Spelling voor de bovenbouw bestrijkt alle regels van de Nederlandse spelling.

1. Binnenkort ook online beschikbaar! Spelling voor de bovenbouw bestrijkt alle regels van de Nederlandse spelling. Spelling voor de bovenbouw

2. 4 toetsen 90 oefeningen 3400 verschillende vragen 230 gesproken uitlegschermen Slimme didactiek. Oefenprogramma’s Spelling voor de bovenbouw

3. Diagnostische toetsen. Persoonlijk oefenprogramma. Uitgebreide uitleg voor de oefening. Feedback met extra uitleg. Ongelimiteerd oefenen. Optimaal aan je zwakke plekken werken. Uitgangspunten Spelling voor de bovenbouw

4. De hoogste klassen van havo en vwo. Remediërend voor hbo. Spellingkennis bijspijkeren. Doelgroep Spelling voor de bovenbouw

5. Aandacht voor alle onderwerpen die in spellingmethodes voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs behandelen. - De alfabetische strategie. - De orthografische strategie. - De morfologische strategie. - De logografische strategie. Vier belangrijke strategieën. Omschrijving Spelling voor de bovenbouw

6. Na het maken van een deeltoets beslist het programma of welke stof de student beheerst en welke niet. Over de stof die de student onvoldoende beheerst selecteert het programma maximaal 20 oefeningen. Diagnostische toets & persoonlijk oefenplan. Hoe werkt het? Spelling voor de bovenbouw

7. De oefeningen beginnen met een korte toelichting van het deelgebied van de stof, direct daarna wordt geoefend in één van de oefenvormen. Uitgebreide uitleg van de stof. Hoe werkt het? Spelling voor de bovenbouw

8. Bij ieder antwoord krijgt de leerling directe feedback, waar mogelijk wordt een fout antwoord verklaard en de correcte methode aangegeven. Gerichte feedback. Hoe werkt het? Spelling voor de bovenbouw

9. Bij een voldoende hoge score verdwijnen de steeds variërende oefeningen. Oefeningenlijst in Spelling voor de bovenbouw wanneer een oefening is geselecteerd verschijnt rechts in het scherm informatie over de oefening. Wegspelen van oefeningen. Hoe werkt het? Spelling voor de bovenbouw

10. Voortgangsoverzicht: - Behaalde niveau t.o.v. doel. - Hoe lang is er geoefend. - Situatie nu en eerder. Uitgebreide score-overzichten & voortgangsrapportages. Voortgang Spelling voor de bovenbouw

11. Methode onafhankelijk! De lesstof Spelling voor de bovenbouw

12. Enkele of Dubbel De regels voor het schrijven van enkele of dubbele klinkers en enkele of dubbele medeklinkers. De begrippen ‘open en gesloten lettergreep’. De bijzondere positie van de ‘e-klank’. Mogelijkheden voor differentiatie. Rubriek A Spelling voor de bovenbouw

13. F of V, S of Z De omzetting van F naar V. De omzetting van S naar Z inclusief vele uitzonderingen. Gevarieerde oefenvormen. Rubriek B Spelling voor de bovenbouw

14. I, IE of Y Het schrijven van een IE-klank in een open en gesloten lettergreep. De klemtoonregel met de uitzonderingen. Leenwoorden met Griekse Y. De klemtoon is bepalend. Rubriek C Spelling voor de bovenbouw

15. Leenwoorden Franse en Engelse leenwoorden. De Franse en Engelse klinkers, medeklinkers en de combinaties daarvan, in combinatie met de uitspraak. Regelmatigheden van leenwoorden. Rubriek D Spelling voor de bovenbouw

16. C of K Het gebruik van C of K in spelling. Het inprenten van de juiste spelling. Zelf doen is zelf leren. Rubriek E Spelling voor de bovenbouw

17. Trema & apostrof Spellingtekens. Het gebruik van de trema bij klinkercombinaties. Het gebruik van de apostrof bij meervoud, bezitsverhoudingen en als teken van weglatingen. Helpen tot een juiste uitspraak. Rubriek F Spelling voor de bovenbouw

18. Opbouwspelling De verlengingsregel. De verkleinwoorduitgangen. Stilstaan bij samenstellingen. Woorddelen die veel voorkomen. Morfologische spelling. Rubriek G Spelling voor de bovenbouw

19. Met of zonder N De uitgang van bijvoeglijke naamwoorden, soms met N en soms zonder N. Al dan niet zelfstandig gebruikte persoonlijke voornaamwoorden. In kleine stappen door de stof. Rubriek H Spelling voor de bovenbouw

20. Afbreken De regels voor het afbreken van meerlettergrepige woorden. Nederlandse woorden hebben één hoofdklemtoon. Rubriek I Spelling voor de bovenbouw

21. Aaneenschrijven De regels voor het aaneenschrijven. Woorden koppelen met een streepje. Het al dan niet koppelen van getallen en voorzetsels. Klemtoon herkennen kan helpen. Rubriek J Spelling voor de bovenbouw

22. Tussenletters De regels voor het spellen van tussenletters in samenstellingen. Het al dan niet gebruiken van S als tussenletter en van E of EN. Regels voor tussen-N. Rubriek K Spelling voor de bovenbouw

23. Hoofdletters Het gebruik van hoofdletters in eigennamen van mensen, plaatsen, producten, organisaties etc. De hoofdletters bij zinnen, citaten en afkortingen. Elke zin begint met een hoofdletter, behalve … Rubriek L Spelling voor de bovenbouw

24. Tegenwoordige tijd De spelling van de werkwoordsvormen. De spelling van de tegenwoordige tijd. Uitlegschermen bevatten regels, een ezelsbruggetje en een schema. Studenten kiezen zelf. Rubriek M Spelling voor de bovenbouw

25. Verleden tijd Het herkennen van het onderwerp voor de spelling van de verleden tijd. Het onderscheid tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden, de spelling van de regelmatige werkwoorden en de regel van ’T KOFSCHIP aan de orde. Onderwerpen leren vinden. Rubriek N Spelling voor de bovenbouw

26. Andere vormen Werkwoordsvormen die geen persoonsvorm zijn. Infinitief, voltooid deelwoord en voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Homofonen spellen en weten wat een persoonsvorm is. Oplopende moeilijkheidsgraad Rubriek O Spelling voor de bovenbouw

27. Werkwoorden totaal Complete algoritme van de woordspelling toepassen. De verschillende werkwoordsvormen door elkaar. De praktijk van het schrijven. Rubriek P Spelling voor de bovenbouw

28. In Muiswerk Spelling voor de bovenbouw wordt aandacht besteed aan onderwerpen die in alle spellingmethodes voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs behandeld worden. Vier strategieën zijn voor het spellen belangrijk. Op de eerste plaats de alfabetische strategie, het omzetten van klanken naar letters. Als tweede is er de orthografische strategie, het toepassen van regels waarbij gekeken moet worden naar de volgorde en positie van de letters. Hier vallen de regels voor klinkerverenkeling en medeklinkerverdubbeling onder. De derde strategie is de morfologische, het toepassen van het gelijkvormigheidsprincipe: woorden of woorddelen houden in verschillende contexten vaak dezelfde vorm. Hier vallen bijvoorbeeld de verlengingsregel en de regels voor de werkwoordspelling onder. Tot slot is er de logografische strategie, het inprenten van woordbeelden met een specifieke spelling, die niet gebonden is aan Nederlandse klanktekenkoppelingen of regels. Grote aantallen leenwoorden waar het Nederlands zo rijk aan is, moeten ingeprent worden. Bijzonder geschikt voor het bevorderen van inprenting zijn de flitsoefeningen. We hebben deze oefeningen ontwikkeld omdat vooral visuele previews belangrijk blijken te zijn voor het verbeteren van de spellingvaardigheid. Zelfs kort oefenen met visuele woordbeelden levert een aanzienlijke vooruitgang op (Proefschrift Maartje Hilte 2009: Optimizingcomputer-based spelling exercises). Leermiddelen van de toekomst. Achtergrond Spelling voor de bovenbouw

29. Voor meer informatie en een demo: www.muiswerk.nl Telefoon 0297 – 361 664 E-mail info@muiswerk.nl Het kan goedkoper & krachtiger! Contact Spelling voor de bovenbouw