Martijn Peters en collega's van HAN_University of Applied Sciences verzorgden de sessie Monitoren van de Student Journey: zicht op het proces van studiekeuze, tijdens de Studiekeuzeconferentie 2023.
Monitoren van de Student journey: zicht op het proces van studiekeuze - Studiekeuzeconferentie 2023.pdf
1. Monitoren van de Student
Journey: zicht op het proces van
studiekeuze
Martijn Peters
Marloes de Lange
Guuske van Teunenbroek
Edwin Buijs
i.s.m. Mariëlle Verhoef-van Lier
5. Kenmerken van een effectief LOB programma
Kenmerken van een effectief LOB-programma
1. Er is samenhang: het programma omvat verschillende activiteiten, die niet losstaan van elkaar, maar
op elkaar aansluiten.
2. Er is goede ondersteuning: het programma wordt begeleid door kundige mentoren, docenten of
coaches, die de leerling kunnen stimuleren en enthousiasmeren.
3. Er is verbinding met de praktijk: het programma omvat activiteiten in of in samenwerking met het
werkveld.
4. Er wordt informatie gegeven: vanuit het programma wordt voldoende informatie gegeven over
mogelijke opleidingen en beroepen.
5. Ouders worden betrokken: het programma omvat interventies die er op gericht zijn ouders te betrekken
bij het studiekeuzeproces.
6. De leerling heeft een actieve rol: het programma daagt leerlingen uit tot het zelf ondernemen van
activiteiten die helpen bij het keuzeproces.
7. De leerling wordt aangezet tot reflectie: het programma daagt de leerling uit kritisch te reflecteren op
overwegingen die een rol spelen bij de keuze.
8. Studiekeuze wordt als proces beschouwd: het programma is meerjarig en doorlopend, waarbij de
leerling op verschillende momenten uitgedaagd wordt keuzes kritisch te onderzoeken.
9. Het programma spreekt zowel ratio als emoties aan: in het programma wordt rekening gehouden met
het feit dat studiekeuze niet alleen een rationele afweging is, maar ook beïnvloed wordt door
psychologische factoren zoals emoties, sociale druk, motivatie, zelf-effectiviteit en cognitieve
denkfouten.
6. Effectief LOB: Samenhang
• Gezamenlijke visie op LOB, uitgewerkt in gedragen beleid ontbreekt vaak en
het LOB-programma is opgesplitst.
“In de praktijk komt het natuurlijk erop neer, eigenlijk voor een deel, dat nou binnen de vakken,
sommige vakken heeft het echt een echt een mooie plaats, anderen nog niet zo erg, en daar
zijn we heel erg in ontwikkeling.”
• LOB is niet geïntegreerd in het onderwijsprogramma en vakdocenten spelen
geïsoleerde rol.
“Als je alleen maar zelf een theoretische achtergrond hebt en je hebt nooit de praktijk gezien,
dan weet je niet zoveel. Eigenlijk zouden die docenten ook eens gewoon dat veld ingeschopt
moeten worden. En ga ook eens een dag stage lopen bij een bedrijf. Of ga eens een week op
stage in het kader van jouw vak, hè, en dan snap je echt wat men in de echte wereld doet.”
7. Effectief LOB: Betrokkenheid van ouders
• Rol van ouders in het studiekeuzeproces wordt (h)erkend. Leerlingen worden
aangespoord om met hun ouders in gesprek te gaan.
“Zij hoeven geen vragen te stellen tijdens de open dagen, maar ik verwacht wel dat ze daarna
het gesprek met het kind aangaan en vooral observeren van: nou, waar wordt mijn kind nou
gelukkig van?”
• Deze rol is vooral ondersteunend, maar in enkele gevallen belemmerend
voor het studiekeuzeproces.
“Een leerling wilde heel graag de zeevaart in. Ja, dat vonden de ouders niet oké. Ja, dan zit je
met een dilemma. En uiteindelijk, ja, weet je, ik ga daar niet tussen in zitten, want ik heb geen
rol ten aanzien van de opvoeding van ouders en kinderen.”
• De vraag leeft in hoeverre alleen ouders betrokken worden die al van zichzelf
betrokken zijn.
“En dan gaat u mee, hè, met uw kind, uw kind gaat niét met ú mee, weet je wel zo. Maar ja,
tegen wie zeg ik dat? De mensen die het al willen weten. En die eeuwig grote groep van die
andere 100 ouders, die zie ik niet.”
8. Effectief LOB: Betrokkenheid van ‘peers’
• Leeftijdsgenoten spelen een rol in studiekeuzeproces, maar nog niet precies
duidelijk in hoeverre deze echt bepalend is voor studiekeuze.
“De peergroup speelt een rol. Opeens van die vlagen, opeens wil hier iedereen
geschiedenisdocent worden. Sportkunde was een paar jaar geleden. Daar zie je dus die
beïnvloeding heel erg en het is heel grappig om te zien, ja, dat zie je wel.”
“Ja, we zeggen, zeker bij de profielkeuze, kies niet wat je vriendje of vriendinnetje wil,
maar bij de studiekeuze merk ik dat dat minder een rol speelt op dit moment. Misschien
dat ze wel eens naar een open dag gaan, juist omdat een vriendin of een vriend daar
ook naartoe gaat en dat ze denken: ‘Ooh, ik ga ook eens kijken’, maar niet dat ze per se
de studiekeuze maken omdat zij dat willen.”
• Oud-leerlingen/studenten spelen een rol in de voorlichting.
“… een soort speeddate zodat onze leerlingen en ouders, die zijn ook uitgenodigd op die
avond, informeel in gesprek kunnen met die oud-leerlingen. En dan gaat het vooral over
de studie inhoudelijk.”
“Meeloopdagen zijn zeker anders, want dan hebben ze echt veel contact met de
studenten. Die zijn natuurlijk altijd gewoon heel eerlijk en die zeggen ‘Ja, dat vak is echt
zo moeilijk en daarop zakt iedereen de eerste keer’, en die verhalen komen daar wel in
naar boven.”
9. Leerlingperspectief: Betrokkenheid van
omgeving
• De betrokken omgeving lijkt breder dan de school wellicht in beeld heeft.
“Ja, ik denk ook de ervaring van andere mensen een beetje aanhoren want ik heb wel mensen
in mijn omgeving die dingen doen wat ik interessant vind en zo hoor je natuurlijk ook wel
verhalen over verschillende studies en wat me dan wel aanspreekt en wat niet. Ik moet het
ook zelf dan uitvinden.”
• Niet bepalend voor een studiekeuze maar wel richtinggevend.
“Ik heb vooral van pap en mama gewoon wat voorbeelden gehoord, en mijn vader is militair.
Dus ik heb daar ook wel een tijdje over nagedacht of ik dat niet leuk ga vinden.
“Ja, mijn vader heeft zeker een rol gespeeld. Die heeft zeg maar een ICT-bedrijf en dat was
altijd al een beetje voor mij, van jongs af aan een bedrijf, wat ik uiteindelijk, als ik gewoon
ouder ben, over zou kunnen nemen."
• Peers kunnen een duidelijk beeld geven over de studiekeuze.
10. Effectief LOB: Actieve rol van de leerling
• Scholen stimuleren leerlingen om zelf initiatieven te ontplooien, maar
worstelen ook met autonomie en motivatie van leerlingen.
“We hebben heel lang nagedacht en we organiseren dat al langer. Wat is nou de juiste
avond dat je oud-leerlingen kunt krijgen, maar ook onze leerlingen. Maar ja, vaak hebben
leerlingen wel een excuus of vinden ze hun werk, bijbaantje of hun hockey training of wat
dan ook belangrijker dan LOB, bezig zijn met de studiekeuze.”
• De leerlingen die al vroeg een studiekeuze maken vormen een belangrijke
doelgroep om te activeren.
“Ja, de lastigste categorie is eigenlijk de categorie die je net ook noemde, leerlingen die
echt vanaf begin vierde klas al weten wat ze willen doen […] dat is eigenlijk misschien
wel de lastigste groep leerlingen om echt aan te zetten. En daarvan zeggen we ook van:
‘ja, je hoeft echt geen open dagen meer te doen per se, als je denkt: dat levert me niks
op, maar kijk dan welke andere activiteiten je kan doen, zoek een leuk bedrijf waar je
eens mee kan lopen, doe een interview met iemand met een interessant beroep en kies
zelf je activiteiten.’ Dus ja, daar, daar moet dan dat gesprek over gaan en soms komen
die leerlingen bij mij en meestal lossen ze dat met de mentor op.”
11. Leerlingperspectief: Actieve rol leerling
• Leerlingen nemen verantwoordelijkheid over hun eigen studiekeuze.
“Ik vind het gewoon dat ik het echt zelf moet doen, dat ik niet echt iemand er per se voor nodig
heb. Ik moet echt zelf een keuze maken. Het is natuurlijk wel handig om iemand te hebben die
mij een beetje een richting in kan sturen, maar ik heb liever dat ik gewoon zelf echt die keuzes
ga maken en dan zelf ook gewoon kijk van oké, dit vind dit leuk, dit is het.”
• De meeste leerlingen ervaren geen stress bij het maken van de studiekeuze.
“En ik laat ook toch wel de stress weg gaan, want hij zegt ook van weet je als het niet lukt,
geen probleem, weet je. Je kan altijd switchen, mijn broer is ook geswitcht van opleiding. Dus
ik weet ook dat dat altijd nog mogelijk is, wat voor mij de stress absoluut weghaalt gewoon, ik
heb geen stress voor studiekeus.”
“Nee, dat eigenlijk niet. Ik weet wel dat ik ermee bezig moet zijn omdat het er aan komt, maar
het is niet dat ik denk van oh ik heb stress. Ik moet het echt NU allemaal regelen en zo, dat
heb ik niet. Volgend jaar moet ik me inschrijven dus ik heb nu ook deze zomervakantie om
erover na te denken.”
• Leerlingen lijken nog niet op eigen initiatief bezig met de studiekeuze.
“Nee, maar ben ik wel eigenlijk van plan om volgend jaar een meeloopdag te doen,
omdat volgend jaar wel echt definitief wordt om te kiezen natuurlijk.”
12. Effectief LOB: Rol van emoties
• Emoties spelen een belangrijke rol. Angst kan leerlingen in de weg zitten om
actief aan de slag te gaan met de studiekeuze en hulp te zoeken.
“Een mavo-leerling zegt: ik wil stewardess worden en ze durfde niet eens Nijmegen uit en
dan denk ik, goh dit is in ieder geval een leuk onderwerp om in een gesprek te
bespreken.”
“En ja, het is nog wel eens zo dat zelfs tot vwo-6 aan toe de decaan toch een soort
tandartsfunctie heeft. Je stelt het zolang mogelijk uit, weet je wel die controlebeurt, totdat
je echt kiespijn krijgt, dan denk je: nou moet ik toch maar eens gaan.”
• Leerlingen ervaren stress rondom het maken van de goede studiekeuze.
“Heel erg leeft het idee dat wat ze nu kiezen, dat ze dat kiezen voor de rest van hun
leven en dat de rest van hun leven vaststaat en als ze nu een profielkeuze maken, dat ze
dan bepaalde opleidingen niet meer kunnen doen, of als ze nu voor een opleiding gaan,
dat ze dan altijd dat moeten gaan doen en daar proberen wij heel duidelijk in te zijn dat
dat absoluut niet waar is en dat je, en wat je nu niet kiest, kun je later altijd nog worden.”
• Leerlingen voelen druk om een vervolgopleiding te kiezen ‘op niveau’.
“En ik hoor natuurlijk wel ook leerlingen die uitvallen, horen we daarna vaak terug dat die
op het mbo zitten en dat is dan ook gewoon prima en die hebben daarna z'n zin en die
zegt: ik had dat eerder moeten doen, maar openstaan om die mbo-keus te ontdekken,
ja, dat vinden ze echt heel erg lastig.”
13. Leerlingperspectief: Rol van emoties
• Geen stress of angst door voldoende tijd denken te hebben, en de
juiste ondersteuning.
“Eigenlijk, ik denk het wel graag heel ver vooruit in de toekomst. Dus toen ik in de eerste of
tweede zat, zat ik al te denken van: oh wat als ik klaar met school, wat moet ik dan gaan
doen? Maar in de vierde en derde is dat echt wel weg. En dat je zo'n goede ondersteuning en
begeleiding krijgt.
• Leerlingen geven aan voldoende ondersteuning te ervaren en te kunnen
vinden als ze het nodig hebben.
“Ik vind dat ik eigenlijk gewoon voldoende geholpen wordt. Niet iedereen hoeft er bij betrokken
te worden. Als mijn ouders zich er mee bemoeien, en vriendinnen die dan nu zelf de opleiding
doen, en eventueel een docent die er wat van zegt, vind ik het voor mij voldoende. Ik heb nu
voldoende mensen om mij heen die me helpen en als ik iets niet begrijp vind ik ook wel de
mensen waarbij ik terecht kan, die het voor mij uitleggen.”
“Dan ga ik gewoon tijdens de les of ik stuur een studiebericht van: hé, meneer, ik kom er niet
helemaal uit en ik zit even te twijfelen over dit en dit, en dan zegt ie: oh, kom volgende week
maar effe langs, dan gaan we er even over kletsen.”
14. Instrument
• Doelen:
• Zelfreflectie voor leerlingen ter ondersteuning van hun
studiekeuzeproces
• Handvatten voor mentoren en decanen om leerlingen te
begeleiden in hun studiekeuzeproces
• Eisen:
• Een instrument waarmee het studiekeuzeproces van havo
bovenbouwleerlingen in kaart kan worden gebracht
• Een instrument dat ook zicht biedt op eigenschappen van
leerlingen die van invloed kunnen zijn op hun
studiekeuzeproces, zoals gevoeligheid voor invloeden door
anderen
15. De reis: het studiekeuzeproces
• Zes studiekeuzetaken (Germeijs & Verschueren, 2006)
• Oriëntatie
• Exploratie van zichzelf
• Exploratie in de breedte
• Exploratie in de diepte
• Beslissingsstatus
• Binding
• Instrument: (Verkorte) Vragenlijst Studiekeuzetaken:
(V)VST (Demulder et al., 2019; Germeijs & Verschueren, 2006, 2007, 2010)
16. De reiziger: eigenschappen van de beslisser
• Loopbaankeuzeprofielen (Gati et al., 2010, 2012)
• Informatieverzameling
• Informatieverwerking (analytisch – holistisch)
• Locus of control (intern – extern)
• Inzet
• Uitstelgedrag
• Snelheid van het nemen v/d uiteindelijke beslissing
• Raadplegen van anderen
• Afhankelijkheid van anderen
• Verlangen om anderen te behagen
• Streven naar een ideaal beroep
• Bereidheid tot een compromis
• Gebruik van intuïtie
• Instrument: Career Decision Making Profiles
questionnaire: CDMP (Gati et al., 2010, 2012)
17. Het ontwikkelde instrument
• VVST:
• Vertaald van Vlaams naar Nederlands
• Keuzelandschap voor havo bovenbouw ingebouwd: mbo, hbo,
vavo, of vwo / hbo-propedeuse en daarna naar universiteit
• Terugkoppelingsteksten ingevoegd
• CDMP:
• Vertaald van Engels naar Nederlands
• Context van loopbaankeuze aangepast in context van
studiekeuze in havo bovenbouw
• Terugkoppelingsteksten ingevoegd
18. VVST voorbeelditems
• Oriëntatie: Ik heb zin om nu al na te denken over welke studie ik zal
kiezen.
• Exploratie van zichzelf: Ik heb zelf nagedacht over wat ik belangrijk
en minder belangrijk vind voor mijn toekomst.
• Exploratie in de breedte: Ik heb zelf overzichten met de korte
inhoud van opleidingen doorgenomen.
• Exploratie in de diepte: Ik heb gepraat met studenten die nu in het
hoger onderwijs zitten over één van de opleidingen.
• Binding: Geeft de keuze voor deze opleiding je het gevoel dat je
jouw toekomst met vertrouwen en optimisme tegemoet kunt zien?
19. CDMP voorbeelditems
• Informatieverwerking (analytisch): Ik vergelijk de mogelijke keuzes
meestal door hun voordelen en nadelen tegen elkaar af te wegen.
• Locus of control (extern): Mijn studiekeuze zal sterk beïnvloed
worden door omstandigheden waar ik geen invloed op heb.
• Raadplegen van anderen (zelden): Ik overweeg mijn keuzes en
neem mijn beslissingen meestal zonder met anderen te overleggen.
• Afhankelijkheid van anderen (hoog): Ik wil de beslissing niet in
mijn eentje nemen; ik wil de verantwoordelijkheid met anderen delen.
• Verlangen om anderen te behagen (hoog): Ik vind het belangrijk
om een keuze te maken waarmee mijn familie en goede vrienden
tevreden zullen zijn.
• …
20. Voorbeeld terugkoppelingstekst VVST
(Lage score (1 – 2) op Oriëntatie)
Volgens jouw score op de schaal Oriëntatie, ben je er op dit
moment waarschijnlijk nog niet helemaal aan toe om een
studiekeuze te maken. Het is goed om voor jezelf na te
gaan waarom dit zo is en om de verschillende
mogelijkheden te verkennen die je hebt. Als je nog niet toe
bent aan het maken van een studiekeuze maar al wel in het
laatste jaar van de havo zit, kun je bijvoorbeeld ook
overwegen om na het behalen van je diploma verder te
gaan op het vwo. Een andere optie is om na het behalen
van je diploma een havoprofielverbreding te gaan doen.
21. Voorbeeld terugkoppelingstekst CDMP
(hoge score (5 – 7) op Gebruik van intuïtie)
Volgens jouw score op de schaal Gebruik van intuïtie,
vertrouw je wanneer je een beslissing neemt
waarschijnlijk veel op je gevoel. Wellicht heb je bij
eerdere keuzes die je hebt gemaakt ook vertrouwd op je
gevoel en bleken dit achteraf ook de juiste keuzes te zijn.
Toch is het, zeker bij belangrijke beslissingen zoals je
studiekeuze, goed om niet alleen af te gaan op je gevoel,
omdat dit makkelijk beïnvloed kan worden door
toevalligheden en zaken die er eigenlijk niet toe doen.
22. Pilotafname vragenlijst: scholen gezocht
Van 27 november t/m 22 december 2023 wordt een pilot
gehouden waarin de vragenlijst wordt getest bij havo 5-
leerlingen, ter validatie van het instrument
De leerlingen vullen de vragenlijst onder toezicht van hun
mentor eenmalig digitaal in op school en ontvangen een
geautomatiseerde terugkoppeling
Heeft uw school interesse om deel te nemen aan dit
validatieonderzoek? Neem dan contact op met Martijn
Peters (M.Peters@han.nl)
24. Literatuur
Gadassi, R., Gati, I., & Dayan, A. (2012). The adaptability of Career Decision-Making Profiles. Journal of
counseling psychology, 59(4), 612.
Gadassi, R., Gati, I., & Wagman-Rolnick, H. (2013). The adaptability of career decision-making profiles:
Associations with self-efficacy, emotional difficulties, and decision status. Journal of Career Development,
40(6), 490-507.
Gati, I., Landman, S., Davidovitch, S., Asulin-Peretz, L., & Gadassi, R. (2010). From career decision-making
styles to career decision-making profiles: A multidimensional approach. Journal of Vocational Behavior,
76(2), 277-291.
Gati, I., Gadassi, R., & Mashiah-Cohen, R. (2012). Career decision-making profiles vs. styles: Convergent
and incremental validity. Journal of Vocational Behavior, 81(1), 2-16.
Germeijs, V., & Verschueren, K. (2006). High school students’ career decision-making process:
Development and validation of the study choice task inventory. Journal of Career Assessment, 14(4), 449-
471.
Germeijs, V., & Verschueren, K. (2007). High school students’ career decision-making process:
Consequences for choice implementation in higher education. Journal of vocational behavior, 70(2), 223-
241.
Germeijs, V., & Verschueren, K. (2010). Handleiding Vragenlijst StudiekeuzeTaken (VST). VCLB Service cvba.
25. Dank!
Martijn Peters - M.Peters@han.nl
Marloes de Lange - M.deLange@han.nl
Guuske van Teunenbroek - Guuske.vanTeunenbroek@han.nl
Edwin Buijs - Edwin.Buijs@han.nl