Deze presentatie geeft de recensies over het boek: Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof onder de redactie van Alfred Driessen en Gerard Nienhuis. De meeste daarvan zijn op internet verschenen.
May I suggest to the seeker of truth do the following NINE STEPS for purification of the mind:
Clean their mind, their heart and their soul real good.
Clear away all the prejudices and biases.
Read a good translation of the meaning of the Holy Quran in a language that they can understand best.
Take some time.
Read and reflect.
Think and pray.
And keep on asking the One who created you in the first place, to guide you to the truth.
Keep this up for a few months. And be regular in it.
Above all, do not let others who are poisoned in their thinking influence you while your are in this state of "rebirth of the soul."
The rest is between you and the Almighty Lord of the Universe. If you truly love Him, then He already knows it and He will deal with each of us according to our hearts.
Peace to you and Guidance from Allah the One Almighty God, Creator and Sustainer of all that exists.
==========================
I am pleased to invite you to:
http://www.quranexplorer.com/quran/ http://www.islamreligion.com , http://quranicaudio.com, http://www.islamtomorrow.com/, http://www.islamhouse.com/, http://www.islam-guide.com/ , http://www.harunya
Dit document geeft een aantal pagina's van het boek: Evolutie: wetenschappenlijk model of seculier geloof (redactie Alfred Driessen en Gerard Nienhuis, uitgever Kok 2010). De introductie, cv van de 6 auteurs en de eerste pagina van de bijdragen zijn weergegeven.
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloofAlfred Driessen
Achtergrond van een recent boek bij uitgeveriji Kok. De auteurs laten zien dat geloof in een transcendente realiteit goed kan samengaan met het evolutiemodel, maar minder met sommige filosofische conclusies die daaruit getrokken worden.
Deze presentatie geeft de recensies over het boek: Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof onder de redactie van Alfred Driessen en Gerard Nienhuis. De meeste daarvan zijn op internet verschenen.
May I suggest to the seeker of truth do the following NINE STEPS for purification of the mind:
Clean their mind, their heart and their soul real good.
Clear away all the prejudices and biases.
Read a good translation of the meaning of the Holy Quran in a language that they can understand best.
Take some time.
Read and reflect.
Think and pray.
And keep on asking the One who created you in the first place, to guide you to the truth.
Keep this up for a few months. And be regular in it.
Above all, do not let others who are poisoned in their thinking influence you while your are in this state of "rebirth of the soul."
The rest is between you and the Almighty Lord of the Universe. If you truly love Him, then He already knows it and He will deal with each of us according to our hearts.
Peace to you and Guidance from Allah the One Almighty God, Creator and Sustainer of all that exists.
==========================
I am pleased to invite you to:
http://www.quranexplorer.com/quran/ http://www.islamreligion.com , http://quranicaudio.com, http://www.islamtomorrow.com/, http://www.islamhouse.com/, http://www.islam-guide.com/ , http://www.harunya
Dit document geeft een aantal pagina's van het boek: Evolutie: wetenschappenlijk model of seculier geloof (redactie Alfred Driessen en Gerard Nienhuis, uitgever Kok 2010). De introductie, cv van de 6 auteurs en de eerste pagina van de bijdragen zijn weergegeven.
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloofAlfred Driessen
Achtergrond van een recent boek bij uitgeveriji Kok. De auteurs laten zien dat geloof in een transcendente realiteit goed kan samengaan met het evolutiemodel, maar minder met sommige filosofische conclusies die daaruit getrokken worden.
VU hoogleraar Bico van Straalen legt uit waarom biologen niet twijfelen aan de evolutietheorie. Hij bespreekt drie soorten bewijsmateriaal. Volgens hem sluiten evolutietheorie en geloof in een God elkaar niet bij voorbaat uit.
Het dubbele gezicht van de evolutie
Er zijn weinig onderwerpen in de wetenschap die zo veel losmaken als juist de biologische evolutie. Al sinds de eerste jaren van deze theorie, in de tijd van Darwin tot op de dag van vandaag wordt er een discussie gevoerd tussen voorstanders en tegenstanders, die de evolutieleer als een bedreiging van het geloof in een almachtige God zien. De discussie werd zelfs tot in de rechtszaal voortgezet. Sommigen zetten de situatie op scherp met de slagzin: of wetenschap of geloof, d.w.z. ofwel evolutie of kiezen voor God.
Persoonlijk vraag ik mij dan af of het echt zo is. Ik ken verstandige wetenschappers die evolutie als een van de grote succesvolle wetenschappelijke theorieën zien en anderzijds verstandige gelovigen die een vast geloof hebben in God, de schepper van hemel en aarde. Bestaat er dan een waarheid voor de wetenschap en een andere voor het geloof? Moet ik schizofreen zijn om als wetenschapper in God te kunnen geloven?
Fides et Ratio is de dertiende encycliek van Paus Johannes Paulus II en verscheen op het feest van de Kruisverheffing op 14 september 1998.
Deze encycliek handelt over de verhouding van geloof en rede.
Inleiding
Eerste hoofdstuk - De openbaring van Gods wijsheid
Tweede hoofdstuk - Credo ut intellegam
Derde hoofdstuk - Intellego ut Credam
Vierde hoofdstuk - De verhouding van geloof en rede
Vijfde hoofdstuk - De tussenkomsten van het Leergezag in wijsgerige aangelegenheden
Zesde hoofdstuk - De wisselwerking tussen theologie en filosofie
Zevende hoofdstuk - Actuele eisen en opgaven
Achtste hoofdstuk - Slot
In 2010 verscheen er een bundel essays bij Kok Kampen onder de redactie van Alfred Driessen en Gerard Nienhuis. De titel was: Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof, Pleidooi voor intellectuele bescheidenheid.
In de tweede bijdrage gaat Alfred Driessen, emeritus hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit Twente, met de ogen van een natuurkundige naar evolutie kijken. Hij tracht aan te tonen dat het al dan niet verwijzen naar toeval reeds een grensoverschrijdende stap is. Want hiermee verlaat de natuurwetenschapper c.q. bioloog het terrein van natuurwetenschap, science, om zich te begeven in de wereld van de ideeën en geesteswetenschap. Daarnaast argumenteert hij dat het kunnen ontleden van biologische systemen tot de kleinste bouwstenen (moleculen en atomen) niet betekent het geheel zonder meer vanuit deze deeltjes kan worden geconstrueerd. Dit kan erop wijzen dat het evolutie proces iets subtieler kan zijn dan alleen met een blokkendoos te spelen.
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitanonduality01
Advaita is, net als zen, een directe bevrijdingsweg door middel van zelfrealisatie. Ooit was een dergelijke mysterieschool ook binnen het christendom aanwezig, met name in de laatmiddeleeuwse mystiek, die in haar methode van aanpak het best gerepresenteerd wordt door de bekende mysticus Meester Eckhart (ca. 1260 -1328).
In dit boek is de benadering van de advaita naast die van Meester Eckhart geplaatst. Zevenhonderd jaar tijdsverschil wordt hierdoor moeiteloos overbrugd en de tijdloze essentie kristalliseert zich glashelder uit.
Waar het in beide benaderingen om gaat, en wat eigenlijk niet voor discussie in aanmerking komt, is de directe, pure ervaring. Op praktische wijze wordt in Meester Eckhart versus advaita richting gegeven aan eenieder die binnen de christelijke cultuur de directe godservaring niet meer weet te vinden.
C.B. Zuijderhoudt (1944) kwam met mystiek in aanraking door zijn studie vergelijkende godsdienstwetenschappen. Zijn advaita-leraar Alexander Smit bracht hem tot het zien van zijn ware natuur. Mede daardoor werd ook de mystiek van Meester Eckhart herkend als een directe bevrijdingsweg.
VU hoogleraar Bico van Straalen legt uit waarom biologen niet twijfelen aan de evolutietheorie. Hij bespreekt drie soorten bewijsmateriaal. Volgens hem sluiten evolutietheorie en geloof in een God elkaar niet bij voorbaat uit.
Het dubbele gezicht van de evolutie
Er zijn weinig onderwerpen in de wetenschap die zo veel losmaken als juist de biologische evolutie. Al sinds de eerste jaren van deze theorie, in de tijd van Darwin tot op de dag van vandaag wordt er een discussie gevoerd tussen voorstanders en tegenstanders, die de evolutieleer als een bedreiging van het geloof in een almachtige God zien. De discussie werd zelfs tot in de rechtszaal voortgezet. Sommigen zetten de situatie op scherp met de slagzin: of wetenschap of geloof, d.w.z. ofwel evolutie of kiezen voor God.
Persoonlijk vraag ik mij dan af of het echt zo is. Ik ken verstandige wetenschappers die evolutie als een van de grote succesvolle wetenschappelijke theorieën zien en anderzijds verstandige gelovigen die een vast geloof hebben in God, de schepper van hemel en aarde. Bestaat er dan een waarheid voor de wetenschap en een andere voor het geloof? Moet ik schizofreen zijn om als wetenschapper in God te kunnen geloven?
Fides et Ratio is de dertiende encycliek van Paus Johannes Paulus II en verscheen op het feest van de Kruisverheffing op 14 september 1998.
Deze encycliek handelt over de verhouding van geloof en rede.
Inleiding
Eerste hoofdstuk - De openbaring van Gods wijsheid
Tweede hoofdstuk - Credo ut intellegam
Derde hoofdstuk - Intellego ut Credam
Vierde hoofdstuk - De verhouding van geloof en rede
Vijfde hoofdstuk - De tussenkomsten van het Leergezag in wijsgerige aangelegenheden
Zesde hoofdstuk - De wisselwerking tussen theologie en filosofie
Zevende hoofdstuk - Actuele eisen en opgaven
Achtste hoofdstuk - Slot
In 2010 verscheen er een bundel essays bij Kok Kampen onder de redactie van Alfred Driessen en Gerard Nienhuis. De titel was: Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof, Pleidooi voor intellectuele bescheidenheid.
In de tweede bijdrage gaat Alfred Driessen, emeritus hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit Twente, met de ogen van een natuurkundige naar evolutie kijken. Hij tracht aan te tonen dat het al dan niet verwijzen naar toeval reeds een grensoverschrijdende stap is. Want hiermee verlaat de natuurwetenschapper c.q. bioloog het terrein van natuurwetenschap, science, om zich te begeven in de wereld van de ideeën en geesteswetenschap. Daarnaast argumenteert hij dat het kunnen ontleden van biologische systemen tot de kleinste bouwstenen (moleculen en atomen) niet betekent het geheel zonder meer vanuit deze deeltjes kan worden geconstrueerd. Dit kan erop wijzen dat het evolutie proces iets subtieler kan zijn dan alleen met een blokkendoos te spelen.
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitanonduality01
Advaita is, net als zen, een directe bevrijdingsweg door middel van zelfrealisatie. Ooit was een dergelijke mysterieschool ook binnen het christendom aanwezig, met name in de laatmiddeleeuwse mystiek, die in haar methode van aanpak het best gerepresenteerd wordt door de bekende mysticus Meester Eckhart (ca. 1260 -1328).
In dit boek is de benadering van de advaita naast die van Meester Eckhart geplaatst. Zevenhonderd jaar tijdsverschil wordt hierdoor moeiteloos overbrugd en de tijdloze essentie kristalliseert zich glashelder uit.
Waar het in beide benaderingen om gaat, en wat eigenlijk niet voor discussie in aanmerking komt, is de directe, pure ervaring. Op praktische wijze wordt in Meester Eckhart versus advaita richting gegeven aan eenieder die binnen de christelijke cultuur de directe godservaring niet meer weet te vinden.
C.B. Zuijderhoudt (1944) kwam met mystiek in aanraking door zijn studie vergelijkende godsdienstwetenschappen. Zijn advaita-leraar Alexander Smit bracht hem tot het zien van zijn ware natuur. Mede daardoor werd ook de mystiek van Meester Eckhart herkend als een directe bevrijdingsweg.
Hc 39 a presentatie duurzaamheid en de ecologische realiteit
evolutie
1. AD VALVAS 3 FEBRUARI 2005PAGINA 8 PAGINA 9AD VALVAS RELIGIE & WETENSCHAP
De creationisten zijn terug aan de VU. Dit keer beroepen ze zich niet
op de Bijbel, maar op de Koran. Er een goed gesprek over voeren is
moeilijk, klagen de docenten. Dat werd Ad Valvas ook duidelijk.
Tekst: Peter Breedveld. Illustratie: Nico den Dulk
“Onze negentiende eeuw sterft weg onder de hypnose van het evolutiedogma”, zei VU-stichter
Abraham Kuyper in 1899 in zijn jaarrede aan de universiteit. De evolutietheorie was een gevoe-
lige kwestie aan de VU en bleef dat lange tijd, óók op de biologische faculteit. Daarom werd
daar in 1953 Gyrinus natans opgericht. Gyrinus, nu een neutrale studievereniging, begon als
‘evolutiestudiekring’ waar de discussie ‘evolutie versus schepping’ centraal stond. Ze hield
zich bezig met “de bestudering van de problemen waarmee een Christenbioloog te maken
heeft, in het bijzonder de problemen die ons in het geloof kunnen aanranden”.
Pas in de jaren vijftig en zestig slaagde VU-bioloog Jan Lever erin de evolutietheorie min of
meer geaccepteerd te krijgen. In de jaren zestig hield hij lezingen voor de NCRV-radio waarin hij
erop wees dat de evolutietheorie en het christelijk geloof elkaar niet in de weg hoefden te zit-
ten. Zo kreeg hij een groot deel van de christengemeenschap in Nederland langzaam om.
Een nieuwe professor Lever
“Dat is wat moslimstudenten ook nodig hebben, een islamitische professor Lever”, zegt
Marianne Donker, docente aan de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, waar Biologie
tegenwoordig onder valt. “Een imam met een wetenschappelijke achtergrond, die een balans
weet te vinden tussen de verhalen uit de koran en de wetenschap.”
“Ik heb nooit moeite gehad met de evolutietheorie omdat ik die buiten mijn
persoonlijke opvatting plaats. Dat wij allemaal uit één enkele cel zijn voortgeko-
men en afstammen van apen gaat er bij mij niet in, omdat ik geloof in het
Scheppingsverhaal van de Koran waarbij Adam en Eva de eerste mensen op
aarde waren. De mens is een uniek schepsel. In het darwinistisch principe van
de survival of the fittest kan ik me bijvoorbeeld wel vinden. Ik geloof echter wel
dat daar een een hogere macht achter zit. Tijdens mijn studie is mijn geloof zelfs
versterkt doordat ik steeds weer te maken kreeg met wonderlijke mechanismes,
mechanismes die in mijn opvattingen door Allah gestuurd zijn.” Sanna (22),
studente Biomedische Wetenschappen
Als studente heeft Donker zelf nog college gehad van Lever. Eén van zijn tentamens had de
vorm van een uitgebreid gesprek waarin studenten moesten laten zien op de hoogte te zijn van
de historische context van de biologie. Antonie van Leeuwenhoek, Copernicus en Darwin pas-
seerden de revue. “Ook religie en persoonlijke overtuigingen kwamen ter sprake”, vertelt
Donker.
Begin december organiseerde ze aan de VU een bijeenkomst over islam en evolutie voor
docenten en andere belangstellenden. “Omdat er in de gangen werd gemopperd”, vertelt ze.
“Dat vind ik onaangenaam.” Veel docenten ondervonden namelijk weerstand onder hun mos-
limstudenten als de evolutietheorie ter sprake kwam. Het was dan ook een druk bezochte bij-
eenkomst.
Onder de aanwezigen waren Cor Zonneveld en Nico van Straalen, die een college Mens en
Evolutie geven voor zo’n honderd eerstejaars Biomedische Wetenschappen. Ongeveer twintig
procent van hen is moslim. In het college komt onder andere de evolutie van de mens aan de
orde. “Tijdens het college zelf merk je niet veel van mensen die daar moeite mee hebben”, ver-
telt Zonneveld. “Dat komt pas als je studenten één op één spreekt. ‘Dat de mens van apen
afstamt, dat gelooft u toch zelf ook niet’, hoor je dan.”
Leugenachtige site
Op zich heeft Zonneveld daar weinig moeite mee. De evolutietheorie is weliswaar zo’n belangrij-
ke wetenschappelijke theorie dat zijn studenten haar moeten kénnen, erin gelóven hoeven ze
van hem niet. “Maar toen liet ik ze een essay schrijven over de vraag of de mens nog steeds
evolueert. Op microniveau is dat inderdaad het geval en de meeste studenten, ook de meeste
moslimstudenten, hebben daar geen moeite mee. Vijf of zes studenten weken bij het schrijven
van dat essay echter van de opdracht af. Die schreven dingen die apert onwaar zijn. Daar
sprak een weerzin tegen de evolutietheorie uit die ze is aangepraat. Als we accepteren dat de
mens op genetisch niveau nog evolueert, zeggen ze, dan moeten we ook mee met de theorie
dat de mens van de apen afstamt.” Het ergste geval vond Zonneveld een student die schreef
dat wetenschappers proberen Allah dwars te zitten. “Ik heb eens met die jongen gesproken.
Dan is hij heel vriendelijk. Maar zijn geschreven teksten hebben een anti-westerse toonzetting.”
“Ik word als studente aan de universiteit geacht geacht mijn geloof in twijfel te
trekken, omdat dat geloof tegenstrijdig zou zijn met de wetenschap. Zo vergaat
het immers ook de studenten met een christelijke achtergrond. Wat de meeste
mensen echter niet weten, is dat er in de islam en de Koran veel ruimte is voor
wetenschap. Ik geloof niet dat er wetenschappelijk bewezen feiten bestaan die
door de Koran worden tegengesproken. De schepper van onze werkelijkheid is
immers dezelfde die ons de Heilige geschriften heeft gegeven.” Malika (26),
studente Biomedische Wetenschappen
Veel van de citaten in de gewraakte essays, zo ontdekte de docent, kwamen van de website
An Invitation to the Truth van de Turkse islamist Harun Yahya (www.harunyahya.com). Deze
Harun Yahya wekt niet de indruk moslimextremist te zijn. Zo neemt hij op zijn site expliciet stel-
ling tegen terrorisme (“elke goede moslim wijst terrorisme af en deelt in het verdriet van de
slachtoffers ervan”) en antisemitisme (“volledig in tegenspraak met de koran”). Maar hij ver-
klaart zich er ook uitvoerig tegen de evolutietheorie, door hem aangeduid als ‘Darwinisme’.
Het was voor deze website dat de Leidse islamdeskundige Johan Meuleman nadrukkelijk waar-
schuwde op de door Donker georganiseerde bijeenkomst. Het gaat Yahya volgens Meuleman
namelijk niet om een wetenschappelijke discussie, maar om de verbreiding van een uitgespro-
ken anti-westers wereldbeeld. Yahya zou de evolutieleer zien als één van de oorzaken van het
mechanistisch-materialistische wereldbeeld dat in het Westen domineert en op quasi weten-
schappelijke manier tegenargumenten aandragen tegen de natuurwetenschappelijke bewijzen
voor de evolutietheorie. Donker noemt de teksten van Yahya “leugenachtig, zó onwaar!” “Dat
studenten daar klakkeloos citaten van overnemen, schiet bij mij totaal in het verkeerde keel-
gat”, zegt Zonneveld.
Geen wetenschap maar politiek
Het probleem is dat er in Nederland nauwelijks moslimautoriteiten met een wetenschappelijke
achtergrond zijn. Dat zei Nelly van Doorn-Harder, bijzonder hoogleraar Christen-Moslimrelaties
aan de VU, tijdens de bijeenkomst in december. Van Doorn werkte jarenlang in Indonesië en
daar, vertelde ze, heb je zulke bèta-imams wel. Zij weten waar ze het over hebben als ze advies
geven over hoe je de moderne wetenschap rijmt met je geloof. In Nederland moeten jonge mos-
lims voor de beantwoording van zulke vragen echter massaal het internet op. Daar raken ze in
de greep van wat Van Doorn ‘poptheologen’ noemt: zelfbenoemde korankenners die zich bij het
vellen van hun oordelen niet laten hinderen door enige wetenschappelijke kennis.
“De evolutietheorie legt te veel de nadruk op toeval. De ingewikkeldheid van de
organismen en het universum sluiten echter uit dat die door toeval zouden zijn
ontstaan. Wij hebben dus geen islamitische professor Lever nodig om dit te kun-
nen begrijpen. De wetenschap die op de juiste manier beoefend wordt door
wetenschappers, gaat gepaard met wat er in de koran staat. En waarom zou
Adam niet uit klei geschapen kunnen worden, als Jezus door Allah zonder vader
uit een moeder tot leven is gewekt.” Imad (20), student Biomedische
Wetenschappen
Gewapend met de theologie die ze al surfend op internet in elkaar hebben geknutseld, gaat
een aantal van die studenten tijdens de colleges de discussie met hun docent aan. Dat drijft
veel docenten tot wanhoop. “Ik wil het tijdens mijn college over wetenschap hebben, maar dat
wordt nogal eens een politieke discussie. Ze willen niet luisteren, ze rebelleren tegen de
wetenschap”, klaagde een docent op de bijeenkomst. Dat een aantal andere aanwezigen daar-
op suggereerde dat docenten zich eens in de achtergrond van de betreffende studenten kon-
den verdiepen, viel niet in goede aarde. “Ik moet al zo veel lezen. Ik heb helemaal geen zin om
óók nog eens die boeken van die mensen te gaan lezen”, verzuchtte Nico van Straalen.
“Van Straalen zal wel moeten”, zegt Marianne Donker. “Als docent moet je je een beetje ver-
diepen in de wetenschapstheoretische of religieuze achtergrond van je studenten, weten waar
ze in hun ontwikkeling zitten.” Zelf heeft ze in een weekend de Koran bestudeerd en Soera 23
ontdekt: “Voorwaar, Wij scheppen de mens uit een uittreksel van klei; Dan plaatsen Wij hem
als een kleine levenskiem in een veilige plaats. Vervolgens vormen Wij de levenskiem tot een
klonter bloed; daarna vormen Wij het geronnen bloed tot een klomp; dan vormen Wij beende-
ren uit deze klomp; daarna bekleden Wij deze beenderen met vlees; vervolgens ontwikkelen
Wij het tot een nieuwe schepping.” Een prima uitgangspunt voor een discussie over de evolu-
tietheorie, meent Donker.
Docenten moeten hun studenten ook niet dwingen om in de evolutietheorie te gelóven, vindt
ze. “Ik heb het idee dat sommige collega’s te graag willen dat de studenten hun eigen levens-
overtuiging delen. Zulke docenten zetten moslimstudenten op een achterstand. Bovendien sluit
de evolutietheorie een door God gestuurde schepping niet uit. Niemand weet wat de drijvende
kracht is.”
Bekeren tot de evolutieleer
VU-theoloog Willem-Jan de Wit ziet het ongeveer ook zo. Hij is bezig aan een proefschrift over
VU-theoloog Herman Bavinck (1854-1921) en evolutie. Daarin bepleit hij een ‘binoculair
model’, een verwijzing naar een verrekijker. “Een verrekijker heeft twee lenzen. Om diepte te
kunnen zien heb je die alletwee nodig. Voor onze werkelijkheid geldt dat ook: die bekijk je door
een religielens én door een wetenschapslens.”
De Wit kan zich de positie van de moslimstudenten wel voorstellen. “Zelf heb ik geworsteld
met de tegenstellingen tussen de moderne en de christelijke wereldbeschouwing. In principe
sta ik nu open voor de evolutietheorie; die is niet per se in strijd met de belijdenis dat God de
Schepper is.”
“Moslimstudenten hebben naar mijn mening geen professor Lever nodig, aange-
zien het voor het ons duidelijk is wat wel en niet klopt aan de evolutietheorie.
Wij gaan uit van de islam als basis van waarheid en kijken dan hoe alle feitelijke
kennis (een theorie blijft een theorie, dat geldt voor iedereen) daarin past of niet
past. Het mooiste is als je erachter komt dat iets wat net ontdekt is eigenlijk
allang in de Koran beschreven werd. Dit versterkt het geloof alleen maar. Het
grootste gedeelte van de evolutietheorie strookt uiteraard niet met het
Scheppingsverhaal in de Koran, maar dit houdt niet in dat moslims niet open
moeten blijven staan voor wetenschappelijke discussie.” Sarra (22), studente
Biomedische Wetenschappen
“Ik merk dat wij als westerlingen de neiging hebben om religieuze overtuigingen op afstand te
houden”, zegt Van Straalen. Enigszins schuldbewust beaamt hij dat wat Donker zegt wel waar
is: “Ik kan me voorstellen dat mensen het gevoel kunnen krijgen dat we ze tot de evolutieleer
willen bekeren. Daar moeten we voor oppassen. Mensen moeten in hun waarde worden gela-
ten. Maar er zijn een aantal feiten waar je niet omheen kunt. Fossielen bijvoorbeeld, die liggen
er. Daar valt dan toch over te praten?”
“Misschien moeten we een paar van die grote meneren uit het Midden-Oosten overvliegen en
op onze studenten loslaten”, suggereerde Nelly van Doorn op de docentenbijeenkomst. Wat er
precies moet gebeuren weet Marianne Donker nog niet. Ze denkt aan het opzetten van een
platform waar docenten en studenten, creationisten en evolutionisten met elkaar in dialoog
gaan, of een programma om studenten te helpen de weg te vinden tussen hun religie en de
wetenschap.
Het is ook een kwestie van fatsoen, besluit Donker uiteindelijk. “Ons fatsoen om anderen
te laten geloven wat ze geloven en hun fatsoen om ons te laten vertellen over de evolutie-
theorie.”
Evolutietheorie leidt opnieuw tot heftige discussies aan de VU
De evolutie van een artikel
In Ad Valvas van 20 december vorig jaar werd kort bericht over een bijeenkomst van
natuurwetenschappelijke VU-docenten waarop geklaagd werd over islamitische stu-
denten die zich afwijzend opstellen tegenover de evolutietheorie. De moslimstuden-
ten over wie het ging kwamen in dat stukje niet aan het woord en dat vond de redac-
tie jammer. Daarom ging redacteur Peter Breedveld begin dit jaar naar hen op zoek.
Vier studenten - een man en drie vrouwen - blijken bereid met hem te praten. Het zijn
prettige gesprekken en de studenten wordt inzage beloofd in de weergave ervan
vóórdat het artikel zal worden gepubliceerd.
Uit dat artikel komt de man, Imad, naar voren als iemand die de evolutietheorie reso-
luut afwijst en het woord ‘evolutie’ liever niet gebruikt. De drie vrouwen laten aan-
zienlijk meer ruimte, al gelooft geen van hen dat de mens van apen afstamt. Ze lij-
ken er echter goed in te slagen een wetenschappelijke houding te integereren in hun
geloof. Dat geloof wordt zelfs versterkt door de wetenschappelijke kennis die ze aan
de VU opdoen, vertellen ze.
Met die weergave zeggen ze om diverse, niet allemaal expliciet verwoorde redenen
veel moeite te hebben. Breedveld heeft onder andere de indruk dat Imad moeite
heeft met de suggestie dat er een tegenstelling is tussen hem en de drie vrouwen.
De vier dreigen daarom hun medewerking in te trekken. Imad is de eerste die zich
laat overhalen daarover te komen praten. Al gauw komt zich daar echter nog een
andere student mee bemoeien. Deze man, een rechtenstudent, was eens bij de
interviews aanwezig. Toch beschuldigt hij Ad Valvas er nu van de woorden van de
geïnterviewden te hebben verdraaid. Het wordt duidelijk dat het ongepubliceerde
artikel behalve door de geïnterviewden zelf door een hele groep moslimstudenten is
gelezen. De rechtenstudent stelt zich op als de vertegenwoordiger van die groep. Hij
verbaast zich er zelfs over dat Imad naar dit gesprek is gekomen, want er was afge-
sproken dat hij alleen zou komen.
Een uiterst moeizaam gesprek van meer dan twee uur volgt, waarin Imad af en toe
wordt gesouffleerd door de rechtenstudent, die weigert te vertrekken. Imad hamert
erop dat hij er precies zo over denkt als de andere drie. Dat kan ook niet anders,
meent de rechtenstudent, want er is voor moslims maar één manier om tegen de
evolutietheorie aan te kijken en wie er anders over denkt, is geen moslim.
Ad Valvas doet de studenten uiteindelijk een uitzonderlijk aanbod: de eerdere weer-
gave van hun commentaren wordt geschrapt, en ieder krijgt de kans schriftelijk op
het hoofdartikel te reageren. Imad voelt daar niet zo veel voor, maar hij laat zich
overhalen door de rechtenstudent. De vier bijgaande commentaren zijn het resultaat.
‘Over fossielen
valt toch
te práten?’