Vele ouders vinden het heel moeilijk om een balans te vinden tussen streng zijn, veel regels stellen zodat alles op orde is en tegelijk liefdevol zijn en vrijheid geven.
Hoe kan je als ouder daar een goede balans in vinden?
Dit slideset brengt je een inleiding rond hoe je je rol als ouder kan beginnen te zien, waardoor je veel gemakkelijker de balans kan vinden.
www.reconnectyourself.be
www.mindfulouder.be
Als ouder heb je een specifieke impact op hoe je tiener studeert. Als je de neiging hebt om je kind heel erg te pushen hierin, bekom je een kind dat zelf weinig zelf-verantwoordelijkheid opneemt. Het studeert omdat het moet. Deze slides geven je wat tips en inzichten om vooreerst zelf als ouder je goed te voelen onafhankelijk van hoe je tiener studeert. Alsook over wat je kan doen en hoe je kan mindful communiceren opdat je tiener meer zijn of haar verantwoordelijkheid opneemt.
Vele ouders vinden het heel moeilijk om een balans te vinden tussen streng zijn, veel regels stellen zodat alles op orde is en tegelijk liefdevol zijn en vrijheid geven.
Hoe kan je als ouder daar een goede balans in vinden?
Dit slideset brengt je een inleiding rond hoe je je rol als ouder kan beginnen te zien, waardoor je veel gemakkelijker de balans kan vinden.
www.reconnectyourself.be
www.mindfulouder.be
Als ouder heb je een specifieke impact op hoe je tiener studeert. Als je de neiging hebt om je kind heel erg te pushen hierin, bekom je een kind dat zelf weinig zelf-verantwoordelijkheid opneemt. Het studeert omdat het moet. Deze slides geven je wat tips en inzichten om vooreerst zelf als ouder je goed te voelen onafhankelijk van hoe je tiener studeert. Alsook over wat je kan doen en hoe je kan mindful communiceren opdat je tiener meer zijn of haar verantwoordelijkheid opneemt.
WIN/WIN communicatie | Target Point, guide to changeangela van de Loo
Als er op je deur wordt geklopt, wie doet dan open? De ouder, je volwassene of het kind. Ik ben OK/jij bent OK - succesrecept voor communicatie. Standaard nodig in cocreatie.
Als de werkelijkheid aan je deur klopt, wie doet dan open? Je ouder, volwassene of kind. Transactionele Analyse als handvat om je communicatie te verbeteren. Gelijkwaardig niet gelijk, win/win en ik ben OK, jij bent OK als uitgangspunt Rolpatronen herkennen en doorbreken.
WIN/WIN communicatie | Target Point, guide to changeangela van de Loo
Als er op je deur wordt geklopt, wie doet dan open? De ouder, je volwassene of het kind. Ik ben OK/jij bent OK - succesrecept voor communicatie. Standaard nodig in cocreatie.
Als de werkelijkheid aan je deur klopt, wie doet dan open? Je ouder, volwassene of kind. Transactionele Analyse als handvat om je communicatie te verbeteren. Gelijkwaardig niet gelijk, win/win en ik ben OK, jij bent OK als uitgangspunt Rolpatronen herkennen en doorbreken.
2. handleiding
Achtergrondinformatie
Of u als leerkracht nu wel of niet heeft deelgenomen aan
een (variant op de) training Marietje Kessels Project: deze
praktische handleiding helpt u uw leerlingen te begeleiden
bij het leren opkomen voor zichzelf, en daarmee voor hun
eigen veiligheid te zorgen.
Het is een bewuste keuze om de handleiding los te kunnen
gebruiken van de training, omdat de samenstellers het van
belang vinden de (seksuele) weerbaarheid van alle kinderen
te vergroten.
Marietje Kessels Project
Veel weerbaarheidstrainingen zijn gebaseerd op het
Marietje Kessels Project. Deze methodiek is opgenomen in
de databank Effectieve Jeugdinterventies. Het doel van het
Marietje Kessels Project is enerzijds het vergroten van de
weerbaarheid om te voorkomen dat kinderen slachtoffer
worden van machtsmisbruik, anderzijds het voorkomen dat
kinderen zichzelf schuldig maken aan grensoverschrijdend
gedrag. Het project is gericht op preventie van
machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag ten
opzichte van kinderen, zowel door leeftijdsgenoten als door
volwassenen. Het gaat bijv. om pesten, intimidatie, (seksueel)
misbruik en kindermishandeling.
ZELF
BESCHERMING
2 • zelfbescherming & weerbaarheid
3. Thema's in Marietje Kessels Project
pesten/plagen
omgaan met elkaar
inschatten situaties
(on)veiligheid,
eigen rol (actie-reactie)
inleven in de ander
groepsgevoel
stem/schreeuw
zelfbeheersing
lichaamstaal
geheimen
grenzen
(machts)misbruik
Waarom is weerbaar zijn belangrijk?
Machtsmisbruik grijpt diep in het leven van een kind.
Met name seksueel misbruik kan leiden tot psychische en
psychosomatische klachten. Slachtoffers van machtsmisbruik
hebben moeite om relaties aan te knopen, komen vaker
dan anderen in prostitutie en criminaliteit terecht en zijn
vaker dader van zedenmisdrijven. Door het vergroten van de
weerbaarheid kan machtsmisbruik en grensoverschrijdend
gedrag voorkomen worden en kinderen minder kwetsbaar.
Enkele risicofactoren voor
kwetsbaarheid
onwetendheid
beperkt inlevingsvermogen in een ander
negatief zelf- en lichaamsbeeld
slechte impulscontrole
moeite met sociale en communicatieve vaardigheden
meisjes willen aardig gevonden worden
jongens willen macho zijn naar zichzelf en anderen
Doelgroep 10-14 jaar
Kinderen in deze leeftijd krijgen meer eigen vrijheid,
zelfstandigheid, eigen identiteit, doen na van wat ze zien bij
anderen. Zij zijn gevoelig voor voorbeeldgedrag; door stil te
staan bij hun eigenheid en hoe zij daarin sterk kunnen zijn
vergroten zij hun weerbaarheid. De principes zijn ook al goed
toepasbaar voor kinderen vanaf 8 jaar.
Leerdoelen Marietje Kessels Project
Om de weerbaarheid te vergroten zijn de volgende leerdoelen
van belang voor het kind:
Herkennen en kunnen benoemen van eigen en andermans
gevoel: Ja/Twijfel/Nee-gevoel (Wanneer ben ik veilig?).
Inlevingsvermogen/(h)erkennen van grenzen (bij jezelf
en anderen).
Grenzen kennen, aangeven, vasthouden en grenzen van
anderen respecteren.
Veerkracht: kunnen omgaan met wisselende
omstandigheden en met tegenslagen.
Zelfwaardering hebben.
Bewust zijn van de gevolgen van eigen gedrag.
Kunnen reflecteren over situaties of gebeurtenissen.
Kennis van handelingsvariaties (Hand van 5),
handelingsvertraging (4 stappen) en soorten
kindermishandeling.
De pagina’s hierna zijn als volgt opgebouwd:
‘hulp’vraag van de leerling
informatie die de leerkracht aan de leerling kan geven
handvat voor de leerkracht
zelfbescherming weerbaarheid • 3
4. Hoe kan ik voor mezelf opkomen?
Informatie voor de leerling:
Je mag jezelf altijd beschermen als jou iets
overkomt wat je niet wilt. Of als je in gevaar bent.
Wanneer iemand iets met jou doet wat je niet wilt,
(bijvoorbeeld je vastpakken, aan je trekken of je
achtervolgen) kun je een heleboel dingen doen. Je
kunt er iets van zeggen. Ook kun je andere kinderen of
volwassenen te hulp roepen of bellen. Of je kunt een
winkel, snackbar of buurthuis binnengaan. Soms werkt
het goed om hard te schreeuwen. Als je een probleem
hebt, kun je dus op verschillende manieren proberen het
op een goede manier te laten eindigen (‘de Hand van 5’).
Dat noemen we ook wel je probleem goed oplossen.
Dan blijf je veilig.
Met behulp van het ezelsbruggetje
‘de Hand van 5’kunt u kinderen steeds weer wijzen op
de manier waarop zij een probleem hebben opgelost.
Welke manier heb je gebruikt?
Was dat goed verlopen?
Was een andere manier misschien beter?
Of moet je nog even denken aan bijvoorbeeld
een duidelijkere lichaamstaal of stem?
Of iets anders?
Heb je bewust voor deze manier gekozen?
Hiermee maakt u kinderen bewust van hun reactie, of
deze al dan niet adequaat was en welke alternatieven
er zijn.
Hoe herken ik mijn gevoel?
Informatie voor de leerling:
Als je een JA-gevoel hebt, heb je een veilig
gevoel en hoef je niet voor jezelf op te komen.
Heb je een NEE-gevoel of een TWIJFEL-gevoel, dan is het
een onveilig gevoel en dan mag je voor jezelf opkomen.
Dan kun je laten weten wat jij wel en niet prettig vindt.
Vul de volgende oefening eens in:
Mijn buurman vraagt of ik hem kan helpen zijn
boodschappen naar binnen te brengen.
5 manieren om jezelf
te beschermen
De Hand van 5:
1 weg gaan (duim)
2 duidelijk praten (wijsvinger)
3 schreeuwen/vechten
(middelvinger)
4 negeren (ringvinger)
5 hulp halen/vragen (pink)
Herken je gevoel
Een NEE-gevoel betekent:
ONVEILIG
Een TWIJFEL gevoel betekent:
TWIJFEL
Een JA-gevoel betekent:
VEILIG
Een NEE gevoel?
Laat het merken
Zeg duidelijk NEE en:
1 Ga stevig staan of zitten
2 Maak je groot.
3 Trek een strak gezicht.
4 Praat duidelijk hoorbaar
5 Kijk de ander aan en wees
overtuigend
4 • zelfbescherming weerbaarheid
handleiding
5. Ik krijg dan een JA/NEE/TWIJFEL gevoel.
Ik denk dan: . . . . . . .
Ik zeg: . . . . . . .
Ik laat dit zien door: . . . . . . .
Door kinderen in verschillende situaties te
helpen benoemen wat voor gevoel zij hebben, leren zij:
Hun gevoel te herkennen en dat van een ander.
De (on)veiligheid van de situatie te herkennen.
Bewust te maken van het feit dat je gedrag of acties niet
altijd kloppen met je gevoel (hoe geef jij je grenzen aan?).
Hun grenzen duidelijk aan te geven.
Bovengenoemde invuloefening kunt u voor concrete situaties
van de leerling gebruiken.
Een NEE-gevoel? Laat het merken!
Als je‘nee’zegt tegen iemand dan moet die ander
ook aan je lichaam kunnen zien dat je het meent.
NEE zeggen is een manier van zelfbescherming. Dit is de
lichaamstaal, die hoort bij een NEE-gevoel.
Veel kinderen (en ook volwassenen!) vinden
het moeilijk om NEE te zeggen. Je kunt NEE op een heleboel
manieren zeggen. Het is zaak om je eigen duidelijke manier te
ontdekken.
Wat zijn grenzen?
Ieder mens heeft zijn/haar eigen grenzen. Die
grenzen kunnen gaan over: je gevoel, lichaam, spullen, ruimte
om je heen. Als iemand over jouw grenzen heengaat, mag je
er iets van zeggen. Meestal luistert de ander naar jou. Anderen
hebben ook grenzen. Daar mag jij niet zomaar overheen. Dan
ben jij degene die moet luisteren. Je bezorgt de ander dan een
NEE- of TWIJFEL-gevoel.
Hulp-vraag
lijst
Vertel:
1 Hoe je je voelt
2 Wat jouw
probleem is
3 Hoe je geholpen
wilt worden
3 vragen voor je veiligheid
1 Heb ik een JA, NEE of een Twijfel-gevoel?
2 Als ik JA zeg, is er dan iemand die weet waar ik ben?
3 Als ik JA zeg en ik kom in de problemen, is er dan
iemand die mij helpt?
Als op één van deze vragen het antwoord‘nee’is, of het
antwoord is‘ik twijfel’, dan moet je het niet doen.
1 x nee = nee!
Waarschuwen,
de 4 stappen
1 Zeg rustig en
duidelijk dat je iets
niet wilt
2 Zeg boos dat je het
niet wilt
3 Waarschuw de ander
4 Doe waarvoor je hebt
gewaarschuwd
zelfbescherming weerbaarheid • 5
6. docentenhandleiding
Hoe kan iemand over jouw grenzen gaan?
Hoe weet je wat jouw grens is?
Hoe geef je je grens duidelijk aan?
Hoe weet je wat de grens van een ander is?
Geeft iedereen zijn grenzen op dezelfde manier aan?
Hoe ga ik om met boosheid?
Boosheid is een normaal gevoel. Ieder kind
mag boos zijn en boosheid laten merken. Boosheid laat je
merken door duidelijk te zijn wat je wel en niet wilt. Kun jij
dat? Sommige kinderen zijn te weinig boos, zij worden stil,
verdrietig of alleen boos op zichzelf. Sommige kinderen
worden teveel of te snel boos, zij schreeuwen, slaan of
schoppen snel. Zij moeten leren om zichzelf te beheersen.
Hoe zit dat bij jou?
eerkracht:
Tips bij boosheid uiten:
Geef zelf het goede voorbeeld, blijf rustig en laat zien
hoe u met boosheid omgaat en wat de signaalfunctie
van boosheid is.
Praat met de leerling als het gekalmeerd is over het
gevoel en help hem de emotie te herkennen en te
begrijpen.
Welke schrik of frustratie ging er aan vooraf? Welke
grens is overschreden? Boosheid is namelijk niet iets
wat je overkomt.
Stimuleer de leerling om de boosheid op een goede
manier te uiten en zijn grenzen te herkennen.
Ondersteun de leerling om het probleem zelf op
te lossen.
Vragen die de leerling gesteld kunnen worden om over
boosheid in gesprek te komen:
Hoe merk je dat iemand moeite heeft om zijn boosheid
te laten zien?
Hoe merk je dat iemand boos is?
Is dit voor iedereen hetzelfde?
Wat zou iemand die snel en/of veel boos wordt kunnen
doen om zichzelf rustig te krijgen, om niet snel of veel
boos te worden?
Hoe los ik een conflict op?
Je mag NEE zeggen als iemand op een
manier die jij vervelend vindt aan jou of aan jouw
spullen komt. Gebruik de 4 stappen als iemand niet
direct luistert.
Stap 1 Zeg duidelijk dat je het niet wilt.
Stap 2 Zeg boos dat je het niet wilt.
Stap 3 Waarschuw de ander.
Stap 4 Doe waarvoor je gewaarschuwd hebt.
Let op! Als je in nood bent gebruik je niet de 4 stappen!
Dan ren je zo snel mogelijk weg. Als dat niet kan, dan ga je
schreeuwen, schoppen en slaan. Daarna ren je weg.
Informatie voor de leerkracht:
De leerling leert eerst zelf een conflict op
te lossen, voordat deze om hulp komt vragen. Een juist
gebruik van lichaamstaal en stem speelt een belangrijke
rol om duidelijk over te komen. Soms durven kinderen
niets terug te doen of te zeggen. Soms denken kinderen
dat het hun eigen schuld is wat hen overkomt. Probeer in
een gesprek helder te krijgen wat de reden is.
Ik heb een probleem.
Hoe krijg ik hulp?
formatie voor de leerling:
Watmoetjevertellenalsjeiemandom
hulpvraagt?
6 • zelfbescherming weerbaarheid
7. Hoe je je voelt.
Wat jouw probleem is.
Hoe je geholpen wilt worden.
Als je iemand om hulp vraagt dan is het fijn als hij of zij je ook
echt helpt. Door naar je te luisteren, of je te troosten met een
arm om je schouder, of door samen met jou een oplossing te
zoeken voor je probleem. Het kan gebeuren dat je geen hulp
krijgt, ook al heb je erom gevraagd. Niet alle mensen kunnen
hulp geven. Soms moet je wel drie keer je probleem vertellen
tot je iemand hebt gevonden die jou helpt. Hulp vragen is een
manier van‘zelfbescherming’.
Als een kind om hulp bij een probleem vraagt,
dan is het fijn als het kind te horen krijgt:
Ik geloof wat je zegt.
Het is niet jouw schuld.
Wat vervelend voor je dat dit is gebeurd.
Ik ben blij dat je het mij verteld hebt.
Ik ga je helpen.
Dit noemen we de‘GEEF-HULP-LIJST’.
Meldcode Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling
In 2012 is de nieuwe Wet Meldcode Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling ingevoerd. De wet geldt voor alle
beroepskrachten die werkzaam zijn in de sectoren onderwijs,
kinderopvang, gezondheidszorg, jeugdzorg, maatschappelijk
ondersteuning en justitie. Een meldcode bevat een
stappenplan. Dit stappenplan leidt de beroepskracht stap
voor stap door het proces vanaf het moment dat hij signaleert
tot aan het moment dat hij eventueel een beslissing neemt
over het doen van een melding. Signaleren wordt gezien als
een belangrijk onderdeel van de beroepshouding van de
beroepskrachten die binnen de organisatie werkzaam zijn.
Signalering is geen stap in het stappenplan, maar eerder een
grondhouding.
Stoplichtspel
Leerdoel: Zelfstandig keuzes durven maken, leren
luisteren naar je gevoel, durven zeggen waarom je iets
vindt of voelt.
Materiaal: lijst met eenduidige stellingen, 3 kleuren
hoepels of pionnen
Uitleg: Hier liggen 3 kleuren hoepels. Het zijn
de kleuren van een stoplicht. Wat betekenen de
kleuren? In dit spel is groen een JA-gevoel, oranje een
twijfel-/misschien-gevoel en rood een duidelijk
nee-gevoel. Voel je dat ergens in je lijf? En zo ja, waar?
Ik ga straks telkens een zinnetje voorlezen. Daarna
mag jij kiezen waar je gaat staan.
Het allerbelangrijkste daarbij is dat je luistert naar wat
JIJ belangrijk vindt!
Aandachtspunten: Laat telkens een paar kinderen
uitleggen waarom ze een bepaald gevoel hebben
gekozen. Houd met de stellingen rekening met de
privésituaties van kinderen. Let op: zeker bij de 1e
keer moeten de kinderen de gevoelens nog leren
herkennen.
Voorbeeldstellingen:
Je krijgt vanmiddag je rapport.
De vader van je vriend(in)
slaat een arm om je heen.
Je vriend(in) vertelt je geheim
door.
Je ziet dat een kind uit je klas
wordt opgesloten in de wc.
zelfbescherming weerbaarheid • 7