Rob le Rutte van Ijsselboomgaarden en Cider voor ieder

1. Hoe ver valt de appel
van de boom?
Ervaringen uit de hoogstamboomgaardpraktijk
Rob le Rutte
Stichting IJsselboomgaarden

2. Duurzaam landschapsbeheer
Boomgaard
Ecosysteem
Sociaal Ecologie
Cultuur
Economie
Gemeenschap
Streek
Markt
BehoudBeleving
BeheerGebruik
Educatie
Recreatie
Pomologie/ inventarisatie
Foto’s/ verhalen/ kaarten
Gereedschap
Boeken
Scholing/ Advies
Boomgaardnatuur
Beheer/ snoei
Aanplant
Fruitverwerking
Zelfpluk
Kamperen
Bio-energie
4 drijvende krachten
Selman

3. Duurzaam landschapsbeheer
Boomgaard
Ecosysteem
Sociaal Ecologie
Cultuur
Economie
Gemeenschap
Streek
Markt
BehoudBeleving
BeheerGebruik
Educatie
Recreatie
Pomologie/ inventarisatie
Foto’s/ verhalen/ kaarten
Gereedschap
Boeken
Scholing/ Advies
Boomgaardnatuur
Beheer/ snoei
Aanplant
Fruitverwerking
Zelfpluk
Kamperen
Bio-energie
4 drijvende krachten
Selman

4. De praktijk
Wat is een appel eigenlijk waard?

5. De praktijk
Wat is een fruitboom
eigenlijk waard?

6. Commerciële benutting oogst

7. Duurzaam = bedrijfsmatig produceren!
Verdienmodel:
Welke functies
(product, plek, andere
waarden) van je bos/
boomgaard leveren
omzet en inkomen?

8. Verdienmodel van je boomgaard/ voedselbos?

9. Bedrijfsplan van je boomgaard/ voedselbos
• Producten en diensten
(wat, hoeveel, op termijn)?
• Onderscheidend (bulk of
niche)?
• Prijsvorming?
• Sociale omgeving (klanten,
concurrenten en partners)?
• Andere functies die ‘geld’
opbrengen (natuurbeheer /
lagere kosten)?
• Arbeid en voorzieningen?
• Financiering?

10. Verwerkingsmogelijkheden

11. Nichemarkt: merk of label?
Verwerken:
• bij schaal passende
apparatuur;
• opslag;
• beschikbare en
gekwalificeerde
arbeid;
• hygiënecode;
• kwaliteitstandaard.

12. Overige opbrengsten/ inkomsten?

13. Wat voor ‘onderneming’ wil je zijn?

14. Streven

15. Streven

16. Doelgroependifferentiatie streekproducten
• Primaire doelgroep:
• ‘do good’. Biologisch,
ambachtelijk, authentiek,
kwaliteit, herkomst,
experimenteren.
• Secundaire doelgroep:
‘stay good’. Herkenbaar,
vertrouwd, zichtbaar,
lokale oriëntatie.
• Tertiaire doelgroep:
• ‘feel good’. Gemak,
snelheid, gezondheid.

17. Communicatie labels
• Biologisch/ ecologisch
• Lokaal/ streek
• Natuurlijk
• Traditioneel (oude rassen)
• Smaakvol

18. Het verhaal van je bedrijf
• Maak je product bijzonder
(herkomst-beeld)
• Vertel hoe je produceert
• Wees zichtbaar bij je
(potentiele) klanten
• Gebruik ambassadeurs
binnen je doelgroepen
(koks, restaurants)
• Zet logistiek en afzet op,
die past bij aard en
schaal
• Gebruik media ter
ondersteuning

19. Het verhaal van je bedrijf

20. Voorzieningen, arbeid en bedrijfsorganisatie?
• Voorzieningen en arbeid voor:
• produceren, oogsten, bewaren,
transporteren, bewerken, opslaan, afzet en
verkoop?
• Samenwerking?

21. Financiering
• Eigen vermogen
• Lening
• Gift
• Aandeel/werkdeel/koopdeel
• …………………..

22. Beginnen kan ook met bestaande boomgaard