De huurproblematiek is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het gemeen recht vult de bijzondere wetgevingen aan. Hierbij een korte schets naar aanleiding van een lezing.
De huurproblematiek is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het gemeen recht vult de bijzondere wetgevingen aan. Hierbij een korte schets naar aanleiding van een lezing.
Onderzoek naar de exacte reikwijdte van artikel 8 WCG -waarin het toepasselijke goederenrechtelijke regime met betrekking tot vervoerde zaken wordt aangewezen- en de geschiktheid van de daarin gekozen aanknopingsfactor. Aan de hand van een casus wordt geschetst welke onduidelijkheden er bestaan betreffende de reikwijdte van het artikel. Ingevolge het onderzoek naar de parlementaire geschiedenis, jurisprudentie en literatuur wordt geconcludeerd dat beter kan worden aangeknoopt aan de ‘nieuwe’ tot overdracht of vestiging verplichtende overeenkomst die tijdens transport wordt gesloten en niet zoals artikel 8 WCG voorschrijft, aan de overeenkomst die aan het vervoer ten grondslag ligt. Harmonisatie van het goederenrechtelijke met het verbintenisrechtelijke statuut is het resultaat.
Het retentierecht is een krachtig verweermiddel dat een schuldeiser kan inzetten om zijn vordering betaald te krijgen. Vooral in de bouw wordt dit middel veelvuldig gebruikt. Het is een bijzonder opschortingsrecht dat afgifte van de zaak opschort totdat de vordering volledig is betaald. In deze presentatie wordt ingegaan op de vereisten en wordt specifiek ingezoomd op het inroepen van een retentierecht op een onroerende zaak.
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)Nic Clijmans
Vanaf 1 november 2020 is het nieuwe bewijsrecht, als onderdeel van een nieuw Burgerlijk Wetboek een feit. Deze slide-show gidst u door de nieuwe regels en technieken.
Onderzoek naar de exacte reikwijdte van artikel 8 WCG -waarin het toepasselijke goederenrechtelijke regime met betrekking tot vervoerde zaken wordt aangewezen- en de geschiktheid van de daarin gekozen aanknopingsfactor. Aan de hand van een casus wordt geschetst welke onduidelijkheden er bestaan betreffende de reikwijdte van het artikel. Ingevolge het onderzoek naar de parlementaire geschiedenis, jurisprudentie en literatuur wordt geconcludeerd dat beter kan worden aangeknoopt aan de ‘nieuwe’ tot overdracht of vestiging verplichtende overeenkomst die tijdens transport wordt gesloten en niet zoals artikel 8 WCG voorschrijft, aan de overeenkomst die aan het vervoer ten grondslag ligt. Harmonisatie van het goederenrechtelijke met het verbintenisrechtelijke statuut is het resultaat.
Het retentierecht is een krachtig verweermiddel dat een schuldeiser kan inzetten om zijn vordering betaald te krijgen. Vooral in de bouw wordt dit middel veelvuldig gebruikt. Het is een bijzonder opschortingsrecht dat afgifte van de zaak opschort totdat de vordering volledig is betaald. In deze presentatie wordt ingegaan op de vereisten en wordt specifiek ingezoomd op het inroepen van een retentierecht op een onroerende zaak.
Het nieuwe bewijsrecht (boek 8 nbw en art. 1348bis bw)Nic Clijmans
Vanaf 1 november 2020 is het nieuwe bewijsrecht, als onderdeel van een nieuw Burgerlijk Wetboek een feit. Deze slide-show gidst u door de nieuwe regels en technieken.
2. INDELING
I. WETTELIJKE BEPALING (art. 544 BW + art. 1 EP EVRM)
II. TOEPASSINGSVOORWAARDEN
III. SANCTIE
IV. VERJARING
V. CASUS (bouwheer–aannemer)
VI. VRAGEN?
www.clijmansadvocaten.be
2
3. I. WETTELIJKE BEPALING
“Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot
te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat
strijdig is met de wetten of met de verordeningen,”
(art. 544 B.W.)
Jurisprudentiële regel van foutloze aansprakelijkheid (≠ objectieve AH zoals bv. in
art. 1386 BW – instorting gebouw)
www.clijmansadvocaten.be
3
4. II. TOEPASSINGSVOORWAARDEN
II.1. VERSTORING VAN HET EVENWICHT
II.2. TUSSEN NABURIGE EIGENAARS
II.3. INGEVOLGE TOEREKENBAAR HANDELEN OF NIET-HANDELEN
II.4. ABNORMALE HINDER TE BEWIJZEN DOOR DE HINDERLIJDER
www.clijmansadvocaten.be
4
5. II.1. VERSTORING VAN HET EVENWICHT
hinder die de normale ongemakken van het nabuurschap overstijgt
in concreto te beoordelen
feitelijk te beoordelen (aard en bestemming van de buurt, eerste ingebruikname, voortdurende
hinder > kortdurende hinder, …)
bv.: Brussel 20/11/2006, RGAR 2008, nr. 14.377: overslaande brand is geen evenwichtstoornis wegens
tijdelijk en accidenteel karakter (!)
bijzondere zakelijke gevoeligheid (de receptiviteit voor hinder van een onroerend goed, bv.
zwakke fundering; niet in rekening te nemen bij het al dan niet bovenmatig karakter van de
hinder, wel bij de omvang van de compensatie: de aansprakelijke is enkel gehouden tot
compensatie voor het gedeelte van de bovenmatige hinder dat zich ook zou hebben voorgedaan
zonder de bijzondere zakelijke gevoeligheid)
materiële schade is niet noodzakelijk
www.clijmansadvocaten.be
5
6. II.2. TUSSEN NABURIGE EIGENAARS
ruime interpretatie
veronderstelt niet dat de percelen waartussen hinder ontstaat aan elkaar grenzen
wel is vereist dat wat gebeurt op een perceel zijn weerslag heeft op een ander
perceel
eigenaar is de houder van een attribuut (prerogatief) van het eigendomsrecht,
weze het ingevolge zakelijk recht (bv. vruchtgebruiker) dan wel persoonlijk recht
(bv. huurder);
vereiste voor eiser én verweerder
Vereiste van afzonderlijke erven (Cass. 4/6/2012 – motorjachten)
www.clijmansadvocaten.be
6
7. II.3. INGEVOLGE TOEREKENBAAR
HANDELEN OF NIET-HANDELEN
hinder is veroorzaakt door een “daad, een verzuim of een gedraging” die de compensatieplichtige kan worden toegerekend (Cass,
12/3/1999, Arr.Cass. 1999, 362)
In concreto: veronderstelt bv. dat de oorzaak van een overslaande brand wordt bewezen (Cass. 3/4/2009 + Cass. 29/10/2009)
Gaat vér:
bv. geval van dakschade ingevolge uitbating luchthaven Oostende (Gent, 17/11/2006, NjW, 372)
bv. hinder door aannemer is toerekenbaar aan bouwheer wegens beslissing tot bouwen (voor zover hinder kadert in de uitvoering van de
opdracht; cf. white-spirit arrest: Cass. 25/6/2009)
te bewijzen door compensatievorderende partij
persoonlijke vordering (bv. bij verkoop)
persoonlijke aansprakelijkheid
concrete beoordeling (loutere bewaring volstaat niet)
Cass. 3/4/2009, TBO 2009, 139.
opm: ≠ causaal verband tussen schade en abnormale hinder (ook te bewijzen!) (gedrag←hinder→schade)
www.clijmansadvocaten.be
7
8. II.4. ABNORMALE HINDER TE BEWIJZEN
DOOR DE HINDERLIJDER
verstoring evenwicht (cf. ut supra)
te bewijzen met alle middelen rechtens (tegensprekelijk of éénzijdig
expertiseverslag, PV deurwaarder, vermoedens, …)
door de hinderlijder
leerstuk niet-toepasselijk indien hinder teruggaat op contractuele of wettelijke
titel (b.v. erfdienstbaarheid), want dan is er a.h.w. een recht om hinder te
veroorzaken verleend door eigenaar of wetgever
www.clijmansadvocaten.be
8
9. III. SANCTIE
passende en rechtmatige compensatie, bij voorkeur in natura, zo niet in geld
(waardeschuld dus vergoedende rente); a contrario (geen rente): Brussel 6/11/2008)
compensatie = van abnormaal naar normaal (enkel bovenmatige hinder wordt
gecompenseerd), geen mogelijkheid tot absoluut verbod van de hinderverwekkende
activiteit
effectieve herstelling niet verplicht (Gent 22/2/2008, De Verz. 2009, 62)
art. 590 Ger.W.: Vrederechter (onder 1.860 EUR) of Rechtbank eerste aanleg (boven
1.860 EUR )
kort geding mogelijk (bv. verwijderen overhellende torenkraan – Vz. Rb. Brugge
25/2/2004, T.Vred. 2006, 376)
subsidiair inroepen t.o.v. art. 1382-83 BW (integrale schadevergoeding)
www.clijmansadvocaten.be
9
10. IV. VERJARING
buitencontractuele vordering: art. 2262bis, §1, lid 2 B.W.:
“... in afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van
buitencontractuele aansprakelijkheid door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de
benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de
daarvoor aansprakelijke persoon. De in het tweede lid vermelde vorderingen verjaren in ieder geval door
verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich
heeft voorgedaan.”
Cass, 20/1/2011, AR C.2009.036.F
opm: in geval van voortdurende hinder en schade heeft de benadeelde pas kennis
van de schade op het ogenblik dat deze schade zich volledig heeft gerealiseerd,
d.w.z. op het moment dat de hinderverwekkende handeling stopt (Rb. Antwerpen
24/2/2011, R.W. 2013-2014, 632)
www.clijmansadvocaten.be
10
11. V. CASUS. BOUWHEER-AANNEMER
abnormale hinder door bouwwerken → aansprakelijkheid bouwheer ex art. 544 B.W. o.w.v. opdracht gegeven
opm: fout of niet van aannemer is irrelevant!
abnormale hinder door bouwwerken ↔ aansprakelijkheid aannemer
opm: aannemer is vreemd aan burenhinderleer (Gent 12/9/2000, TBBR 2000, 681) – fictie van de rechtspraak om bouwsector niet lam te
leggen
opm: aannemer kan wel aansprakelijkheid 544 B.W. contractueel overnemen in vrijwaringsbeding (art. 1162 BW interpretatie in het
voordeel van de aannemer) MAAR:
°geen beding t.b.v. een derde (enkel vrijwaring!)
° niet-gedekt in BA uitbating, tenzij andersluidend beding
abnormale hinder door fout aannemer → aansprakelijkheid bouwheer 544 B.W. + 1382-83 B.W. aannemer (in solidum), met
regresrecht bouwheer t.a.v. aannemer
www.clijmansadvocaten.be
11
12. V. CASUS. BOUWHEER-AANNEMER
(vervolg)
Rb. Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, 20 maart 2015, niet-gepubliceerd.
Oprichting meergezinswoning door aannemer naast bouwvallig pand van buur, met
schade aan pand van buur tot gevolg. Oorzaak van de schade ligt wellicht in combinatie
van de toegepaste bronbemaling door onderaannemer, slopen van de aanpalende
woning zonder stutting. Rechtbank acht geen fout (wie?) bewezen, wel burenhinder
(randnr. 5.1.3.2.). Schadelijder heeft tijdens procedure pand, dat sowieso ging gesloopt
worden, verkocht met recup grondprijs; dus geen schade? Rechtbank weerhoudt toch
vorderingsgerechtigdheid want herstel is niet verplicht (randnr. 5.1.4.1.). Quid
zakelijke gevoeligheid pand (pand was voorbeschikt voor schade)? Concrete invloed kan
in casu niet bepaald worden, dus argument wordt verworpen (randnr. 5.1.4.2).
Besluit: aansprakelijkheid ex art. 544 B.W. + vergoeding
www.clijmansadvocaten.be
12