SlideShare a Scribd company logo
Wij, het Volk van Nederland,
Voorstel voor een
Nieuw Staatsbestel
en een
Nieuwe Grondwet
Inhoud.
1. Waarom een nieuw Staatsbestel en een nieuwe Grondwet?
2. Beknopte geschiedenis van ons Staatsbestel en onze Grondwet
3. Ons huidige Staatsbestel nader bekeken.
4. Onze huidige Grondwet nader bekeken.
5. Een nieuw Staatsbestel.
6. Een nieuwe Grondwet
1. Waarom een nieuw Staatsbestel en een nieuwe Grondwet?
Nederland is een democratisch land. In principe beslist de meerderheid waarbij de
grondrechten in acht dienen te worden genomen en de algemene rechtsbeginselen dienen te
worden gerespecteerd. Nederland heeft daarbij een representatieve, parlementaire democratie.
Waarom dan een nieuw Staatsbestel en een nieuwe Grondwet?
Omdat het land in werkelijkheid een stuk minder democratisch is dan het lijkt.
Omdat Regering en Staten Generaal, het Parlement, bij tijd en wijle belangrijke beslissingen
nemen die diametraal staan tegenover hetgeen de meerderheid van de kiezers zou willen.
Omdat door het ontbreken van een Constitutioneel Hof, Regering en Staten Generaal in
laatste instantie zelf beslissen of voorstellen constitutioneel zijn of niet.
Omdat als het er werkelijk op aan komt niemand in Nederland verantwoordelijk is.
Omdat in de grond van de zaak het Nederlandse volk vanaf het allereerste begin nooit
betrokken is geweest en nog steeds niet werkelijk berokken wordt bij wijzigingen van de
Grondwet.
Omdat hierdoor de legitimiteit van de Grondwet niet meer vanzelfsprekend is; niemand de
Grondwet kent en niemand die er trots op is.
Omdat als er niets gebeurt grote groepen kiezers zich nooit betrokken zullen voelen bij het
bestuur van het land.
Omdat dit op den duur funest zal zijn voor het land.
Nederland is een democratisch land! Theoretisch klopt dit als een bus; alle belangrijke
beslissingen, voor zover niet reeds in Brussel genomen, worden uiteindelijk door de Staten
Generaal genomen. En wat de democratie betreft, wij mogen toch eens in de vier jaar gaan
stemmen voor de Tweede Kamer? Bovendien mogen we voor de Provinciale Staten, de
Waterschappen en de Gemeenteraad stemmen. Democratie aan alle kanten dus! Maar wat valt
er eigenlijk te kiezen voor Provinciale Staten, Waterschappen en Gemeenten? Nederland is
een eenheidsstaat. Volgens de Grondwet is er niets waar de Rijksoverheid zich niet mee mag
bemoeien voor wat betreft het bestuur van Provincies, Waterschappen en Gemeenten. Dit
terwijl Nederland de mond vol heeft over subsidiariteit waar het Europa betreft. Maar van
subsidiariteit in eigen huis is geen sprake. Provincies, Waterschappen en Gemeenten krijgen
van Den Haag alleen bestuurlijke kruimels toegeworpen die Den Haag ook weer naar believen
kan veranderen. De kiezer voelt dit alles haarfijn aan. De kiezer heeft dan ook vrijwel geen
belangstelling voor Provinciale verkiezingen want er valt niets wezenlijks te kiezen.
Bovendien worden verkiezingsuitslagen steevast maar op één manier geïnterpreteerd,
namelijk om te zien hoe de zittende Regering in Den Haag door de kiezer wordt beoordeeld.
Verkiezingen voor de Waterschappen? Wat valt er te kiezen? De dijken vijf centimeter hoger
of lager? Er valt helemaal niets te kiezen. De kiezer laat het hier dan ook massaal afweten.
Verkiezingen voor de Gemeenteraad? Inkomsten en uitgaven van Gemeenten worden vrijwel
volledig bepaald door de Rijksoverheid. En als het dan nog mis gaat komt de betreffende
Gemeente onder curatele van deze zelfde Rijksoverheid! De enige verkiezingen in Nederland
die er toe doen zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Niet alleen levert dit 150
volksvertegenwoordigers op, maar op miraculeuze wijze ook nog een Regering. Echter
Tweede Kamer en Regering nemen bij tijd en wijle belangrijke beslissingen die diametraal
staan tegenover hetgeen de meerderheid van de kiezers zou willen. In de praktijk is ons land
een stuk minder democratisch dan het lijkt.
Nederland heeft een representatieve, parlementaire democratie. Niet dat het volk daar ooit
voor heeft gekozen; het is eenvoudigweg van bovenaf opgelegd. Binnen dit systeem kiest het
volk zijn vertegenwoordigers die vervolgens de voor het land belangrijke en minder
belangrijke beslissingen nemen. Met politieke partijen die coalities moeten vormen is het
hoogst onwaarschijnlijk dat iedere beslissing, die door de volksvertegenwoordiging is
genomen met een meerderheid van stemmen. ook de goedkeuring van een meerderheid van
het volk zou hebben gehad. Theoretisch beslist de meerderheid van het volk maar in de
praktijk zal dat niet altijd gebeuren. Een ondubbelzinnig voorbeeld hiervan betreft het
“raadgevend” referendum over de zogenoemde Europese Grondwet. Regering en Staten
Generaal hebben zich uitdrukkelijk voor de Grondwet uitgesproken. Daarbij heeft de
Regering bovendien nog eens met gebruikmaking van belastinggeld met man en macht
geprobeerd de kiezers te overtuigen dat zij “voor” moesten stemmen. De Regering had
kennelijk weinig vertrouwen in de kiezer. Daar bleek de Regering gelijk in te hebben want de
kiezers stemden in meerderheid “tegen”. Waarom stemde de meerderheid tegen? Een veelheid
van redenen zijn aangevoerd, waaronder de invoering van de Euro, de uitbreiding van Europa,
zaken waar de kiezers geen enkele invloed op hadden. Een beter bewijs dat Regering en
Staten Generaal bij belangrijke beslissingen niet altijd de wil van de meerderheid van de
kiezers tot uitdrukking brengen is moeilijk te vinden.
Regering en Staten Generaal worden geacht binnen het kader van de Grondwet te opereren
daarbij geadviseerd door de Raad van State. De adviezen van de Raad zijn echter niet
bindend. Door het ontbreken van een Constitutioneel Hof in ons staatsbestel kunnen in laatste
instantie Regering en Staten Generaal zelf bepalen of hun voorstellen constitutioneel zijn of
niet.
Verantwoordelijkheid! Het woord verantwoordelijk komt in de Nederlandse Grondwet maar
één keer voor. Maar dan wel in negatieve zin, namelijk om aan te duiden dat iemand NIET
verantwoordelijk is. Artikel 42.2 van de Grondwet stelt. De Koning is onschendbaar. De
Ministers zijn verantwoordelijk. De Grondwet zegt dus letterlijk dat het Staatshoofd, de
Koning, grondwettelijk geen enkele verantwoordelijkheid heeft. Dit artikel verscheen voor het
eerst in de Grondwet van 1848 teneinde de bijna onbegrensde macht van de Koning in te
perken. Onze huidige westerse democratische samenleving daarentegen is juist gebaseerd op
de persoonlijke verantwoordelijkheid van mensen voor hun doen en laten. In een dergelijke
samenleving past het niet meer het Staatshoofd grondwettelijk geen enkele
verantwoordelijkheid te geven.
De Ministers zijn dus verantwoordelijk! Maar als het er werkelijk op aan komt geven zij niet
thuis. Het meest schrijnende voorbeeld hiervan zijn de gebeurtenissen in Srebrenica in 1995.
Nederland stuurde daar onder auspiciën van de Verenigde Natie een bataljon naar toe om de
moslimbevolking te beschermen. Naar algemeen oordeel met veel te lichte wapens voor een
effectieve bescherming. De gevolgen zijn bekend; bijna 8000 mannen werden vermoord.
Maar niemand in Nederland die zich op dat moment verantwoordelijk voelde. De minister van
defensie niet, de minister president niet en ook de Tweede Kamer waste zijn handen in
onschuld.
In 2002 kwam van het rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie over
deze gebeurtenissen uit. In het rapport wordt de Nederlandse overheid verweten met het
uitzenden van de militairen een onverantwoorde beslissing te hebben genomen: slecht
mandaat, slechte voorbereiding en slechte uitrusting. Pas na het uitkomen van het rapport, dus
zeven jaar na de massamoord, nam de Regering de verantwoordelijkheid voor de
gebeurtenissen.
Ons huidige staatsbestel is terug te voeren tot 1813. In dat jaar keerde de zoon van de laatste
stadhouder Willem V terug uit Engeland waar de familie in ballingschap had geleefd. In een
proclamatie werd deze prins niet, zoals je zou verwachten, tot stadhouder maar tot soeverein
vorst uitgeroepen. Het Nederlandse volk werd niet naar zijn mening gevraagd. De soevereine
vorst liet een Grondwet ontwerpen waarin hij de vrijwel absolute macht kreeg. Deze
Grondwet liet hij goedkeuren, niet door een gekozen Parlement, maar door een Grote
Vergadering bestaande uit 600 door hem persoonlijk benoemde notabelen. Het Nederlandse
volk werd niet naar zijn mening gevraagd.
Zelfs nu, bijna 200 jaar later, worden grondwetswijzigingen doorgevoerd waarbij het volk nog
steeds in feite buiten spel wordt gezet. Een wijziging van de Grondwet vindt plaats in twee
lezingen. In eerste lezing wordt met een gewone meerderheid gestemd. Daarna wordt de
Staten Generaal ontbonden en nieuwe verkiezingen uitgeschreven. In de nieuwe Staten
Generaal is een meerderheid van tenminste tweederden van het aantal stemmen vereist om
een grondwetswijziging goed te keuren. De verkiezingen voor een grondwetswijziging vallen
altijd samen met de reguliere vierjaarlijkse verkiezingen voor de Tweede Kamer. Behalve met
één of meer grondwetswijzigingen wordt de kiezer op deze manier tijdens deze verkiezingen
geconfronteerd met een veelheid aan andere thema’s, zoals zorg, milieu, werkgelegenheid.
Het is op deze manier onmogelijk om te weten of de meerderheid van de kiezers, en in dit
geval een tweederde meerderheid, “voor” of “tegen” een bepaalde grondwetswijziging is.
Zeer verhelderend in dit opzicht is artikel 91.3 van onze huidige Grondwet: Indien een
verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel dan wel tot zodanig
afwijken noodzaken, kunnen de kamers de goedkeuring alleen verlenen met ten minste
tweederden van het aantal uitgebrachte stemmen.
Goedkeuring van een dergelijk verdrag komt neer op een onverbloemde grondwetswijziging.
Echter een grondwetswijziging waarbij de kiezer volledig buiten spel wordt gezet. Het is
ondenkbaar dat een tweederde meerderheid van de kiezers “voor” artikel 91.3 zou hebben
gestemd.
De hele procedure van grondwetswijzigingen leidt tot wijzigingen waarbij het volk in feite
niets te vertellen heeft en, gezien de hele voorgeschiedenis, zelfs de vraag doen rijzen of onze
huidige Nederlandse Grondwet wel rechtsgeldig is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onze
Grondwet voor vrijwel iedereen een volslagen onbekend document is. Er is niemand die zich
daar mee verbonden voelt; niemand die er trots op is.
In onze parlementaire democratie is de kiezersinvloed tot een absoluut minimum beperkt.
En dat terwijl Nederland een bevolking heeft die steeds beter is opgeleid en steeds mondiger
wordt en daarom niet behandeld kan blijven worden op de manier waarop dat bij de
introductie van de Grondwet van 1848 gebruikelijk was. Blijft dat wel zo dan zullen grote
groepen kiezers zich nooit betrokken voelen bij het bestuur van het land.
Er zullen op de een of andere manier vormen van meer directe kiezersinvloed moeten worden
gevonden waarbij ook de verantwoordelijkheden binnen het Staatsbestel beter moeten worden
vastgelegd. Een beweging in de richting van bijvoorbeeld een districtenstelsel of referenda.
De “politiek” heeft er echter alle belang bij de status-quo te handhaven en er zijn daarom
vanuit die hoek geen initiatieven voor verandering van het Staatsbestel te verwachten.
Daarom hierbij een voorstel voor een nieuwe Staatsbestel een nieuwe Grondwet met de hoop
hiermee een bijdrage te leveren aan de broodnodige discussie over de toekomst van ons land.
2. Beknopte geschiedenis van ons Staatsbestel en onze Grondwet.
2.1 Nederland als deel van het Spaanse Rijk.
Tegen het einde van de zestiende eeuw waren de noordelijke en de zuidelijke Nederlandse
gewesten een onderdeel van het Spaanse rijk met Philips de Tweede als koning. De Spaanse
koning had zo zijn eigen ideeën over belastingmaatregelen (invoering van de Tiende Penning)
en over de vrijheid van godsdienst. Deze ideeën schoten een aantal noordelijke gewesten in
het verkeerde keelgat met als resultaat de tachtig jarige oorlog.
2.2 De Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden.
In 1579 sloten deze noordelijke gewesten de Unie van Utrecht teneinde sterker te staan tegen
de gezamenlijke vijand. De Unie van Utrecht werd in 1581 gevolgd door de Acte van
Verlatinghe waarin de noordelijke gewesten zich formeel onafhankelijk verklaarden. De
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was geboren. De Unie van Utrecht kan met enig
recht gezien worden als de eerste, zij het confederale, grondwet van deze Verenigde
Nederlanden. De Republiek was een statenbond die naar buiten toe als eenheid fungeerde met
een gemeenschappelijk leger. De afzonderlijke gewesten hielden echter een grote mate van
autonomie en hadden allen een even belangrijke stem in de gemeenschappelijke vergadering
van de Staten-Generaal. De leden van de Staten-Generaal hadden recht op ruggespraak.
Binnen elk gewest hadden de steden eveneens een grote mate van autonomie. Hoge
bestuursfuncties waren in handen van een beperkt aantal rijke families en alleen leden van de
Gereformeerde Kerk konden bestuursfuncties en openbare ambten bekleden.
In de Republiek was Holland het rijkste gewest en had dan ook het meeste te vertellen. De
Raadpensionaris van Holland verenigde in zich min of meer de functies van minister-
president, minister van financiën en minister van buitenlandse zaken. De Stadhouders
(nakomelingen van Willem van Oranje) waren opperbevelhebber van de strijdkrachten en
hadden ook grote politieke invloed. Stadhouder en Raadpensionaris verschilden nog wel eens
van mening.
2.3 De Bataafse Republiek.
Het jaar 1789 was het jaar van de Franse revolutie. Met revolutionair elan vallen Franse
troepen vervolgens in 1794 de Republiek binnen. De stadhouder Willem V vlucht naar
Engeland en het land gaat verder onder de naam Bataafse Republiek, in feite een Franse
vazalstaat
De Bataafse Republiek werd een eenheidsstaat waarin de autonomie van gewesten en steden
werd afgeschaft. De wetgevende macht kwam te berusten bij een gekozen parlement.
Kiesrecht kregen alle mannen die in hun eigen onderhoud konden voorzien en konden lezen
en schrijven. De uitvoerende macht kwam te berusten bij een centrale Regering welke werd
gekozen door het Parlement. Kerk en Staat werden gescheiden.
In 1798 treedt een nieuwe Grondwet van de Bataafse Republiek in werking. Onder sterke
invloed van de Verlichting, maar ook onder erkenning van een albestuurend Opperwezen,
gaat deze Grondwet uit van de soevereiniteit van het volk en bevat belangrijke grondrechten:
- Een ieder is gelijk voor de wet;
- De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers;
- Het recht om verzoeken bij het bevoegd gezag in te dienen;
- Het recht van vergaderen;
- De vrijheid van godsdienst;
- De onschendbaarheid van de eigen woning;
Daarnaast komen ook een aantal sociale grondrechten naar voren:
- De maatschappij verschaft arbeid aan de nijveren., onderstand aan den
onvermogenden en opvoeding van verworpen kinders
- De maatschappij ontvangt alle vreemdelingen die de weldaaden der vrijheid
vreedzaam wensen te genieten.
2.4 Het Koninkrijk Holland; inlijving van Nederland bij Frankrijk.
In 1806 hief Napoleon de Bataafse Republiek op en verving die door het Koningrijk Holland
met zijn broer Lodewijk Napoleon als koning. Toen Lodewijk Napoleon de Franse belangen
niet genoeg behartigde in de ogen van zijn grote broer werd Nederland in 1810 bij Frankrijk
ingelijfd.
2.5 Nederland weer onafhankelijk; de Grondwet van 1814.
Nadat Napoleon verslagen was keerde de erfstadhouder prins Willem Frederik, zoon van
stadhouder Willem V, eind 1813 vanuit Engeland terug naar Nederland. In een proclamatie
werd de prins niet tot stadhouder, maar tot soeverein vorst (prins) uitgeroepen. Willem
Frederik liet een Grondwet ontwerpen waarin hijzelf vrijwel alles te vertellen had. De vorst
benoemde 600 personen die deel moesten uitmaken van een Grote Vergadering van
Notabelen die over de nieuwe Grondwet moesten stemmen. Bij stemming bleken maar
weinigen tegen te hebben gestemd.
Volgens deze Grondwet was niet het volk maar de vorst soeverein. Het hoofdstuk over de
macht van de vorst vermeldt dat hij:
- Bij uitsluiting het opperbestuur over de koloniën en overzeese bezittingen van de
Staat heeft;
- Beslist over oorlog en vrede;
- Het recht heeft om verbonden en verdragen met andere mogendheden te sluiten en
dientengevolge het bestuur over de buitenlandse betrekkingen heeft;
- Het opperbestuur heeft over de algemene geldmiddelen.
De Koning regeert; hij is de Regering. Er is een Parlement, de Staten-Generaal bestaande uit
één kamer met 55 leden De vorst heeft het recht om aan de Staten-Generaal wetten voor te
dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordrachten door de Staten-Generaal
hem gedaan al of niet goed te keuren. De Staten-Generaal vergaderen tenminste éénmaal per
jaar en verder zo vaak als de vorst het nodig oordeelt.. De zittingen kunnen ook weer gesloten
worden indien de vorst langer bijeenblijven niet in het belang van het land oordeelt.
De vorst beslist in alle zaken nadat hij eerst advies heeft ingewonnen bij de Raad van State;
hij benoemt en ontslaat de leden van de Raad naar eigen goedvinden.
De samenstelling van de parlementen van de provinciën, de Staten, wordt geregeld door de
vorst. De provinciale commissarissen zitten de vergaderingen van de Staten voor; zij volgen
de instructies van de vorst. De Staten van de provincies benoemen de leden van de Staten-
Generaal.
De Hoge Raad der Verenigde Nederlanden is het opperste gerechtshof in het land. De leden
worden door de vorst benoemd uit een nominatie van drie. De Procureur-Generaal wordt door
de vorst direct aangesteld.
De Christelijk Hervormde Godsdienst is die van de vorst. De Christelijk Hervormde Kerk is
bij voortduring verzekerd van de voldoening van zijn uitgaven uit s’lands kas. De vorst beslist
in billijkheid waar het andere denominaties betreft. Aan alle bestaande Godsdiensten wordt
wel gelijke bescherming verleend.
2.6 Nederland en België samengevoegd; de Grondwet van 1815.
Met de verslagen Napoleon, naar men dacht, veilig opgeborgen in Elba kwamen de
toenmalige grote mogendheden, Oostenrijk, Rusland, Pruisen en Groot Brittannië in
1814/1815 in Wenen bijeen teneinde het machtsevenwicht tussen de landen in Europa te
herstellen en de vrede te bewaren. Behalve dat er op het Congres veel werd gefeest en gedanst
werden er ook een aantal belangrijke besluiten genomen. Eén van die besluiten hield in dat de
Noordelijke Nederlanden werden samengevoegd met de Oostenrijkste Nederlanden (min of
meer het huidige België) teneinde het Koninkrijk der Nederlanden te vormen met prins
Willem Frederik als Koning Willem I. En passant werd de Koning ook groothertog van
Luxemburg. Het Koninkrijk kreeg een nieuwe grondwet waarin de Koning zijn macht nog
verder wist te consolideren. De Regering, dat is nog steeds de Koning. Daarbij wordt nu
formeel vastgelegd dat de wetgevende macht gezamenlijk door de Koning en de Staten-
Generaal wordt uitgeoefend. De Staten-Generaal bestaat voortaan uit twee kamers; een
indirect gekozen Tweede Kamer met 110 leden en een Eerste Kamer met tussen de 40 en de
60 door de Koning voor het leven benoemde leden. Voor alle belangrijke functies in de staat
beslist de Koning wie daarin wordt benoemd.
2.7 België onafhankelijk; grondwetsherziening 1840.
De merendeels katholieke zuidelijke Nederlanden waren niet verrukt met de vereniging met
de merendeels protestantse noordelijke Nederlanden. Noord en zuid hadden in de Tweede
Kamer evenveel leden terwijl het zuiden meer inwoners had. Er waren grieven over de taal. In
1830 komt er een opstand in het zuiden. De Koning zendt troepen om de opstand te
onderdrukken maar dat weerhoudt de zuidelijke inwoners er niet van om datzelfde jaar de
zelfstandige staat België uit te roepen. Deze staat wordt door de Europese mogendheden
erkend maar de Koning weigert zich hierbij neer te leggen. In 1831 vindt de Tiendaagse
Veldtucht tegen België plaats maar het Nederlandse leger moet zich terug trekken na
interventie van Frankrijk. Pas in 1839 komt er een scheidingsverdrag waarbij Limburg wordt
verdeeld in en een Nederlands en Belgisch deel. Uiteindelijk in 1840, tien jaar na de
afscheiding, wordt dit formeel in de grondwet vastgelegd.
2.8 Thorbecke; de Grondwet van 1848.
2.9 Grondwetsherzieningen sinds 1848.
Grondwetsherziening van 1917.
Op twee cruciale punten wordt de Grondwet ingrijpend gewijzigd.
Ten eerste komt er algemeen kiesrecht. Daarvoor gold het censuskiesrecht, waarbij alleen die
mannen mochten stemmen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden.
Ten tweede wordt bepaald dat het bijzonder, christelijke onderwijs net als het openbaar
onderwijs volledige financiële overheidssteun krijgt. Daarvoor kregen bijzondere scholen
niets of maar een beperkte subsidie.
2.10 Samenvatting.
Onze huidige Grondwet is het resultaat van een machtsstrijd. Een machtsstrijd tussen aan de
ene kant de Koning die zijn macht en voorrechten niet wilde afstaan en een kleine mannelijke
elite die meer democratische rechten voor zichzelf opeiste en juist meer macht wilde
verkrijgen. Bij de totstandkoming van onze Grondwet is het volk, laat staan de vrouwen,
nooit geraadpleegd. Onze huidige Grondwet is een van bovenaf opgelegd document.
3. Ons huidige Staatsbestel nader bekeken.
3.1 De Regering.
Artikel 42 van onze huidige Grondwet stelt: De regering wordt gevormd door de Koning en
de ministers. Normaal gesproken zou dit inhouden dat zowel de Koning als de ministers
verantwoordelijk zijn voor het doen en laten van de regering. Zo zou dit althans universeel
worden opgevat. Echter kennelijk niet in Nederland, want zo vervolgt artikel 42: De Koning
is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Gezien door de ogen van een
onpartijdige waarnemer is het tweede gedeelte van artikel 42 strijdig met het eerste gedeelte.
3.2 De Staten-Generaal.
3.3 De Raad van State.
De onder 3.1 genoemde tegenstrijdigheid wordt nog eens extra benadrukt in het hoofdstuk
over de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Artikel 74 stelt: De
Koning is voorzitter van de Raad van State. Volgens de letter van de Grondwet zijn de
ministers dus verantwoordelijk voor het advies van de Raad van State aan diezelfde ministers.
Dat de praktijk in Nederland anders is dan in de grondwet beschreven toont aan dat de
grondwet niet serieus wordt genomen. Ook het idee van persoonlijke verantwoordelijkheid
van mensen, een idee waarop onze hele westerse samenleving is gebaseerd, wordt niet serieus
genomen.
De Raad van State is het hoogste adviesorgaan over wetgeving en bestuur en tegelijkertijd de
hoogste bestuursrechter van het land.
4. Onze huidige Grondwet nader bekeken.
4.1 De titel van de Grondwet.
De huidige Nederlandse Grondwet is getiteld “Grondwet voor het Koninkrijk der
Nederlanden”. Het Koninkrijk omvat (2007) de drie landen Nederland, de Nederlandse
Antillen en Aruba. De huidige Nederlandse Grondwet regelt echter alleen de staatsinrichting
van Nederland en niet de staatsinrichtingen van de Nederlandse Antillen en Aruba. De
huidige Nederlandse Grondwet is dus niet de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden,
maar “alleen”de Grondwet van Nederland.
Het “Statuut voor het Koninkrijk de Nederlanden” is de feitelijke Grondwet van het
Koninkrijk. De huidige Nederlandse Grondwet is ondergeschikt aan dit Statuut. De
Nederlandse Grondwet is de hoogste wet van het land en zou bijgevolg niet ondergeschikt
kunnen en mogen zijn aan welk verdrag dan ook.
4.2 Wat is het doel van onze grondwet?
Waarom hebben we een grondwet? Wat is het doel? Waarom liggen er geen hogere gedachten
aan ten grondslag? Onze huidige grondwet zwijgt hierover omdat onze grondwet veeleer het
resultaat is van machtsoverwegingen dan van ideële uitgangspunten. Nederland zou wat dit
betreft een voorbeeld kunnen nemen aan bijvoorbeeld de Zwitserse Grondwet. Deze stelt in
de préambule:
In naam van de Almachtige God!
Het volk en de kantons van Zwitserland,
Zich bewust van hun verantwoordelijkheid tegenover de Schepping,
Vastbesloten om hun verbintenis te vernieuwen
Teneinde de vrijheid, de democratie, de onafhankelijkheid en de vrede te verstreken
In een geest van solidariteit en openheid naar de wereld,
Vastbesloten om samen te leven in verscheidenheid
rechtvaardigheid en met respect voor de ander,
Bewust van de gezamenlijke verworvenheden en hun plicht hun verantwoordelijkheden
tegenover toekomstige generaties te verzekeren,
Wetend dat alleen hij vrij is die zijn vrijheid goed gebruikten wetend dat de kracht van de
gemeenschap afgemeten wordt aan het welzijn van de zwaksten,
Hebben de volgende Grondwet aangenomen.
4.3 De Soevereiniteit.
De huidige Nederlandse Grondwet laat de vraag waar de macht vandaan komt volledig
onbeantwoord. Vroeger, nog niet zo lang geleden, was dit voor brede lagen van de bevolking
geen probleem. De Koning regeerde bij de Gratie Gods en was derhalve alleen
verantwoording schuldig aan God. Op een kleine minderheid na zullen de meeste mensen dit
tegenwoordig niet meer zo zien. Onze huidige Nederlandse Grondwet gaat niet uit van de
volkssoevereiniteit maar stelt daar ook geen ander concept voor in de plaats.
Afgezien van het Verenigd Koninkrijk dat helemaal geen geschreven Constitutie kent, gaan
alle Europese landen, en impliciet zelfs Nederland, uit van de volkssoevereiniteit Dat het
geloof in God en de volkssoevereiniteit heel wel kunnen samengaan laat de Grondwet van de
Bataafse Republiek zien toen Nederland nog een zeer Christelijk land was. Ook de
Grondwetten van Duitsland en Zwitserland verenigen het geloof in God met de
volkssoevereiniteit.
De politieke elite in Nederland durft het, om welke reden dan ook, niet aan om dit expliciet in
de Grondwet te zetten, terwijl dit toch wel de essentie van een democratisch bestel is.
Nederland kan er niet omheen. De Grondwet dient te stellen:
Nederland is een democratisch land. De opperste macht berust bij het volk.
4.4 De Grondrechten.
Artikel 1.
De eerste zin van artikel 1, de parel aan de kroon van onze huidige Grondwet, verkondigt het
gelijkheidsbeginsel dat het fundament is van onze rechtsstaat:
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Deze bewoording roept vraagtekens op. Gelijk behandeld door wie? En wie bepaalt wanneer
gevallen gelijk zijn? Dit kan alleen maar de rechter zijn die met in achtneming van alle
rechtsbeginselen een uitspraak doet aan de hand van de wet. Uiteindelijk gaat het dus om de
wet. Waarom dit dan niet, zoals in de Grondwetten van veel andere landen, meteen gezegd:
Een ieder is gelijk voor de wet.
Artikel 3.
Artikel 3 van onze huidige Grondwet stelt:
Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens daarentegen stelt in artikel 21.2:
Toute personne a droit à accéder, dans des conditions d’égalité, aux fonctions publiques de
son pays.
hetgeen inhoudt dat ieder op voet van gelijkheid toegang heeft tot de publieke functies van
zijn of haar land.
Artikel 3 van onze huidige Grondwet is duidelijk niet in overeenstemming met de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens
4.5 De Regering.
Aan de Koning zijn 19 artikelen in de Grondwet gewijd, aan de Regering slechts negen. De
vrijdom van successierechten van de Koning is in de huidige Grondwet beter gegarandeerd
dan de grondrechten van de individuele burger. De grondrechten kunnen bij gewone wet
worden beperkt terwijl voor beperking van de vrijdom van successierechten een
grondwetswijziging noodzakelijk is.
5. Een nieuw Staatsbestel.
5.1 De Koning.
De Koning is het Staatshoofd. De Koning vervult zijn taken naar eigen inzicht en
verantwoordelijkheid. De Ministers zijn niet verantwoordelijk voor het handelen van de
Koning. Wetten treden in werking nadat zij door het Staatshoofd zijn ondertekend. De Koning
kan weigeren een wet te ondertekenen. Een parlementaire procedure kan daarna de wet alsnog
in werking laten treden.
De Koning is geen lid van de Regering noch van de Raad van State.
5.2 De Regering.
De Eerste Minister wordt gekozen door het volk. De Eerste Minister formeert de Regering.
Ministers treden in functie na goedkeuring door het Parlement. De eindverantwoordelijkheid
van de Regering berust bij de Eerste Minister.
5.3 Het Parlement.
Het Parlement bestaat uit één kamer met 75 leden. Parlementsleden worden gekozen per
provincie.
5.4 Constitutioneel Hof
De Hoge Raad der Nederlanden is het Constitutionele Hof van het land.
5.5 De Raad van State.
De Raad van State adviseert de Regering en het Parlement omtrent alle zaken betreffende de
Europese Unie.
5.6 De Provincies.
Provincies hebben geen bestuurlijke taken. Provincies fungeren als kiesdistricten.
5.7 De Waterschappen.
Waterschappen houden op te bestaan.
5.8 Gemeenten.
Het land is bestuurlijk verdeeld in Gemeenten. De Burgemeester wordt gekozen door de
inwoners van de Gemeente. De Burgemeester formeert het College van Burgemeester en
Wethouders. Wethouders treden in functie na goedkeuring door de Raad. De
eindverantwoordelijkheid van het College berust bij de Burgemeester.
5.9 De Grondwet.
Er komt een nieuwe Grondwet welke uitgaat van de soevereiniteit van het volk.
Het volk geeft de Grondwet per referendum zijn legitimiteit. Het recht van initiatief voor
veranderingen van de Grondwet ligt bij het volk.
De Grondwet is de hoogst wet van het land. De Grondwet kan niet ondergeschikt zijn aan
enig statuut of internationaal verdrag.
Alle verdragen die Nederland sluit dienen in overeenstemming te zijn met de Grondwet. Bij
het ontbreken van overeenstemming heeft de Regering het recht van initiatief om een
Grondwetsverandering voor te stellen. Het volk spreekt zich hierover per referendum uit.
6. Voorstel betreffende een nieuwe Grondwet van Nederland

More Related Content

Viewers also liked

Yo te amo
Yo te amoYo te amo
Parc2008v1final
Parc2008v1finalParc2008v1final
Parc2008v1final
Melissa Kunde
 
Alfabetización informática
Alfabetización informáticaAlfabetización informática
Alfabetización informática
denisse lucia sanchez salomon
 
Esquema oape
Esquema oapeEsquema oape
Esquema oape
Digna Campos
 
Floral ID week 10
Floral ID week 10Floral ID week 10
Floral ID week 10
kfshaw
 
Videolog o olho de hórus parte 1
Videolog   o olho de hórus parte 1Videolog   o olho de hórus parte 1
Videolog o olho de hórus parte 1
Gerson Cosme de Souza
 
Apostila Sistema Urinário-2016
Apostila Sistema Urinário-2016Apostila Sistema Urinário-2016
Apostila Sistema Urinário-2016
arn4ldo
 
Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1
Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1
Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1
critter33
 
Chapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slides
Chapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slidesChapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slides
Chapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slides
critter33
 
Tesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parte
Tesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parteTesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parte
Tesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parte
Teorías Enseñanza Aprendizaje Siglo XXI
 
Psicologia e obesidade
Psicologia e obesidadePsicologia e obesidade
Psicologia e obesidade
Bruno Morais Lopes
 
El movimiento rectilineo uniformemente variado
El movimiento rectilineo uniformemente variadoEl movimiento rectilineo uniformemente variado
El movimiento rectilineo uniformemente variado
villacisllanos
 
Circulatorio
CirculatorioCirculatorio
Circulatorio
Magali Feldmann
 
Questões
QuestõesQuestões
Questões
Cléia Carvalho
 
EMC. Apendicectomía laparoscópica
EMC. Apendicectomía laparoscópicaEMC. Apendicectomía laparoscópica
EMC. Apendicectomía laparoscópica
crazus
 
Nervos cranianos e núcleos
Nervos cranianos e núcleosNervos cranianos e núcleos
Nervos cranianos e núcleos
Priscila R. de Menezes
 
(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)
(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)
(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)
UDMAFyC SECTOR ZARAGOZA II
 
Valoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatria
Valoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatriaValoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatria
Valoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatria
miguel hilario
 
Cardiotocography (CTG)
Cardiotocography (CTG)Cardiotocography (CTG)
Cardiotocography (CTG)
limgengyan
 

Viewers also liked (20)

Yo te amo
Yo te amoYo te amo
Yo te amo
 
Reservorios
ReservoriosReservorios
Reservorios
 
Parc2008v1final
Parc2008v1finalParc2008v1final
Parc2008v1final
 
Alfabetización informática
Alfabetización informáticaAlfabetización informática
Alfabetización informática
 
Esquema oape
Esquema oapeEsquema oape
Esquema oape
 
Floral ID week 10
Floral ID week 10Floral ID week 10
Floral ID week 10
 
Videolog o olho de hórus parte 1
Videolog   o olho de hórus parte 1Videolog   o olho de hórus parte 1
Videolog o olho de hórus parte 1
 
Apostila Sistema Urinário-2016
Apostila Sistema Urinário-2016Apostila Sistema Urinário-2016
Apostila Sistema Urinário-2016
 
Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1
Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1
Chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 part 1
 
Chapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slides
Chapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slidesChapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slides
Chapter 1 & chapter 2 living with tectonic hazards gateway 3 2016 slides
 
Tesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parte
Tesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parteTesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parte
Tesis. Inteligencias Múltiples Especialización .2016.2parte
 
Psicologia e obesidade
Psicologia e obesidadePsicologia e obesidade
Psicologia e obesidade
 
El movimiento rectilineo uniformemente variado
El movimiento rectilineo uniformemente variadoEl movimiento rectilineo uniformemente variado
El movimiento rectilineo uniformemente variado
 
Circulatorio
CirculatorioCirculatorio
Circulatorio
 
Questões
QuestõesQuestões
Questões
 
EMC. Apendicectomía laparoscópica
EMC. Apendicectomía laparoscópicaEMC. Apendicectomía laparoscópica
EMC. Apendicectomía laparoscópica
 
Nervos cranianos e núcleos
Nervos cranianos e núcleosNervos cranianos e núcleos
Nervos cranianos e núcleos
 
(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)
(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)
(2015-09-30)PRESCRIPCIÓNDEEJERCICIOFÍSICO(DOC)
 
Valoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatria
Valoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatriaValoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatria
Valoracion de Enfermeria en el paciente de Salud mental y psiquiatria
 
Cardiotocography (CTG)
Cardiotocography (CTG)Cardiotocography (CTG)
Cardiotocography (CTG)
 

Similar to Voorstel voor een nieuwe grondwet

Pieter over de democratie in nederland
Pieter over de democratie in nederlandPieter over de democratie in nederland
Pieter over de democratie in nederland
Albert Walters
 
RECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdf
RECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdfRECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdf
RECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdf
ifudofhumanrights
 
Ppt Vlaamsparlement
Ppt  VlaamsparlementPpt  Vlaamsparlement
Ppt Vlaamsparlement
sarahvandermeiren
 
Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)G1000org
 
College Constitutioneel recht UvA Matching-1.ppt
College Constitutioneel recht UvA Matching-1.pptCollege Constitutioneel recht UvA Matching-1.ppt
College Constitutioneel recht UvA Matching-1.ppt
YanaVanBaest
 
Scriptie Constitutionele Toetsing
Scriptie Constitutionele ToetsingScriptie Constitutionele Toetsing
Scriptie Constitutionele ToetsingThomas Anthony
 
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999 PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
Persoonlijke studie teksten
 
Presentatie jenny goldschmidt
Presentatie jenny goldschmidtPresentatie jenny goldschmidt
Presentatie jenny goldschmidt
Dovenschap
 
Het huis van Thorbecke staat op instorten!
Het huis van Thorbecke staat op instorten!Het huis van Thorbecke staat op instorten!
Het huis van Thorbecke staat op instorten!
Maurice de Hond
 
Blowende burgemeester kop van Jut voor De Crem
Blowende burgemeester kop van Jut voor De CremBlowende burgemeester kop van Jut voor De Crem
Blowende burgemeester kop van Jut voor De Crem
Thierry Debels
 
Calvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlementCalvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlement
Thierry Debels
 
3.6 en 3.7 regering en parlement
3.6 en 3.7 regering en parlement3.6 en 3.7 regering en parlement
3.6 en 3.7 regering en parlement
Maatschappijleer Sjm
 
Democratie, rechtsstaat en dictatuur
Democratie, rechtsstaat en dictatuur Democratie, rechtsstaat en dictatuur
Democratie, rechtsstaat en dictatuur
Niek Nijenkamp
 
Eerste en Tweede Kamer politiek
Eerste en Tweede Kamer politiek Eerste en Tweede Kamer politiek
Eerste en Tweede Kamer politiek
Niek Nijenkamp
 
EU wil nieuw migratiepact
EU wil nieuw migratiepactEU wil nieuw migratiepact
EU wil nieuw migratiepact
Thierry Debels
 
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
RemyBalistreri
 
Burgeropsporing OM congres 2008
Burgeropsporing OM congres 2008Burgeropsporing OM congres 2008
Burgeropsporing OM congres 2008Twittercrisis
 
Burgeropsporing o mcongres2008
Burgeropsporing o mcongres2008Burgeropsporing o mcongres2008
Burgeropsporing o mcongres2008Frank Smilda
 
Veranderingen Bestuur Nederland
Veranderingen Bestuur NederlandVeranderingen Bestuur Nederland
Veranderingen Bestuur Nederland
GJ Reusch
 

Similar to Voorstel voor een nieuwe grondwet (20)

Pieter over de democratie in nederland
Pieter over de democratie in nederlandPieter over de democratie in nederland
Pieter over de democratie in nederland
 
RECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdf
RECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdfRECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdf
RECHTSSTAAT en DEMOCRATIE tegenonderzoek.pdf
 
Ppt Vlaamsparlement
Ppt  VlaamsparlementPpt  Vlaamsparlement
Ppt Vlaamsparlement
 
Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)Manifest van de G1000 (NL)
Manifest van de G1000 (NL)
 
College Constitutioneel recht UvA Matching-1.ppt
College Constitutioneel recht UvA Matching-1.pptCollege Constitutioneel recht UvA Matching-1.ppt
College Constitutioneel recht UvA Matching-1.ppt
 
Scriptie Constitutionele Toetsing
Scriptie Constitutionele ToetsingScriptie Constitutionele Toetsing
Scriptie Constitutionele Toetsing
 
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999 PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
PVDA - Politiek en Tactiek - Resolutie 1999
 
Presentatie jenny goldschmidt
Presentatie jenny goldschmidtPresentatie jenny goldschmidt
Presentatie jenny goldschmidt
 
Het huis van Thorbecke staat op instorten!
Het huis van Thorbecke staat op instorten!Het huis van Thorbecke staat op instorten!
Het huis van Thorbecke staat op instorten!
 
Blowende burgemeester kop van Jut voor De Crem
Blowende burgemeester kop van Jut voor De CremBlowende burgemeester kop van Jut voor De Crem
Blowende burgemeester kop van Jut voor De Crem
 
Calvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlementCalvo wil burgers via loterij in parlement
Calvo wil burgers via loterij in parlement
 
3.6 en 3.7 regering en parlement
3.6 en 3.7 regering en parlement3.6 en 3.7 regering en parlement
3.6 en 3.7 regering en parlement
 
Democratie, rechtsstaat en dictatuur
Democratie, rechtsstaat en dictatuur Democratie, rechtsstaat en dictatuur
Democratie, rechtsstaat en dictatuur
 
Eerste en Tweede Kamer politiek
Eerste en Tweede Kamer politiek Eerste en Tweede Kamer politiek
Eerste en Tweede Kamer politiek
 
EU wil nieuw migratiepact
EU wil nieuw migratiepactEU wil nieuw migratiepact
EU wil nieuw migratiepact
 
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat4 ml dilemma h2 rechtsstaat
4 ml dilemma h2 rechtsstaat
 
Burgeropsporing OM congres 2008
Burgeropsporing OM congres 2008Burgeropsporing OM congres 2008
Burgeropsporing OM congres 2008
 
Burgeropsporing o mcongres2008
Burgeropsporing o mcongres2008Burgeropsporing o mcongres2008
Burgeropsporing o mcongres2008
 
Politiek
PolitiekPolitiek
Politiek
 
Veranderingen Bestuur Nederland
Veranderingen Bestuur NederlandVeranderingen Bestuur Nederland
Veranderingen Bestuur Nederland
 

Voorstel voor een nieuwe grondwet

  • 1. Wij, het Volk van Nederland, Voorstel voor een Nieuw Staatsbestel en een Nieuwe Grondwet
  • 2. Inhoud. 1. Waarom een nieuw Staatsbestel en een nieuwe Grondwet? 2. Beknopte geschiedenis van ons Staatsbestel en onze Grondwet 3. Ons huidige Staatsbestel nader bekeken. 4. Onze huidige Grondwet nader bekeken. 5. Een nieuw Staatsbestel. 6. Een nieuwe Grondwet
  • 3. 1. Waarom een nieuw Staatsbestel en een nieuwe Grondwet? Nederland is een democratisch land. In principe beslist de meerderheid waarbij de grondrechten in acht dienen te worden genomen en de algemene rechtsbeginselen dienen te worden gerespecteerd. Nederland heeft daarbij een representatieve, parlementaire democratie. Waarom dan een nieuw Staatsbestel en een nieuwe Grondwet? Omdat het land in werkelijkheid een stuk minder democratisch is dan het lijkt. Omdat Regering en Staten Generaal, het Parlement, bij tijd en wijle belangrijke beslissingen nemen die diametraal staan tegenover hetgeen de meerderheid van de kiezers zou willen. Omdat door het ontbreken van een Constitutioneel Hof, Regering en Staten Generaal in laatste instantie zelf beslissen of voorstellen constitutioneel zijn of niet. Omdat als het er werkelijk op aan komt niemand in Nederland verantwoordelijk is. Omdat in de grond van de zaak het Nederlandse volk vanaf het allereerste begin nooit betrokken is geweest en nog steeds niet werkelijk berokken wordt bij wijzigingen van de Grondwet. Omdat hierdoor de legitimiteit van de Grondwet niet meer vanzelfsprekend is; niemand de Grondwet kent en niemand die er trots op is. Omdat als er niets gebeurt grote groepen kiezers zich nooit betrokken zullen voelen bij het bestuur van het land. Omdat dit op den duur funest zal zijn voor het land. Nederland is een democratisch land! Theoretisch klopt dit als een bus; alle belangrijke beslissingen, voor zover niet reeds in Brussel genomen, worden uiteindelijk door de Staten Generaal genomen. En wat de democratie betreft, wij mogen toch eens in de vier jaar gaan stemmen voor de Tweede Kamer? Bovendien mogen we voor de Provinciale Staten, de Waterschappen en de Gemeenteraad stemmen. Democratie aan alle kanten dus! Maar wat valt er eigenlijk te kiezen voor Provinciale Staten, Waterschappen en Gemeenten? Nederland is een eenheidsstaat. Volgens de Grondwet is er niets waar de Rijksoverheid zich niet mee mag bemoeien voor wat betreft het bestuur van Provincies, Waterschappen en Gemeenten. Dit terwijl Nederland de mond vol heeft over subsidiariteit waar het Europa betreft. Maar van subsidiariteit in eigen huis is geen sprake. Provincies, Waterschappen en Gemeenten krijgen van Den Haag alleen bestuurlijke kruimels toegeworpen die Den Haag ook weer naar believen kan veranderen. De kiezer voelt dit alles haarfijn aan. De kiezer heeft dan ook vrijwel geen belangstelling voor Provinciale verkiezingen want er valt niets wezenlijks te kiezen. Bovendien worden verkiezingsuitslagen steevast maar op één manier geïnterpreteerd, namelijk om te zien hoe de zittende Regering in Den Haag door de kiezer wordt beoordeeld. Verkiezingen voor de Waterschappen? Wat valt er te kiezen? De dijken vijf centimeter hoger of lager? Er valt helemaal niets te kiezen. De kiezer laat het hier dan ook massaal afweten. Verkiezingen voor de Gemeenteraad? Inkomsten en uitgaven van Gemeenten worden vrijwel volledig bepaald door de Rijksoverheid. En als het dan nog mis gaat komt de betreffende Gemeente onder curatele van deze zelfde Rijksoverheid! De enige verkiezingen in Nederland die er toe doen zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Niet alleen levert dit 150 volksvertegenwoordigers op, maar op miraculeuze wijze ook nog een Regering. Echter Tweede Kamer en Regering nemen bij tijd en wijle belangrijke beslissingen die diametraal staan tegenover hetgeen de meerderheid van de kiezers zou willen. In de praktijk is ons land een stuk minder democratisch dan het lijkt. Nederland heeft een representatieve, parlementaire democratie. Niet dat het volk daar ooit voor heeft gekozen; het is eenvoudigweg van bovenaf opgelegd. Binnen dit systeem kiest het
  • 4. volk zijn vertegenwoordigers die vervolgens de voor het land belangrijke en minder belangrijke beslissingen nemen. Met politieke partijen die coalities moeten vormen is het hoogst onwaarschijnlijk dat iedere beslissing, die door de volksvertegenwoordiging is genomen met een meerderheid van stemmen. ook de goedkeuring van een meerderheid van het volk zou hebben gehad. Theoretisch beslist de meerderheid van het volk maar in de praktijk zal dat niet altijd gebeuren. Een ondubbelzinnig voorbeeld hiervan betreft het “raadgevend” referendum over de zogenoemde Europese Grondwet. Regering en Staten Generaal hebben zich uitdrukkelijk voor de Grondwet uitgesproken. Daarbij heeft de Regering bovendien nog eens met gebruikmaking van belastinggeld met man en macht geprobeerd de kiezers te overtuigen dat zij “voor” moesten stemmen. De Regering had kennelijk weinig vertrouwen in de kiezer. Daar bleek de Regering gelijk in te hebben want de kiezers stemden in meerderheid “tegen”. Waarom stemde de meerderheid tegen? Een veelheid van redenen zijn aangevoerd, waaronder de invoering van de Euro, de uitbreiding van Europa, zaken waar de kiezers geen enkele invloed op hadden. Een beter bewijs dat Regering en Staten Generaal bij belangrijke beslissingen niet altijd de wil van de meerderheid van de kiezers tot uitdrukking brengen is moeilijk te vinden. Regering en Staten Generaal worden geacht binnen het kader van de Grondwet te opereren daarbij geadviseerd door de Raad van State. De adviezen van de Raad zijn echter niet bindend. Door het ontbreken van een Constitutioneel Hof in ons staatsbestel kunnen in laatste instantie Regering en Staten Generaal zelf bepalen of hun voorstellen constitutioneel zijn of niet. Verantwoordelijkheid! Het woord verantwoordelijk komt in de Nederlandse Grondwet maar één keer voor. Maar dan wel in negatieve zin, namelijk om aan te duiden dat iemand NIET verantwoordelijk is. Artikel 42.2 van de Grondwet stelt. De Koning is onschendbaar. De Ministers zijn verantwoordelijk. De Grondwet zegt dus letterlijk dat het Staatshoofd, de Koning, grondwettelijk geen enkele verantwoordelijkheid heeft. Dit artikel verscheen voor het eerst in de Grondwet van 1848 teneinde de bijna onbegrensde macht van de Koning in te perken. Onze huidige westerse democratische samenleving daarentegen is juist gebaseerd op de persoonlijke verantwoordelijkheid van mensen voor hun doen en laten. In een dergelijke samenleving past het niet meer het Staatshoofd grondwettelijk geen enkele verantwoordelijkheid te geven. De Ministers zijn dus verantwoordelijk! Maar als het er werkelijk op aan komt geven zij niet thuis. Het meest schrijnende voorbeeld hiervan zijn de gebeurtenissen in Srebrenica in 1995. Nederland stuurde daar onder auspiciën van de Verenigde Natie een bataljon naar toe om de moslimbevolking te beschermen. Naar algemeen oordeel met veel te lichte wapens voor een effectieve bescherming. De gevolgen zijn bekend; bijna 8000 mannen werden vermoord. Maar niemand in Nederland die zich op dat moment verantwoordelijk voelde. De minister van defensie niet, de minister president niet en ook de Tweede Kamer waste zijn handen in onschuld. In 2002 kwam van het rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie over deze gebeurtenissen uit. In het rapport wordt de Nederlandse overheid verweten met het uitzenden van de militairen een onverantwoorde beslissing te hebben genomen: slecht mandaat, slechte voorbereiding en slechte uitrusting. Pas na het uitkomen van het rapport, dus zeven jaar na de massamoord, nam de Regering de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen. Ons huidige staatsbestel is terug te voeren tot 1813. In dat jaar keerde de zoon van de laatste stadhouder Willem V terug uit Engeland waar de familie in ballingschap had geleefd. In een
  • 5. proclamatie werd deze prins niet, zoals je zou verwachten, tot stadhouder maar tot soeverein vorst uitgeroepen. Het Nederlandse volk werd niet naar zijn mening gevraagd. De soevereine vorst liet een Grondwet ontwerpen waarin hij de vrijwel absolute macht kreeg. Deze Grondwet liet hij goedkeuren, niet door een gekozen Parlement, maar door een Grote Vergadering bestaande uit 600 door hem persoonlijk benoemde notabelen. Het Nederlandse volk werd niet naar zijn mening gevraagd. Zelfs nu, bijna 200 jaar later, worden grondwetswijzigingen doorgevoerd waarbij het volk nog steeds in feite buiten spel wordt gezet. Een wijziging van de Grondwet vindt plaats in twee lezingen. In eerste lezing wordt met een gewone meerderheid gestemd. Daarna wordt de Staten Generaal ontbonden en nieuwe verkiezingen uitgeschreven. In de nieuwe Staten Generaal is een meerderheid van tenminste tweederden van het aantal stemmen vereist om een grondwetswijziging goed te keuren. De verkiezingen voor een grondwetswijziging vallen altijd samen met de reguliere vierjaarlijkse verkiezingen voor de Tweede Kamer. Behalve met één of meer grondwetswijzigingen wordt de kiezer op deze manier tijdens deze verkiezingen geconfronteerd met een veelheid aan andere thema’s, zoals zorg, milieu, werkgelegenheid. Het is op deze manier onmogelijk om te weten of de meerderheid van de kiezers, en in dit geval een tweederde meerderheid, “voor” of “tegen” een bepaalde grondwetswijziging is. Zeer verhelderend in dit opzicht is artikel 91.3 van onze huidige Grondwet: Indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, kunnen de kamers de goedkeuring alleen verlenen met ten minste tweederden van het aantal uitgebrachte stemmen. Goedkeuring van een dergelijk verdrag komt neer op een onverbloemde grondwetswijziging. Echter een grondwetswijziging waarbij de kiezer volledig buiten spel wordt gezet. Het is ondenkbaar dat een tweederde meerderheid van de kiezers “voor” artikel 91.3 zou hebben gestemd. De hele procedure van grondwetswijzigingen leidt tot wijzigingen waarbij het volk in feite niets te vertellen heeft en, gezien de hele voorgeschiedenis, zelfs de vraag doen rijzen of onze huidige Nederlandse Grondwet wel rechtsgeldig is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onze Grondwet voor vrijwel iedereen een volslagen onbekend document is. Er is niemand die zich daar mee verbonden voelt; niemand die er trots op is. In onze parlementaire democratie is de kiezersinvloed tot een absoluut minimum beperkt. En dat terwijl Nederland een bevolking heeft die steeds beter is opgeleid en steeds mondiger wordt en daarom niet behandeld kan blijven worden op de manier waarop dat bij de introductie van de Grondwet van 1848 gebruikelijk was. Blijft dat wel zo dan zullen grote groepen kiezers zich nooit betrokken voelen bij het bestuur van het land. Er zullen op de een of andere manier vormen van meer directe kiezersinvloed moeten worden gevonden waarbij ook de verantwoordelijkheden binnen het Staatsbestel beter moeten worden vastgelegd. Een beweging in de richting van bijvoorbeeld een districtenstelsel of referenda. De “politiek” heeft er echter alle belang bij de status-quo te handhaven en er zijn daarom vanuit die hoek geen initiatieven voor verandering van het Staatsbestel te verwachten. Daarom hierbij een voorstel voor een nieuwe Staatsbestel een nieuwe Grondwet met de hoop hiermee een bijdrage te leveren aan de broodnodige discussie over de toekomst van ons land.
  • 6. 2. Beknopte geschiedenis van ons Staatsbestel en onze Grondwet. 2.1 Nederland als deel van het Spaanse Rijk. Tegen het einde van de zestiende eeuw waren de noordelijke en de zuidelijke Nederlandse gewesten een onderdeel van het Spaanse rijk met Philips de Tweede als koning. De Spaanse koning had zo zijn eigen ideeën over belastingmaatregelen (invoering van de Tiende Penning) en over de vrijheid van godsdienst. Deze ideeën schoten een aantal noordelijke gewesten in het verkeerde keelgat met als resultaat de tachtig jarige oorlog. 2.2 De Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden. In 1579 sloten deze noordelijke gewesten de Unie van Utrecht teneinde sterker te staan tegen de gezamenlijke vijand. De Unie van Utrecht werd in 1581 gevolgd door de Acte van Verlatinghe waarin de noordelijke gewesten zich formeel onafhankelijk verklaarden. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was geboren. De Unie van Utrecht kan met enig recht gezien worden als de eerste, zij het confederale, grondwet van deze Verenigde Nederlanden. De Republiek was een statenbond die naar buiten toe als eenheid fungeerde met een gemeenschappelijk leger. De afzonderlijke gewesten hielden echter een grote mate van autonomie en hadden allen een even belangrijke stem in de gemeenschappelijke vergadering van de Staten-Generaal. De leden van de Staten-Generaal hadden recht op ruggespraak. Binnen elk gewest hadden de steden eveneens een grote mate van autonomie. Hoge bestuursfuncties waren in handen van een beperkt aantal rijke families en alleen leden van de Gereformeerde Kerk konden bestuursfuncties en openbare ambten bekleden. In de Republiek was Holland het rijkste gewest en had dan ook het meeste te vertellen. De Raadpensionaris van Holland verenigde in zich min of meer de functies van minister- president, minister van financiën en minister van buitenlandse zaken. De Stadhouders (nakomelingen van Willem van Oranje) waren opperbevelhebber van de strijdkrachten en hadden ook grote politieke invloed. Stadhouder en Raadpensionaris verschilden nog wel eens van mening. 2.3 De Bataafse Republiek. Het jaar 1789 was het jaar van de Franse revolutie. Met revolutionair elan vallen Franse troepen vervolgens in 1794 de Republiek binnen. De stadhouder Willem V vlucht naar Engeland en het land gaat verder onder de naam Bataafse Republiek, in feite een Franse vazalstaat De Bataafse Republiek werd een eenheidsstaat waarin de autonomie van gewesten en steden werd afgeschaft. De wetgevende macht kwam te berusten bij een gekozen parlement. Kiesrecht kregen alle mannen die in hun eigen onderhoud konden voorzien en konden lezen en schrijven. De uitvoerende macht kwam te berusten bij een centrale Regering welke werd gekozen door het Parlement. Kerk en Staat werden gescheiden. In 1798 treedt een nieuwe Grondwet van de Bataafse Republiek in werking. Onder sterke invloed van de Verlichting, maar ook onder erkenning van een albestuurend Opperwezen, gaat deze Grondwet uit van de soevereiniteit van het volk en bevat belangrijke grondrechten: - Een ieder is gelijk voor de wet; - De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers; - Het recht om verzoeken bij het bevoegd gezag in te dienen; - Het recht van vergaderen; - De vrijheid van godsdienst;
  • 7. - De onschendbaarheid van de eigen woning; Daarnaast komen ook een aantal sociale grondrechten naar voren: - De maatschappij verschaft arbeid aan de nijveren., onderstand aan den onvermogenden en opvoeding van verworpen kinders - De maatschappij ontvangt alle vreemdelingen die de weldaaden der vrijheid vreedzaam wensen te genieten. 2.4 Het Koninkrijk Holland; inlijving van Nederland bij Frankrijk. In 1806 hief Napoleon de Bataafse Republiek op en verving die door het Koningrijk Holland met zijn broer Lodewijk Napoleon als koning. Toen Lodewijk Napoleon de Franse belangen niet genoeg behartigde in de ogen van zijn grote broer werd Nederland in 1810 bij Frankrijk ingelijfd. 2.5 Nederland weer onafhankelijk; de Grondwet van 1814. Nadat Napoleon verslagen was keerde de erfstadhouder prins Willem Frederik, zoon van stadhouder Willem V, eind 1813 vanuit Engeland terug naar Nederland. In een proclamatie werd de prins niet tot stadhouder, maar tot soeverein vorst (prins) uitgeroepen. Willem Frederik liet een Grondwet ontwerpen waarin hijzelf vrijwel alles te vertellen had. De vorst benoemde 600 personen die deel moesten uitmaken van een Grote Vergadering van Notabelen die over de nieuwe Grondwet moesten stemmen. Bij stemming bleken maar weinigen tegen te hebben gestemd. Volgens deze Grondwet was niet het volk maar de vorst soeverein. Het hoofdstuk over de macht van de vorst vermeldt dat hij: - Bij uitsluiting het opperbestuur over de koloniën en overzeese bezittingen van de Staat heeft; - Beslist over oorlog en vrede; - Het recht heeft om verbonden en verdragen met andere mogendheden te sluiten en dientengevolge het bestuur over de buitenlandse betrekkingen heeft; - Het opperbestuur heeft over de algemene geldmiddelen. De Koning regeert; hij is de Regering. Er is een Parlement, de Staten-Generaal bestaande uit één kamer met 55 leden De vorst heeft het recht om aan de Staten-Generaal wetten voor te dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordrachten door de Staten-Generaal hem gedaan al of niet goed te keuren. De Staten-Generaal vergaderen tenminste éénmaal per jaar en verder zo vaak als de vorst het nodig oordeelt.. De zittingen kunnen ook weer gesloten worden indien de vorst langer bijeenblijven niet in het belang van het land oordeelt. De vorst beslist in alle zaken nadat hij eerst advies heeft ingewonnen bij de Raad van State; hij benoemt en ontslaat de leden van de Raad naar eigen goedvinden. De samenstelling van de parlementen van de provinciën, de Staten, wordt geregeld door de vorst. De provinciale commissarissen zitten de vergaderingen van de Staten voor; zij volgen de instructies van de vorst. De Staten van de provincies benoemen de leden van de Staten- Generaal. De Hoge Raad der Verenigde Nederlanden is het opperste gerechtshof in het land. De leden worden door de vorst benoemd uit een nominatie van drie. De Procureur-Generaal wordt door de vorst direct aangesteld. De Christelijk Hervormde Godsdienst is die van de vorst. De Christelijk Hervormde Kerk is bij voortduring verzekerd van de voldoening van zijn uitgaven uit s’lands kas. De vorst beslist
  • 8. in billijkheid waar het andere denominaties betreft. Aan alle bestaande Godsdiensten wordt wel gelijke bescherming verleend. 2.6 Nederland en België samengevoegd; de Grondwet van 1815. Met de verslagen Napoleon, naar men dacht, veilig opgeborgen in Elba kwamen de toenmalige grote mogendheden, Oostenrijk, Rusland, Pruisen en Groot Brittannië in 1814/1815 in Wenen bijeen teneinde het machtsevenwicht tussen de landen in Europa te herstellen en de vrede te bewaren. Behalve dat er op het Congres veel werd gefeest en gedanst werden er ook een aantal belangrijke besluiten genomen. Eén van die besluiten hield in dat de Noordelijke Nederlanden werden samengevoegd met de Oostenrijkste Nederlanden (min of meer het huidige België) teneinde het Koninkrijk der Nederlanden te vormen met prins Willem Frederik als Koning Willem I. En passant werd de Koning ook groothertog van Luxemburg. Het Koninkrijk kreeg een nieuwe grondwet waarin de Koning zijn macht nog verder wist te consolideren. De Regering, dat is nog steeds de Koning. Daarbij wordt nu formeel vastgelegd dat de wetgevende macht gezamenlijk door de Koning en de Staten- Generaal wordt uitgeoefend. De Staten-Generaal bestaat voortaan uit twee kamers; een indirect gekozen Tweede Kamer met 110 leden en een Eerste Kamer met tussen de 40 en de 60 door de Koning voor het leven benoemde leden. Voor alle belangrijke functies in de staat beslist de Koning wie daarin wordt benoemd. 2.7 België onafhankelijk; grondwetsherziening 1840. De merendeels katholieke zuidelijke Nederlanden waren niet verrukt met de vereniging met de merendeels protestantse noordelijke Nederlanden. Noord en zuid hadden in de Tweede Kamer evenveel leden terwijl het zuiden meer inwoners had. Er waren grieven over de taal. In 1830 komt er een opstand in het zuiden. De Koning zendt troepen om de opstand te onderdrukken maar dat weerhoudt de zuidelijke inwoners er niet van om datzelfde jaar de zelfstandige staat België uit te roepen. Deze staat wordt door de Europese mogendheden erkend maar de Koning weigert zich hierbij neer te leggen. In 1831 vindt de Tiendaagse Veldtucht tegen België plaats maar het Nederlandse leger moet zich terug trekken na interventie van Frankrijk. Pas in 1839 komt er een scheidingsverdrag waarbij Limburg wordt verdeeld in en een Nederlands en Belgisch deel. Uiteindelijk in 1840, tien jaar na de afscheiding, wordt dit formeel in de grondwet vastgelegd. 2.8 Thorbecke; de Grondwet van 1848. 2.9 Grondwetsherzieningen sinds 1848. Grondwetsherziening van 1917. Op twee cruciale punten wordt de Grondwet ingrijpend gewijzigd. Ten eerste komt er algemeen kiesrecht. Daarvoor gold het censuskiesrecht, waarbij alleen die mannen mochten stemmen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden. Ten tweede wordt bepaald dat het bijzonder, christelijke onderwijs net als het openbaar onderwijs volledige financiële overheidssteun krijgt. Daarvoor kregen bijzondere scholen niets of maar een beperkte subsidie. 2.10 Samenvatting. Onze huidige Grondwet is het resultaat van een machtsstrijd. Een machtsstrijd tussen aan de ene kant de Koning die zijn macht en voorrechten niet wilde afstaan en een kleine mannelijke elite die meer democratische rechten voor zichzelf opeiste en juist meer macht wilde
  • 9. verkrijgen. Bij de totstandkoming van onze Grondwet is het volk, laat staan de vrouwen, nooit geraadpleegd. Onze huidige Grondwet is een van bovenaf opgelegd document.
  • 10. 3. Ons huidige Staatsbestel nader bekeken. 3.1 De Regering. Artikel 42 van onze huidige Grondwet stelt: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. Normaal gesproken zou dit inhouden dat zowel de Koning als de ministers verantwoordelijk zijn voor het doen en laten van de regering. Zo zou dit althans universeel worden opgevat. Echter kennelijk niet in Nederland, want zo vervolgt artikel 42: De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Gezien door de ogen van een onpartijdige waarnemer is het tweede gedeelte van artikel 42 strijdig met het eerste gedeelte. 3.2 De Staten-Generaal. 3.3 De Raad van State. De onder 3.1 genoemde tegenstrijdigheid wordt nog eens extra benadrukt in het hoofdstuk over de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Artikel 74 stelt: De Koning is voorzitter van de Raad van State. Volgens de letter van de Grondwet zijn de ministers dus verantwoordelijk voor het advies van de Raad van State aan diezelfde ministers. Dat de praktijk in Nederland anders is dan in de grondwet beschreven toont aan dat de grondwet niet serieus wordt genomen. Ook het idee van persoonlijke verantwoordelijkheid van mensen, een idee waarop onze hele westerse samenleving is gebaseerd, wordt niet serieus genomen. De Raad van State is het hoogste adviesorgaan over wetgeving en bestuur en tegelijkertijd de hoogste bestuursrechter van het land.
  • 11. 4. Onze huidige Grondwet nader bekeken. 4.1 De titel van de Grondwet. De huidige Nederlandse Grondwet is getiteld “Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden”. Het Koninkrijk omvat (2007) de drie landen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba. De huidige Nederlandse Grondwet regelt echter alleen de staatsinrichting van Nederland en niet de staatsinrichtingen van de Nederlandse Antillen en Aruba. De huidige Nederlandse Grondwet is dus niet de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden, maar “alleen”de Grondwet van Nederland. Het “Statuut voor het Koninkrijk de Nederlanden” is de feitelijke Grondwet van het Koninkrijk. De huidige Nederlandse Grondwet is ondergeschikt aan dit Statuut. De Nederlandse Grondwet is de hoogste wet van het land en zou bijgevolg niet ondergeschikt kunnen en mogen zijn aan welk verdrag dan ook. 4.2 Wat is het doel van onze grondwet? Waarom hebben we een grondwet? Wat is het doel? Waarom liggen er geen hogere gedachten aan ten grondslag? Onze huidige grondwet zwijgt hierover omdat onze grondwet veeleer het resultaat is van machtsoverwegingen dan van ideële uitgangspunten. Nederland zou wat dit betreft een voorbeeld kunnen nemen aan bijvoorbeeld de Zwitserse Grondwet. Deze stelt in de préambule: In naam van de Almachtige God! Het volk en de kantons van Zwitserland, Zich bewust van hun verantwoordelijkheid tegenover de Schepping, Vastbesloten om hun verbintenis te vernieuwen Teneinde de vrijheid, de democratie, de onafhankelijkheid en de vrede te verstreken In een geest van solidariteit en openheid naar de wereld, Vastbesloten om samen te leven in verscheidenheid rechtvaardigheid en met respect voor de ander, Bewust van de gezamenlijke verworvenheden en hun plicht hun verantwoordelijkheden tegenover toekomstige generaties te verzekeren, Wetend dat alleen hij vrij is die zijn vrijheid goed gebruikten wetend dat de kracht van de gemeenschap afgemeten wordt aan het welzijn van de zwaksten, Hebben de volgende Grondwet aangenomen. 4.3 De Soevereiniteit. De huidige Nederlandse Grondwet laat de vraag waar de macht vandaan komt volledig onbeantwoord. Vroeger, nog niet zo lang geleden, was dit voor brede lagen van de bevolking geen probleem. De Koning regeerde bij de Gratie Gods en was derhalve alleen verantwoording schuldig aan God. Op een kleine minderheid na zullen de meeste mensen dit tegenwoordig niet meer zo zien. Onze huidige Nederlandse Grondwet gaat niet uit van de volkssoevereiniteit maar stelt daar ook geen ander concept voor in de plaats.
  • 12. Afgezien van het Verenigd Koninkrijk dat helemaal geen geschreven Constitutie kent, gaan alle Europese landen, en impliciet zelfs Nederland, uit van de volkssoevereiniteit Dat het geloof in God en de volkssoevereiniteit heel wel kunnen samengaan laat de Grondwet van de Bataafse Republiek zien toen Nederland nog een zeer Christelijk land was. Ook de Grondwetten van Duitsland en Zwitserland verenigen het geloof in God met de volkssoevereiniteit. De politieke elite in Nederland durft het, om welke reden dan ook, niet aan om dit expliciet in de Grondwet te zetten, terwijl dit toch wel de essentie van een democratisch bestel is. Nederland kan er niet omheen. De Grondwet dient te stellen: Nederland is een democratisch land. De opperste macht berust bij het volk. 4.4 De Grondrechten. Artikel 1. De eerste zin van artikel 1, de parel aan de kroon van onze huidige Grondwet, verkondigt het gelijkheidsbeginsel dat het fundament is van onze rechtsstaat: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Deze bewoording roept vraagtekens op. Gelijk behandeld door wie? En wie bepaalt wanneer gevallen gelijk zijn? Dit kan alleen maar de rechter zijn die met in achtneming van alle rechtsbeginselen een uitspraak doet aan de hand van de wet. Uiteindelijk gaat het dus om de wet. Waarom dit dan niet, zoals in de Grondwetten van veel andere landen, meteen gezegd: Een ieder is gelijk voor de wet. Artikel 3. Artikel 3 van onze huidige Grondwet stelt: Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens daarentegen stelt in artikel 21.2: Toute personne a droit à accéder, dans des conditions d’égalité, aux fonctions publiques de son pays. hetgeen inhoudt dat ieder op voet van gelijkheid toegang heeft tot de publieke functies van zijn of haar land. Artikel 3 van onze huidige Grondwet is duidelijk niet in overeenstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 4.5 De Regering. Aan de Koning zijn 19 artikelen in de Grondwet gewijd, aan de Regering slechts negen. De vrijdom van successierechten van de Koning is in de huidige Grondwet beter gegarandeerd dan de grondrechten van de individuele burger. De grondrechten kunnen bij gewone wet worden beperkt terwijl voor beperking van de vrijdom van successierechten een grondwetswijziging noodzakelijk is.
  • 13. 5. Een nieuw Staatsbestel. 5.1 De Koning. De Koning is het Staatshoofd. De Koning vervult zijn taken naar eigen inzicht en verantwoordelijkheid. De Ministers zijn niet verantwoordelijk voor het handelen van de Koning. Wetten treden in werking nadat zij door het Staatshoofd zijn ondertekend. De Koning kan weigeren een wet te ondertekenen. Een parlementaire procedure kan daarna de wet alsnog in werking laten treden. De Koning is geen lid van de Regering noch van de Raad van State. 5.2 De Regering. De Eerste Minister wordt gekozen door het volk. De Eerste Minister formeert de Regering. Ministers treden in functie na goedkeuring door het Parlement. De eindverantwoordelijkheid van de Regering berust bij de Eerste Minister. 5.3 Het Parlement. Het Parlement bestaat uit één kamer met 75 leden. Parlementsleden worden gekozen per provincie. 5.4 Constitutioneel Hof De Hoge Raad der Nederlanden is het Constitutionele Hof van het land. 5.5 De Raad van State. De Raad van State adviseert de Regering en het Parlement omtrent alle zaken betreffende de Europese Unie. 5.6 De Provincies. Provincies hebben geen bestuurlijke taken. Provincies fungeren als kiesdistricten. 5.7 De Waterschappen. Waterschappen houden op te bestaan. 5.8 Gemeenten. Het land is bestuurlijk verdeeld in Gemeenten. De Burgemeester wordt gekozen door de inwoners van de Gemeente. De Burgemeester formeert het College van Burgemeester en Wethouders. Wethouders treden in functie na goedkeuring door de Raad. De eindverantwoordelijkheid van het College berust bij de Burgemeester. 5.9 De Grondwet. Er komt een nieuwe Grondwet welke uitgaat van de soevereiniteit van het volk. Het volk geeft de Grondwet per referendum zijn legitimiteit. Het recht van initiatief voor veranderingen van de Grondwet ligt bij het volk. De Grondwet is de hoogst wet van het land. De Grondwet kan niet ondergeschikt zijn aan enig statuut of internationaal verdrag. Alle verdragen die Nederland sluit dienen in overeenstemming te zijn met de Grondwet. Bij het ontbreken van overeenstemming heeft de Regering het recht van initiatief om een Grondwetsverandering voor te stellen. Het volk spreekt zich hierover per referendum uit.
  • 14. 6. Voorstel betreffende een nieuwe Grondwet van Nederland