SlideShare a Scribd company logo
20 Tijdschrift voor Begeleidingskunde, 3 (4), 20-26
PRAKTIJK EN PROFESSIE
Loopbaanschrijven
aan de hand van
Kalliope
Reinekke LENGELLE, Frans MEIJERS en Mijke POST
R. Lengelle, schrijver en dichter, doceert schrijven bij
De Haagse Hogeschool en Athabasca University. In
januari 2015 verdedigt zij haar proefschrift over
loopbaanschrijven. E-mail: reineke@tic.ab.ca.
F. Meijers PhD is lector pedagogiek van de beroeps-
vorming bij De Haagse Hogeschool.
M. Post MA is docent en onderzoeker bij De Haagse
Hogeschool.
INLEIDING Kalliope, de muze van epische
gedichten, inspireerde Homerus bij het
schrijven van de Ilias en de Odyssee. Zij
wordt vaak afgebeeld met een schrift of
boek en Dante vroeg haar in zijn Divina
commedia om verstomde gedichten weer
tot leven te wekken. Het is precies deze
poëtische creativiteit van Kalliope die no-
dig is in de loopbaanbegeleiding van nu,
aldus onderzoekers en loopbaanbegelei-
ders die zien dat een meer narratieve en
dialogische aanpak vereist is in de steeds
complexere arbeidsmarkt van de eenen-
twintigste eeuw. Informatie over studie en
beroep speelt nauwelijks een rol in het
proces van loopbaankeuze (Kuijpers,
Meijers & Gundy, 2011) en we kunnen er
niet op vertrouwen dat onze talenten en
vaardigheden voor eens en voor altijd kun-
nen worden ingezet in een ‘duidelijk gede-
finieerde’ beroep. Beroepsloopbanen zijn
te onvoorspelbaar geworden en beroepen
zelf bieden steeds minder identificatiemo-
gelijkheden. We hebben een dialoog nodig
om ervaringen die er voor ons toe doen
van zin en betekenis te voorzien. Een dia-
loog die ons in staat stelt een narratieve
identiteit te ontwikkelen die het ons ver-
volgens mogelijk maakt dat we zelfsturend
worden in de huidige complexiteit.
Loopbaanschrijven is een narratieve me-
thode die individuen de kans geeft om via
creatief, expressief en reflectief schrijven
gaandeweg een loopbaanidentiteit op te
www.tsvb.nl 21
PRAKTIJK EN PROFESSIE
bouwen. Kalliope is bereid inspiratie te
verlenen, wanneer een student of cliënt
oprecht de veilige haven achter zich durft
te laten en niet alleen uit is op snelle ant-
woorden en oplossingen. Ondanks haar
wat vriendelijke en soms voluptueuze
uiterlijk, verleent Kalliope haar inspiratie
echter niet zomaar. Ze is een van de meest
assertieve muzen en als begeleidster van
de menselijke ontwikkeling via kunstzin-
nige paden is ze kieskeurig en kritisch.
Voor verplichte reflectieopdrachten is ze
simpelweg niet in. Eerlijk gezegd laten
stageverslagen haar ook meestal koud.
Soms kan ze de lol van beroepskeuzetes-
ten wel waarderen, maar alleen zoals een
sprookjesschrijver zijn verhaal begint met
de ontdekking van de eerste broodkruimel
op de weg. Ze geven hoogstens richting,
terwijl Kalliope daadwerkelijk helpt om
zin en betekenis te onthullen.
Deze muze heeft bijvoorbeeld ooit iemand
geholpen die technisch was aangelegd en
volgens een beroepentest software engineer
moest worden (en ook werd). Al schrijvend
ontdekte hij echter dat hij directer met
cliënten wilde werken. Zo wilde hij er ach-
ter komen wat ze wilden, om dat vervolgens
voor hen te ontwerpen. Hij verlangde naar
menselijk contact; dan pas zou hij floreren
in zijn werk. De muze wist zijn verlangen te
raken en het schrijven liet hem zien welk
deel van zijn werk ontbrak. De beroepentest
was dus niet verkeerd, alleen hield deze
vooral rekening met zijn hoofd en handen en
niet met zijn hart. De oplossing voor zijn ver-
driet en onvrede begon met het schrijven
over ervaringen die bevredigend waren. Met
Kalliope’s hulp begon hij op papier zijn
herinneringen op een concrete manier te
verwoorden en daarmee kwamen ook zijn
gevoelens verder tot leven.
Kalliope is serieus in haar werk en fluistert
graag in de oren van studenten, cliënten
en begeleiders wat in hen gewekt wil wor-
den. Ze spreekt degenen aan die werkelijk
geïnteresseerd zijn in de reis en kunst van
de zelfontdekking. Ze stelt een persoon in
staat om wezenlijk contact te maken, om
voelend te gaan luisteren naar zichzelf.
Narratieve loopbaanbegeleiding helpt om
een loopbaanidentiteit te ontwikkelen, via
een dialoog die iemand in staat stelt een
verhaal te ontwikkelen dat helpt de koers
te bepalen op de arbeidsmarkt, en deze
koers zo nodig te verleggen en aan te pas-
sen. Zoals Odysseus deed op zijn reis naar
Ithaca. Zoals we weten, gaat zo’n reis niet
zonder slag of stoot ...
Figuur 1 Kalliope (tekening: Sophia Lengle).
22 Tijdschrift voor Begeleidingskunde
PRAKTIJK EN PROFESSIE
De Grieken wisten al lang dat levenslessen -
en daarmee ook loopbaanlessen - vaak het
resultaat zijn van moeilijke en soms zelfs ge-
vaarlijke ervaringen. De meerkoppige Hydra
verschijnt tegenwoordig in de vorm van veel-
vuldige en verwarrende keuzemogelijkhe-
den; de slangen op Medusa’s hoofd als ang-
sten, die alleen tot zwijgen worden gebracht
door de spiegel van zelfkennis. De reis van
Odysseus weerklinkt als metafoor in de hui-
dige maatschappij waarin het individu ge-
acht wordt zichzelf te redden. Daarvoor zijn
navigatiemethoden nodig en begeleiders.
CREATIEF, EXPRESSIEF EN REFLECTIEF Loop-
baanschrijven is de term die gebruikt
wordt voor een benadering waarin crea-
tief, expressief en reflectief schrijven voor
loopbaanleren worden gecombineerd. Het
is een van de narratieve benaderingen bin-
nen loopbaanbegeleiding die zijn ontwik-
keld door Lengelle en Meijers (2014).
Onderzoek onder Nederlandse bachelor-
studenten die een schrijfcursus deden aan
het begin en na afloop van een stage
van vijf maanden, laat eerste aanwijzingen
zien dat deze methode veelbelovend is
voor identiteitsvorming (Lengelle, Meijers,
Poell & Post, 2014).
Loopbaanschrijven wordt ook gebruikt
voor loopbaanleren in een online-cursus
voor volwassenen van de universiteit van
Alberta (Canada): ‘Work-life narrative’.
Studenten en cliënten worden begeleid in
Creatief Expressief Reflectief/reflexief
Korte definitie
-
-
-
-
-
-
Tabel 1
www.tsvb.nl 23
eerste verhaal
(vluchten, vechten,
bevriezen)
grenservaring
observatortweede verhaal
(perspectiefwisseling,
acceptatie, nieuwe betekenis)
dialoog met jezelf dialoog met anderen
dialogisch leren
ruimte voor transformatie
begrijpen
focussen zeven
voelen
PRAKTIJK EN PROFESSIE
het leren luisteren, eerst via een door
Trichter-Metcalf en Simon (2002) ontwik-
kelde methode op muziek (‘proprioceptive
writing’), waarbij wordt gevraagd te ‘luis-
teren naar wat geschreven wil worden, op
te letten wat op papier komt, en de vraag
te stellen: wat bedoel ik met ...’ (p. 32-35)
bij woorden die verdere verheldering kun-
nen gebruiken. Daarnaast leren ze hoe ze
via creatief schrijven eigen levensthema’s
kunnen ontdekken. Ze vatten deze en an-
dere inzichten samen in gedichten die juist
van hun vereisen dat ze overbodige woor-
den weg laten.
Tabel 1 laat zien wat creatief, expressief
en reflectief schrijven inhoudt.
TRANSFORMATIE VIA SCHRIJVEN Loop-
baanschrijven is gericht op identiteits-
ontwikkeling. Deze begint vrijwel altijd
met een situatie of gebeurtenis die verwar-
ring, onzekerheid of pijn met zich mee-
brengt (zoals ontslag, onvrede op de werk-
plek of niet kunnen kiezen). De primaire
reactie op zo’n grenservaring is wat men
een ‘eerste verhaal’ noemt, waarin men ge-
neigd is zich als slachtoffer te presenteren.
Je zou kunnen zeggen dat de schaduwmu-
ze ons in deze fase zelfingenomen, zorge-
lijke en defensieve verhalen influistert.
In het eerste verhaal overheerst angst, die
tot uitdrukking komt in een van drie voor-
spelbare reacties: vluchten, vechten of
bevriezen. Pijnlijke gevoelens worden ver-
meden of geprojecteerd en men wil zo snel
mogelijk naar de oplossing (zoals een
tweede verhaal).
Kalliope pleit voor een avontuurlijker en
diepgaander proces. Ze vraagt van degene
die wordt uitgedaagd om de pijn van de
grenservaring te gaan voelen en stapsge-
wijs via woordkunst om te zetten in een
gevoeld en doorleefd tweede verhaal.
Het model in figuur 2 illustreert dit proces.
Figuur 2 Model van transformatie via schrijven.
24 Tijdschrift voor Begeleidingskunde
PRAKTIJK EN PROFESSIE
Fase 1. Voelen
De eerste stap op weg naar een tweede
verhaal begint met het durven stilstaan bij
ongemakkelijke gevoelens, door op papier
te zetten wat er allemaal leeft. De bege-
leider legt uit dat een ‘eerste verhaal’ de
begrijpelijke en automatische reactie is op
een grenservaring en introduceert de eer-
ste oefening. Deze stelt de schrijver in
staat twee essentiële dingen te doen: de
observator van zijn eigen dilemma te wor-
den - om aldus wat afstand te nemen - en
tegelijkertijd ruimte te geven voor het voe-
len en uitdrukken van emoties. Waar het
eerste verhaal klinkt als: ‘Het is niet eer-
lijk!’, gaat men in fase 1 bijvoorbeeld mer-
ken dat de grenservaring gevoelens van
schaamte en machteloosheid oproept.
In deze eerste leerfase overheersen de
pijnlijke verhalen nog voor een deel. Maar
omdat de pijn uitgedrukt mag worden,
wordt de starheid, defensiviteit en agres-
siviteit van het eerste verhaal milder. Er
komen barstjes in en ademruimte om de
eerste nieuwe woorden uit te proberen.
Wat van belang is in deze fase, is dat de
deelnemer niet alleen ruimte krijgt om op
papier te zetten wat er gevoeld en gedacht
wordt, maar ook dat hij geholpen wordt
om dieper naar de verschillende stemmen
in zichzelf te luisteren; om een dialoog met
zichzelf aan te gaan, met ondersteuning
van de begeleider. Een dialoog met ande-
ren is ook van belang, maar dit komt pas
in een latere fase aan bod.
Pas nadat de innerlijke dialoog op gang is
gebracht, kan een vruchtbare dialoog van
start gaan tussen de begeleider en schrij-
ver (die daarna uitgebreid kan worden
door het verhaal voor te lezen in de cur-
susgroep). Deze interne en externe dialoog
maken het mogelijk om door de leerfasen
te gaan; ze vormen de ‘motor’ van het leer-
proces.
Fase 2. Zeven
In deze fase worden hoofd- van bijzaken
onderscheiden, ook weer via een schrijf-
oefening. De deelnemer wordt uitgeno-
digd terug te gaan naar het eerste ge-
schreven ‘schrijfsel’, en daarin kernzinnen
te onderstrepen en antwoord te geven op
de vraag: wat zou ik hier nog over willen
zeggen, als ik niet bang was? In fase 1
ging het om uitdrukking, terwijl het bij
zeven gaat om het ontdekken welke din-
gen de aandacht blijven trekken. Als voe-
len verkenning van het terrein is, dan is
zeven het in kaart brengen van dit terrein:
men begint te zien waar het ‘echt’ om
gaat. Men onderscheidt gaandeweg ver-
schillende mogelijkheden.
In deze fase komt iemand er bijvoorbeeld
achter dat een verlammend gevoel veroor-
zaakt lijkt te worden door een afkeurende
innerlijke stem en een drang naar status,
alhoewel het nog diffuus is hoe deze din-
gen zich tot elkaar verhouden. Soms komt
er in deze fase ook een nuttige metafoor
naar voren, die in latere fasen uitgebreid
kan worden tot een concept of verhaal.
Fase 3. Focussen
In fase 3 wordt duidelijk welke levensthe-
ma’s voor een persoon daadwerkelijke
centraal staan en de gevoelde pijn veroor-
zaken (bijvoorbeeld angst voor afkeuring
als thema). Wat in de fase 1 is gevoeld en
fase 2 werd benoemd, wordt in deze fase
via het schrijven verbreed en verdiept. Een
deelnemer wordt bijvoorbeeld uitgenodigd
een personificatie van de afkeurende
www.tsvb.nl 25
PRAKTIJK EN PROFESSIE
innerlijke stem tot spreken te brengen, in
de vorm van een fictief verhaal. Hoe ziet
Afkeuring eruit? Draagt ze een keurig
mantelpakje? Wat roept ze steeds, terwijl
ze voorbijfietst? Wat heeft ze in haar tas?
Wat zijn haar kwaliteiten?
In plaats van zo’n innerlijke stem verder
te mijden, omdat het gevoel van afkeu-
ring pijnlijk is, wordt deze stem vormge-
geven. Schrijvenderwijs kan de deelne-
mer zien hoe het ‘monster onder het bed’
er uitziet. Men ontdekt ook dat ze ande-
re kanten heeft en/of minder de boven-
toon hoeft te voeren en dat haar onder-
liggende boodschap vaak gericht is op
helpen. Vervolgens kan iemand een dia-
loog schrijven, waarin de afkeurende
stem praat met andere innerlijke stem-
men en ze exploreren hoe ze elkaar van
dienst kunnen zijn.
Fase 4. Begrijpen
Het Frans kent de uitdrukking ‘tout com-
prendre, c’est tout pardonner’ ofwel: al-
les begrijpen is alles vergeven. In fase 4
wordt de betekenis van deze uitdrukking
gevoeld. Wat in het eerste verhaal wel-
licht verteld werd als: ‘Het is niet eerlijk
wat mij is overkomen!’, klinkt in de fase
als: ‘Het is zoals het is. Ik begrijp nu dat
mijn verdrietige reacties te maken had-
den met mijn eigen schaamte en angst
voor afkeuring. Ik kan zien hoe ik mezelf
dwarszat.’
De inzichten die gaandeweg zijn ontwikkeld
via het schrijven - en die soms al in een eer-
dere fase zijn uitgesproken - brengen nu ge-
voeld inzicht en zelfcompassie. In deze fase
is er sprake van licht en verzoening met de
realiteit; niet te verwarren met passieve ac-
ceptatie. Het schrijven van een kort gedicht
om de inzichten samen te vatten is vaak een
verankering van het nieuwe narratief en een
soort cadeau dat iemand kan meenemen als
herinnering aan het ontstaan ervan.
PRAKTIJKVOORBEELD Esther is een voor-
beeld van hoe een student of cliënt via de
vier fasen van het model gaandeweg
inzicht en vrede ontwikkelt. Zij schreef dat
ze het op haar stageplaats moeilijk vond
om kritiek te krijgen op haar werk, terwijl
ze rationeel begreep dat haar stagebege-
leider haar hiermee nieuwe kennis wilde
bijbrengen. Haar eerste verhaal was dat ze
persoonlijk had gefaald, als iets niet met-
een goed verliep. Tijdens de cursus kwam
zij echter gaandeweg tot een andere en
gevoelde conclusie. Ze schreef uiteinde-
lijk een haiku, waarvan ze de betekenis
uitlegde in haar laatste schrijfopdracht.
De regendruppels
maakten de verdroogde bloem
weer kleurrijk en sterk.
Esther: ‘Deze haiku gaat deels over mijn
stage en wat ik ervan heb geleerd. Thuis
staan viooltjes in de tuin; vaak vergeet ik
ze water te geven en staan ze er verlept bij.
Ik vind het altijd verwonderlijk dat ze na
een regenbui weer helemaal opknappen en
als nieuw lijken. De regendruppels stellen
in de haiku de mening van anderen voor.
Ik heb een hekel aan regen, maar de viool-
tjes - ofwel: mijn werk - knappen ervan op.
Dankzij de kritiek is mijn werk verbeterd,
het is beter dan ik het zelf kon maken. Ik
had hulp van buitenaf nodig. Dat heb ik ge-
leerd tijdens mijn stage en zal ik ook mee-
nemen in mijn loopbaan en studie.’
Het proces van het schrijven was voor
26 Tijdschrift voor Begeleidingskunde
PRAKTIJK EN PROFESSIE
Esther een manier om in dialoog te gaan
over concrete ervaringen en ze zin en
betekenis toe te kennen. Dit schrijven is
niet beperkt tot het rapporteren van erva-
ringen, maar maakt sprongen mogelijk
- als we tenminste durven luisteren naar
de muze.
TOT BESLUIT Kalliope moedigt ons aan niet
alleen het hoofd (denken) en handen
(doen) in te zetten bij loopbaanleren, maar
ook ons hart (ons vermogen om verbindin-
gen met onszelf en anderen te leggen). Ze
verleent haar inspiratie, als wij bereid zijn
ons verhaal op papier te zetten en niet op
zoek te gaan naar een perfecte oplossing
of de enig juiste keuze - alsof zoiets zou
bestaan. Het gaat erom dat we voelend
gaan luisteren, dat we de fluisterende ver-
langens en angsten aan het licht brengen
en deze de voedingsbodem laten zijn voor
onze zelfsturing. Zoals de Canadese dich-
ter en zanger Leonard Cohen zo mooi, en
ook geïnspireerd door de muze, zegt: ‘For-
get your perfect offering. There is a crack,
a crack in everything. That’s how the light
gets in.’
Zo’n barst of grenservaring is voor de
meesten slecht nieuws, maar niet voor
Kalliope en niet voor het proces van loop-
baanschrijven. Het is bekend dat muzen
van pijn, verwarring en complexiteit kunst
en wijsheid kunnen maken. Ze weten dat
stervelingen zoals wij het ook kunnen,
mits we begeleid worden bij het inzetten
van onze creatieve vermogens.
Met dank aan Esther van Kan voor haar
verhaal en haiku.
Cohen, L. (2014). Anthem. Internet: www.leo-
nardcohen.com/us/music/futureten-new-songs/
anthem (24 mei 2014).
Kuijpers, M., Meijers, F. & Gundy, C. (2011).
The relationship between learning environment
and career competencies of students in vocatio-
nal education. Journal of Vocational Behavior,
78, 21-30.
Lengelle, R. (2014). Career writing: creatief,
expressief, en reflectief schrijven voor je loop-
baan. In F. Meijers, M. Kuijpers, K. Mittendorf &
G.Wijers (red.), Het onzekere voor het zekere
(pp. 161-183). Antwerpen/Amsterdam: Garant.
Lengelle, R. & Meijers, F. (2009). Mystery to
mastery: an exploration of what happens in the
black box of writing and healing. Journal of
Poetry Therapy, 22, 59-77.
Lengelle, R. & Meijers, F. (2014). Narrative
identity: writing the self in career learning.
British Journal of Guidance and Counselling,
42, 52-72.
Lengelle, R., Meijers, F., Poell, R. & Post, M.
(2014). Career writing: creative, expressive,
and reflective approaches to narrative identity
formation in students in higher education. Jour-
nal of Vocational Behavior, 85, 75-84.
Trichter-Metcalf, L. & Simon, T. (2002). Writing
the mind alive: the proprioceptive method of
finding your authentic voice. New York: Ballen-
tine Books.
LITERATUUR

More Related Content

Viewers also liked

English_Language_Policy_Ecuador_URena_Norma
English_Language_Policy_Ecuador_URena_NormaEnglish_Language_Policy_Ecuador_URena_Norma
English_Language_Policy_Ecuador_URena_Norma
Norma Urena
 
I
II
M logika revisi
M logika revisiM logika revisi
M logika revisi
Winda nawangasari
 
LONGITUD
LONGITUDLONGITUD
El Radón, Radio y Uranio en el Agua Potable
El Radón, Radio y Uranio en el Agua PotableEl Radón, Radio y Uranio en el Agua Potable
El Radón, Radio y Uranio en el Agua Potable
Hirianny Mendoza Olaves
 
Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30
Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30
Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30
RevivirUltraLotionSP30
 

Viewers also liked (6)

English_Language_Policy_Ecuador_URena_Norma
English_Language_Policy_Ecuador_URena_NormaEnglish_Language_Policy_Ecuador_URena_Norma
English_Language_Policy_Ecuador_URena_Norma
 
I
II
I
 
M logika revisi
M logika revisiM logika revisi
M logika revisi
 
LONGITUD
LONGITUDLONGITUD
LONGITUD
 
El Radón, Radio y Uranio en el Agua Potable
El Radón, Radio y Uranio en el Agua PotableEl Radón, Radio y Uranio en el Agua Potable
El Radón, Radio y Uranio en el Agua Potable
 
Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30
Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30
Crema Humectante Revivir Ultra Lotion SFP 30
 

Similar to Tijdschrift voor Begeleidingskunde - Loopbaanschrijven ahv Kaliopi pp20-26 - MP161214

Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijt
Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian FluijtPrisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijt
Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijt
uitgeverijacco
 
Trends voor trainers, 2011, help ik doe raar
Trends voor trainers, 2011, help ik doe raarTrends voor trainers, 2011, help ik doe raar
Trends voor trainers, 2011, help ik doe raar
Anneke Dekkers
 
Tijdschrift Jong-leren met Verschil
Tijdschrift Jong-leren met VerschilTijdschrift Jong-leren met Verschil
Tijdschrift Jong-leren met Verschil
EchoExpertisecentrum
 
KCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak introKCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak introIne de Laak
 
Thema onderwijs en kinderopvang 't lampeke en het gemeentebeleid
Thema onderwijs en kinderopvang   't lampeke en het gemeentebeleidThema onderwijs en kinderopvang   't lampeke en het gemeentebeleid
Thema onderwijs en kinderopvang 't lampeke en het gemeentebeleidbeweging.net
 
Ab 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleiding
Ab 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleidingAb 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleiding
Ab 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleiding
efgriff
 
Begrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot LeervermogenBegrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot Leervermogenjp nuyttens
 
Communicatie: een circulair proces
Communicatie: een   circulair proces Communicatie: een   circulair proces
Communicatie: een circulair proces
Benedict Wydooghe
 
PIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyond
PIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyondPIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyond
PIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyond
Artevelde - VUB
 
Trends voor trainers: Voicedrama
Trends voor trainers:  VoicedramaTrends voor trainers:  Voicedrama
Trends voor trainers: Voicedrama
Anneke Dekkers
 
Paper Scholen Voor Morgen
Paper Scholen Voor MorgenPaper Scholen Voor Morgen
Paper Scholen Voor Morgenwimjanrenkema
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'
marc_y_marc
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'
CynthiaW123
 
Van 12 tot 18
Van 12 tot 18Van 12 tot 18
Van 12 tot 18
Simonverwer
 
Workshop Metaforen
Workshop MetaforenWorkshop Metaforen
Workshop Metaforen
Joost Walraven
 

Similar to Tijdschrift voor Begeleidingskunde - Loopbaanschrijven ahv Kaliopi pp20-26 - MP161214 (20)

Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijt
Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian FluijtPrisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijt
Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijt
 
Trends voor trainers, 2011, help ik doe raar
Trends voor trainers, 2011, help ik doe raarTrends voor trainers, 2011, help ik doe raar
Trends voor trainers, 2011, help ik doe raar
 
Dce sessie1 kelchtermans
Dce sessie1 kelchtermansDce sessie1 kelchtermans
Dce sessie1 kelchtermans
 
Tijdschrift Jong-leren met Verschil
Tijdschrift Jong-leren met VerschilTijdschrift Jong-leren met Verschil
Tijdschrift Jong-leren met Verschil
 
KCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak introKCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak intro
 
Dce sessie5 vanhee
Dce sessie5 vanheeDce sessie5 vanhee
Dce sessie5 vanhee
 
Jeanette interview
Jeanette interviewJeanette interview
Jeanette interview
 
Thema onderwijs en kinderopvang 't lampeke en het gemeentebeleid
Thema onderwijs en kinderopvang   't lampeke en het gemeentebeleidThema onderwijs en kinderopvang   't lampeke en het gemeentebeleid
Thema onderwijs en kinderopvang 't lampeke en het gemeentebeleid
 
Ab 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleiding
Ab 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleidingAb 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleiding
Ab 00 de ambulant begeleider & de kunst van de begeleiding
 
ART_8 10-15
ART_8 10-15ART_8 10-15
ART_8 10-15
 
workshopdag-ibc-2-4-20092
workshopdag-ibc-2-4-20092workshopdag-ibc-2-4-20092
workshopdag-ibc-2-4-20092
 
Begrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot LeervermogenBegrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot Leervermogen
 
Communicatie: een circulair proces
Communicatie: een   circulair proces Communicatie: een   circulair proces
Communicatie: een circulair proces
 
PIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyond
PIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyondPIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyond
PIVH - Over motivatie, authenticiteit en flow. #andbeyond
 
Trends voor trainers: Voicedrama
Trends voor trainers:  VoicedramaTrends voor trainers:  Voicedrama
Trends voor trainers: Voicedrama
 
Paper Scholen Voor Morgen
Paper Scholen Voor MorgenPaper Scholen Voor Morgen
Paper Scholen Voor Morgen
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'
 
Van 12 tot 18
Van 12 tot 18Van 12 tot 18
Van 12 tot 18
 
Workshop Metaforen
Workshop MetaforenWorkshop Metaforen
Workshop Metaforen
 

Tijdschrift voor Begeleidingskunde - Loopbaanschrijven ahv Kaliopi pp20-26 - MP161214

  • 1. 20 Tijdschrift voor Begeleidingskunde, 3 (4), 20-26 PRAKTIJK EN PROFESSIE Loopbaanschrijven aan de hand van Kalliope Reinekke LENGELLE, Frans MEIJERS en Mijke POST R. Lengelle, schrijver en dichter, doceert schrijven bij De Haagse Hogeschool en Athabasca University. In januari 2015 verdedigt zij haar proefschrift over loopbaanschrijven. E-mail: reineke@tic.ab.ca. F. Meijers PhD is lector pedagogiek van de beroeps- vorming bij De Haagse Hogeschool. M. Post MA is docent en onderzoeker bij De Haagse Hogeschool. INLEIDING Kalliope, de muze van epische gedichten, inspireerde Homerus bij het schrijven van de Ilias en de Odyssee. Zij wordt vaak afgebeeld met een schrift of boek en Dante vroeg haar in zijn Divina commedia om verstomde gedichten weer tot leven te wekken. Het is precies deze poëtische creativiteit van Kalliope die no- dig is in de loopbaanbegeleiding van nu, aldus onderzoekers en loopbaanbegelei- ders die zien dat een meer narratieve en dialogische aanpak vereist is in de steeds complexere arbeidsmarkt van de eenen- twintigste eeuw. Informatie over studie en beroep speelt nauwelijks een rol in het proces van loopbaankeuze (Kuijpers, Meijers & Gundy, 2011) en we kunnen er niet op vertrouwen dat onze talenten en vaardigheden voor eens en voor altijd kun- nen worden ingezet in een ‘duidelijk gede- finieerde’ beroep. Beroepsloopbanen zijn te onvoorspelbaar geworden en beroepen zelf bieden steeds minder identificatiemo- gelijkheden. We hebben een dialoog nodig om ervaringen die er voor ons toe doen van zin en betekenis te voorzien. Een dia- loog die ons in staat stelt een narratieve identiteit te ontwikkelen die het ons ver- volgens mogelijk maakt dat we zelfsturend worden in de huidige complexiteit. Loopbaanschrijven is een narratieve me- thode die individuen de kans geeft om via creatief, expressief en reflectief schrijven gaandeweg een loopbaanidentiteit op te
  • 2. www.tsvb.nl 21 PRAKTIJK EN PROFESSIE bouwen. Kalliope is bereid inspiratie te verlenen, wanneer een student of cliënt oprecht de veilige haven achter zich durft te laten en niet alleen uit is op snelle ant- woorden en oplossingen. Ondanks haar wat vriendelijke en soms voluptueuze uiterlijk, verleent Kalliope haar inspiratie echter niet zomaar. Ze is een van de meest assertieve muzen en als begeleidster van de menselijke ontwikkeling via kunstzin- nige paden is ze kieskeurig en kritisch. Voor verplichte reflectieopdrachten is ze simpelweg niet in. Eerlijk gezegd laten stageverslagen haar ook meestal koud. Soms kan ze de lol van beroepskeuzetes- ten wel waarderen, maar alleen zoals een sprookjesschrijver zijn verhaal begint met de ontdekking van de eerste broodkruimel op de weg. Ze geven hoogstens richting, terwijl Kalliope daadwerkelijk helpt om zin en betekenis te onthullen. Deze muze heeft bijvoorbeeld ooit iemand geholpen die technisch was aangelegd en volgens een beroepentest software engineer moest worden (en ook werd). Al schrijvend ontdekte hij echter dat hij directer met cliënten wilde werken. Zo wilde hij er ach- ter komen wat ze wilden, om dat vervolgens voor hen te ontwerpen. Hij verlangde naar menselijk contact; dan pas zou hij floreren in zijn werk. De muze wist zijn verlangen te raken en het schrijven liet hem zien welk deel van zijn werk ontbrak. De beroepentest was dus niet verkeerd, alleen hield deze vooral rekening met zijn hoofd en handen en niet met zijn hart. De oplossing voor zijn ver- driet en onvrede begon met het schrijven over ervaringen die bevredigend waren. Met Kalliope’s hulp begon hij op papier zijn herinneringen op een concrete manier te verwoorden en daarmee kwamen ook zijn gevoelens verder tot leven. Kalliope is serieus in haar werk en fluistert graag in de oren van studenten, cliënten en begeleiders wat in hen gewekt wil wor- den. Ze spreekt degenen aan die werkelijk geïnteresseerd zijn in de reis en kunst van de zelfontdekking. Ze stelt een persoon in staat om wezenlijk contact te maken, om voelend te gaan luisteren naar zichzelf. Narratieve loopbaanbegeleiding helpt om een loopbaanidentiteit te ontwikkelen, via een dialoog die iemand in staat stelt een verhaal te ontwikkelen dat helpt de koers te bepalen op de arbeidsmarkt, en deze koers zo nodig te verleggen en aan te pas- sen. Zoals Odysseus deed op zijn reis naar Ithaca. Zoals we weten, gaat zo’n reis niet zonder slag of stoot ... Figuur 1 Kalliope (tekening: Sophia Lengle).
  • 3. 22 Tijdschrift voor Begeleidingskunde PRAKTIJK EN PROFESSIE De Grieken wisten al lang dat levenslessen - en daarmee ook loopbaanlessen - vaak het resultaat zijn van moeilijke en soms zelfs ge- vaarlijke ervaringen. De meerkoppige Hydra verschijnt tegenwoordig in de vorm van veel- vuldige en verwarrende keuzemogelijkhe- den; de slangen op Medusa’s hoofd als ang- sten, die alleen tot zwijgen worden gebracht door de spiegel van zelfkennis. De reis van Odysseus weerklinkt als metafoor in de hui- dige maatschappij waarin het individu ge- acht wordt zichzelf te redden. Daarvoor zijn navigatiemethoden nodig en begeleiders. CREATIEF, EXPRESSIEF EN REFLECTIEF Loop- baanschrijven is de term die gebruikt wordt voor een benadering waarin crea- tief, expressief en reflectief schrijven voor loopbaanleren worden gecombineerd. Het is een van de narratieve benaderingen bin- nen loopbaanbegeleiding die zijn ontwik- keld door Lengelle en Meijers (2014). Onderzoek onder Nederlandse bachelor- studenten die een schrijfcursus deden aan het begin en na afloop van een stage van vijf maanden, laat eerste aanwijzingen zien dat deze methode veelbelovend is voor identiteitsvorming (Lengelle, Meijers, Poell & Post, 2014). Loopbaanschrijven wordt ook gebruikt voor loopbaanleren in een online-cursus voor volwassenen van de universiteit van Alberta (Canada): ‘Work-life narrative’. Studenten en cliënten worden begeleid in Creatief Expressief Reflectief/reflexief Korte definitie - - - - - - Tabel 1
  • 4. www.tsvb.nl 23 eerste verhaal (vluchten, vechten, bevriezen) grenservaring observatortweede verhaal (perspectiefwisseling, acceptatie, nieuwe betekenis) dialoog met jezelf dialoog met anderen dialogisch leren ruimte voor transformatie begrijpen focussen zeven voelen PRAKTIJK EN PROFESSIE het leren luisteren, eerst via een door Trichter-Metcalf en Simon (2002) ontwik- kelde methode op muziek (‘proprioceptive writing’), waarbij wordt gevraagd te ‘luis- teren naar wat geschreven wil worden, op te letten wat op papier komt, en de vraag te stellen: wat bedoel ik met ...’ (p. 32-35) bij woorden die verdere verheldering kun- nen gebruiken. Daarnaast leren ze hoe ze via creatief schrijven eigen levensthema’s kunnen ontdekken. Ze vatten deze en an- dere inzichten samen in gedichten die juist van hun vereisen dat ze overbodige woor- den weg laten. Tabel 1 laat zien wat creatief, expressief en reflectief schrijven inhoudt. TRANSFORMATIE VIA SCHRIJVEN Loop- baanschrijven is gericht op identiteits- ontwikkeling. Deze begint vrijwel altijd met een situatie of gebeurtenis die verwar- ring, onzekerheid of pijn met zich mee- brengt (zoals ontslag, onvrede op de werk- plek of niet kunnen kiezen). De primaire reactie op zo’n grenservaring is wat men een ‘eerste verhaal’ noemt, waarin men ge- neigd is zich als slachtoffer te presenteren. Je zou kunnen zeggen dat de schaduwmu- ze ons in deze fase zelfingenomen, zorge- lijke en defensieve verhalen influistert. In het eerste verhaal overheerst angst, die tot uitdrukking komt in een van drie voor- spelbare reacties: vluchten, vechten of bevriezen. Pijnlijke gevoelens worden ver- meden of geprojecteerd en men wil zo snel mogelijk naar de oplossing (zoals een tweede verhaal). Kalliope pleit voor een avontuurlijker en diepgaander proces. Ze vraagt van degene die wordt uitgedaagd om de pijn van de grenservaring te gaan voelen en stapsge- wijs via woordkunst om te zetten in een gevoeld en doorleefd tweede verhaal. Het model in figuur 2 illustreert dit proces. Figuur 2 Model van transformatie via schrijven.
  • 5. 24 Tijdschrift voor Begeleidingskunde PRAKTIJK EN PROFESSIE Fase 1. Voelen De eerste stap op weg naar een tweede verhaal begint met het durven stilstaan bij ongemakkelijke gevoelens, door op papier te zetten wat er allemaal leeft. De bege- leider legt uit dat een ‘eerste verhaal’ de begrijpelijke en automatische reactie is op een grenservaring en introduceert de eer- ste oefening. Deze stelt de schrijver in staat twee essentiële dingen te doen: de observator van zijn eigen dilemma te wor- den - om aldus wat afstand te nemen - en tegelijkertijd ruimte te geven voor het voe- len en uitdrukken van emoties. Waar het eerste verhaal klinkt als: ‘Het is niet eer- lijk!’, gaat men in fase 1 bijvoorbeeld mer- ken dat de grenservaring gevoelens van schaamte en machteloosheid oproept. In deze eerste leerfase overheersen de pijnlijke verhalen nog voor een deel. Maar omdat de pijn uitgedrukt mag worden, wordt de starheid, defensiviteit en agres- siviteit van het eerste verhaal milder. Er komen barstjes in en ademruimte om de eerste nieuwe woorden uit te proberen. Wat van belang is in deze fase, is dat de deelnemer niet alleen ruimte krijgt om op papier te zetten wat er gevoeld en gedacht wordt, maar ook dat hij geholpen wordt om dieper naar de verschillende stemmen in zichzelf te luisteren; om een dialoog met zichzelf aan te gaan, met ondersteuning van de begeleider. Een dialoog met ande- ren is ook van belang, maar dit komt pas in een latere fase aan bod. Pas nadat de innerlijke dialoog op gang is gebracht, kan een vruchtbare dialoog van start gaan tussen de begeleider en schrij- ver (die daarna uitgebreid kan worden door het verhaal voor te lezen in de cur- susgroep). Deze interne en externe dialoog maken het mogelijk om door de leerfasen te gaan; ze vormen de ‘motor’ van het leer- proces. Fase 2. Zeven In deze fase worden hoofd- van bijzaken onderscheiden, ook weer via een schrijf- oefening. De deelnemer wordt uitgeno- digd terug te gaan naar het eerste ge- schreven ‘schrijfsel’, en daarin kernzinnen te onderstrepen en antwoord te geven op de vraag: wat zou ik hier nog over willen zeggen, als ik niet bang was? In fase 1 ging het om uitdrukking, terwijl het bij zeven gaat om het ontdekken welke din- gen de aandacht blijven trekken. Als voe- len verkenning van het terrein is, dan is zeven het in kaart brengen van dit terrein: men begint te zien waar het ‘echt’ om gaat. Men onderscheidt gaandeweg ver- schillende mogelijkheden. In deze fase komt iemand er bijvoorbeeld achter dat een verlammend gevoel veroor- zaakt lijkt te worden door een afkeurende innerlijke stem en een drang naar status, alhoewel het nog diffuus is hoe deze din- gen zich tot elkaar verhouden. Soms komt er in deze fase ook een nuttige metafoor naar voren, die in latere fasen uitgebreid kan worden tot een concept of verhaal. Fase 3. Focussen In fase 3 wordt duidelijk welke levensthe- ma’s voor een persoon daadwerkelijke centraal staan en de gevoelde pijn veroor- zaken (bijvoorbeeld angst voor afkeuring als thema). Wat in de fase 1 is gevoeld en fase 2 werd benoemd, wordt in deze fase via het schrijven verbreed en verdiept. Een deelnemer wordt bijvoorbeeld uitgenodigd een personificatie van de afkeurende
  • 6. www.tsvb.nl 25 PRAKTIJK EN PROFESSIE innerlijke stem tot spreken te brengen, in de vorm van een fictief verhaal. Hoe ziet Afkeuring eruit? Draagt ze een keurig mantelpakje? Wat roept ze steeds, terwijl ze voorbijfietst? Wat heeft ze in haar tas? Wat zijn haar kwaliteiten? In plaats van zo’n innerlijke stem verder te mijden, omdat het gevoel van afkeu- ring pijnlijk is, wordt deze stem vormge- geven. Schrijvenderwijs kan de deelne- mer zien hoe het ‘monster onder het bed’ er uitziet. Men ontdekt ook dat ze ande- re kanten heeft en/of minder de boven- toon hoeft te voeren en dat haar onder- liggende boodschap vaak gericht is op helpen. Vervolgens kan iemand een dia- loog schrijven, waarin de afkeurende stem praat met andere innerlijke stem- men en ze exploreren hoe ze elkaar van dienst kunnen zijn. Fase 4. Begrijpen Het Frans kent de uitdrukking ‘tout com- prendre, c’est tout pardonner’ ofwel: al- les begrijpen is alles vergeven. In fase 4 wordt de betekenis van deze uitdrukking gevoeld. Wat in het eerste verhaal wel- licht verteld werd als: ‘Het is niet eerlijk wat mij is overkomen!’, klinkt in de fase als: ‘Het is zoals het is. Ik begrijp nu dat mijn verdrietige reacties te maken had- den met mijn eigen schaamte en angst voor afkeuring. Ik kan zien hoe ik mezelf dwarszat.’ De inzichten die gaandeweg zijn ontwikkeld via het schrijven - en die soms al in een eer- dere fase zijn uitgesproken - brengen nu ge- voeld inzicht en zelfcompassie. In deze fase is er sprake van licht en verzoening met de realiteit; niet te verwarren met passieve ac- ceptatie. Het schrijven van een kort gedicht om de inzichten samen te vatten is vaak een verankering van het nieuwe narratief en een soort cadeau dat iemand kan meenemen als herinnering aan het ontstaan ervan. PRAKTIJKVOORBEELD Esther is een voor- beeld van hoe een student of cliënt via de vier fasen van het model gaandeweg inzicht en vrede ontwikkelt. Zij schreef dat ze het op haar stageplaats moeilijk vond om kritiek te krijgen op haar werk, terwijl ze rationeel begreep dat haar stagebege- leider haar hiermee nieuwe kennis wilde bijbrengen. Haar eerste verhaal was dat ze persoonlijk had gefaald, als iets niet met- een goed verliep. Tijdens de cursus kwam zij echter gaandeweg tot een andere en gevoelde conclusie. Ze schreef uiteinde- lijk een haiku, waarvan ze de betekenis uitlegde in haar laatste schrijfopdracht. De regendruppels maakten de verdroogde bloem weer kleurrijk en sterk. Esther: ‘Deze haiku gaat deels over mijn stage en wat ik ervan heb geleerd. Thuis staan viooltjes in de tuin; vaak vergeet ik ze water te geven en staan ze er verlept bij. Ik vind het altijd verwonderlijk dat ze na een regenbui weer helemaal opknappen en als nieuw lijken. De regendruppels stellen in de haiku de mening van anderen voor. Ik heb een hekel aan regen, maar de viool- tjes - ofwel: mijn werk - knappen ervan op. Dankzij de kritiek is mijn werk verbeterd, het is beter dan ik het zelf kon maken. Ik had hulp van buitenaf nodig. Dat heb ik ge- leerd tijdens mijn stage en zal ik ook mee- nemen in mijn loopbaan en studie.’ Het proces van het schrijven was voor
  • 7. 26 Tijdschrift voor Begeleidingskunde PRAKTIJK EN PROFESSIE Esther een manier om in dialoog te gaan over concrete ervaringen en ze zin en betekenis toe te kennen. Dit schrijven is niet beperkt tot het rapporteren van erva- ringen, maar maakt sprongen mogelijk - als we tenminste durven luisteren naar de muze. TOT BESLUIT Kalliope moedigt ons aan niet alleen het hoofd (denken) en handen (doen) in te zetten bij loopbaanleren, maar ook ons hart (ons vermogen om verbindin- gen met onszelf en anderen te leggen). Ze verleent haar inspiratie, als wij bereid zijn ons verhaal op papier te zetten en niet op zoek te gaan naar een perfecte oplossing of de enig juiste keuze - alsof zoiets zou bestaan. Het gaat erom dat we voelend gaan luisteren, dat we de fluisterende ver- langens en angsten aan het licht brengen en deze de voedingsbodem laten zijn voor onze zelfsturing. Zoals de Canadese dich- ter en zanger Leonard Cohen zo mooi, en ook geïnspireerd door de muze, zegt: ‘For- get your perfect offering. There is a crack, a crack in everything. That’s how the light gets in.’ Zo’n barst of grenservaring is voor de meesten slecht nieuws, maar niet voor Kalliope en niet voor het proces van loop- baanschrijven. Het is bekend dat muzen van pijn, verwarring en complexiteit kunst en wijsheid kunnen maken. Ze weten dat stervelingen zoals wij het ook kunnen, mits we begeleid worden bij het inzetten van onze creatieve vermogens. Met dank aan Esther van Kan voor haar verhaal en haiku. Cohen, L. (2014). Anthem. Internet: www.leo- nardcohen.com/us/music/futureten-new-songs/ anthem (24 mei 2014). Kuijpers, M., Meijers, F. & Gundy, C. (2011). The relationship between learning environment and career competencies of students in vocatio- nal education. Journal of Vocational Behavior, 78, 21-30. Lengelle, R. (2014). Career writing: creatief, expressief, en reflectief schrijven voor je loop- baan. In F. Meijers, M. Kuijpers, K. Mittendorf & G.Wijers (red.), Het onzekere voor het zekere (pp. 161-183). Antwerpen/Amsterdam: Garant. Lengelle, R. & Meijers, F. (2009). Mystery to mastery: an exploration of what happens in the black box of writing and healing. Journal of Poetry Therapy, 22, 59-77. Lengelle, R. & Meijers, F. (2014). Narrative identity: writing the self in career learning. British Journal of Guidance and Counselling, 42, 52-72. Lengelle, R., Meijers, F., Poell, R. & Post, M. (2014). Career writing: creative, expressive, and reflective approaches to narrative identity formation in students in higher education. Jour- nal of Vocational Behavior, 85, 75-84. Trichter-Metcalf, L. & Simon, T. (2002). Writing the mind alive: the proprioceptive method of finding your authentic voice. New York: Ballen- tine Books. LITERATUUR