Onlangs las ik een artikel over de uitspraak in Romeinen 11: ‘En alzo zal geheel Israël zalig worden, gelijk geschreven is…’. Heel Israël
De strekking van het artikel was dat of nu heel Israël zalig wordt of niet, ons dit niet hoeft te beletten het Evangelie aan de Joden te prediken. Dat is volkomen juist. Niettemin lees ik zo’n artikel door in de hoop dat eens uitgelegd wordt wat onder geheel Israël moet worden verstaan. Om één of andere reden gebeurt dit nooit.
Eigenlijk zou in de eerste plaats het begrip ‘zalig worden’ moeten worden toegelicht. Het probleem is dat wij in de Bijbel heel wat specifieke termen tegenkomen, uitdrukkingen die we buiten de Bijbel niet gebruiken. En omdat we ze buiten de Bijbel niet gebruiken en tegenkomen, gaan deze uitdrukkingen een eigen leven leiden. Je kunt er daarom willekeurig wat voor betekenis aan geven, zonder dat het echt opvalt wat je ermee doet. Jakob Klein Haneveld zei daarover dat dit één van de methoden van de duivel is, die aan specifiek Bijbelse uitdrukkingen andere betekenissen geeft.
Geloven is bijvoorbeeld twijfelen (ik weet het niet zeker, maar ik geloof het wel). Dat is echter niet de betekenis van het woord ‘geloof’). Wij wensen elkaar een zalig kerstfeest. Maar wat is zalig? Gelukkig? En als iemand zalig is of welgelukzalig, is hij dan een kind van God?
Onlangs las ik een artikel over de uitspraak in Romeinen 11: ‘En alzo zal geheel Israël zalig worden, gelijk geschreven is…’. Heel Israël
De strekking van het artikel was dat of nu heel Israël zalig wordt of niet, ons dit niet hoeft te beletten het Evangelie aan de Joden te prediken. Dat is volkomen juist. Niettemin lees ik zo’n artikel door in de hoop dat eens uitgelegd wordt wat onder geheel Israël moet worden verstaan. Om één of andere reden gebeurt dit nooit.
Eigenlijk zou in de eerste plaats het begrip ‘zalig worden’ moeten worden toegelicht. Het probleem is dat wij in de Bijbel heel wat specifieke termen tegenkomen, uitdrukkingen die we buiten de Bijbel niet gebruiken. En omdat we ze buiten de Bijbel niet gebruiken en tegenkomen, gaan deze uitdrukkingen een eigen leven leiden. Je kunt er daarom willekeurig wat voor betekenis aan geven, zonder dat het echt opvalt wat je ermee doet. Jakob Klein Haneveld zei daarover dat dit één van de methoden van de duivel is, die aan specifiek Bijbelse uitdrukkingen andere betekenissen geeft.
Geloven is bijvoorbeeld twijfelen (ik weet het niet zeker, maar ik geloof het wel). Dat is echter niet de betekenis van het woord ‘geloof’). Wij wensen elkaar een zalig kerstfeest. Maar wat is zalig? Gelukkig? En als iemand zalig is of welgelukzalig, is hij dan een kind van God?
Romeinen 10:11-17 handelt over de positie van Israël, dat wij hebben leren kennen als het volk van God. In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus over Israël. Hij zegt dat, hoewel er voor Israël een speciale toekomst is weggelegd, dat geen enkele consequentie heeft voor welke Israëliet dan ook. Als er voor het volk een speciale toekomst is weggelegd, dan betekent dit niet dat er een speciale toekomst is weggelegd voor een ieder die ooit maar deel heeft uitgemaakt van dat volk. Op school hebben we heel wat moeten Ieren over het Nederlandse volk, bijvoorbeeld over de 80-jarige oorlog. Wij hebben er echter geen deel van uitgemaakt. Er was voor het Nederlandse volk ook een toekomst, maar degenen die in het verleden leefden, maken geen deel uit van die toékomst
5. 10: 21 En tegen Israël zegt Hij: "De hele dag
spreid Ik Mijn handen uit naar een
weerspannig en tegensprekend volk."
weerspannig, koppig: niet-overtuigd
tegenspreken: anti-lego = in plaats van zeggen
6. 10: 21 En tegen Israël zegt Hij: "De hele dag
spreid Ik Mijn handen uit naar een
weerspannig en tegensprekend volk."
: "De hele dag spreid Ik Mijn handen uit”
Wat God doet
7. 11: 1 Ik vraag dan: God verstoot Zijn volk toch niet?
Moge dat niet gebeuren!
Want ook ík ben Israëliet,
uit het zaad van Abraham,
van de stam van Benjamin.
* Hij verstoot Zijn volk niet
* Paulus zelf als Israëliet gered!
Wat doet God?
8. 11: 2 Niet verstoot God Zijn volk wedat Hij tevoren kende,
of weten jullie niet wat de Schrift zegt in Elia,
als hij bij God opkomt tegen Israël? (1 Koningen 19)
Elia keek naar beneden..
9. 11: 3 "Heer, Uw profeten doden zij, Uw altaren
graven zij weg, ik alleen ben overgebleven en
zij zoeken mijn ziel."
Elia keek naar wat de mensen doen:
zij doden, zij halen altaren weg,
zij zoeken mij
10. 11: 3 "Heer, Uw profeten doden zij, Uw altaren
graven zij weg, ik alleen ben overgebleven en
zij zoeken mijn ziel."
Elia keek naar zichzelf:
ik alleen ben overgebleven
en zij zoeken mijn ziel
Elia bij de Horeb ( 1 Kon.19)
11. Psalm 61: 2 Ik roep tot U van het einde van het land.
Mijn hart kwijnt weg.
U zal mij leiden naar een rots die hoger is dan ik.
U = God, Alueim, Onderschikker
12. De overgebleven gelovige rest uit Israël hoort
nu bij het lichaam van Christus
11: 4 Maar wat zegt hem de godsspraak? "Ik liet Mij
zevenduizend mannen overblijven die de knie niet
buigen voor de Baäl."
Baäl = bezitter, bekende afgod in tijd Elia
Troost en verwachting!
13. Rom. 11: 5 Zo is dan ook in de huidige era een overblijfsel
geworden in overeenstemming met de verkiezing
van de genade.
overblijfsel : gelooft!
de verkiezing van de genade
Wat doet God?
14. 11: 6 Indien echter in genade, dan niet langer uit werken,
anders wordt genade niet langer genade;
indien echter uit werken, dan is het niet langer genade,
anders is het werk niet langer werk
Wat doet God?
uitkiezen in genade op basis
van het kruis van Christus
15. 11: 7 Wat dan? Wat Israël zocht, heeft het niet getroffen,
maar het uitgekozen deel ; de rest echter, werd verhard.
Wat doet God?
uitkiezen en …. verharden ….?
16. 11: 8 zoals werd geschreven: "God geeft hen een geest van
verdoving, ogen om niet te zien, oren om niet te horen, tot de
dag van vandaag." Jesaja 29:10; 6:9
Gods werk:
17. 9: 22 En indien God, Zijn verontwaardiging wil tonen
en Zijn kracht bekendmaken, met veel geduld
de voorwerpen van verontwaardiging draagt,
die toegerust zijn tot destructie,
23 en dat Hij de rijkdom van Zijn heerlijkheid bekend zou
maken aan voorwerpen van barmhartigheid,
die Hij tevoren gereedmaakt tot heerlijkheid,
24 en die Hij roept, niet alleen
ons uit de Joden, maar ook uit de natiën
Wat doet God?
18. blindgeborene – type van Israël – Johannes 9
het zesde wonder - teken
9: 1 En voortgaand zag Hij een man, blind vanaf zijn geboorte.
2 En Zijn discipelen vroegen Hem, zeggend: "Rabbi, wie
zondigde, deze man of zijn ouders, dat hij blind geboren zou
worden?"
19. wie zondigde? - Wie kan genezen?
2 En Zijn discipelen vroegen Hem, zeggend: "Rabbi, wie
zondigde, deze man of zijn ouders, dat hij blind geboren zou
worden?"
de mens - de Heer, God
20. Wat is het antwoord van de Heer?
9: 3 Jezus antwoordde:
"Noch deze man zondigde, noch zijn ouders, maar opdat de
werken van God in hem openbaar gemaaktc worden.
zonde was niet de reden van de blindheid
maar…..
21. 9: 3 Jezus antwoordde: …………..maar opdat de werken van God
in hem openbaar gemaaktc worden.
de werken van God!
antwoord op belangrijke vragen
22. * Waarom zijn de dingen zoals ze zijn
* Waarom zijn wij hier
* Wat is de zin van mijn leven
opdat (de werken van) God
openbaar gemaakt wordt(en)
23. 6: 28 Zij dan zeiden tot Hem: "Wat zouden wij doen,
opdat wij de werken van God zouden werken?"
29 Jezus antwoordde en zei tot hen:
"Dit is het werk van God: opdat jullie zouden geloven
in Die Hij zendt."
24. Waarom zon(dig)de (Adam)
Waarom heeft God de mens zo gemaakt
opdat het werk van God
openbaar gemaakt wordt:
8: 32 Die zelfs Zijn eigen Zoon niet spaarde, maar voor ons allen
overgaf, hoe zal Hij ook niet, tezamen met Hem, ons alles
genadevol schenken?