3. De opdracht
Vanuit ED:
Applicatie voor configuratie van de IO-module
Het inventariseren van eisen en wensen voor, en het ontwerpen, ontwikkelen en
testen van een Microsoft Windows applicatie waarmee de IO-module geconfigureerd
kan worden voor gebruik met de nieuwe en bestaande invoerapparaten.
Met deze applicatie moet de gebruiker o.a. keypad-, éénknopsbediening- en
joystickmenu's kunnen indelen, door per toets of windrichting aan te geven welke
functionaliteit gekoppeld dient te worden aan de betreffende toets, en welke
symbolen er op het iARM display dienen te verschijnen bij ieder menu of
gebruikersinvoer.
3
4. De opdracht
Bijgesteld:
“Ontwerp en ontwikkel een applicatie waarmee de user-interface van de iARM,
centraal en op een intuïtieve manier geconfigureerd kan worden. Verander of
breid tevens het huidige systeem softwarematig uit als dat nodig is om de
oplossing voor het probleem te realiseren.“
4
5. De opdracht
Hierbij moet er voldaan worden aan de volgende deelvragen:
1. Onderzoek welke gebruikers de user-interface van de iARM moeten kunnen
configureren.
2. Inventariseer wat de wensen en eisen zijn die worden gesteld aan de oplossing.
3. Onderzoek welke alternatieve oplossingen er mogelijk zijn en vergelijk deze met
de oplossing van Exact Dynamics.
4. Ontwerp de oplossing zo dat softwareontwikkelaars van Exact Dynamics deze
met zo minmogelijk inspanning kunnen onderhouden en uitbreiden.
5. Realiseer en test de oplossing en controleer daarbij dat deze voldoet aan de
gestelde eisen en kwaliteit.
5
17. ontwikkelmethode
17
Iteratie 1
In deze iteratie zal de basis gelegd worden voor de GUI en de communicatie met het
systeem zal geïmplementeerd worden.
Iteratie 2
In deze iteratie zal het onderdeel waarmee de I/O module te configureren is
ontwikkeld worden.
Iteratie 3
In deze iteratie wordt het deel van de applicatie ontwikkeld dat de visualisatie van de
menustructuren mogelijk maakt en het tekenen van de iconen.
Iteratie 4
In deze iteratie zullen de overige onderdelen van het systeem voor het aanpassen van
de menustructuren en de bijbehorende acties gerealiseerd worden. Tevens is er in
deze iteratie ruimte om te beginnen met de LUA scripteditor.
30. Vooronderzoek (programmeertaal)
30
Java C++ C++ .NET C# .NET J# .NET
Platform Een
gecompileerde
applicatie werkt
op elk platform.
Een applicatie
werkt alleen op
het platform
Waarvoor het
gecompileerd is.
Een
gecompileerde
applicatie werkt
op elk Windows
platform en op
Linux via Mono.
Een
gecompileerde
applicatie werkt
op elk Windows
platform en op
Linux via Mono.
Een
gecompileerde
applicatie werkt
op elk Windows
platform en op
Linux via Mono.
Hardware (CAN-
connector)
Wordt niet
ondersteund. Op
te lossen door
JNA of JNI te
gebruiken.
Wordt
ondersteund.
Wordt
ondersteund.
Wordt
ondersteund.
Wordt
ondersteund.
Leercurve en
ervaring
Meeste ervaring
hiermee, GUI
techniek heeft
redelijke
leercurve.
Klein beetje
ervaring, GUI
heeft redelijke
leercurve.
Klein beetje
ervaring, GUI
heeft redelijke
leercurve.
Geen ervaring
maar syntax lijkt
erg op Java, GUI
heeft redelijke
leercurve.
Geen ervaring
maar syntax is
het zelfde als
Java, GUI heeft
redelijke
leercurve.
ondersteuning Veel Veel Matig Veel Weinig
GUI AWT, Swing,
Jdesktop
Win32 API, Qt
etc.
Winform,
drawing en WPF.
Winform,
drawing en WPF.
Winform,
drawing en WPF.
Belangrijkste IDE Eclipse Visual studio
C++
Visual studio
C++
Visual studio C# Visual studio J#
Test-framework Junit Cput, veel
anderen
Mbunit, Nunit,
veel anderen
Mbunit, Nunit,
veel anderen
Mbunit, Nunit,
veel anderen
31. Vooronderzoek (normen)
• ISO vs. Agile (IEEE Computer Society’ publicatie 9001)
• Medical Device Directive’ (class 1, 2 en 3)
• ISO 14971 (Application of risk management to medical devices)
• IEC 62304 (Medial divice software)
31
34. Product analyse (Requirements)
• FURPS+ en MoSCoW
FR8 (M) De gebruiker moet een displayicoon van een
menuonderdeel kunnen veranderen of instellen.
34
ID Prioriteit Eis
FR1 M De configuratieapplicatie moet met het iARM-systeem communiceren op
basis van het CAN‐protocol over een CAN‐bus. Het moet zowel CAN
berichten kunnen ontvangen als versturen.
FR2 M De applicatiemoet de I/O module in configuratiemodus kunnen zetten.
FR3 M Het type invoerapparaat dat aangesloten is op de I/O module moet
geselecteerd kunnen worden voor de twee afzonderlijke poorten
(inputport 1 en 2). Hiervoor moet de applicatie de mogelijke type
invoerapparaten tonen waarna de gebruiker er één van deze kan kiezen.
FR4 M De gebruiker moet invoerapparaten kunnen configureren. Dit houdt in dat
voor een bepaalde knop of windrichting aangegeven moet kunnen worden
wat voor knop of windrichting het is, hieraan moet door de applicatie een
CAN-bericht gekoppeld worden.
FR4.1 M Het identificeren/instellen van een knop of windrichting moet kunnen
gebeuren door een knop in te drukken waarna het bijbehorende bitpatroon
verstuurd wordt naar de applicatie.
FR4.2 M De applicatie moet na het configureren van een invoerapparaat
controleren of er consequenties zijn voor de menustructuren en zo ja, dan
moet de gebruiker gevraagd worden af hij deze wil (her)configureren.
FR4.3 M De gebruiker moet bestaande (bij het systeem bekende) configuraties van
invoerapparaten kunnen wijzigen.
FR4.4 M De applicatie moet de huidige configuratie van een bestaand
invoerapparaatkunnen tonen.
FR4.5 M De gebruiker moet een nieuw invoerapparaatkunnen configureren.
FR4.6 M De applicatie moet voor dat de instellingen naar de I/O module geupload
worden controleren of er een correcte bijpassende menuconfiguratie is en
zo niet, dan moet de gebruiker deze eerst configureren voordat er
geupload kan worden.
FR5 M De gebruiker moet menustructuren en de bijbehorende acties kunnen
configureren.
FR5.1 M De gebruiker moet bestaande menustructurenkunnen aanpassen.
FR5.2 M De applicatiemoet de huidige menuconfiguraties kunnen laten zien.
FR5.3 M De gebruiker moet menuonderdelen kunnen in/uitschakelen.
FR5.4 M De gebruiker moet in een bepaald menu de acties van knoppen of
windrichtingen kunnen aanpassen.
FR5.5 M De gebruiker moet nieuwe menustructuren kunnen opstellen.
FR5.6 M De gebruiker moet een bepaalde menustructuur kunnen koppelen aan een
bepaald invoerapparaat.
FR6 M De applicatie moet opgestelde configuraties kunnen versturen naar het
systeem.
FR6.1 M De applicatie moet de gekozen of opgestelde configuraties laten bevestigen
door de gebruiker.
FR6.2 M De applicatie moet wachten op een bevestiging van het systeem dat de
nieuwe instellingen zijn weggeschreven en moet hier een melding van
geven.
FR7 M De gebruiker moet de aangepaste of opgestelde configuraties een naam
kunnen geven.
FR8 M De gebruiker moet een displayicoon van een menuonderdeel kunnen
veranderen of instellen.
FR9 W De gebruiker moet zelf iconen kunnen tekenen.
FR10 S De gebruiker moet menustructuren kunnen printen.
FR11 S De gebruiker moet configuratie van een invoerapparaatkunnen printen.
FR12 W Met de applicatie moet de technisch gebruiker LUA scripts kunnen
schrijven.
FR12.1 W De applicatiemoet de LUA scripts op syntax controleren.
FR12.2 W De applicatiemoet de mogelijke LUA API instructies kunnen tonen.
FR12.3 W De applicatie moet een LUA script in een bepaald menu aan een
invoerknop kunnen koppelen.
FR13 S De gebruiker moet als hij begonnen is met het opstellen van nieuwe
configuraties dit kunnen opslaan om later verder te werken.
43. Product ontwerp (MVVM)
43
• Geen logica in de view.
• Eenvoudig meerder views te maken.
• Duidelijke scheiding.
• Binding mechamisme.
• Viewmodel kent de view niet.
• Model kent view en viewmodel niet.
47. Product realisatie(testen)
47
TestClasses Summary Description
UnitTests.CANControllerTests This is testing the CAN controller.
UnitTests.MainWindowViewModelTests This is testing the open and close procedure of
workspaces.
UnitTests.ViewModelBaseTests This is testing the propertychanged event.
UnitTests.CANMessageTests This is testing the creation and modification of a CAN
message.
UnitTests.CANmonitorViewModelTests This is testing the CAN monitor filter.