Het broedseizoen is voorbij en vele vogels zijn alweer op trek, maar een aantal blijft in Nederland overwinteren. Gedurende deze workshop voor beginnende vogelkijkers gaan we aan de slag met het herkennen van de Friese overwinterende watervogels. Hierbij leer je ook meer over de ecologie van deze vogels; waar komen ze voor, hoe overwinteren ze, welke gaan eventueel nog op trek of zijn juist naar Nederland getrokken? We sluiten de workshop af met leuke watervogelquiz!
Het broedseizoen is voorbij en vele vogels zijn alweer op trek, maar een aantal blijft in Nederland overwinteren. Gedurende deze workshop voor beginnende vogelkijkers gaan we aan de slag met het herkennen van de Friese overwinterende watervogels. Hierbij leer je ook meer over de ecologie van deze vogels; waar komen ze voor, hoe overwinteren ze, welke gaan eventueel nog op trek of zijn juist naar Nederland getrokken? We sluiten de workshop af met leuke watervogelquiz!
Met het najaar in het vooruitzicht zullen de ganzen langzamerhand Fryslân weer bezoeken vanuit hun broedgebied. Maar welke soorten ganzen zijn er waar in Fryslân te verwachten en in welke hoeveelheid?
In deze workshop worden diverse soorten ganzen uitgelicht en gaan we oefenen met de herkenning en het tellen van (grote) groepen ganzen. Leuk om te doen!
Vogels hebben net als mensen slaap nodig om te functioneren. Dit wordt buiten het broedseizoen door veel vogelsoorten in groepen gedaan op zogenaamde slaapplaatsen. Voor slaapplaatstellers is dit een uitgelezen mogelijkheid om onder andere de aantallen in kaart te brengen. Waarom vogels samen slapen op een slaapplaats, wat het tellen van slaapplaatsen aan informatie oplevert en hoe u zelf mee kunt doen zal in deze lezing ten gehore worden gebracht.
Voor stichting Anemoon hebben we dit jaar weer de Zeggenkorfslak en de Platte schijfhoren in Friesland in kaart gebracht. Voor de wetenschap en eigen studie hebben we de andere soorten korfslak ook geïnventariseerd.
Dit jaar is gewerkt aan een nieuwe lijst met soorten van Fries belang. Ook de vlinders zijn daarin meegenomen en voor het eerst ook de nachtvlinders. De lijsten zijn nog niet definitief, maar toch zullen we er al een presentatie over geven. Behalve de lijsten zelf zal er uitgebreider worden ingegaan op een paar ‘Friese’ vlinders. Hoe gaat het daarmee, en wat kunnen we doen om ze te helpen? Uiteraard wordt de presentatie verluchtigd met schitterende foto’s.
Broedvogels singels en wallen_Friese vrijwilligersdag-3 sept 2022.pptxSovon Vogelonderzoek
Het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) is een landelijk bolwerk voor een aantal houtwalspecialisten onder de broedvogels. Maar de samenstelling en dichtheid van de broedvogelgemeenschap van singels en wallen is in de NFW wel anders dan in Zuidoost-Fryslân. Dat heeft te maken met de samenstelling van de singels en wallen en met het landschap. Waar het verschil in zit, ga ik vertellen in de presentatie. Uit de habitatanalyse leid ik ook beheeraanbevelingen af voor de agrarische collectieven.
Insecten komen bij de provincie Fryslân steeds hoger op de agenda en de argusvlinder is zelfs uitgeroepen tot provinciale doelsoort. In de Argustelling worden de argusvlinder en de groene glazenmaker door vrijwilligers in beeld gebracht. Hoe dat werkt en wat de resultaten zijn, komt in deze lezing aan de orde. Ook hoe we de komende jaren gaan inzetten op bredere insectenmonitoring en hoe u daarbij kunt helpen.
Sinds 2017 monitoren Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging samen de Noordse woelmuis in Fryslân. De monitoring vindt plaats door op vaste locaties keutels te zoeken en te verzamelen. Middels DNA-analyse kan vastgesteld worden van welke soorten de keutels afkomstig zijn. Op deze manier kan de verspreiding van de Noordse woelmuis en die van concurrerende soorten woelmuizen in beeld gebracht worden. Sinds 2017 is de toch al beperkte verspreiding van de Noordse woelmuis in Fryslân verder afgenomen en is de soort waarschijnlijk uit een aantal leefgebieden verdwenen. In de presentatie wordt ingegaan op de factoren die hiervoor verantwoordelijk zijn. Op 2 september vindt een excursie plaats naar de Grutte en Lytse Griene in het Sneekermeergebied, waarbij we laten zien hoe die keutels gevonden kunnen worden. Tevens wordt dan ingegaan op verbetermaatregelen die in het gebied worden getroffen voor de Noordse woelmuis.
Aanpassingen broedgedrag als reactie op klimaatverandering (Christiaan Both)Sovon Vogelonderzoek
Ook vogels moeten zich zien aan te passen aan klimaatverandering. Bijvoorbeeld vrouwtjes van de Bonte Vliegenvanger. Zij brengen de laatste jaren soms twee broedsels achter elkaar groot, met twee verschillende mannetjes.
Met het najaar in het vooruitzicht zullen de ganzen langzamerhand Fryslân weer bezoeken vanuit hun broedgebied. Maar welke soorten ganzen zijn er waar in Fryslân te verwachten en in welke hoeveelheid?
In deze workshop worden diverse soorten ganzen uitgelicht en gaan we oefenen met de herkenning en het tellen van (grote) groepen ganzen. Leuk om te doen!
Vogels hebben net als mensen slaap nodig om te functioneren. Dit wordt buiten het broedseizoen door veel vogelsoorten in groepen gedaan op zogenaamde slaapplaatsen. Voor slaapplaatstellers is dit een uitgelezen mogelijkheid om onder andere de aantallen in kaart te brengen. Waarom vogels samen slapen op een slaapplaats, wat het tellen van slaapplaatsen aan informatie oplevert en hoe u zelf mee kunt doen zal in deze lezing ten gehore worden gebracht.
Voor stichting Anemoon hebben we dit jaar weer de Zeggenkorfslak en de Platte schijfhoren in Friesland in kaart gebracht. Voor de wetenschap en eigen studie hebben we de andere soorten korfslak ook geïnventariseerd.
Dit jaar is gewerkt aan een nieuwe lijst met soorten van Fries belang. Ook de vlinders zijn daarin meegenomen en voor het eerst ook de nachtvlinders. De lijsten zijn nog niet definitief, maar toch zullen we er al een presentatie over geven. Behalve de lijsten zelf zal er uitgebreider worden ingegaan op een paar ‘Friese’ vlinders. Hoe gaat het daarmee, en wat kunnen we doen om ze te helpen? Uiteraard wordt de presentatie verluchtigd met schitterende foto’s.
Broedvogels singels en wallen_Friese vrijwilligersdag-3 sept 2022.pptxSovon Vogelonderzoek
Het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) is een landelijk bolwerk voor een aantal houtwalspecialisten onder de broedvogels. Maar de samenstelling en dichtheid van de broedvogelgemeenschap van singels en wallen is in de NFW wel anders dan in Zuidoost-Fryslân. Dat heeft te maken met de samenstelling van de singels en wallen en met het landschap. Waar het verschil in zit, ga ik vertellen in de presentatie. Uit de habitatanalyse leid ik ook beheeraanbevelingen af voor de agrarische collectieven.
Insecten komen bij de provincie Fryslân steeds hoger op de agenda en de argusvlinder is zelfs uitgeroepen tot provinciale doelsoort. In de Argustelling worden de argusvlinder en de groene glazenmaker door vrijwilligers in beeld gebracht. Hoe dat werkt en wat de resultaten zijn, komt in deze lezing aan de orde. Ook hoe we de komende jaren gaan inzetten op bredere insectenmonitoring en hoe u daarbij kunt helpen.
Sinds 2017 monitoren Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging samen de Noordse woelmuis in Fryslân. De monitoring vindt plaats door op vaste locaties keutels te zoeken en te verzamelen. Middels DNA-analyse kan vastgesteld worden van welke soorten de keutels afkomstig zijn. Op deze manier kan de verspreiding van de Noordse woelmuis en die van concurrerende soorten woelmuizen in beeld gebracht worden. Sinds 2017 is de toch al beperkte verspreiding van de Noordse woelmuis in Fryslân verder afgenomen en is de soort waarschijnlijk uit een aantal leefgebieden verdwenen. In de presentatie wordt ingegaan op de factoren die hiervoor verantwoordelijk zijn. Op 2 september vindt een excursie plaats naar de Grutte en Lytse Griene in het Sneekermeergebied, waarbij we laten zien hoe die keutels gevonden kunnen worden. Tevens wordt dan ingegaan op verbetermaatregelen die in het gebied worden getroffen voor de Noordse woelmuis.
Aanpassingen broedgedrag als reactie op klimaatverandering (Christiaan Both)Sovon Vogelonderzoek
Ook vogels moeten zich zien aan te passen aan klimaatverandering. Bijvoorbeeld vrouwtjes van de Bonte Vliegenvanger. Zij brengen de laatste jaren soms twee broedsels achter elkaar groot, met twee verschillende mannetjes.
2. Recent onderzoek aan de Noordse woelmuis in Fryslân
•Nulmeting verspreiding Noordse woelmuis 2017 (A&W / Zoogdiervereniging)
•Habitatanalyse Noordse woelmuis 2018(A&W / provinsje Fryslân)
•Monitoring Noordse woelmuis in het Sneekermeergebied 2007-2018 (A&W / SBB)
Opdrachtgevers: Provinsje Fryslân, Staatsbosbeheer, It Fryske Gea
Nico Beemster, Sjoerd Bakker, Dick Bekker,, Maurice La Haye, Johan Mulder & Marten Sikkema
3. Aanleiding voor onderzoek
Leefgebied Noordse woelmuis in Fryslân is de
laatste 50 jaar sterk ingekrompen.
Endemisch voorkomen & zeldzaamheid ->
opgenomen in Bijlagen II en IV van Habitatrichtlijn.
Prioritaire habitatsoort in diverse N2000-gebieden.
Uit beschermingsoogpunt heeft de provincie
Fryslân daarom behoefte aan informatie over de
actuele verspreiding en habitatgeschiktheid.
A&W 7 september 2019
4.
5. Het probleem van de Noordse woelmuis
in Nederland
Gebrek aan waterpeildynamiek, waardoor andere
soorten woelmuizen (Aardmuis, Veldmuis en
waarschijnlijk ook Rosse woelmuis) de Noordse
woelmuis eruit concurreren.
In Fryslân is de waterpeildynamiek vooral sinds het
midden van de jaren zestig sterk afgenomen
(uitzonderingen IJsselmeer en Lauwersmeer).
Nergens in Nederland is de soort meer afgenomen dan
in Fryslân (Beschermingsplan Noordse woelmuis
2004).
A&W 7 september 2019
8. Procentuele verdeling woelmuizen per gebied
(eDNA 2017)
A&W 29 november 2016
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Wkust
noord
AGB WSB DAF SM Fl&GB TKP kust
overig
GW
Noordse woelmuis Aardmuis Veldmuis
9. Procentuele verdeling Noordse woelmuis versus
Aardmuis per gebied (eDNA 2017)
A&W 29 november 2016
R² = 0,815
0
10
20
30
40
50
60
70
0 20 40 60 80 100
PercentageNoordsewoelmuis
Percentage Aardmuis
10. Procentuele verdeling van Noordse woelmuis
versus Veldmuis per gebied (eDNA 2017)
A&W 29 november 2016
R² = 0,1048
0
10
20
30
40
50
60
70
0 10 20 30 40 50 60 70
PercentageNoordsewoelmuis
Percentage Veldmuis
11. Concurrentie tussen soorten woelmuizen:
In aanwezigheid van de Veldmuis wordt de Noordse
woelmuis weg geconcurreerd uit grazige vegetaties en
terug gedrongen naar moerasvegetaties;
In aanwezigheid van de Veldmuis en Aardmuis (en
waarschijnlijk ook Rosse woelmuis) wordt de Noordse
woelmuis terug gedrongen naar moerasvegetaties met
voldoende waterpeildynamiek;
A&W 7 september 2019
12. Aanpak habitatanalyse:
-> GIS-analyse waarbij de volgende vragen
zijn gesteld:
1. Is het vegetatietype geschikt?
2. Is er voldoende waterpeildynamiek?
3. Is er intensieve kwel als vervanging van
waterpeildynamiek?
4. Is er sprake van een zeer geïsoleerd eiland?
-> Geschikt habitat wordt vergeleken met de
verspreiding van de Noordse woelmuis op
basis van eDNA in 2017
A&W 7 september 2019
13.
14. A&W 7 september 2019
Een geschikte vegetatie is een vegetatietype
met voldoende structuur
Geschikt geacht zijn o.a. waterriet, landriet, Kleine lisdodde,
Grote lisdodde, veenmosrietland, Pitrus, Rietgras, Grote
brandnetel, Grote zeggenvegetatie, rietruigte en natte
strooiselruigte
Ongeschikt geacht zijn o.a. open pioniervegetaties,
kortgrazige vegetaties, (zowel begraasd als jaarlijks
gemaaid), en (over het algemeen zeer open) Kleine
zeggenvegetaties.
Er is gebruik gemaakt van de meest recente vegetatiekaart
(2009-2017). Was deze niet beschikbaar dan is gebruik
gemaakt van de Beheertypenkaart 2018.
15. Geschikte waterpeildynamiek
•Geschikt habitat valt droog in de zomer en raakt in de
winter minstens 20 cm geïnundeerd. Er is geen maximum
gesteld;
•Berekening op basis van de gemiddelde minimum
waterdiepte in de zomer en gemiddelde maximum
waterdiepte in de winter (periode 2007-2016);
•Waterdiepte = waterpeil – maaiveldhoogte (AHN2/3);
•Analyse houdt geen rekening met kolonisatie van
concurrerende soorten woelmuizen vanuit droog habitat in
de directe omgeving.
A&W 7 september 2019
18. A&W 7 september 2019
Geschikte kwel (> 1mm / dag)
Op basis van het voorkomen van de Noordse woelmuis in de
Saiterpolder (Alde Feanen)
Dit is een polder zonder waterpeildynamiek, maar met een
sterke kwel, als gevolg van de zeer diepe ligging
19. A&W 7 september 2019
Zeer geïsoleerd eiland
-aanname : een eiland dat > 200 meter verwijderd is van het
vasteland vormt geschikt habitat, ook als niet wordt voldaan
aan andere habitateisen
21. Geschikt habitat voor de Noordse woelmuis in
de verschillende gebieden in Fryslân
0
100
200
300
400
500
600
700
Oppervlak(ha)
Geschikt vegetatietype én inundatie
zeker mogelijk
30. A&W 7 september 2019
Conclusies habitatgeschiktheid:
•Vooral vegetatie en waterpeildynamiek bepalen de
habitatgeschiktheid;
•Gebiedsdelen met voldoende waterpeildynamiek hebben vaak
een ongeschikte vegetatie (voorbeeld: zomerpolders);
•Lauwersmeer en noordelijk deel Friese IJsselmeerkust scoren
goed, gebieden in het Lage Midden slecht;
•Noordoostelijk deel van het Lage Midden scoort beter dan het
zuidwestelijk deel (iets meer waterpeildynamiek);
•Intensieve kwel is zeer lokaal van belang;
•(Extreme) isolatie lijkt niet voldoende te zijn.
31. A&W 7 september 2019
Verbetermogelijkheden Noordse woelmuis I:
•Creëer meer natuurlijke waterpeildynamiek;
•Drooglegging en herinundatie is gunstig voor moerasvogels ,
maar niet voor (plaatsgebonden) Noordse woelmuis;
•Gebrek aan waterpeildynamiek kan in enige mate
gecompenseerd worden door een aanpassing van het
vegetatiebeheer (intensief bij onvoldoende waterpeildynamiek,
extensief bij voldoende waterpeildynamiek);
•Wees zeer terughoudend met de aanleg van kades in gebieden
met geschikt habitat. Op eventuele kades dient het vegetatie-
beheer intensief te zijn;
• Onderzoek de mogelijkheden om gebruik te maken van sterke
kwel langs de rand van diepe polders;
32. A&W 7 september 2019
Verbetermogelijkheden Noordse woelmuis II
•Onderzoek de mogelijkheden om extreem geïsoleerde
(recreatie) eilanden aan te leggen / geschikt(er) te maken;
•Overweeg de introductie van de Noordse woelmuis in het
Lauwersmeer;
•Onderzoek de verbetermogelijkheden per gebied.