11. Maar niets was ooit hetzelfde
Voorzichtigere aanduiding toekomst
Tegenstelling jongeren en volwassenen
12. Interessante lectuur
‘Mijn gele ster’, Eva Wiseman
‘Serge/Samuel’, Willy Spillebeen
‘Vallen’, Anne Provoost
‘De schaduw van het verleden’, Martine Letterie
‘Mooier dan vrede’, Gerrit Kraa
‘The boy in the Striped Pyjamas’, John Boyne
13. Wie weet het?
Onder welk niveau kan je de volgende voorbeelden
plaatsen? Je kan kiezen uit:
- weten
- voelen
- handelen
Verklaar ook waarom!
14. Voorbeeld
‘Stel dat dat waar is? Dat overleven opa en oma nooit!’
Ik (Marta) pakte haar hand. ‘Je gelooft toch niet echt
dat ze oude mensen in een werkkamp zouden stoppen,
mama. Daar zouden ze toch nutteloos zijn. Opa is te
oud om te werken en oma heeft artritis’.
15. Voorbeeld
‘Een tijde concentreerden we ons op ons eten, maar
mama’s woorden verbraken de stilte. ‘En, hoe is het
met je? Hoe is het met je ouders?’ Moeder en vader
maken het goed, dank u’, zei hij. ‘Papa heeft het heel
druk…’ ‘Hij werkt samen met de Duitsers?’ vroeg
mama. ‘Ik ben bang van wel’, antwoordde hij. Hij
durfde niet op te kijken van zijn bord. ‘Dat zou ik zelf
nooit doen, maar papa wil niet naar me luisteren’. ‘Het
is jouw schuld niet’, zei mama terwijl ze hem een zacht
klopje op zijn hand gaf.
16. Voorbeeld
Hun lichamen lagen in onmogelijke houdingen, het
leken hoopjes kleren met veel gestold bloed
eromheen. Sommige lijken stonken al. Ik keer er met
wijd open ogen naar. Ik gruwde er niet van zoals Sara,
die almaar zei: ‘Wat erg! Wat griezelig!’ Ik keek ook
niet de andere kant op, zoals mijn moeder en Sara mij
bevalen.