AS Level Human Geography - Urbanization and SettlementArm Punyathorn
In this chapter, we will discuss how our cities/ villages are shaped. We will look at how residential factors can affect incomes and poverty, migration and population.
Julien Langumier : La prévention des risques en franceOECD Governance
OCDE : Atelier sur la prévention des risques, 17 mai 2017, Fès. info : www.oecd.org/gov/risk/Projet-appui-OCDE-gestion-risques-Maroc-atelier-mai-2017.htm
Presentatie van de 2e Roadshow van NRP Denktank Wet- en Regelgeving, met als thema parkeren.
Van parkeerbehoefte naar mobiliteitsbehoefte.
En de juridische consequenties en mogelijkheden.
AS Level Human Geography - Urbanization and SettlementArm Punyathorn
In this chapter, we will discuss how our cities/ villages are shaped. We will look at how residential factors can affect incomes and poverty, migration and population.
Julien Langumier : La prévention des risques en franceOECD Governance
OCDE : Atelier sur la prévention des risques, 17 mai 2017, Fès. info : www.oecd.org/gov/risk/Projet-appui-OCDE-gestion-risques-Maroc-atelier-mai-2017.htm
Presentatie van de 2e Roadshow van NRP Denktank Wet- en Regelgeving, met als thema parkeren.
Van parkeerbehoefte naar mobiliteitsbehoefte.
En de juridische consequenties en mogelijkheden.
8 JUNI 2015_VRP-wooncongres_Brecht Vandekerckhove_INTERGEMEENTELIJK WOONBELEIDEls Brouwers
Het VRP-Wooncongres is een wake-up call, want ondanks de stedelijke revival gaat in Vlaanderen per dag nog altijd zes hectare open ruimte op de schop voor lintbebouwing en verkavelingen, terwijl bestaande huizen en villa’s nauwelijks verkocht raken en files almaar dieper in de ‘groene’ rand kerven. Weinigen lijken te beseffen dat ons ruimtelijk woonmodel van versnipperd bouwen, suburbaan wonen en verkavelen onhoudbaar is en een zware hypotheek legt op welvaart en levenskwaliteit. Daar bovenop zien we dat er nauwelijks ruimte is voor kansarme groepen. De woningmarkt dreigt op een structurele crisis af te stevenen. Het VRP-wooncongres (8 juni 2015, Gent) ging met plenaire sessies en themaworkshops dieper op verschillende woonvraagstukken waar Vlaanderen de komende decennia mee geconfronteerd zal worden.
20 jaar RSV. Regio kortrijk en openbaar vervoer. Steven HoornaertEls Brouwers
In 2017 is het twintig jaar geleden dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het congres '20 jaar RSV' blikt terug op die twintig jaar en kijkt meteen ook vooruit. Hoe kwam het plan tot stand? Wat is uiteindelijk het resultaat en de betekenis ervan geweest? Heeft het de verwachtingen kunnen inlossen? En wat leren we eruit voor de beleids- en omgevingsplanning?
Het groeiende Mechelen moet haar ecologische voetafdruk verkleinen: met zijn allen minder grondstoffen en energie gaan gebruiken. We kunnen de eerste klimaatneutrale stad worden maar daarvoor moeten we ambitie tonen. We mikken op het aantrekken van groene kennis en bedrijvigheid.
Als stedelijk overheid willen we de beste leerling van de klas zijn. Wat we zelf doen, doen we groen en klimaatvriendelijk. Maar op het stadhuis alleen realiseren we de ommekeer niet. De Mechelaar wordt slim, positief en creatief aangezet tot groene initiatieven en keuzes.
Operatie Circulatie. Wandeling Leuven. Kathleen Van de WerfEls Brouwers
13 juni 2019. Circulair denken en handelen kan ons een stevige stap op weg helpen naar een duurzame samenleving. Circulariteit heeft echter vele gradaties en is van toepassing op zowat alles. Dat maakt het ook een containerbegrip. Tijd dus om de zaken scherp te stellen! Het VRP-voorjaarscongres laat zien wat circulariteit kan betekenen voor onze ruimte en infrastructuur. Circulair denken kan de discipline van de ruimtelijke planning verrijken met verfrissende en onverwachte inzichten. Hoe kunnen we lokale stromen slim gebruiken? Wat zijn goede voorbeelden van flexibele circulaire ontwerpen die toelaten dat gebouwen makkelijk van functie kunnen veranderen/gerecycleerd kunnen worden? Hoe pas je circulaire principes toe op wijk- of gebiedsniveau? Aan de hand van verhelderende lezingen en circulaire projecten hopen we u te inspireren in uw planningspraktijk, bij uw ontwerpen of in uw beleid. Speciaal voor de gelegenheid presenteren de VRP en de Bond Beter Leefmilieu het Inspiratieboek ‘Circulaire Ruimte’.
Op 1 oktober gaf Hans Tindemans (Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning, VRP) een presentatie op de studiedag 'Van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid'. Hans had het over 'Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid'
Coenen en Asselbergs hebben hun ambitiedocument voor de ontwikkeling van de Deventer binnenstad gereed. Het bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel is een aanbiedingsbrief met aanbevelingen en een agenda.
Het tweede deel is een film waarin de analyse van de heren wordt weergegeven en een toekomstbeeld wordt geschetst.
Het derde deel is een schetsboek waarin een methodiek is beschreven, waarmee kan worden bepaald op welke plaatsen welk programma een plek kan krijgen.
8 JUNI 2015_VRP-wooncongres_Peter Vermeulen_PLENAIREls Brouwers
Het VRP-Wooncongres is een wake-up call, want ondanks de stedelijke revival gaat in Vlaanderen per dag nog altijd zes hectare open ruimte op de schop voor lintbebouwing en verkavelingen, terwijl bestaande huizen en villa’s nauwelijks verkocht raken en files almaar dieper in de ‘groene’ rand kerven. Weinigen lijken te beseffen dat ons ruimtelijk woonmodel van versnipperd bouwen, suburbaan wonen en verkavelen onhoudbaar is en een zware hypotheek legt op welvaart en levenskwaliteit. Daar bovenop zien we dat er nauwelijks ruimte is voor kansarme groepen. De woningmarkt dreigt op een structurele crisis af te stevenen. Het VRP-wooncongres (8 juni 2015, Gent) ging met plenaire sessies en themaworkshops dieper op verschillende woonvraagstukken waar Vlaanderen de komende decennia mee geconfronteerd zal worden.
Inleiding van de VRP-avond van 25 juni 2012, georganiseerd door de werkgroep 'VRP internationaal'. Deze avond gaat over de positie van de regionale planningswereld in een steeds belangrijker wordende internationale context.
20 jaar RSV. Een terugblik op 20 jaar werken met het RSV. Philippe Van Wesenb...Els Brouwers
In 2017 is het twintig jaar geleden dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het congres '20 jaar RSV' blikt terug op die twintig jaar en kijkt meteen ook vooruit. Hoe kwam het plan tot stand? Wat is uiteindelijk het resultaat en de betekenis ervan geweest? Heeft het de verwachtingen kunnen inlossen? En wat leren we eruit voor de beleids- en omgevingsplanning?
20 jaar RSV. Beleidsplan ruimte Geel. Bart JulliamsEls Brouwers
In 2017 is het twintig jaar geleden dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het congres '20 jaar RSV' blikt terug op die twintig jaar en kijkt meteen ook vooruit. Hoe kwam het plan tot stand? Wat is uiteindelijk het resultaat en de betekenis ervan geweest? Heeft het de verwachtingen kunnen inlossen? En wat leren we eruit voor de beleids- en omgevingsplanning?
7. Ruimtelijke ordening tot 2008
• Beheersing van de ruimte in Nederland volgens de wet ruimtelijke ordening tot
2008
• Nota’s ruimtelijke ordening: de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening
en milieubeheer maakt hierin de beleidsvoornemens bekend
• Structuur- of streekplan: provinciale staten maken op grond van de
beleidsvoornemens in de nota, een structuurplan. In de praktijk richtte de
provincie zich vooral op de landelijke omgeving
• Bestemmingsplannen: burgemeester en wethouders stellen het bestemmingsplan
vast (grondgebruik en bebouwing)
• Besluiten van de lagere niveaus moeten passen binnen de visies en vaststellingen
van de hogere niveaus
• PKB
Wet ruimtelijke ordening
8. Ruimtelijke ordening nu
• Structuurvisie Rijk: Het Rijk beschrijft in de structuurvisie waar er gebouwd kan
worden, waar het groen moet blijven en wie beslissingsbevoegdheid heeft.
• Structuurvisie Provincie: Provincies geven in hun structuurvisie (voorheen in het
streekplan) een strategisch beleid voor de gemeenten aan. Een gemeente kan daar
alleen van afwijken indien er een goede motivering voor is. Een provincie of de
landelijke overheid (het Rijk) kan sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Wet
ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 ook een bestemmingsplan maken, dat het
gemeentelijke bestemmingsplan kan overrulen; het inpassingsplan.
• Gemeentelijk bestemmingsplan: de gemeentelijke overheid stelt (na inspraak) een
bestemmingsplan vast. Hierin wordt grondgebruik en bebouwing en plannen van
de gemeente op kaart nauwkeurig vastgelegd. Het plan is juridisch bindend.
Het is de bedoeling dat de structuurvisies op elkaar worden afgestemd en als
uitgangspunt gelden voor bestemmingsplannen, inpassingsplannen en
projectbesluiten.
Vanaf 2018 wordt de wet ruimtelijke ordening vervangen door de omgevingswet.
9. 2e en 3e nota Ruimtelijke ordening
• Versnippering door suburbanisatie tegengaan
• Groene hart Randstad open houden
• Gebundelde deconcentratie
• Groeikernen en groeisteden
10. Het groene hart
• Aandachtspunt in de 2e
en 3e nota ruimtelijke
ordening is open
houden van het groene
hart.
• Nu status Nationaal
Landschap.
• Contrast stedelijk en
landelijk gebied……maar
wel ingegeven vanuit economisch
perspectief
11. Vanaf de 4e nota Ruimtelijke ordening
• Herwaardering van de stad
• compacte stad beleid
• Vinex (vierde nota extra)
– wijken aan de rand van
de stad
– inbreidingswijken
• Afbouw groeikernenbeleid
12. Vanaf 2006 Nota Ruimte
Driedeling
Randstad:
1. Noordvleugel
2. Knooppunt
Utrecht
3. Zuidvleugel
13. Indeling Nederland naar economische
relevantie
• Randstad als kernregio
– Noordvleugel : mainport Schiphol, greenport Aalsmeer, Amsterdam
“finance-centrum”, hoofdkantoren MNO’s, culturele hoofdstad, enz.
– Utrecht (wordt tot noordvleugel gerekend, maar aparte status):
verkeersknooppunt, diensten stad, bio-medisch centrum, creatieve
sector
– Zuidvleugel: Rotterdam mainport, Centrum internationaal
goederenvervoer, Den Haag politiekcentrum en NGO’s,
Greenpoints/ports oa. Bleizo en westland
• Halfwegzone
– De Brabantse stederij, Stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen met
Wageningen, enz.
• Periferie
15. Netwerksteden en
stedelijke netwerken
• Stadsgewesten zijn netwerksteden: de
kernen zijn verbonden door een netwerk
van functionele relaties (bijvoorbeeld
woon-werkverkeer)
• In stedelijke netwerken werken
(netwerk)steden samen op bestuurlijk
niveau.
• Samenwerking is de logische wens
Rijksoverheid: streven naar meer
bestuurlijke netwerken
• Wettelijke status op basis van: WGR (wet
gemeenschappelijke regelingen)
• Gaat over samenwerking tussen
gemeenten onderling en provincies
• Samenwerking gericht op: de ruimtelijke
inrichting, organisatie openbaar vervoer,
woningbouw, infrastructuur
16. Hoofdpunten
• Oplossen congestie vraagstuk
• Lijn in de concurrentie om grondgebruik
• Bevorderen concurrentiekracht van steden
• Functioneren van de mainports
• Veiligstellen van de efficiëntie van het
distributienetwerk (Nederland als
doorvoerland)
• Optimaal woonmilieu
17.
18. Bijzondere aandacht voor het
congestievraagstuk
• Nationaal: toenemende vervoerstromen,
Nederland distributieland, doorstroming
tussen mainports en achterland
• Regionaal: schaalvergroting forensenverkeer,
nieuwe pendelzones, bundeling infrastructuur,
oplossing verkeersproblemen rondom
stadsgewesten
• Lokaal: bereikbaarheid van de stad
21. §Maatregelen
Vier soorten maatregelen om files te
verminderen en de bereikbaarheid te
verbeteren.
1. Uitbreiding van de infrastructuur:
nieuwe of verbrede snelwegen; effect vaak
tijdelijk?
2. Efficiënter gebruik snelwegen: spitsstroken,
informatieborden.
Compacte stad-beleid:
bouwen in en tegen de steden (Vinex) in
combinatie met aanleg openbaar vervoer
Verbetering openbaar vervoer:
sneltrams rond steden busbanen…
Mogelijke andere maatregelen?
• Electrische fietsen voor woon werkverkeer
• Thuiswerken
24. Verklaar de term polycentrisch netwerk?
Een stedelijk netwerk met meerdere centra.
25. Wat zijn de twee stuwende krachten achter het ontstaan
van megapolytane gebieden?
A De sterk toegenomen (auto)mobilteit
B De uitbouw van het (spoor-)wegennet.
26. Waarom kun je dit een functionele regio noemen?
De verschillende onderdelen van het gebied hebben andere
functies op gebied van wonen, werken, winkelen en recreëren.
Ze vullen elkaar aan en staan met elkaar in verbinding.
27. Let op de verschuiving
van de werkgelegenheid!
Noem drie redenen voor de
verschuiving.
Buiten centrale stad is:
a. Bereikbaarheid groter
b. Grondprijs lager, meer ruimte
c. Met moderne communicatiemiddelen ben je overal
bereikbaar > back office schuift uit
29. Welk stedelijk onderdeel is dit?
Kies uit:
A Suburbs
B Gated community
C Edge city
D Modern industriegebied
Ruimtelijke geleding verandert
30. Edge city
Verdedig de keuze.
Ruimtelijke geleding verandert
Tussen twee centrale steden in
ontwikkelt zich een nieuwe stad met
ook een belangrijke werkfunctie
31. Urban Sprawl
• Horizontale uitbreiding van
steden.
• Verbeterde
transportmogelijkheden van
personen spelen een grote
rol
• Nadruk op laagbouw
• Enorme uitbreiding van het
stadsoppervlak ten koste van
open ruimte
• Steeds grotere gebieden
vallen binnen het “urban
field”
35. Verzorgingsgebieden
• Ieder dorp en iedere stad heeft voorzieningen. Er
zijn dagelijkse voorzieningen (bakker,
levensmiddelen winkel, benzinepomp, basisschool)
en gespecialiseerde voorzieningen (pianowinkel,
ijsbaan).
• Een stad heeft voorzieningen die een dorp niet
heeft; stedelijke voorzieningen (bv. een ziekenhuis,
een universiteit of hogeschool, bepaalde winkels)
• Iedere voorziening heeft een reikwijdte. Dat is de
maximale afstand die mensen willen afleggen om
van die voorziening gebruik te maken.
• Reikwijdte speelt een belangrijke rol voor de
begrenzing van een verzorgingsgebied.
• Rond elke stad ligt een gebied waarbinnen mensen
voor bepaalde stedelijke voorzieningen zijn
aangewezen op de centrale stad. Dat noem je het
verzorgingsgebied van de stad
• De grootte van het verzorgingsgebied wordt
bepaald door de reikwijdte van de voorzieningen
• Hoe meer stedelijke voorzieningen, en hoe meer
gespecialiseerde voorzieningen die je in kleinere
steden niet kan krijgen…hoe hoger het
verzorgingsniveau van de stad, en hoe groter het
verzorgingsgebied.
• Je kan dus spreken van een hiërarchie van
verzorgingsniveaus en gebieden.
36. Reikwijdte, drempelwaarde, draagvlak
• De grootte van een
verzorgingsgebied van een kern
wordt bepaald door de reikwijdte van
haar voorzieningen
• Het draagvlak (het aantal mogelijke
klanten dat binnen de reikwijdte van
een voorziening woont) binnen die
reikwijdte, moet voldoende zijn om
de drempelwaarde van de
voorzieningen te halen.
• Voor een gespecialiseerde
voorziening of een stedelijke
voorzieningen willen mensen meer
kilometers afleggen dan voor een
dagelijkse voorziening. De reikwijdte
van die voorzieningen is dus groter.
De verzorgingsgebieden zijn groter.
37. Een model van ruimtelijke indeling op basis van
voorzieningen niveau: Christaller1933
Een dekkend systeem Opgelegd vanaf de tekentafel
38. Doel van Christaller
• Tegengaan van regionale achterstand door
ongelijke verdeling van voorzieningen
• Een dekkend systeem op grond van reikwijdte
en draagvlak
40. Hiërarchie van verzorgingsgebieden
in theorie in de praktijk
In de werkelijkheid is de vorm van
verzorgingsgebieden van verschillende
orde veel grilliger.
• Dat komt omdat er concurrentie is
• de ruimte is niet homogeen.
• Voor gebruik van bepaalde
voorzieningen spelen andere dingen
mee voor mensen dan alleen rationele
beslissingen.
41. Verband tussen congestie in en rond de stad en grootte
van het verzorgingsgebied van voorzieningen?
• Bereikbaarheid?
• Tekort / te dure parkeervoorzieningen
• Slechte doorstroming
• Kans bestaat dat minder mensen gebruik maken
van de voorziening (draagvlak wordt kleiner,
drempelwaarde niet gehaald)
• Door congestie neemt de reikwijdte
voorzieningen af
• Het verzorgingsgebied wordt als het ware kleiner
43. 3 Fasen in het verstedelijkingsproces
• Vanaf 1890: urbanisatie…..de stad groeit.
• Jaren zestig: suburbanisatie…mensen en later
bedrijven trekken weg uit de stad. Omliggende
gemeenten groeien. Stadsgewesten ontstaan.
• Vanaf tweede helft jaren tachtig: re-
urbanisatie……mensen keren terug naar de
stad. Inbreiding en uitbreiding van de stad.
44. Fabrieken/industrie
Historische
binnenstad
Spoorlijn
Kanaal
Oude
arbeiderswijken
Vanaf 1902 tot WO II
Tuinwijken/woningwet
woningen
Bedrijven/industrie
Na WO II wederopbouw en
groei. Wijken met
doorzonwoningen
• lage portiekflats
• eengezinswoningen
Wijken met galerijflats en
eengezinswoningen vanaf begin
zestiger jaren
woonerfwijken
vanaf 70ger jaren
Vinexvanaf
eind 90ger jaren
Modern wonen in verbouwde bedrijfspanden
en Urban Villa’s vanaf ‘85
Vinex
Urbanisatie 1870-1962
filmpje
Landelijk gebied
46. Urbanisatie: vanaf 1870
• Industriële revolutie
• werkgelegenheid in fabrieken bij de stad
• Ruraal-urbane migratie
• Explosieve groei van de stad
• Arbeiders wijken
• Revolutiebouw; 19e eeuwse buurten
48. Na 1902: vooroorlogse buurten….tuinwijken,
woningwetwoningen
• Aandacht voor leefomstandigheden van
arbeiders. Maatschappelijke
betrokkenheid van de rijken en de
overheid
• Huizen met zonlicht, aparte ruimtes voor
slapen, koken en toilet. Beschreven in de
wet
• Ontstaan tuinwijken voor arbeiders,
geplande wijken, bredere wegen met
groen.
• Tuindorpen voor de middenklasse, wijken
met rijtjeswoningen en tuintjes
51. Na WO II: wederopbouw….na-oorlogse
buurten
• Deel van de huizenvoorraad verwoest
• Geboortegolf (babyboom)
• Werkgelegenheid bij de steden
• Nieuwe opvattingen over gestapeld wonen
zoals in Amerika
• Steden breiden uit
56. Woonerven, bloemkoolwijken, jaren 80-90
• Pogingen om stad
aantrekkelijk te maken
• Woonerven om
monotone nieuwbouw
te verlevendigen
• meer nadruk op
laagbouw en groen
57. Maatschappelijke ontwikkelingen na
1960
• Breuk met traditionele gezin
• Emancipatie http://www.openimages.eu/media/59968/Modelwoningen_voor_alleenstaanden.nl
• De bevolking groeit nog wel maar de groei neemt
af; pil
• Babyboomers op woningmarkt
• Toename aantal huishoudens, afname
huishoudengrootte
• Voor (bijna) iedereen een auto; toename
mobiliteit
58. SUBURBANISATIE
• Stad raakt vol; veel verkeer, weinig groen,
monotone bebouwing in nieuwe wijken
• Mensen gaan buiten de stad op zoek naar
prettigere woonomstandigheden.
• Werken in de stad, wonen buiten de stad wordt
mode. Met de auto naar het werk
• Groei randgemeenten (dorpen) op platteland
• De steden verliezen inwoners.
• Agglomeraties en stadsgewesten
60. Ontwikkelingen in de binnenstad, in de
zeventiger jaren.
• Economische Crisis
• Fabrieken en bedrijventerreinen staan leeg
• 19e eeuwse wijken in de binnensteden verkrotten
• Stedelijke vernieuwing (door de gemeente samen
met projectontwikkelaars) :
– Sanering: gebouwen in oude arbeiderswijken gesloopt
en vervangen door nieuwbouw (vaak door duurdere
koopwoningen)
– Renovatie: opknappen van slechtste wijken vanaf helft
jaren 70. (vaak in de huursector)
– Aanpak openbare ruimte; meer groen
64. vanaf tweede helft jaren 80:
geplande suburbanisatie en re-
urbanisatie
• Begin Jaren tachtig: 4e nota ruimtelijke ordening.
– Suburbanisatie naar aangewezen gebieden(groeikernen)
• Stedelijke vernieuwing door gemeenten
– Invulling oude fabrieksterreinen met dure woningen
• Vanaf 1985: 4e nota extra
– compacte stadsbeleid: wonen en werken naast elkaar
plannen in de stad.
– Vinex (4e nota extra) wijken; grootschalige nieuwe ruim
opgezette wijken
66. Jaren 90 terug naar de stad
Vinex
• Concentratie van wonen en
werken; voldoen aan doelstelling
compacte stadbeleid
• Opvang stedelijke groei, maar de
stedelijke uitbreiding vooral laten
plaatsvinden bij bestaande grote
steden
• Aantrekkelijke woonomgeving
in/aan stad, zodat mensen niet
suburbaniseren
• terugdringen mobiliteit: opzet
van wijken koppelen aan goed
openbaar vervoer
67. Kritiek
Kritiek van planners en
beleidsontwikkelaars
• Overdag loopt de wijk leeg.
Iedereen gaat elders werken
vanwege de perfecte locatie
langs de ring(snel)wegen;
slaapsteden
• De mobiliteit is juist
toegenomen
• Ontsluiting door OV is niet
goed van de grond
gekomen.
Kritiek van bewoners
• Wijken te strak gepland.
Geen ruimte voor eigen
creativiteit bewoners
• In het begin bleven
voorzieningen achter. Is nu
op peil
• Vergaarbak voor allerlei
sociale lagen. Weinig sociale
samenhang.
• Grootschaligheid doet
mensen verloren voelen.
68. Vanaf 2010 Edge cities
• Wonen rond
vervoersknooppunten
• Amsterdam zuid as
• Urban villa’s
• Goed betaalde
werkende mensen
71. gentrificatie: herwaardering van de stad
• Vanaf begin jaren 80 worden de leegstaande panden in binnenstad deels
gekocht en opgeknapt door jongen startende hoogopgeleiden,
kunstenaars, designers, artiesten, IT ers; willen dicht bij de centra op
authentieke locaties waar het leeft.
• Geen geld/vast inkomen; huizenptijs van de verkrotte panden is laag
(arme verpauperde wijken die dicht bij het centrum liggen) de
nieuwkomers brengen hun eigen leefwereld mee.
• Nieuwe energie=aantrekkingskracht, nieuwe ideeën, innovatie, nieuwe
voorzieningen. Hierdoor stijgen de grond en –huizzenprijzen weer.
• Projectontwikkelaars volgen en kopen ook huizen op. Wijk wordt
gepimpt…..koophuizen voor rijkeren
• Door stijgende grondprijs stijgen ook de huizenprijzen (ook de huren) van
de oorspronkelijke bewoners
• Hogere belastingen…soms te duur waardoor oorspronkelijke bewoners
vertrekken
• Wijk krijgt nieuw elan, trekt steeds rijkere hoger opgeleide mensen.
74. Lloyd kwartier
Rotterdam
• Onderdeel van een
ontwikkelingsvisie van een
stad
• Gemeente werkt samen
met projectontwikkelaars;
publiek/private
samenwerking
• Digitale infrastructuur
• Flexibele werkplekken in
oude industriële
architectuur
• Trendy
appartementen/urban
villa’s
• Luxe locatie
Link
78. Een buurtprofiel geeft een overzicht van alle
objectieve en subjectieve kenmerken van een
wijk die de samen leefbaarheid bepalen
79. Objectieve wijkkenmerken
• Bewonerskenmerken:
– Aantal
– Grootte huishoudens
– Samenstelling
– Leeftijd
– Herkomst
– Werk/opl. niveau/inkomen
• woningkenmerken
– Bouwperiode
– Laagbouw/hoogbouw
– Soorten woningen
– Huur/koop
– Woningdichtheid
– Huizenprijs
Hoe staat de wijk ervoor? Je kunt kijken naar bewoners kenmerken
en woningkenmerken. Zo ontstaat een beeld op grond van objectieve
cijfers.
80. De beleving door bewoners
Je kunt mensen ook vragen om een score te
geven aan bepaalde buurt -en
bewonerskenmerken. Het geeft de mening van
de bewoners weer over een bepaalde buurt.
83. Waar liggen de probleemwijken?
Oude probleemwijken.
Sanering en renovatie
in jr. 70.
In veel van deze wijken
heeft gentrificatie
plaatsgevonden.
De huidige
probleemwijken.
88. Stedelijke vernieuwing (overheid) als oplossing voor slechte
leefbaarheid: als voorbeeld de Afrikaanderwijk van
gastarbeiderwijk naar nieuw en hot
89. Gentrificatie (door particulieren)
Rijkeren kopen verwaarloosde woningen in
probleemwijken, om deze op te knappen. Dit heeft
voordelen en nadelen.
• De wijk komt weer tot leven; het trekt andere
rijkeren aan
• Middenstand keert terug
• Hogere belastingopbrengst gemeente
• Grondprijzen stijgen
• Verdringing van oorspronkelijke bewoners (door
stijgende huren)
91. Sociale dynamiek
• Stadsdelen (buurten, wijken) kennen een sociale en
culturele dynamiek
• Dit kan leiden tot integratie of ruimtelijke segregatie
• etnisch, sociaal-economisch, demografische
kenmerken (gezinsfase)
• Binnen stadsdelen kan er sprake zijn van sociale
cohesie of polarisatie
• Om, voor beleid, inzicht te krijgen in die dynamiek,
worden bewoners gevraagd naar de beleving van de
buurt.
• Grote Steden Beleid, om leefbaarheid in grote steden
te verbeteren.
filmpje schooltv agglomeratie stadsgewest stedelijk gebied
Filmpje Randstad schooltv 1.09 min. Agglomeratie is het ruimtelijke proces van het aaneengroeien van stad en omliggende kernen. Stadsgewest is de functionele eenheid van een centrale stad met omliggende gemeenten. Stedelijk gebied is de verdere functionele vervlechting stadsgewesten. Bij verdergaande agglomeratie met functionele vervlechting tussen stedelijke gebieden ontstaat een megalopolis.
Groene hart, Sectoren/voorzieningen, bevolkingsconcentratie, economische zwaartepunten, forensenverkeer binnen de randstad
Nederland van boven; Utrecht uitbreiding, 3.37min
Wonen achter de Kinkerstraat, rechtsboven de mayonaise onderneming aan de van Lennepkade
Tuinwijk Utrecht geschonken door NS na bouw Inktpot, Staatsliedenbuurt Amsterdam, eerste woningwetwoningen 1909
plattegrond van uitbreidingsplan Den Haag 1908, foto’s Oud-zuid
De Wijert-noord, Kleinpolder Rotterdam, film Amsterdam overzicht stad tot 1962, 1.56 min.
Bijlmer en Slotermeer
Film: woning voor alleenstaanden 1min.
Verarming stad, verpaupering wijken, leegstand/krakers, pendelverkeer/ verkeersdruk, bedrijven ook weg door ruimtegebrek en congestie, ALS OPLOSSING WORDT CITYVORMING GEZIEN