1. Eindtermen ICT
o De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT
te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
Bv. Leerlingen zijn enthousiast om technologie te gebruiken door bijvoorbeeld
iPad’s om zo interactieve leermiddelen te gebruiken zoals Bookwidgets en
online bronnen te gaan zoeken en gebruiken.
o De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige
manier.
Bv. leerlingen leren hoe ze persoonlijke gegevens en wachtwoorden veilig
kunnen beheren, hoe ze omgaan met online informatie en bewust zijn van
digitale omgangsregels en privacy.
o De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
Bv. Door behulp van digitale oefenprogramma’s of online platforms
zelfstandig leerlingen zelfstandig kunnen oefenen en hun vaardigheden
kunnen verbeteren zonder toeziende oog van een leerkracht.
o De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
Bv. Dat leerlingen met behulp van technologie zelfstandig kunnen leren.
Bijvoorbeeld het volgen van online cursussen, het raadplegen van digitale
bronnen en het maken van interactieve oefeningen.
o De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
Bv. Dat leerlingen een presentatie kunnen maken door dingen op te zoeken
en het in een PowerPoint te zetten.
o De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale
informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
Bv. Leerlingen gaan door het gebruik van computers en internet gebruiken
gerichte informatie opzoeken en deze informatie dan verwerken en opslaan.
2. o De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan
anderen.
Bv. Leerlingen gaan gebruik maken van PowerPoint om informatie op een
visuele en leuke manier te presenteren aan hun klasgenoten. Hierin kunnen
ze ook afbeeldingen zetten of filmpjes laten zien.
o De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en
doelmatige manier te communiceren.
Bv. Leerlingen leren hoe ze om moeten gaan met e-mails, chat of sociale
media. Ze leren hoe ze hun privacy hierbij kunnen beschermen en hoe ze op
een respectvolle manier moeten communiceren en hoe ze kunnen zien of een
bron betrouwbaar is.