1. Samenscholing
bij
Faciliteren als Tweede Beroep
Omgaan met veranderingen in groepen en
gemeenschappen
september 2012
Jan Lelie
2. Wet van de noodzakelijke variëteit
De wet van de Noodzakelijke Variëteit
voor de Facilitator (F) schrijft voor dat
F’s vermogen om te faciliteren kan niet
groter zijn dan F’s vermogen te
communiceren met verschillen ...
Vrij naar W.R. Ashby (1957),
Ashby’s Law or The Law of The Requisite Variety
(c) (2012) mind@work 2
4. Noem je naam, wat je doet en welke
redenen om deel te nemen?
Kennis van boek
Ideeën uit boek beter
vergroten
inzien
Betere resultaten
Kwaliteit verbeteren
Controleren of ik ‘t boek
Toekomstvisie creëren
begrijp
Meer voor elkaar
Efficiënt gebruik maken
betekenen
van tijd
Met anderen boek
Boek effectiever
bespreken
gebruiken
Met mensen om leren
Meer doen met minder
gaan
Vaardigheden verdiepen
Betrokkenheid
Concreet probleem
vergroten
oplossen
Gevoelens onderzoeken
5. Faciliteren als Tweede Beroep
Faciliteren = maken van verbindingen
Eerste beroep = omgaan met competenties
Tweede beroep = omgaan met je zwaktes in
groepen
(c) (2012) mind@work 5
6. Inscholing
Doel
Tapas: kleine hapjes
Idee krijgen van de inhoud boek
Resultaat
Waar ben ik naar op zoek?
(c) (2012) mind@work 6
7. Vragen?
Op welke vraag wil je antwoord
hebben?
(c) (2012) mind@work 7
8. Wat neem jij hier waar?
Schrijf op: wat zegt hier wie tegen wie?
(c) (2012) mind@work 8
9. Verschillende verschillen
Waarnemen neemt verschillen waar
Mensen verschillen in wijze van
waarnemen
Verschillen in waarnemen maken
verschillende verschillen
Mensen zoeken naar verklaringen
door indelen in vakjes, categorieën
(c) (2012) mind@work 9
10. A useful habit formed by our brains, must
not be mistaken by an essential attribute
of reality.
Chandler, D. Semiotics, The Basics
(c) (2012) mind@work 10
12. Onzekerheidsreductie
Verschillen maken ons onzeker
Zoeken naar zekerheid, duidelijkheid,
informatie, maar ...
Communication produces no information
under certainty.
Will McWhinney (2002)
(c) (2012) mind@work 12
14. Voorstuk
Begrijpen Handeling: praxis
Systeem Deel uitmaken
Communiceren Wisselwerken
Archetype Als een architect
Paradox Energie
(c) (2012) mind@work 14
15. Deel 1
Werken met Werkelijkheden
1. Veranderen van werkelijkheid
2. U en uw werkelijkheid
3. Modelleren van werkelijkheid
16. H.1 Werken met Werkelijkheden
Je maakt deel uit
van je eigen
werkelijkheid
Vier archetypische
opvattingen
Kaart van
Werkelijkheids-
opvattingen
(c) (2012) mind@work 16
17. Hoofdstuk 2
U en Uw werkelijkheid
De werkelijkheid wacht niet op jouw
mening, stem of goedkeuring. Ze
blijft gewoon en doet wat ze doet.
Byron Katie, Natuurwetten van verandering
(c) (2012) mind@work 17
18. Veranderen
Welke oorzaak heeft veranderen?
Veranderingen komt buiten of van binnen
Waar leidt veranderen toe?
Veranderingen leiden naar minder
(beheersing) of naar meer
(c) (2012) mind@work 18
37. Hoofdstuk 5: Leiderschap
De eerste taak
van een leider is het
definiëren van de
werkelijkheid
Max DePree,
Leadership is an Art
(c) (2012) mind@work 41
39. H. 6 Spelen van veranderingen
…. No problem can be solved from the same level
of play that created it ….
Vrij naar A. Einstein
(c) (2012) mind@work 43
40.
41. H6: spelen van veranderingen
Nieuw
Zes spellen Spel Spelen
Spelen
in spelen,
Zes spelen
met spellen
Verdeling
Inzet Verdelen
Inzetten
Spel Regels
Spelen
(c) (2012) mind@work 45 regelen
50. Renaissance
Op het midden van mijn levensweg -
bevond ik mezelf in een donker woud
want de rechte weg was verloren gegaan
–
Ach, hoe zal ik zeggen hoe zwaar het was
wat was dit woud woest en ruw en
ongastvrij -
de gedachte eraan vervult me weer met
angst
Dante - Inferno 1, 1-6
(c) (2012) mind@work 54
53. H. 9 Verlichten van problemen
Case
Maken van een opstelling
Jezelf, opdrachtgever, probleemeigenaar
De groep of team
De omgeving
Spel dat verlichting kan brengen
Hulpbronnen
Richting
(c) (2012) mind@work 57
54. PE:
OG:
vk:
Team:
Omg.:
(c) (2012) mind@work 58
Zoek op pagina 322 bijpassend werkwijze
55. “Verlichting, het goddelijk, is een
gegeven. Hoe kan ik dat aannemen?”
Vrij naar Chögyal Namkai Norbu
(c) (2012) mind@work 59
Editor's Notes
De kern van mijn betoog bestaat uit deze interpretatie van de wet van Ashby: ons vermogen om te communiceren beperkt ons vermogen om te faciliteren. Dit boek beoogt het vermogen om te faciliteren – het aangaan van verbindingen – te vergroten. De Wet van Ashby (p. 108), de Wet van de Noodzakelijke Variëteit, schrijft voor dat elk besturingsdeel van een systeem over minimaal evenveel complexiteit dient te beschikken als in de omgeving van het systeem bestaat. Teveel complexiteit is overbodig of kost teveel, te weinig leidt tot problemen en kan het einde inhouden. In wezen, denk ik dan, een herformulering van de Universele Wet: “zo boven, zo beneden”. Het opmerkelijke feit doet zich voor, dat elk voldoende complex systeem zich ontwikkelt alsof het zich doorlopend moet afstemmen op de omgeving, een omgeving die bestaat uit gelijkaardig complexe systemen. Met elkaar ontwikkelen systemen een steeds “complexer” geheel, zowel de subsystemen als het Systeem (in termen van systeem van systemen). Het lijkt alsof er steeds net te weinig besturing bestaat of te veel complexiteit beschikbaar is. Dit had ik ook kunnen gebruiken als één van de twee assen van de Kaart van Werkelijkheidsopvattingen. Asbhy beschrijft in zijn boek (An Introduction to Cybernetics) ook een andere formulering van zijn wet, de formulering die ik hier gebruik: een sturend orgaan – en dat kan leidend, adviserend, coachend, mediërend, …. faciliterend zijn – heeft niet meer vermogen om te besturen dan de eigen capaciteit als kanaal om te communiceren. Variëteit kunnen we vergelijken met verschillen. We dienen over voldoende verschillen te beschikken te kunnen veranderen en die veranderingen te kunnen begeleiden. Dit is een dynamisch evenwicht, een evenwicht dat zich uit in een doorlopende evolutie van toenemende complexiteit. We kunnen dit zien als een “ race to the bottom ” (toename van wanorde) of als een “ race to the top ” (toename van orde). Het is allebei, alleen niet tegelijkertijd en het hangt af van je eigen opvatting. We herkennen hier de wetten van verandering (p. 170): bij elk proces neemt het vermogen om entropie te genereren maximaal toe. De Wet van het Minste Werk leert ons dan, dat de ontwikkeling van de vermogens om te faciliteren zo langzaam mogelijk gaan.