Beeldwoordenboek - Mikado tweede leerjaar - Thema Gestrikt

1. Gestrikt
Mode
voor jongens en meisjes

2. De korte broek
De T-shirt
Het kleedje
De rok
De lange broek
Kledingstukken
Bovenkleding
De jas
Het vest
Het kostuum
De trui
De blouse

3. De muts
De pet
De schoenen
Schoeisel
Hoofddeksels
De slippers
De laarzen
De sportschoenen
De sandalen
De sjaal
De hoed
De pet

4. Het ondergoed
De slip
Het topje
Het onderhemd
of de kousen
De sokken
De badjas
sober
kleurrijk

5. Sluitingen
Het klittenband
De veter
De knoop met het knoopsgat
De drukknoop
De ritssluitingDe haakjes

6. Mode
Van hier
Van elders
Folklore

7. Voor een feest
Voor arbeid = om te werken
Voor sport
Voor vrije tijd
Voor elk seizoen
Voor ‘s nachts
Voor overdag
Voor in de regen
Voor in de sneeuw
Voor in de zon

8. De wasmachine
Handwas
Het wasmiddel:
vloeibare zeep
of poeder
De vuile was
in de wasmand
Daarna drogen
Dan strijken
Eerst wassen
De droogkast
Kledij verzorgen

9. Kledij
ontwerpen
De collectie
Het meetlint
Het atelier
De modeontwerper
Niet draagbaar
Haute couture

11. Mooi? Lelijk?
Klassiek?Trendy? Ouderwets?
Keitof?
Cool?
Modieus?

12. Stoffen
Plantaardig = gemaakt van planten
Katoen
Linnen
Latex Rubber
Papier

13. Dierlijk = gemaakt van dieren
Zijde van de zijderups
Wol van het schaap
Leder van de koe

14. Schoenen uit plastic
Fluo-vestjes uit polyester
Jas met gore tex
Kunststoffen
Kousen uit nylon

15. Meten
Ik gebruik een lintmeter
Ik meet hoe lang iets is
Ik meet de omtrek
De meter
De centimeter
De maten
Ik meet de lengte

16. Ik speel binnen Ik speel buiten
Boven
Onder
Dubbel
Korte glijbaan
Enkel
Lange glijbaan