Preek van dhr Oosterhof, gelezen door Bokke Postma en Klazien van Drie. organist dhr van der Bij luister mee via www.kerknoordwolde.nl

1. Het gebed van Daniël
Voorganger Oosterhof / van Drie, Postma
Organist dhr. van der Bij

2. Welke vriend is onze Jezus
ELB 299
Vers 1 en 3

3. Welk een vriend is onze Jezus (EL 299) t. J. Scriver; m. C.C. Converse; v. Joh. De Heer

4. Welk een vriend is onze Jezus (EL 299) t. J. Scriver; m. C.C. Converse; v. Joh. De Heer

5. Welk een vriend is onze Jezus (EL 299) t. J. Scriver; m. C.C. Converse; v. Joh. De Heer

6. Welk een vriend is onze Jezus (EL 299) t. J. Scriver; m. C.C. Converse; v. Joh. De Heer

7. Het gebed van Daniël
Organist dhr. van der Bij

8. God zij geloofd
en hoog geprezen
Psalm 122
Vers 1, 2 en 3

9. Psalm 112 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

10. Psalm 112 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

11. Psalm 112 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

12. Psalm 112 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

13. Psalm 112 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

14. Psalm 112 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

15. Stil gebed
Votum en Groet
Klein Gloria
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.

16. Gebed voor de samenkomst

17. Ruis o Godsstroom der genade
Elb 150
Vers 1, 2 en 3

18. Ruis, o Godsstroom der genade (EL 150) t. W. Mühlpforth; m. J.A. Freylinghausen 1704

19. Ruis, o Godsstroom der genade (EL 150) t. W. Mühlpforth; m. J.A. Freylinghausen 1704

20. Ruis, o Godsstroom der genade (EL 150) t. W. Mühlpforth; m. J.A. Freylinghausen 1704

21. Ruis, o Godsstroom der genade (EL 150) t. W. Mühlpforth; m. J.A. Freylinghausen 1704

22. Ruis, o Godsstroom der genade (EL 150) t. W. Mühlpforth; m. J.A. Freylinghausen 1704

23. Ruis, o Godsstroom der genade (EL 150) t. W. Mühlpforth; m. J.A. Freylinghausen 1704

24. Wetslezing
Exodus 20

25. Leer mij naar uw wil te
handelen
Psalm 86
Vers 4

26. Psalm 86 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551

27. Psalm 86 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551

28. Genadeverkondiging
Romeinen 10 : 9-13

29. Hoe zal ik u ontvangen
Gezang 117
Vers 2 en 3

30. Hoe zal ik U ontvangen (LvdK 117) v. J.J.L. ten Kate, C.B. Burger; m. J. Crüger

31. Hoe zal ik U ontvangen (LvdK 117) v. J.J.L. ten Kate, C.B. Burger; m. J. Crüger

32. Hoe zal ik U ontvangen (LvdK 117) v. J.J.L. ten Kate, C.B. Burger; m. J. Crüger

33. Hoe zal ik U ontvangen (LvdK 117) v. J.J.L. ten Kate, C.B. Burger; m. J. Crüger

34. Gebed om opening van het Woord
en verlichting met de Heilige Geest

35. Wij zullen opstaan
Elb 475

36. Wij zullen opstaan (EL 475) t. & m. R. Zuiderveld

37. Wij zullen opstaan (EL 475) t. & m. R. Zuiderveld

38. Wij zullen opstaan (EL 475) t. & m. R. Zuiderveld

39. Wij gaan, tot straks!

40. Schriftlezing
Daniël 6 : 1-14
Daniël in de leeuwenkuil

41. 1 Darius, de Meder, ontving het
koningschap toen hij ongeveer
tweeënzestig jaar oud was. 2 Het
behaagde Darius over het koninkrijk
honderdtwintig stadhouders aan te
stellen, die over heel het
koninkrijk verdeeldzouden zijn,

42. 3 en over hen drie rijksbestuurders, van
wie Daniël er een was. Aan hen moesten
die stadhouders verantwoording afleggen,
opdat de koning niet benadeeld werd.
4 Toen overtrof deze Daniël de
rijksbestuurders en de stadhouders,
omdat er een uitzonderlijke geest in hem
was. De koning overwoog hem over heel
het koninkrijk aan te stellen.

43. 5 Daarop gingen de rijksbestuurders en de
stadhouders zoeken naar een grond voor
een aanklacht tegen Daniël inzake het
koninkrijk, maar zij konden geen enkele
grond voor een aanklacht, of iets
verkeerds vinden, omdat hij betrouwbaar
was en er geen nalatigheid of iets
verkeerds bij hem te vinden was.

44. 6 Toen zeiden deze mannen: Wij zullen
tegen deze Daniël geen enkele grond voor
een aanklacht vinden, tenzij wij ietstegen
hem vinden in de wet van zijn God. 7 Zo
kwamen deze rijksbestuurders en
stadhouders eensgezind bij de koning en
zeiden het volgende tegen hem: Koning
Darius, leef in eeuwigheid!

45. 8 Al de rijksbestuurders van het koninkrijk,
de machthebbers, de stadhouders, de
raadslieden en de landvoogden, zijn na
onderling beraad van mening dat er een
koninklijk besluit moet worden opgesteld en
een verbod moet worden bekrachtigd, dat al
wie binnen dertig dagen een verzoek zal
richten aan welke god of mens ook, behalve
aan u, o koning, in de leeuwenkuil zal
worden geworpen.

46. 9 Nu dan, koning, stel het verbod op en
onderteken het bevelschrift, dat niet
veranderd mag worden, volgens de wet
van Meden en Perzen, die niet mag
worden herroepen. 10 Daarop
ondertekende koning Darius het
bevelschrift en verbod.

47. 11 Toen Daniël te weten kwam dat dit
bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn
huis binnen. Nu had hij in zijn
bovenvertrek open vensters in de richting
van Jeruzalem. Op drie tijdstippen per
dag ging hij op zijn knieën, bad hij en
dankte hij voor het aangezicht van zijn
God, precies zoals hij voordien had
gedaan.

48. 12 Toen kwamen deze mannen
eensgezind bij zijn huis en troffen Daniël
aan, terwijl hij bad en smeekte om genade
voor het aangezicht van zijn God.
13 Meteen kwamen zij naar voren en
zeiden in de tegenwoordigheid van de
koning over het verbod van de koning:

49. Hebt u niet een verbod ondertekend dat
iedereen die binnen dertig dagen een
verzoek zou richten aan welke god of
mens ook, behalve aan u, o koning, in de
leeuwenkuil zou worden geworpen? De
koning antwoordde en zei: Dat woord
staat vast volgens de wet van Meden en
Perzen, die niet mag worden herroepen.

50. 14 Toen antwoordden en zeiden zij in de
tegenwoordigheid van de koning: Daniël,
een van de ballingen uit Juda, heeft op u,
o koning, en op het verbod dat u
ondertekend hebt, geen acht geslagen,
maar op drie tijdstippen per dag doet hij
zijn gebed.

51. Tot U, die ze telt
Psalm 123
Vers 1 en 2

52. Psalm 123 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551

53. Psalm 123 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551

54. Psalm 123 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551

55. Psalm 123 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551

56. Het gebed van Daniël
6:11 Toen Daniël te weten kwam dat dit
bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis
binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open
vensters in de richting van Jeruzalem. Op drie
tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij
en dankte hij voor het aangezicht van zijn God,
precies zoals hij voordien had gedaan.

57. Doorgrondt mijn hart en ken
mijn weg o Heer
Elb 308
Vers 1, 3 en 4

58. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

59. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

60. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

61. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

62. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

63. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

64. Gebeden

65. Collecte
1ste Christenen voor Israël
2de voor eigen gemeente

66. Jezus leeft
Gezang 217
Vers 1, 3 en 4

67. Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger

68. Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger

69. Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger

70. Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger

71. Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger

72. Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger

73. Zegen
3 x amen

74. Avonddienst 19.00
Ds. Dijkshoorn
Denkers en Doeners