Centraal stond deze avond het boek 'Een @nder geld' van Helen Toxopeus (en Henk van Arkel), een avond met Rob Wijnberg, Timotheus Vermeulen, Robin van den Akker, Nicoline Soeter in De nwe Vorst in Tilburg over het post-postmodernisme of Metamodernisme. Ook ging het over Joris Luyendijk's nieuwe boek 'Dit kan niet waar zijn', Maria Popova van Brainpickings over hoe je als mens het juiste midden moet weten te vinden tussen hoop en kritisch denken (cynisme <-> naiviteit). Centraal begrip deze avond: 'without being sceptic'. http://oefenenvooreenanderetijd.blogspot.nl/2015/02/volwassenen-verleiden-zich-volwassener.html
5. Een @nder soort geld
“Het oude verhaal van oneindige groei
inspireert niet meer. Oude systemen bieden
geen hoop op verbetering. Mensen maken zich
heus niet alleen zorgen over de restschuld op
hun huis en het verliezen van hun baan, maar
ook over waar we met de samenleving naartoe
gaan. (p. 20-21)
6. Helen Toxopeus
“Ik ben op zoek gegaan naar mensen die
kunnen uitleggen wat voor soort oplossingen er
zijn. Intuïtiefdenk ik dat er iets groots
aan het veranderen is op het gebied van geld en
dat we nieuwe soorten oplossingen gaan
vinden.” (p. 21)
7. Henk van Arkel
“Het geldsysteem is onze samenleving steeds
meer gaan domineren. Sociale welvaart, kansen
op ontplooiing, ondernemerschap en
natuurbehoud, allemaal zijn ze ondergeschikt
aan geld geworden.” (p. 21)
8. Henk van Arkel
“We accepteren een geldsysteem dat
ongelijkheid in de hand werkt, de natuur
verslindt en de mensheid de mogelijkheid
ontneemt om afgewogen beslissingen te nemen,
omdat we denken dat er maar één soort geld
is.” (p. 21)
9. Henk van Arkel
“Want dit is onze realiteit: we zitten gevangen in
een ‘geldspel’ met een aantal regels die voor de
mensen en de natuur ongelukkig uitpakken.
Niemand wordt hier op de langere termijn beter
van, zelfs de rijkste mensen niet, al denken de
meesten van hen dat ze veel te winnen hebben
bij het in stand houden van deze regels.” (p. 27)
10. Henk van Arkel
“Als we geld anders vorm geven, kan de rest
ook veranderen: de wegwerpcultuur, recessies,
structurele armoede … Kun je het je
voorstellen? Dat is in potentie allemaal
mogelijk als we alternatieve geldsoorten
ontwikkelen.” (p. 37)
11. Helen Toxopeus
“Het zou dus zo kunnen zijn dat er sturingsmechanismen in
de samenleving bestaan die ons precies de andere kant op
duwen dan dat we diep in ons hart willen. Doordat die
sturingsmechanismen niet het langetermijnbelang naar
voren brengen, wordt het voor mijzelf, voor iedereen en ja,
ook voor bedrijven, misschien wel onmogelijk om de keuzes
te maken waar we uiteindelijk het best mee af zijn.” (p. 45)
13. Groei of bloei: Henk van Arkel
“Mijn stelling is dat als geld uit het niets wordt
gecreëerd en vervolgens rente moet opbrengen,
de samenleving een keuze opgedrongen krijgt
tussen groei en crisis. Òf er is groei genoeg om
de rente te betalen, òf er is niet genoeg groei en
dan zijn er problemen. Mijn doelstelling is een
economie van het genoeg.” (p. 77)
14. Twee soorten groei
“Ik geloof in natuurlijke groei, in groei
van onze kwaliteiten, maar niet in de
exponentiële groei waartoe we vanwege
die rente worden gedwongen.
Exponentiële groei is de groei van een
kankergezwel.” (p. 79)
15. Kenneth Boulding
“Wie gelooft dat we eeuwig
door kunnen gaan met
exponentiële groei in een
eindige wereld is óf een
dwaas óf een econoom.” (p. 108)
16. ‘volkomen normaal’
“Heel veel mensen zijn onnodig arm
doordat ze geen toegang hebben tot
geld als organisatiemiddel. En dat is
enkel omdat ze de premie niet kunnen
opbrengen om de rijken aan extra
inkomsten te helpen.” (p. 112)
17. “Dankzij de rente concentreert het geld zich bij
die rijkste 1 procent en tegelijk dwingt rente
mensen en bedrijven, die dat geld van de
allerrijksten lenen om extra productie te
maken, om bovenop hun eigen kosten ook de
rente te verdienen.” (p. 121)
18. rente op rente
“Dan komt er een punt waarop hij
niet meer hoeft te werken voor zijn
geld; het geld werkt voor hem. Hij
komt in een positieve spiraal en als je
daar eenmaal in zit, moet je wel hele
gekke bokkensprongen maken om
weer arm te worden.” (p. 137)
19. Henk van Arkel
“Het rentemechanisme leidt er toe dat
80 procent van de Nederlanders en
meer dan 95 procent van de
wereldbevolking, voortdurend geld
afdraagt aan de rijkste paar procent.” (p. 138)
20. Henk zucht:
“Ik heb me wel eens afgevraagd wat er zou
gebeuren als ondernemers en particulieren elke
week zelf dat geld moesten brengen bij die paar
procent van de bevolking die nu netto aan rente
verdient. Volgens mij hadden we dan binnen de
kortste keren een volksopstand.” (p. 142)
21. Wat is vooruitgang
“Als een bakker een krediet krijgt en hij doet
het daarmee zo goed dat hij drie andere lokale
bakkers weg concurreert, dan kan hij het
krediet netjes aflossen, inclusief de rente. De
bank rapporteert dat als succes. Ik denk daar
echter anders over: er zijn drie bakkers
werkloos geworden en de sociale structuur is
verzwakt,
22. want winkeltjes in arme gebieden dragen bij
aan de veiligheid en het onderlinge contact.
Bovendien vloeit er via de rentekosten netto
meer geld uit de gemeenschap weg. En met een
beetje pech verlegt de succesvolle bakker zijn
privéconsumptie naar luxe importproducten.
Dat vind ik geen duurzame ontwikkeling.” (p. 150)
23. Verkeerde prioriteit
“Maar wat heb je aan een
stabiele banksector in een
sociaal instabiele
samenleving met een
instabiel ecosysteem?” (p. 160)
24. “Veel mensen realiseren zich dat we te ver zijn
doorgeschoten in de richting van een samenleving
die uit elkaar wordt getrokken door het
meedogenloos nastreven van het individuele
belang.
Dat tij is aan het keren en de crisis heeft ons
collectief aan het denken gezet over dat het anders
moet. “ (p. 179-180)
25. Zijn de rijken de winnaars?
“Het is voor rijke mensen helemaal niet gunstig
dat de rest van de bevolking niets meer kan
kopen, dat de overheid instabiel wordt, of dat
de economie schommelt tussen deflatie en
hyperinflatie. Chaos biedt wel mogelijkheden
om veel te verdienen, maar is ook hele riskant.
Voor iedereen. (p. 186)
26. “Als de verdeling al te ongelijk wordt, valt de
reële economie stil en zien ook rijke mensen
hun rijkdom verdampen. Bovendien hebben
ook zij er last van als de sociale onrust uit de
hand loopt. Dan wordt op een gegeven moment
namelijk ook de vraag gesteld of hun rijkdom
wel terecht is.” (p. 186)
47. Twee zinnen
“Once upon a time there was a land without
ideals”
en de slotregel:
“Without being sceptic”
http://oefenenvooreenanderetijd.blogspot.nl/2015/02/volwassenen-verleiden-zich-volwassener.html
48. Enkele woorden
In de presentatie van Timotheus Vermeulen &
Robin van de Akker
Sensibility
“informed naïvité”
Geïnformeerd naïef zijn (of je zo door het leven
bewegen)
51. Joris Luyendijk
23 februari
er zijn nog plaatsen
goede pr-campagne
***** in De Volkskrant
zo 15-2 Met ‘t oog op morgen
zo 22-2 Brands Boeken
zo 1-3 Tegenlicht
52. Interview
“Politici zijn marionetten in
handen van de financiële sector”
De Morgen
10 oktober 2014
http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/10/10/politici-zijn-
marionetten-in-handen-van-financiele-sector
53. Joris Luyendijk
“Inderdaad. Je hebt geen slechte
mensen nodig om een slecht systeem
draaiende te houden. Dat is een
fundamentele vaststelling die ik
gemaakt heb.”
54. “Daarnaast zijn de media hier vooral het
probleem. Eigenlijk houden politieke
journalisten zich nauwelijks bezig met wat zich
afspeelt binnen de banken en tussen de banken
en de politiek. Op die manier verwaarlozen
journalisten hun kerntaak. Dat vind ik echt een
schande.”
55. Grote partijen konden niet gestraft worden
“En dat is het rechtstreekse gevolg van het
oligopolie binnen de financiële sector. Wat
frappant is, dat uitgerekend de liberale partijen
als geen ander het bestaande oligopolie hebben
verdedigd. Terwijl de meer linkse partijen in
feite hebben gepleit voor kleinere spelers, en
dus voor meer vrije markt.”
56. Waar ligt de trigger voor verandering?
“ Politiek heeft in principe die
macht. Maar dan zal de politiek
zich wel eerst moeten losweken
uit de greep van de financiële
sector. Het draaideursysteem
moet weg.
59. Vraag: Hoe kan je als individu uit het
overheersende neoliberale marktverhaal
stappen van competitie, consumptie en
hebzucht? En hoe kan je daarmee het politieke
discours doen kantelen?
60. We hebben de groep nodig, ook om ruzie te
maken. Want op je eentje zit je alleen maar te
verpieteren.
De herontdekking van het collectief is een heel
belangrijke evolutie in onze huidige zoektocht
naar zingeving.
61. Op die manier wordt het politiek discours bijgestuurd: al
die bottom-up initiatieven zijn een teken aan de wand. Zij
fietsen letterlijk en figuurlijk langs de traditionele
structuren heen, want die hebben allemaal boter op het
hoofd.
Al die kleine groeperingen zijn bezig een nieuw economisch
en politiek verhaal aan het schrijven. Het belang daarvan
kan niet genoeg onderschreven worden.