SlideShare a Scribd company logo
1 of 43
Jordi Casteleyn
Antwerp School of Education

jordi.casteleyn@uantwerpen.be
jordi_casteleyn

www.slideshare.net/jordi013
Creëer je eigen poëzie-canon. 

Op weg naar een wetenschappelijke basis
voor poëziedidactiek
Hoe creëer je een canon van de poëzie?
Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
Hoe creëer je een canon van de poëzie?
Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
lees 6 gedichten
plaats ze in volgorde van appreciatie door adolescenten
geef argumenten waarom jouw volgorde ‘klopt’
Gedicht 1.



Er is een hek waar wij op zitten

en voor ons strekt een weide zich uit

onder een paarse lucht die is volgestouwd

met dode sterren en satellieten

‘Hoe spel je satellieten?’

vraagt mijn vriend die

de haartjes van zijn linkerduim aan het trekken is.
Gedicht 2.



Wat je niet allemaal bestaan hebt, onteigend
omhelsd hebt, geweest bent, nu zit je

op wacht aan je bed
Gedicht 3.



Hij is niet op komen dagen.

Misschien werd hij ziek of liep hij

onder de tram, misschien sprak een ander

hem aan. Misschien vergat hij zijn horloge
Gedicht 4.



1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad

rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
Gedicht 5.



Ze maakt zich elke morgen na ontbijt 

steeds langzamer klaar, om in de winkel
van mijn vader de klanten te ontvangen. 

Voor de oude spiegel 

staand ziet ze haar romp
Gedicht 6.
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd

in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven

toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Gedicht 1.



Er is een hek waar wij op zitten

en voor ons strekt een weide zich uit

onder een paarse lucht die is volgestouwd

met dode sterren en satellieten

‘Hoe spel je satellieten?’

vraagt mijn vriend die

de haartjes van zijn linkerduim aan het trekken is.
Gedicht 2.



Wat je niet allemaal bestaan hebt, onteigend
omhelsd hebt, geweest bent, nu zit je

op wacht aan je bed
Gedicht 3.



Hij is niet op komen dagen.

Misschien werd hij ziek of liep hij

onder de tram, misschien sprak een ander

hem aan. Misschien vergat hij zijn horloge
Gedicht 4.



1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad

rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
Gedicht 5.



Ze maakt zich elke morgen na ontbijt 

steeds langzamer klaar, om in de winkel
van mijn vader de klanten te ontvangen. 

Voor de oude spiegel 

staand ziet ze haar romp
Gedicht 6.
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd

in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven

toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
4
6
1
3
2
5
1 Belevend lezen 2 Herkennend lezen 3 Reflecterend lezen 4 Interpreterend lezen 5 Letterkundig lezen 6 Academisch lezen
Bevat frequent gebruikte woorden (1)
bevat alledaags taalgebruik (1)
het gedicht bevat één semantisch
veld (2)
het verloop is duidelijk en eenvoudig,
het gedicht is erg verhalend (3)
het gedicht bevat mogelijk enkele
heldere stijlfiguren die geen obstakel
vormen voor de vlotte interpretatie
van het gedicht (zoals eindrijm,
alliteratie, anafoor en vergelijking) (4)


gaat over herkenbare onderwerpen
en gevoelens (5)
de lezer heeft weinig ervaring met
het lezen van poëzie en nauwelijks
kennis over het genre (5)
Bevat frequent gebruikte woorden
met occasioneel een onbekende
term (1)
bevat alledaags taalgebruik (1)
het gedicht bevat een of twee
semantische velden (2)
het verloop is coherent, het gedicht
is verhalend maar er is ook ruimte
voor enige mate van beschrijving (3)
het gedicht bevat enkele weinig
complexe stijlfiguren die geen
obstakel vormen voor de vlotte
interpretatie van het gedicht (zoals
enjambement, personificatie,
hyperbool en retorische vraag) (4)


gaat over herkenbare onderwerpen
en gevoelens (5)
de lezer heeft positieve ervaringen
met het lezen van eenvoudige
poëzie en enige kennis over het
genre (5)
genuanceerde en enigszins
gevarieerde woordkeuze (1)
bevat alledaags taalgebruik met
occasioneel een archaïsch woord of
een woord uit een andere taal, regio-
en sociolect (1)
het gedicht bevat een of twee
semantische velden (2)
het verloop is mogelijk enigszins
gefragmenteerd,
de nadruk ligt iets meer op
beschrijving in plaats van op
handeling (3)
het gedicht bevat enkele
complexere stijlfiguren (zoals ellips,
polysyndeton/asyndeton, volta,
pointe, pleonasme, metafoor en
metonymie) (4)


gaat over onderwerpen en
gevoelens die verder van de
leefwereld van jongeren kunnen
liggen (5)
de lezer kan algemene kennis (over
mens en wereld) en leeservaring van
poëzie inzetten bij de interpretatie
van gedichten (5)
gevarieerde woordkeuze die ver van
het taalgebruik van de lezer kan
liggen (1)
kan archaïsche taal bevatten en
woorden uit andere talen, regio- en
sociolecten (1)
het gedicht bevat wellicht twee
semantische velden (2)
het verloop is mogelijk
gefragmenteerd, de nadruk ligt in de
eerste plaats op beschrijving/
reflectie en minder op de handeling
(3)
het gedicht kan een experimentele
stijl hebben en bevat meerdere
complexere stijlfiguren (zoals
synesthesie, onomatopee en
oxymoron) (4)


gaat over onderwerpen en
gevoelens die verder van de
leefwereld van jongeren kunnen
liggen (5)
de lezer kan algemene kennis (over
mens en wereld) en specifieke
kennis over het poëtische genre
inzetten bij de interpretatie van
gedichten (5)
gevarieerde en geraffineerde
woordkeuze die ver van het
taalgebruik van de lezer kan liggen
(1)
kan archaïsche taal bevatten, en
woorden uit andere talen, regio- en
sociolecten (1)
het gedicht bevat wellicht meerdere
semantische velden (2)
het verloop is mogelijk
gefragmenteerd, de nadruk ligt in de
eerste plaats op beschrijving/
reflectie en minder op de handeling
(3)
het gedicht kan een experimentele
stijl hebben en bevat meerdere
complexere stijlfiguren die de
interpretatie van het gedicht
uitdagend maken (zoals paradox en
complexere metaforen) (4)


gaat over meerduidige onderwerpen
en (impliciete) gevoelens die ver van
de leefwereld van jongeren kunnen
liggen (5)
de lezer kan algemene kennis (over
mens en wereld) en inzicht in de
culturele, poëticale en literair-
historische context van het gedicht
en het genre inzetten bij de
interpretatie (5)
gevarieerde en geraffineerde
woordkeuze die ver van het
taalgebruik van de lezer kan liggen
en vaak moeilijk te doorgronden is
(1)
kan archaïsche taal bevatten, en
woorden uit andere talen, regio- en
sociolecten (1)
het gedicht bevat meerdere
semantische velden en bevat vaak
verwijzingen naar andere
cultuuruitingen (2)
er is nauwelijks een verloop. De
nadruk ligt op de introspectie van het
lyrisch subject (3)
het gedicht kan een experimentele
stijl hebben en bevat meerdere
complexere stijlfiguren die de
interpretatie van het gedicht
uitdagend maken (zoals paradox;
complexe metaforen en allegorieën)
(4)
gaat over meerduidige onderwerpen
en (impliciete) gevoelens die ver van
de leefwereld van jongeren kunnen
liggen (5)
de lezer kan algemene kennis (over
mens en wereld), specialistische
inzichten in de culturele, poëticale en
literair-historische context en
(impliciete) verwijzingen naar
klassieke motieven (de Bijbel,
mythologie) en naar andere teksten
en cultuuruitingen
inzetten bij de interpretatie van
gedichten (5)
Level 2 Level 3 Level 4 Level 5 Level 6
t p d t p d t p d t p d t p d
Test 1 3.73 <.01 .29 4.64 <.01 .42 5.08 <.01 .48 2.86 <.01 .26 7.98 <.01 .85
Level 1 Test 2 .11 .92 .03 .69 .50 .21 1.62 .11 .50 -.08 .94 .02 2.99 <.01 .91
Test 3 .36 .72 .11 -.96 .35 .30 -.07 .94 .02 2.65 .01 .83 1.96 .06 .61
Test 1 .79 .43 .07 1.04 .30 .11 -.56 .58 .05 4.05 <.01 .47
Level 2 Test 2 .65 .52 .20 1.70 .10 .52 -.17 .86 .05 3.19 <.01 .97
Test 3 -1.46 .15 .46 -.61 .54 .19 2.41 .02 .75 1.69 .10 .53
Test 1 .32 .75 .03 -1.44 .15 .12 4.56 <.01 .38
Level 3 Test 2 .88 .39 .27 -.72 .47 .22 2.62 .01 .80
Test 3 .85 .40 .27 3.57 <.01 1.11 3.29 <.01 1.03
Test 1 -1.69 .09 .14 4.11 .01 .35
Level 4 Test 2 -1.81 .08 .55 2.54 .02 .77
Test 3 3.24 <.01 1.01 2.04 .05 .64
Test 1 5.37 <.01 .53
Level 5 Test 2 3.82 <.01 1.16
Test 3 -.78 .44 .24
Hoe sterk verschillen die niveaus?
(focus op appreciatie)
Level 2 Level 3 Level 4 Level 5 Level 6
t p d t p d t p d t p d t p d
Test 1 3.73 <.01 .29 4.64 <.01 .42 5.08 <.01 .48 2.86 <.01 .26 7.98 <.01 .85
Level 1 Test 2 .11 .92 .03 .69 .50 .21 1.62 .11 .50 -.08 .94 .02 2.99 <.01 .91
Test 3 .36 .72 .11 -.96 .35 .30 -.07 .94 .02 2.65 .01 .83 1.96 .06 .61
Test 1 .79 .43 .07 1.04 .30 .11 -.56 .58 .05 4.05 <.01 .47
Level 2 Test 2 .65 .52 .20 1.70 .10 .52 -.17 .86 .05 3.19 <.01 .97
Test 3 -1.46 .15 .46 -.61 .54 .19 2.41 .02 .75 1.69 .10 .53
Test 1 .32 .75 .03 -1.44 .15 .12 4.56 <.01 .38
Level 3 Test 2 .88 .39 .27 -.72 .47 .22 2.62 .01 .80
Test 3 .85 .40 .27 3.57 <.01 1.11 3.29 <.01 1.03
Test 1 -1.69 .09 .14 4.11 .01 .35
Level 4 Test 2 -1.81 .08 .55 2.54 .02 .77
Test 3 3.24 <.01 1.01 2.04 .05 .64
Test 1 5.37 <.01 .53
Level 5 Test 2 3.82 <.01 1.16
Test 3 -.78 .44 .24
Hoe sterk verschillen die niveaus?
(focus op appreciatie)
Gedichten

& jij
Gedichten, 

jij & de wereld
Gedichten, 

jij, de wereld & poëzie
Belevend lezen Herkennend lezen Reflecterend lezen Interpreterend lezen Letterkundig lezen
Academisch lezen
Frequently used words Frequently used words,
occasionally an unknown word
Balanced and slightly varied
choice of words
Varied choice of words that may
be uncommon for an
adolescent or young adult
Varied and refined choice of
words that are beyond the
language use of the average
adolescent or young adult
Elaborate and refined choice of
words that are beyond the
language use of the average
adolescent or young adult, and
that are often difficult to
understand
Everyday language Everyday language Everyday language, but
occasionally an archaic word or
a word from another language,
dialect, or sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolec
One semantic field One or two semantic fields One or two semantic fields Two semantic fields More than two semantic fields More than two semantic fields,
and often references to other
cultural artifacts
A clear and simple storyline A coherent storyline, but
descriptive passages can occur
A slightly fragmented storyline:
emphasis on description rather
than on action
Possibly a fragmented storyline:
emphasis on description and
reflection rather than on action
Possibly a fragmented storyline:
emphasis on description and
reflection rather than on action
Hardly any storyline: emphasis
on introspection of the lyrical
subject
Use of simple stylistic devices
(e.g. rhyme, alliteration,
anaphor and comparison), that
does not challenge
interpretation of the poem
Use of some less complex
stylistic devices (e.g.
enjambement, personification,
hyperbole and rhetorical
question), that does not
challenge the interpretation of
the poem
Use of some more complex
stylistic devices (e.g. ellipse,
polysyndeton, asyndeton, volta,
pointe, pleonasme, metaphor
and metonymy)
Use of complex stylistic devices
(e.g. synaesthesia,
onomatopoeia, oxymoron).
Possibly a more experimental
style.
Use of complex stylistic devices
(e.g. paradox) that challenges
the interpretation of the poem.
Possibly a more experimental
style.
Use of complex stylistic devices
(e.g. paradox, complex
metaphors and allegories) that
challenges the interpretation of
the poem. Mostly an
experimental style.
Recognizable topics and
feelings
Recognizable topics and
feelings
Topics and feelings that may be
less common in the life of an
adolescent or young adult
Topics and feelings that may be
less common in the life of an
adolescent or young adult
Multidimensional topics and
implicit feelings that may be
uncommon in the life of an
adolescent or young adult
Multidimensional topics and
implicit feelings that may be
uncommon in the life of an
adolescent or young adult
Een taxonomie van poëzie
Gedicht 1.



Er is een hek waar wij op zitten

en voor ons strekt een weide zich uit

onder een paarse lucht die is volgestouwd

met dode sterren en satellieten

‘Hoe spel je satellieten?’

vraagt mijn vriend die

de haartjes van zijn linkerduim aan het trekken is.
Gedicht 2.



Wat je niet allemaal bestaan hebt, onteigend
omhelsd hebt, geweest bent, nu zit je

op wacht aan je bed
Gedicht 3.



Hij is niet op komen dagen.

Misschien werd hij ziek of liep hij

onder de tram, misschien sprak een ander

hem aan. Misschien vergat hij zijn horloge
Gedicht 4.



1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad

rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
Gedicht 5.



Ze maakt zich elke morgen na ontbijt 

steeds langzamer klaar, om in de winkel
van mijn vader de klanten te ontvangen. 

Voor de oude spiegel 

staand ziet ze haar romp
Gedicht 6.
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd

in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,

haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven

toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
4
6
1
3
2
5
Gedichten

& jij
Gedichten, 

jij & de wereld
Gedichten, 

jij, de wereld & poëzie
Belevend lezen Herkennend lezen Reflecterend lezen Interpreterend lezen Letterkundig lezen
Academisch lezen
Frequently used words Frequently used words,
occasionally an unknown word
Balanced and slightly varied
choice of words
Varied choice of words that may
be uncommon for an
adolescent or young adult
Varied and refined choice of
words that are beyond the
language use of the average
adolescent or young adult
Elaborate and refined choice of
words that are beyond the
language use of the average
adolescent or young adult, and
that are often difficult to
understand
Everyday language Everyday language Everyday language, but
occasionally an archaic word or
a word from another language,
dialect, or sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolec
One semantic field One or two semantic fields One or two semantic fields Two semantic fields More than two semantic fields More than two semantic fields,
and often references to other
cultural artifacts
A clear and simple storyline A coherent storyline, but
descriptive passages can occur
A slightly fragmented storyline:
emphasis on description rather
than on action
Possibly a fragmented storyline:
emphasis on description and
reflection rather than on action
Possibly a fragmented storyline:
emphasis on description and
reflection rather than on action
Hardly any storyline: emphasis
on introspection of the lyrical
subject
Use of simple stylistic devices
(e.g. rhyme, alliteration,
anaphor and comparison), that
does not challenge
interpretation of the poem
Use of some less complex
stylistic devices (e.g.
enjambement, personification,
hyperbole and rhetorical
question), that does not
challenge the interpretation of
the poem
Use of some more complex
stylistic devices (e.g. ellipse,
polysyndeton, asyndeton, volta,
pointe, pleonasme, metaphor
and metonymy)
Use of complex stylistic devices
(e.g. synaesthesia,
onomatopoeia, oxymoron).
Possibly a more experimental
style.
Use of complex stylistic devices
(e.g. paradox) that challenges
the interpretation of the poem.
Possibly a more experimental
style.
Use of complex stylistic devices
(e.g. paradox, complex
metaphors and allegories) that
challenges the interpretation of
the poem. Mostly an
experimental style.
Recognizable topics and
feelings
Recognizable topics and
feelings
Topics and feelings that may be
less common in the life of an
adolescent or young adult
Topics and feelings that may be
less common in the life of an
adolescent or young adult
Multidimensional topics and
implicit feelings that may be
uncommon in the life of an
adolescent or young adult
Multidimensional topics and
implicit feelings that may be
uncommon in the life of an
adolescent or young adult
Een taxonomie van poëzie
Gedichten

& jij
Gedichten, 

jij & de wereld
Gedichten, 

jij, de wereld & poëzie
Experiential poems Identifiable poems Reflective poems Interpretative poems Literary poems Academic poems
Frequently used words Frequently used words, occasionally an
unknown word
Balanced and slightly varied choice of
words
Varied choice of words that may
be uncommon for an adolescent
or young adult
Varied and refined choice of words that are beyond the language use of the average
adolescent or young adult
Elaborate and refined choice of words that are
beyond the language use of the average adolescent
or young adult, and that are often difficult to
understand
Everyday language Everyday language Everyday language, but occasionally
an archaic word or a word from
another language, dialect, or
sociolect
Some archaic words or words
from another language, dialect,
or sociolect
Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another
language, dialect, or sociolec
One semantic field One or two semantic fields One or two semantic fields Two semantic fields More than two semantic fields More than two semantic fields, and often references
to other cultural artifacts
A clear and simple storyline A coherent storyline, but descriptive
passages can occur
A slightly fragmented storyline:
emphasis on description rather than
on action
Possibly a fragmented storyline:
emphasis on description and
reflection rather than on action
Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than
on action
Hardly any storyline: emphasis on introspection of
the lyrical subject
Use of simple stylistic devices (e.g. rhyme, alliteration,
anaphor and comparison), that does not challenge
interpretation of the poem
Use of some less complex stylistic devices
(e.g. enjambement, personification,
hyperbole and rhetorical question), that
does not challenge the interpretation of the
poem
Use of some more complex stylistic
devices (e.g. ellipse, polysyndeton,
asyndeton, volta, pointe, pleonasme,
metaphor and metonymy)
Use of complex stylistic devices
(e.g. synaesthesia,
onomatopoeia, oxymoron).
Possibly a more experimental
style.
Use of complex stylistic devices (e.g. paradox) that challenges the interpretation of
the poem. Possibly a more experimental style.
Use of complex stylistic devices (e.g. paradox,
complex metaphors and allegories) that challenges
the interpretation of the poem. Mostly an
experimental style.
Recognizable topics and feelings Recognizable topics and feelings Topics and feelings that may be less
common in the life of an adolescent
or young adult
Topics and feelings that may be
less common in the life of an
adolescent or young adult
Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an
adolescent or young adult
Multidimensional topics and implicit feelings that
may be uncommon in the life of an adolescent or
young adult
groei
verlangen
verwondering
herinnering
protest
Een taxonomie van poëzie
een anthologie van poëzie
extra aandacht voor:

• jongerenliteratuur
• jonge en vrouwelijke dichters
• schrijvers met een migratie-achtergrond
• innovatieve poëzievormen zoals slam poetry en songteksten
• gedichten met een opbeurend onderwerp
• enzovoort
Gedichten

& jij
Gedichten, 

jij & de wereld
Gedichten, 

jij, de wereld & poëzie
Belevend Herkennend Reflecterend Interpreterend Letterkundig Academisch
groei
verlangen
verwondering
herinnering
protest
Een anthologie van poëzie
een matrix van poëzie
Gedichten

& jij
Gedichten, 

jij & de wereld
Gedichten, 

jij, de wereld & poëzie
Belevend Herkennend Reflecterend Interpreterend Letterkundig Academisch
groei
verlangen
verwondering
herinnering
protest
Een anthologie van poëzie
een matrix van poëzie
1. Gebruik de taxonomie met drie categorieën om je eigen anthologie te
creëren.
2. Neem niet enkel gedichten uit de canon, maar selecteer ook poëzie
uit de jongerenliteratuur, slam poetry, vrolijke gedichten, enzovoort.
3. Verander je anthologie in een matrix door ze aan thema’s zoals groei
en verlangen te koppelen.
4. Geef jouw leerlingen een vertrekpunt in deze matrix. Wees
aandachtig voor de factoren die het verschil tussen de categorieën
verklaren.
5. Laat jouw leerlingen vrij de inhoud van de matrix ontdekken. Er is
geen verschil in kwaliteit tussen de categorieën.
6. Vraag jouw leerlingen om hun reis door de matrix vast te leggen.
7. Vraag jouw leerlingen om de matrix aan te vullen.
Hoe creëer je een canon van de poëzie?
Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
Is Wislawa Szymborska een auteur?
Is Peter Chaffer een auteur?
Wislawa Szymborska
• “één van de meest
gelezen én gelauwerde
dichters van deze tijd”
• Nobelprijs literatuur
1996
Is Wislawa Szymborska een auteur?
Is Peter Chaffer een auteur?
Peter Chaffer liep de Manchester Marathon in 3u 11m 35s
Brysbaert, Mandera, & Keuleers (2013)
Hoe creëer je een canon van de poëzie?
Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
Vanhooren, Pereira, & Bolhuis (2017)
Waarom zou je boeken lezen?
taalcompetentie en:
• identiteit
• communicatie
• informatie
• cultuur
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
!
!!
STUDIESUCCES IN HET EERSTE
JAAR HOGER ONDERWIJS IN
VLAANDEREN
Een analyse van de impact van
kenmerken van studenten en van
opleidingen
Ignace Glorieux, Ilse Laurijssen & Olaf Sobczyk
Mannen blijven minder studierendement
vertonen dan vrouwen, en ook een
benadeelde economische situatie, een
migratieachtergrond, een vertraagde
voorafgaande studieloopbaan, het hebben
van een laagopgeleide moeder en het
afstuderen in een richting verschillend van
het ASO heeft invloedrijke negatieve
gevolgen voor het studiesucces in het
hoger onderwijs.
“
Glorieux, Laurijssen, & Sobczyk (2015)
Lezen wordt nochtans niet vermeld in analyses
van studiesucces in hoger onderwijs …
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
cultureel kapitaal 



‘print exposure’ = “exposure to print”
Author Recognition Test
Magazine Recognition Test
Stanovich & Cunningham (1992)
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
cultureel kapitaal 



‘print exposure’ = “exposure to print”
Author Recognition Test
Magazine Recognition Test
Stanovich & Cunningham (1992)
Wislawa Szymborska
• “één van de meest
gelezen én gelauwerde
dichters van deze tijd”
• Nobelprijs literatuur
1996
Is Wislawa Szymborska een auteur?
Is Peter Chaffer een auteur?
Peter Chaffer liep de Manchester Marathon in 3u 11m 35s
Brysbaert, Mandera, & Keuleers (2013)
Maar:
• bibliotheekbezoek daalt vanaf 15 jaar

• appreciatie van lezen daalt vanaf 15 jaar
Stalpers (2005)
Clark & Teravainen (2017)
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
Reading comprehension requires knowledge of
words and the world
“ Hirsch (2003)
woordenschat
Brysbaert, Keuters, Mandera, & Stevens (2013)
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
• de relatie SAT en GPA verschilt per opleiding
• niet elk SAT-onderdeel voorspelt GPA even goed
• Vlaanderen: uren wiskunde secundair onderwijs
Fonteyne, Duyck, & De Fruyt (2017)
Lezers scoren hoger dan niet-lezers 

op maten van academisch succes, 

zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en
het eindexamencijfer van de middelbare school
“ Mol & Bus (2011)
Totale aantal deelnemers 2609
Studenten sociale wetenschappen
(psychologiestudenten, ‘liberal arts’, enz.)
2022
‘Gemengd’ 255
Onbekend 332
In welke mate is er een impact
van ‘print exposure’ en woordenkennis
op studiesucces in het hoger onderwijs?
Woordenkennis, thuistaal (NL of niet), onderwijsvorm 

(ASO of niet), wiskunde en faculteit (LW of niet) hebben
significant effect op het academisch succes
F(5,257)=22.86, p<.001, R Square=.31
Auteurscore 

(SD)
Woordscore
(SD)
GPA 

(SD)
Average point
per course (SD)
Farma, Biomed & Diergen 509.83 (2186.52) .55 (.17) .52 (.17) .56 (.20)
Geneeskunde & Gezondheid 667.00 (1902.35) .54 (.22) .56 (.18) .53 (.19)
Letteren & Wijsbegeerte 903.94 (1825.84) .53 (.19) .59 (.17) .54 (.20)
Ontwerpwetenschappen 41.82 (1827.14) .59 (.13) .58 (.13) .55 (.17)
Rechten 345.00 (1604.80) .46 (.16) .43 (.15) .50 (.21)
Sociale Wetenschappen -65.71 (2482.80) .58 (.16) .54 (.14) .43 (.18)
Toegepaste Econom Wet 744.118 (2284.66) .58 (.14) .58 (.17) .50 (.20)
Toegepaste Ingenieurswet -140.56 (3161.62) .42 (.27) .54 (.16) .51 (.21)
Wetenschappen 1229.06 (2937.67) .57 (.22) .61 (.17) .55 (.21)
Woordenkennis, thuistaal (NL of niet), onderwijsvorm 

(ASO of niet), wiskunde en faculteit (LW of niet) hebben
significant effect op het academisch succes
F(5,257)=22.86, p<.01, R Square=.29 socio-economische situatie
Auteurscore 

(SD)
Woordscore
(SD)
GPA 

(SD)
Average point
per course (SD)
Farma, Biomed & Diergen 509.83 (2186.52) .55 (.17) .52 (.17) .56 (.20)
Geneeskunde & Gezondheid 667.00 (1902.35) .54 (.22) .56 (.18) .53 (.19)
Letteren & Wijsbegeerte 903.94 (1825.84) .53 (.19) .59 (.17) .54 (.20)
Ontwerpwetenschappen 41.82 (1827.14) .59 (.13) .58 (.13) .55 (.17)
Rechten 345.00 (1604.80) .46 (.16) .43 (.15) .50 (.21)
Sociale Wetenschappen -65.71 (2482.80) .58 (.16) .54 (.14) .43 (.18)
Toegepaste Econom Wet 744.118 (2284.66) .58 (.14) .58 (.17) .50 (.20)
Toegepaste Ingenieurswet -140.56 (3161.62) .42 (.27) .54 (.16) .51 (.21)
Wetenschappen 1229.06 (2937.67) .57 (.22) .61 (.17) .55 (.21)
Maar
Auteurscore, leeftijd, geboorteland (België of niet),
onderwijsvorm (ASO of niet) en faculteit (Rechten, TIR
of niet) hebben een significante invloed op woordscore
Indirect effect van auteurscore op academisch succes
F(6,256)=6.35, p<.01, R Square=.13
Hoe creëer je een canon van de poëzie?
Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
Schrijf een kortverhaal
Gebruik deze 7 woorden in deze volgorde
Brussel-Noord
schemer
industrieterrein
kapotgeschoten
regenplassen
handpalmen
oostwaarts
Hoe creëer je een canon van de poëzie?
Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
Jordi Casteleyn
Antwerp School of Education

jordi.casteleyn@uantwerpen.be
jordi_casteleyn

www.slideshare.net/jordi013
Creëer je eigen poëzie-canon. 

Op weg naar een wetenschappelijke basis
voor poëziedidactiek
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poëziedidactiek.

More Related Content

More from Jordi Casteleyn

Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Jordi Casteleyn
 
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?Jordi Casteleyn
 
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stressCasteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stressJordi Casteleyn
 
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...Jordi Casteleyn
 
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen Jordi Casteleyn
 
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...Jordi Casteleyn
 
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijsDe rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijsJordi Casteleyn
 
Playing with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxietyPlaying with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxietyJordi Casteleyn
 
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...Jordi Casteleyn
 
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...Jordi Casteleyn
 
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...Jordi Casteleyn
 
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenterenTaaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenterenJordi Casteleyn
 
Hsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenterenHsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenterenJordi Casteleyn
 
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...Jordi Casteleyn
 
HSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi CasteleynHSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi CasteleynJordi Casteleyn
 
Learning how to present like Steve Jobs
Learning how to present like Steve JobsLearning how to present like Steve Jobs
Learning how to present like Steve JobsJordi Casteleyn
 
Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...
Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...
Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...Jordi Casteleyn
 
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)Jordi Casteleyn
 
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)Jordi Casteleyn
 

More from Jordi Casteleyn (20)

Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
 
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
 
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stressCasteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
 
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
 
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
 
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
 
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijsDe rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
 
Playing with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxietyPlaying with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxiety
 
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
 
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
 
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
 
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenterenTaaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
 
Hsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenterenHsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenteren
 
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
 
HSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi CasteleynHSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
 
Learning how to present like Steve Jobs
Learning how to present like Steve JobsLearning how to present like Steve Jobs
Learning how to present like Steve Jobs
 
Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...
Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...
Eekhoutcentrum Dag van het Nederlands "Hoe verbeter je de presentatietechniek...
 
NGOC version
NGOC versionNGOC version
NGOC version
 
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 2)
 
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)
"Hoe kun je de presentatietechnieken van je leerlingen verbeteren?" (deel 1)
 

Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poëziedidactiek.

  • 1. Jordi Casteleyn Antwerp School of Education
 jordi.casteleyn@uantwerpen.be jordi_casteleyn
 www.slideshare.net/jordi013 Creëer je eigen poëzie-canon. 
 Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poëziedidactiek
  • 2. Hoe creëer je een canon van de poëzie? Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
  • 3. Hoe creëer je een canon van de poëzie? Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
  • 4. lees 6 gedichten plaats ze in volgorde van appreciatie door adolescenten geef argumenten waarom jouw volgorde ‘klopt’
  • 5. Gedicht 1.
 
 Er is een hek waar wij op zitten
 en voor ons strekt een weide zich uit
 onder een paarse lucht die is volgestouwd
 met dode sterren en satellieten
 ‘Hoe spel je satellieten?’
 vraagt mijn vriend die
 de haartjes van zijn linkerduim aan het trekken is. Gedicht 2.
 
 Wat je niet allemaal bestaan hebt, onteigend omhelsd hebt, geweest bent, nu zit je
 op wacht aan je bed Gedicht 3.
 
 Hij is niet op komen dagen.
 Misschien werd hij ziek of liep hij
 onder de tram, misschien sprak een ander
 hem aan. Misschien vergat hij zijn horloge Gedicht 4.
 
 1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen strijken rimpels in het tafellaken glad
 rond een gerecht dat moeilijk en te veel voor twee en niet als op het plaatje is, Gedicht 5.
 
 Ze maakt zich elke morgen na ontbijt 
 steeds langzamer klaar, om in de winkel van mijn vader de klanten te ontvangen. 
 Voor de oude spiegel 
 staand ziet ze haar romp Gedicht 6. Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
 in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
 haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
 toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
  • 6. Gedicht 1.
 
 Er is een hek waar wij op zitten
 en voor ons strekt een weide zich uit
 onder een paarse lucht die is volgestouwd
 met dode sterren en satellieten
 ‘Hoe spel je satellieten?’
 vraagt mijn vriend die
 de haartjes van zijn linkerduim aan het trekken is. Gedicht 2.
 
 Wat je niet allemaal bestaan hebt, onteigend omhelsd hebt, geweest bent, nu zit je
 op wacht aan je bed Gedicht 3.
 
 Hij is niet op komen dagen.
 Misschien werd hij ziek of liep hij
 onder de tram, misschien sprak een ander
 hem aan. Misschien vergat hij zijn horloge Gedicht 4.
 
 1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen strijken rimpels in het tafellaken glad
 rond een gerecht dat moeilijk en te veel voor twee en niet als op het plaatje is, Gedicht 5.
 
 Ze maakt zich elke morgen na ontbijt 
 steeds langzamer klaar, om in de winkel van mijn vader de klanten te ontvangen. 
 Voor de oude spiegel 
 staand ziet ze haar romp Gedicht 6. Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
 in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
 haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
 toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. 4 6 1 3 2 5
  • 7. 1 Belevend lezen 2 Herkennend lezen 3 Reflecterend lezen 4 Interpreterend lezen 5 Letterkundig lezen 6 Academisch lezen Bevat frequent gebruikte woorden (1) bevat alledaags taalgebruik (1) het gedicht bevat één semantisch veld (2) het verloop is duidelijk en eenvoudig, het gedicht is erg verhalend (3) het gedicht bevat mogelijk enkele heldere stijlfiguren die geen obstakel vormen voor de vlotte interpretatie van het gedicht (zoals eindrijm, alliteratie, anafoor en vergelijking) (4) 
 gaat over herkenbare onderwerpen en gevoelens (5) de lezer heeft weinig ervaring met het lezen van poëzie en nauwelijks kennis over het genre (5) Bevat frequent gebruikte woorden met occasioneel een onbekende term (1) bevat alledaags taalgebruik (1) het gedicht bevat een of twee semantische velden (2) het verloop is coherent, het gedicht is verhalend maar er is ook ruimte voor enige mate van beschrijving (3) het gedicht bevat enkele weinig complexe stijlfiguren die geen obstakel vormen voor de vlotte interpretatie van het gedicht (zoals enjambement, personificatie, hyperbool en retorische vraag) (4) 
 gaat over herkenbare onderwerpen en gevoelens (5) de lezer heeft positieve ervaringen met het lezen van eenvoudige poëzie en enige kennis over het genre (5) genuanceerde en enigszins gevarieerde woordkeuze (1) bevat alledaags taalgebruik met occasioneel een archaïsch woord of een woord uit een andere taal, regio- en sociolect (1) het gedicht bevat een of twee semantische velden (2) het verloop is mogelijk enigszins gefragmenteerd, de nadruk ligt iets meer op beschrijving in plaats van op handeling (3) het gedicht bevat enkele complexere stijlfiguren (zoals ellips, polysyndeton/asyndeton, volta, pointe, pleonasme, metafoor en metonymie) (4) 
 gaat over onderwerpen en gevoelens die verder van de leefwereld van jongeren kunnen liggen (5) de lezer kan algemene kennis (over mens en wereld) en leeservaring van poëzie inzetten bij de interpretatie van gedichten (5) gevarieerde woordkeuze die ver van het taalgebruik van de lezer kan liggen (1) kan archaïsche taal bevatten en woorden uit andere talen, regio- en sociolecten (1) het gedicht bevat wellicht twee semantische velden (2) het verloop is mogelijk gefragmenteerd, de nadruk ligt in de eerste plaats op beschrijving/ reflectie en minder op de handeling (3) het gedicht kan een experimentele stijl hebben en bevat meerdere complexere stijlfiguren (zoals synesthesie, onomatopee en oxymoron) (4) 
 gaat over onderwerpen en gevoelens die verder van de leefwereld van jongeren kunnen liggen (5) de lezer kan algemene kennis (over mens en wereld) en specifieke kennis over het poëtische genre inzetten bij de interpretatie van gedichten (5) gevarieerde en geraffineerde woordkeuze die ver van het taalgebruik van de lezer kan liggen (1) kan archaïsche taal bevatten, en woorden uit andere talen, regio- en sociolecten (1) het gedicht bevat wellicht meerdere semantische velden (2) het verloop is mogelijk gefragmenteerd, de nadruk ligt in de eerste plaats op beschrijving/ reflectie en minder op de handeling (3) het gedicht kan een experimentele stijl hebben en bevat meerdere complexere stijlfiguren die de interpretatie van het gedicht uitdagend maken (zoals paradox en complexere metaforen) (4) 
 gaat over meerduidige onderwerpen en (impliciete) gevoelens die ver van de leefwereld van jongeren kunnen liggen (5) de lezer kan algemene kennis (over mens en wereld) en inzicht in de culturele, poëticale en literair- historische context van het gedicht en het genre inzetten bij de interpretatie (5) gevarieerde en geraffineerde woordkeuze die ver van het taalgebruik van de lezer kan liggen en vaak moeilijk te doorgronden is (1) kan archaïsche taal bevatten, en woorden uit andere talen, regio- en sociolecten (1) het gedicht bevat meerdere semantische velden en bevat vaak verwijzingen naar andere cultuuruitingen (2) er is nauwelijks een verloop. De nadruk ligt op de introspectie van het lyrisch subject (3) het gedicht kan een experimentele stijl hebben en bevat meerdere complexere stijlfiguren die de interpretatie van het gedicht uitdagend maken (zoals paradox; complexe metaforen en allegorieën) (4) gaat over meerduidige onderwerpen en (impliciete) gevoelens die ver van de leefwereld van jongeren kunnen liggen (5) de lezer kan algemene kennis (over mens en wereld), specialistische inzichten in de culturele, poëticale en literair-historische context en (impliciete) verwijzingen naar klassieke motieven (de Bijbel, mythologie) en naar andere teksten en cultuuruitingen inzetten bij de interpretatie van gedichten (5)
  • 8. Level 2 Level 3 Level 4 Level 5 Level 6 t p d t p d t p d t p d t p d Test 1 3.73 <.01 .29 4.64 <.01 .42 5.08 <.01 .48 2.86 <.01 .26 7.98 <.01 .85 Level 1 Test 2 .11 .92 .03 .69 .50 .21 1.62 .11 .50 -.08 .94 .02 2.99 <.01 .91 Test 3 .36 .72 .11 -.96 .35 .30 -.07 .94 .02 2.65 .01 .83 1.96 .06 .61 Test 1 .79 .43 .07 1.04 .30 .11 -.56 .58 .05 4.05 <.01 .47 Level 2 Test 2 .65 .52 .20 1.70 .10 .52 -.17 .86 .05 3.19 <.01 .97 Test 3 -1.46 .15 .46 -.61 .54 .19 2.41 .02 .75 1.69 .10 .53 Test 1 .32 .75 .03 -1.44 .15 .12 4.56 <.01 .38 Level 3 Test 2 .88 .39 .27 -.72 .47 .22 2.62 .01 .80 Test 3 .85 .40 .27 3.57 <.01 1.11 3.29 <.01 1.03 Test 1 -1.69 .09 .14 4.11 .01 .35 Level 4 Test 2 -1.81 .08 .55 2.54 .02 .77 Test 3 3.24 <.01 1.01 2.04 .05 .64 Test 1 5.37 <.01 .53 Level 5 Test 2 3.82 <.01 1.16 Test 3 -.78 .44 .24 Hoe sterk verschillen die niveaus? (focus op appreciatie)
  • 9. Level 2 Level 3 Level 4 Level 5 Level 6 t p d t p d t p d t p d t p d Test 1 3.73 <.01 .29 4.64 <.01 .42 5.08 <.01 .48 2.86 <.01 .26 7.98 <.01 .85 Level 1 Test 2 .11 .92 .03 .69 .50 .21 1.62 .11 .50 -.08 .94 .02 2.99 <.01 .91 Test 3 .36 .72 .11 -.96 .35 .30 -.07 .94 .02 2.65 .01 .83 1.96 .06 .61 Test 1 .79 .43 .07 1.04 .30 .11 -.56 .58 .05 4.05 <.01 .47 Level 2 Test 2 .65 .52 .20 1.70 .10 .52 -.17 .86 .05 3.19 <.01 .97 Test 3 -1.46 .15 .46 -.61 .54 .19 2.41 .02 .75 1.69 .10 .53 Test 1 .32 .75 .03 -1.44 .15 .12 4.56 <.01 .38 Level 3 Test 2 .88 .39 .27 -.72 .47 .22 2.62 .01 .80 Test 3 .85 .40 .27 3.57 <.01 1.11 3.29 <.01 1.03 Test 1 -1.69 .09 .14 4.11 .01 .35 Level 4 Test 2 -1.81 .08 .55 2.54 .02 .77 Test 3 3.24 <.01 1.01 2.04 .05 .64 Test 1 5.37 <.01 .53 Level 5 Test 2 3.82 <.01 1.16 Test 3 -.78 .44 .24 Hoe sterk verschillen die niveaus? (focus op appreciatie)
  • 10. Gedichten
 & jij Gedichten, 
 jij & de wereld Gedichten, 
 jij, de wereld & poëzie Belevend lezen Herkennend lezen Reflecterend lezen Interpreterend lezen Letterkundig lezen Academisch lezen Frequently used words Frequently used words, occasionally an unknown word Balanced and slightly varied choice of words Varied choice of words that may be uncommon for an adolescent or young adult Varied and refined choice of words that are beyond the language use of the average adolescent or young adult Elaborate and refined choice of words that are beyond the language use of the average adolescent or young adult, and that are often difficult to understand Everyday language Everyday language Everyday language, but occasionally an archaic word or a word from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolec One semantic field One or two semantic fields One or two semantic fields Two semantic fields More than two semantic fields More than two semantic fields, and often references to other cultural artifacts A clear and simple storyline A coherent storyline, but descriptive passages can occur A slightly fragmented storyline: emphasis on description rather than on action Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than on action Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than on action Hardly any storyline: emphasis on introspection of the lyrical subject Use of simple stylistic devices (e.g. rhyme, alliteration, anaphor and comparison), that does not challenge interpretation of the poem Use of some less complex stylistic devices (e.g. enjambement, personification, hyperbole and rhetorical question), that does not challenge the interpretation of the poem Use of some more complex stylistic devices (e.g. ellipse, polysyndeton, asyndeton, volta, pointe, pleonasme, metaphor and metonymy) Use of complex stylistic devices (e.g. synaesthesia, onomatopoeia, oxymoron). Possibly a more experimental style. Use of complex stylistic devices (e.g. paradox) that challenges the interpretation of the poem. Possibly a more experimental style. Use of complex stylistic devices (e.g. paradox, complex metaphors and allegories) that challenges the interpretation of the poem. Mostly an experimental style. Recognizable topics and feelings Recognizable topics and feelings Topics and feelings that may be less common in the life of an adolescent or young adult Topics and feelings that may be less common in the life of an adolescent or young adult Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an adolescent or young adult Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an adolescent or young adult Een taxonomie van poëzie
  • 11. Gedicht 1.
 
 Er is een hek waar wij op zitten
 en voor ons strekt een weide zich uit
 onder een paarse lucht die is volgestouwd
 met dode sterren en satellieten
 ‘Hoe spel je satellieten?’
 vraagt mijn vriend die
 de haartjes van zijn linkerduim aan het trekken is. Gedicht 2.
 
 Wat je niet allemaal bestaan hebt, onteigend omhelsd hebt, geweest bent, nu zit je
 op wacht aan je bed Gedicht 3.
 
 Hij is niet op komen dagen.
 Misschien werd hij ziek of liep hij
 onder de tram, misschien sprak een ander
 hem aan. Misschien vergat hij zijn horloge Gedicht 4.
 
 1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen strijken rimpels in het tafellaken glad
 rond een gerecht dat moeilijk en te veel voor twee en niet als op het plaatje is, Gedicht 5.
 
 Ze maakt zich elke morgen na ontbijt 
 steeds langzamer klaar, om in de winkel van mijn vader de klanten te ontvangen. 
 Voor de oude spiegel 
 staand ziet ze haar romp Gedicht 6. Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
 in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
 haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
 toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. 4 6 1 3 2 5
  • 12. Gedichten
 & jij Gedichten, 
 jij & de wereld Gedichten, 
 jij, de wereld & poëzie Belevend lezen Herkennend lezen Reflecterend lezen Interpreterend lezen Letterkundig lezen Academisch lezen Frequently used words Frequently used words, occasionally an unknown word Balanced and slightly varied choice of words Varied choice of words that may be uncommon for an adolescent or young adult Varied and refined choice of words that are beyond the language use of the average adolescent or young adult Elaborate and refined choice of words that are beyond the language use of the average adolescent or young adult, and that are often difficult to understand Everyday language Everyday language Everyday language, but occasionally an archaic word or a word from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolec One semantic field One or two semantic fields One or two semantic fields Two semantic fields More than two semantic fields More than two semantic fields, and often references to other cultural artifacts A clear and simple storyline A coherent storyline, but descriptive passages can occur A slightly fragmented storyline: emphasis on description rather than on action Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than on action Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than on action Hardly any storyline: emphasis on introspection of the lyrical subject Use of simple stylistic devices (e.g. rhyme, alliteration, anaphor and comparison), that does not challenge interpretation of the poem Use of some less complex stylistic devices (e.g. enjambement, personification, hyperbole and rhetorical question), that does not challenge the interpretation of the poem Use of some more complex stylistic devices (e.g. ellipse, polysyndeton, asyndeton, volta, pointe, pleonasme, metaphor and metonymy) Use of complex stylistic devices (e.g. synaesthesia, onomatopoeia, oxymoron). Possibly a more experimental style. Use of complex stylistic devices (e.g. paradox) that challenges the interpretation of the poem. Possibly a more experimental style. Use of complex stylistic devices (e.g. paradox, complex metaphors and allegories) that challenges the interpretation of the poem. Mostly an experimental style. Recognizable topics and feelings Recognizable topics and feelings Topics and feelings that may be less common in the life of an adolescent or young adult Topics and feelings that may be less common in the life of an adolescent or young adult Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an adolescent or young adult Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an adolescent or young adult Een taxonomie van poëzie
  • 13. Gedichten
 & jij Gedichten, 
 jij & de wereld Gedichten, 
 jij, de wereld & poëzie Experiential poems Identifiable poems Reflective poems Interpretative poems Literary poems Academic poems Frequently used words Frequently used words, occasionally an unknown word Balanced and slightly varied choice of words Varied choice of words that may be uncommon for an adolescent or young adult Varied and refined choice of words that are beyond the language use of the average adolescent or young adult Elaborate and refined choice of words that are beyond the language use of the average adolescent or young adult, and that are often difficult to understand Everyday language Everyday language Everyday language, but occasionally an archaic word or a word from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolect Some archaic words or words from another language, dialect, or sociolec One semantic field One or two semantic fields One or two semantic fields Two semantic fields More than two semantic fields More than two semantic fields, and often references to other cultural artifacts A clear and simple storyline A coherent storyline, but descriptive passages can occur A slightly fragmented storyline: emphasis on description rather than on action Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than on action Possibly a fragmented storyline: emphasis on description and reflection rather than on action Hardly any storyline: emphasis on introspection of the lyrical subject Use of simple stylistic devices (e.g. rhyme, alliteration, anaphor and comparison), that does not challenge interpretation of the poem Use of some less complex stylistic devices (e.g. enjambement, personification, hyperbole and rhetorical question), that does not challenge the interpretation of the poem Use of some more complex stylistic devices (e.g. ellipse, polysyndeton, asyndeton, volta, pointe, pleonasme, metaphor and metonymy) Use of complex stylistic devices (e.g. synaesthesia, onomatopoeia, oxymoron). Possibly a more experimental style. Use of complex stylistic devices (e.g. paradox) that challenges the interpretation of the poem. Possibly a more experimental style. Use of complex stylistic devices (e.g. paradox, complex metaphors and allegories) that challenges the interpretation of the poem. Mostly an experimental style. Recognizable topics and feelings Recognizable topics and feelings Topics and feelings that may be less common in the life of an adolescent or young adult Topics and feelings that may be less common in the life of an adolescent or young adult Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an adolescent or young adult Multidimensional topics and implicit feelings that may be uncommon in the life of an adolescent or young adult groei verlangen verwondering herinnering protest Een taxonomie van poëzie een anthologie van poëzie
  • 14. extra aandacht voor:
 • jongerenliteratuur • jonge en vrouwelijke dichters • schrijvers met een migratie-achtergrond • innovatieve poëzievormen zoals slam poetry en songteksten • gedichten met een opbeurend onderwerp • enzovoort
  • 15. Gedichten
 & jij Gedichten, 
 jij & de wereld Gedichten, 
 jij, de wereld & poëzie Belevend Herkennend Reflecterend Interpreterend Letterkundig Academisch groei verlangen verwondering herinnering protest Een anthologie van poëzie een matrix van poëzie
  • 16. Gedichten
 & jij Gedichten, 
 jij & de wereld Gedichten, 
 jij, de wereld & poëzie Belevend Herkennend Reflecterend Interpreterend Letterkundig Academisch groei verlangen verwondering herinnering protest Een anthologie van poëzie een matrix van poëzie
  • 17. 1. Gebruik de taxonomie met drie categorieën om je eigen anthologie te creëren. 2. Neem niet enkel gedichten uit de canon, maar selecteer ook poëzie uit de jongerenliteratuur, slam poetry, vrolijke gedichten, enzovoort. 3. Verander je anthologie in een matrix door ze aan thema’s zoals groei en verlangen te koppelen. 4. Geef jouw leerlingen een vertrekpunt in deze matrix. Wees aandachtig voor de factoren die het verschil tussen de categorieën verklaren. 5. Laat jouw leerlingen vrij de inhoud van de matrix ontdekken. Er is geen verschil in kwaliteit tussen de categorieën. 6. Vraag jouw leerlingen om hun reis door de matrix vast te leggen. 7. Vraag jouw leerlingen om de matrix aan te vullen.
  • 18. Hoe creëer je een canon van de poëzie? Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
  • 19. Is Wislawa Szymborska een auteur? Is Peter Chaffer een auteur?
  • 20. Wislawa Szymborska • “één van de meest gelezen én gelauwerde dichters van deze tijd” • Nobelprijs literatuur 1996 Is Wislawa Szymborska een auteur? Is Peter Chaffer een auteur? Peter Chaffer liep de Manchester Marathon in 3u 11m 35s Brysbaert, Mandera, & Keuleers (2013)
  • 21. Hoe creëer je een canon van de poëzie? Waarom zou je een canon van de poëzie creëren? Vanhooren, Pereira, & Bolhuis (2017) Waarom zou je boeken lezen? taalcompetentie en: • identiteit • communicatie • informatie • cultuur
  • 22. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011)
  • 23. ! !! STUDIESUCCES IN HET EERSTE JAAR HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN Een analyse van de impact van kenmerken van studenten en van opleidingen Ignace Glorieux, Ilse Laurijssen & Olaf Sobczyk Mannen blijven minder studierendement vertonen dan vrouwen, en ook een benadeelde economische situatie, een migratieachtergrond, een vertraagde voorafgaande studieloopbaan, het hebben van een laagopgeleide moeder en het afstuderen in een richting verschillend van het ASO heeft invloedrijke negatieve gevolgen voor het studiesucces in het hoger onderwijs. “ Glorieux, Laurijssen, & Sobczyk (2015) Lezen wordt nochtans niet vermeld in analyses van studiesucces in hoger onderwijs …
  • 24. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011)
  • 25. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011) cultureel kapitaal 
 
 ‘print exposure’ = “exposure to print” Author Recognition Test Magazine Recognition Test Stanovich & Cunningham (1992)
  • 26. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011) cultureel kapitaal 
 
 ‘print exposure’ = “exposure to print” Author Recognition Test Magazine Recognition Test Stanovich & Cunningham (1992)
  • 27. Wislawa Szymborska • “één van de meest gelezen én gelauwerde dichters van deze tijd” • Nobelprijs literatuur 1996 Is Wislawa Szymborska een auteur? Is Peter Chaffer een auteur? Peter Chaffer liep de Manchester Marathon in 3u 11m 35s Brysbaert, Mandera, & Keuleers (2013)
  • 28. Maar: • bibliotheekbezoek daalt vanaf 15 jaar
 • appreciatie van lezen daalt vanaf 15 jaar Stalpers (2005) Clark & Teravainen (2017)
  • 29. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011) Reading comprehension requires knowledge of words and the world “ Hirsch (2003) woordenschat Brysbaert, Keuters, Mandera, & Stevens (2013)
  • 30. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011) • de relatie SAT en GPA verschilt per opleiding • niet elk SAT-onderdeel voorspelt GPA even goed • Vlaanderen: uren wiskunde secundair onderwijs Fonteyne, Duyck, & De Fruyt (2017)
  • 31. Lezers scoren hoger dan niet-lezers 
 op maten van academisch succes, 
 zoals het toelatingsexamen voor de universiteit en het eindexamencijfer van de middelbare school “ Mol & Bus (2011) Totale aantal deelnemers 2609 Studenten sociale wetenschappen (psychologiestudenten, ‘liberal arts’, enz.) 2022 ‘Gemengd’ 255 Onbekend 332
  • 32. In welke mate is er een impact van ‘print exposure’ en woordenkennis op studiesucces in het hoger onderwijs?
  • 33. Woordenkennis, thuistaal (NL of niet), onderwijsvorm 
 (ASO of niet), wiskunde en faculteit (LW of niet) hebben significant effect op het academisch succes F(5,257)=22.86, p<.001, R Square=.31 Auteurscore 
 (SD) Woordscore (SD) GPA 
 (SD) Average point per course (SD) Farma, Biomed & Diergen 509.83 (2186.52) .55 (.17) .52 (.17) .56 (.20) Geneeskunde & Gezondheid 667.00 (1902.35) .54 (.22) .56 (.18) .53 (.19) Letteren & Wijsbegeerte 903.94 (1825.84) .53 (.19) .59 (.17) .54 (.20) Ontwerpwetenschappen 41.82 (1827.14) .59 (.13) .58 (.13) .55 (.17) Rechten 345.00 (1604.80) .46 (.16) .43 (.15) .50 (.21) Sociale Wetenschappen -65.71 (2482.80) .58 (.16) .54 (.14) .43 (.18) Toegepaste Econom Wet 744.118 (2284.66) .58 (.14) .58 (.17) .50 (.20) Toegepaste Ingenieurswet -140.56 (3161.62) .42 (.27) .54 (.16) .51 (.21) Wetenschappen 1229.06 (2937.67) .57 (.22) .61 (.17) .55 (.21)
  • 34. Woordenkennis, thuistaal (NL of niet), onderwijsvorm 
 (ASO of niet), wiskunde en faculteit (LW of niet) hebben significant effect op het academisch succes F(5,257)=22.86, p<.01, R Square=.29 socio-economische situatie Auteurscore 
 (SD) Woordscore (SD) GPA 
 (SD) Average point per course (SD) Farma, Biomed & Diergen 509.83 (2186.52) .55 (.17) .52 (.17) .56 (.20) Geneeskunde & Gezondheid 667.00 (1902.35) .54 (.22) .56 (.18) .53 (.19) Letteren & Wijsbegeerte 903.94 (1825.84) .53 (.19) .59 (.17) .54 (.20) Ontwerpwetenschappen 41.82 (1827.14) .59 (.13) .58 (.13) .55 (.17) Rechten 345.00 (1604.80) .46 (.16) .43 (.15) .50 (.21) Sociale Wetenschappen -65.71 (2482.80) .58 (.16) .54 (.14) .43 (.18) Toegepaste Econom Wet 744.118 (2284.66) .58 (.14) .58 (.17) .50 (.20) Toegepaste Ingenieurswet -140.56 (3161.62) .42 (.27) .54 (.16) .51 (.21) Wetenschappen 1229.06 (2937.67) .57 (.22) .61 (.17) .55 (.21)
  • 35. Maar Auteurscore, leeftijd, geboorteland (België of niet), onderwijsvorm (ASO of niet) en faculteit (Rechten, TIR of niet) hebben een significante invloed op woordscore Indirect effect van auteurscore op academisch succes F(6,256)=6.35, p<.01, R Square=.13
  • 36. Hoe creëer je een canon van de poëzie? Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
  • 37. Schrijf een kortverhaal Gebruik deze 7 woorden in deze volgorde Brussel-Noord schemer industrieterrein kapotgeschoten regenplassen handpalmen oostwaarts
  • 38.
  • 39.
  • 40.
  • 41. Hoe creëer je een canon van de poëzie? Waarom zou je een canon van de poëzie creëren?
  • 42. Jordi Casteleyn Antwerp School of Education
 jordi.casteleyn@uantwerpen.be jordi_casteleyn
 www.slideshare.net/jordi013 Creëer je eigen poëzie-canon. 
 Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poëziedidactiek