassatie met be-
trekking tot het wijzigen van de reglementen die haar aanbelangen.525
Naar luid van artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de
Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei
1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling
tussen advocaten, is de briefwisseling tussen advocaten vertrouwe-530
lijk. Zelfs indien de advocaten het eens zijn, mag zij enkel overge-
legd worden met de toestemming van het hoofd van de Orde.
Uit deze bepaling volgt dat vertrouwelijke briefwisseling tussen
advocaten zonder instemming van de stafhouder niet kan worden535
overgelegd.
4. Artikel 1 van voormeld reglement geldt evenwel niet ten aan-
zien van de briefwisseling met derden, inzonderheid de gerechts-
deskundige, die door de rechter bij toepassing van de artikelen 962540
en 972, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek werd aangesteld teneinde
in het kader van de lopende gerechtelijke procedure vaststellingen te
doen en/of een technisch advies te geven, en ter zake ter attentie
van de rechter een advies op te stellen, dat overeenkomstig artikel
VERZOEKSCHRIFT/17
978, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek een opgave zal bevatten van545
de stukken en nota’s die de partijen aan de deskundige hebben
overhandigd en dat ter griffie zal worden neergelegd.
Uit de aard van de opdracht, die aan een gerechtsdeskundige,
hulpagent van het gerecht, wordt toevertrouwd, evenals uit het te-550
gensprekelijk verloop van het deskundigenonderzoek, waarop de
rechter overeenkomstig artikel 973, § 1 van het Gerechtelijk Wet-
boek toeziet, volgt dat alle briefwisseling, gericht aan deze persoon,
een officieel, anders gezegd, een niet vertrouwelijk karakter heeft.
555
Dat geldt evenzeer voor de bijlagen bij die briefwisseling.
Een en ander impliceert dat een partij zich niet op voornoemd
artikel 1 zal kunnen beroepen om de bijlagen bij de briefwisseling,
die zij tot de deskundige heeft gericht en die zij derhalve zelf ter560
kennis heeft gebracht van een derde, nog als vertrouwelijk te be-
stempelen.
5. Te dezen betrof het document, waarvan eiseressen bij toe-
passing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek565
de overlegging vroegen, de bijlage bij de brief van de raadsman van
verweerster van 14 april 2010, gericht aan de gerechtsdeskundige,
waarin verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te be-
rusten in het tussenvonnis van 25 maart 2010.
570
Ingevolge de voeging van het bewuste document aan een offi-
cieel schrijven volgt dat ook de bijlagen van dat document als offici-
eel zijn te bestempelen.
Waar het hof van beroep in het bestreden arrest oordeelt de575
overlegging van het bewuste stuk niet te moeten bevelen, zonder
verder onderzoek naar de aard en inhoud van het bewuste docu-
ment te voeren, en zodoende zonder meer aanvaardt dat de bijlage
VERZOEKSCHRIFT/18
bij het schrijven van 14 april 2010 van verweerster aan de gerechts-
deskundige een vertrouwelijk karakter vertoonde, verantwoordt het580
zijn beslissing niet naar recht (schending van artikelen 507, 962,
972, § 1, 973, § 1, en 978, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek en 1
van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde van Advo-
caten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, be-
treffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten) en585
vermocht het derhalve niet wettig te beslissen niet te moeten ingaan
op het verzoek om de overlegging van het bewuste stuk te bevelen
(schending van artikelen 6.1 van het Europees Verdrag tot bescher-
ming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet590
van 13 mei 1955, 871, 876 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek,
evenals van het algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging van
het recht van verdediging voorschrijft).
Derde onderdeel595
1. Naar luid van artikel 1044 van het Gerechtelijk Wetboek kan
een partij berusten in een beslissing. Berusten is afstand doen van
de rechtsmiddelen die tegen alle of sommige punten van die beslis-
sing kunnen worden aangewend.600
Naar luid van artikel 1045 van het Gerechtelijk Wetboek kan de
berusting uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn. Zij kan blijken uit een een-
voudige akte ondertekend door de partij of haar bijzonder gemach-
tigde dan wel stilzwijgend zijn.605
2. Blijkens artikel 2 van het reglement van 6 juni 1970 van de
Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei
1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling
tussen advocaten verliest voornoemd reglement haar vertrouwelijk610
karakter, zodat ze zonder toelating van de stafhouder mag overge-
legd worden: elke mededeling die een akte van rechtspleging uit-
maakt of vervangt, zodat ze zonder toelating van de stafhouder mo-
gen overgelegd worden.
VERZOEKSCHRIFT/19
615
Voornoemd artikel wijkt aldus af van artikel 1 van voornoemd
reglement dat de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen ad-
vocaten huldigt.
3. Te dezen betrof het document, waarvan eiseressen bij toe-620
passing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek
de overlegging vroegen, de bijlage bij de brief van de raadsman van
verweerster van 14 april 2010, gericht aan de gerechtsdeskundige,
waarin verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te be-
rusten in het tussenvonnis van 25 maart 2010.625
Dergelijke mededeling was zodoende te bestempelen als een
mededeling die een akte van rechtspleging uitmaakt of vervangt in
de zin van artikel 2, 1° van voormeld reglement, waarvoor het ver-
trouwelijk karakter niet gold.630
4. Waar het hof van beroep in het bestreden arrest oordeelt de
overlegging van het bewuste stuk niet te moeten bevelen, gelet op
de stafhouderbeslissing, terwijl blijkt dat hier sprake was van een
document, waarbij gemeld werd dat verweerster berustte in het tus-635
senvonnis, verantwoordt het zijn beslissing niet naar recht (schen-
ding van artikelen 507, 1044 en 1045 van het Gerechtelijk Wetboek,
1 en 2, 1° van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde
van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april
1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advoca-640
ten).
Vierde onderdeel
1. Naar luid van artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot be-645
scherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijhe-
den, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij
wet van 13 mei 1955, heeft eenieder bij het vaststellen van zijn bur-
gerlijke rechten en verplichtingen het recht op een eerlijke en open-
VERZOEKSCHRIFT/20
bare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een650
onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet
is ingesteld.
Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van
verdediging.655
Dat recht primeert op ieder ander recht, waaronder de vertrou-
welijkheid van de briefwisseling, wanneer blijkt dat de bewuste brief
het enige bewijs van het aangevoerde feit uitmaakt.
660
2. Te dezen voerden eiseressen aan dat verweerster had be-
rust in het tussenvonnis van 25 maart 2010 in een schrijven, ge-
voegd bij een schrijven van 14 april 2010, gericht aan de gerechts-
deskundige.
665
3. Waar de berusting uit geen ander gegeven dan het bewuste
schrijven bleek, vermocht het hof van beroep derhalve niet wettig te
beslissen, zonder aldus het recht van eiseressen op een eerlijk pro-
ces op onwettige wijze te beknotten, geen gevolg te moeten geven
aan het verzoek van eiseressen om de overlegging van de bewuste670
brief te bevelen (schending van artikelen 6.1 van het Europees Ver-
drag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamen-
tele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goed-
gekeurd bij wet van 13 mei 1955, 871, 876 en 877 van het Gerechte-
lijk Wetboek, evenals van het algemeen rechtsbeginsel dat de eer-675
biediging van het recht van verdediging voorschrijft).
TOELICHTING
1. Naar luid van artikel 144, eerste lid van de Grondwet beho-680
ren geschillen over burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegd-
heid van de rechtbanken. Een en ander impliceert dat de rechter niet
kan weigeren de overlegging van een door de stafhouder als ver-
VERZOEKSCHRIFT/21
trouwelijk bestempeld stuk te bevelen zonder zelf voorafgaand de
wettigheid van die beslissing te onderzoeken en na te gaan of hier685
inderdaad sprake is van een vertrouwelijk stuk.
Niets verzet zich inderdaad tegen de a posteriori controle van
de wettigheid van de beslissing van de stafhouder door de hoven en
rechtbanken (vgl. Vz.Kh Brussel 14 augustus 2001, JLMB 2003,690
346; Kh. Brussel 28 december 2007, RW 2008-09, 204; zie ook
Antwerpen 7 december 2004, RW 2006-07, 179; B. Samyn, Privaat-
rechtelijk bewijs, Een diepgaand en praktisch onderzoek, Gent, Sto-
ry-Scientia, 2012, 83,nr. 66).
695
Inzonderheid zal het aan de rechter, voor wie een document,
dat door de stafhouder als vertrouwelijk werd bestempeld op grond
van artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Or-
de van Advocaten betreffende het overleggen van briefwisseling tus-
sen advocaten, wordt ingeroepen als bewijsstuk, toekomen te on-700
derzoeken of het bewuste document wel kan worden gekwalificeerd
als een document in de zin van voornoemd artikel.
Het hof van beroep, dat oordeelt zich zonder meer te moeten
aansluiten bij de beslissing van de stafhouder, zonder enige controle705
uit te oefenen over de wettigheid van die beslissing, heeft zodoende
zijn eigen rechtsmacht miskend evenals het recht van eiseressen op
een eerlijk proces en hun recht van verdediging doordat het hen al-
dus het recht heeft ontzegd het bewijs van de door hen ingeroepen
berusting door de overlegging van dat stuk te bewijzen.710
Bovendien miskent het hof van beroep de bewijskracht van de
beroepsbesluiten van eiseressen, waar het stelt dat eiseressen niet
betwisten dat de beslissing van de stafhouder wettig was genomen.
Uit die besluiten blijkt integendeel dat zij dat vertrouwelijk karakter715
wel degelijk betwisten. Alleen voerden zij aan dat hun raadsman, ge-
let op de beslissing van de stafhouder, die hij diende te eerbiedigen,
zelf deze brief niet mocht voorleggen.
VERZOEKSCHRIFT/22
2. Uit artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Natio-720
nale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en
22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen
advocaten, volgt dat de briefwisseling tussen advocaten vertrouwe-
lijk is.
725
Deze bepaling viseert de vertrouwelijke briefwisseling tussen
advocaten.
Briefwisseling die wordt gericht aan een gerechtsdeskundige,
die door de rechter werd aangesteld, valt bijgevolg niet onder deze730
bepaling.
De correspondentie met een gerechtsdeskundige heeft per de-
finitie een officieel karakter. Dat geldt evenzeer voor de bijlagen bij
die briefwisseling.735
Te dezen betrof het document, waarvan eiseressen bij toepas-
sing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek de
overlegging vroegen, de bijlage bij de brief van de raadsman van
verweerster van 14 april 2010, gericht aan de gerechtsdeskundige,740
waarin verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te be-
rusten in het tussenvonnis van 25 maart 2010. Ingevolge de voeging
van het bewuste document aan een officieel schrijven was die bijla-
ge bijgevolg evenzeer als een officieel document te bestempelen.
745
3. Het document, waarin een partij verklaart te berusten, is bo-
vendien duidelijk te bestempelen als een mededeling die een akte
van rechtspleging uitmaakt of vervangt, zoals bedoeld in artikel 1, 2°
van het reglement van 6 juni 1970.
750
Zij impliceert immers dat ieder rechtsmiddel tegen de beslis-
sing, waarin werd berust, niet ontvankelijk zal zijn.
VERZOEKSCHRIFT/23
Het hof van beroep kon dan ook niet wettig beslissen de over-
legging van het bewuste stuk niet te moeten bevelen, gelet op de755
stafhoudersbeslissing, die het document als vertrouwelijk had be-
stempeld.
4. Waar de berusting uit geen ander gegeven dan het bewuste
schrijven bleek, kon het hof van beroep ten slotte niet wettig beslis-760
sen, zonder aldus het recht van eiseressen op een eerlijk proces op
onwettige wijze te beknotten, geen gevolg te moeten geven aan het
verzoek van eiseressen om de overlegging van de bewuste brief te
bevelen.
765
BIJ DEZE BESCHOUWINGEN
Besluit voor eiseressen ondergetekende advocaat bij het Hof
van Cassatie dat het U behage, Hooggeachte Dames en Heren, het
bestreden arrest te vernietigen, de zaak en partijen naar een ander770
hof van beroep te verwijzen; kosten als naar recht.
Brussel, 1 oktober 2014.

More Related Content

Similar to Dispuut met KBC naar Cassatie

RSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. nootRSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. nootJim Faas
 
Arrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen Bilzen
Arrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen BilzenArrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen Bilzen
Arrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen BilzenThierry Debels
 
Eritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarig
Eritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarigEritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarig
Eritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarigThierry Debels
 
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van StateEigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van StateThierry Debels
 
Gedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenis
Gedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenisGedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenis
Gedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenisThierry Debels
 
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...Ottilie Laan
 
Zandgroeve Huldenberg op bord Raad van State
Zandgroeve Huldenberg op bord Raad van StateZandgroeve Huldenberg op bord Raad van State
Zandgroeve Huldenberg op bord Raad van StateThierry Debels
 
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)Nic Clijmans
 
Uitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine Boel
Uitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine BoelUitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine Boel
Uitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine BoelThierry Debels
 
strategisch procederen in letselschadezaken
strategisch procederen in letselschadezakenstrategisch procederen in letselschadezaken
strategisch procederen in letselschadezakenFerda van Benthem
 
Turkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalen
Turkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalenTurkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalen
Turkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalenThierry Debels
 
Geen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum Dormaal
Geen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum DormaalGeen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum Dormaal
Geen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum DormaalThierry Debels
 
Illegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen worden
Illegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen wordenIllegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen worden
Illegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen wordenThierry Debels
 
Vreemde ontknoping benoeming Mia Doornaert
Vreemde ontknoping benoeming Mia DoornaertVreemde ontknoping benoeming Mia Doornaert
Vreemde ontknoping benoeming Mia DoornaertThierry Debels
 
Oostends casinogevecht bij Raad van State
Oostends casinogevecht bij Raad van StateOostends casinogevecht bij Raad van State
Oostends casinogevecht bij Raad van StateThierry Debels
 
Vrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aan
Vrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aanVrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aan
Vrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aanThierry Debels
 
CD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling weg
CD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling wegCD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling weg
CD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling wegThierry Debels
 

Similar to Dispuut met KBC naar Cassatie (17)

RSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. nootRSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. noot
 
Arrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen Bilzen
Arrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen BilzenArrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen Bilzen
Arrest Raad van State gemeenteraadsverkiezingen Bilzen
 
Eritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarig
Eritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarigEritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarig
Eritrese 'minderjarige' asielzoeker is meerderjarig
 
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van StateEigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
 
Gedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenis
Gedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenisGedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenis
Gedetineerde wil niet naar Bulgaarse gevangenis
 
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...
 
Zandgroeve Huldenberg op bord Raad van State
Zandgroeve Huldenberg op bord Raad van StateZandgroeve Huldenberg op bord Raad van State
Zandgroeve Huldenberg op bord Raad van State
 
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)
 
Uitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine Boel
Uitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine BoelUitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine Boel
Uitspraak Grondwettelijk Hof in zaak Delphine Boel
 
strategisch procederen in letselschadezaken
strategisch procederen in letselschadezakenstrategisch procederen in letselschadezaken
strategisch procederen in letselschadezaken
 
Turkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalen
Turkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalenTurkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalen
Turkse imam die in België wil preken moet 900 euro betalen
 
Geen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum Dormaal
Geen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum DormaalGeen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum Dormaal
Geen dringende noodzakelijkheid bij vordering tegenstanders asielcentrum Dormaal
 
Illegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen worden
Illegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen wordenIllegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen worden
Illegale verkrachter mag eindelijk uitgewezen worden
 
Vreemde ontknoping benoeming Mia Doornaert
Vreemde ontknoping benoeming Mia DoornaertVreemde ontknoping benoeming Mia Doornaert
Vreemde ontknoping benoeming Mia Doornaert
 
Oostends casinogevecht bij Raad van State
Oostends casinogevecht bij Raad van StateOostends casinogevecht bij Raad van State
Oostends casinogevecht bij Raad van State
 
Vrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aan
Vrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aanVrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aan
Vrouw vecht uitlevering aan Marokko tevergeefs aan
 
CD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling weg
CD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling wegCD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling weg
CD&V wil exceptie van borgstelling van eisende vreemdeling weg
 

More from Thierry Debels

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewThierry Debels
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezThierry Debels
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelThierry Debels
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelThierry Debels
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandatairesThierry Debels
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EUThierry Debels
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindThierry Debels
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenThierry Debels
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenThierry Debels
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21Thierry Debels
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Thierry Debels
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Thierry Debels
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...Thierry Debels
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...Thierry Debels
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesThierry Debels
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxThierry Debels
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EUThierry Debels
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELThierry Debels
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootThierry Debels
 

More from Thierry Debels (20)

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EU
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay Behind
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in Vlaanderen
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur Avrox
 
So Sense SA
So Sense SASo Sense SA
So Sense SA
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
 

Dispuut met KBC naar Cassatie

  • 1. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0457.N 1. BEL- EURO-PA-INVEST nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567, 2. CAREFIN nv, met zetel te 8630 Veurne, Ooststraat 38, 3. D.D.D.-INVEST nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567, 4. DEBELS nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 5. EURO SHOP bvba, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 6. EURO SHOPPING bvba, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 7. FINERO nv, met zetel te 8800 Roeselare, Kwadestraat 151/51, 8. FORT nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 9. FORUM nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 10. IMMO EURO nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567, 11. K&L nv, met zetel te 9100 Sint-Niklaas, Puitvoetstraat 5,
  • 2. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/2 12. ESBELD bvba, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 13. PANS nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 14. SHOPPRENT nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 15. TANK & GO nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 16. TEXTILAC nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, 17. VABELDA bvba, met zetel te 1130 Brussel (Haren), Metrologielaan 10/15, 18. VABELDI bvba, met zetel te 1130 Brussel (Haren), Metrologielaan 10/15, 19. VABELDO bvba, met zetel te 1130 Brussel (Haren), Metrologielaan 10/15, 20. VER-STRA nv, met zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 340, eiseressen, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Quatre Brasstraat 6, waar de eiseressen woonplaats kiezen, tegen KBC BANK nv, met zetel te 1080 Brussel, Havenlaan 2, verweerster, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei 187/302, waar de verweerster woonplaats kiest. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 12 februari 2014. Sectievoorzitter Beatrijs Deconinck heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Ria Mortier heeft geconcludeerd.
  • 3. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/3 II. CASSATIEMIDDEL De eiseressen voeren in hun verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een mid- del aan. III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste onderdeel 1. In hun definitieve syntheseconclusie in appel hebben de eiseressen de berus- ting van de verweerster onder meer gesteund op briefwisseling van 14 april 2010 en hierbij aangevoerd: “Op 14 april 2010 heeft het advocatenkantoor van [de verweerster] aan de in het vonnis dd. 25 maart 2010 aangestelde deskundige het volgende geschreven: ‘Geachte Heer Deskundige, Waarde confrater, In bijlage vindt u mijn brief van heden aan meester Depovere’ (kaft II stuk 1) De bijlage gevoegd bij de brief aan de deskundige dd. 14 april 2010 wordt door de stafhouder als vertrouwelijk bestempeld. Zodoende mag de raadsman van [de eiseressen] deze bijlage niet voorleggen. De raadsman van [de eiseressen] moet en zal de beslissing van de stafhouder eerbiedigen. [De eiseressen] blijven van oordeel dat de brief gevoegd bij de brief van de raadsman van [de verweerster] dd. 14 april 2010 officieel is. Het staat immers buiten betwisting dat de brief van een raadsman aan de deskun- dige officieel is. De bijlage aan een dergelijke brief is dus uiteraard ook niet vertrouwelijk. Het is dus van belang dat het hof van beroep kennis neemt van deze bijlage. Indien deze brief met bijlage al of niet goed aangekomen is bij de deskundige is evidentelijk volkomen irrelevant.
  • 4. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/4 (…) Zoals hierboven gesteld, is het uiteindelijk aan de rechtbanken en de hoven te oordelen of bepaalde briefwisseling mag voorgelegd worden. [De eiseressen] vragen dan ook dat het hof van beroep aan de verweerster over- eenkomstig art. 871 en 877 Ger. W. de voorlegging beveelt van de bijlage aan de brief van de raadsman van [de verweerster] aan de deskundige dd. 14 april 2010.” 2. De appelrechters oordelen dat de eiseressen niet betwisten “dat de beslissing door de stafhouder wettig is genomen” en dat zij zich dienen “te gedragen naar het oordeel van de stafhouder dat wettig is uitgebracht” op de gronden dat de door de algemene raad van de Nationale Orde van advocaten aangenomen regle- menten verbindend zijn voor alle advocaten en kracht van wet hebben en dat bij betwisting tussen advocaten enkel de stafhouder op grond van de hem in artikel 3 van het Reglement van de Nationale Orde van 6 juni 1970 gegeven bevoegdheid oordeelt over de toepassing van het reglement. Door aldus te oordelen geven de appelrechters van voormelde conclusie een uitleg die niet onverenigbaar is met de bewoordingen ervan en hebben zij de bewijs- kracht ervan niet miskend. In zoverre het onderdeel miskenning van de bewijskracht van de conclusie aan- voert, mist het feitelijke grondslag. 3. De appelrechters oordelen omtrent de bijlage aan de brief van 14 april 2010 zoals in r.o. 1 weergegeven, dat: - de door de algemene raad van de Nationale Orde van advocaten aangenomen reglementen verbindend zijn voor alle advocaten en kracht van wet hebben; - bij betwisting tussen advocaten enkel de stafhouder op grond van de hem in ar- tikel 3 van het Reglement van de Nationale Orde van 6 juni 1970 gegeven be- voegdheid kan oordelen over de toepassing van het reglement; - de stafhouder hier besliste dat de kwestieuze brief vertrouwelijk is; - door te stellen dat de rechter moet kunnen oordelen over de al dan niet ver- trouwelijke aard van de briefwisseling tussen advocaten, elke beslissende staf-
  • 5. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/5 houdertussenkomst over de toepassing van artikel 2 van het reglement uitge- hold wordt als er van die briefwisseling in rechte gebruik wordt gemaakt; - de gewone rechter enkel kan toezien op de naleving van het reglement; - de rechter zich moet gedragen naar het oordeel van de stafhouder dat wettig is uitgebracht. 4. Aldus hebben de appelrechters de wettigheid van de beslissing van de staf- houder onderzocht en hun beslissing over de vordering van de eiseressen tot over- legging van stukken naar recht verantwoord zonder hun rechtsmacht te misken- nen. In zoverre kan het onderdeel niet worden aangenomen. 5. Overeenkomstig artikel 6.1 EVRM heeft eenieder bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen recht op een eerlijke en openbare behande- ling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpar- tijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van verdediging en impliceert onder meer dat de bewijslevering niet op onredelijke wijze mag worden belemmerd. Het recht van verdediging impliceert ook het recht op bijstand van een advocaat hetgeen de vertrouwelijkheid van de briefwisseling met zich brengt. Hieruit volgt dat het recht op bewijslevering kan worden beperkt door de vertrou- welijkheid van bepaalde briefwisseling. 6. Het onderdeel dat, zonder de beperking ingevolge de vertrouwelijkheid van sommige briefwisseling in aanmerking te nemen, ervan uitgaat dat de appelrech- ters het verzoek tot overlegging niet wettig konden verwerpen zonder het recht op een eerlijk proces evenals het recht van verdediging te miskennen, kan niet wor- den aangenomen. Tweede onderdeel 7. Het onderdeel gaat volledig ervan uit dat de appelrechters op grond van ar- tikel 1 van het reglement van de Nationale Orde van 6 juni 1970 de bewuste brief
  • 6. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/6 als bijlage aan een brief aan een derde gericht ook als officieel dienden te be- schouwen. 8. De appelrechters oordelen dat zij gebonden zijn door de beslissing van de stafhouder en gronden hun beslissing op de uitholling van artikel 2 van voormeld reglement als van die briefwisseling gebruik zou worden gemaakt in rechte. Het onderdeel mist feitelijke grondslag. Derde onderdeel 9. Het onderdeel dat aanvoert dat de litigieuze bijlage een document betrof waarin de verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te berusten in het tussenvonnis, vergt een onderzoek van feiten, waarvoor het Hof niet bevoegd is. Het onderdeel is dienvolgens niet ontvankelijk. Vierde onderdeel 10. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat de eiseressen de voorgehouden berusting steunden op zowel de litigieuze briefbijlage als op een onvoorwaardelijke betaling en uitvoering van het beroepen vonnis. 11. Het onderdeel dat de miskenning van het recht op een eerlijk proces en van het recht van verdediging aanvoert op grond dat de berusting uit geen ander gege- ven dan voormelde bijlage bleek, mist feitelijke grondslag. Dictum Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiseressen tot de kosten. Bepaalt de kosten voor de eiseressen op 821,11 euro. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen- gesteld uit sectievoorzitter Eric Dirix, als voorzitter, de sectievoorzitters Albert Fettweis en Beatrijs Deconinck, en de raadsheren Bart Wylleman en Koenraad Moens, en in openbare rechtszitting van 26 oktober 2017 uitgesproken door sec-
  • 7. 26 OKTOBER 2017 C.14.0457.N/7 tievoorzitter Eric Dirix, in aanwezigheid van procureur-generaal Dirk Thijs, met bijstand van griffier Kristel Vanden Bossche. K. Vanden Bossche K. Moens B. Wylleman B. Deconinck A. Fettweis E. Dirix De griffier stelt vast dat de sectievoorzitter Beatrijs Deconinck in de onmogelijk- heid verkeert in de zin van artikel 785 Gerechtelijk Wetboek om dit arrest te on- dertekenen. Brussel, 26 oktober 2017. De griffier, Kristel Vanden Bossche
  • 8. VERZOEKSCHRIFT/1 VOORZIENING IN CASSATIE VOOR: 1. De naamloze vennootschap BEL-EURO-PA-INVEST, met vennootschapszetel te 8800 Roeselare, Meen- sesteenweg 567, ingeschreven in de Kruispuntbank der5 Ondernemingen onder het nummer 0885.981.865, 2. De naamloze vennootschap CAREFIN, met vennootschaps- zetel te 8630 Veurne, Ooststraat 38, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer10 0436.223.747, 3. De naamloze vennootschap D.D.D.-INVEST, met vennoot- schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen15 onder het nummer 0461.314.083, 4. De naamloze vennootschap DEBELS, met vennootschaps- zetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, inge- schreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen on-20 der het nummer 0405.326.574, 5. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EURO SHOP, met vennootschapszetel te 8800 Roese- lare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruis-25 puntbank der Ondernemingen onder het nummer 0405.574.123, 6. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EURO SHOPPING, met vennootschapszetel te 880030 Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0471.503.736,
  • 9. VERZOEKSCHRIFT/2 7. De naamloze vennootschap FINERO, met vennootschapsze-35 tel te 8800 Roeselare, Kwadestraat 151/51, ingeschre- ven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0448.457.427, 8. De naamloze vennootschap FORT, met vennootschapszetel40 te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0400.840.919, 9. De naamloze vennootschap FORUM, met vennootschapsze-45 tel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, inge- schreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen on- der het nummer 0415.091.605, 10. De naamloze vennootschap IMMO EURO, met vennoot-50 schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0452.496.090, 11. De naamloze vennootschap K&L, met vennootschapszetel55 te 9100 Sint-Niklaas, Puitvoetstraat 5, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het num- mer 0407.629.137, 12. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid60 ESBELD, met vennootschapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 567, ingeschreven in de Kruispunt- bank der Ondernemingen onder het nummer 0479.762.493, 65 13. De naamloze vennootschap PANS, met vennootschapsze- tel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, inge-
  • 10. VERZOEKSCHRIFT/3 schreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen on- der het nummer 0427.112.675, 70 14. De naamloze vennootschap SHOPRENT, met vennoot- schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0432.862.795, 75 15. De naamloze vennootschap TANK & GO, met vennoot- schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0478.236.328, 80 16. De naamloze vennootschap TEXTILAC, met vennoot- schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 608, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0405.064.575, 85 17. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VABELDA, met vennootschapszetel te 1130 Brussel- Haren, Metrologielaan 10/15, ingeschreven in de Kruis- puntbank der Ondernemingen onder het nummer 0886.837.742,90 18. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VABELDI, met vennootschapszetel te 1130 Brussel- Haren, Metrologielaan 10/15, ingeschreven in de Kruis- puntbank der Ondernemingen onder het nummer95 0886.838.534, 19. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VABELDO, met vennootschapszetel te 1130 Brussel- Haren, Metrologielaan 10/15, ingeschreven in de Kruis-100
  • 11. VERZOEKSCHRIFT/4 puntbank der Ondernemingen onder het nummer 0886.839.524, 20. De naamloze vennootschap VER-STRA, met vennoot- schapszetel te 8800 Roeselare, Meensesteenweg 340,105 ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0441.601.705, Eiseressen tot cassatie, bijgestaan en vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, ondergetekende advocaat bij het110 Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel, Quatre-Brasstraat 6, bij wie keuze van woonplaats wordt gedaan, 115 120 TEGEN: De naamloze vennootschap KBC Bank, met vennoot- schapszetel te 1080 Brussel, Havenlaan 2, ingeschre- ven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0462.920.226, 125 Verweerster in cassatie, * * *130
  • 12. VERZOEKSCHRIFT/5 Aan de Heren Eerste Voorzitter en Voorzitter, de Dames en He- ren Raadsheren, leden van het Hof van Cassatie, 135 Hooggeachte Dames en Heren, Eiseressen tot cassatie hebben de eer het arrest, gewezen op 12 februari 2014 door de twaalfde kamer van het Hof van beroep te Gent (A.R. nr. 2010/AR/1595), aan het toezicht van Uw Hof te on-140 derwerpen. FEITEN EN PROCEDUREVOORGAANDEN Voor de feitenrechter werd een betwisting gevoerd aangaande145 het bestaan van een overeenkomst tussen partijen betreffende de invoering van het systeem van cash-pooling, zijnde een techniek die gebruikt wordt om het liquiditeitsbeheer van rekeningen te optimali- seren. 150 Het systeem houdt in dat de saldi van de opgenomen rekenin- gen in het systeem worden gecombineerd tot één saldo, aangehou- den in een centrale rekening, waarbij enkel op deze globale staat in- tresten worden aangerekend en resulteert in een gunstiger renteaf- rekening.155 Bij dagvaarding van 24 augustus 2009 vorderden eiseressen de veroordeling van verweerster om binnen 20 dagen vanaf de beteke- ning van het vonnis de ontvangen intresten met betrekking tot de in de dagvaarding opgesomde rekeningen te verhogen tot een niveau160 dat overeenstemt met 95 % van de EONIA en de dagelijkse staffels vanaf 15 mei 2004 voor te brengen, dit alles op straffe van een dwangsom van 5000 euro per dag vertraging, en verder de zaak naar de rol te verwijzen teneinde hen toe te laten de gedane aan- passingen en bezorgde staffels te laten verifiëren en verder te on-165 derzoeken.
  • 13. VERZOEKSCHRIFT/6 Bij vonnis van 25 maart 2010 verklaarde de Rechtbank van koophandel te Kortrijk de vordering ontvankelijk, veroordeelde ver- weerster om aan elk van de eisende partijen afzonderlijk een provi-170 sie van telkens 2.000 euro te betalen, vooraleer verder ten gronde recht te doen, beval een deskundigenonderzoek en hield de beslis- sing omtrent de gerechtskosten aan. Verweerster stelde tegen dit vonnis hoger beroep in bij akte175 neergelegd op 14 juni 2010. Bij arrest van 12 februari 2014 verklaarde het Hof van beroep te Gent de vordering van eiseressen om verweerster, conform artikelen 871 en 872 van het Gerechtelijk Wetboek, het bevel op te leggen de180 bijlage aan de brief van de raadsman van verweerster aan de des- kundige d.d. 14 april 2010 voor te leggen ontvankelijk doch onge- grond, verklaarde het hoger beroep ontvankelijk en gegrond, vernie- tigde het bestreden vonnis en, opnieuw recht doende, verklaarde de vordering van eiseressen tot betaling van een bedrag van 98.430,42185 euro, meer een bedrag van 0,25 USD, ontvankelijk doch ongegrond en veroordeelde hen tot de kosten van beide aanleggen, aan de zij- de van verweerster vereffend op 5.500 euro rechtsplegingsvergoe- ding eerste aanleg, 186,00 euro rolrechten en 5.500 euro rechtsple- gingsvergoeding hoger beroep.190 Tegen deze beslissing menen eiseressen volgend middel tot cassatie te kunnen aanvoeren. ENIG MIDDEL TOT CASSATIE195 Geschonden bepalingen en algemeen rechtsbeginsel - artikel 144 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994,200
  • 14. VERZOEKSCHRIFT/7 - artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, - artikelen 495, 496, 507, 871, 876, 877, 962, 972, § 1, 973, § 1,205 978, § 1, 1044 en 1045 van het Gerechtelijk Wetboek, - artikelen 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk Wetboek, - artikelen 1, 2 en 3 van het reglement van 6 juni 1970 van de Na- tionale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisse-210 ling tussen advocaten, - algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging van het recht van verdediging voorschrijft. Aangevochten beslissing215 Bij het bestreden arrest van 12 februari 2014 verklaart het Hof van beroep te Gent de vordering van eiseressen om verweerster, conform artikelen 871 en 872 van het Gerechtelijk Wetboek, het be- vel op te leggen de bijlage aan de brief van de raadsman van ver-220 weerster aan de deskundige d.d. 14 april 2010 voor te leggen ont- vankelijk doch ongegrond, waarna het hof van beroep het hoger be- roep ontvankelijk en gegrond verklaart, het bestreden vonnis vernie- tigt en, opnieuw recht doende, de vordering van eiseressen tot beta- ling van een bedrag van 98.430,42 euro, meer een bedrag van 0,25225 USD, ontvankelijk doch ongegrond verklaart, en hen veroordeelt tot de kosten van beide aanleggen. Deze beslissing is onder meer op volgende overwegingen gestoeld: 1.3.1.230 (Eiseressen) houden voor dat KBC heeft berust in het vonnis dd. 25.03.2010. Deze berusting blijkt volgens hen vooreerst uit de in- houd van een vertrouwelijke brief uitgaande van KBC. (Eiseressen) stellen dat op 14.04.2010 de raadsman van KBC aan de door de eerste rechter aangestelde deskundige schreef:235 “Geachte Heer Deskundige,
  • 15. VERZOEKSCHRIFT/8 Waarde Confrater, In bijlage vindt u mijn brief van heden aan meester DEPOVE- RE”. De bijlage gevoegd bij de brief aan de deskundige dd. 14.04.2010240 werd door de stafhouder als vertrouwelijk bestempeld. (Eiseressen) beklemtonen dat zij de beslissing van de stafhouder dienen te eer- biedigen en dat zij om die reden deze bijlage, waaruit volgens hen de berusting van KBC blijkt, niet kunnen en mogen voorleggen. 245 (Eiseressen) blijven evenwel van oordeel dat de brief van de raads- man van KBC dd. 14.04.2010 officieel is, omdat het buiten betwisting staat dat de brief van een advocaat gericht aan een deskundige offi- cieel is. De bijlage aan dergelijke brief is volgens hen dan uiteraard ook niet-vertrouwelijk.250 (Eiseressen) stellen dat het van belang is dat het hof kennis neemt van deze bijlage. Het is immers aan de hoven en de rechtbanken om te oordelen of bepaalde briefwisseling mag worden voorgelegd 255 Of deze brief met bijlage al dan niet goed is aangekomen bij de ge- rechtsdeskundige, zoals opgeworpen door KBC, is volgens (eiseres- sen) volkomen irrelevant. In die optiek vragen (eiseressen) het hof aan (verweerster) overeen-260 komstig art. 871 en 877 Ger.W. de voorlegging te bevelen van de bij- lage aan de brief van de raadsman van KBC aan de deskundige dd. 14.04.2010. (…)265 1.3.2. Het hof stelt vast dat KBC weigert de bij de brief aan de deskundige gevoegde brief voor te leggen. Bovendien stelt het hof vast dat par-
  • 16. VERZOEKSCHRIFT/9 tijen het er over eens zijn dat de stafhouder deze kwestieuze brief270 als vertrouwelijk heeft bestempeld. (Eiseressen) betwisten dus niet, ondanks het feit dat de brief aan de deskundige in bijlage werd verstuurd (en deze brief volgens hen daarom wel een officieel karakter heeft verkregen), de stafhouder heeft geoordeeld dat het vertrouwelijk karakter bleef behouden.275 (Eiseressen) betwisten evenmin dat de beslissing door de stafhou- der wettig is genomen. De door de Algemene Raad van de Nationale Orde van Advocaten280 aangenomen reglementen zijn verbindend voor alle advocaten (cfr. Cass. 12 december 1985, Arr. Cass. 1985-86, 533) en hebben kracht van wet. Bij betwisting tussen advocaten kan enkel de staf- houder op grond van de hem in art. 3 van het Reglement van de Na- tionale Orde van 6 juni 1970 gegeven bevoegdheid oordelen over de285 toepassing van het reglement. In casu besliste de stafhouder dat de kwestieuze brief vertrouwelijk is. Het hof is van oordeel dat zij gebonden is door deze stafhouder- beslissing. Door te stellen dat de rechter moet kunnen oordelen over290 de al dan niet vertrouwelijke aard van briefwisseling tussen advoca- ten, wordt elke beslissende stafhoudertussenkomst over de toepas- sing van art. 2 van dit reglement uitgehold als er van die briefwisse- ling in rechte gebruik wordt gemaakt. Aan de stafhouder is het toe- zicht op de (loyale) toepassing van het reglement inzake de briefwis-295 seling tussen advocaten toevertrouwd. De gewone rechter kan enkel toezien op de naleving van het reglement en, bij ontstentenis van stafhouderbeslissing, de aan hem overgelegde briefwisseling weren als bewijsmiddel.(cfr. L. LINDEMANS, ‘Rechterlijk toezicht op over- legging in rechte van briefwisseling tussen advocaten’, R.W. 2008-300 09, nr. 20, blz. 818-820; Ph. De Jaegere, ‘Vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten,’ Ad Rem, Tijdschrift van de Orde van Vlaamse Balies, nr. 5, 2011).
  • 17. VERZOEKSCHRIFT/10 Aangezien in casu wel een stafhouderbeslissing voorhanden is, is305 het hof van oordeel dat zij zich dient te gedragen naar dit oordeel dat wettig is uitgebracht, en dat niet kan worden ingegaan op de vorde- ring van (eiseressen) het bevel op te leggen aan KBC conform art. 871 en 877 Ger.W. tot voorlegging van de bijlage aan de brief van de raadsmaan van KBC aan de deskundige dd. 14.04.2010.310 (…) Het hoger beroep is ontvankelijk”. 315 Grief Eerste onderdeel 1. Naar luid van artikel 144, eerste lid van de Grondwet beho-320 ren geschillen over burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegd- heid van de rechtbanken. Naar luid van artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescher- ming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,325 ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, heeft eenieder bij het vaststellen van zijn burgerlij- ke rechten en verplichtingen het recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een on- afhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is330 ingesteld. Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van verdediging. 335
  • 18. VERZOEKSCHRIFT/11 2. Artikel 876 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de rechter het aanhangig geschil berecht volgens de bewijsregels die op het geschil van toepassing zijn. Iedere procespartij heeft zodoende het recht om het bewijs te340 leveren van de voor haar relevante feiten met alle rechtsmiddelen die de wet haar ter beschikking stelt. Artikel 871 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de rechter aan iedere gedingvoerende partij kan bevelen het bewijsmateriaal,345 dat zij bezit, over te leggen. Artikel 877 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt voorts dat wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens bestaan dat een partij of een derde een stuk onder zich350 heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit, de rechter kan bevelen dat het stuk of een eensluidend verklaard afschrift ervan bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd. 3. Naar luid van artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek heb-355 ben de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux franco- phones et germanophone, elk voor de balies die er deel van uitma- ken, de taak te waken over de eer, de rechten en de gemeenschap- pelijke beroepsbelangen van hun leden en zijn bevoegd voor de juri- dische bijstand, de stage, de beroepsopleiding van de advocaten-360 stagiairs en de vorming van alle advocaten behorende tot de balies die er deel van uitmaken. Ze nemen initiatieven en maatregelen die nuttig zijn voor de opleiding, de tuchtrechtelijke regels en de loyauteit in het beroep en voor de behartiging van de belangen van de advo- caat en van de rechtzoekende. Elk van beide kan betreffende die365 aangelegenheden voorstellen doen aan de bevoegde overheden. Blijkens artikel 496 van het Gerechtelijk Wetboek stellen met betrekking tot de bevoegdheden, bepaald in artikel 495, de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux francophones et germa-370
  • 19. VERZOEKSCHRIFT/12 nophone passende reglementen vast. Met het oog op de betrekkin- gen tussen de leden van de onderscheiden balies die er deel van uitmaken, bepalen zij de regels en gebruiken van het beroep van advocaat en brengen er eenheid in. Te dien einde, stellen zij pas- sende reglementen vast.375 Voorts bepaalt artikel 507 van het Gerechtelijk Wetboek dat de door de Belgische nationale Orde van Advocaten regelmatig aange- nomen reglementen bindend blijven voor alle advocaten tot de be- voegde instellingen, overeenkomstig artikel 496, nieuwe reglemen-380 ten vaststellen, onverminderd overleg en instemming van de Orde der Advocaten bij het Hof van Cassatie met betrekking tot het wijzi- gen van de reglementen die haar aanbelangen. Zo de reglementen, waarvan sprake in voornoemde artikelen,385 wetten zijn in de zin van artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek, kunnen deze bepalingen geen afbreuk doen aan de bepalingen van een hogere rechtsorde, inzonderheid de hoger aangehaalde bepa- lingen. 390 4. Naar luid van artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten, is de briefwisseling tussen advocaten vertrouwe- lijk. Zelfs indien de advocaten het eens zijn, mag zij enkel overge-395 legd worden met de toestemming van het hoofd van de Orde. Uit deze bepaling volgt dat vertrouwelijke briefwisseling tussen advocaten zonder instemming van de stafhouder niet kan worden overgelegd.400 De onderliggende idee is dat de briefwisseling enkel is bedoeld voor de raadsman van de andere partij die voor de behoeften van de afhandeling van de zaak deelachtig wordt gemaakt aan het be- roepsgeheim, dat de verzender van de brief verbindt met zijn cliënt.405
  • 20. VERZOEKSCHRIFT/13 Artikel 2 van hetzelfde reglement bevat een aantal uitzonderin- gen op het vertrouwelijk karakter van de briefwisseling. Zo bepaalt artikel 2.1° van voornoemd reglement dat elke me-410 dedeling die een akte van rechtspleging uitmaakt of vervangt, haar vertrouwelijk karakter verliest, zodat ze zonder toelating van de staf- houder mogen overgelegd worden. Uit deze bepaling volgt dat niet iedere briefwisseling van advo-415 caten vertrouwelijk is. Artikel 3 van dit reglement bepaalt dat, in voorkomend geval, de stafhouder voor de loyale toepassing van artikel 2 zorgt. 420 Overeenkomstig artikel 144 van de Grondwet komt het welis- waar aan de rechter, voor wie een betwisting aangaande een sub- jectief recht aanhangig is en voor wie een door de stafhouder als vertrouwelijk omschreven schrijven wordt ingeroepen, toe om a pos- teriori de wettigheid van die beslissing te onderzoeken en te onder-425 zoeken of de stafhouder wettig heeft kunnen oordelen dat de bewus- te brief viel binnen het toepassingsgebied van artikel 1 van het re- glement en/of dat de uitzonderingen, opgesomd in artikel 2, hierop niet van toepassing waren. 430 5. Te dezen verzochten eiseressen het hof van beroep om bij toepassing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wet- boek de overlegging te bevelen van de bijlage van het schrijven van de raadsman van verweerster van 14 april 2010 aan de gerechts- deskundige, waaruit haar berusting in het tussenvonnis van 25 maart435 2010 bleek. Zo eiseressen in hun beroepsbesluiten erkenden dat de staf- houder de bewuste brief als vertrouwelijk had bestempeld, waardoor
  • 21. VERZOEKSCHRIFT/14 hun raadsman deze brief niet aan de rechtbank kon voorleggen zon-440 der zich bloot te stellen aan tuchtrechtelijke sancties, betwistten zij weliswaar in hun beroepsbesluiten op pagina 4 dat de bijlage bij de brief van 14 april 2010 aan de deskundige vertrouwelijk was: zij lie- ten gelden dat het immers buiten betwisting staat dat de brief van een raadsman aan de deskundige officieel is, zodat de bijlage aan445 een dergelijke brief evenmin vertrouwelijk is. Eiseressen betwistten zodoende wel degelijk, anders dan het hof van beroep in het bestreden arrest stelt, dat de beslissing van de stafhouder wettig was genomen.450 Derhalve kwam het, anders dan het hof van beroep voorhoudt, aan de rechter toe om in het kader van onderhavig geding te onder- zoeken of de stafhouder wettig had kunnen beslissen dat de bewus- te brief, gelet op de hiervan aan de deskundige gedane mededeling,455 een vertrouwelijk karakter bezat. 6. Het hof van beroep, dat in het bestreden arrest stelt dat eise- ressen niet betwisten dat de beslissing van de stafhouder wettig was genomen, heeft derhalve aan hun beroepsbesluiten, waarin zij op460 pagina 4 uitdrukkelijk het vertrouwelijk karakter van de bewuste brief betwistten en aldus de beslissing van de stafhouder bekritiseerden, een uitlegging gegeven die met de bewoordingen ervan onverenig- baar is door hierin iets niet te lezen dat er uitdrukkelijk in staat ver- meld (schending van artikelen 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk465 Wetboek). Bovendien heeft het hof van beroep niet wettig kunnen beslis- sen dat het zich diende neer te leggen bij de stafhouderbeslissing, zonder enig verder onderzoek naar de wettigheid van de bewuste470 beslissing te moeten voeren, aldus zijn eigen rechtsmacht misken- nende (schending van artikel 144 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994 en, voor zoveel als nodig, van artikelen 495, 496, 507 van het Gerechtelijk Wetboek), en heeft het evenmin het verzoek van eiseressen tot overlegging van het bewuste document475
  • 22. VERZOEKSCHRIFT/15 wettig kunnen verwerpen zonder aldus hun recht op een eerlijk pro- ces te miskennen (schending van artikelen 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de funda- mentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, 871, 876 en 877 van het Ge-480 rechtelijk Wetboek) evenals hun recht van verdediging (schending van het algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging van het recht van verdediging voorschrijft). Tweede onderdeel485 1. Naar luid van artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot be- scherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijhe- den, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, heeft eenieder bij het vaststellen van zijn bur-490 gerlijke rechten en verplichtingen het recht op een eerlijke en open- bare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. 495 Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van verdediging. 2. Artikel 876 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de rechter het aanhangig geschil berecht volgens de bewijsregels die500 op het geschil van toepassing zijn. Iedere procespartij heeft zodoende het recht om het bewijs te leveren van de voor haar relevante feiten met alle rechtsmiddelen die de wet haar ter beschikking stelt.505 Artikel 871 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de rechter aan iedere gedingvoerende partij kan bevelen het bewijsmateriaal dat zij bezit over te leggen.
  • 23. VERZOEKSCHRIFT/16 510 Artikel 877 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt voorts dat wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens bestaan dat een partij of een derde een stuk onder zich heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit, de rechter kan bevelen dat het stuk of een eensluidend verklaard afschrift ervan515 bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd. 3. Zoals uiteengezet in het eerste onderdeel en hier als uitdruk- kelijk hernomen aangezien, bepaalt artikel 507 van het Gerechtelijk Wetboek dat de door de Belgische nationale Orde van Advocaten520 regelmatig aangenomen reglementen bindend blijven voor alle ad- vocaten tot de bevoegde instellingen, overeenkomstig artikel 496, nieuwe reglementen vaststellen, onverminderd overleg en instem- ming van de Orde der Advocaten bij het Hof van Cassatie met be- trekking tot het wijzigen van de reglementen die haar aanbelangen.525 Naar luid van artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten, is de briefwisseling tussen advocaten vertrouwe-530 lijk. Zelfs indien de advocaten het eens zijn, mag zij enkel overge- legd worden met de toestemming van het hoofd van de Orde. Uit deze bepaling volgt dat vertrouwelijke briefwisseling tussen advocaten zonder instemming van de stafhouder niet kan worden535 overgelegd. 4. Artikel 1 van voormeld reglement geldt evenwel niet ten aan- zien van de briefwisseling met derden, inzonderheid de gerechts- deskundige, die door de rechter bij toepassing van de artikelen 962540 en 972, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek werd aangesteld teneinde in het kader van de lopende gerechtelijke procedure vaststellingen te doen en/of een technisch advies te geven, en ter zake ter attentie van de rechter een advies op te stellen, dat overeenkomstig artikel
  • 24. VERZOEKSCHRIFT/17 978, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek een opgave zal bevatten van545 de stukken en nota’s die de partijen aan de deskundige hebben overhandigd en dat ter griffie zal worden neergelegd. Uit de aard van de opdracht, die aan een gerechtsdeskundige, hulpagent van het gerecht, wordt toevertrouwd, evenals uit het te-550 gensprekelijk verloop van het deskundigenonderzoek, waarop de rechter overeenkomstig artikel 973, § 1 van het Gerechtelijk Wet- boek toeziet, volgt dat alle briefwisseling, gericht aan deze persoon, een officieel, anders gezegd, een niet vertrouwelijk karakter heeft. 555 Dat geldt evenzeer voor de bijlagen bij die briefwisseling. Een en ander impliceert dat een partij zich niet op voornoemd artikel 1 zal kunnen beroepen om de bijlagen bij de briefwisseling, die zij tot de deskundige heeft gericht en die zij derhalve zelf ter560 kennis heeft gebracht van een derde, nog als vertrouwelijk te be- stempelen. 5. Te dezen betrof het document, waarvan eiseressen bij toe- passing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek565 de overlegging vroegen, de bijlage bij de brief van de raadsman van verweerster van 14 april 2010, gericht aan de gerechtsdeskundige, waarin verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te be- rusten in het tussenvonnis van 25 maart 2010. 570 Ingevolge de voeging van het bewuste document aan een offi- cieel schrijven volgt dat ook de bijlagen van dat document als offici- eel zijn te bestempelen. Waar het hof van beroep in het bestreden arrest oordeelt de575 overlegging van het bewuste stuk niet te moeten bevelen, zonder verder onderzoek naar de aard en inhoud van het bewuste docu- ment te voeren, en zodoende zonder meer aanvaardt dat de bijlage
  • 25. VERZOEKSCHRIFT/18 bij het schrijven van 14 april 2010 van verweerster aan de gerechts- deskundige een vertrouwelijk karakter vertoonde, verantwoordt het580 zijn beslissing niet naar recht (schending van artikelen 507, 962, 972, § 1, 973, § 1, en 978, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek en 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde van Advo- caten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, be- treffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten) en585 vermocht het derhalve niet wettig te beslissen niet te moeten ingaan op het verzoek om de overlegging van het bewuste stuk te bevelen (schending van artikelen 6.1 van het Europees Verdrag tot bescher- ming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet590 van 13 mei 1955, 871, 876 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek, evenals van het algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging van het recht van verdediging voorschrijft). Derde onderdeel595 1. Naar luid van artikel 1044 van het Gerechtelijk Wetboek kan een partij berusten in een beslissing. Berusten is afstand doen van de rechtsmiddelen die tegen alle of sommige punten van die beslis- sing kunnen worden aangewend.600 Naar luid van artikel 1045 van het Gerechtelijk Wetboek kan de berusting uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn. Zij kan blijken uit een een- voudige akte ondertekend door de partij of haar bijzonder gemach- tigde dan wel stilzwijgend zijn.605 2. Blijkens artikel 2 van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten verliest voornoemd reglement haar vertrouwelijk610 karakter, zodat ze zonder toelating van de stafhouder mag overge- legd worden: elke mededeling die een akte van rechtspleging uit- maakt of vervangt, zodat ze zonder toelating van de stafhouder mo- gen overgelegd worden.
  • 26. VERZOEKSCHRIFT/19 615 Voornoemd artikel wijkt aldus af van artikel 1 van voornoemd reglement dat de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen ad- vocaten huldigt. 3. Te dezen betrof het document, waarvan eiseressen bij toe-620 passing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek de overlegging vroegen, de bijlage bij de brief van de raadsman van verweerster van 14 april 2010, gericht aan de gerechtsdeskundige, waarin verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te be- rusten in het tussenvonnis van 25 maart 2010.625 Dergelijke mededeling was zodoende te bestempelen als een mededeling die een akte van rechtspleging uitmaakt of vervangt in de zin van artikel 2, 1° van voormeld reglement, waarvoor het ver- trouwelijk karakter niet gold.630 4. Waar het hof van beroep in het bestreden arrest oordeelt de overlegging van het bewuste stuk niet te moeten bevelen, gelet op de stafhouderbeslissing, terwijl blijkt dat hier sprake was van een document, waarbij gemeld werd dat verweerster berustte in het tus-635 senvonnis, verantwoordt het zijn beslissing niet naar recht (schen- ding van artikelen 507, 1044 en 1045 van het Gerechtelijk Wetboek, 1 en 2, 1° van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advoca-640 ten). Vierde onderdeel 1. Naar luid van artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot be-645 scherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijhe- den, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, heeft eenieder bij het vaststellen van zijn bur- gerlijke rechten en verplichtingen het recht op een eerlijke en open-
  • 27. VERZOEKSCHRIFT/20 bare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn door een650 onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. Het recht op een eerlijk proces omvat onder meer het recht van verdediging.655 Dat recht primeert op ieder ander recht, waaronder de vertrou- welijkheid van de briefwisseling, wanneer blijkt dat de bewuste brief het enige bewijs van het aangevoerde feit uitmaakt. 660 2. Te dezen voerden eiseressen aan dat verweerster had be- rust in het tussenvonnis van 25 maart 2010 in een schrijven, ge- voegd bij een schrijven van 14 april 2010, gericht aan de gerechts- deskundige. 665 3. Waar de berusting uit geen ander gegeven dan het bewuste schrijven bleek, vermocht het hof van beroep derhalve niet wettig te beslissen, zonder aldus het recht van eiseressen op een eerlijk pro- ces op onwettige wijze te beknotten, geen gevolg te moeten geven aan het verzoek van eiseressen om de overlegging van de bewuste670 brief te bevelen (schending van artikelen 6.1 van het Europees Ver- drag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamen- tele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goed- gekeurd bij wet van 13 mei 1955, 871, 876 en 877 van het Gerechte- lijk Wetboek, evenals van het algemeen rechtsbeginsel dat de eer-675 biediging van het recht van verdediging voorschrijft). TOELICHTING 1. Naar luid van artikel 144, eerste lid van de Grondwet beho-680 ren geschillen over burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegd- heid van de rechtbanken. Een en ander impliceert dat de rechter niet kan weigeren de overlegging van een door de stafhouder als ver-
  • 28. VERZOEKSCHRIFT/21 trouwelijk bestempeld stuk te bevelen zonder zelf voorafgaand de wettigheid van die beslissing te onderzoeken en na te gaan of hier685 inderdaad sprake is van een vertrouwelijk stuk. Niets verzet zich inderdaad tegen de a posteriori controle van de wettigheid van de beslissing van de stafhouder door de hoven en rechtbanken (vgl. Vz.Kh Brussel 14 augustus 2001, JLMB 2003,690 346; Kh. Brussel 28 december 2007, RW 2008-09, 204; zie ook Antwerpen 7 december 2004, RW 2006-07, 179; B. Samyn, Privaat- rechtelijk bewijs, Een diepgaand en praktisch onderzoek, Gent, Sto- ry-Scientia, 2012, 83,nr. 66). 695 Inzonderheid zal het aan de rechter, voor wie een document, dat door de stafhouder als vertrouwelijk werd bestempeld op grond van artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Nationale Or- de van Advocaten betreffende het overleggen van briefwisseling tus- sen advocaten, wordt ingeroepen als bewijsstuk, toekomen te on-700 derzoeken of het bewuste document wel kan worden gekwalificeerd als een document in de zin van voornoemd artikel. Het hof van beroep, dat oordeelt zich zonder meer te moeten aansluiten bij de beslissing van de stafhouder, zonder enige controle705 uit te oefenen over de wettigheid van die beslissing, heeft zodoende zijn eigen rechtsmacht miskend evenals het recht van eiseressen op een eerlijk proces en hun recht van verdediging doordat het hen al- dus het recht heeft ontzegd het bewijs van de door hen ingeroepen berusting door de overlegging van dat stuk te bewijzen.710 Bovendien miskent het hof van beroep de bewijskracht van de beroepsbesluiten van eiseressen, waar het stelt dat eiseressen niet betwisten dat de beslissing van de stafhouder wettig was genomen. Uit die besluiten blijkt integendeel dat zij dat vertrouwelijk karakter715 wel degelijk betwisten. Alleen voerden zij aan dat hun raadsman, ge- let op de beslissing van de stafhouder, die hij diende te eerbiedigen, zelf deze brief niet mocht voorleggen.
  • 29. VERZOEKSCHRIFT/22 2. Uit artikel 1 van het reglement van 6 juni 1970 van de Natio-720 nale Orde van Advocaten, gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980 en 22 april 1986, betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten, volgt dat de briefwisseling tussen advocaten vertrouwe- lijk is. 725 Deze bepaling viseert de vertrouwelijke briefwisseling tussen advocaten. Briefwisseling die wordt gericht aan een gerechtsdeskundige, die door de rechter werd aangesteld, valt bijgevolg niet onder deze730 bepaling. De correspondentie met een gerechtsdeskundige heeft per de- finitie een officieel karakter. Dat geldt evenzeer voor de bijlagen bij die briefwisseling.735 Te dezen betrof het document, waarvan eiseressen bij toepas- sing van de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek de overlegging vroegen, de bijlage bij de brief van de raadsman van verweerster van 14 april 2010, gericht aan de gerechtsdeskundige,740 waarin verweerster bij monde van haar raadsman verklaarde te be- rusten in het tussenvonnis van 25 maart 2010. Ingevolge de voeging van het bewuste document aan een officieel schrijven was die bijla- ge bijgevolg evenzeer als een officieel document te bestempelen. 745 3. Het document, waarin een partij verklaart te berusten, is bo- vendien duidelijk te bestempelen als een mededeling die een akte van rechtspleging uitmaakt of vervangt, zoals bedoeld in artikel 1, 2° van het reglement van 6 juni 1970. 750 Zij impliceert immers dat ieder rechtsmiddel tegen de beslis- sing, waarin werd berust, niet ontvankelijk zal zijn.
  • 30. VERZOEKSCHRIFT/23 Het hof van beroep kon dan ook niet wettig beslissen de over- legging van het bewuste stuk niet te moeten bevelen, gelet op de755 stafhoudersbeslissing, die het document als vertrouwelijk had be- stempeld. 4. Waar de berusting uit geen ander gegeven dan het bewuste schrijven bleek, kon het hof van beroep ten slotte niet wettig beslis-760 sen, zonder aldus het recht van eiseressen op een eerlijk proces op onwettige wijze te beknotten, geen gevolg te moeten geven aan het verzoek van eiseressen om de overlegging van de bewuste brief te bevelen. 765 BIJ DEZE BESCHOUWINGEN Besluit voor eiseressen ondergetekende advocaat bij het Hof van Cassatie dat het U behage, Hooggeachte Dames en Heren, het bestreden arrest te vernietigen, de zaak en partijen naar een ander770 hof van beroep te verwijzen; kosten als naar recht. Brussel, 1 oktober 2014.