Lezing: 2 Kronieken 26: 1-11a en 15 - 23 (HSV) Thema: 'Het zijn sterke schoenen die de weelde kunnen dragen' Luister mee op: www.kerknoordwolde.nl

1. Welkom
voorganger:
Ds Sytsma-van Oeveren
uit Kampen
organist:
Tom de Nooijer
DIENST VAN ZONDAGOCHTEND 2 AUGUSTUS 2020

2. Zingen voor de dienst:
ELB 212: (1 en 2)
Heer, wat en voorrecht
of
Samen op weg gaan

3. Heer, wat een voorrecht (EL 212) t. & m. W.J. Gaither, B. Gaither; v. H. Lieberton
ELB 212: ❶, r en 2, r

4. refrein:
Heer, wat een voorrecht (EL 212) t. & m. W.J. Gaither, B. Gaither; v. H. Lieberton
ELB 212: 1, en 2, r

5. Heer, wat een voorrecht (EL 212) t. & m. W.J. Gaither, B. Gaither; v. H. Lieberton
ELB 212: 1, r en ❷, r

6. Heer, wat een voorrecht (EL 212) t. & m. W.J. Gaither, B. Gaither; v. H. Lieberton
refrein:
ELB 212: 1, r en 2,

7. Welkom en
mededelingen

8. Zingen:
Gezang 267: 1
Zalig, die in Christus sterven

9. Zalig, die in Christus sterven (LvdK 267) v. W.A. Dwars; m. Ph. Nicolai
Gezang 267: ❶

10. Zalig, die in Christus sterven (LvdK 267) v. W.A. Dwars; m. Ph. Nicolai
Gezang 267: ❶

11. Zalig, die in Christus sterven (LvdK 267) v. W.A. Dwars; m. Ph. Nicolai
Gezang 267: ❶

12. Zalig, die in Christus sterven (LvdK 267) v. W.A. Dwars; m. Ph. Nicolai
Gezang 267: ❶

13. Zingen intochtslied:
Psalm 92: 1 en 7
Waarlijk, dit is rechtvaardig

14. Psalm 92 (LvdK) t. W. Barnard; m. Genève 1562
Psalm 92: ❶ en 7

15. Psalm 92 (LvdK) t. W. Barnard; m. Genève 1562
Psalm 92: ❶ en 7

16. Psalm 92 (LvdK) t. W. Barnard; m. Genève 1562
Psalm 92: 1 en ❼

17. Psalm 92 (LvdK) t. W. Barnard; m. Genève 1562
Psalm 92: 1 en ❼

18. Stil Gebed
Votum en Groet
Zingen Glorialied:
Gezang 457: 1
Heilig, heilig, heilig

19. Heilig, heilig, heilig (LvdK 457) t. R. Heber; v. W. Barnard; m. J.B. Dykes
Glorialied: Gezang 457: ❶

20. Heilig, heilig, heilig (LvdK 457) t. R. Heber; v. W. Barnard; m. J.B. Dykes
Glorialied: Gezang 457: ❶

21. Verootmoedigingsgebed
Zingen:
ELB 304: 1 en 2
Vader, vol van vrees en schaamte

22. Vader, vol van vrees en schaamte (EL 304) t. & m. A. Snell; v. T. Tuinders/J. Vermeyden
ELB 304: ❶ en 2

23. Vader, vol van vrees en schaamte (EL 304) t. & m. A. Snell; v. T. Tuinders/J. Vermeyden
ELB 304: 1 en ❷

24. Genadeverkondiging
Zingen:
ELB 241: 1
Wees stil voor het aangezicht van God

25. Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241) t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
ELB 241: ❶

26. Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241) t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
ELB 241: ❶

27. Wetslezing
Zingen:
Psalm 25: 4
(HEER, ik hef mijn hart en handen)

28. Psalm 25 (LvdK) t. W. Barnard, K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 25: ❹

29. Psalm 25 (LvdK) t. W. Barnard, K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 25: ❹

30. Gebed om verlichting
met de Heilige Geest
Zingen kinderlied:
JdH 256: (1, 2, 3 en 4)
Tel uw zegeningen

31. ❶
Als op 's levens zee de stormwind om u loeit,
als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit,
tel uw zegeningen, tel ze één voor één,
en ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen.
JdH 256: ❶, r, 2, r, 3, r en 4, r

32. Tel uw zegeningen één voor één (EL 327a) t. J. Naber; m. E.O. Excel
JdH 256: 1, 2, r, 3, r en 4, r
refrein:

33. ❷
Drukken 's levens zorgen u soms zwaar ter neer,
schijnt het kruis te zwaar u, zeg het aan de Heer.
Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien,
dan zal 't harte zingen en de zorgen vliên.
JdH 256: 1, r, ❷, r, 3, r en 4, r

34. Tel uw zegeningen één voor één (EL 327a) t. J. Naber; m. E.O. Excel
JdH 256: 1, r, 2, 3, r en 4, r
refrein:

35. ❸
Als ge ziet op and'ren met veel geld en goed,
weet, uw Hemelvader geeft u overvloed.
Tel uw zegeningen, voor geen geld te koop,
schatten in de hemel zijn uw blijde hoop.
JdH 256: 1, r, 2, r, ❸, r en 4, r

36. Tel uw zegeningen één voor één (EL 327a) t. J. Naber; m. E.O. Excel
JdH 256: 1, r, 2, r, 3, en 4, r
refrein:

37. ❹
Zo in alle moeiten, zorgen zonder tal,
wees toch nooit ontmoedigd, God is overal.
Tel uw zegeningen, eng'len luist'ren toe,
troost en hulp schenkt Hij u,
volg dan blij te moe.
JdH 256: 1, r, 2, r, 3, r en ❹, r

38. Tel uw zegeningen één voor één (EL 327a) t. J. Naber; m. E.O. Excel
JdH 256: 1, r, 2, r, 3, r en 4,
refrein:

39. Inleiding vooraf
Schriftlezing:
2 Kronieken 26:
1 - 11a & 15 -23
Uzzia koning van Juda / Uzzia melaats
(HSV)

40. 1 Toen nam heel het volk van Juda Uzzia, die toen zestien
jaar oud was, en maakte hem koning in de plaats van zijn
vader Amazia. 2 Hij was het die Eloth uitbouwde en het aan
Juda terugbracht, nadat de koning bij zijn vaderen te ruste
gegaan was. 3 Uzzia was zestien jaar oud toen hij koning
werd, en hij regeerde tweeënvijftig jaar in Jeruzalem. De
naam van zijn moeder was Jecholia, uit Jeruzalem.
4 Hij deed wat juist was in de ogen van de HEERE,
overeenkomstig alles wat zijn vader Amazia gedaan had.
5 Het was in de dagen van Zacharia, die Uzzia leerde op God
te zien, om God te zoeken. In de dagen dat hij de HEERE
zocht, maakte God hem voorspoedig.
2 Kronieken 26: 1 - 11a & 15 - 23

41. 6 Hij trok eropuit en streed tegen de Filistijnen. Hij sloeg
een bres in de muur van Gath, de muur van Jabne en de
muur van Asdod, en bouwde steden bij Asdod en in het
gebied van de Filistijnen. 7 God hielp hem tegen de
Filistijnen, en tegen de Arabieren die in Gur-Baäl woonden,
en tegen de Meünieten. 8 De Ammonieten gaven Uzzia
schatting en zijn naam verbreidde zich tot waar men in
Egypte komt, want hij werd buitengewoon sterk.
9 In Jeruzalem bouwde Uzzia torens, aan de Hoekpoort,
aan de Dalpoort en aan de Punt, en hij versterkte ze.
2 Kronieken 26: 1 - 11a & 15 - 23

42. 10 Hij bouwde ook torens in de woestijn, en hakte veel
putten uit, omdat hij veel vee had, zowel in het Laagland
als op de hoogvlakte. Hij had akkerbouwers en
wijnbouwers op de bergen en op de vruchtbare velden,
want hij was een liefhebber van de landbouw. 11 Verder
had Uzzia een leger dat geoefend was voor de oorlog en
dat ten strijde trok, 15 In Jeruzalem
maakte hij oorlogswerktuigen – het ontwerp van een
vindingrijk iemand – die opgesteld werden op de torens en
op de hoeken om er pijlen en grote stenen mee af te
schieten. Zo werd zijn naam wijd en zijd verbreid, want hij
werd wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was geworden.
2 Kronieken 26: 1 - 11a & 15 - 23

43. 16 Maar toen hij sterk geworden was, werd zijn hart
hoogmoedig, tot zijn eigen verderf. Hij werd ontrouw aan
de HEERE, zijn God. Hij ging namelijk de tempel van de
HEERE binnen om reukwerk in rook te laten opgaan op het
reukofferaltaar. 17 Maar de priester Azaria ging hem
achterna, en met hem de priesters van de HEERE, tachtig
dappere mannen. 18 Zij gingen voor koning Uzzia staan en
zeiden tegen hem: U komt het niet toe, Uzzia, om voor de
HEERE reukwerk in rook te laten opgaan, maar het is aan
de priesters, de nakomelingen van Aäron, die geheiligd zijn
om reukwerk in rook te laten opgaan.
2 Kronieken 26: 1 - 11a & 15 - 23

44. Ga het heiligdom uit, want u bent ontrouw geweest, en het
zal voor u niet tot eer zijn van de HEERE God.
19 Toen werd
Uzzia woedend; het wierookvat was in zijn hand om
reukwerk in rook te laten opgaan. En terwijl hij woedend
was op de priesters, verscheen de melaatsheid op zijn
voorhoofd, voor de ogen van de priesters, in het huis van
de HEERE, bij het reukofferaltaar. 20 Toen keerde de
hoofdpriester Azaria zich naar hem toe, en al de priesters,
en zie, hij was melaats aan zijn voorhoofd. En zij verdreven
hem haastig daarvandaan, ja, ook hijzelf haastte zich om
naar buiten te gaan, omdat de HEERE hem getroffen had.
2 Kronieken 26: 1 - 11a & 15 - 23

45. 21 Koning Uzzia was melaats tot aan de dag van zijn dood.
Hij woonde, omdat hij melaats was, in een apart staand
huis, want hij was van het huis van de HEERE afgesneden.
Jotham, zijn zoon, was aangesteld over het huis van de
koning, en gaf leiding aan de bevolking van het land.
22 Het overige nu van de geschiedenis van Uzzia, van het
begin tot het einde, heeft de profeet Jesaja, de zoon van
Amoz, beschreven. 23 Uzzia ging te ruste bij zijn vaderen en
zij begroeven hem bij zijn vaderen, op het veld bij het graf
dat van de koningen was, want zij zeiden: Hij is melaats. En
zijn zoon Jotham werd koning in zijn plaats.
2 Kronieken 26: 1 - 11a & 15 - 23

46. Zingen:
ELB 308: 1 en 3
Doorgrond mijn hart

47. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori
ELB 308: ❶ en 3

48. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori
ELB 308: ❶ en 3

49. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori
ELB 308: 1 en ❸

50. Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori
ELB 308: 1 en ❸

51. Verkondiging:
¹⁵ᵇ Zo werd zijn naam wijd en zijd verbreid, want
hij werd wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was
geworden. ¹⁶ᵃ Maar toen hij sterk geworden was,
werd zijn hart hoogmoedig, tot zijn eigen verderf.
Hij werd ontrouw aan de HEERE, zijn God.
“Het zijn sterke schoenen die
de weelde kunnen dragen”

52. Zingen:
Opwekking 288: (2x)
Hef je hoofd omhoog

53. Hef je hoofd omhoog (Opw 288) t. & m. S.L. Fry
Opwekking 288:

54. Hef je hoofd omhoog (Opw 288) t. & m. S.L. Fry
Opwekking 288:

55. Hef je hoofd omhoog (Opw 288) t. & m. S.L. Fry
Opwekking 288:

56. Hef je hoofd omhoog (Opw 288) t. & m. S.L. Fry
Opwekking 288:

57. Dankgebed en Voorbeden
Gelezen Geloofsbelijdenis
Zingen slotlied:
Gezang 473: 1, 2, 5, 6 en 8
Neem mijn leven, laat het, Heer

58. Neem mijn leven (LvdK 473) t. F.R. Havergal, C.B. Burger; m. J.H. Knecht
Gezang 473: ❶, 2, 5, 6 en 8

59. Neem mijn leven (LvdK 473) t. F.R. Havergal, C.B. Burger; m. J.H. Knecht
Gezang 473: 1, ❷, 5, 6 en 8

60. Neem mijn leven (LvdK 473) t. F.R. Havergal, C.B. Burger; m. J.H. Knecht
Gezang 473: 1, 2, ❺, 6 en 8

61. Neem mijn leven (LvdK 473) t. F.R. Havergal, C.B. Burger; m. J.H. Knecht
Gezang 473: 1, 2, 5, ❻ en 8

62. Neem mijn leven (LvdK 473) t. F.R. Havergal, C.B. Burger; m. J.H. Knecht
Gezang 473: 1, 2, 5, 6 en ❽

63. Zegen
Beantwoorden met zingen van:
Gezang 423: 1 en 2
Ach, blijf met uw genade

64. Ach, blijf met uw genade (LvdK 423) t. J. Stegmann; v. N. Beets; m. M. Vulpius
Gezang 423: ❶ en 2

65. Ach, blijf met uw genade (LvdK 423) t. J. Stegmann; v. N. Beets; m. M. Vulpius
Gezang 423: 1 en ❷

66. Gezegende
week
gewenst
DIENST VAN ZONDAGOCHTEND 2 AUGUSTUS 2020