Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijdenDriessen Research
Internationale rewiew study naar de manier waarop kinderen de dag, de week en het jaar doorbrengen en de gevolgen daarvan voor hun functioneren op school.
Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijdenDriessen Research
Internationale rewiew study naar de manier waarop kinderen de dag, de week en het jaar doorbrengen en de gevolgen daarvan voor hun functioneren op school.
Bijna iedere basisschool biedt leerlingen de gelegenheid om tussen de middag over te blijven, omdat steeds meer ouders buitenshuis werken. Het aantal basisscholen dat een continurooster invoert neemt dan ook sterk toe. Een deel van de scholen gaat een stap verder en wil het vijf gelijke dagen rooster invoeren. Wat zijn de voor- en nadelen van deze roosters? Wat is de rol van de (g)mr?
Zie artikel van Frederik Smit (2010), MR Magazine, 26 (11), 4-6. Over de rol van de (g)mr bij de invoering van een continurooster.
Expertisecentrum Expertisecentrum Ouders, school en buurt, ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
http://www.ru.nl/its/expertisecentrum/expertisecentrum/
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Frederik Smit
Onderzoek van dr. Frederik Smit en prof. dr. Jos Claessen naar de totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit.
Een onderzoek uit 1996 met verrassende resultaten, moderne inzichten en handzame suggesties voor de uitvoeringspraktjk.
Frederik Smit, Geert Driessen, & Jos van Kuijk (2015). Variatie in schooltijd...Driessen Research
Smit, F., Driessen, G., & Kuijk, J. van (2015). Variatie in schooltijd en onderwijskwaliteit. Een internationale literatuurstudie naar effecten van verschillende invullingen van de onderwijstijd op de onderwijskwaliteit. Nijmegen: ITS.
Frederik Smit e.a. (2012). Beter presteren. School en ouders samen. Onderzoek...Frederik Smit
Onderzoek functioneren relatie ouders en school in Rotterdam
Op verzoek van Beter Presteren, het samenwerkingsprogramma van Rotterdamse schoolbesturen en de gemeente, heeft het ITS een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van het ouderbeleid op Rotterdamse scholen. Het onderzoek richtte zich onder meer op onderwijsondersteunend gedrag van ouders en educatief partnerschap tussen ouders en school in een multiculturele grootstedelijke context en de ‘landing' van de Rotterdamse aanpak op scholen. Steeds meer scholen in Rotterdam lukt het ouders actief te betrekken bij de schoolcarrière van hun kind. Een derde van de schoolleiders in het primair onderwijs ziet nu al, ruim anderhalf jaar na de start van het programma Beter Presteren, dat het Rotterdams ouderbeleid tot hogere onderwijs-resultaten leidt. Opvallend is dat in Rotterdam verreweg de meeste ouders en schoolleiders aangeven dat er kennismakingsgesprekken zijn. Dit is landelijk niet altijd het geval. Ook springt in het oog dat in het primair onderwijs Rotterdamse ouders vaker wekelijks tot dagelijks op de school van hun kind komen (exclusief halen en brengen) en vaker praten met de leraar over het onderwijs en over de ontwikkeling van hun kind dan in de rest van het land. In Rotterdam is ook vaker een ouderkamer aanwezig en is er vaker een vast (ouder)contactpersoon aangesteld.
Onderzoeksrapport: Smit, F., Wester, M., & Kuijk, J. van (2012). Beter presteren in Rotterdam. School en ouders samen. ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Zie: Beter presteren in Rotterdam. School en ouders samen.
Variatie in schooltijd en onderwijstijdFrederik Smit
In opdracht van het ministerie van OCW hebben dr. Frederik Smit, dr. Geert Driessen en drs. Jos van Kuijk van het ITS van de Radboud Universiteit, op basis van een internationale literatuurstudie, onderzocht wat de effecten zijn van flexibele/individuele onderwijstijden op de onderwijskwaliteit, i.c. cognitieve en niet-cognitieve effecten bij kinderen. Het accent van het onderzoek lag op evaluatieve studies waarin op wetenschappelijke wijze en volgens gangbare methodologisch standaarden effecten van variaties in onderwijstijd en onderwijskwaliteit waren bepaald.
Contactpersoon
dr. Frederik Smit
Frederikcgsmit@gmail.com
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012mlusse
Internationale literatuurverkenning tbv de uitvoering van een children\'s zone in Rotterdam Zuid. Gebaseerd op het theoretisch kader van het proefschrift (in voorbereiding) van het onderzoek \'oudercontact in het vmbo\'. Door Mariette Lusse
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapFrederik Smit
Het kabinet heeft op 17 februari 2021 het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs gepresenteerd met een ongekend budget van 5,8 miljard euro voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit bedrag is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen door corona. De mr moet het ‘schoolprogramma’ goedkeuren waarin de gekozen interventies, zoals gratis bijles aanbieden of een zomerschool opzetten, zijn opgenomen. Wat is de insteek van schoolbesturen en scholen? Zijn er genoeg handen in de klas om de maatregelen tot uitvoer te brengen?
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...Driessen Research
Smit, F., Driessen, G., Kuijk, J. van, & Wit, C. de (2008). VVE en ouders. Ouderbetrokkenheid en -participatie in de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Nijmegen: ITS.
<isbn>
[Brochure] [29 pp]
Bijna iedere basisschool biedt leerlingen de gelegenheid om tussen de middag over te blijven, omdat steeds meer ouders buitenshuis werken. Het aantal basisscholen dat een continurooster invoert neemt dan ook sterk toe. Een deel van de scholen gaat een stap verder en wil het vijf gelijke dagen rooster invoeren. Wat zijn de voor- en nadelen van deze roosters? Wat is de rol van de (g)mr?
Zie artikel van Frederik Smit (2010), MR Magazine, 26 (11), 4-6. Over de rol van de (g)mr bij de invoering van een continurooster.
Expertisecentrum Expertisecentrum Ouders, school en buurt, ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
http://www.ru.nl/its/expertisecentrum/expertisecentrum/
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Frederik Smit
Onderzoek van dr. Frederik Smit en prof. dr. Jos Claessen naar de totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit.
Een onderzoek uit 1996 met verrassende resultaten, moderne inzichten en handzame suggesties voor de uitvoeringspraktjk.
Frederik Smit, Geert Driessen, & Jos van Kuijk (2015). Variatie in schooltijd...Driessen Research
Smit, F., Driessen, G., & Kuijk, J. van (2015). Variatie in schooltijd en onderwijskwaliteit. Een internationale literatuurstudie naar effecten van verschillende invullingen van de onderwijstijd op de onderwijskwaliteit. Nijmegen: ITS.
Frederik Smit e.a. (2012). Beter presteren. School en ouders samen. Onderzoek...Frederik Smit
Onderzoek functioneren relatie ouders en school in Rotterdam
Op verzoek van Beter Presteren, het samenwerkingsprogramma van Rotterdamse schoolbesturen en de gemeente, heeft het ITS een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van het ouderbeleid op Rotterdamse scholen. Het onderzoek richtte zich onder meer op onderwijsondersteunend gedrag van ouders en educatief partnerschap tussen ouders en school in een multiculturele grootstedelijke context en de ‘landing' van de Rotterdamse aanpak op scholen. Steeds meer scholen in Rotterdam lukt het ouders actief te betrekken bij de schoolcarrière van hun kind. Een derde van de schoolleiders in het primair onderwijs ziet nu al, ruim anderhalf jaar na de start van het programma Beter Presteren, dat het Rotterdams ouderbeleid tot hogere onderwijs-resultaten leidt. Opvallend is dat in Rotterdam verreweg de meeste ouders en schoolleiders aangeven dat er kennismakingsgesprekken zijn. Dit is landelijk niet altijd het geval. Ook springt in het oog dat in het primair onderwijs Rotterdamse ouders vaker wekelijks tot dagelijks op de school van hun kind komen (exclusief halen en brengen) en vaker praten met de leraar over het onderwijs en over de ontwikkeling van hun kind dan in de rest van het land. In Rotterdam is ook vaker een ouderkamer aanwezig en is er vaker een vast (ouder)contactpersoon aangesteld.
Onderzoeksrapport: Smit, F., Wester, M., & Kuijk, J. van (2012). Beter presteren in Rotterdam. School en ouders samen. ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Zie: Beter presteren in Rotterdam. School en ouders samen.
Variatie in schooltijd en onderwijstijdFrederik Smit
In opdracht van het ministerie van OCW hebben dr. Frederik Smit, dr. Geert Driessen en drs. Jos van Kuijk van het ITS van de Radboud Universiteit, op basis van een internationale literatuurstudie, onderzocht wat de effecten zijn van flexibele/individuele onderwijstijden op de onderwijskwaliteit, i.c. cognitieve en niet-cognitieve effecten bij kinderen. Het accent van het onderzoek lag op evaluatieve studies waarin op wetenschappelijke wijze en volgens gangbare methodologisch standaarden effecten van variaties in onderwijstijd en onderwijskwaliteit waren bepaald.
Contactpersoon
dr. Frederik Smit
Frederikcgsmit@gmail.com
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012mlusse
Internationale literatuurverkenning tbv de uitvoering van een children\'s zone in Rotterdam Zuid. Gebaseerd op het theoretisch kader van het proefschrift (in voorbereiding) van het onderzoek \'oudercontact in het vmbo\'. Door Mariette Lusse
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapFrederik Smit
Het kabinet heeft op 17 februari 2021 het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs gepresenteerd met een ongekend budget van 5,8 miljard euro voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit bedrag is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen door corona. De mr moet het ‘schoolprogramma’ goedkeuren waarin de gekozen interventies, zoals gratis bijles aanbieden of een zomerschool opzetten, zijn opgenomen. Wat is de insteek van schoolbesturen en scholen? Zijn er genoeg handen in de klas om de maatregelen tot uitvoer te brengen?
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...Driessen Research
Smit, F., Driessen, G., Kuijk, J. van, & Wit, C. de (2008). VVE en ouders. Ouderbetrokkenheid en -participatie in de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Nijmegen: ITS.
<isbn>
[Brochure] [29 pp]
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Driessen Research
Driessen, G. (1996). Voor- en vroegschoolse programma’s, kinderopvang en onderwijspresta¬ties in Rotterdam. Nul-meting in het kader van de Operatie Speel Goed. Nijmegen: ITS.
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...Frederik Smit
Deze brochure bevat de belangrijkste uitkomsten en conclusies van een onderzoek naar de ‘dag- en wijkarrange- menten brede school’ in het Rotterdamse basisonderwijs. Het volledige onderzoeksrapport ‘Naar meer leertijd voor Rotterdamse kinderen’ is beschikbaar bij de dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) van de gemeente Rotterdam en bij het ITS, het onderzoeksinstituut van de Radboud Universiteit Nijmegen, dat dit onderzoek in opdracht van JOS heeft uitgevoerd.
In hoofdstuk 2 van deze brochure worden de aanleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksopzet beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een beknopt antwoord op de onderzoeksvragen. In hoofdstuk 4 worden de belangrijkste conclusies geformuleerd die op basis van de uitkomsten getrokken kunnen worden en in hoofdstuk 5 wordt deze samenvatting afgerond met enkele aanbevelingen.
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...Frederik Smit
Stichting PAS heeft het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen opdracht verleend een monitor te ontwikkelen om de relatie ouders en VVE-(voor)scholen in Arnhem te optimaliseren. De monitor biedt drie gezamenlijke schoolbesturen Primair Onderwijs in Arnhem: De Basis, Delta, Fluvius en de Gemeente Arnhem inzicht om de ontwikkelingen wat betreft de samenwerking tussen ouders en (voor)school te monitoren. Er is een eerste meting uitgevoerd naar de stand van zaken wat be- treft de samenwerking tussen ouders, peuterspeelzalen en de eerste twee groepen van de basis- scholen in Arnhem en de gepercipieerde effecten op kinderen.
Het onderhavige onderzoek is uitgevoerd door Frederik Smit, Menno Wester en Jos van Kuijk. Het onderzoek is op zeer constructieve wijze begeleid door Jonathan Simonis van de stichting PAS.
Smit, F., Wester, M. & Kuijk, J. van (2015). Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de VVE in de gemeente Arnhem. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit Nijmegen.
Presentatie voor medestudenten opleiding "Directeur van Buiten" over De Sterrenschool. een brede schoolconcept dat ontstaan is uit gesprekken met schoolleiders. Met als doel jonge kinderen verder helpen in de maatschappij. De Sterrenschool is gebaseerd op vijf sterren: het hele jaar open, één adres voor alle diensten (van 7 tot 7), ruimte voor maatwerk, hoog kwalitatief onderwijs en een sterke rol voor de buurt.
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...Driessen Research
Werf, G. van der, & Driessen, G. (1993). Het functioneren van het voortgezet onderwijs. Kenmerken van scholen en docenten in het eerste leerjaar. Groningen/Nijmegen: RION/ITS. <isbn>
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
1. Dit is de digitale schoolgids van R.K. basisschool ‘t Startblok
2. asit ned z y
o 28 4 q
t
9
v k
5 p g
c xb
m
f l v h
7
1o u 6
z r
g ‘t Startblok
schoolgids 2012-2013
3
schoolvakanties | adressen
i 2
3. Woord vooraf
dz
Voor het eerst naar school
Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind in totaal zo’n 7.500 uur toevertrouwt aan de
zorg van de juffen en meesters van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van een kin-
8
derleven. Een basisschool is een stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u.
Een school kies je dan ook weloverwogen! Scholen verschillen in sfeer, werkwijze, zorg voor
leerlingen, activiteiten en in kwaliteit. Ouders en leerkrachten delen de verantwoordelijk-
y p
heid voor de opvoeding van het kind.
Met deze schoolgids geven wij u een beeld van onze school. U kunt dan voor uzelf nagaan
of ’t Startblok de school is, die u voor uw kind zoekt. Wij hopen dat u deze schoolgids met
plezier zult lezen. Vanzelfsprekend bent u van harte welkom als u een nadere toelichting
x
wenst. Neemt u dan contact op met mevrouw Linda van Dijk, adjunct-directeur.
En dan van groep één tot en met groep acht
Elk schooljaar is een nieuw begin, dus elk jaar komt er een nieuwe schoolgids voor de
ouders van alle startblokleerlingen. De gids geeft aan wat de teamleden van ’t Startblok
5
belangrijk vinden. Hierdoor weet u waar u de school op aan kunt spreken.
Wij wensen u en uw kind een prettig schooljaar toe.
Het team van ’t Startblok
schoolvakanties | adressen
i 3
4. s 6 i
Inhoud
Een woord vooraf 4. Zorg voor kinderen 7. De ouders
k 2
x
4.1. Nieuwe leerlingen in de school 7.1. et belang van de betrokkenheid van
H
1. De school 4.1.1. De eerste ontmoeting de ouders
1.1. Naam, adres 4.1.2. Aanmelding en toelating 7.2. nformatievoorziening aan de ouders en
I
1.2. Richting 4.1.3. ennismaking nieuwe kleuters en hun
K leerlingen over het onderwijs en de school
1.3. Directie ouders 7.3. Medezeggenschapsraad (mr)
1.4. Het gebouw 4.2. et volgen van de ontwikkelingen van
H 7.4. Activiteitencommissie (AC)
1.5. Schoolgrootte de kinderen in de school 7.5. De financiële ouderbijdrage
1.6. Leerling en ouderpopulatie 4.2.1. Leerlingvolgsysteem 7.6. Contactouders
1.7. Aanmelding van nieuwe kinderen 4.3. peciale zorg voor kinderen met speci-
S 7.7. Ouderactiviteiten
1.8. B
eleid ten aanzien van groepssamen- ale behoeften
stellingen 4.3.1. et SVOB (Samenwerkingsverband
H 8. ontwikkeling van het onderwijs in de
De
1.9. Externe contacten Over-Betuwe) school
4.4. Naar het voortgezet onderwijs (VO) 8.1. ctiviteiten ter verbetering van het on-
A
2. Waar de school voor staat 4.5. Gezondheidszorg derwijs in de school
2.1. Waar de school voor staat 4.6. Schoolgericht maatschappelijk werk 8.2. Uitstroomgegevens
2.2. Het klimaat van de school 4.7. Schoollogopedie
2.3. Levensbeschouwelijke visie 4.8. Fysiotherapie op school 9. Praktische schoolaangelegenheden
4.9. Schorsing en verwijdering 9.1. Schooltijden
3. De organisatie van het onderwijs 9.1.1. Ziekmelding
3.1. De organisatie van de school 5. Het bestuur 9.2. Vakantieoverzicht 2012-2013
3.2. De activiteiten van de kinderen 9.3. Aanvraag van extra verlof
3.2.1. Activiteiten in de onderbouw 6. Het team 9.4. Overblijven
3.2.2. asisvaardigheden (lezen, schrijven,
B 6.1. Taken binnen het team 9.5. Bereikbaarheid ouders
taal en rekenen) 6.2. ervanging wegens ziekte, compensa-
V 9.6. Hoofdluisbrigade
3.2.3. Wereld oriënterende vakken tieverlof, studieverlof 9.7. Gymlessen
3.2.4. Handvaardigheidsactiviteiten 6.3. Begeleiding en inzet stagiaires 9.8. Trakteren
3.2.5. Engels 6.4. Scholing leraren 9.9. Gevonden voorwerpen
3.2.6. Lichamelijke opvoeding 9.10. Klachtenprocedure
3.2.7. Catechese 9.11. Schoolverzekering
3.3. Binnen- en buitenschoolse activiteiten 9.12. Fietsenstalling
3.4. at wordt er van de kinderen ge-
W 9.13. Externe relaties van de school
vraagd? 9.14. Sponsoring
3.5. erdeling van uren over de vormings-
V
gebieden 10. Praktische schoolaangelegenheden
schoolvakanties | adressen
i 4
5. 5
1. De school 3
1.1. Naam, adres Wij bereiden de kinderen voor op een steeds veranderende wereld en le-
‘t Startblok is gevestigd aan de Morel 28, 6662 VH te Elst. ren ze omgaan met een complexe maatschappij. Dit doen we door hen
Het postadres van de school is: Postbus 211, 6660 AE ELST. De school- verantwoordelijkheid te laten dragen voor zichzelf en anderen. Dit bete-
x
naam ’t Startblok werd in 1977 uit vele inzendingen van ouders als beste kent dat kinderen leren om kritisch te zijn op hun eigen functioneren. Door
naam gekozen. Het geeft de start van de schoolloopbaan van het kind met anderen in gesprek te gaan over hun werk en handelen, zijn zij zich
weer. Twee jaar na de stichting van de school kreeg zij haar definitieve steeds meer bewust van zichzelf en hoe zij in de wereld staan.
naam, ’t Startblok.
Het Daltononderwijs bestaat bijna hon-
n d
De school ontwikkelt zich op het gebied van Daltononderwijs. We mogen derd jaar. Er is in die honderd jaar veel
i
ge khe
ve gge
afl
ran n -
n - elij
e
ve
ons op dit moment ‘Dalton school in oprichting’ noemen. In juni 2013 veranderd, maar de drie pedagogische
tw vra
me rd
ne twoo
oo
vrijheid in
beoordeelt een visitatiecommissie onze ontwikkelingen. Het uiteindelijke ankerpunten blijven actueel.
rd en
gebondenheid
ing
ran
g
ve
doel is om officieel Daltonschool te worden. • Vrijheid in gebondenheid
b
zelfstandigheid
• Zelfstandigheid samenwerking
• Samenwerking
vertrouwen schenken - vragen
Vrijheid in gebondenheid
Door middel van taken leren kinderen om te gaan met verantwoordelijkhe-
den. Binnen een afgebakend gebied leren kinderen om vaardigheden die
u
nodig zijn te oefenen. Voor de kleuters betekent het dat zij in hun spel, het
vrij experimenteren en het uitvoeren van individueel gerichte opdrachten
enige keuzevrijheid hebben. In de midden- en bovenbouw werken de kin-
deren met dag- en weektaken.
Zelfstandigheid
Zelfstandigheid is dat kinderen leren om hun eigen activiteiten te plannen.
Hierdoor leren ze verantwoordelijkheid te dragen voor eigen gedrag. Kin-
deren krijgen de kans om problemen zelfstandig op te lossen. Dit stimu-
leert hun creatief denken en handelen.
schoolvakanties | adressen
i 5
6. Samenwerking Peuterspeelzaal Dreumesland, kinderdagverblijf Mikmak en buitenschool-
In de maatschappij is samenwerken erg belangrijk. Op ‘t Startblok leren se opvang Simsalabim.
kinderen samen te werken. Ze leren rekening te houden met elkaar en met Sinds 1 augustus 2011 gebuikt SBO De Vlinderboom 4 lokalen in ons pand.
de inbreng en behoefte van de ander. Na iedere vakantieperiode zijn er in
elke groep kleine, kortdurende activiteiten die het groepsgevoel positief 1.5. Schoolgrootte
beïnvloeden. Er worden door de leerkracht werkvormen gekozen die het ’t Startblok is een grote basisschool, wij starten dit schooljaar met ruim 340
samenwerken van kinderen stimuleren. leerlingen. Het schoolteam bestaat uit 28 personen, waaronder een part-
x
time conciërge.
Zoals aan het begin gezegd, zijn wij met elkaar op weg om zo goed moge-
lijk invulling te geven aan de drie ankerpunten. Voor directie en leerkrach- 1.6. Leerling en ouderpopulatie
ten is dit alles ook een leerproces, want zoals Helen Parkhurst zelf al zei: De school wordt bezocht door kinderen, die een afspiegeling vormen van
‘Dalton is a way of living’. de opbouw van de wijk. Ouders met een middelbare of hogere opleiding
vormen de meerderheid. De ervaring leert dat veel ouders kiezen voor
1.2. Richting basisschool ’t Startblok. Het is duidelijk merkbaar op onze school, dat het
’t Startblok is een katholieke school. Wij werken met kinderen vanuit een steeds meer voorkomt dat beide ouders werken. Dit betekent dat de TSO
b
christelijk perspectief op de mens en de wereld. Hierin spelen normen en (tussen schoolse opvang) druk bezocht wordt. Een kleiner aantal maakt ook
waarden een grote rol. De school maakt deel uit van ‘Stichting Katholiek gebruik van de BSO (buiten schoolse opvang).
Onderwijs Batavorum’ (zie punt 5: Het bestuur).
1.7. Aanmelding van nieuwe kinderen
1.3. Directie Ouders kunnen hun kind via een aanmeldingsformulier opgeven. Wanneer
De directie van de school bestaat uit een directeur: dhr. F.J. Ariëns (Franz- er geen bijzondere factoren zijn, wordt het kind ingeschreven. De ouders
Josef) en een adjunct-directeur: mevrouw L. van Dijk (Linda). Zij zijn ver- krijgen hiervan schriftelijk een bevestiging.
u
antwoordelijk voor het verrichten van directietaken. Wij adviseren u een Bij instroom in andere groepen dan groep 1, is er een toelatingsbeleid
afspraak te maken als u één van hen wilt spreken. op school op grond van toets- en observatiegegevens van de school van
herkomst. Bovendien hangt toelating sterk af van het aantal kinderen in de
1.4. Het gebouw betreffende groep.
5
Ons gebouw staat aan de zuidrand van Elst. De meeste leerlingen komen De Wet op de Expertise centra biedt ouders van gehandicapte kinderen de
uit Elst-Zuid en Elst-West. Naast onze school is een nieuwe wijk gebouwd. mogelijkheid te kiezen voor gewoon of speciaal onderwijs. Wij verwijzen
We zijn gehuisvest in een gebouw dat aan veel eisen van deze tijd voldoet. hiervoor naar de tekst bij punt 4.1.2.
’t Startblok maakt in dit gebouw deel uit van een brede school met de
3 overkoepelende naam ‘De Kersentuin’. In dit gebouw zijn ook gehuisvest:
schoolvakanties | adressen
i 6
7. 1.8. eleid ten aanzien van
B
groepssamenstellingen
De groepen 1 en 2 worden heterogeen samengesteld. Dit betekent dat
jongste en oudste kleuters in een groep zitten. We streven bij de kleuters
naar een groepsgrootte van 26 leerlingen. Om een kleutergroep te kunnen
starten, gaan we uit van minimaal 10 leerlingen.
Aan het eind van een schooljaar wordt beslist over de hoeveelheid groe-
pen waarin we de leerlingen verdelen die naar groep 3 gaan.
Gezien het feit dat onze school qua leerlingaantal krimpt en er daarnaast in
het onderwijs bezuinigd moet worden, overleggen wij jaarlijks hoe wij onze
groepen samenstellen.
1.9. Externe contacten
De school heeft vele externe contacten. Zo wordt contact onderhouden
met de peuterspeelzalen om een goede overgang van het kind naar het
basisonderwijs te bevorderen. Er zijn ook contacten met het voortgezet
onderwijs om een goede overgang van het kind te waarborgen. Verder zijn
er natuurlijk contacten met de andere basisscholen die onder ons bestuur
vallen, de Elster basisscholen en diverse basisscholen binnen het WSNS-
verband. Met betrekking tot de Brede School is er samenwerking met kin-
derdagverblijf MikMak (SKAR) peuterspeelzaal Dreumesland en BSO Sim-
salabim. Naast de contacten met scholen zijn er contacten met diverse
instellingen (b.v. gemeente, maatschappelijk werk, jeugdwerk, parochie
p
5
enz.).
z
8
s d 2 y
schoolvakanties | adressen
i 7
8. 2. Waar de school voor staat
2.1. Waar de school voor staat
Wanneer we ons richten op de uitgangspunten van de school onderschei-
den we daarbij drie aspecten:
1. de levenbeschouwelijke identiteit
2. de pedagogische identiteit
3. de onderwijsinhoudelijke identiteit
8
s
x
basis te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind. Het kind
moet zich vooral thuis en veilig voelen op onze school. Naar aanleiding van
visiebepaling op sociaal-emotioneel gebied legt het team meer accent op
groepsprocessen en samenwerking tussen kinderen. Dit komt tot uiting bij
de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling.
Ouders moeten zich kunnen vinden in de regels en manier van onderwijs
d
z
geven van de school.
1. De levenbeschouwelijke identiteit
De school heeft een katholieke signatuur en vanuit die achtergrond geven 3. De onderwijsinhoudelijke identiteit
wij les. Dit gebeurt in de catecheselessen, maar komt ook tot uiting in ons Ten aanzien van ons onderwijs leggen we de lat hoog. Dit betekent voor
hele schoolklimaat (bijvoorbeeld door het tonen van respect voor elkaar, ons als school het volgende:
medemenselijkheid, enz). Daarbij spelen normen en waarden, aandacht • We halen uit het kind het maximaal haalbare. Dit betekent dat het be-
voor actuele gebeurtenissen (zoals de vastenactie) en de vieringen (zoals leid duidelijk gericht moet zijn op omgaan met verschillen.
kerstmis) een grote rol. • gaan uit van een evenwichtige ontwikkeling. Dit houdt in dat naast
We
de verstandelijke ontwikkeling ook veel aandacht besteed wordt aan de
2. De pedagogische identiteit sociaal-emotionele vorming en aan de ontwikkeling van de creatieve
De opvoeding is een primaire verantwoordelijkheid van de ouders. De mogelijkheden van het kind.
school dient daar op in te spelen. De school hecht daarom veel waarde aan • is sprake van een doorgaande lijn. De komende jaren zal dit een
Er
de driehoek ouders – kind – team. We streven naar een goed overleg tus- terugkerend onderwerp zijn op de vergaderingen.
sen ouders, kind en team, omdat we dit belangrijk vinden om een goede • leren de kinderen op een goede manier zelfstandig werken.
We
•
We blijven goed op de hoogte van de ontwikkeling van de leerling,
zodat op het juiste moment extra hulp of een aangepaste leerweg kan
worden geboden (zorg op maat).
‘t Startblok wil de kinderen optimaal begeleiden bij hun ontplooiing tot
zelfstandigheid, dankzij:
• een goede samenwerking met de ouders/verzorgers
• inrichting van het onderwijs op de school
de
schoolvakanties | adressen
i 8
9. Daarnaast bevindt het team van ’t Startblok zich in een ontwikkelfase. De
leerkrachten bekwamen zich ten aanzien van het Dalton-principe: Vrijheid
in gebondenheid, verantwoordelijkheid en samenwerking zijn daarin de
speerpunten. Wat de samenwerking met de ouders betreft staat de school
voor het volgende model:
g
In dit model komt tot ui-
ting dat wij grote waarde Team
hechten aan een goede
relatie tussen ouders, kind
en team. Dit vinden wij Kind Ouders
één van de belangrijkste
voorwaarden voor een evenwichtige ontwikkeling. Het kind moet zich thuis
voelen!
Het onderwijs is daar op afgestemd. Niet alleen de verstandelijke ontwik-
keling is belangrijk, maar er wordt ook veel waarde gehecht aan de sociaal-
emotionele vorming en aan de ontwikkeling van de creatieve mogelijk-
heden van het kind. Mocht de ontwikkeling van het kind niet in balans
n
zijn, dan beschikt de school over een zorgstructuur waarbinnen het kind
- na overleg met de ouders - verder onderzocht kan worden. Indien nodig
d
wordt er voor het kind een apart programma opgesteld. Dit noemen we
een handelingsplan. Dit handelingsplan wordt met de ouders besproken
en zoveel mogelijk in de groep uitgevoerd.
2.2. Het klimaat van de school
Om een optimale ontplooiing te bereiken is het noodzakelijk dat er een
goed klimaat op school heerst. Het team ziet er op toe, dat de kinderen
3
goed en verantwoord met elkaar omgaan, zowel in de klas als buiten op
de speelplaats. Mochten de waarden en normen, zoals die door de school
gehanteerd worden, overschreden worden, dan handelt de school volgens
t
het model zoals bij de uitgangspunten aangegeven (team-kind-ouders).
j
Overleg tussen ouders, kind en leerkracht is dan noodzakelijk. Op deze
schoolvakanties | adressen
i 9
10. k c
1o
f
manier wordt geprobeerd een goede sfeer binnen de school te creëren 2.3. Levensbeschouwelijke visie
en te behouden. Er zijn verschillende contactmomenten tussen school en ‘t Startblok is een katholieke school. Wij werken met kinderen vanuit een
ouders mogelijk: christelijk perspectief op de mens en wereld. Hierin spelen waarden en
• persoonlijke contacten ouders - leerkracht (op school of via een huisbe- normen een grote rol.
zoek); Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren om:
• informatieavond aan het begin van het schooljaar, waarin het reilen
de • respectvol met elkaar om te gaan
en zeilen binnen de betreffende groep uiteengezet wordt; • aandacht en zorg te hebben voor de omgeving
• tien-minutengesprekken voor ouders, waarin over de ontwikkeling
de • een groep behulpzaam en attent voor elkaar te zijn
in
van het kind gesproken wordt; • vertrouwen te hebben in zichzelf en de ander
• ouderavonden, al dan niet rondom een bepaald thema. • respecteren dat iedereen uniek is
te
schoolvakanties | adressen
i 10
11. met elkaar en het respecteren van elkaars ‘anders zijn’ kan hierdoor alleen
maar versterkt worden.
We werken met de methode ‘Hemel en Aarde’. Hierbij moet u denken
aan de eerder genoemde waarden, die projectmatig worden uitgewerkt.
Binnen de parochie is de school vertegenwoordigd in de bijeenkomsten
van de werkgroep ‘Kind en Kerk’. De daadwerkelijke voorbereiding voor
de Communie en het Vormsel vindt plaats in het gezin van hieraan deelne-
mende kinderen, onder leiding van de parochie. Samen met de parochie
en de ouders ondersteunt de school de voorbereiding rondom de com-
munie.
Er wordt nadrukkelijk stilgestaan bij religieuze feesten als Kerst en Pasen.
De ware betekenis van deze feesten zal dan ook centraal staan (en niet al-
leen het versieren van de kerstboom en het eten van de paaseieren).
b
Om deze waarden en normen tot hun recht te laten komen is de mentaliteit
en het pedagogisch klimaat op school van wezenlijk belang. Wij corrigeren
kinderen als ze anderen kwetsen, buiten sluiten of als ze onzorgvuldig met
hun omgeving omgaan. Wij reageren positief als kinderen behulpzaam en
attent reageren. Naast de aandacht voor de omgang met elkaar wordt er
in elke groep wekelijks ongeveer 30 minuten expliciet aandacht aan chris-
u
De wezenlijke katholiciteit van de school komt tot uiting in het benaderen telijke levensbeschouwing besteed.
van christelijke waarden. Het zijn deze waarden, die we in een samenleving Wij vinden het belangrijk om met kinderen samen:
met verschillende opvattingen, culturen en minderheden proberen een
5
plek te geven. Enkele voorbeelden hiervan zijn: rechtvaardigheid, open- … stil te staan bij …
heid, aandacht voor het totale mens-zijn en de zorg voor de wereld om ons … te danken voor …
heen (milieu). Deze christelijke waarden vormen wat ons betreft de belang- … kracht te vragen voor …
rijkste voorwaarden voor de kern van een katholieke school. Deze waarden
3
lopen als leidraad door de school en staan centraal bij contacten tussen Wij vieren en bidden in de vorm van: een traditioneel of geïmproviseerd
x
leerkrachten en kinderen, leerkrachten en ouders en tussen leerkrachten gebed, een lied, een mooie tekst, een verhaal, een moment van stilte of
onderling. een gezamenlijke viering. Als katholieke basisschool leveren wij een bij-
Op onze school zitten niet alleen katholieke kinderen, maar ook kinderen drage aan de levensbeschouwelijke opvoeding van kinderen. Wij nemen
met andere of géén specifieke geloofsovertuiging. Het mag vanzelf spre- daarbij wel het standpunt in dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid hier-
ken, dat deze kinderen welkom zijn op onze school. Sterker nog: de diver- voor niet bij de school, maar bij de ouders ligt.
siteit aan geloofsovertuigingen maakt ons zelfs rijker. Het leren omgaan
schoolvakanties | adressen
i 11
12. 3. De organisatie van het onderwijs
3.1 Organisatie van de school
ODe groepen 1-2 zijn heterogeen van samenstelling. In die groepen zit-
ten kinderen van 4 t/m 6 jaar door elkaar. Kinderen kunnen immers veel
van elkaar leren en samen nieuwe dingen ontdekken. Wij vinden het erg
belangrijk dat kinderen leren samenwerken. Op school zullen de ouders
8
s
x
ontwikkelingen. De methodes voldoen in ieder geval aan de kerndoelen
van het basisonderwijs.
Aanvankelijk lezen (lesmethode: Veilig Leren Lezen) – schrijven (lesme-
d
y
p
daarom vaak groepjes kinderen aan het werk zien. Bij de indeling van de thode: Schrift)
groepen houden we daar ook rekening mee. De school biedt de leerlingen de mogelijkheid om met leesactiviteiten te
Vanaf groep 3 zijn de groepen voornamelijk homogeen (jaargroepen naar beginnen wanneer ze er aan toe zijn. Dit vraagt om een goede organisatie,
leeftijd). Binnen deze groepen wordt gestreefd naar adaptief onderwijs maar de school is er van overtuigd dat een kind pas goed leert lezen, wan-
z
(werken op niveau). neer het eraan toe is. Vanaf groep 3 wordt zijn wij met een methode ‘Vei-
lig leren lezen’ gestart. Ook maakt de school gebruik van het tutorlezen.
3.2. De activiteiten van de kinderen De school stelt zich tot doel dat de leerlingen aan het eind van groep 5
r
het eindniveau van het technisch lezen hebben bereikt. In groep 3 begin-
3.2.1. Activiteiten in de onderbouw nen we ook al met begrijpend lezen. We gebruiken hiervoor de methode
Kleuters leren vooral door te doen. Ze leren in hun spel en de leerkracht Nieuwsbegrip. In de hogere leerjaren komt hier steeds meer nadruk op te
speelt daarop in door te zorgen dat er uitdagend materiaal is waar de liggen en gaat het over in studerend lezen.
kleuters van kunnen leren. Ook worden er situaties gecreëerd waarin de Ons schrijfonderwijs is niet gekoppeld aan de leesmethode. Er wordt van-
d
kinderen op verschillende manieren nieuwe ervaringen opdoen. We leren uit de methode Schrift veel aandacht besteed aan de motoriek om vervol-
kinderen met elkaar om te gaan. Elkaar begrijpen is daarbij een belangrijk gens netjes en verzorgd te kunnen schrijven.
aandachtspunt. Expressie wordt ook als middel gebruikt om de kinderen te
leren hun gevoelens te uiten. Taal (lesmethode Taal in beeld’)
Het taalonderwijs was vroeger vooral gericht op foutloos schrijven. Ook nu
p
3.2.2. Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) wordt er natuurlijk nog veel aandacht besteed aan foutloos schrijven op het
De school sluit zoveel mogelijk aan bij de ontwikkeling van het kind. Bij de niveau van het kind. Veel meer dan vroeger besteden wij nu aandacht aan
keuze van de lesmethodes wordt daarmee rekening gehouden. Een vereis- andere aspecten van de taal zoals spreken, luisteren en stellen.
te bij de keuze van de lesmethodes is dan ook dat werken op verschillende Het is in de huidige samenleving belangrijk dat een kind zijn mening goed
b
niveaus mogelijk moet zijn. De methodes worden indien nodig vernieuwd onder woorden kan brengen, maar ook dat het leert goed naar anderen te
om ons onderwijs zoveel mogelijk aan te laten sluiten aan de nieuwste luisteren en daarop te reageren. Stellen is ook een belangrijk onderdeel
l schoolvakanties | adressen
i 12
13. m
0
van de taal. Hierbij gaat het om het schriftelijk weergeven van gedachten,
meningen enz. In de bovenbouw komen de meer technische taalonderde-
v
len aan bod (zoals ontleden).
Rekenen (lesmethode ‘De Wereld in getallen’)
Rekenen is niet alleen sommen maken. Veel meer dan in het verleden be-
h
steden wij aandacht aan het oplossen van problemen, waarbij voorbeelden
uit de praktijk van alle dag een rol spelen. Naast het rekenwerk vanuit de
methode wordt er gewerkt met projecttaken. Bij deze projecten kunnen
leerlingen praktisch aan de slag (bijvoorbeeld een meetproject) en krijgen
ze te maken met grafieken en statistieken, wiskunde enz. In de bovenbouw
x
leren de leerlingen omgaan met de rekenmachine. Rekenen is door de hui-
dige aanpak voor veel leerlingen een aantrekkelijk vak geworden.
3.2.3. Wereldoriënterende vakken
In de groepen 1 t/m 4 wordt met uitzondering van de methode Leefwe-
reld (biologie/natuurkunde) niet met aparte lesmethodes gewerkt. In deze
4
groepen worden thema’s gekozen die voor jonge kinderen interessant zijn
en aan de hand waarvan wij hen kennis en inzicht kunnen bijbrengen op
het gebied van de wereldoriënterende vakken. Op deze manier kunnen
we ook goed inspelen op actuele gebeurtenissen. Er wordt daarbij wel
gelet op een goede aansluiting op het onderwijs in groep 5 t/m 8. In deze
groepen wordt gewerkt met lesmethodes voor aardrijkskunde ´De wereld
dichtbij´,
geschiedenis ´Bij de Tijd´ en biologie/natuurkunde ´Leefwereld´.
d
3.2.4. Handvaardigheid en muziek
In ons gebouw is er een extra ruimte voor handvaardigheid. Hierbij kan on-
dersteuning verleend worden door ouders. De school werkt in een aantal
groepen met een vakleerkracht muziek.
schoolvakanties | adressen
i 13
14. 3.2.5. Engels
In de groepen 7 en 8 wordt het vak Engels gegeven. We werken met de
methode ´Junior´.
Kerstmis en Pasen horen daar ook vieringen bij. Met deze lessen stimuleren
en begeleiden we de levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen.
Ten behoeve van de begeleiding van de kinderen van groep 4 die de 1e
Communie doen, zijn er tussen de school en de parochie afspraken ge-
b
x
u
3.2.6. Lichamelijke opvoeding maakt. Bezoek van de pastor aan de groepen is mogelijk. De school maakt
In groep 1 en 2 spelen de kinderen buiten en in de speelzalen. Ze doen daar dan afspraken over met de pastor.
daar oefeningen en spelletjes. Vanaf groep 3 gaan de leerlingen voor een
deel naar de aan de Kruisakkers gelegen gymzaal en voor een deel maken 3.3. Binnen- en buitenschoolse activiteiten
zij gebruik van de speelzaal. Groep 8 gaat voor de gymlessen naar sporthal De school kent vele activiteiten die voor de ontwikkeling van de kinderen
de Helster. Deze lessen kunnen apart of in een blok van twee aaneenge- belangrijk zijn. Soms worden deze georganiseerd binnen het lesprogram-
sloten lessen gegeven worden. Naast oefeningen speelt spel een grote
rol. In de zomer wordt ook gebruik gemaakt van het bij de school gelegen
ma. Andere activiteiten staan daar meer buiten. Zo kent de school:
3
8
grasveld. • De sportdag
Deze wordt jaarlijks voor groep 1 t/m 3 in september en/of juni gehou-
3.2.7. Catechese den. De groepen 4 t/m 8 maken in juni kennis met een bepaalde sport.
Op het Startblok gebruiken we voor het vak godsdienst/levensbeschou- De bedoeling hiervan is het bevorderen van sportbeoefening.
wing de methode ‘Hemel en aarde’. Vijfmaal per jaar is er een project, met • De Boekenweek
het kader van leespromotie wordt met de gehele school aandacht
In
besteed aan de Boekenweek. Een illustrator of auteur bezoekt de
7
school.
• Sint-Nicolaas
5
Sint bezoekt jaarlijks onze school en zorgt met zijn Pieten voor een
De
gezellige dag.
p
• Kerstviering
Ieder jaar wordt gekeken hoe we de kerst vieren. Daar wordt op school-
en groepsniveau aandacht aan besteed.
• Vastenactie
kinderen werken aan een bepaald thema en zamelen met een actie
De
geld in voor een goed doel.
• Carnaval
school viert ieder jaar carnaval. Uit de kinderen van de bovenbouw
De
wordt een prins en een raad van elf gekozen.
schoolvakanties | adressen
i 14
15. 3
w
s
• Paasviering
5
Ieder jaar kijken we hoe het paasfeest gaan vieren. Hier wordt op
school- en groepsniveau aandacht aan besteed.
• Schoolreisjes
school stelt in overleg met de activiteitencommissie een plan op.
De
Daarbij wordt uitgegaan van een educatief doel.
f
7
• Het schoolkamp voor groep 8
Groep 8 gaat tijdens het schooljaar meerdere dagen op kamp.
• Afscheidsdag en –avond voor groep 8
8
Overdag worden er voor de groep 8 leerlingen activiteiten georga-
niseerd door de ouders. ’s Avonds verzorgen de leerlingen een pro-
gramma voor ouders en leerkrachten.
• Excursies
Regelmatig gaan groepen op excursie. Dit gebeurt over het algemeen
in het kader van het lesprogramma van de groep (bakkerij, boerderij)
• Verkeerstoets
Groep 7 legt een praktische en theoretische verkeerstoets af.
• Toernooien
school kan deelnemen aan toernooien (voetbal, schaken). Kinderen
De
kunnen zich hiervoor vrijwillig aanmelden.
• Juffendag
leerkrachten van groep 1, 2 en 3 vieren gezamenlijk hun verjaardag
De
op de zogenaamde juffendag.
Tijdens deze activiteiten kunnen de schooltijden afwijken van de normale
schooltijden. Organisatie van de activiteiten vindt in overleg plaats door
leerkrachten en/of contactouders en activiteitencommissie.
3.4. Wat wordt er van de kinderen gevraagd?
De school vraagt van de kinderen alles te doen om zich de aangeboden
stof eigen te maken. Hierbij houden we over het algemeen de lijn van de
lesmethodes aan. Via toetsen controleren we of de kinderen de aange-
schoolvakanties | adressen
i 15
16. boden stof beheersen. Wanneer de aangeboden vak groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
g
d
stof voor de leerlingen te moeilijk of te gemakke-
zintuiglijke en lichamelijke opvoeding 0 0 90 90 90 90 90 90
lijk is, kan het programma worden aangepast (zie
schrijven 20 20 90 90 60 45 30 30
hoofdstuk 4; de zorg voor kinderen).
dagopening 0 0 0 0 0 0 0 0
3.5. Verdeling van de tijd over taalactiviteiten 150 150 0 0 0 0 0 0
de vormingsgebieden nederlandse taal 0 0 210 210 240 240 240 240
In onderstaande tabel kunt u zien hoeveel tijd (in lezen 0 0 240 240 230 230 220 220
t
3
minuten) er per week in de verschillende groepen rekenen en wiskunde 105 105 240 240 280 280 260 260
besteed wordt aan de verschillende lessen. engels 0 0 0 0 0 0 60 60
kennisgebieden wereldoriëntatie 0 0 45 45 0 0 0 0
zelfstandig werken/weektaak 0 0 60 60 60 60 60 60
j
aardrijkskunde 0 0 0 0 75 90 90 90
n
geschiedenis 0 0 0 0 75 90 90 90
kennis der natuur / biologie 0 0 0 0 75 90 90 90
werkles 390 390 0 0 0 0 0 0
bevordering sociale redzaamheid 85 85 30 30 30 0 0 0
gedrag in het verkeer 0 0 30 30 30 30 30 30
expressieactiviteiten 0 0 30 30 30 30 30 30
tekenen 0 0 60 60 45 45 30 30
muziek 105 105 60 60 45 45 45 45
handvaardigheid 0 0 45 45 45 45 45 45
spel en beweging 450 450 0 0 0 0 0 0
pauze 0 0 75 75 75 75 75 75
godsdienst levensbeschouwing 60 60 60 60 60 60 60 60
TOTAAL 1365 1365 1365 1365 1545 1545 1545 1545
22,75 22,75 22,75 22,75 25,75 25,75 25,75 25,75
schoolvakanties | adressen
i 16
17. i
6 2
4. Zorg voor kinderen
k
x
4.1. Nieuwe leerlingen in de school De Wet op de Expertise Centra biedt ouders van gehandicapte kinderen
de mogelijkheid te kiezen voor gewoon of speciaal onderwijs. De wet komt
4.1.1. De eerste ontmoeting tegemoet aan de toenemende vraag naar integratie van gehandicapte kin-
Bij de keuze voor een school spelen bij de meeste ouders een drietal as- deren. Verder wordt via de wet de positie van ouders versterkt door hun
pecten een grote rol: recht van vrije onderwijskeuze vast te leggen. Het wettelijk recht op keu-
• onderwijskarakter van de school
het zevrijheid betekent niet dat gehandicapte kinderen automatisch toegang
• signatuur van de school
de krijgen tot iedere school. De basisschool mag een kind weigeren als daar
• afstand van school naar huis
de goede redenen voor zijn aan te geven. De procedure voor toelating is op
school in te zien.
Ten aanzien van dit laatste aspect hebben wij weinig te melden, dat is een
puur persoonlijke ervaring. Wat betreft de twee andere aspecten, willen de 4.1.3. Kennismaking nieuwe kleuters en hun ouders
ouders toch vaak eerst wat meer van de school weten. U kunt hierover veel Een kleuter komt op school op de dag nadat hij vier jaar is geworden. Ie-
z
in deze gids lezen. Wilt u nog meer informatie, dan kunt u een afspraak ma- der jaar worden er op school twee informatieavonden (in november en in
ken met de directie van de school. De directie vertelt ouders graag meer juni) gehouden voor ouders, die in het komende schooljaar een kind heb-
over de school en leidt u rond in het gebouw. ben dat 4 jaar wordt en dat bij ‘t Startblok is aangemeld. Op deze avond
hoort u in welke groep en bij welke leerkracht uw kind geplaatst is. Met
8
4.1.2. Aanmelding en toelating deze leerkracht kunt u contact opnemen om een afspraak te maken voor
U kunt uw kind via een aanmeldingsformulier bij de school opgeven. Wan- vier kennismakingsbezoeken van uw kind aan de school. Uw kleuter kan
neer er geen bijzonderheden zijn, wordt het kind voorlopig ingeschreven. dan alvast wennen.
p
Als ouders ontvangt u hiervan een schriftelijke bevestiging. Wanneer een Wij gaan er van uit dat een kind van vier jaar zindelijk is. Dit is niet alleen
voorlopig ingeschreven leerling circa 3,5 jaar is, worden de ouders uitge- voor de school, maar ook voor het kind zeer prettig. Uitzonderingen, bij-
nodigd voor een gesprek. Na dit gesprek kan de inschrijving definitief ge- voorbeeld om medische redenen, komen natuurlijk voor. Informeert u de
maakt worden. school daar wel over.
Bij instroom in andere groepen dan groep 1/2, is er een toelatingsbeleid
y
op school op grond van toets- en observatiegegevens. Bovendien hangt
het sterk af van het aantal kinderen in de betreffende groep.
5 schoolvakanties | adressen
i 17
18. x
b
4.2. Het volgen van de ontwikkelingen van In het groepsdossier zit ook een leerlingenkaart, waarop de leerkracht aan-
de kinderen in de school tekeningen maakt die van belang zijn voor een goede begeleiding van het
kind. Dit is vooral van belang voor eventuele invallers en de opvolgende
u5
In eerste instantie is het de groepsleerkracht die het kind volgt in de groep. leerkracht. Dit dossier wordt bij de wisseling van het schooljaar door de
Dit volgen gebeurt door observaties, schriftelijk werk en toetsen. De resul- vorige leerkracht met de opvolgende leerkracht doorgenomen.
taten worden verzameld en in de groepsmap vastgelegd. Via mondeling De leerkracht heeft verder geregeld contact met de interne begeleider
verslag (groep 1/2) of met behulp van rapporten (groep 3 t/m 8) wordt wanneer er leerlingen zijn die speciale hulp (nodig) hebben.
hiervan aan de ouders verslag uitgebracht (op de 10-minutenavonden). Er Wanneer een (4-jarig) kind voor het eerst op school komt, volgt na onge-
wordt gebruik gemaakt van de door de school opgestelde handleiding bij veer een maand een intake gesprek met de ouders. Hiermee proberen we
de rapporten. Bij het eerste rapport wordt de handleiding toegevoegd. Als een zo breed mogelijk beeld van het kind te krijgen om zo goed mogelijk
ouder kunt u zien op welke aspecten de leerkracht let en waar de waarde-
ring precies op slaat. Naast het ‘cijferrapport’ kent de school een ‘werkrap-
port’. Hierin is werk van de kinderen uit de voorafgaande periode verza-
aan te kunnen sluiten bij zijn ontwikkeling. Bij tussentijds instromende leer-
lingen speelt naast zo’n intake gesprek ook de informatie van de vorige
school een grote rol.
3
meld. Bij de kleuters is dit een werkboek.
schoolvakanties | adressen
i 18
19. bz
yp
4.2.1. Leerlingvolgsysteem
Gedurende het hele schooljaar worden er diverse methode-onafhankelijke
toetsen afgenomen om de leerlingen zo goed mogelijk te kunnen volgen.
We noemen dit het leerlingvolgsysteem. De toetsen die we hiervoor ge-
bruiken zijn landelijk genormeerd. Alle toetsgegevens worden door de in-
tern begeleider verwerkt in groepsoverzichten, besproken met de groeps-
leerkracht en daarna centraal opgeslagen. Indien een leerling meer zorg
behoeft dan komt hij in ons zorgsysteem.
4.3. Speciale zorg voor kinderen met speciale
behoeften
Bij het praten over speciale zorg is het goed om een onderscheid te maken
tussen de diverse problemen die kunnen ontstaan, zoals:
•
leerproblemen (het kind kan de aangeboden stof niet aan of de stof is
d
veel te gemakkelijk)
• lichamelijke problemen
k
• sociaal-emotionele problemen (b.v. gedragsproblemen)
De school heeft als doel leer- of ontwikkelingsproblemen zo vroeg mogelijk
te signaleren en diagnosticeren. Een probleem kan gesignaleerd worden
c
door de leerkracht of door middel van het leerlingvolgsysteem. Wanneer
zich problemen voordoen, wordt het kind door de leerkracht gemeld bij
de interne begeleider. Samen met de directie van de school bespreekt
de interne begeleider de leerlingen. Ouders worden bij het hele proces
betrokken. In het kader van de regeling ‘Weer Samen Naar School’ kan de
1o
school ook een beroep doen op specialistische hulp van buitenaf. Ook kan
de school na toestemming van de ouders informatie inwinnen bij maat-
schappelijk werk, schoolarts, enz.
Afhankelijk van het probleem wordt er een handelingsplan opgesteld. Dit
f
handelingsplan geldt voor een bepaalde periode en moet door de ouders
ondertekend worden (een soort contract). Het handelingsplan wordt zo-
veel mogelijk in de groep uitgevoerd.
schoolvakanties | adressen
i 19
20. Bij eventuele verwijzing naar het speciaal onderwijs, begeleidt de school 4.4. Naar het voortgezet onderwijs (VO)
de ouders. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het sa- Wanneer leerlingen in groep 8 zitten, komt u als ouders voor de beslissing
menwerkingsverband besluit uiteindelijk over een eventuele verwijzing te staan om met uw kind een keuze te maken voor het voortgezet onder-
naar het speciaal onderwijs. wijs. De school begeleidt u daarbij.
In het zorgplan van het samenwerkingsverband is de hele procedure dui- In november stelt de leerkracht van groep 8, aan de hand van alle ge-
delijk weergegeven. Op school ligt dit plan ter inzage. gevens, een pré-advies op. Dit pre-advies bespreken wij met u. In janu-
Bij lichamelijke problemen wordt de schoolarts ingeschakeld. Een kind kan ari wordt het definitieve advies opgesteld door de leerkracht van groep
al problemen hebben, wanneer het op school komt en de school zal daar 8. Duidelijk moet zijn dat de leerkracht de richting adviseert en niet de
dan ook rekening mee houden. Wanneer er lichamelijke problemen op school. De advisering vindt plaats voordat de uitslagen van de CITO-eind-
school gesignaleerd worden, zal de school de ouders daarvan in kennis toets bekend zijn. Beïnvloeding door deze toets wordt daardoor voorko-
stellen. De ouders kunnen via de school of rechtstreeks een beroep doen men. Ouders maken, met hun kind, de uiteindelijke keuze voor school en
op de schoolarts. richting en melden daar hun kind aan. De school voor voortgezet onderwijs
v
Voor leerlingen met problemen is samenwerking tussen ouders en school geeft aan hoe de procedure verder verloopt.
een noodzaak. Gedragsproblemen bij een kind zijn bijvoorbeeld niet op te Gesteld mag worden dat ’t Startblok zeer goede betrekkingen heeft met
3
lossen, wanneer ouders en leerkrachten niet op één lijn zitten. de scholen voor voortgezet onderwijs. Er vindt regelmatig overleg met
deze scholen plaats.
4.3.1. Het SVOB (Samenwerkingsverband Overbetuwe) Verder is er nazorg. Dit houdt in dat de resultaten/leerprestaties van de
j
Op het gebied van het verlenen van zorg is onze school aangesloten bij leerlingen, nadat ze ongeveer een half jaar op hun nieuwe school zitten,
Samenwerkingsverband het SVOB. Samen met 38 basisscholen en 1 SSBO met de coördinator van de school voor voortgezet onderwijs worden door-
7
(Speciale School voor Basisonderwijs, voor ons verband is dat de Vlinder- gesproken.
boom in Bemmel) proberen wij zoveel mogelijk zorgkinderen op de eigen
basisschool te houden. 4.5. Gezondheidszorg
Het SVOB heeft een eigen Algemeen Bestuur, een Dagelijks Bestuur en De jeugdgezondheidszorg op de basisschool
een Coördinatiegroep die de uitvoering van de afspraken in het Zorgplan De afdeling JGZ van Hulpverlening Gelderland Midden (=GGD) onder-
n
coördineert. In de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van ons zoekt alle kinderen op 5/6 jarige leeftijd en 10/11 jarige leeftijd.
samenwerkingsverband zitten: een directeur van een van de basisscholen
(voorzitter), een orthopedagoge en een leerkracht van de SSBO. Deze Informatie
commissie toetst of het kind een beschikking krijgt voor een andere (spe- Voordat de kinderen onderzocht worden, krijgt u een brief, waarin wordt
s
ciale) basisschool. uitgelegd hoe het onderzoek in z’n werk gaat. Hierbij ontvangt u vragenlijs-
ten met het verzoek deze in te vullen en bij de leerkracht in te leveren. De
leerkracht krijgt een signaleringslijst. Zo kan de leerkracht in overleg met
u aangeven of uw kind binnen het onderzoek extra aandacht nodig heeft.
schoolvakanties | adressen
i 20
21. 3
9
Het onderzoek voor verwijzing naar het spreekuur van de jeugdarts of jeugdverpleegkun-
De doktersassistente voert het onderzoek uit. Op de eerste onderzoeks- dige. Op het spreekuur kunnen ouders antwoord krijgen op hun vragen en
s
dag stelt zij zich voor aan de leerlingen en legt de kinderen uit wat er gaat antwoord geven op vragen die rondom hun kind spelen.
a
gebeuren. Bij dit onderzoek worden de leerlingen zonder ouder gezien.
Indien een ouder specifieke vragen heeft, kan dit op het vragenformulier Bevindingenformulier
worden aangegeven en zal een oproep op het spreekuur volgen. Na het onderzoek vult de doktersassistente op een formulier de resultaten
De doktersassistente doet een ‘screening’. Dit betekent dat ze geen uitge- van het onderzoek in. Dit formulier krijgt uw kind in een envelop mee naar
breid onderzoek doet, maar kijkt of er aanleiding is om nader onderzoek huis. Op het formulier staat ook of u een uitnodiging krijgt voor het spreek-
te doen. Ze bekijkt daarvoor eerst de vragenlijsten. Als ze ’t kind uit de uur van de jeugdverpleegkundige of jeugdarts.
klas heeft opgehaald en op zijn gemak heeft gesteld doet ze een aantal
testen. Op deze manier krijgt ze een goede indruk van de ontwikkeling en Spreekuren voor alle leeftijden
f i
gezondheid van uw kind. Als er aanleiding toe is (bijvoorbeeld ten gevolge Soms is het eerstvolgende spreekuur op de eigen school, soms op een
van een test of als u op de vragenlijst zorgen hebt aangegeven) zorgt ze andere nabij gelegen locatie. Het spreekuur is er voor kinderen van alle
leeftijden. Dus ook als u zelf aanleiding ziet voor een afspraak bij de jeugd-
arts of verpleegkundige kunt u er terecht. Ook kan het zijn dat op het
consultatiebureau reeds is aangegeven dat een vervolg zal plaatsvinden
bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Daarnaast is er de mogelijkheid
om van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 17.00 uur vragen te
stellen via het telefonisch spreekuur. Het telefoonnummer is 026 - 377 52
89. Bereikbaar: maandag tot en met vrijdag van 16.00 - 17.00 uur. Tijdens
schoolvakanties is er geen telefonisch spreekuur.
Informatiefolders
k
Hulpverlening Gelderland Midden heeft over verschillende onderwerpen
folders met informatie voor ouders. Als een folder voor u interessant kan
zijn, geeft de doktersassistente die mee met het bevindingenformulier.
c
1
Meer informatie over de gezondheid van kinderen vindt u op www.Hulp-
verleningGelderlandMidden.nl.
U vindt jeugdgezondheidszorg onder VGZ/ Jeugd en Gezondheid
o schoolvakanties | adressen
i 21
22. i
2
4.6. Schoolgericht maatschappelijk werk 4.7. Schoollogopedie
De gemeente Overbetuwe is in mei 2007 gestart met maatschappelijk werk De schoollogopediste bezoekt regelmatig onze school. Haar taken zijn:
(MW) bij scholen voor basisonderwijs. Dit betekent dat een maatschappe- •
Logopedische screening van de oudste kleuters, hierbij wordt gelet
k
lijk werk(st)er één uur per week spreekuur houdt op de school. Ouders op stem, adem, gehoor, luistervaardigheid, taalgebruik en taalbegrip,
kunnen van het spreekuur gebruik maken via onze interne begeleider, die uitspraak, vloeiendheid van spreken (eventueel hakkelen of stotteren)
x
namens hen een afspraak met het MW kan maken. mondgedrag zoals duimen, mondademen, enz.
Het maatschappelijk werk is bedoeld om u, als ouders en/of verzorgers, op •
Het observeren of onderzoeken van kinderen die door de ouders of
weg te helpen als u problemen ervaart met de opvoeding van een of meer door de leerkracht worden aangemeld
van uw kinderen. •
Indien nodig, controles uitvoeren bij kinderen die al eerder bij de logo-
Zijn er veranderingen in de thuissituatie, is er iets ernstigs gebeurd of is pediste zijn geweest.
uw kind opeens onhandelbaar? Lijkt er niets aan de hand, maar vertoont De schoollogopediste behandelt geen kinderen op school. Ze geeft ad-
uw kind toch opeens ander gedrag (boos, gesloten, bang)? Zijn er proble- viezen aan ouders en leerkrachten, houdt zo nodig kinderen onder con-
men rondom een echtscheiding waardoor uw kind in de knel komt? Blijf trole en adviseert eventueel om voor behandeling naar een logopedische
er dan niet te lang mee tobben, maar bespreek het met de IB-er. Ook de praktijk te gaan (op verwijzing van de huisarts). Als een kind onder controle
leerkrachten kunnen via de IB-er adviseren om contact met het maatschap- komt, betekent dit dat het kind minimaal 1x per jaar door de logopediste
pelijk werk op te nemen voor ondersteuning of advies. wordt onderzocht. Zij let op hoe het kind zich ontwikkelt op het gebied van
stem, spraak, taal en gehoor.
d
A
c
schoolvakanties | adressen
i 22
23. r
d m s
p k
b
Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat leerlingen van onze school logope- de bevindingen van de leerkrachten. Behalve dat deze vorm voordeel op-
die krijgen in ons gebouw. Dit gebeurt onder schooltijd in samenwerking levert voor ouders en het minder belastend is voor de kinderen (halen en
met logopediepraktijk Elst. brengen etc.), levert het ook voordeel op voor de leerkrachten. Ook zij
kunnen gebruik maken van haar expertise.
4.8. Fysiotherapie op school
t Met fysiotherapeute Desirée Kessels van fysiotherapie praktijk De Enk, is
afgesproken dat zij de behandelingen van kinderen die op ’t Startblok zit-
ten in onze school gaat verzorgen. Het gaat dan om kinderen met fijn mo-
4.9. Schorsing en verwijdering
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij ernstige overtreding van de regels,
kan de directeur overgaan tot schorsing of verwijdering van een leerling.
torische- en/of schrijfproblemen. Dit gebeurt pas na toestemming van het College van Bestuur (dhr. K.J. de
De fysiotherapeute onderhoudt zelf de contacten met de ouders. Ouders Goede) en nadat de directeur de ouders hiervan (gemotiveerd) schriftelijk
zijn de zorgvragers en hun verzekering bekostigt de behandeling. Ze werkt op de hoogte heeft gesteld. Op school is een protocol ‘Schorsing en ver-
daarbij met heen en weer schriftjes, maar is ook graag op de hoogte van wijdering’ aanwezig.
schoolvakanties | adressen
i 23
24. 5. Het bestuur p 9
Onze school maakt deel uit van Stichting Katholiek Onderwijs Batavorum.
In Stichting Katholiek Onderwijs Batavorum hebben 10 basisscholen uit de
gemeenten Lingewaard en Overbetuwe hun krachten gebundeld, waar-
onder onze school. Het aantal personeelsleden bedraagt circa 245 en het
aantal leerlingen 3.000. Kijk voor meer informatie op www.batavorum.nl.
y s z
k
f 1 o d
schoolvakanties | adressen
i 24
25. r
6. Het team
6.1. Taken binnen het team • Remedial teacher
d
Bij ’t Startblok komen de volgende functies voor: Een remedial teacher geeft op ’t Startblok individuele hulp aan ‘rugzak-
p
• Directeur leerlingen’. Het aantal uren is afhankelijk van het aantal rugzakleerlin-
directeur heeft de algemene leiding van de school en geen lesge-
De gen
vende taken. Wekelijks vindt overleg plaats met de adjunct-directeur • ICT coördinator
• Adjunct-directeur Een leerkracht is belast met de coördinatie van het computergebeuren
b
adjunct-directeur heeft zo min mogelijk lesgevende taken. Zij ver-
De op de school.
vangt de directeur bij afwezigheid. Samen met de directeur vormt zij de
leiding van de school 6.2. Vervanging wegens ziekte,
• Groepsleerkracht compensatieverlof, studieverlof
groepsleerkracht heeft als hoofdtaak lesgeven. Daarnaast voert hij
De
l
nog allerlei andere taken uit op schoolniveau. Deze taken worden jaar- Het is niet meer zo, dat de groep nog maar met één leerkracht te maken
lijks verdeeld heeft. Om allerlei redenen zijn dat er vaak meer. Bij vervanging wegens
• Vakleerkracht ziekte maakt de school gebruik van een vervangingsprotocol. Dit protocol
Een vakleerkracht is bevoegd om aan meerdere groepen les te geven ligt ter inzage op school. Een personeelslid kan recht hebben op com-
in een bepaald vak. Op onze school werkt bijvoorbeeld een vakleer- pensatieverlof. Tijdens dit verlof worden lesgevende taken overgenomen
kracht muziek door een vervanger. Een personeelslid kan recht hebben op studieverlof.
Ook hierbij worden lesgevende taken overgenomen door een vervanger.
Leerkrachten kunnen speciale taken hebben. Bij ’t Startblok kennen we de Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van een vaste invalkracht.
volgende speciale taken:
• Coördinator 6.3. Begeleiding en inzet stagiaires
Een leerkracht heeft de verantwoording over een (onder- of boven) De wet schrijft voor dat een school een aantal leerlingen van de Leraren-
bouw, een aantal groepen die op schoolniveau met elkaar overleggen opleiding Basisonderwijs de mogelijkheid geeft om stage te lopen. Deze
en samenwerken. aankomende leerkrachten moeten immers praktijkervaring opdoen om la-
• Intern Begeleider ter hun vak goed te kunnen uitoefenen. Op school zijn dagelijks stagiaires
IB-er is belast met de organisatie van de zorg op de school
De aanwezig. Zij blijven voor een bepaalde periode in dezelfde groep en ge-
ven daar onder begeleiding van de groepsleerkracht diverse lessen.
Daarnaast kennen we de LIO (leerkracht in opleiding). Dit is een student(e)
schoolvakanties | adressen
i 25
26. uit het laatste jaar van de opleiding. Hij of zij staat drie dagen per week
alleen voor de groep en wordt begeleid door de groepsleerkracht. De
groepsleerkracht is over het algemeen niet in de klas aanwezig, wanneer
de LIO lesgeeft. Er worden ook stagiaires van andere opleidingen geplaatst
(opleiding pedagogiek, opleiding onderwijsassistent etc.). De groepsleer-
kracht houdt altijd de eindverantwoordelijkheid voor de groep.
6.4. Scholing leraren
Om het onderwijs op peil te houden en om goed aan te kunnen sluiten
bij de diverse vernieuwingen is na- en bijscholing van leerkrachten een
noodzaak.
‘t Startblok kent daarvoor een nascholingsbeleid. Jaarlijks wordt naar
aanleiding van dit beleid een jaarplan opgesteld. Daarbij wordt rekening
o
gehouden met eventuele nieuwe functies binnen de school, nieuwe on-
derwijsontwikkelingen, enz. Er wordt dan tevens onderzocht welke scho-
k
ling voor het gehele team noodzakelijk is. In dat geval worden speciale
f
studie(mid)dagen georganiseerd. Ten aanzien van de persoonlijke ontwik-
keling van leerkrachten wordt regelmatig de videocamera als hulpmiddel
c
ingezet. De opnamen zijn gericht op en vanuit de leerkracht. De privacy
van leerlingen wordt hierbij gewaarborgd. Mocht het zo zijn dat er opna-
men worden gemaakt die gericht zijn op leerlingen dan wordt hiervoor
eerst bij de ouders om toestemming gevraagd.
sitief zelfbeeld ontwikkelen. Daarnaast proberen we de kinderen geleidelijk
d 1
aan steeds meer de verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling te
laten dragen. We zoeken hierbij naar een verantwoord evenwicht tussen
structuur, sturing en eigen initiatief.
schoolvakanties | adressen
i 26