SlideShare a Scribd company logo
CONCEPT
Fietsbeleidsplan ZandvoortFietsbeleidsplan ZandvoortFietsbeleidsplan ZandvoortFietsbeleidsplan Zandvoort
2007200720072007
Laatst gewijzigd : 26 januari 2008
Afgedrukt : 26 januari 2008
Auteur : ing. R.C. Spijkers
Opdrachtgever : Gemeente Zandvoort,
Afdeling CT
Status : concept
Merodelaan
t
f
e
i
BREDA4824 BK
20
(076) 549 83 14
info@vas-advies.nl
www.vas-advies.nl
(076) 549 83 15
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 2
Inhoudsopgave
1.1.1.1. InleidingInleidingInleidingInleiding 3333
1.1 Aanleiding 3
1.2 Procedure en communicatie 3
2.2.2.2. Huidige situatie en ontwikkelingenHuidige situatie en ontwikkelingenHuidige situatie en ontwikkelingenHuidige situatie en ontwikkelingen 5555
2.1 Huidige fietsvoorzieningen 5
2.2 Evaluatie beleidsplan fietsverkeer 1998 6
2.3 Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en wegreconstructies 9
2.4 Technologische ontwikkelingen 9
3.3.3.3. BeleidBeleidBeleidBeleid 12121212
3.1 Beleidskader Rijk 12
3.2 Beleidskader provincie – PVVP 2007 13
3.3 Gemeentelijk beleid 15
4.4.4.4. Gewenst fietsnetwerkGewenst fietsnetwerkGewenst fietsnetwerkGewenst fietsnetwerk 17171717
4.1 Opbouw van het fietsnetwerk, ontbrekende schakels 18
4.2 Kwaliteitseisen, richtlijnen en toetsing huidige voorzieningen 19
4.3 Oversteekbaarheid 20
4.4 Fietsbewegwijzering 20
5.5.5.5. VerkeerVerkeerVerkeerVerkeersveiligheidsveiligheidsveiligheidsveiligheid 22222222
5.1 Aanpak onveilige locaties 22
5.2 Duurzaam veilig 23
5.3 Gedragsbeïnvloeding 25
6.6.6.6. FietsparkeervoorzieningenFietsparkeervoorzieningenFietsparkeervoorzieningenFietsparkeervoorzieningen 26262626
6.1 Fietsparkeren bij publieksaantrekkende voorzieningen 26
6.2 Kwaliteitseisen fietsparkeervoorzieningen 26
6.3 Diefstal en ordening 27
7.7.7.7. MonitoringMonitoringMonitoringMonitoring 29292929
1. Fietsroutenetwerk1. Fietsroutenetwerk1. Fietsroutenetwerk1. Fietsroutenetwerk 30303030
2. Wegcategorisering2. Wegcategorisering2. Wegcategorisering2. Wegcategorisering 32323232
3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen 32323232
3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen 33333333
WoordenlijstWoordenlijstWoordenlijstWoordenlijst 34343434
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 3
1.Inleiding
1.11.11.11.1 AAAAANLEANLEANLEANLEIDINGIDINGIDINGIDING
Zandvoort kent een betrekkelijk kleine bebouwde kom. Dit maakt Zandvoort uitermate geschikt om
interne verplaatsingen per fiets te maken. De grootste afstand tussen herkomst en bestemming
bedraagt binnen Zandvoort minder dan 2 kilometer. Ook voor de verbindingen van Zandvoort met
omliggende steden en dorpen kan de fiets een aantrekkelijk alternatief zijn voor de auto. De afstanden
tot de kernen van Haarlem en Heemstede zijn minder dan 8 kilometer. Zowel voor strandtoeristen aan
de Zandvoortse kust als woon-werkverkeer tussen Zandvoort en Haarlem is deze afstand nog
acceptabel. De gemeente Zandvoort heeft daarmee een sterke troef in handen om het fietsgebruik te
stimuleren. Het toerisme is voor Zandvoort van groot belang en daarom moet in het fietsbeleid goed
rekening worden gehouden met toeristisch/recreatief fietsverkeer.
De gemeente Zandvoort wil een gemeentelijk fietsplan opstellen, dat als kader dient voor toekomstige
maatregelen om het gebruik van de fiets aantrekkelijker te maken. Op dit punt zijn al belangrijke
stappen gezet met het vigerende fietsbeleidsplan uit 1998 en het Gemeentelijk Verkeers- en
VervoerPlan (GVVP) dat in 2005 is vastgesteld. Beide beleidsdocumenten hebben echter een enigszins
algemeen karakter en hebben voor het fietsverkeer onvoldoende tastbaar resultaat opgeleverd in
verhouding tot de ambities van de gemeente. Het beleid is nog te weinig vertaald naar concrete
maatregelen en daarmee verbetering van fietsvoorzieningen.
De voorliggende beleidsnota heeft daarom de volgende doelen:
1) Het actualiseren van het fietsbeleid;
2) Het opstellen van een maatregelenplan om het beleid naar de praktijk te vertalen.
Uitgangspunt is wel dat werk met werk wordt gemaakt, dus in de planning van maatregelen voor de
fiets wordt rekening gehouden met weg- en rioolbeheer. Bij de ontwikkeling van het fietsplan wordt
aangesloten bij landelijk en provinciaal beleid en wordt dit vertaald naar gemeentelijk niveau.
1.21.21.21.2 PPPPROCEDURE EN COMMUNICROCEDURE EN COMMUNICROCEDURE EN COMMUNICROCEDURE EN COMMUNICATIEATIEATIEATIE
Voorafgaand aan het opstellen van voorliggend beleidsplan is hiervoor een programma van eisen
opgesteld. Dit is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en vervolgens
besproken in de Raadscommissie Projecten en Thema’s op 12 september 2007.
De gevolgde procedure en communicatie kende de volgende stappen:
1) De raadsfracties is gevraagd om wensen en standpunten ten aanzien van fietsverkeer.
2) Uitwerking van de conceptnota door een ambtelijk projectteam bestaande uit een externe
verkeerskundige van een adviesbureau en de beleidmedewerker Verkeer en Vervoer van de
gemeente Zandvoort.
3) De conceptnota is voorgelegd aan een klankbordgroep met extern de Fietsersbond, brandweer en
politie, intern de wegbeheerder en afdeling ruimtelijke ontwikkeling.
4) De reacties van de klankbordgroep zijn verzameld en verwerkt in een tweede conceptnota die aan
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 4
het college is voorgelegd om besluitvorming;
5) Standpunten van het college zijn verwerkt in een derde conceptnota die aan de gemeenteraad
wordt voorgelegd ter vaststelling.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 5
2.Huidige situatie en ontwikkelingen
Om richting te kunnen geven aan het fietsbeleid en daarin prioriteiten te kunnen stellen, is
informatie over de huidige situatie nodig. Bovendien zal naar de (bestuurlijk) procedurele kant
aandacht uitgaan om ervoor te zorgen dat dit plan doelgericht leidt tot de maatregelen die nodig
zijn om het fietsen aantrekkelijker te maken. Niet alleen wordt de huidige situatie beschreven,
ook wordt het vigerende fietsbeleidsplan uit 1998 globaal geëvalueerd en wordt daaruit lering
getrokken voor voorliggende beleidsnota.
2.12.12.12.1 HHHHUIDIGE FIETSVOORZIENUIDIGE FIETSVOORZIENUIDIGE FIETSVOORZIENUIDIGE FIETSVOORZIENINGENINGENINGENINGEN
Op basis van observatie is een beeld verkregen van de huidige situatie ten aanzien van de
fietsvoorzieningen. Het algemene beeld is dat langs diverse belangrijke wegen – de
gebiedsontsluitingswegen en Erftoegangswegen-plus – vaak fietsvoorzieningen ontbreken of
onvoldoende kwaliteit bieden. Ook voor de fietsparkeervoorzieningen geldt dat deze soms ontbreken
en in vrijwel alle gevallen van matige kwaliteit zijn. Het lijkt er op dat slechts bij recentere
reconstructies goede fietsvoorzieningen zijn aangelegd. Onderstaand volgt puntsgewijs een korte
beschrijving van de huidige situatie:
1) Het fietspadennetwerk is onvolledig en mist een paar belangrijke schakels, onder andere bij de
boulevard De Favauge. Hierdoor wordt in feite de fietsverbinding tussen IJmuiden en Noordwijk
onderbroken. Langs de gebiedsontsluitingswegen ontbreken veelal (vrijliggende) fietspaden en dat
leidt voor de fietser tot een gevoel van onveiligheid. Bijvoorbeeld bij de Hogeweg en Burg.
Engelbertsstraat is dit het geval;
2) Het fietsroutenet wordt onaantrekkelijk gemaakt doordat op diverse, voor fietsers belangrijke en
gewenste routes, slechts eenrichtingsverkeer is toegestaan. Het is landelijk gezien gebruikelijk om,
als het enigszins mogelijk is, bij eenrichtingsverkeer fietsers hiervan uit te zonderen. Omrijden is
voor fietsers immers veel vervelender dan voor automobilisten;
3) Er is geen bewaakte stallingsmogelijkheid uitgezonderd enkele seizoensdagen, wat overigens niet
wil zeggen dat daaraan behoefte bestaat;
4) Met name langs de boulevards zijn veel fietsparkeervoorzieningen aanwezig. Dit zijn echter
allemaal rekken die niet aan de hedendaagse eisen voor een goede fietsparkeervoorziening
voldoen. Ze bieden geen of beperkte aanbindmogelijkheid en kans op beschadiging van het wiel.
Gezien de gemeentelijke ambities op het vlak van toerisme en uitstraling zou bovendien kunnen
worden gezocht naar een fietsparkeersysteem met een aantrekkelijker vormgeving;
5) De toeristische fietspaden vormen geen compleet netwerk en enkele verbindingen ontbreken
waardoor de fietsmogelijkheden beperkt worden. Zo kan men niet via een toeristisch fietspad van
het Visserspad naar de rotonde op Boulevard Barnaart fietsen. Doordat men op sommige plaatsen
via de bebouwde kom een route moet vervolgen, wordt afbreuk gedaan aan de aantrekkelijkheid
van enkele routes. Het is maar beperkt mogelijk om op de fiets van de natuur rond de kernen
Zandvoort en Bentveld te genieten;
6) De fietsparkeervoorzieningen bij het NS-station, overigens een verantwoordelijkheid van ProRail,
zijn onvoldoende in aantal en kwaliteit.
7) Op het NS-station zijn geen OV-fiets voorzieningen, terwijl het streven van de betrokken partijen is
om landelijk een dekkend netwerk van deze voorzieningen te krijgen. Dit is een gewenste
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 6
voorziening.
2.22.22.22.2 EEEEVALUATIE BELEIDSPLANVALUATIE BELEIDSPLANVALUATIE BELEIDSPLANVALUATIE BELEIDSPLAN FIETSVERKEERFIETSVERKEERFIETSVERKEERFIETSVERKEER 1998199819981998
In het Beleidsplan Fietsverkeer 1998 is ingegaan op diverse aspecten van het fietsverkeer en is een
aantal maatregelen voorgesteld om de fietsvoorzieningen te verbeteren. Zoals in de inleiding al is
aangegeven, heeft dit echter nauwelijks tastbaar resultaat opgeleverd. De oorzaak ligt in enkele
beperkingen van het beleidsplan 1998:
1) Het gemeentelijk beleid is niet uitgewerkt in de vorm van doelen, randvoorwaarden en
uitgangspunten. Dit is noodzakelijk om doelgericht te kunnen werken en de verkeerssituatie en
uitvoering van het beleid te kunnen monitoren;
2) Het plan en de gevolgde procedure zijn zodanig dat deze niet leiden tot de uitvoering van de
gewenste maatregelen: maatregelen zijn niet geprioriteerd, een indicatieve planning en
afstemming met weg- en rioolbeheer ontbreekt, een kostenindicatie ontbreekt, er is geen krediet
voor fietsmaatregelen aan de gemeenteraad gevraagd noch beschikbaar gesteld en er is geen
aandacht besteed aan (jaarlijkse) monitoring. Deze werkwijze maakt het mogelijk dat het plan
ongebruikt blijft.
Van de belangrijkste maatregelen die werden voorgesteld, is dan ook een groot deel niet uitgevoerd.
Een deel van de maatregelen is achterhaald, een ander deel kan echter een op een worden
overgenomen in dit nieuwe fietsbeleidsplan. Onderstaande tabel toont de belangrijkste maatregelen,
de stand van zaken en eventueel het gewenste actie.
Maatregelvoorstel Stand van zaken 2007 Vervolg
Route Centrum en NieuwRoute Centrum en NieuwRoute Centrum en NieuwRoute Centrum en Nieuw----Noord (utilitair)Noord (utilitair)Noord (utilitair)Noord (utilitair)
Op de Haltestraat ondervindt de fietser onder andere
hinder van de geparkeerde auto's. Voorgesteld wordt
deze straat in te richten als 'fietsstraat', waarbij de auto
ondergeschikt is aan de fiets. Een profiel van een
fietsstraat dat inpasbaar is in het smalle profiel van de
Haltestraat zal nader uitgewerkt moeten worden.
Niet gerealiseerd Fietsstraat gaat (te)
ver, opheffen
eenrichtingsverkeer
fietsers is gewenst
en haalbaar
Op het gedeelte van de Haltestraat tussen de
Kostverlorenstraat en de spoorwegovergang is aan één
zijde een (smalle) fietsstrook aanwezig. Voorgesteld
wordt de spoorwegovergang af te sluiten voor
autoverkeer (is nu alleen in één richting toegestaan)
Niet gerealiseerd -
Aanleggen van fietsvoorzieningen op de Tollensstraat
(tussen Vondellaan en Van Lennepweg)
Fietssuggestiestroke
n aangelegd
-
Aandacht voor oversteek van de Van Lennepweg ter
hoogte van de Tollensstraat. Hier is reeds een ontwerp
voor gemaakt waarover besluitvorming heeft
plaatsgevonden
Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw
maatregelenplan
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 7
Maatregelvoorstel Stand van zaken 2007 Vervolg
Aanpassen fietspad Tollensstraat - Kamerlingh
Onnesstraat. De aansluiting van het fietspad op de
Kamerlingh Onnesstraat wordt veranderd. Het fietspad
zal namelijk op de bocht met de Linnaeusstraat worden
aangesloten
Gerealiseerd -
De fietsroute loopt vervolgens via de Kamerlingh
Onnesstraat naar de Curiestraat. Hier kunnen
fietsvoorzieningen worden aangelegd
In planvormingfase Uitvoeren
Momenteel is er een vrijliggende fietsverbinding tussen
de Curiestraat en de Professor van der Waalsstraat.
Door een logische verbinding te maken met de
Thomsonstraat ontstaat een directe verbinding met de
sportvelden
Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw
maatregelenplan
NoordNoordNoordNoord----zuidkustroute (recreatief)zuidkustroute (recreatief)zuidkustroute (recreatief)zuidkustroute (recreatief)
Oversteekvoorzieningen Boulevard Barnaart, afgestemd
op de verschillende strandopgangen en rekening
houdend met het hoogteverschil. In combinatie met
fietsparkeervoorzieningen
Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw
maatregelenplan
Doortrekken van de fietsroute via de centrumboulevard
naar de zuidelijke boulevard. Aangezien dit nu een
voetgangersgebied is, dient nader te worden
bestudeerd hoe een fietsroute hier kan worden
ingepast. Indien dit niet mogelijk is, wordt voorgesteld
de route via de Burgemeester Engelbertsstraat en de
Thorbeckestraat te laten lopen.
Hier dienen vrijliggende fietspaden of fietsstroken te
worden aangelegd.
In planvormingfase Uitvoeren
Boulevard Paulus Loot in ieder geval in twee richtingen
berijdbaar maken voor fietsers. De voorkeur gaat uit
naar een vrijliggend fietspad
In planvormingfase Uitvoeren
RoRoRoRoute Zandvoortute Zandvoortute Zandvoortute Zandvoort----zuidzuidzuidzuid ---- voormalige trambaanvoormalige trambaanvoormalige trambaanvoormalige trambaan ----
VisserspadVisserspadVisserspadVisserspad
Voorgesteld wordt een vrijliggend fietspad aan te
leggen langs de Cort van der Lindenstraat en de Frans
Zwaanstraat. Dit fietspad kan in de berm van de Frans
Zwaanstraat lopen. Het aanleggen van het fietspad
door de duinen is niet mogelijk aangezien het hier om
een beschermd natuurgebied gaat
In planvormingfase Uitvoeren
Via de Zandvoortselaan en de Herman Heijermansweg
dient vervolgens een verbinding te komen naar de
fietsroute op de voormalige trambaan.
Een veilige oversteek over de Zandvoortselaan
Gerealiseerd, maar
de aansluiting op de
H. Hijermansweg kan
fietsvriendelijker
worden aangelegd
Aanvullende
maatregel opnemen
in nieuw
maatregelenplan
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 8
Maatregelvoorstel Stand van zaken 2007 Vervolg
Nieuwe verbinding door het Kostverlorenpark welke
aansluiting geeft op de Max Euwestraat en/of doorloopt
tot aan het Visserspad
Niet gerealiseerd,
maar nut lijkt beperkt
-
Route centrumRoute centrumRoute centrumRoute centrum ---- ZandvoortZandvoortZandvoortZandvoort----oost (utilitairoost (utilitairoost (utilitairoost (utilitair----recreatief)recreatief)recreatief)recreatief)
Het verbeteren van de fietsroutes in het centrum.
Hierbij dient bij de herinrichting van het centrum
rekening te worden gehouden
Bij project Louis
Davidscarré wordt
rekening gehouden
met aanleg
fietspaden. MaarMaarMaarMaar
fietsparkeervoorzienifietsparkeervoorzienifietsparkeervoorzienifietsparkeervoorzieni
ngen zijn nog nietngen zijn nog nietngen zijn nog nietngen zijn nog niet
ingecalculeerdingecalculeerdingecalculeerdingecalculeerd
Uitvoeren
Haarlemmerstraat: fietspad uitbreiden voor twee
richtingen?
Niet gerealiseerd,
waarschijnlijk wordt
hier de
Zandvoortselaan
bedoeld
Overnemen in nieuw
maatregelenplan
Aanpassen kruispunt Haarlemmerstraat - Tolweg -
Zandvoortselaan
Vergevorderde
plannen
Uitvoeren
Verbeteren bewegwijzering en aansluiting richting
fietsroute over voormalige trambaan
Uitgevoerd -
Aanpassen kruispunt Zandvoortselaan - Dr. C.A.
Gerkestraat.
Uitgevoerd -
Aantrekkelijker maken fietsroute voormalige trambaan
door het veranderen van de hekken
? ?
Als aanvulling op de utilitaire bewegwijzering (dikwijls
de meest directe route) kunnen alternatieve routes naar
dezelfde bestemming in groen worden aangeduid.
Naast deze bestemmingsgerichte verwijzing is
bewegwijzering van (een aantal) rondrijroutes aan te
bevelen.
Achterhaald,
toeristische routes
uitgezet d.m.v. het
fietsknooppuntennet
-
In Zandvoort is behoefte aan het uitbreiden van
fietsenstallingen (al dan niet bewaakt) bij
strandopgangen. Een goede bewegwijzering naar deze
stallingen is belangrijk.
Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw
maatregelenplan
Resumerend kan gesteld worden dat veel van de voorgestelde maatregelen niet zijn uitgevoerd. Wel
hebben de kwaliteitseisen als richtlijn gediend bij diverse infrastructurele werkzaamheden waarbij de
fietsvoorzieningen konden meeliften en bij ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Voorbeelden zijn de
reconstructie van de Zandvoortselaan en planvorming voor het Louis Davidscarré waarin de aanleg van
fietspaden wordt meegenomen.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 9
2.32.32.32.3 TTTTOEKOMSTIGE RUIMTELIJOEKOMSTIGE RUIMTELIJOEKOMSTIGE RUIMTELIJOEKOMSTIGE RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN ENKE ONTWIKKELINGEN ENKE ONTWIKKELINGEN ENKE ONTWIKKELINGEN EN WEGRECONSTRUCTIESWEGRECONSTRUCTIESWEGRECONSTRUCTIESWEGRECONSTRUCTIES
Zandvoort Nieuw-noord
Voor Nieuw-Noord wordt een gebiedsvisie uitgewerkt. Concreet zullen de komende 10 à 20 jaar
diverse inbreidingen met woningen plaatsvinden; sloop en nieuwbouw. Verder zal een deel van de
bedrijven worden verplaatst richting spoorlijn en krijgt de huidige locatie de bestemming wonen. Tot
slot zal de openbare ruimte in principe vanaf 2009 grondig worden opgeknapt, wat mogelijkheden
biedt voor een nieuwe inrichting van de wegen en dus mogelijke verbetering voor fietsers.
Middenboulevard
Het gaat om een grootschalige herontwikkeling, met nadruk op het thema wellness en een grote
uitbreiding van retailfuncties en uitbreiding horecavoorzieningen. De geformuleerde doelen (retailvisie
2005) zijn:
• Versterking van de concurrentiepositie op het gebied van toeristische activiteiten, gedurende het
hele jaar.
• Daartoe in het boulevardgebied een aantrekkelijk verblijfsklimaat en voorzieningenaanbod
realiseren voor bezoeker en inwoner.
Louis Davidscarré
De ontwikkeling van het Louis Davidscarré omvat de bouw van een brede school, supermarkt
(vergrote Albert Heijn), ruim 200 woningen en een grote parkeergarage.
Hogeweg
De riolering wordt vervangen en dit wordt gecombineerd met de aanleg van fietsvoorzieningen. Dit
worden aanliggende verhoogde fietspaden.
Prinsesseweg en kruispunt met de Zandvoortselaan/Tolweg
Aanleiding voor maatregelen zijn de busroutering en de verkeersonveilige situatie op het kruispunt. De
weg wordt gereconstrueerd tot een busbaan met aan weerszijden fietsstroken. Het kruispunt wordt
gereconstrueerd tot rotonde met vrijliggende fietspaden.
Gerkestraat
De riolering wordt vervangen en dit wordt gecombineerd met de aanleg van fietsvoorzieningen in de
vorm van een aanliggend, verhoogd fietspad.
Jacob van Lennepweg
De riolering wordt vervangen en dit wordt gecombineerd met de aanleg van fietsvoorzieningen. Dit
worden vrijliggende fietspaden.
2.42.42.42.4 TTTTECHNOLOGISCHE ONTWIKECHNOLOGISCHE ONTWIKECHNOLOGISCHE ONTWIKECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGENKELINGENKELINGENKELINGEN
Fietsrouteplanners
Routeplanners zijn er te kust en te keur, maar voor fietsers zijn die nu pas in opkomst. Enkele steden
(Utrecht en Amsterdam) en provincies (Zuid-Holland en Utrecht) hebben een fietsrouteplanner
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 10
ontwikkeld, andere overheden werken nu aan de ontwikkeling ervan. Ook de provincie Noord-Holland
heeft dergelijke plannen. In hoeverre er daadwerkelijk behoefte aan bestaat, is niet bekend. Wel
komen de fietsrouteplanners het imago van het fietsen ten goede en wordt het hierdoor indirect
gepromoot. Een nadeel van de huidige ontwikkelingen is dat er geen (landelijke) standaard is voor de
kaartopbouw, functionaliteit en werking van de planners.
Geautomatiseerde fietsparkeervoorzieningen
Een nieuwe ontwikkeling is de introductie van geautomatiseerde, beveiligde fietsparkeersystemen in
diverse vormen. Bijvoorbeeld Lock ’n Go die lijkt op een reguliere fietsklem, maar werkt met een pasje
waarmee de fiets kan worden vastgezet. Dit is een Nederlands innovatief product dat sinds 2006
bestaat en waarmee in de gemeente Eindhoven een succesvolle proef is gedaan. Stadsregio
Eindhoven subsidieert de aanschaf van de klemmen in diverse gemeenten binnen haar regio.
Dergelijke systemen kunnen een alternatief zijn voor bewaakte stallingen, die vaak niet rendabel zijn.
Bovendien kan hiermee de fiets 24 uur per dag worden geparkeerd en dat is een voordeel ten opzichte
van bewaakte stallingen, die maar een deel van de tijd zijn geopend.
Er bestaan ook andere systemen, waarbij de fiets niet alleen wordt beveiligd maar ook opgeborgen in
een kluis. Dergelijke systemen zijn vrij duur en als alternatief is de Bikedispenser ontwikkeld die met
eigen, compacte fietsen werkt. Dit betekent uiteraard dat de gebruiker er niet zijn eigen fiets in kan
parkeren.
Ontwikkelingen fietstechniek
Op dit moment lijkt de belangrijkste ontwikkeling op het gebied van fietstechniek de opkomst van de
elektrische fiets. Dit is een praktisch bruikbaar en milieuvriendelijk alternatief voor de snorfiets dat
gebruik maakt van een oplaadbaar batterijpakket. Inmiddels heeft een groot aantal fabrikanten een
elektrische fiets in het assortiment. De verkoopaantallen en het marktaandeel stijgen snel. De fietsen
zijn niet alleen interessant voor ouderen, maar in principe voor alle fietsers. De huidige batterijen
hebben een actieradius van ongeveer 70 km en het aantal locaties met een oplaadpunt neemt toe.
Door de opkomst van de elektrische fiets kan de actieradius waarbinnen de fiets een alternatief vormt
voor de auto groter worden.
ICT-toepassingen
Hierbij kan worden gedacht aan de volgende mogelijkheden:
• De kwaliteit van het fietsnetwerk kan worden vastgelegd met de Fietsbalans (uitgevoerd door de
Fietsersbond)
• Website met informatie over stallingmogelijkheden, fietsverhuur, fietsroutes en dergelijke
• Automatische fietsverhuur
• (Anti-diefstal-)chip
Met name de toepassing van een chip lijkt op korte termijn door te kunnen breken vanwege de vele
toepassingsmogelijkheden die het biedt, zoals:
• tegengaan diefstal;
• beïnvloeden verkeerslichten;
• beveiligd stallen;
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 11
• tellen van fietsers.
Voor de technologische ontwikkelingen geldt in de meeste gevallen dat gemeentelijke overheden
hierin geen rol spelen. Een uitzondering is de toepassing van geautomatiseerde
fietsparkeervoorzieningen.
Voorgesteld wordt dat de gemeente een pilotproject uitvoert met een geautomatiseerd
fietsparkeersysteem, als maatregel tegen fietsendieftal en alternatief voor bewaakt stallen.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 12
3.Beleid
Op basis van de analyse van de huidige situatie en evaluatie van het GVVP 2005, kan in principe
het gemeentelijk fietsbeleid worden geactualiseerd en worden uitgewerkt in de vorm van doelen,
randvoorwaarden en uitgangspunten. Een van de randvoorwaarden is dat het gemeentelijk beleid
aansluit bij het landelijke en provinciale beleid. In dit hoofdstuk wordt daarom het fietsbeleid van
de hogere overheden kort beschreven en vervolgens vertaald naar Zandvoorts fietsbeleid.
3.13.13.13.1 BBBBELEIDSKADERELEIDSKADERELEIDSKADERELEIDSKADER RRRRIJKIJKIJKIJK
[Bron: Nota Mobiliteit 2006]
Het gebruik van de fiets moet worden gestimuleerd. Dit is maatschappelijk van belang. Het
fietsgebruik heeft positieve effecten op de kwaliteit van de leefomgeving.
De verantwoordelijkheid voor het fietsbeleid ligt primair bij de decentrale overheden, vooral bij de
gemeenten. Voor de bovenlokale voorzieningen hebben de provincies en WGR-plusregio’s
een (coördinerende) rol. Gemeenten, waterschappen, provincies en WGR-plusregio’s zorgen voor een
netwerk van veilige routes en parkeervoorzieningen. Ze stellen zich hiertoe doelen voor 2010 en 2020
in de provinciale en regionale verkeers- en vervoersplannen, respectievelijk de gemeentelijke
beleidsplannen.
Gemeenten, WGR-plusregio’s en provincies zorgen voor goede fietsvoorzieningen, zoals de aanleg van
stallingen bij openbaar vervoer, een goede vormgeving van fietsinfrastructuur en het aanpakken van
fietsdiefstal en (sociale) onveiligheid. Dat doen ze om het huidige fietsgebruik te consolideren, fietsen
een aantrekkelijker alternatief te maken voor korte autoritten en om natuur- en recreatievoorzieningen
per fiets bereikbaar te houden.
Beleidsinzet rijksoverheid
• randvoorwaarden en instrumenten voor de aanpak van fietsdiefstal realiseren, zoals een landelijk
fietsdiefstalregister bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (door de ministeries van Verkeer en
Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Justitie en partijen als politie, branche en belangenorganisaties)
• kennis verwerven en verspreiden ten dienste van de decentrale overheden via het in 2001
opgerichte Fietsberaad (het streven is het Fietsberaad op te nemen in de structuur van het
Kennisplatform Verkeer en Vervoer)
• toezien op de in artikel 11 van de concessie vastgelegde bepaling over openingstijden, dat wil
zeggen dat NS-Reizigers uiterlijk in 2010 de door haar beheerde stallingen openstelt vanaf minstens
een kwartier voor begin tot minstens een kwartier na het einde van de dienstregeling
respectievelijk de feitelijke aankomst van de laatste trein
• het programma ‘Ruimte voor de Fiets’ uitvoeren (door ProRail) om fietsenstallingen uit te breiden
en te verbeteren
• kruisende fietsroutes intact laten bij de aanleg van nieuwe infrastructuur
• innovatie in de fietsenindustrie en -handel stimuleren
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 13
• tot 2010 bijdragen aan de realisatie van een aaneengesloten landelijk fietsroutenetwerk
3.23.23.23.2 BBBBELEIDSKADER PROVINCIELEIDSKADER PROVINCIELEIDSKADER PROVINCIELEIDSKADER PROVINCIEEEE –––– PVVP 2007PVVP 2007PVVP 2007PVVP 2007
De provincie Noord-Holland wil zich de komende jaren, als aanvulling op het vigerende Provinciaal
verkeers- en vervoer plan (PVVP) , met een aantal speerpunten richten op het bereikbaar houden van
Noord-Holland. De aanpak gaat uit van de bestaande vervoernetwerken (wegen, water, spoor en
fietspaden) en het leveren van maatwerk op de knelpunten binnen deze netwerken. Om tot het beste
netwerkgebruik te komen zal Noord-Holland inzetten op de volgende speerpunten:
• Anders Betalen voor Mobiliteit;
• Ketenmobiliteit en mobiliteitsmanagement;
• Impuls fiets;Impuls fiets;Impuls fiets;Impuls fiets;
• Hoogwaardig openbaar vervoer;
• Verkeersmanagement en ICT;
• Goederenvervoer;
• Ruimtelijke ontwikkeling.
Deze speerpunten zullen onderling samenhangend en elkaar versterkend worden ingezet. Daarnaast
zal de provincie onverminderd inzetten op de uitvoering van haar infrastructuurprogramma, zoals
opgenomen in het PMI.
Ketenmobiliteit/mobiliteitsmanagement
Bij ketenmobiliteit gaat het om het slim combineren van de diverse netwerken (fiets, OV, auto) in één
reis. Daarbij is een betrouwbare en acceptabele reistijd essentieel. Ketenmobiliteit zet in op de
kwaliteit van de totale reis en op verbetering op elk van de afzonderlijke delen daarvan. Twee zaken
zijn hierbij van belang: het zoveel mogelijk makkelijk schakelen tussen de netwerken en de reiziger
compleet informeren over de reisalternatieven. De provincie zal initiatieven ontwikkelen op dit terrein
en actief bijdragen aan initiatieven van anderen.
Impuls Fiets
De provincie zet in op het bevorderen van het fietsgebruik voor een tweetal functies:
1) Als vervoermiddel voor de gehele reis voor verplaatsingen over korte afstand (<7,5 km). Voor deze
verplaatsingen is de fiets eigenlijk vrijwel altijd concurrerend qua reistijd met de andere
vervoerwijzen. Daarom zet de provincie in op uitbreiding van het fietsnetwerk en verbetering
van de kwaliteit van de fietsverbindingen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de
Fietsersbond en gemeenten. Daarnaast wil de provincie, naar het voorbeeld van andere
provincies, een fietsplanner ontwikkelen;
2) Als schakel in de vervoersketen. De fiets is de optimale schakel in het transport van deur naar OV-
knooppunt. Dit betekent, dat gekeken moet worden naar de snelheid en veiligheid van
verbindingsroutes van en naar voorzieningen bij OV-knooppunten. Dat vergt:
a. verbetering van de stallingmogelijkheden bij OV-knooppunten; In Zandvoort betreft
dit het busstation en NS-station.
b. verbetering van het natransport naar werklocaties;
c. opnemen van de fiets in routeplanners.
Essentiële onderdelen voor gemeentelijk beleid
In het uitvoeringsprogramma van het PVVP zijn projecten opgenomen die de provincie ter hand gaat
nemen. De gemeenten zijn belangrijke partners. Het gaat om projecten met een regionale component.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 14
Voor deze projecten zijn de provincie voor de hierna genoemde samenwerkingsprojecten, dan wel de
gemeenten voor de overige projecten in eerste instantie verantwoordelijk. De planwet Verkeer en
Vervoer schrijft voor dat gemeenten hun beleid in overeenstemming moeten brengen met het
provinciale plan. De provincie verwacht daarom van de gemeenten dat zij binnen twee jaar na
vaststelling van dit PVVP de volgende essentiële onderdelen in lijn brengen met het provinciale beleid
en deze in het gemeentelijk beleid en plannen opnemen. De provincie zal, indien dit nodig is voor een
effectief provinciaal beleid, gebruik maken van haar aanwijzingsbevoegdheid, zoals geformuleerd in
artikel 11 van de Planwet 13). Dit geldt ook voor de essentiële onderdelen zoals die in de Nota
Mobiliteit (deel IV pag. 9 t/m 23) zijn geformuleerd.
• Lokale doorstroomroutes voor de fiets, aansluitend op het provinciale fietsroutenetwerk,
aanwijzen; Voor Zandvoort betekent dit dat de primaire fietsroutes en recreatieve fietsroutes
met een bovengemeentelijk belang compleet en van voldoende kwaliteit moeten zijn. Dit is
nog niet het geval, wel sluiten ze aan op de provinciale routes.
• Zorg dragen voor goede fietsenstallingen met voldoende capaciteit bij de knooppunten van het
openbaar vervoer; Fietsparkeervoorzieningen bij busstation en NS-station moeten worden
verbeterd, kwantitatief en kwalitatief. De voorzieningen bij het NS-station vallen onder
verantwoordelijkheid van ProRail, die bij het busstation onder verantwoordelijkheid van de
gemeente Zandvoort;
• Bij aanleg van nieuwe infrastructuur vooraf de effecten op de fiets- en wandelroutes inventariseren.
Bestaande routes zoveel mogelijk in stand houden en/of verbeteren;
• Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zorg dragen voor goede fietsverbindingen met omliggende
gebied; Aandacht voor fietspaden en voldoende en goede fietsparkeervoorzieningen bij
Middenboulevard, Louis Davidscarre en andere ontwikkelingen;
• Inventarisatie van mogelijke locaties voor Parkeer + OV-fiets rond de stadscentra.
De provincie zal samen met de OV-bedrijven onderzoeken hoe verder geïnvesteerd kan worden in
fietsenstallingen bij OV-knopen en P+R voorzieningen. Projecten die hieronder vallen:
• Verkenning van nieuwe formules voor bewaakt stallen (exploitatievormen); Een pilot met
geautomatiseerd fietsparkeren in Zandvoort zou in dat kader wellicht op steun van de
provincie kunnen rekenen;
• Verbetering en uitbreiding stallinglocaties bij OVknooppunten;
• Verkennen van nieuwe investeringsmogelijkheden voor veilige stallingen bij OV-knopen (waaronder
fietsboxen);
• Uitbreiding OV-fiets locaties, waaronder het Ontwikkelen ‘Parkeer + OV-fiets’;
• Effecten van ‘gratis’ bewaakt stallen in kaart brengen.
Fiets en ICT
De provincie wil hiermee het fietsgebruik en –imago verbeteren. Het gaat om het versterken van de
positie van de fiets als hoofdvervoermiddel en in het recreatief gebruik. Informatie over
beschikbaarheid van fietsen en fietsroutes draagt hieraan bij. Projecten die hieronder vallen:
• Ontwikkelen van een fietsrouteplanner;
• Fietsbewegwijzering (recreatief) met fietsknooppunten uitrollen; Gemeente Zandvoort heeft
inmiddels meegewerkt aan dit project, waarmee in onze regio het fietsknooppuntennetwerk
gecompleteerd wordt;
• Reserveringssysteem voor fietsen op OV-knooppunten;
• Uitbreiden reisplanners met fietsmogelijkheden (Zie ook onder ICT-toepassingen).
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 15
Regionale fietsinfrastructuur
Doel is meer gebruik van de fiets op de langere afstanden door het fietsnetwerk in Noord-Holland te
completeren en de kwaliteit te verbeteren. In dit kader zou realisatie van een fietsverbinding tussen
Zandvoort en Vogelenzang de samenhang en kwaliteit van het provinciaal fietsnetwerk kunnen
verbeteren.
Reconstructie Boulevard Barnaart/Kop van de Zeeweg, gemeenten Zandvoort en
Bloemendaal
Vanuit verkeersveiligheid is het nodig dat de Boulevard en de Kop van de Zeeweg wordt
gereconstrueerd, inclusief fietspaden, voetpaden, parkeermogelijkheden en openbaar-
vervoervoorzieningen. Samen met de gemeenten Bloemendaal en Zandvoort zijn de plannen
uitgewerkt om de Boulevard en de Kop van de Zeeweg op te waarderen, zowel stedenbouwkundig als
verkeerstechnisch. De aanleg van de busbaan op de Boulevard is uit dit project gelicht en is eerder
uitgevoerd, waarbij rekening is gehouden met toekomstige Light Rail.
3.33.33.33.3 GGGGEMEENTELIJK BELEIDEMEENTELIJK BELEIDEMEENTELIJK BELEIDEMEENTELIJK BELEID
Het fietsbeleid is, ondanks eerdere verkeersbeleidsnota’s, maar beperkt uitgewerkt in de vorm
van doelen, randvoorwaarden en uitgangspunten. Het GVVP2005 geeft wel de grote lijnen aan en
het collegeprogramma specifieke aandachtspunten. Voor de lange termijn wordt hierna het
fietsbeleid beschreven.
Collegeprogramma
In de eerste plaats is in het collegeprogramma het belang van goed fietsbeleid aangegeven door voor
2006/2007 de volgende actie op te nemen in het programma: verbetervoorstel fietsroutes langs de
kust (fietsbeleidsplan). Met voorliggende nota wordt hieraan invulling gegeven.
Het collegeprogramma onderkent het belang van een goede bereikbaarheid voor toerisme en
economie met, voor zover relevant voor het fietsbeleid, de volgende aandachtspunten:
12. Het verbeteren van de Oost – West verbinding en komen tot een optimalisatie van beschikbare
wegtracés.
13. Een kwaliteitsimpuls aan het strand en de aanwezige voorzieningen geven.
14. Een parkeersysteem dat recht doet aan de belangen van inwoners, werknemers en gasten van
bedrijven.
GVVP 2005
De doelstelling uit het GVVP 2005 luidt: Een duidelijke en logische indeling ontwikkelen in
verkeersruimte en verblijfsgebieden. Het verbeteren van de leefbaarheid, bereikbaarheid en
verkeersveiligheid. Het bevorderen van gebruik openbaar vervoer en fiets. Het onderdeel fietsverkeer
wordt hierna verder uitgewerkt.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 16
HoofddoelstellingHoofddoelstellingHoofddoelstellingHoofddoelstelling
Zorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor hetZorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor hetZorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor hetZorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor het
fietsgebruik gestimuleerd wordt.fietsgebruik gestimuleerd wordt.fietsgebruik gestimuleerd wordt.fietsgebruik gestimuleerd wordt.
Subdoelen en onderliggende doelen:Subdoelen en onderliggende doelen:Subdoelen en onderliggende doelen:Subdoelen en onderliggende doelen:
• Verbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantVerbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantVerbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantVerbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantal ziekenhuisgewondenal ziekenhuisgewondenal ziekenhuisgewondenal ziekenhuisgewonden
van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;
• Verbeteren bereikbaarheid;Verbeteren bereikbaarheid;Verbeteren bereikbaarheid;Verbeteren bereikbaarheid;
• Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;
• Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;
• CoCoCoCompleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;mpleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;mpleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;mpleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;
• Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;
• Realiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan deRealiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan deRealiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan deRealiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan de
Fietsparkeur;Fietsparkeur;Fietsparkeur;Fietsparkeur;
• Terugdringen aantal fietsdiefTerugdringen aantal fietsdiefTerugdringen aantal fietsdiefTerugdringen aantal fietsdiefstallen;stallen;stallen;stallen;
• monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.
Fietsbeleid 2007- 2015
In het geval van Zandvoort speelt ketenbenadering, waarop de provincie sterk wil inzetten, vooral bij
het busstation en het NS-station. Dat wil zeggen dat daar goede fietsparkeervoorzieningen moeten
worden geboden. Op regionale schaal kan het NS-station van Haarlem nog een rol vervullen voor
(fiets)verkeer richting Zandvoort.
Aandachtspunt voor het fietsbeleid is verder het verankeren ervan binnen de andere taakvelden, dus in
bestemmingsplannen, wegbeheer, groenbeheer en strooibeleid.
Concreet wordt voorgesteld om in bestemmingsplannen voorwaarden te stellen voor
fietsparkeervoorzieningen, onder verwijzing naar de in deze nota vastgelegde
fietsparkeernormen.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen zal de verkeersambtenaar de gelegenheid moeten krijgen om de plannen
te toetsen aan het fietsbeleid en de in deze nota vastgelegde kwaliteitseisen.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 17
4.Gewenst fietsnetwerk
Een fietsvriendelijk beleid kenmerkt zich doordat alle bestemmingen (vooral scholen, winkels en
recreatieve voorzieningen) vanuit alle gebieden voor het fietsverkeer op een aantrekkelijke,
comfortabele, directe, veilige en snelle manier bereikbaar zijn. Fietsroutes leiden dus langs
dergelijke voorzieningen en vormen samen een netwerk. De kwaliteit van het netwerk wordt
bepaald door een samenhang van fietsroutes en door een goede bewegwijzering.
Fietspaden in de kernen moeten aansluiten op het provinciaal en regionaal fietsnetwerk, ook qua
kwaliteitsniveau. Uiteraard moeten ook de kernen onderling zijn verbonden met goede
fietsvoorzieningen, maar dit is hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van de provincie. Afbeelding
vvv toont de belangrijkste fietsverbindingen en bestemmingen voor Zandvoort.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 18
In regionaal verband is geïnventariseerd welke de hoofdfietsroutes zijn. Deze zijn vastgelegd in het
regionale fietsplan (zie afbeelding) vvv. Ontbrekende schakels moeten worden aangelegd en
bestaande voorzieningen moeten van voldoende kwaliteit zijn en de fietser objectieve en subjectieve
veiligheid bieden. Het bestaande hoofdfietsroutenetwerk zal bij onderhoudswerkzaamheden ingericht
worden conform de regionale kwaliteitskenmerken. Recreatieve fiets- en wandelroutes dienen
gestimuleerd te worden. Daar waar mogelijk wordt het hoofdfietsroutenetwerk gecombineerd met de
recreatieve fietsroutes.
4.14.14.14.1 OOOOPBOUW VAN HET FIETSNPBOUW VAN HET FIETSNPBOUW VAN HET FIETSNPBOUW VAN HET FIETSNETWERKETWERKETWERKETWERK,,,, ONTBREKENDE SCHAKELSONTBREKENDE SCHAKELSONTBREKENDE SCHAKELSONTBREKENDE SCHAKELS
Legenda e.d. toevoegen
De fietsroutes in het Zandvoortse netwerk zijn gecategoriseerd in de Actualisatie Gemeentelijk
Verkeers en Vervoersplan 2005 naar drie types, te weten primaire, secundaire en recreatieve
fietsroutes. Dit is een in Nederland
veel gebruikte indeling. In het
fietsnetwerk wordt onderscheid
gemaakt in twee typen fietsroutes:
• Utilitaire routes; deze worden
nader onderverdeeld in:
o primaire routes: hiermee
worden de herkomsten
(omliggende steden/dorpen en
woonwijken) en
bestemmingen verbonden.
Fietsroutes uit het regionale
fietsnetwerk (VVP Noord-
Holland) zijn in ieder geval
opgenomen;
o secundaire routes: het
primaire fietsnetwerk wordt
aangevuld met secundaire
routes op wijkniveau. Via de
secundaire routes wordt vanuit
de woonwijk (herkomst)
aangesloten op de primaire
routes. Kleinschalige
bestemmingen als
basisscholen, wijkwinkels,
kantoren en woonwijken zijn
vervolgens weer bereikbaar
via de secundaire routes. Ze worden vooral gebruikt door ter plaatse bekenden.
• recreatieve routes: dit zijn de routes tussen de bebouwde omgeving en de omliggende
natuurgebieden. Ook de vaak wat buitenaf gelegen recreatieve bestemmingen (zoals sportparken)
worden met dit netwerk ontsloten. Toerisme speelt een belangrijke rol in onze gemeente en doel is
om dit verder te ontwikkelen en stimuleren. Ook de toeristische fietsroutes spelen hierin een rol.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 19
Binnen de regio, en ook binnen onze gemeente, zijn veel toeristische fietsroutes uitgezet. Onlangs
is daaraan een fietsknooppuntennetwerk toegevoegd. Dit houdt in dat men op diverse locaties, op
plaatsen waar de routes elkaar kruisen, kan kiezen welke toeristische route vanaf dat punt wordt
gevolgd (zie ook bijlage vvv).
De fietsroutes zijn aangegeven op de kaart. Zoals ook al is
aangegeven bij de evaluatie van de huidige situatie, is
duidelijk dat bepaalde schakels ontbreken:
• Boulevard Paulus Loot;
• Boulevard de Favauge;
• Verbinding Zandvoort-Vogelenzang;
• Haltestraat (tweerichtingsverkeer voor fietsers,
hoofdfietsroute, winkelstraat);
• Verbinding tussen rotonde boulevard en sportpark,
langs circuit, maakt toeristische rondrit mogelijk.
Om het fietsen in Zandvoort aantrekkelijker te maken, is het noodzakelijk om hoge prioriteit te geven
aan het aanleggen van deze gewenste verbindingen.
4.24.24.24.2 KKKKWALITEITSEISENWALITEITSEISENWALITEITSEISENWALITEITSEISEN,,,, RICHTLIJNEN EN TOETSRICHTLIJNEN EN TOETSRICHTLIJNEN EN TOETSRICHTLIJNEN EN TOETSING HUIDIGE VOORZIENING HUIDIGE VOORZIENING HUIDIGE VOORZIENING HUIDIGE VOORZIENINGENINGENINGENINGEN
In de literatuur zijn duidelijke richtlijnen aangegeven voor het ontwerpen van wegen en
fietsvoorzieningen. Het zoveel mogelijk toepassen van de richtlijnen is noodzakelijk voor een goede
kwaliteit van de fietsvoorzieningen. Dat wil zeggen dat de belangrijkste richtlijnen kunnen worden
benoemd als kwaliteitseisen. De kwaliteitseisen hebben ten eerste betrekking op het type
fietsvoorziening, variërend van vrijliggend fietspad tot fietssuggestiestrook. Daarnaast gaan ze in op
zaken als gewenst verhardingstype, breedte, kleur, bochtstralen en dergelijke. Kwaliteitseisen voor
fietsparkeervoorzieningen kunnen eveneens worden aangegeven, zie daarvoor hoofdstuk 6.
Actualiseren kwaliteitseisen GVVP 2005
Het GVVP gaf kwaliteitseisen aan, met onderscheid naar primaire, secundaire en recreatieve
fietsroutes. De toen gehanteerde systematiek is echter onjuist. Kwaliteitseisen worden in de eerste
plaats bepaald door het wegtype, dus gebiedsontsluitingsweg of erftoegangsweg(plus). Vervolgens
bepalen algemeen toegepaste ontwerprichtlijnen hoe fietsinfrastructuur moet worden vormgegeven
en tot slot bepalen de gemeentelijke ambities en ruimtelijke en financiële mogelijkheden de
haalbaarheid van de kwaliteitseisen. Het is dus onjuist om te spreken van eisen, onder meer omdat
soms de ruimte niet voorhanden is om de gewenste voorziening te realiseren. Beter is het om te
spreken van richtlijnen. De richtlijnen worden in het navolgende uitgewerkt en zijn afkomstig uit de
literatuur [lit x, lit y].
• (vrijliggende) fietspaden langs Gebiedsontsluitingswegen, breedte 2,5 m (min. 2,0 m)
• fietsstroken langs ETW+-wegen, breedte 2,0 m (min. 1,5 m)
• fietsstroken bij eenrichtingsverkeer in tegengestelde richting, breedte 2,0 m (min 1,5 m)
• fietssuggestiestroken langs erftoegangswegen indien het een primaire fietsroute betreft, breedte
1,75 m (min 1,0 m)
• tweerichtingenfietspaden 3,5 m breed (min 3,0 m)
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 20
• Fietspaden, fietsstroken en fietssuggestiestroken (primair/secundair) bij voorkeur in asfalt, rode
verharding;
• primaire fietsroutes en fietsroutes naar belangrijke openbare bestemmingen moeten sociaal veilig
zijn, dus met open begroeiing en voorzien van straatverlichting.
• Toeristische fietspaden kunnen eventueel worden uitgevoerd in halfopen verharding en hoeven niet
te worden verlicht.
Kijken we nu naar het fietsnetwerk, dan valt met name op dat langs diverse belangrijke wegen
bijpassende fietsvoorzieningen ontbreken. Bijvoorbeeld langs de Gebiedsontsluitingswegen
Haarlemmerstraat-Hogeweg-Badhuisplein-Burg. Engelbertsstraat ontbreken fietspaden. Langs
Erftoegangsweg+ de Prinsesseweg ontbreken fietsvoorzieningen en zijn fietsstroken gewenst. In het
maatregelendeel zijn diverse maatregelen opgenomen die nodig zijn om de fietsinfrastructuur te laten
voldoen aan de genoemde kwaliteitseisen.
4.34.34.34.3 OOOOVERSTEEKBAARHEIDVERSTEEKBAARHEIDVERSTEEKBAARHEIDVERSTEEKBAARHEID
De oversteekbaarheid van drukke wegen moet goed zijn en vooral veilig. Dit is noodzakelijk om het
fietsnetwerk als geheel aantrekkelijk te maken. Of sprake is van goede oversteekbaarheid hangt af van
de kans op moeten wachten en de gemiddelde en maximale wachttijd voor overstekende fietsers en
voetgangers. De oversteekbaarheid kan in het algemeen worden verbeterd door het versmallen van de
oversteek of het realiseren van een vluchtheuvel, zodat fietsers (en voetgangers) in twee etappen
kunnen oversteken. Ook het verlagen van rijsnelheden ter plaatse van de oversteek heeft een gunstige
invloed.
Diverse oversteeklocaties op de Zandvoortselaan zijn in het recente verleden al verbeterd. Op de
volgende punten is het nog gewenst de oversteekbaarheid te verbeteren:
• kruispunt Van Lennepweg/Tollenstraat;
• kruispunt Van Lennepweg/Vondellaan;
• kruispunt Van Lennepweg/naar het stationsplein;
• Linnaeusstraat/Flemingstraat;
• Linnaeusstraat/Prof. Zeemanstraat; (?)
• Burg. Engelbertsstraat/Zeestraat.
Maatregelen hiervoor worden opgenomen in het maatregelendeel.
4.44.44.44.4 FFFFIETSBEWEGWIJZERINGIETSBEWEGWIJZERINGIETSBEWEGWIJZERINGIETSBEWEGWIJZERING
Algemene (auto)bewegwijzering leidt voor fietsers vaak tot omrijdafstanden. Daarom is aanvullende
fietsbewegwijzering gewenst. De belangrijkste functie van bewegwijzering is ter plaatse niet bekende
fietsers op weg te helpen. Daarnaast geeft bewegwijzering de fietser die ter plaatse wel bekend is,
extra inzicht in de samenhang van het netwerk van doorgaande verbindingen. Fietsbewegwijzering
kan, mits uniform en continu uitgevoerd, een bijdrage leveren aan de stimulering van het gebruik van
de fiets en is een noodzakelijk aspect om te komen tot een fietsvriendelijk Zandvoort. De
fietsbewegwijzering in Zandvoort was matig en al in het GVVP-2000 werd dit als aandachtspunt
genoemd.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 21
De fietsbewegwijzering in Zandvoort moest dus worden verbeterd. In een afzonderlijke nota is
inmiddels een fietsbewegwijzeringsplan uitgewerkt. Hierbij is vooral ingezet op de primaire routes. In
het plan, dat inmiddels is uitgevoerd, is concreet aangegeven op welke plaatsen welke
bewegwijzering nodig is.
Langs secundaire fietsroutes lijkt fietsbewegwijzering niet nodig, omdat het netwerk van primaire
fietsroutes zo fijnmazig is dat men altijd binnen een beperkte ‘fietstijd’ bewegwijzering tegen komt.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 22
19
16
27
37
26
17
18
15
0
5
10
15
20
25
30
35
40
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Reeks1
5.Verkeersveiligheid
Bij het begrip verkeersveiligheid kan onderscheid worden gemaakt naar objectieve
verkeersonveiligheid (relatief verkeersonveilige locaties) en subjectieve verkeersonveiligheid,
oftewel de beleving van onveiligheid door weggebruikers. Het beleid is in de eerste plaats gericht
op het verminderen van het aantal ongevallen, dus op de aanpak van onveilige locaties.
Daarnaast wordt aandacht besteed aan subjectieve onveiligheid. Dit komt in feite terug in de
kwaliteitseisen die aan de diverse fietsvoorzieningen worden gesteld. Die eisen stellen
bijvoorbeeld dat wegen met een bepaalde verkeersintensiteit qua fietsers en motorvoertuigen,
moeten worden voorzien van fietspaden.
Concreet doel is het terugdringen van het aantal ziekenhuisgewonden met 30% in 2020, ten
opzichte van 2002, op basis van een driejaarsgemiddelde. Dit gemiddelde is nodig om fluctuaties
uit te vlakken.
5.15.15.15.1 AAAAANPAK ONVEILIGE LOCAANPAK ONVEILIGE LOCAANPAK ONVEILIGE LOCAANPAK ONVEILIGE LOCATIESTIESTIESTIES
In de eerste plaats is in kaart
gebracht hoe het aantal
letselongevallen met
(brom)fietsers zich de afgelopen
jaren heeft ontwikkeld. Afbeelding
vvv toont het aantal
letselongevallen op wegen
waarvoor de gemeente Zandvoort
de wegbeheerder is. De
provinciale weg (Zeeweg) is dus
buiten beschouwing gelaten. Met
uitzondering van de piek rond
2002 daalt het aantal letselongevallen licht. Een reductie van het aantal is uiteraard altijd gewenst. Dit
kan enerzijds door gericht knelpunten aan te pakken en daarnaast door het hele wegennet volgens de
principes van duurzaam veilig in te richten (zie §5.2).
In Nederland worden verkeersonveilige locaties aangeduid als blackspots. De definitie van een
blackspot is: een locatie, waar in een periode van drie achtereenvolgende jaren 6 of meer ongevallen
met letsel hebben plaatsgevonden. Uit de registratie van verkeersongevallen blijkt dat Zandvoort geen
blackspots kent. Wel zijn er locaties aan te wijzen waar bij herhaling ongevallen plaatsvonden. Om
toch gericht de verkeersveiligheid te kunnen verbeteren met prioriteit voor relatief onveilige locaties, is
nagegaan waar de afgelopen 8 jaren 3 of meer letselongevallen hebben plaatsgevonden. Locaties
waarvan vervolgens bleek dat daar in de afgelopen 3 jaren geen ongevallen plaatsvonden, zijn buiten
beschouwing gelaten.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 23
Straat/kruispunt Aantal letselongevallen in 8 jaar
Haarlemmerstraat / Kostverlorenstraat / Tolweg / Zandvoortselaan 9
Van Lennepweg / Vondellaan 5
Kennemerweg / Zandvoortselaan 4
dr J.P. Thijsseweg / Van lennepweg 3
Haltestraat / Kostverlorenstraat / Zeestraat 3
koninginneweg, kostverlorenstraat 3
Deze locaties zullen specifiek aandacht moeten krijgen als het gaat om het terugdringen van het aantal
ongevallen. Anderzijds is het aantal ongevallen op deze locaties relatief gering. Dat betekent dat een
knelpuntgerichte aanpak maar beperkt effect zal hebben. Vooral is dus van belang om in te zetten op
het duurzaam veilig inrichten van het hele wegennet.
5.25.25.25.2 DDDDUURZAAM VEILIGUURZAAM VEILIGUURZAAM VEILIGUURZAAM VEILIG
In voorgaande paragraaf bleek dat de ongevallen gespreid over de hele gemeente plaatsvinden. Dat
betekent dat, om de verkeersveiligheid te verbeteren, aandacht moet uitgaan naar het hele wegennet.
Dit gebeurt in feite al en heeft in het verleden landelijk een extra impuls gekregen met het
Startprogramma Duurzaam Veilig.
In Zandvoort zijn nog niet alle wegen conform de principes van duurzaam veilig ingericht. Hierna
volgt een toelichting en zal worden aangegeven welke concrete verbeteringen mogelijk zijn.
In het Startprogramma Duurzaam Veilig heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat geregeld dat
alle overheden zoveel mogelijk op uniforme wijze omgaan met vormgeving van infrastructuur.
Concreet is specifiek ingezet op:
• uniforme vormgeving rotondes;
• Regelen van de voorrang op gebiedsontsluitingswegen (en erftoegangswegen met een belangrijke
verkeersfunctie de Erftoegangswegen+);
• Bromfiets gaat op 50 km/u-wegen binnen de bebouwde kom van het fietspad naar de rijbaan.
In het navolgende wordt aangegeven welke maatregelen nog gewenst zijn.
Uniformiteit rotondes
De uniformiteit houdt met name in dat op rotondes binnen de bebouwde kom fietsers voorrang
hebben, buiten de bebouwde kom moeten ze voorrang verlenen. Bovendien zijn er uitvoerige
ontwerprichtlijnen voor rotondes, waarvan diverse essentieel zijn voor de verkeersveiligheid. Zo moet
een fietspad om een rotonde een exacte cirkel vormen en moet de rode verharding doorlopen op de
oversteken, zodat duidelijk is dat ze voorrang hebben.
Nr Kruispunt Conform richtlijnen?
1 Hogeweg/Thorbeckestraat Nee. Afwijkende vormgeving want kruispuntarmen
sluiten niet haaks aan, potentieel onveilig, geen aparte
fietsvoorzieningen maar die zijn wel nodig
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 24
Nr Kruispunt Conform richtlijnen?
2 Ir. Friedhofplein Nee. Eveneens afwijkende vormgeving door niet-
haakse aansluiting kruispuntarmen en te dichtbij
gelegen andere kruispunten, bovendien is de voorrang
niet geregeld (verkeer op een rotonde moet voorrang
hebben)
3 Boulevard Baarnaart/Burg. Van
Alpenstraat
Nee. Grotendeels volgens de richtlijnen vormgegeven,
maar het fietspad loopt niet in cirkelvorm rond de
rotonde en de verharding van het fietspad is niet in
rood uitgevoerd.
4 Van Lennepweg/Linnaeusstraat Ja. Volgens richtlijnen vormgegeven
5 Bij gemeentehuis (Oranjestraat/L.
Davidsstraat)
Nee. Deze rotonde wijkt af van de richtlijnen doordat
de voorrang niet is geregeld en er geen bebording en
markering is toegepast. Voor de afwijkende
vormgeving is bewust gekozen omwille van de
uitstraling, ruimtelijke kwaliteit, dus zo laten.
6 Zandvoortselaan/Nieuw Unicum Ja. Volgens richtlijnen vormgegeven
Regelen voorrang op gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen+
Dit is een uitgangspunt bij duurzaam veilig en sluit aan bij het verwachtingspatroon van de
weggebruikers. De belangrijkere wegen krijgen voorrang op ondergeschikte zijwegen. Indien er in
Zandvoort nog locaties zijn waar dit niet is geregeld, dan zal dit nog worden uitgevoerd.
Bromfiets op de rijbaan
Bromfietsers zijn een belangrijke risicogroep in het verkeer (hoofdstuk 4). Ter verbetering van de
verkeersveiligheid van bromfietsers en fietser is 15 december 1999 de maatregel bromfiets op de
rijbaan ingegaan. Hiermee worden twee belangrijke ongevaltypen voorkomen:
• ongevallen tussen de rechtsafslaande auto met op het fietspad rijdende bromfietser;
• ongevallen tussen fietsers en inhalende bromfietsers op het fietspad.
Het verplaatsen van de bromfietser van het fietspad naar de rijbaan heeft daarmee enerzijds tot doel
ervoor te zorgen dat de bromfiets in het zicht van het autoverkeer rijdt. Anderzijds wordt onder druk
van het snelheidsverschil tussen een bromfiets en fiets deze twee verkeerssoorten gescheiden. Het
snelheidsverschil tussen auto’s en bromfietsen is kleiner. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat op
wegvakken binnen de bebouwde kom waar de bromfiets naar de rijbaan verhuist 30% minder
bromfietsongevallen plaatsvinden (Royal Haskoning in opdracht van Adviesdienst Verkeer en Vervoer,
ministerie van Verkeer en Waterstaat). Voor Zandvoort valt hier dus een winst voor de
verkeersveiligheid te behalen door de bromfiets overal naar de rijbaan te verwijzen. Het bijkomende
voordeel van de maatregel is dat fietsen over de fietspaden aantrekkelijker wordt.
Op een gedeelte van de Zandvoortselaan geldt momenteel nog een 80 km/uur regime. Om die reden
kan op dit wegvak de bromfiets nog niet op de rijbaan. Het snelheidsverschil tussen automobilisten
(80 km/uur) en bromfietsers (40 km/uur) is hier thans te groot om de bromfiets verkeersveilig op de
rijbaan te laten rijden. Op het deel van de Zandvoortselaan dat binnen de bebouwde kom ligt, kan de
bromfiets wel gebruik gaan maken van de rijbaan.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 25
5.35.35.35.3 GGGGEDRAGSBEÏNVLOEDINGEDRAGSBEÏNVLOEDINGEDRAGSBEÏNVLOEDINGEDRAGSBEÏNVLOEDING
Naast goede infrastructuur is ook gedragsbeïnvloeding van belang om de verkeersveiligheid te
verbeteren. De mogelijkheden hiervoor kunnen globaal worden ingedeeld in de volgende categorieën:
voorlichting, educatie en handhaving. In het verleden werden degelijke zaken gecoördineerd vanuit de
provincie, door het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid (ROV). Het ROV is opgeheven, maar nog
steeds kan de gemeente zelfstandig bijdragen aan de gedragsbeïnvloeding.
Voorlichting
Op het vlak van voorlichting kan de gemeente bijdragen aan landelijke campagnes gericht op alcohol,
rijgedrag en regelgeving. Dergelijke campagnes worden op gemeentelijk niveau voor een belangrijk
deel uitgevoerd door de Fietsersbond, met name door middel van posters. De gemeente kan daarin
ondersteunen door middel van een financiële bijdrage of door het faciliteren.
Educatie
Verkeerseducatie is primair een taak van de scholen, maar voor zover de gemeente daaraan een
bijdrage kan leveren, ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de afdeling onderwijs. Landelijk bestaan
diverse educatiepakketten, zoals rijvaardigheidslessen voor senioren. De gemeente kan stimuleren,
faciliteren en financieel ondersteunen.
Handhaving
De handhaving kan bijvoorbeeld gericht zijn op: roodlichtnegatie, snelheidsovertredingen,
alcoholgebruik en fietsverlichting en is een taak van de politie. Op het gebied van verkeer wordt dit
gedaan door het regionaal handhavingsteam. Dat neemt niet weg dat de gemeente in overleg met de
politie kan streven naar gerichte acties, bijvoorbeeld door snelheidscontroles op locaties waar relatief
veel ongevallen plaatsvinden of wegen waarover klachten binnenkomen.
Communicatie en promotie
Om het fietsen naar en binnen de gemeente te promoten, is de communicatie van groot belang. Ook
fiscale voordelen van fietsgebruik moeten onder de aandacht worden gebracht. Voorbeelden daarvan
zijn een ‘fiets van de zaak’ en de mogelijkheid om fietskilometers in het woon-werk-verkeer op te
voeren bij de belastingaangifte. Daarnaast moet gecommuniceerd worden over de toeristische
fietsroutes en de (bewaakte) stallingsvoorzieningen. Concrete mogelijkheden voor communicatie over
deze onderwerpen zijn:
• informatie over fietsparkeren opnemen in een algemene parkeerfolder;
• aanhaken bij de landelijke fietsdag;
• communicatie over voorliggend fietsbeleidsplan in de reguliere media;
• in de communicatie over ruimtelijke ontwikkelingsplannen en verkeersmaatregelen wijzen op de
aandacht die er is voor fietsverkeer.
De gemeente Zandvoort heeft zelf in het verleden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om
werknemers een ‘fiets van de zaak’ aan te laten schaffen.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 26
6.Fietsparkeervoorzieningen
Aansluitend op het fietsnetwerk, dat bestemmingen met elkaar verbind, moet bij (belangrijke)
bestemmingen kwantitatief en kwalitatief voldoende fietsparkeergelegenheid zijn. De doelen ten
aanzien van het fietsparkeren zijn:
• bieden van een voor fietsers aantrekkelijke voorziening;
• beperken kans op fietsendiefstal;
• ordenen van het fietsparkeren.
In de eerste plaats moeten er voldoende zijn. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van tellingen
en fietsparkeernormen. Daarnaast dienen ze aan bepaalde kwaliteitseisen te voldoen. Op
bepaalde momenten of locaties is het gewenst om bewaakte stallingsmogelijkheden te hebben.
Tot slot is het ordenen een belangrijk doel. Daartoe is in de Algemene Plaatselijke Verordening
(APV) een artikel opgenomen om hinderlijk plaatsen van fietsen tegen te gaan. Deze aspecten
worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.
6.16.16.16.1 FFFFIETSPARKEREN BIJ PUBIETSPARKEREN BIJ PUBIETSPARKEREN BIJ PUBIETSPARKEREN BIJ PUBLIEKSAANTREKKENDE VOLIEKSAANTREKKENDE VOLIEKSAANTREKKENDE VOLIEKSAANTREKKENDE VOORZIENINGENORZIENINGENORZIENINGENORZIENINGEN
Als het gaat om de realisatie van fietsparkeervoorzieningen, dan zal de aandacht van de gemeente in
de eerste plaats uit moeten gaan naar publiekaantrekkende voorzieningen. Dergelijke
publieksaantrekkers, zoals een bibliotheek of het strand, moeten goed bereikbaar zijn per fiets. Dus
moet er voldoende fietsparkeergelegenheid zijn en ook op de juiste plaats. Voor het bepalen van de
gewenste aantallen kan gebruik worden gemaakt van twee methodes: tellen van het aantal fietsen in
de huidige situatie of, als het gaat om nieuwe publieksaantrekkers of uitbreiding daarvan, gebruik
maken van fietsparkeernormen. Op basis van ervaring zijn normen vastgesteld voor diverse typen
publiekstrekkers. Deze zijn opgenomen in de vakliteratuur en worden landelijk toegepast. Een
overzicht is opgenomen in bijlage 3.
Bij planontwikkeling en toetsing van bouwaanvragen, dient te worden gecontroleerd of is
voorzien in de aanleg van voldoende fietsparkeervoorzieningen, op basis van de aangegeven
fietsparkeernormen.
In bestaande situaties moet het gewenste aantal fietsparkeervoorzieningen worden bepaald door
te tellen, met als uitgangspunt een maximale bezetting van 90%.
Voor het bepalen van de gewenste locatie van fietsparkeervoorzieningen is het uitgangspunt dat deze
zo dicht mogelijk bij de bestemming moet zijn.
6.26.26.26.2 KKKKWALITEITSEISEN FIETSWALITEITSEISEN FIETSWALITEITSEISEN FIETSWALITEITSEISEN FIETSPARKEERVOORZIENINGENPARKEERVOORZIENINGENPARKEERVOORZIENINGENPARKEERVOORZIENINGEN
Een goede fietsparkeervoorziening heeft tenminste de volgende eigenschappen: weinig kans op
beschadiging fiets en goede aanbindmogelijkheid (diefstalpreventie). Er zijn veel leveranciers van
fietsparkeervoorzieningen en er is een grote diversiteit aan systemen. Om de keuze te
vergemakkelijken en zeker te zijn dat ze aan bepaalde kwaliteiten voldoen, is een keurmerk in het leven
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 27
geroepen, FietsParKeur, door de gelijknamige stichting. De norm heeft betrekking op de volgende
criteria:
• Gemak bij het plaatsen van een fiets
• Kans op letsel bij een gebruiker of passant
• Kans op schade aan een fiets
• Gebruiksgrenzen t.o.v. fietstypen en/of fietscomponenten
• Vandalismebestendigheid
• Gemak bij het vastzetten van een fiets
• Kraakbestendigheid van de anti-diefstalvoorziening
• Duurzaamheid
• Informatie
De uiteindelijke keuze van een merk en type wordt verder bepaald
door onder meer prijs, vormgeving, uitstraling en specifieke
omstandigheden.
De fietsparkeervoorzieningen in het centrum en langs de boulevards
voldoen niet aan de Fietsparkeur. Het is wenselijk ze te vervangen.
Gezien de kosten die hiermee gemoeid zijn, is een fasering
noodzakelijk.
Advies is om in de eerste plaats goede fietsparkeervoorzieningen
op te nemen in de nieuwe ontwikkelingsplannen:
middenboulevard en Louis Davidscarré. De publieksaantrekkende
werking van de fietsparkeervoorzieningen kan bovendien extra passanten voor horeca en
detailhandel en dus meer omzet opleveren.
Momenteel is niet exact bekend hoeveel fietsparkeervoorzieningen er op de diverse locaties zijn, noch
hoe groot het gebruik en dus de werkelijke behoefte is. In het maatregelenplan is daarom voorzien in
het uitvoeren van een fietstelling. Deze zou moeten worden uitgevoerd bij het strand, in het centrum
en bij overige belangrijke publieksaantrekkers. Dit moet op een topdag plaatsvinden!
6.36.36.36.3 DDDDIEFSTAL EN ORDENINGIEFSTAL EN ORDENINGIEFSTAL EN ORDENINGIEFSTAL EN ORDENING
Ten aanzien van fietsparkeren spelen de doelen terugdringen fietsendiefstal en ordenen een
belangrijke rol. Op bepaalde momenten of locaties is het gewenst om bewaakte
stallingsmogelijkheden te hebben. Het gaat dan om de topdagen voor strandbezoek en evenementen
die veel publiek aantrekken, bijvoorbeeld op het circuit.
Bewaakt stallen, project Bereikbaarheid kust
De Provincie Noord-Holland heeft in 2004 het project Bereikbaarheid Kust gestart. Voor de periode
2005-2007 is in samenwerking met de omliggende gemeenten het “Uitvoeringsprogramma
Bereikbaarheid Zandvoort- Bloemendaal 2005-2007” opgesteld. Een van de projecten uit dit
uitvoeringsprogramma is het uitvoeren van flankerend beleid fietsparkeren. Dit project is onder
projectleiding van de gemeente Zandvoort uitgevoerd. Doelen zijn:
• Het gebruik van de bewaakte fietsenstallingen vergroten;
Keurmerk voor systemen
in openbareopenbareopenbareopenbare ruimten
Keurmerk voor systemen
in afgeslotenafgeslotenafgeslotenafgesloten ruimten
[Bron: stichting
FietsParKeur]
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 28
• Overlast van buiten de rekken geplaatste fietsen verminderen. Uitgangspunt daarbij is dat dit met
toerist-vriendelijke maatregelen gebeurt.
In 2004 zijn vijf bewaakte fietsenstallingen, althans tijdens de topdagen, aangeboden langs de
boulevard. Bij dat aantal bewaakte fietsenstallingen bleek de bezetting te laag te zijn. Daarom is vanaf
2005 met drie bewaakte fietsenstallingen gewerkt.
In het algemeen kan worden geconcludeerd dat de mogelijkheden voor het rendabel exploiteren van
bemenste bewaakte stallingen beperkt zijn. Uitsluitend op topdagen en met grote inzet in de vorm van
promotie blijkt dit op een beperkt aantal plaatsen te functioneren. De gemeente heeft echter het doel
het fietsparkeren structureel te ordenen en niet uitsluitend op topdagen. De fietsers op hun beurt
hebben uiteraard altijd behoefte aan fietsparkeervoorzieningen die de kans op diefstal beperken.
Geadviseerd wordt om op topdagen en bij grote evenementen een mobiele bewaakte stalling in
te zetten.
Voordeel is dat deze niet aan een locatie is gebonden. Een bijkomend voordeel van de aanwezigheid
van een bewaakte stalling is dat deze bijdraagt aan het ordenen van het fietsparkeren en de openbare
ruimte. Een bewaakte stalling is echter, vanwege onvoldoende vraag op gemiddelde dagen, niet
haalbaar als structurele oplossing. De behoefte van fietsers aan goede fietsparkeervoorzieningen en
de wens van de gemeente het fietsparkeren te ordenen, zijn echter wel structureel. Dit betekent dat
om te beginnen structurele oplossingen moeten worden geboden.
Bij structurele fietsparkeeroplossingen kan worden gedacht aan:
• Genoeg goede fietsparkeervoorzieningen op straat die voldoen aan de de Fietsparkeur
• Fietsstallingen op strategische locaties, dus in het centrum (bijvoorbeeld in Louis Davidscarré), bij
het busstation, treinstation en bij het strand (in ontwikkeling Middenboulevard). Deze kunnen
onbemand worden bewaakt met camera’s
• Toepassen van automatische/beveiligde fietsparkeervoorzieningen (zie §2.4, technologische
ontwikkelingen), om te beginnen in de vorm van een pilotproject. De geautomatiseerde systemen
kunnen ook buiten een stalling worden gerealiseerd, bijvoorbeeld bij de strandopgangen.
Veilige en dicht bij de bestemming gelegen stallingvoorzieningen zijn een belangrijk aandachtspunt in
het fietsbeleid van Zandvoort. Op zonnige zomerdagen wordt er veelvuldig gefietst naar de kust. In het
verleden bleek vaak een gebrek aan bewaakte stallingvoorzieningen langs de kuststrook te zijn. Ook in
de planvorming rond de vernieuwingsprojecten Louis Davids Carré en de Middenboulevard zal in
(bewaakte) fietsenstallingen worden voorzien.
Als goede fietsparkeervoorzieningen zijn gerealiseerd, kan desgewenst sterker worden ingezet op het
ordenen van fietsparkeren door middel van handhaving. Dit is mogelijk op basis van artikel 2.4.12 in de
Algemene Plaatselijke Verordening (APV), omtrent het neerzetten van fietsen en dergelijke: Het is
verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam,
een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien:
a) dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek;
b) daardoor die ingang wordt versperd.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 29
7.Monitoring
Doel Monitoring
Een toename van het fietsverkeer van 10% op de
primaire fietsroutes in 2015 ten opzichte van
2007.
Voorstel is om, minimaal eens per drie jaar, op
een aantal vaste en strategische locaties de
fietsers te tellen en zodoende de ontwikkeling in
de loop der jaren in beeld brengen.
Het primaire fietsnetwerk voltooid in 2015 Planning opstellen en jaarlijks rapporteren over de
voortgang.
Het recreatieve fietsnetwerk voltooid in 2015 Planning opstellen en jaarlijks rapporteren over de
voortgang.
Verkeersveiligheid: in 2020 30% minder ernstige
fietsslachtoffers ten opzichte van 2002, op basis
van een driejaarsgemiddelde.
Monitoring: analyse met behulp van gegevens
over geregistreerde ongevallen
Kwaliteit van het primaire fietsnetwerk verbeteren
conform kwaliteitseisen
Jaarlijks evalueren en rapporteren
Doelstelling fietsdiefstal: het aantal geregistreerde
gestolen fietsen is in 2015 met 10% afgenomen
ten opzichte van 2007.
Monitoring met behulp van gegevens van de
politie.
Afname van het aantal los geparkeerde fietsen
(boulevard en centrum) met 50 % in 2015 ten
opzichte van 2007
Voorstel is om jaarlijks een voortgangsrapportage op te stellen en ter informatie aan de gemeenteraad
aan te bieden. Zodoende wordt men enerzijds geïnformeerd over de voortgang, anderzijds blijkt of de
maatregelen het gewenste effect hebben in relatie tot de gestelde doelen. In de rapportage wordt
informatie gegeven over de actuele situatie: projecten, ontwikkeling ongevallengegevens,
fietsintensiteiten, enzovoort.
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 30
Bijlagen
1 Fietsroutenetwerk
2 Wegcategorisering
3 Fietsparkeernormen
1. Fietsroutenetwerk
Rood = primaire fietsroute
Geel = secundaire fietsroute
Groen = toeristische fietsroute
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 32
2. Wegcategorisering
Rood = Gebiedsontsluitingsweg (GOW)
Geel = Erftoegangsweg+ (ETW+)
3. Fietsparkeernormen
(Bronnen: o.a. CROW, Plaats maken voor de fiets; leidraad voor parkeren en stallen)
VoorzieningVoorzieningVoorzieningVoorziening AantalAantalAantalAantal
fietsparkeerplaatsenfietsparkeerplaatsenfietsparkeerplaatsenfietsparkeerplaatsen
perperperper
Hoofdwinkelcentrum 4 - 6 100 m² bvo
Wijkwinkelcentrum 5 - 7 100 m² bvo
Buurtwinkelcentrum 6 - 8 100 m² bvo
Kantoor B-lokatie (stationsomgeving) 1,5 – 2,0 100 m² bvo
Kantoor C-lokatie (overig gebied) 0,5 – 1,0 100 m² bvo
Museum 25 - 35 100 bezoekers
Archief 25 - 35 100 bezoekers
Bibliotheek 45 - 55 100 bezoekers
Basisschool 40 - 60
30 - 40
100 personeelsleden
100 leerlingen
Voortgezet onderwijs 40 - 60
60 - 70
100 personeelsleden
100 leerlingen
Hoger onderwijs 40 - 60
60 - 80
100 personeelsleden
100 leerlingen
Sporthallen 35 - 45 100 bezoekerscapaciteit
Sportvelden met tribune 20 – 30 100 bezoekerscapaciteit
Sportvelden 20 – 30 wedstrijdveld
Zwembaden (binnenbad) 15 - 20 100 m² wateroppervlak
Zwembaden (buitenbad) 15 - 20 100 m² wateroppervlak
Theater 20 - 25 100 bezoekers
Concertzaal 25 - 30 100 bezoekers
Bioscoop 25 - 30 100 bezoekers
Discotheek stedelijk 25 - 35 100 bezoekers
Discotheek niet-stedelijk 5 - 15 100 bezoekers
Ziekenhuis met stedelijke functie 30 - 50 100 bedden
Ziekenhuis met regionale functie 20 - 40 100 bedden
Verpleeghuis 10 - 20 100 bedden
Recreatiegebied 20 - 35 100 bezoekers
Attractiepark 10 - 15 100 bezoekers
Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 34
Woordenlijst
Aanliggend fietspad Een fietspad dat door een smalle voorziening van de rijbaan is
gescheiden of verhoogd is aangelegd
APV Algemene Plaatselijke Verordening
BDU Brede Doeluitkering, subsidieregeling voor verkeersprojecten
Black spot
bvo Bruto vloeroppervlakte
CROW Centrum voor regelgeving en onderzoek voor weginfrastructuur
ETW Erftoegangsweg (30 km/u-zone)
Fietsstrook Met fietssymbool en doorgetrokken streep van de rijbaan
afgescheiden deel van de weg, uitsluitend bedoeld voor fietsers
GOW Gebiedsontsluitingsweg, de belangrijke wegen met binnen de
bebouwde kom een toegestane snelheid van 50 km/h.
GVVP Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan
PVVP Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan
RVV Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
Tracé Verloop van een weg in de omgeving
UMS Uitsluitend Materiële Schade
VNVF Vereniging van Nederlandse Verkeersborden Fabrikanten
VOC VerkeersOngevallenConcentratiepunt
VRI Verkeers Regel Installatie (verkeerslichten)
VVN Veilig Verkeer Nederland

More Related Content

Viewers also liked

Clase 1 it management.
Clase 1 it management.Clase 1 it management.
Clase 1 it management.Javier Juliac
 
Biocrude from Switchgrass
Biocrude from SwitchgrassBiocrude from Switchgrass
Biocrude from Switchgrass
Sandeep Kumar
 
Bsl Securite luxury hotel presentation
Bsl Securite luxury hotel presentationBsl Securite luxury hotel presentation
Bsl Securite luxury hotel presentation
Patrick SENIOR
 
India globalisation 1
India globalisation 1India globalisation 1
India globalisation 1
Ravi Nakulan
 
characterization of PPO in ataulfo mango
characterization of PPO in ataulfo mango characterization of PPO in ataulfo mango
characterization of PPO in ataulfo mango Summervir Cheema
 

Viewers also liked (8)

Clase 1 it management.
Clase 1 it management.Clase 1 it management.
Clase 1 it management.
 
poster_final
poster_finalposter_final
poster_final
 
Clase3
Clase3Clase3
Clase3
 
Biocrude from Switchgrass
Biocrude from SwitchgrassBiocrude from Switchgrass
Biocrude from Switchgrass
 
Bsl Securite luxury hotel presentation
Bsl Securite luxury hotel presentationBsl Securite luxury hotel presentation
Bsl Securite luxury hotel presentation
 
India globalisation 1
India globalisation 1India globalisation 1
India globalisation 1
 
anthocyanin
anthocyaninanthocyanin
anthocyanin
 
characterization of PPO in ataulfo mango
characterization of PPO in ataulfo mango characterization of PPO in ataulfo mango
characterization of PPO in ataulfo mango
 

Similar to Fietsbeleidsplan Zandvoort 26 jan

Tussentijdse evaluatie Brussels fietsplan
Tussentijdse evaluatie Brussels fietsplanTussentijdse evaluatie Brussels fietsplan
Tussentijdse evaluatie Brussels fietsplanPro Velo
 
VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...
VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...
VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...
Els Brouwers
 
Modellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUS
Modellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUSModellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUS
Modellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUS
Herbert Tiemens
 
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
jvanoijen
 
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
XTNT_Utrecht
 
Fietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrecht
Fietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrechtFietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrecht
Fietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrecht
Nationaal Fietscongres
 
Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015
Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015
Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015Dianne Huiberts
 
Rb visie ppt_gemeenten_groene_woud
Rb visie ppt_gemeenten_groene_woudRb visie ppt_gemeenten_groene_woud
Rb visie ppt_gemeenten_groene_woudRoutebureau
 
Fietsplan Brugge
Fietsplan BruggeFietsplan Brugge
Fietsplan Brugge
Michiel van 't Hof
 
Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010
Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010
Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010
Jan Korff de Gidts
 
Ws2 2 presentatie mobidesk
Ws2 2 presentatie mobideskWs2 2 presentatie mobidesk
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-Vlaanderen
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-VlaanderenRoadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-Vlaanderen
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-Vlaanderen
NMBS
 
MIRT Overzicht 2022
MIRT Overzicht 2022MIRT Overzicht 2022
MIRT Overzicht 2022
anuragbhattacharya15
 
Presentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé Amersfoort
Presentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé AmersfoortPresentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé Amersfoort
Presentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé Amersfoort
Herbert Tiemens
 
SAVE-uitwisselingsdag 2019 2A Zutendaal
SAVE-uitwisselingsdag 2019 2A ZutendaalSAVE-uitwisselingsdag 2019 2A Zutendaal
SAVE-uitwisselingsdag 2019 2A Zutendaal
OVK-SAVE
 
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – Limburg
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – LimburgRoadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – Limburg
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – Limburg
NMBS
 
Nieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euro
Nieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euroNieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euro
Nieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euro
Thierry Debels
 
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026
NMBS
 

Similar to Fietsbeleidsplan Zandvoort 26 jan (20)

Tussentijdse evaluatie Brussels fietsplan
Tussentijdse evaluatie Brussels fietsplanTussentijdse evaluatie Brussels fietsplan
Tussentijdse evaluatie Brussels fietsplan
 
201503_Advies NO_UAB_DEF
201503_Advies NO_UAB_DEF201503_Advies NO_UAB_DEF
201503_Advies NO_UAB_DEF
 
VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...
VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...
VRP-Congres 2014_Mobiliteit en stad. De anatomie van geïntegreerde werken. Ri...
 
Modellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUS
Modellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUSModellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUS
Modellering van de Fiets in verkeersmodellen: BRUTUS
 
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
 
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
De elektrische fiets vraagt om een upgrade van het Fietsbeleid!
 
Fietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrecht
Fietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrechtFietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrecht
Fietsen en kansen voor binnenstedelijk vervoer- gem. utrecht
 
Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015
Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015
Dura Vermeer Divisie Infra - Fietsportfolio - oktober 2015
 
Rb visie ppt_gemeenten_groene_woud
Rb visie ppt_gemeenten_groene_woudRb visie ppt_gemeenten_groene_woud
Rb visie ppt_gemeenten_groene_woud
 
Fietsplan Brugge
Fietsplan BruggeFietsplan Brugge
Fietsplan Brugge
 
Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010
Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010
Presentatie Kracht Van Utrecht 16 Mei 2010
 
Ws2 2 presentatie mobidesk
Ws2 2 presentatie mobideskWs2 2 presentatie mobidesk
Ws2 2 presentatie mobidesk
 
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-Vlaanderen
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-VlaanderenRoadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-Vlaanderen
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – West-Vlaanderen
 
MIRT Overzicht 2022
MIRT Overzicht 2022MIRT Overzicht 2022
MIRT Overzicht 2022
 
Presentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé Amersfoort
Presentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé AmersfoortPresentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé Amersfoort
Presentatie Realisatieplan Fiets - fietscafé Amersfoort
 
SAVE-uitwisselingsdag 2019 2A Zutendaal
SAVE-uitwisselingsdag 2019 2A ZutendaalSAVE-uitwisselingsdag 2019 2A Zutendaal
SAVE-uitwisselingsdag 2019 2A Zutendaal
 
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – Limburg
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – LimburgRoadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – Limburg
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026 – Limburg
 
Nieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euro
Nieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euroNieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euro
Nieuwe kilometerbordjes snelweg kostten 2,7 miljoen euro
 
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026
Roadshow Plannen NMBS & Infrabel 2023-2026
 
Projectplan
ProjectplanProjectplan
Projectplan
 

Fietsbeleidsplan Zandvoort 26 jan

  • 1. CONCEPT Fietsbeleidsplan ZandvoortFietsbeleidsplan ZandvoortFietsbeleidsplan ZandvoortFietsbeleidsplan Zandvoort 2007200720072007 Laatst gewijzigd : 26 januari 2008 Afgedrukt : 26 januari 2008 Auteur : ing. R.C. Spijkers Opdrachtgever : Gemeente Zandvoort, Afdeling CT Status : concept Merodelaan t f e i BREDA4824 BK 20 (076) 549 83 14 info@vas-advies.nl www.vas-advies.nl (076) 549 83 15
  • 2. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 2 Inhoudsopgave 1.1.1.1. InleidingInleidingInleidingInleiding 3333 1.1 Aanleiding 3 1.2 Procedure en communicatie 3 2.2.2.2. Huidige situatie en ontwikkelingenHuidige situatie en ontwikkelingenHuidige situatie en ontwikkelingenHuidige situatie en ontwikkelingen 5555 2.1 Huidige fietsvoorzieningen 5 2.2 Evaluatie beleidsplan fietsverkeer 1998 6 2.3 Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en wegreconstructies 9 2.4 Technologische ontwikkelingen 9 3.3.3.3. BeleidBeleidBeleidBeleid 12121212 3.1 Beleidskader Rijk 12 3.2 Beleidskader provincie – PVVP 2007 13 3.3 Gemeentelijk beleid 15 4.4.4.4. Gewenst fietsnetwerkGewenst fietsnetwerkGewenst fietsnetwerkGewenst fietsnetwerk 17171717 4.1 Opbouw van het fietsnetwerk, ontbrekende schakels 18 4.2 Kwaliteitseisen, richtlijnen en toetsing huidige voorzieningen 19 4.3 Oversteekbaarheid 20 4.4 Fietsbewegwijzering 20 5.5.5.5. VerkeerVerkeerVerkeerVerkeersveiligheidsveiligheidsveiligheidsveiligheid 22222222 5.1 Aanpak onveilige locaties 22 5.2 Duurzaam veilig 23 5.3 Gedragsbeïnvloeding 25 6.6.6.6. FietsparkeervoorzieningenFietsparkeervoorzieningenFietsparkeervoorzieningenFietsparkeervoorzieningen 26262626 6.1 Fietsparkeren bij publieksaantrekkende voorzieningen 26 6.2 Kwaliteitseisen fietsparkeervoorzieningen 26 6.3 Diefstal en ordening 27 7.7.7.7. MonitoringMonitoringMonitoringMonitoring 29292929 1. Fietsroutenetwerk1. Fietsroutenetwerk1. Fietsroutenetwerk1. Fietsroutenetwerk 30303030 2. Wegcategorisering2. Wegcategorisering2. Wegcategorisering2. Wegcategorisering 32323232 3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen 32323232 3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen3. Fietsparkeernormen 33333333 WoordenlijstWoordenlijstWoordenlijstWoordenlijst 34343434
  • 3. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 3 1.Inleiding 1.11.11.11.1 AAAAANLEANLEANLEANLEIDINGIDINGIDINGIDING Zandvoort kent een betrekkelijk kleine bebouwde kom. Dit maakt Zandvoort uitermate geschikt om interne verplaatsingen per fiets te maken. De grootste afstand tussen herkomst en bestemming bedraagt binnen Zandvoort minder dan 2 kilometer. Ook voor de verbindingen van Zandvoort met omliggende steden en dorpen kan de fiets een aantrekkelijk alternatief zijn voor de auto. De afstanden tot de kernen van Haarlem en Heemstede zijn minder dan 8 kilometer. Zowel voor strandtoeristen aan de Zandvoortse kust als woon-werkverkeer tussen Zandvoort en Haarlem is deze afstand nog acceptabel. De gemeente Zandvoort heeft daarmee een sterke troef in handen om het fietsgebruik te stimuleren. Het toerisme is voor Zandvoort van groot belang en daarom moet in het fietsbeleid goed rekening worden gehouden met toeristisch/recreatief fietsverkeer. De gemeente Zandvoort wil een gemeentelijk fietsplan opstellen, dat als kader dient voor toekomstige maatregelen om het gebruik van de fiets aantrekkelijker te maken. Op dit punt zijn al belangrijke stappen gezet met het vigerende fietsbeleidsplan uit 1998 en het Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan (GVVP) dat in 2005 is vastgesteld. Beide beleidsdocumenten hebben echter een enigszins algemeen karakter en hebben voor het fietsverkeer onvoldoende tastbaar resultaat opgeleverd in verhouding tot de ambities van de gemeente. Het beleid is nog te weinig vertaald naar concrete maatregelen en daarmee verbetering van fietsvoorzieningen. De voorliggende beleidsnota heeft daarom de volgende doelen: 1) Het actualiseren van het fietsbeleid; 2) Het opstellen van een maatregelenplan om het beleid naar de praktijk te vertalen. Uitgangspunt is wel dat werk met werk wordt gemaakt, dus in de planning van maatregelen voor de fiets wordt rekening gehouden met weg- en rioolbeheer. Bij de ontwikkeling van het fietsplan wordt aangesloten bij landelijk en provinciaal beleid en wordt dit vertaald naar gemeentelijk niveau. 1.21.21.21.2 PPPPROCEDURE EN COMMUNICROCEDURE EN COMMUNICROCEDURE EN COMMUNICROCEDURE EN COMMUNICATIEATIEATIEATIE Voorafgaand aan het opstellen van voorliggend beleidsplan is hiervoor een programma van eisen opgesteld. Dit is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en vervolgens besproken in de Raadscommissie Projecten en Thema’s op 12 september 2007. De gevolgde procedure en communicatie kende de volgende stappen: 1) De raadsfracties is gevraagd om wensen en standpunten ten aanzien van fietsverkeer. 2) Uitwerking van de conceptnota door een ambtelijk projectteam bestaande uit een externe verkeerskundige van een adviesbureau en de beleidmedewerker Verkeer en Vervoer van de gemeente Zandvoort. 3) De conceptnota is voorgelegd aan een klankbordgroep met extern de Fietsersbond, brandweer en politie, intern de wegbeheerder en afdeling ruimtelijke ontwikkeling. 4) De reacties van de klankbordgroep zijn verzameld en verwerkt in een tweede conceptnota die aan
  • 4. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 4 het college is voorgelegd om besluitvorming; 5) Standpunten van het college zijn verwerkt in een derde conceptnota die aan de gemeenteraad wordt voorgelegd ter vaststelling.
  • 5. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 5 2.Huidige situatie en ontwikkelingen Om richting te kunnen geven aan het fietsbeleid en daarin prioriteiten te kunnen stellen, is informatie over de huidige situatie nodig. Bovendien zal naar de (bestuurlijk) procedurele kant aandacht uitgaan om ervoor te zorgen dat dit plan doelgericht leidt tot de maatregelen die nodig zijn om het fietsen aantrekkelijker te maken. Niet alleen wordt de huidige situatie beschreven, ook wordt het vigerende fietsbeleidsplan uit 1998 globaal geëvalueerd en wordt daaruit lering getrokken voor voorliggende beleidsnota. 2.12.12.12.1 HHHHUIDIGE FIETSVOORZIENUIDIGE FIETSVOORZIENUIDIGE FIETSVOORZIENUIDIGE FIETSVOORZIENINGENINGENINGENINGEN Op basis van observatie is een beeld verkregen van de huidige situatie ten aanzien van de fietsvoorzieningen. Het algemene beeld is dat langs diverse belangrijke wegen – de gebiedsontsluitingswegen en Erftoegangswegen-plus – vaak fietsvoorzieningen ontbreken of onvoldoende kwaliteit bieden. Ook voor de fietsparkeervoorzieningen geldt dat deze soms ontbreken en in vrijwel alle gevallen van matige kwaliteit zijn. Het lijkt er op dat slechts bij recentere reconstructies goede fietsvoorzieningen zijn aangelegd. Onderstaand volgt puntsgewijs een korte beschrijving van de huidige situatie: 1) Het fietspadennetwerk is onvolledig en mist een paar belangrijke schakels, onder andere bij de boulevard De Favauge. Hierdoor wordt in feite de fietsverbinding tussen IJmuiden en Noordwijk onderbroken. Langs de gebiedsontsluitingswegen ontbreken veelal (vrijliggende) fietspaden en dat leidt voor de fietser tot een gevoel van onveiligheid. Bijvoorbeeld bij de Hogeweg en Burg. Engelbertsstraat is dit het geval; 2) Het fietsroutenet wordt onaantrekkelijk gemaakt doordat op diverse, voor fietsers belangrijke en gewenste routes, slechts eenrichtingsverkeer is toegestaan. Het is landelijk gezien gebruikelijk om, als het enigszins mogelijk is, bij eenrichtingsverkeer fietsers hiervan uit te zonderen. Omrijden is voor fietsers immers veel vervelender dan voor automobilisten; 3) Er is geen bewaakte stallingsmogelijkheid uitgezonderd enkele seizoensdagen, wat overigens niet wil zeggen dat daaraan behoefte bestaat; 4) Met name langs de boulevards zijn veel fietsparkeervoorzieningen aanwezig. Dit zijn echter allemaal rekken die niet aan de hedendaagse eisen voor een goede fietsparkeervoorziening voldoen. Ze bieden geen of beperkte aanbindmogelijkheid en kans op beschadiging van het wiel. Gezien de gemeentelijke ambities op het vlak van toerisme en uitstraling zou bovendien kunnen worden gezocht naar een fietsparkeersysteem met een aantrekkelijker vormgeving; 5) De toeristische fietspaden vormen geen compleet netwerk en enkele verbindingen ontbreken waardoor de fietsmogelijkheden beperkt worden. Zo kan men niet via een toeristisch fietspad van het Visserspad naar de rotonde op Boulevard Barnaart fietsen. Doordat men op sommige plaatsen via de bebouwde kom een route moet vervolgen, wordt afbreuk gedaan aan de aantrekkelijkheid van enkele routes. Het is maar beperkt mogelijk om op de fiets van de natuur rond de kernen Zandvoort en Bentveld te genieten; 6) De fietsparkeervoorzieningen bij het NS-station, overigens een verantwoordelijkheid van ProRail, zijn onvoldoende in aantal en kwaliteit. 7) Op het NS-station zijn geen OV-fiets voorzieningen, terwijl het streven van de betrokken partijen is om landelijk een dekkend netwerk van deze voorzieningen te krijgen. Dit is een gewenste
  • 6. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 6 voorziening. 2.22.22.22.2 EEEEVALUATIE BELEIDSPLANVALUATIE BELEIDSPLANVALUATIE BELEIDSPLANVALUATIE BELEIDSPLAN FIETSVERKEERFIETSVERKEERFIETSVERKEERFIETSVERKEER 1998199819981998 In het Beleidsplan Fietsverkeer 1998 is ingegaan op diverse aspecten van het fietsverkeer en is een aantal maatregelen voorgesteld om de fietsvoorzieningen te verbeteren. Zoals in de inleiding al is aangegeven, heeft dit echter nauwelijks tastbaar resultaat opgeleverd. De oorzaak ligt in enkele beperkingen van het beleidsplan 1998: 1) Het gemeentelijk beleid is niet uitgewerkt in de vorm van doelen, randvoorwaarden en uitgangspunten. Dit is noodzakelijk om doelgericht te kunnen werken en de verkeerssituatie en uitvoering van het beleid te kunnen monitoren; 2) Het plan en de gevolgde procedure zijn zodanig dat deze niet leiden tot de uitvoering van de gewenste maatregelen: maatregelen zijn niet geprioriteerd, een indicatieve planning en afstemming met weg- en rioolbeheer ontbreekt, een kostenindicatie ontbreekt, er is geen krediet voor fietsmaatregelen aan de gemeenteraad gevraagd noch beschikbaar gesteld en er is geen aandacht besteed aan (jaarlijkse) monitoring. Deze werkwijze maakt het mogelijk dat het plan ongebruikt blijft. Van de belangrijkste maatregelen die werden voorgesteld, is dan ook een groot deel niet uitgevoerd. Een deel van de maatregelen is achterhaald, een ander deel kan echter een op een worden overgenomen in dit nieuwe fietsbeleidsplan. Onderstaande tabel toont de belangrijkste maatregelen, de stand van zaken en eventueel het gewenste actie. Maatregelvoorstel Stand van zaken 2007 Vervolg Route Centrum en NieuwRoute Centrum en NieuwRoute Centrum en NieuwRoute Centrum en Nieuw----Noord (utilitair)Noord (utilitair)Noord (utilitair)Noord (utilitair) Op de Haltestraat ondervindt de fietser onder andere hinder van de geparkeerde auto's. Voorgesteld wordt deze straat in te richten als 'fietsstraat', waarbij de auto ondergeschikt is aan de fiets. Een profiel van een fietsstraat dat inpasbaar is in het smalle profiel van de Haltestraat zal nader uitgewerkt moeten worden. Niet gerealiseerd Fietsstraat gaat (te) ver, opheffen eenrichtingsverkeer fietsers is gewenst en haalbaar Op het gedeelte van de Haltestraat tussen de Kostverlorenstraat en de spoorwegovergang is aan één zijde een (smalle) fietsstrook aanwezig. Voorgesteld wordt de spoorwegovergang af te sluiten voor autoverkeer (is nu alleen in één richting toegestaan) Niet gerealiseerd - Aanleggen van fietsvoorzieningen op de Tollensstraat (tussen Vondellaan en Van Lennepweg) Fietssuggestiestroke n aangelegd - Aandacht voor oversteek van de Van Lennepweg ter hoogte van de Tollensstraat. Hier is reeds een ontwerp voor gemaakt waarover besluitvorming heeft plaatsgevonden Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw maatregelenplan
  • 7. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 7 Maatregelvoorstel Stand van zaken 2007 Vervolg Aanpassen fietspad Tollensstraat - Kamerlingh Onnesstraat. De aansluiting van het fietspad op de Kamerlingh Onnesstraat wordt veranderd. Het fietspad zal namelijk op de bocht met de Linnaeusstraat worden aangesloten Gerealiseerd - De fietsroute loopt vervolgens via de Kamerlingh Onnesstraat naar de Curiestraat. Hier kunnen fietsvoorzieningen worden aangelegd In planvormingfase Uitvoeren Momenteel is er een vrijliggende fietsverbinding tussen de Curiestraat en de Professor van der Waalsstraat. Door een logische verbinding te maken met de Thomsonstraat ontstaat een directe verbinding met de sportvelden Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw maatregelenplan NoordNoordNoordNoord----zuidkustroute (recreatief)zuidkustroute (recreatief)zuidkustroute (recreatief)zuidkustroute (recreatief) Oversteekvoorzieningen Boulevard Barnaart, afgestemd op de verschillende strandopgangen en rekening houdend met het hoogteverschil. In combinatie met fietsparkeervoorzieningen Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw maatregelenplan Doortrekken van de fietsroute via de centrumboulevard naar de zuidelijke boulevard. Aangezien dit nu een voetgangersgebied is, dient nader te worden bestudeerd hoe een fietsroute hier kan worden ingepast. Indien dit niet mogelijk is, wordt voorgesteld de route via de Burgemeester Engelbertsstraat en de Thorbeckestraat te laten lopen. Hier dienen vrijliggende fietspaden of fietsstroken te worden aangelegd. In planvormingfase Uitvoeren Boulevard Paulus Loot in ieder geval in twee richtingen berijdbaar maken voor fietsers. De voorkeur gaat uit naar een vrijliggend fietspad In planvormingfase Uitvoeren RoRoRoRoute Zandvoortute Zandvoortute Zandvoortute Zandvoort----zuidzuidzuidzuid ---- voormalige trambaanvoormalige trambaanvoormalige trambaanvoormalige trambaan ---- VisserspadVisserspadVisserspadVisserspad Voorgesteld wordt een vrijliggend fietspad aan te leggen langs de Cort van der Lindenstraat en de Frans Zwaanstraat. Dit fietspad kan in de berm van de Frans Zwaanstraat lopen. Het aanleggen van het fietspad door de duinen is niet mogelijk aangezien het hier om een beschermd natuurgebied gaat In planvormingfase Uitvoeren Via de Zandvoortselaan en de Herman Heijermansweg dient vervolgens een verbinding te komen naar de fietsroute op de voormalige trambaan. Een veilige oversteek over de Zandvoortselaan Gerealiseerd, maar de aansluiting op de H. Hijermansweg kan fietsvriendelijker worden aangelegd Aanvullende maatregel opnemen in nieuw maatregelenplan
  • 8. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 8 Maatregelvoorstel Stand van zaken 2007 Vervolg Nieuwe verbinding door het Kostverlorenpark welke aansluiting geeft op de Max Euwestraat en/of doorloopt tot aan het Visserspad Niet gerealiseerd, maar nut lijkt beperkt - Route centrumRoute centrumRoute centrumRoute centrum ---- ZandvoortZandvoortZandvoortZandvoort----oost (utilitairoost (utilitairoost (utilitairoost (utilitair----recreatief)recreatief)recreatief)recreatief) Het verbeteren van de fietsroutes in het centrum. Hierbij dient bij de herinrichting van het centrum rekening te worden gehouden Bij project Louis Davidscarré wordt rekening gehouden met aanleg fietspaden. MaarMaarMaarMaar fietsparkeervoorzienifietsparkeervoorzienifietsparkeervoorzienifietsparkeervoorzieni ngen zijn nog nietngen zijn nog nietngen zijn nog nietngen zijn nog niet ingecalculeerdingecalculeerdingecalculeerdingecalculeerd Uitvoeren Haarlemmerstraat: fietspad uitbreiden voor twee richtingen? Niet gerealiseerd, waarschijnlijk wordt hier de Zandvoortselaan bedoeld Overnemen in nieuw maatregelenplan Aanpassen kruispunt Haarlemmerstraat - Tolweg - Zandvoortselaan Vergevorderde plannen Uitvoeren Verbeteren bewegwijzering en aansluiting richting fietsroute over voormalige trambaan Uitgevoerd - Aanpassen kruispunt Zandvoortselaan - Dr. C.A. Gerkestraat. Uitgevoerd - Aantrekkelijker maken fietsroute voormalige trambaan door het veranderen van de hekken ? ? Als aanvulling op de utilitaire bewegwijzering (dikwijls de meest directe route) kunnen alternatieve routes naar dezelfde bestemming in groen worden aangeduid. Naast deze bestemmingsgerichte verwijzing is bewegwijzering van (een aantal) rondrijroutes aan te bevelen. Achterhaald, toeristische routes uitgezet d.m.v. het fietsknooppuntennet - In Zandvoort is behoefte aan het uitbreiden van fietsenstallingen (al dan niet bewaakt) bij strandopgangen. Een goede bewegwijzering naar deze stallingen is belangrijk. Niet gerealiseerd Overnemen in nieuw maatregelenplan Resumerend kan gesteld worden dat veel van de voorgestelde maatregelen niet zijn uitgevoerd. Wel hebben de kwaliteitseisen als richtlijn gediend bij diverse infrastructurele werkzaamheden waarbij de fietsvoorzieningen konden meeliften en bij ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Voorbeelden zijn de reconstructie van de Zandvoortselaan en planvorming voor het Louis Davidscarré waarin de aanleg van fietspaden wordt meegenomen.
  • 9. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 9 2.32.32.32.3 TTTTOEKOMSTIGE RUIMTELIJOEKOMSTIGE RUIMTELIJOEKOMSTIGE RUIMTELIJOEKOMSTIGE RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN ENKE ONTWIKKELINGEN ENKE ONTWIKKELINGEN ENKE ONTWIKKELINGEN EN WEGRECONSTRUCTIESWEGRECONSTRUCTIESWEGRECONSTRUCTIESWEGRECONSTRUCTIES Zandvoort Nieuw-noord Voor Nieuw-Noord wordt een gebiedsvisie uitgewerkt. Concreet zullen de komende 10 à 20 jaar diverse inbreidingen met woningen plaatsvinden; sloop en nieuwbouw. Verder zal een deel van de bedrijven worden verplaatst richting spoorlijn en krijgt de huidige locatie de bestemming wonen. Tot slot zal de openbare ruimte in principe vanaf 2009 grondig worden opgeknapt, wat mogelijkheden biedt voor een nieuwe inrichting van de wegen en dus mogelijke verbetering voor fietsers. Middenboulevard Het gaat om een grootschalige herontwikkeling, met nadruk op het thema wellness en een grote uitbreiding van retailfuncties en uitbreiding horecavoorzieningen. De geformuleerde doelen (retailvisie 2005) zijn: • Versterking van de concurrentiepositie op het gebied van toeristische activiteiten, gedurende het hele jaar. • Daartoe in het boulevardgebied een aantrekkelijk verblijfsklimaat en voorzieningenaanbod realiseren voor bezoeker en inwoner. Louis Davidscarré De ontwikkeling van het Louis Davidscarré omvat de bouw van een brede school, supermarkt (vergrote Albert Heijn), ruim 200 woningen en een grote parkeergarage. Hogeweg De riolering wordt vervangen en dit wordt gecombineerd met de aanleg van fietsvoorzieningen. Dit worden aanliggende verhoogde fietspaden. Prinsesseweg en kruispunt met de Zandvoortselaan/Tolweg Aanleiding voor maatregelen zijn de busroutering en de verkeersonveilige situatie op het kruispunt. De weg wordt gereconstrueerd tot een busbaan met aan weerszijden fietsstroken. Het kruispunt wordt gereconstrueerd tot rotonde met vrijliggende fietspaden. Gerkestraat De riolering wordt vervangen en dit wordt gecombineerd met de aanleg van fietsvoorzieningen in de vorm van een aanliggend, verhoogd fietspad. Jacob van Lennepweg De riolering wordt vervangen en dit wordt gecombineerd met de aanleg van fietsvoorzieningen. Dit worden vrijliggende fietspaden. 2.42.42.42.4 TTTTECHNOLOGISCHE ONTWIKECHNOLOGISCHE ONTWIKECHNOLOGISCHE ONTWIKECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGENKELINGENKELINGENKELINGEN Fietsrouteplanners Routeplanners zijn er te kust en te keur, maar voor fietsers zijn die nu pas in opkomst. Enkele steden (Utrecht en Amsterdam) en provincies (Zuid-Holland en Utrecht) hebben een fietsrouteplanner
  • 10. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 10 ontwikkeld, andere overheden werken nu aan de ontwikkeling ervan. Ook de provincie Noord-Holland heeft dergelijke plannen. In hoeverre er daadwerkelijk behoefte aan bestaat, is niet bekend. Wel komen de fietsrouteplanners het imago van het fietsen ten goede en wordt het hierdoor indirect gepromoot. Een nadeel van de huidige ontwikkelingen is dat er geen (landelijke) standaard is voor de kaartopbouw, functionaliteit en werking van de planners. Geautomatiseerde fietsparkeervoorzieningen Een nieuwe ontwikkeling is de introductie van geautomatiseerde, beveiligde fietsparkeersystemen in diverse vormen. Bijvoorbeeld Lock ’n Go die lijkt op een reguliere fietsklem, maar werkt met een pasje waarmee de fiets kan worden vastgezet. Dit is een Nederlands innovatief product dat sinds 2006 bestaat en waarmee in de gemeente Eindhoven een succesvolle proef is gedaan. Stadsregio Eindhoven subsidieert de aanschaf van de klemmen in diverse gemeenten binnen haar regio. Dergelijke systemen kunnen een alternatief zijn voor bewaakte stallingen, die vaak niet rendabel zijn. Bovendien kan hiermee de fiets 24 uur per dag worden geparkeerd en dat is een voordeel ten opzichte van bewaakte stallingen, die maar een deel van de tijd zijn geopend. Er bestaan ook andere systemen, waarbij de fiets niet alleen wordt beveiligd maar ook opgeborgen in een kluis. Dergelijke systemen zijn vrij duur en als alternatief is de Bikedispenser ontwikkeld die met eigen, compacte fietsen werkt. Dit betekent uiteraard dat de gebruiker er niet zijn eigen fiets in kan parkeren. Ontwikkelingen fietstechniek Op dit moment lijkt de belangrijkste ontwikkeling op het gebied van fietstechniek de opkomst van de elektrische fiets. Dit is een praktisch bruikbaar en milieuvriendelijk alternatief voor de snorfiets dat gebruik maakt van een oplaadbaar batterijpakket. Inmiddels heeft een groot aantal fabrikanten een elektrische fiets in het assortiment. De verkoopaantallen en het marktaandeel stijgen snel. De fietsen zijn niet alleen interessant voor ouderen, maar in principe voor alle fietsers. De huidige batterijen hebben een actieradius van ongeveer 70 km en het aantal locaties met een oplaadpunt neemt toe. Door de opkomst van de elektrische fiets kan de actieradius waarbinnen de fiets een alternatief vormt voor de auto groter worden. ICT-toepassingen Hierbij kan worden gedacht aan de volgende mogelijkheden: • De kwaliteit van het fietsnetwerk kan worden vastgelegd met de Fietsbalans (uitgevoerd door de Fietsersbond) • Website met informatie over stallingmogelijkheden, fietsverhuur, fietsroutes en dergelijke • Automatische fietsverhuur • (Anti-diefstal-)chip Met name de toepassing van een chip lijkt op korte termijn door te kunnen breken vanwege de vele toepassingsmogelijkheden die het biedt, zoals: • tegengaan diefstal; • beïnvloeden verkeerslichten; • beveiligd stallen;
  • 11. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 11 • tellen van fietsers. Voor de technologische ontwikkelingen geldt in de meeste gevallen dat gemeentelijke overheden hierin geen rol spelen. Een uitzondering is de toepassing van geautomatiseerde fietsparkeervoorzieningen. Voorgesteld wordt dat de gemeente een pilotproject uitvoert met een geautomatiseerd fietsparkeersysteem, als maatregel tegen fietsendieftal en alternatief voor bewaakt stallen.
  • 12. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 12 3.Beleid Op basis van de analyse van de huidige situatie en evaluatie van het GVVP 2005, kan in principe het gemeentelijk fietsbeleid worden geactualiseerd en worden uitgewerkt in de vorm van doelen, randvoorwaarden en uitgangspunten. Een van de randvoorwaarden is dat het gemeentelijk beleid aansluit bij het landelijke en provinciale beleid. In dit hoofdstuk wordt daarom het fietsbeleid van de hogere overheden kort beschreven en vervolgens vertaald naar Zandvoorts fietsbeleid. 3.13.13.13.1 BBBBELEIDSKADERELEIDSKADERELEIDSKADERELEIDSKADER RRRRIJKIJKIJKIJK [Bron: Nota Mobiliteit 2006] Het gebruik van de fiets moet worden gestimuleerd. Dit is maatschappelijk van belang. Het fietsgebruik heeft positieve effecten op de kwaliteit van de leefomgeving. De verantwoordelijkheid voor het fietsbeleid ligt primair bij de decentrale overheden, vooral bij de gemeenten. Voor de bovenlokale voorzieningen hebben de provincies en WGR-plusregio’s een (coördinerende) rol. Gemeenten, waterschappen, provincies en WGR-plusregio’s zorgen voor een netwerk van veilige routes en parkeervoorzieningen. Ze stellen zich hiertoe doelen voor 2010 en 2020 in de provinciale en regionale verkeers- en vervoersplannen, respectievelijk de gemeentelijke beleidsplannen. Gemeenten, WGR-plusregio’s en provincies zorgen voor goede fietsvoorzieningen, zoals de aanleg van stallingen bij openbaar vervoer, een goede vormgeving van fietsinfrastructuur en het aanpakken van fietsdiefstal en (sociale) onveiligheid. Dat doen ze om het huidige fietsgebruik te consolideren, fietsen een aantrekkelijker alternatief te maken voor korte autoritten en om natuur- en recreatievoorzieningen per fiets bereikbaar te houden. Beleidsinzet rijksoverheid • randvoorwaarden en instrumenten voor de aanpak van fietsdiefstal realiseren, zoals een landelijk fietsdiefstalregister bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (door de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Justitie en partijen als politie, branche en belangenorganisaties) • kennis verwerven en verspreiden ten dienste van de decentrale overheden via het in 2001 opgerichte Fietsberaad (het streven is het Fietsberaad op te nemen in de structuur van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer) • toezien op de in artikel 11 van de concessie vastgelegde bepaling over openingstijden, dat wil zeggen dat NS-Reizigers uiterlijk in 2010 de door haar beheerde stallingen openstelt vanaf minstens een kwartier voor begin tot minstens een kwartier na het einde van de dienstregeling respectievelijk de feitelijke aankomst van de laatste trein • het programma ‘Ruimte voor de Fiets’ uitvoeren (door ProRail) om fietsenstallingen uit te breiden en te verbeteren • kruisende fietsroutes intact laten bij de aanleg van nieuwe infrastructuur • innovatie in de fietsenindustrie en -handel stimuleren
  • 13. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 13 • tot 2010 bijdragen aan de realisatie van een aaneengesloten landelijk fietsroutenetwerk 3.23.23.23.2 BBBBELEIDSKADER PROVINCIELEIDSKADER PROVINCIELEIDSKADER PROVINCIELEIDSKADER PROVINCIEEEE –––– PVVP 2007PVVP 2007PVVP 2007PVVP 2007 De provincie Noord-Holland wil zich de komende jaren, als aanvulling op het vigerende Provinciaal verkeers- en vervoer plan (PVVP) , met een aantal speerpunten richten op het bereikbaar houden van Noord-Holland. De aanpak gaat uit van de bestaande vervoernetwerken (wegen, water, spoor en fietspaden) en het leveren van maatwerk op de knelpunten binnen deze netwerken. Om tot het beste netwerkgebruik te komen zal Noord-Holland inzetten op de volgende speerpunten: • Anders Betalen voor Mobiliteit; • Ketenmobiliteit en mobiliteitsmanagement; • Impuls fiets;Impuls fiets;Impuls fiets;Impuls fiets; • Hoogwaardig openbaar vervoer; • Verkeersmanagement en ICT; • Goederenvervoer; • Ruimtelijke ontwikkeling. Deze speerpunten zullen onderling samenhangend en elkaar versterkend worden ingezet. Daarnaast zal de provincie onverminderd inzetten op de uitvoering van haar infrastructuurprogramma, zoals opgenomen in het PMI. Ketenmobiliteit/mobiliteitsmanagement Bij ketenmobiliteit gaat het om het slim combineren van de diverse netwerken (fiets, OV, auto) in één reis. Daarbij is een betrouwbare en acceptabele reistijd essentieel. Ketenmobiliteit zet in op de kwaliteit van de totale reis en op verbetering op elk van de afzonderlijke delen daarvan. Twee zaken zijn hierbij van belang: het zoveel mogelijk makkelijk schakelen tussen de netwerken en de reiziger compleet informeren over de reisalternatieven. De provincie zal initiatieven ontwikkelen op dit terrein en actief bijdragen aan initiatieven van anderen. Impuls Fiets De provincie zet in op het bevorderen van het fietsgebruik voor een tweetal functies: 1) Als vervoermiddel voor de gehele reis voor verplaatsingen over korte afstand (<7,5 km). Voor deze verplaatsingen is de fiets eigenlijk vrijwel altijd concurrerend qua reistijd met de andere vervoerwijzen. Daarom zet de provincie in op uitbreiding van het fietsnetwerk en verbetering van de kwaliteit van de fietsverbindingen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de Fietsersbond en gemeenten. Daarnaast wil de provincie, naar het voorbeeld van andere provincies, een fietsplanner ontwikkelen; 2) Als schakel in de vervoersketen. De fiets is de optimale schakel in het transport van deur naar OV- knooppunt. Dit betekent, dat gekeken moet worden naar de snelheid en veiligheid van verbindingsroutes van en naar voorzieningen bij OV-knooppunten. Dat vergt: a. verbetering van de stallingmogelijkheden bij OV-knooppunten; In Zandvoort betreft dit het busstation en NS-station. b. verbetering van het natransport naar werklocaties; c. opnemen van de fiets in routeplanners. Essentiële onderdelen voor gemeentelijk beleid In het uitvoeringsprogramma van het PVVP zijn projecten opgenomen die de provincie ter hand gaat nemen. De gemeenten zijn belangrijke partners. Het gaat om projecten met een regionale component.
  • 14. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 14 Voor deze projecten zijn de provincie voor de hierna genoemde samenwerkingsprojecten, dan wel de gemeenten voor de overige projecten in eerste instantie verantwoordelijk. De planwet Verkeer en Vervoer schrijft voor dat gemeenten hun beleid in overeenstemming moeten brengen met het provinciale plan. De provincie verwacht daarom van de gemeenten dat zij binnen twee jaar na vaststelling van dit PVVP de volgende essentiële onderdelen in lijn brengen met het provinciale beleid en deze in het gemeentelijk beleid en plannen opnemen. De provincie zal, indien dit nodig is voor een effectief provinciaal beleid, gebruik maken van haar aanwijzingsbevoegdheid, zoals geformuleerd in artikel 11 van de Planwet 13). Dit geldt ook voor de essentiële onderdelen zoals die in de Nota Mobiliteit (deel IV pag. 9 t/m 23) zijn geformuleerd. • Lokale doorstroomroutes voor de fiets, aansluitend op het provinciale fietsroutenetwerk, aanwijzen; Voor Zandvoort betekent dit dat de primaire fietsroutes en recreatieve fietsroutes met een bovengemeentelijk belang compleet en van voldoende kwaliteit moeten zijn. Dit is nog niet het geval, wel sluiten ze aan op de provinciale routes. • Zorg dragen voor goede fietsenstallingen met voldoende capaciteit bij de knooppunten van het openbaar vervoer; Fietsparkeervoorzieningen bij busstation en NS-station moeten worden verbeterd, kwantitatief en kwalitatief. De voorzieningen bij het NS-station vallen onder verantwoordelijkheid van ProRail, die bij het busstation onder verantwoordelijkheid van de gemeente Zandvoort; • Bij aanleg van nieuwe infrastructuur vooraf de effecten op de fiets- en wandelroutes inventariseren. Bestaande routes zoveel mogelijk in stand houden en/of verbeteren; • Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zorg dragen voor goede fietsverbindingen met omliggende gebied; Aandacht voor fietspaden en voldoende en goede fietsparkeervoorzieningen bij Middenboulevard, Louis Davidscarre en andere ontwikkelingen; • Inventarisatie van mogelijke locaties voor Parkeer + OV-fiets rond de stadscentra. De provincie zal samen met de OV-bedrijven onderzoeken hoe verder geïnvesteerd kan worden in fietsenstallingen bij OV-knopen en P+R voorzieningen. Projecten die hieronder vallen: • Verkenning van nieuwe formules voor bewaakt stallen (exploitatievormen); Een pilot met geautomatiseerd fietsparkeren in Zandvoort zou in dat kader wellicht op steun van de provincie kunnen rekenen; • Verbetering en uitbreiding stallinglocaties bij OVknooppunten; • Verkennen van nieuwe investeringsmogelijkheden voor veilige stallingen bij OV-knopen (waaronder fietsboxen); • Uitbreiding OV-fiets locaties, waaronder het Ontwikkelen ‘Parkeer + OV-fiets’; • Effecten van ‘gratis’ bewaakt stallen in kaart brengen. Fiets en ICT De provincie wil hiermee het fietsgebruik en –imago verbeteren. Het gaat om het versterken van de positie van de fiets als hoofdvervoermiddel en in het recreatief gebruik. Informatie over beschikbaarheid van fietsen en fietsroutes draagt hieraan bij. Projecten die hieronder vallen: • Ontwikkelen van een fietsrouteplanner; • Fietsbewegwijzering (recreatief) met fietsknooppunten uitrollen; Gemeente Zandvoort heeft inmiddels meegewerkt aan dit project, waarmee in onze regio het fietsknooppuntennetwerk gecompleteerd wordt; • Reserveringssysteem voor fietsen op OV-knooppunten; • Uitbreiden reisplanners met fietsmogelijkheden (Zie ook onder ICT-toepassingen).
  • 15. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 15 Regionale fietsinfrastructuur Doel is meer gebruik van de fiets op de langere afstanden door het fietsnetwerk in Noord-Holland te completeren en de kwaliteit te verbeteren. In dit kader zou realisatie van een fietsverbinding tussen Zandvoort en Vogelenzang de samenhang en kwaliteit van het provinciaal fietsnetwerk kunnen verbeteren. Reconstructie Boulevard Barnaart/Kop van de Zeeweg, gemeenten Zandvoort en Bloemendaal Vanuit verkeersveiligheid is het nodig dat de Boulevard en de Kop van de Zeeweg wordt gereconstrueerd, inclusief fietspaden, voetpaden, parkeermogelijkheden en openbaar- vervoervoorzieningen. Samen met de gemeenten Bloemendaal en Zandvoort zijn de plannen uitgewerkt om de Boulevard en de Kop van de Zeeweg op te waarderen, zowel stedenbouwkundig als verkeerstechnisch. De aanleg van de busbaan op de Boulevard is uit dit project gelicht en is eerder uitgevoerd, waarbij rekening is gehouden met toekomstige Light Rail. 3.33.33.33.3 GGGGEMEENTELIJK BELEIDEMEENTELIJK BELEIDEMEENTELIJK BELEIDEMEENTELIJK BELEID Het fietsbeleid is, ondanks eerdere verkeersbeleidsnota’s, maar beperkt uitgewerkt in de vorm van doelen, randvoorwaarden en uitgangspunten. Het GVVP2005 geeft wel de grote lijnen aan en het collegeprogramma specifieke aandachtspunten. Voor de lange termijn wordt hierna het fietsbeleid beschreven. Collegeprogramma In de eerste plaats is in het collegeprogramma het belang van goed fietsbeleid aangegeven door voor 2006/2007 de volgende actie op te nemen in het programma: verbetervoorstel fietsroutes langs de kust (fietsbeleidsplan). Met voorliggende nota wordt hieraan invulling gegeven. Het collegeprogramma onderkent het belang van een goede bereikbaarheid voor toerisme en economie met, voor zover relevant voor het fietsbeleid, de volgende aandachtspunten: 12. Het verbeteren van de Oost – West verbinding en komen tot een optimalisatie van beschikbare wegtracés. 13. Een kwaliteitsimpuls aan het strand en de aanwezige voorzieningen geven. 14. Een parkeersysteem dat recht doet aan de belangen van inwoners, werknemers en gasten van bedrijven. GVVP 2005 De doelstelling uit het GVVP 2005 luidt: Een duidelijke en logische indeling ontwikkelen in verkeersruimte en verblijfsgebieden. Het verbeteren van de leefbaarheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Het bevorderen van gebruik openbaar vervoer en fiets. Het onderdeel fietsverkeer wordt hierna verder uitgewerkt.
  • 16. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 16 HoofddoelstellingHoofddoelstellingHoofddoelstellingHoofddoelstelling Zorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor hetZorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor hetZorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor hetZorgen voor een veilig en comfortabel fietsnetwerk en goede stallingvoorzieningen, waardoor het fietsgebruik gestimuleerd wordt.fietsgebruik gestimuleerd wordt.fietsgebruik gestimuleerd wordt.fietsgebruik gestimuleerd wordt. Subdoelen en onderliggende doelen:Subdoelen en onderliggende doelen:Subdoelen en onderliggende doelen:Subdoelen en onderliggende doelen: • Verbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantVerbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantVerbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantVerbeteren verkeersveiligheid voor fietsers met een daling van het aantal ziekenhuisgewondenal ziekenhuisgewondenal ziekenhuisgewondenal ziekenhuisgewonden van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde;van 30% in 2020, ten opzichte van 2002 op basis van een driejaarsgemiddelde; • Verbeteren bereikbaarheid;Verbeteren bereikbaarheid;Verbeteren bereikbaarheid;Verbeteren bereikbaarheid; • Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015;Toename fietsgebruik primaire routes met 10% in 2015; • Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015;Completeren en verbeteren utilitair primair fietsnetwerk, gereed in 2015; • CoCoCoCompleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;mpleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;mpleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015;mpleteren en verbeteren recreatief fietsnetwerk, gereed in 2015; • Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte;Ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte; • Realiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan deRealiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan deRealiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan deRealiseren van voldoende fietsparkeervoorzieningen, die op belangrijke locaties voldoen aan de Fietsparkeur;Fietsparkeur;Fietsparkeur;Fietsparkeur; • Terugdringen aantal fietsdiefTerugdringen aantal fietsdiefTerugdringen aantal fietsdiefTerugdringen aantal fietsdiefstallen;stallen;stallen;stallen; • monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie.monitoren voortgang en actuele verkeerssituatie. Fietsbeleid 2007- 2015 In het geval van Zandvoort speelt ketenbenadering, waarop de provincie sterk wil inzetten, vooral bij het busstation en het NS-station. Dat wil zeggen dat daar goede fietsparkeervoorzieningen moeten worden geboden. Op regionale schaal kan het NS-station van Haarlem nog een rol vervullen voor (fiets)verkeer richting Zandvoort. Aandachtspunt voor het fietsbeleid is verder het verankeren ervan binnen de andere taakvelden, dus in bestemmingsplannen, wegbeheer, groenbeheer en strooibeleid. Concreet wordt voorgesteld om in bestemmingsplannen voorwaarden te stellen voor fietsparkeervoorzieningen, onder verwijzing naar de in deze nota vastgelegde fietsparkeernormen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen zal de verkeersambtenaar de gelegenheid moeten krijgen om de plannen te toetsen aan het fietsbeleid en de in deze nota vastgelegde kwaliteitseisen.
  • 17. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 17 4.Gewenst fietsnetwerk Een fietsvriendelijk beleid kenmerkt zich doordat alle bestemmingen (vooral scholen, winkels en recreatieve voorzieningen) vanuit alle gebieden voor het fietsverkeer op een aantrekkelijke, comfortabele, directe, veilige en snelle manier bereikbaar zijn. Fietsroutes leiden dus langs dergelijke voorzieningen en vormen samen een netwerk. De kwaliteit van het netwerk wordt bepaald door een samenhang van fietsroutes en door een goede bewegwijzering. Fietspaden in de kernen moeten aansluiten op het provinciaal en regionaal fietsnetwerk, ook qua kwaliteitsniveau. Uiteraard moeten ook de kernen onderling zijn verbonden met goede fietsvoorzieningen, maar dit is hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van de provincie. Afbeelding vvv toont de belangrijkste fietsverbindingen en bestemmingen voor Zandvoort.
  • 18. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 18 In regionaal verband is geïnventariseerd welke de hoofdfietsroutes zijn. Deze zijn vastgelegd in het regionale fietsplan (zie afbeelding) vvv. Ontbrekende schakels moeten worden aangelegd en bestaande voorzieningen moeten van voldoende kwaliteit zijn en de fietser objectieve en subjectieve veiligheid bieden. Het bestaande hoofdfietsroutenetwerk zal bij onderhoudswerkzaamheden ingericht worden conform de regionale kwaliteitskenmerken. Recreatieve fiets- en wandelroutes dienen gestimuleerd te worden. Daar waar mogelijk wordt het hoofdfietsroutenetwerk gecombineerd met de recreatieve fietsroutes. 4.14.14.14.1 OOOOPBOUW VAN HET FIETSNPBOUW VAN HET FIETSNPBOUW VAN HET FIETSNPBOUW VAN HET FIETSNETWERKETWERKETWERKETWERK,,,, ONTBREKENDE SCHAKELSONTBREKENDE SCHAKELSONTBREKENDE SCHAKELSONTBREKENDE SCHAKELS Legenda e.d. toevoegen De fietsroutes in het Zandvoortse netwerk zijn gecategoriseerd in de Actualisatie Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan 2005 naar drie types, te weten primaire, secundaire en recreatieve fietsroutes. Dit is een in Nederland veel gebruikte indeling. In het fietsnetwerk wordt onderscheid gemaakt in twee typen fietsroutes: • Utilitaire routes; deze worden nader onderverdeeld in: o primaire routes: hiermee worden de herkomsten (omliggende steden/dorpen en woonwijken) en bestemmingen verbonden. Fietsroutes uit het regionale fietsnetwerk (VVP Noord- Holland) zijn in ieder geval opgenomen; o secundaire routes: het primaire fietsnetwerk wordt aangevuld met secundaire routes op wijkniveau. Via de secundaire routes wordt vanuit de woonwijk (herkomst) aangesloten op de primaire routes. Kleinschalige bestemmingen als basisscholen, wijkwinkels, kantoren en woonwijken zijn vervolgens weer bereikbaar via de secundaire routes. Ze worden vooral gebruikt door ter plaatse bekenden. • recreatieve routes: dit zijn de routes tussen de bebouwde omgeving en de omliggende natuurgebieden. Ook de vaak wat buitenaf gelegen recreatieve bestemmingen (zoals sportparken) worden met dit netwerk ontsloten. Toerisme speelt een belangrijke rol in onze gemeente en doel is om dit verder te ontwikkelen en stimuleren. Ook de toeristische fietsroutes spelen hierin een rol.
  • 19. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 19 Binnen de regio, en ook binnen onze gemeente, zijn veel toeristische fietsroutes uitgezet. Onlangs is daaraan een fietsknooppuntennetwerk toegevoegd. Dit houdt in dat men op diverse locaties, op plaatsen waar de routes elkaar kruisen, kan kiezen welke toeristische route vanaf dat punt wordt gevolgd (zie ook bijlage vvv). De fietsroutes zijn aangegeven op de kaart. Zoals ook al is aangegeven bij de evaluatie van de huidige situatie, is duidelijk dat bepaalde schakels ontbreken: • Boulevard Paulus Loot; • Boulevard de Favauge; • Verbinding Zandvoort-Vogelenzang; • Haltestraat (tweerichtingsverkeer voor fietsers, hoofdfietsroute, winkelstraat); • Verbinding tussen rotonde boulevard en sportpark, langs circuit, maakt toeristische rondrit mogelijk. Om het fietsen in Zandvoort aantrekkelijker te maken, is het noodzakelijk om hoge prioriteit te geven aan het aanleggen van deze gewenste verbindingen. 4.24.24.24.2 KKKKWALITEITSEISENWALITEITSEISENWALITEITSEISENWALITEITSEISEN,,,, RICHTLIJNEN EN TOETSRICHTLIJNEN EN TOETSRICHTLIJNEN EN TOETSRICHTLIJNEN EN TOETSING HUIDIGE VOORZIENING HUIDIGE VOORZIENING HUIDIGE VOORZIENING HUIDIGE VOORZIENINGENINGENINGENINGEN In de literatuur zijn duidelijke richtlijnen aangegeven voor het ontwerpen van wegen en fietsvoorzieningen. Het zoveel mogelijk toepassen van de richtlijnen is noodzakelijk voor een goede kwaliteit van de fietsvoorzieningen. Dat wil zeggen dat de belangrijkste richtlijnen kunnen worden benoemd als kwaliteitseisen. De kwaliteitseisen hebben ten eerste betrekking op het type fietsvoorziening, variërend van vrijliggend fietspad tot fietssuggestiestrook. Daarnaast gaan ze in op zaken als gewenst verhardingstype, breedte, kleur, bochtstralen en dergelijke. Kwaliteitseisen voor fietsparkeervoorzieningen kunnen eveneens worden aangegeven, zie daarvoor hoofdstuk 6. Actualiseren kwaliteitseisen GVVP 2005 Het GVVP gaf kwaliteitseisen aan, met onderscheid naar primaire, secundaire en recreatieve fietsroutes. De toen gehanteerde systematiek is echter onjuist. Kwaliteitseisen worden in de eerste plaats bepaald door het wegtype, dus gebiedsontsluitingsweg of erftoegangsweg(plus). Vervolgens bepalen algemeen toegepaste ontwerprichtlijnen hoe fietsinfrastructuur moet worden vormgegeven en tot slot bepalen de gemeentelijke ambities en ruimtelijke en financiële mogelijkheden de haalbaarheid van de kwaliteitseisen. Het is dus onjuist om te spreken van eisen, onder meer omdat soms de ruimte niet voorhanden is om de gewenste voorziening te realiseren. Beter is het om te spreken van richtlijnen. De richtlijnen worden in het navolgende uitgewerkt en zijn afkomstig uit de literatuur [lit x, lit y]. • (vrijliggende) fietspaden langs Gebiedsontsluitingswegen, breedte 2,5 m (min. 2,0 m) • fietsstroken langs ETW+-wegen, breedte 2,0 m (min. 1,5 m) • fietsstroken bij eenrichtingsverkeer in tegengestelde richting, breedte 2,0 m (min 1,5 m) • fietssuggestiestroken langs erftoegangswegen indien het een primaire fietsroute betreft, breedte 1,75 m (min 1,0 m) • tweerichtingenfietspaden 3,5 m breed (min 3,0 m)
  • 20. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 20 • Fietspaden, fietsstroken en fietssuggestiestroken (primair/secundair) bij voorkeur in asfalt, rode verharding; • primaire fietsroutes en fietsroutes naar belangrijke openbare bestemmingen moeten sociaal veilig zijn, dus met open begroeiing en voorzien van straatverlichting. • Toeristische fietspaden kunnen eventueel worden uitgevoerd in halfopen verharding en hoeven niet te worden verlicht. Kijken we nu naar het fietsnetwerk, dan valt met name op dat langs diverse belangrijke wegen bijpassende fietsvoorzieningen ontbreken. Bijvoorbeeld langs de Gebiedsontsluitingswegen Haarlemmerstraat-Hogeweg-Badhuisplein-Burg. Engelbertsstraat ontbreken fietspaden. Langs Erftoegangsweg+ de Prinsesseweg ontbreken fietsvoorzieningen en zijn fietsstroken gewenst. In het maatregelendeel zijn diverse maatregelen opgenomen die nodig zijn om de fietsinfrastructuur te laten voldoen aan de genoemde kwaliteitseisen. 4.34.34.34.3 OOOOVERSTEEKBAARHEIDVERSTEEKBAARHEIDVERSTEEKBAARHEIDVERSTEEKBAARHEID De oversteekbaarheid van drukke wegen moet goed zijn en vooral veilig. Dit is noodzakelijk om het fietsnetwerk als geheel aantrekkelijk te maken. Of sprake is van goede oversteekbaarheid hangt af van de kans op moeten wachten en de gemiddelde en maximale wachttijd voor overstekende fietsers en voetgangers. De oversteekbaarheid kan in het algemeen worden verbeterd door het versmallen van de oversteek of het realiseren van een vluchtheuvel, zodat fietsers (en voetgangers) in twee etappen kunnen oversteken. Ook het verlagen van rijsnelheden ter plaatse van de oversteek heeft een gunstige invloed. Diverse oversteeklocaties op de Zandvoortselaan zijn in het recente verleden al verbeterd. Op de volgende punten is het nog gewenst de oversteekbaarheid te verbeteren: • kruispunt Van Lennepweg/Tollenstraat; • kruispunt Van Lennepweg/Vondellaan; • kruispunt Van Lennepweg/naar het stationsplein; • Linnaeusstraat/Flemingstraat; • Linnaeusstraat/Prof. Zeemanstraat; (?) • Burg. Engelbertsstraat/Zeestraat. Maatregelen hiervoor worden opgenomen in het maatregelendeel. 4.44.44.44.4 FFFFIETSBEWEGWIJZERINGIETSBEWEGWIJZERINGIETSBEWEGWIJZERINGIETSBEWEGWIJZERING Algemene (auto)bewegwijzering leidt voor fietsers vaak tot omrijdafstanden. Daarom is aanvullende fietsbewegwijzering gewenst. De belangrijkste functie van bewegwijzering is ter plaatse niet bekende fietsers op weg te helpen. Daarnaast geeft bewegwijzering de fietser die ter plaatse wel bekend is, extra inzicht in de samenhang van het netwerk van doorgaande verbindingen. Fietsbewegwijzering kan, mits uniform en continu uitgevoerd, een bijdrage leveren aan de stimulering van het gebruik van de fiets en is een noodzakelijk aspect om te komen tot een fietsvriendelijk Zandvoort. De fietsbewegwijzering in Zandvoort was matig en al in het GVVP-2000 werd dit als aandachtspunt genoemd.
  • 21. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 21 De fietsbewegwijzering in Zandvoort moest dus worden verbeterd. In een afzonderlijke nota is inmiddels een fietsbewegwijzeringsplan uitgewerkt. Hierbij is vooral ingezet op de primaire routes. In het plan, dat inmiddels is uitgevoerd, is concreet aangegeven op welke plaatsen welke bewegwijzering nodig is. Langs secundaire fietsroutes lijkt fietsbewegwijzering niet nodig, omdat het netwerk van primaire fietsroutes zo fijnmazig is dat men altijd binnen een beperkte ‘fietstijd’ bewegwijzering tegen komt.
  • 22. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 22 19 16 27 37 26 17 18 15 0 5 10 15 20 25 30 35 40 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Reeks1 5.Verkeersveiligheid Bij het begrip verkeersveiligheid kan onderscheid worden gemaakt naar objectieve verkeersonveiligheid (relatief verkeersonveilige locaties) en subjectieve verkeersonveiligheid, oftewel de beleving van onveiligheid door weggebruikers. Het beleid is in de eerste plaats gericht op het verminderen van het aantal ongevallen, dus op de aanpak van onveilige locaties. Daarnaast wordt aandacht besteed aan subjectieve onveiligheid. Dit komt in feite terug in de kwaliteitseisen die aan de diverse fietsvoorzieningen worden gesteld. Die eisen stellen bijvoorbeeld dat wegen met een bepaalde verkeersintensiteit qua fietsers en motorvoertuigen, moeten worden voorzien van fietspaden. Concreet doel is het terugdringen van het aantal ziekenhuisgewonden met 30% in 2020, ten opzichte van 2002, op basis van een driejaarsgemiddelde. Dit gemiddelde is nodig om fluctuaties uit te vlakken. 5.15.15.15.1 AAAAANPAK ONVEILIGE LOCAANPAK ONVEILIGE LOCAANPAK ONVEILIGE LOCAANPAK ONVEILIGE LOCATIESTIESTIESTIES In de eerste plaats is in kaart gebracht hoe het aantal letselongevallen met (brom)fietsers zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Afbeelding vvv toont het aantal letselongevallen op wegen waarvoor de gemeente Zandvoort de wegbeheerder is. De provinciale weg (Zeeweg) is dus buiten beschouwing gelaten. Met uitzondering van de piek rond 2002 daalt het aantal letselongevallen licht. Een reductie van het aantal is uiteraard altijd gewenst. Dit kan enerzijds door gericht knelpunten aan te pakken en daarnaast door het hele wegennet volgens de principes van duurzaam veilig in te richten (zie §5.2). In Nederland worden verkeersonveilige locaties aangeduid als blackspots. De definitie van een blackspot is: een locatie, waar in een periode van drie achtereenvolgende jaren 6 of meer ongevallen met letsel hebben plaatsgevonden. Uit de registratie van verkeersongevallen blijkt dat Zandvoort geen blackspots kent. Wel zijn er locaties aan te wijzen waar bij herhaling ongevallen plaatsvonden. Om toch gericht de verkeersveiligheid te kunnen verbeteren met prioriteit voor relatief onveilige locaties, is nagegaan waar de afgelopen 8 jaren 3 of meer letselongevallen hebben plaatsgevonden. Locaties waarvan vervolgens bleek dat daar in de afgelopen 3 jaren geen ongevallen plaatsvonden, zijn buiten beschouwing gelaten.
  • 23. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 23 Straat/kruispunt Aantal letselongevallen in 8 jaar Haarlemmerstraat / Kostverlorenstraat / Tolweg / Zandvoortselaan 9 Van Lennepweg / Vondellaan 5 Kennemerweg / Zandvoortselaan 4 dr J.P. Thijsseweg / Van lennepweg 3 Haltestraat / Kostverlorenstraat / Zeestraat 3 koninginneweg, kostverlorenstraat 3 Deze locaties zullen specifiek aandacht moeten krijgen als het gaat om het terugdringen van het aantal ongevallen. Anderzijds is het aantal ongevallen op deze locaties relatief gering. Dat betekent dat een knelpuntgerichte aanpak maar beperkt effect zal hebben. Vooral is dus van belang om in te zetten op het duurzaam veilig inrichten van het hele wegennet. 5.25.25.25.2 DDDDUURZAAM VEILIGUURZAAM VEILIGUURZAAM VEILIGUURZAAM VEILIG In voorgaande paragraaf bleek dat de ongevallen gespreid over de hele gemeente plaatsvinden. Dat betekent dat, om de verkeersveiligheid te verbeteren, aandacht moet uitgaan naar het hele wegennet. Dit gebeurt in feite al en heeft in het verleden landelijk een extra impuls gekregen met het Startprogramma Duurzaam Veilig. In Zandvoort zijn nog niet alle wegen conform de principes van duurzaam veilig ingericht. Hierna volgt een toelichting en zal worden aangegeven welke concrete verbeteringen mogelijk zijn. In het Startprogramma Duurzaam Veilig heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat geregeld dat alle overheden zoveel mogelijk op uniforme wijze omgaan met vormgeving van infrastructuur. Concreet is specifiek ingezet op: • uniforme vormgeving rotondes; • Regelen van de voorrang op gebiedsontsluitingswegen (en erftoegangswegen met een belangrijke verkeersfunctie de Erftoegangswegen+); • Bromfiets gaat op 50 km/u-wegen binnen de bebouwde kom van het fietspad naar de rijbaan. In het navolgende wordt aangegeven welke maatregelen nog gewenst zijn. Uniformiteit rotondes De uniformiteit houdt met name in dat op rotondes binnen de bebouwde kom fietsers voorrang hebben, buiten de bebouwde kom moeten ze voorrang verlenen. Bovendien zijn er uitvoerige ontwerprichtlijnen voor rotondes, waarvan diverse essentieel zijn voor de verkeersveiligheid. Zo moet een fietspad om een rotonde een exacte cirkel vormen en moet de rode verharding doorlopen op de oversteken, zodat duidelijk is dat ze voorrang hebben. Nr Kruispunt Conform richtlijnen? 1 Hogeweg/Thorbeckestraat Nee. Afwijkende vormgeving want kruispuntarmen sluiten niet haaks aan, potentieel onveilig, geen aparte fietsvoorzieningen maar die zijn wel nodig
  • 24. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 24 Nr Kruispunt Conform richtlijnen? 2 Ir. Friedhofplein Nee. Eveneens afwijkende vormgeving door niet- haakse aansluiting kruispuntarmen en te dichtbij gelegen andere kruispunten, bovendien is de voorrang niet geregeld (verkeer op een rotonde moet voorrang hebben) 3 Boulevard Baarnaart/Burg. Van Alpenstraat Nee. Grotendeels volgens de richtlijnen vormgegeven, maar het fietspad loopt niet in cirkelvorm rond de rotonde en de verharding van het fietspad is niet in rood uitgevoerd. 4 Van Lennepweg/Linnaeusstraat Ja. Volgens richtlijnen vormgegeven 5 Bij gemeentehuis (Oranjestraat/L. Davidsstraat) Nee. Deze rotonde wijkt af van de richtlijnen doordat de voorrang niet is geregeld en er geen bebording en markering is toegepast. Voor de afwijkende vormgeving is bewust gekozen omwille van de uitstraling, ruimtelijke kwaliteit, dus zo laten. 6 Zandvoortselaan/Nieuw Unicum Ja. Volgens richtlijnen vormgegeven Regelen voorrang op gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen+ Dit is een uitgangspunt bij duurzaam veilig en sluit aan bij het verwachtingspatroon van de weggebruikers. De belangrijkere wegen krijgen voorrang op ondergeschikte zijwegen. Indien er in Zandvoort nog locaties zijn waar dit niet is geregeld, dan zal dit nog worden uitgevoerd. Bromfiets op de rijbaan Bromfietsers zijn een belangrijke risicogroep in het verkeer (hoofdstuk 4). Ter verbetering van de verkeersveiligheid van bromfietsers en fietser is 15 december 1999 de maatregel bromfiets op de rijbaan ingegaan. Hiermee worden twee belangrijke ongevaltypen voorkomen: • ongevallen tussen de rechtsafslaande auto met op het fietspad rijdende bromfietser; • ongevallen tussen fietsers en inhalende bromfietsers op het fietspad. Het verplaatsen van de bromfietser van het fietspad naar de rijbaan heeft daarmee enerzijds tot doel ervoor te zorgen dat de bromfiets in het zicht van het autoverkeer rijdt. Anderzijds wordt onder druk van het snelheidsverschil tussen een bromfiets en fiets deze twee verkeerssoorten gescheiden. Het snelheidsverschil tussen auto’s en bromfietsen is kleiner. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat op wegvakken binnen de bebouwde kom waar de bromfiets naar de rijbaan verhuist 30% minder bromfietsongevallen plaatsvinden (Royal Haskoning in opdracht van Adviesdienst Verkeer en Vervoer, ministerie van Verkeer en Waterstaat). Voor Zandvoort valt hier dus een winst voor de verkeersveiligheid te behalen door de bromfiets overal naar de rijbaan te verwijzen. Het bijkomende voordeel van de maatregel is dat fietsen over de fietspaden aantrekkelijker wordt. Op een gedeelte van de Zandvoortselaan geldt momenteel nog een 80 km/uur regime. Om die reden kan op dit wegvak de bromfiets nog niet op de rijbaan. Het snelheidsverschil tussen automobilisten (80 km/uur) en bromfietsers (40 km/uur) is hier thans te groot om de bromfiets verkeersveilig op de rijbaan te laten rijden. Op het deel van de Zandvoortselaan dat binnen de bebouwde kom ligt, kan de bromfiets wel gebruik gaan maken van de rijbaan.
  • 25. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 25 5.35.35.35.3 GGGGEDRAGSBEÏNVLOEDINGEDRAGSBEÏNVLOEDINGEDRAGSBEÏNVLOEDINGEDRAGSBEÏNVLOEDING Naast goede infrastructuur is ook gedragsbeïnvloeding van belang om de verkeersveiligheid te verbeteren. De mogelijkheden hiervoor kunnen globaal worden ingedeeld in de volgende categorieën: voorlichting, educatie en handhaving. In het verleden werden degelijke zaken gecoördineerd vanuit de provincie, door het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid (ROV). Het ROV is opgeheven, maar nog steeds kan de gemeente zelfstandig bijdragen aan de gedragsbeïnvloeding. Voorlichting Op het vlak van voorlichting kan de gemeente bijdragen aan landelijke campagnes gericht op alcohol, rijgedrag en regelgeving. Dergelijke campagnes worden op gemeentelijk niveau voor een belangrijk deel uitgevoerd door de Fietsersbond, met name door middel van posters. De gemeente kan daarin ondersteunen door middel van een financiële bijdrage of door het faciliteren. Educatie Verkeerseducatie is primair een taak van de scholen, maar voor zover de gemeente daaraan een bijdrage kan leveren, ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de afdeling onderwijs. Landelijk bestaan diverse educatiepakketten, zoals rijvaardigheidslessen voor senioren. De gemeente kan stimuleren, faciliteren en financieel ondersteunen. Handhaving De handhaving kan bijvoorbeeld gericht zijn op: roodlichtnegatie, snelheidsovertredingen, alcoholgebruik en fietsverlichting en is een taak van de politie. Op het gebied van verkeer wordt dit gedaan door het regionaal handhavingsteam. Dat neemt niet weg dat de gemeente in overleg met de politie kan streven naar gerichte acties, bijvoorbeeld door snelheidscontroles op locaties waar relatief veel ongevallen plaatsvinden of wegen waarover klachten binnenkomen. Communicatie en promotie Om het fietsen naar en binnen de gemeente te promoten, is de communicatie van groot belang. Ook fiscale voordelen van fietsgebruik moeten onder de aandacht worden gebracht. Voorbeelden daarvan zijn een ‘fiets van de zaak’ en de mogelijkheid om fietskilometers in het woon-werk-verkeer op te voeren bij de belastingaangifte. Daarnaast moet gecommuniceerd worden over de toeristische fietsroutes en de (bewaakte) stallingsvoorzieningen. Concrete mogelijkheden voor communicatie over deze onderwerpen zijn: • informatie over fietsparkeren opnemen in een algemene parkeerfolder; • aanhaken bij de landelijke fietsdag; • communicatie over voorliggend fietsbeleidsplan in de reguliere media; • in de communicatie over ruimtelijke ontwikkelingsplannen en verkeersmaatregelen wijzen op de aandacht die er is voor fietsverkeer. De gemeente Zandvoort heeft zelf in het verleden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om werknemers een ‘fiets van de zaak’ aan te laten schaffen.
  • 26. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 26 6.Fietsparkeervoorzieningen Aansluitend op het fietsnetwerk, dat bestemmingen met elkaar verbind, moet bij (belangrijke) bestemmingen kwantitatief en kwalitatief voldoende fietsparkeergelegenheid zijn. De doelen ten aanzien van het fietsparkeren zijn: • bieden van een voor fietsers aantrekkelijke voorziening; • beperken kans op fietsendiefstal; • ordenen van het fietsparkeren. In de eerste plaats moeten er voldoende zijn. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van tellingen en fietsparkeernormen. Daarnaast dienen ze aan bepaalde kwaliteitseisen te voldoen. Op bepaalde momenten of locaties is het gewenst om bewaakte stallingsmogelijkheden te hebben. Tot slot is het ordenen een belangrijk doel. Daartoe is in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een artikel opgenomen om hinderlijk plaatsen van fietsen tegen te gaan. Deze aspecten worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. 6.16.16.16.1 FFFFIETSPARKEREN BIJ PUBIETSPARKEREN BIJ PUBIETSPARKEREN BIJ PUBIETSPARKEREN BIJ PUBLIEKSAANTREKKENDE VOLIEKSAANTREKKENDE VOLIEKSAANTREKKENDE VOLIEKSAANTREKKENDE VOORZIENINGENORZIENINGENORZIENINGENORZIENINGEN Als het gaat om de realisatie van fietsparkeervoorzieningen, dan zal de aandacht van de gemeente in de eerste plaats uit moeten gaan naar publiekaantrekkende voorzieningen. Dergelijke publieksaantrekkers, zoals een bibliotheek of het strand, moeten goed bereikbaar zijn per fiets. Dus moet er voldoende fietsparkeergelegenheid zijn en ook op de juiste plaats. Voor het bepalen van de gewenste aantallen kan gebruik worden gemaakt van twee methodes: tellen van het aantal fietsen in de huidige situatie of, als het gaat om nieuwe publieksaantrekkers of uitbreiding daarvan, gebruik maken van fietsparkeernormen. Op basis van ervaring zijn normen vastgesteld voor diverse typen publiekstrekkers. Deze zijn opgenomen in de vakliteratuur en worden landelijk toegepast. Een overzicht is opgenomen in bijlage 3. Bij planontwikkeling en toetsing van bouwaanvragen, dient te worden gecontroleerd of is voorzien in de aanleg van voldoende fietsparkeervoorzieningen, op basis van de aangegeven fietsparkeernormen. In bestaande situaties moet het gewenste aantal fietsparkeervoorzieningen worden bepaald door te tellen, met als uitgangspunt een maximale bezetting van 90%. Voor het bepalen van de gewenste locatie van fietsparkeervoorzieningen is het uitgangspunt dat deze zo dicht mogelijk bij de bestemming moet zijn. 6.26.26.26.2 KKKKWALITEITSEISEN FIETSWALITEITSEISEN FIETSWALITEITSEISEN FIETSWALITEITSEISEN FIETSPARKEERVOORZIENINGENPARKEERVOORZIENINGENPARKEERVOORZIENINGENPARKEERVOORZIENINGEN Een goede fietsparkeervoorziening heeft tenminste de volgende eigenschappen: weinig kans op beschadiging fiets en goede aanbindmogelijkheid (diefstalpreventie). Er zijn veel leveranciers van fietsparkeervoorzieningen en er is een grote diversiteit aan systemen. Om de keuze te vergemakkelijken en zeker te zijn dat ze aan bepaalde kwaliteiten voldoen, is een keurmerk in het leven
  • 27. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 27 geroepen, FietsParKeur, door de gelijknamige stichting. De norm heeft betrekking op de volgende criteria: • Gemak bij het plaatsen van een fiets • Kans op letsel bij een gebruiker of passant • Kans op schade aan een fiets • Gebruiksgrenzen t.o.v. fietstypen en/of fietscomponenten • Vandalismebestendigheid • Gemak bij het vastzetten van een fiets • Kraakbestendigheid van de anti-diefstalvoorziening • Duurzaamheid • Informatie De uiteindelijke keuze van een merk en type wordt verder bepaald door onder meer prijs, vormgeving, uitstraling en specifieke omstandigheden. De fietsparkeervoorzieningen in het centrum en langs de boulevards voldoen niet aan de Fietsparkeur. Het is wenselijk ze te vervangen. Gezien de kosten die hiermee gemoeid zijn, is een fasering noodzakelijk. Advies is om in de eerste plaats goede fietsparkeervoorzieningen op te nemen in de nieuwe ontwikkelingsplannen: middenboulevard en Louis Davidscarré. De publieksaantrekkende werking van de fietsparkeervoorzieningen kan bovendien extra passanten voor horeca en detailhandel en dus meer omzet opleveren. Momenteel is niet exact bekend hoeveel fietsparkeervoorzieningen er op de diverse locaties zijn, noch hoe groot het gebruik en dus de werkelijke behoefte is. In het maatregelenplan is daarom voorzien in het uitvoeren van een fietstelling. Deze zou moeten worden uitgevoerd bij het strand, in het centrum en bij overige belangrijke publieksaantrekkers. Dit moet op een topdag plaatsvinden! 6.36.36.36.3 DDDDIEFSTAL EN ORDENINGIEFSTAL EN ORDENINGIEFSTAL EN ORDENINGIEFSTAL EN ORDENING Ten aanzien van fietsparkeren spelen de doelen terugdringen fietsendiefstal en ordenen een belangrijke rol. Op bepaalde momenten of locaties is het gewenst om bewaakte stallingsmogelijkheden te hebben. Het gaat dan om de topdagen voor strandbezoek en evenementen die veel publiek aantrekken, bijvoorbeeld op het circuit. Bewaakt stallen, project Bereikbaarheid kust De Provincie Noord-Holland heeft in 2004 het project Bereikbaarheid Kust gestart. Voor de periode 2005-2007 is in samenwerking met de omliggende gemeenten het “Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid Zandvoort- Bloemendaal 2005-2007” opgesteld. Een van de projecten uit dit uitvoeringsprogramma is het uitvoeren van flankerend beleid fietsparkeren. Dit project is onder projectleiding van de gemeente Zandvoort uitgevoerd. Doelen zijn: • Het gebruik van de bewaakte fietsenstallingen vergroten; Keurmerk voor systemen in openbareopenbareopenbareopenbare ruimten Keurmerk voor systemen in afgeslotenafgeslotenafgeslotenafgesloten ruimten [Bron: stichting FietsParKeur]
  • 28. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 28 • Overlast van buiten de rekken geplaatste fietsen verminderen. Uitgangspunt daarbij is dat dit met toerist-vriendelijke maatregelen gebeurt. In 2004 zijn vijf bewaakte fietsenstallingen, althans tijdens de topdagen, aangeboden langs de boulevard. Bij dat aantal bewaakte fietsenstallingen bleek de bezetting te laag te zijn. Daarom is vanaf 2005 met drie bewaakte fietsenstallingen gewerkt. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat de mogelijkheden voor het rendabel exploiteren van bemenste bewaakte stallingen beperkt zijn. Uitsluitend op topdagen en met grote inzet in de vorm van promotie blijkt dit op een beperkt aantal plaatsen te functioneren. De gemeente heeft echter het doel het fietsparkeren structureel te ordenen en niet uitsluitend op topdagen. De fietsers op hun beurt hebben uiteraard altijd behoefte aan fietsparkeervoorzieningen die de kans op diefstal beperken. Geadviseerd wordt om op topdagen en bij grote evenementen een mobiele bewaakte stalling in te zetten. Voordeel is dat deze niet aan een locatie is gebonden. Een bijkomend voordeel van de aanwezigheid van een bewaakte stalling is dat deze bijdraagt aan het ordenen van het fietsparkeren en de openbare ruimte. Een bewaakte stalling is echter, vanwege onvoldoende vraag op gemiddelde dagen, niet haalbaar als structurele oplossing. De behoefte van fietsers aan goede fietsparkeervoorzieningen en de wens van de gemeente het fietsparkeren te ordenen, zijn echter wel structureel. Dit betekent dat om te beginnen structurele oplossingen moeten worden geboden. Bij structurele fietsparkeeroplossingen kan worden gedacht aan: • Genoeg goede fietsparkeervoorzieningen op straat die voldoen aan de de Fietsparkeur • Fietsstallingen op strategische locaties, dus in het centrum (bijvoorbeeld in Louis Davidscarré), bij het busstation, treinstation en bij het strand (in ontwikkeling Middenboulevard). Deze kunnen onbemand worden bewaakt met camera’s • Toepassen van automatische/beveiligde fietsparkeervoorzieningen (zie §2.4, technologische ontwikkelingen), om te beginnen in de vorm van een pilotproject. De geautomatiseerde systemen kunnen ook buiten een stalling worden gerealiseerd, bijvoorbeeld bij de strandopgangen. Veilige en dicht bij de bestemming gelegen stallingvoorzieningen zijn een belangrijk aandachtspunt in het fietsbeleid van Zandvoort. Op zonnige zomerdagen wordt er veelvuldig gefietst naar de kust. In het verleden bleek vaak een gebrek aan bewaakte stallingvoorzieningen langs de kuststrook te zijn. Ook in de planvorming rond de vernieuwingsprojecten Louis Davids Carré en de Middenboulevard zal in (bewaakte) fietsenstallingen worden voorzien. Als goede fietsparkeervoorzieningen zijn gerealiseerd, kan desgewenst sterker worden ingezet op het ordenen van fietsparkeren door middel van handhaving. Dit is mogelijk op basis van artikel 2.4.12 in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), omtrent het neerzetten van fietsen en dergelijke: Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien: a) dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek; b) daardoor die ingang wordt versperd.
  • 29. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 29 7.Monitoring Doel Monitoring Een toename van het fietsverkeer van 10% op de primaire fietsroutes in 2015 ten opzichte van 2007. Voorstel is om, minimaal eens per drie jaar, op een aantal vaste en strategische locaties de fietsers te tellen en zodoende de ontwikkeling in de loop der jaren in beeld brengen. Het primaire fietsnetwerk voltooid in 2015 Planning opstellen en jaarlijks rapporteren over de voortgang. Het recreatieve fietsnetwerk voltooid in 2015 Planning opstellen en jaarlijks rapporteren over de voortgang. Verkeersveiligheid: in 2020 30% minder ernstige fietsslachtoffers ten opzichte van 2002, op basis van een driejaarsgemiddelde. Monitoring: analyse met behulp van gegevens over geregistreerde ongevallen Kwaliteit van het primaire fietsnetwerk verbeteren conform kwaliteitseisen Jaarlijks evalueren en rapporteren Doelstelling fietsdiefstal: het aantal geregistreerde gestolen fietsen is in 2015 met 10% afgenomen ten opzichte van 2007. Monitoring met behulp van gegevens van de politie. Afname van het aantal los geparkeerde fietsen (boulevard en centrum) met 50 % in 2015 ten opzichte van 2007 Voorstel is om jaarlijks een voortgangsrapportage op te stellen en ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden. Zodoende wordt men enerzijds geïnformeerd over de voortgang, anderzijds blijkt of de maatregelen het gewenste effect hebben in relatie tot de gestelde doelen. In de rapportage wordt informatie gegeven over de actuele situatie: projecten, ontwikkeling ongevallengegevens, fietsintensiteiten, enzovoort.
  • 30. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 30 Bijlagen 1 Fietsroutenetwerk 2 Wegcategorisering 3 Fietsparkeernormen
  • 31. 1. Fietsroutenetwerk Rood = primaire fietsroute Geel = secundaire fietsroute Groen = toeristische fietsroute
  • 32. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 32 2. Wegcategorisering Rood = Gebiedsontsluitingsweg (GOW) Geel = Erftoegangsweg+ (ETW+)
  • 33. 3. Fietsparkeernormen (Bronnen: o.a. CROW, Plaats maken voor de fiets; leidraad voor parkeren en stallen) VoorzieningVoorzieningVoorzieningVoorziening AantalAantalAantalAantal fietsparkeerplaatsenfietsparkeerplaatsenfietsparkeerplaatsenfietsparkeerplaatsen perperperper Hoofdwinkelcentrum 4 - 6 100 m² bvo Wijkwinkelcentrum 5 - 7 100 m² bvo Buurtwinkelcentrum 6 - 8 100 m² bvo Kantoor B-lokatie (stationsomgeving) 1,5 – 2,0 100 m² bvo Kantoor C-lokatie (overig gebied) 0,5 – 1,0 100 m² bvo Museum 25 - 35 100 bezoekers Archief 25 - 35 100 bezoekers Bibliotheek 45 - 55 100 bezoekers Basisschool 40 - 60 30 - 40 100 personeelsleden 100 leerlingen Voortgezet onderwijs 40 - 60 60 - 70 100 personeelsleden 100 leerlingen Hoger onderwijs 40 - 60 60 - 80 100 personeelsleden 100 leerlingen Sporthallen 35 - 45 100 bezoekerscapaciteit Sportvelden met tribune 20 – 30 100 bezoekerscapaciteit Sportvelden 20 – 30 wedstrijdveld Zwembaden (binnenbad) 15 - 20 100 m² wateroppervlak Zwembaden (buitenbad) 15 - 20 100 m² wateroppervlak Theater 20 - 25 100 bezoekers Concertzaal 25 - 30 100 bezoekers Bioscoop 25 - 30 100 bezoekers Discotheek stedelijk 25 - 35 100 bezoekers Discotheek niet-stedelijk 5 - 15 100 bezoekers Ziekenhuis met stedelijke functie 30 - 50 100 bedden Ziekenhuis met regionale functie 20 - 40 100 bedden Verpleeghuis 10 - 20 100 bedden Recreatiegebied 20 - 35 100 bezoekers Attractiepark 10 - 15 100 bezoekers
  • 34. Fietsbeleidsplan gemeente Zandvoort 34 Woordenlijst Aanliggend fietspad Een fietspad dat door een smalle voorziening van de rijbaan is gescheiden of verhoogd is aangelegd APV Algemene Plaatselijke Verordening BDU Brede Doeluitkering, subsidieregeling voor verkeersprojecten Black spot bvo Bruto vloeroppervlakte CROW Centrum voor regelgeving en onderzoek voor weginfrastructuur ETW Erftoegangsweg (30 km/u-zone) Fietsstrook Met fietssymbool en doorgetrokken streep van de rijbaan afgescheiden deel van de weg, uitsluitend bedoeld voor fietsers GOW Gebiedsontsluitingsweg, de belangrijke wegen met binnen de bebouwde kom een toegestane snelheid van 50 km/h. GVVP Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan PVVP Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan RVV Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens Tracé Verloop van een weg in de omgeving UMS Uitsluitend Materiële Schade VNVF Vereniging van Nederlandse Verkeersborden Fabrikanten VOC VerkeersOngevallenConcentratiepunt VRI Verkeers Regel Installatie (verkeerslichten) VVN Veilig Verkeer Nederland