Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld HuberMVO Nederland
Op 4 december jl. organiseerde het MVO Netwerk Zorg het Congres Gezonde Zorg, hét Congres waarbij duurzame gezondheid, energie voor gezonde vernieuwing en Lef in Leiderschap centraal staat. Machteld Huber over het nieuwe concept 'Positieve Gezondheid' en de impact ervan op de zorgsector
Wat zijn de onderzoekingen die dienen te gebeuren op spoedopname wanneer er zich een patiënt aanmeldt met alleen maar depressieve klachten?
Wanneer is deze patiënt ontslagklaar op spoedopname en kan hij worden verwezen naar de dienst psychiatrie?
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...Mike de Groot
De pilot Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel (THL) is na twee jaar succesvolle toepassing in acht regio’s klaar om landelijk uitgerold te worden. De Hersenstichting nam in 2013 het initiatief om de sector te bewegen een zorgstandaard voor deze groep patiënten te ontwikkelen. Doel was om een einde te maken aan de onvoldoende samenhang en afstemming in de zorg voor hersenletsel. De Hersenstichting wil dat de Zorgstandaard de komende jaren ook écht overal wordt toegepast in de dagelijkse praktijk.
Het vinden van de juiste zorg is het grootste probleem voor patiënten met Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) en hun mantelzorgers. Deze groep blijkt de zorg rond NAH te ervaren als een doolhof.
Dit bleek uit een onderzoek dat de Hersenstichting in 2011 heeft laten uitvoeren onder patiënten, mantelzorgers, professionals en brancheorganisaties.
Ze weten niet waar ze terecht kunnen met hun zorgvraag en krijgen met veel verschillende zorgverleners te maken. Ook bleek de afstemming en samenhang in de zorg voor hersenletsel onvoldoende. Dit was voor de Hersenstichting aanleiding om het initiatief te nemen om een Zorgstandaard te ontwikkelen.
Jaarlijks 85.000 mensen
Jaarlijks krijgen naar schatting 85.000 mensen traumatisch hersenletsel (THL). Het kan iedereen overkomen, door bijvoorbeeld een val of klap op het hoofd. Een groot deel van de mensen dat THL oploopt herstelt gelukkig volledig.
Maar er is ook een aanzienlijke groep die langere tijd of chronisch problemen ondervindt. Zo kunnen ze levenslang last houden van ernstige klachten zoals overgevoeligheid voor geluid en chronische vermoeidheid.
Voor deze grote groep patiënten wil de Hersenstichting dat de Zorgstandaard de komende jaren ook écht overal wordt toegepast in de dagelijkse praktijk. De stichting is dan ook blij dat de pilotfase een aantal mooie resultaten heeft opgeleverd.
De resultaten van de inspanningen van de acht pilotregio’s worden vandaag gepresenteerd tijdens een slotconferentie. Met hun tips en tools kunnen andere zorgprofessionals zelf aan de slag met de implementatie in eigen regio.
De ervaringen en resultaten uit de pilot worden de komende tijd geëvalueerd. Op basis daarvan worden nieuwe verbeterpunten vastgesteld die in de nieuwe ontwikkelagenda van de Zorgstandaard worden geagendeerd. Om de resultaten meetbaar te maken, worden er met kwaliteitsindicatoren gewerkt.
Deliermanagement rondom een operatie nl ok dagen 2013 Miran van Eijk
Het delier is een ernstige, vaak onderschatte en niet voldoende opgemerkte, complicatie met grote gevolgen op de korte en lange termijn voor zowel de patiënt zelf als voor familie.
Deliermanagement is een methode om de zorg voor deze kwetsbare groep optimaler te organiseren en in te richten zodat de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van de patiënt toeneemt rondom een operatie.
Gezondheidshuis Tongeren 8 mei 2023.pdfWico Mulder
Tijdens het derde Gezondheidscafé deelt Dr. W. Mulder (jeugdarts) inzichten over de gezondheid en het welbevinden van o.a. jongeren en jongvolwassenen. Aan de hand van een gespreksmodel gaat hij in op hoe we met elkaar "het kwetsbare gesprek" kunnen voeren, ook als volwassenen. Een gesprek over essentie en betekenis (dat wat van waarde is).
Allen welkom op de gratis lezing van Dr. Mulder!
Wico Mulder
Wico Mulder
Presentation in Capita Selecta course on Palliative Care at University of Antwerp on 16/1/2018. Data from Belgian Health Care Centre on study on Approrpiate care at the end of life.
Slides 13, 14, 23, and 24 contain data collected by the audience while presenting this presentation.
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld HuberMVO Nederland
Op 4 december jl. organiseerde het MVO Netwerk Zorg het Congres Gezonde Zorg, hét Congres waarbij duurzame gezondheid, energie voor gezonde vernieuwing en Lef in Leiderschap centraal staat. Machteld Huber over het nieuwe concept 'Positieve Gezondheid' en de impact ervan op de zorgsector
Wat zijn de onderzoekingen die dienen te gebeuren op spoedopname wanneer er zich een patiënt aanmeldt met alleen maar depressieve klachten?
Wanneer is deze patiënt ontslagklaar op spoedopname en kan hij worden verwezen naar de dienst psychiatrie?
Pilot Zorgstandaard voor patiënt met Traumatisch Hersenletsel (THL) klaar voo...Mike de Groot
De pilot Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel (THL) is na twee jaar succesvolle toepassing in acht regio’s klaar om landelijk uitgerold te worden. De Hersenstichting nam in 2013 het initiatief om de sector te bewegen een zorgstandaard voor deze groep patiënten te ontwikkelen. Doel was om een einde te maken aan de onvoldoende samenhang en afstemming in de zorg voor hersenletsel. De Hersenstichting wil dat de Zorgstandaard de komende jaren ook écht overal wordt toegepast in de dagelijkse praktijk.
Het vinden van de juiste zorg is het grootste probleem voor patiënten met Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) en hun mantelzorgers. Deze groep blijkt de zorg rond NAH te ervaren als een doolhof.
Dit bleek uit een onderzoek dat de Hersenstichting in 2011 heeft laten uitvoeren onder patiënten, mantelzorgers, professionals en brancheorganisaties.
Ze weten niet waar ze terecht kunnen met hun zorgvraag en krijgen met veel verschillende zorgverleners te maken. Ook bleek de afstemming en samenhang in de zorg voor hersenletsel onvoldoende. Dit was voor de Hersenstichting aanleiding om het initiatief te nemen om een Zorgstandaard te ontwikkelen.
Jaarlijks 85.000 mensen
Jaarlijks krijgen naar schatting 85.000 mensen traumatisch hersenletsel (THL). Het kan iedereen overkomen, door bijvoorbeeld een val of klap op het hoofd. Een groot deel van de mensen dat THL oploopt herstelt gelukkig volledig.
Maar er is ook een aanzienlijke groep die langere tijd of chronisch problemen ondervindt. Zo kunnen ze levenslang last houden van ernstige klachten zoals overgevoeligheid voor geluid en chronische vermoeidheid.
Voor deze grote groep patiënten wil de Hersenstichting dat de Zorgstandaard de komende jaren ook écht overal wordt toegepast in de dagelijkse praktijk. De stichting is dan ook blij dat de pilotfase een aantal mooie resultaten heeft opgeleverd.
De resultaten van de inspanningen van de acht pilotregio’s worden vandaag gepresenteerd tijdens een slotconferentie. Met hun tips en tools kunnen andere zorgprofessionals zelf aan de slag met de implementatie in eigen regio.
De ervaringen en resultaten uit de pilot worden de komende tijd geëvalueerd. Op basis daarvan worden nieuwe verbeterpunten vastgesteld die in de nieuwe ontwikkelagenda van de Zorgstandaard worden geagendeerd. Om de resultaten meetbaar te maken, worden er met kwaliteitsindicatoren gewerkt.
Deliermanagement rondom een operatie nl ok dagen 2013 Miran van Eijk
Het delier is een ernstige, vaak onderschatte en niet voldoende opgemerkte, complicatie met grote gevolgen op de korte en lange termijn voor zowel de patiënt zelf als voor familie.
Deliermanagement is een methode om de zorg voor deze kwetsbare groep optimaler te organiseren en in te richten zodat de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van de patiënt toeneemt rondom een operatie.
Gezondheidshuis Tongeren 8 mei 2023.pdfWico Mulder
Tijdens het derde Gezondheidscafé deelt Dr. W. Mulder (jeugdarts) inzichten over de gezondheid en het welbevinden van o.a. jongeren en jongvolwassenen. Aan de hand van een gespreksmodel gaat hij in op hoe we met elkaar "het kwetsbare gesprek" kunnen voeren, ook als volwassenen. Een gesprek over essentie en betekenis (dat wat van waarde is).
Allen welkom op de gratis lezing van Dr. Mulder!
Wico Mulder
Wico Mulder
Presentation in Capita Selecta course on Palliative Care at University of Antwerp on 16/1/2018. Data from Belgian Health Care Centre on study on Approrpiate care at the end of life.
Slides 13, 14, 23, and 24 contain data collected by the audience while presenting this presentation.
5. Wat is geestelijke gezondheid ?
de vraag wat geestelijke gezondheid is, maakt al decennia lang het voorwerp uit van intensieve en
geanimeerde discussies, zowel binnen als buiten de gezondheidssector
We verwijzen naar een definitie die – ondanks pro’s en contra’s – nog steeds algemeen aanvaard is.
Gezondheid verwijst naar een toestand van volledig fysiek, sociaal en psychisch welbevinden.(WHO-
Wereldgezondheidsorganiatie)
Geestelijke gezondheid is een toestand die een persoon toelaat zich optimaal te ontwikkelen op psychisch,
intellectueel en emotioneel vlak, dit voor zover deze ontwikkeling niet ten koste gaat van de ontwikkeling van
andere personen. (WFMH, World Federation for Mental Health, Londen, 1948)
Een goede maatschappij garandeert deze ontwikkelingskansen aan haar leden, waardoor de maatschappij
zelf zich mee ontwikkelt in tolerantie ten opzichte van andere maatschappijen. (WFMH, Londen, 1948)
7. psychiatrische ziekte =
een ziekte met psychische symptomen
en/of door psychische oorzaken,
die gepaard gaan met lijden en/of sociaal
disfunctioneren
8. Psychiatrische urgentie
• Acute verstoring
• Denken, gedrag, stemming en/of sociale relaties
• Vraag tot onmiddellijke interventie
• Vraag van patiënt, zijn familie en/of sociale omgeving
Definitie American Psychiatric Association
9. Doelstellingen
urgentiepsychiatrie
• Uitsluiten van somatische oorzaken
• Snelle stabilisatie van de acute crisis
• Vermijd dwang
• Minst restrictieve behandeling
• Therapeutische alliantie aangaan
• Goede zorg en nazorg
Zeller, 2010
10. Inschatting bij
aanmelding
• Is het een casus voor psychiatrie?
• Is de situatie veilig genoeg voor het
uitvoeren van een consult?
• Hoe urgent is nadere diagnostiek en
behandeling?
11. Elementen van een
crisisdiagnose
• Waarom decompenseert deze patiënt nu?
• Wat zijn de biologische, psychologische en
sociale krachten en zwakten van de patiënt?
• Welke stressoren hebben het evenwicht
van draaglast en draagkracht verstoord?
• Welke problemen moeten aangepakt
worden om de veiligheid en/of evenwicht
15. Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)
Categorie
1
2
3
4
5
Wanneer zien?
direct
10 minuten
30 minuten
semi-urgent
niet acuut
Omschrijving
levensbedreigend
gewelddadig/suïcidaal
onrustig/psychotisch/gevaarlijk
bekende stoornis
chronische stoornis
Beleid
somatisch
LO/PO
LO/PO
LO/PO
LO/PO
LO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoekLO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoekLO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoekLO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoek
16. Triage van de patiënt met acute psychiatrische symptomen
(Williams & Wilkins, 1995)
Triage van de patiënt met acute psychiatrische symptomen
(Williams & Wilkins, 1995)
Triage van de patiënt met acute psychiatrische symptomen
(Williams & Wilkins, 1995)
Categorie Symptomen Actie
zeer acuut
abnormale vitale functies
dreigend gedrag
motorische onrust
lichamelijk onderzoek
laten plaatsnemen in rustige
ruimte, supervisie,
medicatie, fixatie, isolatie
acuut
heftige angst
suïcidale gedachten
verwardheid
extreme ongerustheid familie
psychiatrische diagnostiek
niet acuut
psychiatrisch consult voor een niet
spoedeisend consult
psychiatrische diagnostiek
17. PraktijktipVerwijzer aan de telefoon niet uitmelken
Verwijzer enigszins in crisis
Verwijzer vaak alleen
Wilt snel horen wanneer patiënt kan gezien worden
Maak afspraken naar waar patiënt kan
Zorg dat verwijzer aan patiënt zegt wat hij kan verwachten
18. Triagechecklist spoedopname voor
patiënten met mentale problemen
• Bepaal de ernst van de problemen
• Bepaal of patiënt een gevaar is voor zichzelf
of voor anderen
• Schat het risico van weglopen in
• Overweeg of de verschijnselen kunnen
veroorzaakt worden door somatische
ziekte
19. Triagechecklist spoedopname voor
patiënten met mentale problemen
• Inventariseer problemen
• Observeer het gedrag
• Verzamel informatie bij familie/aanwezigen
• Check vitale functies
• Inventariseer aanwijzingen voor somatische
aandoeningen
20. Triagechecklist spoedopname voor
patiënten met mentale problemen
• Bepaal de urgentie van verpleegkundige
zorg
• Beoordeel hoe lang de patiënt kan wachten
op nadere beoordeling
• Maak de omgeving geschikt om patiënt
veilig te laten wachten
• Beoordeel welke maatregelen genomen
moeten worden om somatische
noodtoestanden te voorkomen
22. medische klaring
• de eerste medische evaluatie
• van patiënt in urgentie met symptomen die
bij eerste evaluatie psychiatrisch zijn
• doel is na te gaan of er belangrijke
medische ziekte aanwezig is die transfer
naar dienst psychiatrie bemoeilijkt (onveilig)
Leslie S. Zun & LaVonne Downey, Primary Psychiatry, 2008
24. Relatie psychiatrische symptomen en
somatische aandoeningen
• onafhankelijk van elkaar voorkomen
• somatiek verergert psychiatrie
• somatiek veroorzaakt psychiatrie
• somatiek presenteert zich via psychiatrie
• psychiatrie kan gepaard gaan met somatiek
• invloed medicatie op psychiatrie en
somatiek
Penninx &Van Dyck, 2010
25. Aanwijzingen somatisch vs. psychiatrischAanwijzingen somatisch vs. psychiatrisch
somatisch psychiatrisch
< 12 of > 40 jaar
plots ontstaan (uren, enkele dagen)
fluctuerend beeld
desoriëntatie
ingedaald bewustzijn
visuele hallucinaties
blanco psychiatrische voorgeschiedenis
emotioneel labiel
abnormale vitale symptomen/KO
geschiedenis van middelenmisbruik
13-40 jaar
progressief ontstaan (weken,maanden)
continue kliniek
verstrooid
wakker en alert
auditieve hallucinaties
psychiatrische voorgeschiedenis
vlak affect
normale parameters/KO
geen abusus van middelen
Emembolu & Zun, 2010 naar Williams & Shepherd, 2000Emembolu & Zun, 2010 naar Williams & Shepherd, 2000
26. Zun, 2005
Het is onmogelijk elke patiënt volledig uit te werken
voor elke mogelijke somatische aandoening vooraleer
te verwijzen naar de dienst psychiatrie
27. medische klaring?
niemand kan medisch worden geklaard
wel dienen medische urgenties te worden uitgesloten
Upfold J, Emergency Psychiatry, 2001
32. besluitvorming
• positief antwoord op 1 vraag (1-3)
• geen gelijkaardig psychiatrisch ziektebeeld
in de voorgeschiedenis
• abnormale vitale parameters
• 1 positieve observatie (5-7)
➡ triage naar onderzoekskamer voor
medisch assessment
Upfold, 2001
33. besluitvorming
• snelheid medisch assessment afhankelijk
van medisch en psychiatrisch risico
• inhoud assessment: anamnese, KO
• aanvullend assessment: labo en andere op
indicatie
Upfold, 2001
34. besluitvorming
• negatieve antwoorden op vragen 1-3
• jonger dan 40 of gelijkaardig psychiatrisch
ziektebeeld in de voorgeschiedenis
• normale vitale parameters
• normale observaties (5-7)
➡ triage naar gespreksruimte voor
psychiatrisch assessment
Upfold, 2001
36. opmerkingen
• SO triageVPK opleiding in medisch en
psychiatrisch assessment
• na triage naar onderzoekskamer of
gesprekskamer
• op elk ogenblik terugverwijzing mogelijk
• beide teams dienen elkaars werkwijze te
respecteren en open te staan voor de
verschillende werkwijzen
Upfold, 2001
37. voordelen
• medisch laag risico patiënten vlug verwijzen
vanuit triage naar crisis: geen verergering
symptomen door wachten
• mogelijks medisch risico patiënten
opnemen in een onderzoekskamer en niet
in een gespreksruimte: medisch onderzoek
is completer
• opgeleide spoedVPK zorgt voor een
deskundig assessment en beperking
onderzoeken Upfold, 2001
40. Life-timeprevalenties van suïcidaliteit van de volwassen Nederlandse en Vlaamse
bevolking
(Van Heeringen, 2006)
Life-timeprevalenties van suïcidaliteit van de volwassen Nederlandse en Vlaamse
bevolking
(Van Heeringen, 2006)
Life-timeprevalenties van suïcidaliteit van de volwassen Nederlandse en Vlaamse
bevolking
(Van Heeringen, 2006)
Nederland (%) Vlaanderen (%)
Doodsgedachten 35 -
Suïcidegedachten 11 8
Suïcideplan - 3
Suïcidepoging 3 3
41. suïcidepoging
Vlaanderen 2009
• 10.300 geregistreerde via spoedopname
• 165 per 100.000 inwoners
• 28 per dag
• 53,5% poging in voorgeschiedenis
• 45,8% poging minder dan 1 jaar geleden
• 9,8% 4 pogingen of meer
IPEO, 2009
43. basisvragen suïcidaliteit
Voorgeschiedenis 1) Heeft u in het verleden een zelfmoordpoging ondernomen?
Hopeloosheid
2) Had u ooit het idee dat uw leven niet de moeite waard meer
was?
3)Voelt u zich hopeloos?
Suïcidegedachten
4) Denkt u er soms aan dat u beter dood zou zijn?
5) Heeft u de laatste tijd gedachten gehad een einde aan uw
leven te maken?
Suïcideplannen
6) Heeft u er over nagedacht hoe u uzelf wilt verwonden of
beschadigen? Welke methode zou u dan gebruiken?
Voorbereiding 7) Heeft u al voorbereidingen getroffen?
Controleerbaarheid 8)Voelt u zich op dit moment veilig?
44. risiconiveau suïcidaliteit
SNIV 0 geen risico geen suïcidegedachten
SNIV 1 licht risico af en toe vluchtige suïcidegedachten
geen suïcideplannen
SNIV 2 matig risico
permanent duidelijk aanwezige
suïcidegedachten
geen suïcideplannen
SNIV 3 ernstig risico suïcideplannen
SNIV 4 zeer ernstig risico suïcideplannen en voorbereiding
of suïcidepoging
45. OPVANG SUÏCIDEPOGERS OP SPOEDOPNAME
- Zorg voor lichamelijke letsels
- Identificatie hoog risico patiënten
- Organisatie goede psychiatrische opvang
-Veilige plaats
- Goede anamnese
46. ANAMNESE SUÏCIDEPOGERS OP SPOEDOPNAME
HOUDING
- Niet beoordelen/veroordelend
- Meelevend
- Open
-Voorzichtig bereidvaardig
ANAMNESE
- Sociodemografische risicofactoren
- Stressoren
- Depressie/alcohol
- Suïcidevragen
48. Kenmerken
aanpassingsstoornissen
• Emotionele en gedragsproblemen
• Reactie op herkenbare stress factor
• Centraal kenmerk: patiënt verliest greep op
situatie
• 60 à 70% van de psychiatrische problemen
in de eerste lijn
• Herstel is proces van controle
Klink & Terluin, 2010
49. Classificatie
• Met depressieve stemming
• Met angst
• Met gemengde angst en depressieve stemming
• Met een stoornis in het gedrag
• Met een gemengde stoornis van emoties en gedrag
52. Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor
(Klink & Terluin, 2010)
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor
(Klink & Terluin, 2010)
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor
(Klink & Terluin, 2010)
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor
(Klink & Terluin, 2010)
Rangorde Naam Omschrijving Duur
I Crisisfase
Gevoel greep op functioneren
kwijt te zijn/
ontreddering
1-3 weken
II
Probleem- en
oplossingsfase
Oriëntatie op problemen en
oplossingen
Tot ongeveer 6
weken
III Toepassingsfase
Fase waarin oplossingen
worden toegepast en herstel
van functioneren
Tot ongeveer 9-12
weken
54. in 2009 dronk Belg gemiddeld 8,1 liter pure alcohol
= 81 liter bier, 25 liter wijn en 3,4 liter sterke drank
55.
56. standaardglas
altijd dezelfde hoeveelheid alcohol onafhankelijk van de
grootte van het glas en de hoeveelheid alcohol
in Europa = standaardglas = 10g pure alcohol
= 12,7 ml pure alcohol
57. aantal gram pure alcohol =
volume in ml x %alcoholvolume x 0,789*
100
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
58. aantal gram pure alcohol =
250 ml x 5% x 0,789*
100
= 9,863 g
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
59. aantal gram pure alcohol =
250 ml x 8% x 0,789*
100
= 15,78 g
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
60. aantal gram pure alcohol =
750 ml x 12,5% x 0,789*
100
= 73,969 g
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
standaardglas wijn 100 ml
gemiddeld geschonken glas wijn 130 ml
61. niet meer dan 21
standaardglazen per week
nooit meer dan 5
standaardglazen per keer
2 alcoholvrije dagen per
week
niet meer dan 14
standaardglazen per week
nooit meer dan 3
standaardglazen per keer
2 alcoholvrije dagen per
week
47% drinkt niet of bijna niet
46,6% drinkt 1 - 14 glazen
4,5% drinkt 15 - 28 glazen
1,6% drinkt problematisch
29% drinkt niet of bijna niet
61,3% drinkt 1 - 14 glazen
6,8% drinkt 15 - 28 glazen
2,9% drinkt problematisch
62. geen alcohol onder de 16 jaar
geen sterke drank onder de 18 jaar
tussen 16 en 18 jaar
niet meer dan 2 standaardglazen per keer
niet meer dan 2 dagen per week
geen wekelijkse gewoonte
64. Hoeveel mensen hebben een
alcoholprobleem?
• 23 miljoen Europeanen (5% mannen en 1%
vrouwen)
• 5% van de Belgen drinkt meer dan gezond
is
• gezondheidsenquête 2008 inVlaanderen:
10% problematisch drinken
65. screening CAGE
• CUT DOWN heeft u ooit het gevoel gehad te
moeten minderen met drinken?
• ANNOYED raakt u ooit wel eens geïrriteerd
door opmerkingen over uw alcoholgebruik?
• GUILTY heeft u zich ooit schuldig gevoeld over
uw drinkgedrag?
• EYE OPENER heeft u vaak alcohol nodig om ‘s
morgens op gang te komen?
67. MMM-model
• Omgevings- of contextuele factoren:
wetten, regels, beschikbaarheid en media
• Interpersoonlijke factoren:
gedrag van rolmodellen, sociale interacties
en rollen
• Psychosociale factoren:
attitudes, vervreemding, persoonlijkheid
• Biologische- en genetische factoren:
kwetsbaarheid
68. misbruik (DSM-IV-TR)
• onaangepast gebruik met beperking
• één of meer van volgende criteria
• in belangrijke mate niet meer voldoende aan
verplichtingen
• herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties
• herhaaldelijk problemen met justitie
• voortdurend gebruik ondanks schade
69.
70.
71. afhankelijkheid (dsm-IV-TR)
• onaangepast gebruik met beperking
• drie of meer van volgende criteria
• tolerantie
• onthouding
• grotere hoeveelheden/langer drinken
• aanhoudende wens/niet succesvolle pogingen om te minderen of stoppen
• veel tijd bezig met product
• activiteiten verminderd of stop gezet door gebruik middel
• ondanks lichamelijke en geestelijke schade blijvend gebruik
72.
73.
74. Effecten van alcohol
• de fysieke eigenschappen van de drinker
• de gemoedstoestand
• de verwachtingen die de gelegenheid met zich
meebrengt
• de intentie waarmee gedronken wordt
• de plaats of omgeving waar gedronken wordt -!Het
gezelschap of het gebrek hieraan
• het gedrag van diegenen in de omgeving van de
drinker
• het moment van de dag
75. BAC mg/100ml fysieke en mentale effecten
30 remmingen verdwijnen, lichte euforie
50
afname van vaardigheden en
beoordelingsvermogen
80
afname van motoriek
risico op ongevallen verdubbelt
100 praatziek, triomfantelijk, agressief
160 risico op ongevallen vertienvoudigt
200 mompelen, wankelen
400 coma , dood
82. Delirium is not a normal manifestation of aging and,
often, is the only sign of a serious underlying medical
Emergency Departement Management of Delirium in the Elderly
West J Emerg Med. 2012;13(2):194-201
83. cijfers
• 10% tot 30% van de bejaarden (65+) meldt
zich aan op spoedopname met een delirium
• diagnose wordt gesteld bij 24% tot 35%
• 12 maanden mortaliteit van 10% tot 26%
84. definitie
• verstoring van het bewustzijn en cognitieve
veranderingen die zich ontwikkelen op
korte termijn
• hyperactief - hypoactief - mengvorm
85. diagnose
• Er is waarschijnlijk sprake van een delirium:
- als de patiënt cognitieve stoornissen of hallucinaties heeft.
- als deze stoornissen in korte tijd ontstaan zijn (uren, dagen)
- als de patiënt wisselend adequaat is (raadpleeg het
verpleegkundig dossier)
86. diagnose
• In de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 4th Edition Text Revision
(DSM-IV-TR) van de American Psychiatric Association worden de volgende diagnostische
criteria gegeven voor het delirium:
A. Bewustzijnsstoornis (dat wil zeggen verminderde helderheid van het besef van de omgeving)
met verminderd vermogen om de aandacht te concentreren, vast te houden of te verplaatsen.
B. Een verandering in de cognitieve functies (zoals geheugenstoornis, desoriëntatie, taalstoornis)
of de ontwikkeling van een waarnemingsstoornis die niet eerder is toe te schrijven aan een reeds
aanwezige, vastgestelde of zich ontwikkelende dementie.
C. De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd (meestal uren tot dagen) en neigt ertoe in het verloop
van de dag te fluctueren.
D. Er zijn aanwijzingen vanuit de anamnese, lichamelijk onderzoek of laboratoriumuitslagen dat
de stoornis veroorzaakt is door de directe fysiologische consequenties van een somatische
aandoening.
90. Onderzoek en behandeling
supportief
hydratatie
vermijden vrijheidsbeperking
mobilisatie
beperken van lawaai
ROT
geruststelling
zetel
interfereert gedrag met
veiligheid en zorg ?
lage dosis neurolepticum
lage dosis kortwerkend
benzodiazepine
verder evaluatie en
behandeling
neen
ja
91.
92. medicatie
• haloperidol 0,5 tot 1 mg
• lorazepam
• alternatief: risperidone 0,25 tot 0,5 mg
(olanzapine)
• cave: morphine bij pijnbestrijding, geen
diazepam tenzij bij ontwenning van alcohol
of benzodiazepines
94. Definitie van agressie
! Agressie is geen éénduidig concept, maar
continuüm van verbale over fysieke agressie
tot verkrachting en moord
! Hier: “Agressie bestaat uit al dan niet bewuste
gedragingen van een persoon die een andere
persoon kunnen benadelen zonder dat de
andere persoon daarmee instemt.”
95. Indicatoren
! Studie: agitatie, abnormaal activiteitenniveau,
dreigende gebaren, geïntoxiceerde presentatie,
luid praten MAAR weinig specifiek
! Beste predicator: geweld in de
voorgeschiedenis
96. Preventieve pijler van het protocol
! Escalatie van een dreigende situatie voorkomen
! Verbale en niet-verbale communicatie
! Gewelddadige patiënt is in de eerste plaats angstig en
hulpeloos
! Hulpverlener moet signaal geven van bereidheid tot
hulp en ondersteuning en begrip tonen voor de vraag
en de emoties van de patiënt
*
97. Zes stappen
! 1. Interpretatie als vraag tot contactname
! 2. Kordate houding en luisterbereidheid (45°,
oogcontact, vluchtweg!)
! 3. Gedrag benoemen, kwaadheid benoemen
! 4. Zonder agressie, rustige verstandhouding
! 5. Luisteren naar problemen, oplossingen
aangereikt door pt en afspraken maken
! 6. Zelfcontrole OF als arts tijdelijk de controle
overnemen
*
99. Acht stappen
! 1. benadering van de patiënt met minstens vijf
personen (stappen benoemen)
! 2. sedatieve medicatie of isolatie voorstellen,
zoniet controle overnemen
! 3. fixatie van de patiënt organiseren als verder
verblijf in het ziekenhuis noodzakelijk is
! 4. effectieve fixatie (zonodig met politie)
*
100. Acht stappen (vervolg)
! 5. sedatieve medicatie (snelwerkende
benzodiazepines of neuroleptica)
! 6. noodzakelijke onderzoeken
! 7. vitale parameters volgen en neurovasculaire
compressie door binders uitsluiten +
beleidsvoorstel aan de patiënt
! 8. transfer naar afdeling
*
103. taxonomie
• Vrijheidsbeperking
• Geen wettelijk kader (beperkt wettelijk kader)
• Beschermingsmaatregel: met de wil van de patiënt
en/of toestemming gegeven
• Dwangmaatregel: tegen de wil van de patiënt en/
of patiënt geen toestemming gegeven
• Wilsonbekwaam of wil niet kunnen uitdrukken:
• Posthoc
• Vertegenwoordiger
104. Vormen van vrijheids-
beperkend maatregelen
• Directe
• Afzonderen
• Fixeren
• Medicatie
• Voeding/vocht
• Separeren
• Time-out
• Indirecte
• Basisbehoeften
worden ingehouden
of gewijzigd (bv.
kleurcode als
uitgangsregeling)
105. wet van 26 juni 1990
• De bescherming van de persoon van de
geesteszieke
• Juridisch statuut (vrijheidsberoving)
• Drie voorwaarden
• Geen alternatieve behandeling mogelijk
• Geestesziek
106. Uitvoeringsbesluiten
18 juli 1991
• Op de Wet van 26 juni 1990
• Isolatie- en observatiekamer: deze
dwangmaatregel in register met vermelding
duur, aard en medische indicatie
• Verpleegkundig intensief en regelmatig
toezicht
107. KB 18 juni 1990 (13 juli
2006)
• Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke
letsels: fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht
• B1-handelingen/verstrekkingen = geen voorschrift
van arts nodig
• VPK autonoom en hierdoor verantwoordelijk
• Uitzonderingsmaatregel
• Verhogen toezicht
• Alle genomen maatregelen noteren in
108. omzendbrief Weckx
24 oktober 1990
• Dwangmaatregel: iedere maatregel gericht
op de afzondering van een reeds
opgenomen patiënt waardoor diens
bewegingsvrijheid wordt beperkt
• Noden medisch verzoenen met essentiële
rechten patiënt
• Verantwoordelijkheid en uitvoering is
gedeeld
109. omzendbrief Weckx
24 oktober 1990
• Registratie
• Naam, leeftijd, geslacht, opnamedatum, nummer van afzondering (jaar)
• Datum en uur ingang en opheffing maatregel
• Naam en handtekening verantwoordelijk geneesheer
• Naam en handtekening verantwoordelijk verpleegkundige
• Reden en indicatie (noodmaatregel)
• Eventuele medicatie
• Follow-up gegevens
110. u.n. verklaring 46/119
1991
• Vrijheidsbeperking volgens vastgelegde
procedure
• Gevaarscriterium is belangrijkste reden