Beeldwoordenboek - Tweede leerjaar - Zuchtje lucht

1. Zuchtje lucht
De luchtballon
De mand
De ballon
De brander
Ballonvaren
Het vuur

2. Sport en spel
Delta-vliegen Parachute-springen
Vliegeren
Zeilen
Surfen Varen

3. Vliegtuigjes vouwen
Badminton spelen
Werpen
Mikken
Zweven

4. Op vakantie
Bestemming
Omgeving
Landschap

5. Platteland
Zee
Stad

6. Heuvels
Op kamp gaan
Bergen
De tent
Kamperen
De chalet

7. Vliegen
Rijden
Stappen
De bagage
De reiskoffer of
de valies
De rugzak
Varen
Inpakken en wegwezen
De reistas
De voetpomp
De slaapzak
De luchtmatras

8. De laadruimte of koffer
De afstand
De autobus
Dichtbij
Ver

9. Hoog
Laag
Omlaag = dalen
Omhoog = stijgen
Lang
Kort
Onder
Op
Vol
Leeg
Beneden
Boven
Recht Schuin
Rechts
Links

10. Meten
Ik meet hoe zwaar iets is.
Ik meet het gewicht.
Ik gebruik een weegschaal.
De weegschaal
Zwaar
Licht
Evenwicht
Wegen

11. Ik meet hoe lang iets duurt.
Ik meet hoe laat het is.
Ik meet de tijd.
Ik gebruik een klok.
De timer
De uren
De minuten
De seconden
Kort
De chronometer
Het uurwerk
Lang

12. De seizoenen
Jaarlijks = elk jaar
‘s Morgens
De nacht
‘s Middags
‘s Avonds
Dagelijks = elke dag De ochtend

13. Celsius
Koud Warm
Ik meet hoe warm of hoe koud het is.
Ik meet de temperatuur.
Ik gebruik een thermometer.
0°C = het vriest 100°C = het water kookt
Graden Celsius

14. De zon
Hemel-lichaam
De maan
De sterren
De grote beer

15. Windkracht
of bries
Zachte wind
Krachtige wind
Storm
Windstil

16. De rukwind
Waaien
De windstoot
Uitwaaien
De wolken drijven

17. De windhaan
De vlag
De windmolen
De wind-richting
Het kompas

18. Lucht
Gezonde lucht
Verluchten
Vervuilde lucht
Zuurstof
Lucht neemt
plaats in.
De ballon bevat lucht.

19. Dons
IJzer
Hout
Materiaal
Plastic
Glas Nylon Rubber
Wol Zijde
Katoen