1. Click to edit Master text styles
Eerste bijeenkomst PLG WNT/OOL 2016/2017
door Bart van Teutem
Wat we gaan doen vandaag:
1. Doelen en noodzaak van onderwijs in WNT
(er)kennen (korte herhaling van vorig jaar)
2. Kennismaking met verschillende activiteiten
waarin onderzoekend en ontwerpend leren
centraal staan
3. Do it yourself: twee activiteiten voor in de klas
4. Ervaring opdoen met ‘dialogic teaching’
2. Click to edit Master text styles
Mee eens / niet mee eens
“Onderzoekend leren heeft bovenal tot doel om de
nieuwsgierigheid van leerlingen te prikkelen”
3. Click to edit Master text styles
Mee eens / niet mee eens
“Onderzoekend leren betekent dat leerlingen zelf ontdekken en
de leraar afstand houdt”
4. Click to edit Master text styles
Standaardbeeld van onderwijs in WNT
5. Click to edit Master text styles
Belangrijkste doel: kinderen zelf leren denken!!
• Logisch leren denken
• Verbanden leren zien/ontdekken
• Zelf oplossingen laten bedenken
• Et cetera
6. Click to edit Master text styles
Hoe bereid je een kind voor op de toekomst als je niet weet
hoe die toekomst er over vijf jaar uitziet?
• Kritisch en analytisch leren denken
• Systeem denken
• Zelfoplossend leren denken
• Creativiteit
https://www.ted.com/talks/ken_robinson_says_schools_kill_creativity?language=nl
7. Click to edit Master text styles
De eerste stap in zelf leren denken:
Nieuwsgierige mensen/kinderen
stellen vragen
8. Click to edit Master text styles
Wat is er met Norman de Egel gebeurd?
9. Click to edit Master text styles
Kinderen zelf leren denken: hoe bevorder je dat?
• In je begeleiding het denkproces van leerlingen te
stutten (“scaffolding”)
Door niet aan te sturen op het juiste antwoord maar:
10. Click to edit Master text styles
Dialogic teaching (Mercer, 2009)
“Waarom denk je dat dat zo is?”
“Hoe zou je kunnen nagaan of dat klopt?”
“Wat ga je doen als jullie het in het groepje niet eens zijn?”
Door het stellen van open vragen en doen van suggesties het leer/denkproces van kinderen
ondersteunen
11. Click to edit Master text styles
Opdracht 2: ontwerpend leren
OPDRACHT GROEP 6/7/8
Een groot milieuprobleem is de plastic soep in de
oceanen op aarde. Maar de soep is helaas niet
alleen een bedreiging voor de oceanen. Ook onze
eigen Wadden- en Noordzee, rivieren, kanalen en
grachten bevatten veel te veel (giftige) plastics. Dit
plastic wordt door vissen en anderen dieren
aangezien voor voedsel. Zo belandt dit probleem
letterlijk bij jou op je bord…
12. Click to edit Master text styles
Maak een introductie voor de ontwerpactiviteit
• Lees eerst de opzet van de les
• Bedenk in tweetallen wat een passende, activerende en motiverende
lesintroductie zou zijn
• Duur van de introductie is ongeveer 10 minuten
• Werk deze globaal uit en bedenk wat voor een materiaal je eventueel
nodig hebt (filmpjes, proefjes et cetera)
Passend voor je eigen groep
13. Click to edit Master text styles
Ontwerp leerlingen
Er is geen fout ontwerp, wel meer of
minder doordacht/onderbouwd
ontwerp
Als leerkracht help je, door het
stellen van vragen, de leerlingen na
te laten denken over de keuzes die
ze maken.
14. Click to edit Master text styles
De vloer op: oefenen met dialogic teaching
Deed de leerkracht het goed?
• Werd het denkproces van leerlingen bevorderd?
• Werd de leerling uitgedaagd zijn keuzes/uitwerking
te verdedigen/onderbouwen?
15. Click to edit Master text styles
HUISWERK
• Verzorg een les OOL (Norman of plastic soep)
voor een groep in je school.
• Laat je les van feedback voorzien door een
‘critical friend’ met gebruikmaking van de
kijkwijzer.
• Draai de rollen om
• Schrijf op basis van de feedback en je eigen
ervaring een korte reflectie op je les (wat ging
goed, wat ging minder goed en waarom?)
• Neem je verslag mee naar de volgende PLG
Editor's Notes
Start van het traject
Mee eens (groen opsteken) mee oneens (rood opsteken)
In groepjes waarin voor en tegenstanders elkaar bevragen: waarom vind/denk je dat? (5 minuten)
Mee eens (groen opsteken) mee oneens (rood opsteken)
In groepjes waarin voor en tegenstanders elkaar bevragen: waarom vind/denk je dat? (5 minuten)
Proefjes doen! Wetenschap is proefjes doen. Het liefst ook spectaculaire proefjes.
Leerlingen gaan zelfstandig in groepjes aan het werk met een proefopstelling en de leerkracht loopt rond/observeert.
Voorbeeld bezoek 21 september jl bij NME (Natuur- en milieu educatie)
Waarom kinderen zelf laten denken?
Dat doen we omdat (verband ) we kinderen niet de kennis kunnen overdragen die ze later nodig hebben.
Onderwijs heeft de onmogelijke opgave om kinderen de kennis bij te brengen die ze later nodig hebben....
Welke kennis is dan nuttig?
Welke kennis is dan nog waar?
Basale vaardigheden als leren lezen, schrijven en rekenen buiten beschouwing gelaten.... We weten het niet: kunnen niet in de toekomst kijken
Wat dan wel?
Waar hebben ze dan wel iets aan?
Vaardigheden om kennis kritisch te leren beschouwen (eigen kennis en die van anderen)
Leren informatie zoeken en informatie op waarde leren schatten
Leren op systematische en onderbouwde manier oplossingen voor problemen te bedenken
Info sheet gebruiken voor intro
20 minuten zelf spelen
Vraag: “Wat denk je dat kinderen hiervan zouden kunnen leren? (plenaire discussie) 5 minuten
Onderzoeken van verbanden. Oorzaak-gevolg relaties.
Nadenken over hoe je een vermoeden (hypothese) zou kunnen toetsen
Verschillende meningen/theorieën vergelijken
Overleggen over de waarschijnlijkheid
Norman is de eerste WNT/OOL activiteit die jullie in de eigen groep gaan uitvoeren.
Overleg in duo’s hoe je deze les zou kunnen voorbereiden voor jouw groep (15 minuten)
Wat heb je nodig?
Wil je de instructie op de infosheet aanpassen voor jouw groep?
Zo ja: wat moet er anders en waarom?
Maak hier aantekeningen van op de Casefile van Norman
Hier korte instructie:
Trechter voorbeeld (woordenschat vergroten)
Absorptie voorbeeld. Leerlingen hebben gewerkt met verschillende materialen (uitleg). Na afloop van de activiteit. “wat heb je geleerd?” en WAAROM WILLEN WETEN OF EN HOE STERK BEPAALDE MATERIALEN VOCHTOPNEMEN? Praktische toepassing bedenken (denkproces stimuleren)
Hier korte instructie
Document uitdelen!!
-Ik heb ervoor gekozen om voor de bovenbouw een (maatschappelijk) relevant probleem als uitgangspunt te nemen voor een ontwerpopdracht voor leerlingen.
-Door een ontwerpopdracht voor groep 7 en 8 uit te breiden met het typeren, categoriseren en vergelijken van verschillende oplossingen biedt deze les een mooie aanvulling op het standaardaanbod op het gebied van duurzaamheid dat veelal het karakter heeft van het (klakkeloos) aanleren van ‘juist’ gedrag en ‘goede’ oplossingen (je moet afval scheiden, zuinig zijn met water etc.) zonder hier kritisch naar te kijken. Het gevaar van deze manier van kijken naar (milieu)problemen is dat kinderen leren vanuit bestaande oplossingen te denken en zich niet af te vragen of iets wel een probleem is en of de aangedragen oplossingen wel de enige/juiste/beste zijn.
-Het is voor leerlingen van belang dat ze naast het verwerven van de basiskennis en vaardigheden ook hun probleemoplossend vermogen ontwikkelen. Juist creativiteit en leren zelf oplossingen te bedenken zijn vaardigheden die leerlingen nodig hebben om zelfstandig toekomstige vragen en problemen het hoofd te kunnen bieden.
-Door de ontwerpen te typeren, categoriseren en vergelijken leren kinderen dat er verschillende oplossingen voor problemen zijn. Dit biedt de mogelijkheid om in een vervolgactiviteit het met kinderen te hebben over de vooronderstellingen/uitgangspunten van verschillende oplossingen en (uiteraard op basisschoolniveau) het situationele karakter en de betrekkelijkheid van kennis.
-Na het schrijven en schetsen van een ontwerp moeten de leerlingen eerst bij mij komen om hun eerste ideeën voor te leggen. Er worden veel machines getekend die de plastic soep kunnen opruimen en de beschrijving van de oplossing en de onderbouwing blijft, bij veel leerlingen, erg summier.
- Ik probeer tussentijds de leerlingen dieper te laten nadenken over de oplossing die ze gekozen hebben (“Waarom denk je dat dat het probleem kan oplossen”, ”Is dat de enige oplossing die je zou kunnen bedenken?” et cetera) en laat ze vervolgens hun ontwerp verder uitwerken. Wat ik merkte is dat veel leerlingen daarna in staat waren een beter (doordacht) ontwerp maken en te beschrijven.
-De leerlingen waren enthousiast en gingen serieus en geconcentreerd te werk. Na afloop hebben we de verschillende oplossingen vergeleken en gecategoriseerd. Voor veel leerlingen (vooral van groep 7) was dit (op deze manier) te hoog gegrepen. Ze vonden het moeilijk om te begrijpen dat verschillende oplossingen voortkomen uit verschillende ideeën over hoe je een probleem kunt aanpakken en dat het niet zo eenvoudig is om aan te geven wat ‘het beste’ is om te doen. Vooral het beargumenteren van een keuze is nog erg lastig en ik merkte dat ik veel moet aangeven/invullen.
-Opvallend is wel dat de leerlingen die goed in staat waren om deze vergelijkingsopdracht te maken (kinderen die in staat waren oplossingen te duiden en te categoriseren: een duidelijk abstracte denkactiviteit) lang niet altijd de kinderen zijn die in het reguliere ‘schoolwerk’ het best presteren. Dit biedt stof tot nadenken over het bij verschillende collega’s heersende idee dat onderwijs in wetenschap en technologie en/of onderzoekend- en ontwerpend leren bij uitstek iets is voor ‘pluskinderen’
Men gaat uiteen in tweetallen om na te gaan denken over hoe je deze lessen zou kunnen introduceren; Opschrijven op papier. Inhoudelijk (huiswerk: zelf een les intro (instructie) bedenken en uitschrijven)
Huiswerk: Uitgeschreven introductie (met eventuele illustratie, materiaal) mailen naar Bart_van_teutem@live.nl
Kort iets over eigen ervaringen met de opdracht
Helft van de leerkrachten krijgen de rol van leerling toebedeeld (krijgt een kaartje met mogelijke vraag/opmerking/reactie van een leerling)
De andere helft is leerkracht.
Na elk rollenspel. Aan de groep vragen stellen van de slide
“Wat had de leerkracht anders of nog meer kunnen doen?”
Leerling:
“Ik ben klaar”
“Ik werk samen met Thomas en die wil niet doen wat ik wil doen. Hij heeft echt een slecht idee”
“Ik heb een hele duidelijke tekening gemaakt van mijn machine. Ik weet niet wat ik er nog bij moet schrijven”
“Is het goed zo?”
Wat voor vragen verwacht je? Hoe beantwoord je die? Fout voorbeeld : Wat moeten we met het plastic soepprobleem in onze oceanen? Antwoord leerling; Opruimen: Antwoord leerkracht. Ja dat is goed. Feedback van Bart.
Probleembeschrijving. Hoe dan wel? niet les afdraaien. Verdiep je in het onderwerp! Wat is “go” en wat is “no go”? Wat zeg je dan? In beide gevallen moeten er vragen gesteld worden.