6. CONTEXT IN DE GESCHIEDENIS
Bloeitijd 1890 – 1920
Past eigenlijk niet in de badcultuur van
Boedapest
7. CONTEXT IN DE GESCHIEDENIS
Beeld luxe herenbadhuis
1898
Uitbreiding 1910 voor zeer grote volumes, tot
3000 mensen tegelijk. Volksbad.
Eind jaren ’20 faillissement
8. CONTEXT IN DE GESCHIEDENIS
Dagelijkse werkelijkheid blijkt uit klachtenbrief
Wat is nu het beeld van de werkelijkheid? Het bad, althans de vrouwafdeling, heeft 600 cabines en als de vrouw op een zondag rond tien,
half elf komt is er niet één leeg. Bij alle cabines staat weer een nieuwkomertje op haar post. Wat betekent dat
al 600 man in bad geweest in het 2 meter breed en enkele meters lange bad. Dit gaat door tot vijf,
half zes ‘s avonds, de mensen gaan maar door in het vreselijk gebruikte water, enkel door een dun straaltje krijgt het
nieuwe watertoevoer. Dus geen water, geen zeep, de warme douches zijn meestal kapot en als enkele het doen zijn er
zoveel mensen bij dat men er niet onder kan.
9. FAILLIET EN VERVAL
Met de opkomst van de badkamers in gewone
huizen, ook in de arme Joodse wijk, hielden de
grote volumes op met toestromen.
Het bad was niet meer rendabel, en verloor de
slag van luxe service baden als het Gellert.
10. HERGEBRUIK
Banken nemen het gebouw in
bezit. Omgebouwd tot Hotel
In de grote zaal is kortstondig
een theater
Jaren van leegstand,
kunstenaars exposeren
Begin 2000, tijdens
‘zekeringswerkzaamheden
stort een groot deel van het
gebouw in. De gemeente
draagt de bouwer op de rest
ook te verwijderen.
11. BELANG ONDERZOEK
Historische context gebruik, het gebouw is
gebouwd voor grote hoeveelheden publiek
Afbakening onderzoeksgebied: concentreren op
twee toevoegingen van architect Emil Agoston
Het gebouw is constant in gebruik geweest en
aangepast. Een nieuwe fase zou hierdoor in een
goede trend passen.
17. ORDENEND PRINCIPE
Gewenst: periferie zone aan het atrium om
optimaal gebruik te maken van lezen met daglicht.
18. PLATTEGROND
Twee richtingen
Bestaande gebouw en
nieuwe invulling
vormen winkelhaak die
een atrium omsluit.
19. ENTREE
Binnenkomt onder nieuwe volume. Kolommen in het ritme
van bestaande gebouw versterken de eenheid. Toch is er
groot contrast, het bestaande gebouw is grof beton, het
nieuwe hout.
20. PLAFOND ZOEKT AANSLUITING BIJ VORM
Echo
rimpeling
water
Ronde vorm
sluit aan bij
rechthoekige
Koper een
veelvuldig
terugkerend
decoratie
element in
bestaande
gebouw
23. BINNENPLAATS
De constructie krijgt een aanzienlijke diepte, zodat
hiertussen mensen kunnen zitten om te lezen en
studeren.
24. WERKING
Lichte en open zone, waar je toch echt in moet stappen
om in een geheel nieuwe beleving te komen.
25. CONCEPT BINNENGEVEL
<Klauzal
Binnen>
Kolommenrij als abstracte rij
bomen die veelvuldig te vinden zijn
op de Boedapester binnenplaats.
26. TERUGKOPPELING NAAR CONCEPT
Sterke verticaliteit benadrukken
Om dit te verkrijgen gekozen de kolommen
ononderbroken van boven naar beneden te laten
gaan. Verdiepingsvloeren liggen terug.
35. GEVEL ANALYSE
Er is een sterke horizontale geleding in de naburige gebouwen, en in de
Joodse wijk in het algemeen.
Ramen hebben vrijwel altijd een bepaalde definitie. Een diepere negge
werpt schaduw en accentueert de gevelopeningen.
38. UITSTRALING
Gebruik van moderne baksteen past met zijn textuur in de wijk.
Toch valt het uit de toon van de rest van de huizenblokken. Hier
gaat vrijwel altijd om stucwerk op metselwerk.
Het hoofdgebouw heeft ook een unieke uitstraling, massief maar
monumentaal door andere textuur en materiaal.
42. LUCHTBEHANDELING WINTERSITUATIE
Inblazing door
verdikte muur
atrium
Ventilatievoud 11
Hier extra
opwarming door de
zon.
Afzuiging via muren
verdiepingen, lucht
stroomt hier door
lijnroosters heen via
het atrium.
43. LUCHTBEHANDELING ZOMER
Inblazing koele
lucht op elke
verdieping. Door
overdruk naar
atrium geworpen
waar het via
natuurlijke – of in
bepaalde
weersomstandighe
den mechanische –
ventilatie afgevoerd
wordt.
44. Winter Zomer
Vrije inval zon, opwarming lucht Zonwering dicht, dak open.
in atrium. Afzuiging door muren, Inblazing koele lucht op
kanaal over dak naar WTW verdiepingen. Overstort via
units in TN 5e verdieping rooster naar atrium waar
bestaande gebouw. het via het dak naar buiten
kan, of mechanisch in geval
van bepaalde
weersomstandigheden
(wind).
45. LUCHTBEHANDELING
Wegens de zeer grote hoogte van
hoofdkanaal wordt dit via een
omtrekkende beweging naar de
verdikte muur gebracht.
Een oude schoorsteen van
verwarming wordt afgebroken en
het nieuwe kanaal loopt hier van
dak tot kelder.
46. CONSTRUCTIEBEREKENINGEN
Zwaarst belaste kolom
Puntlast (atrium) F = 111.33 kN (9.25x1.28x1.2 + 2.1x9.25x5)
4x vloer F = 373.2 kN
5x stalen randbalk F = 9 kN
Dak F = (2.5x5x2.22) = 80 kN
Gevel F = (20x5x0.5) = 50 kN
Ftotaal, vertikaal = 571.28 kN
Hoek = 12 graden, ontbinden in vertikaal 571.28 kN, horizontaal 121.4 kN dan Ftotaal op kolom = 583.7 kN
Normaalkracht en Knik kolom
Toets op maximale drukspanning en knik. Knik is een progressief effect. Er bestaat niet iets als een klein
beetje doorknikken. De kolom veert óf terug na een vervorming of knikt volledig uit. Knik treedt echter pas
op na een initiële vervorming en is derhalve een tweede orde effect. Overschrijdt de belasting een bepaald
punt dan stort het geheel in.
Akolom = 1000x200
F = 583.7 kN
σ = 2.857 N/mm2 -> Voldoet
l=4m
i = √I/A = √1/12bh3 / bh = 57.73
λ = 4000/57.73 = 69.3
Knikfactor -> 0.4 (p2-17 Constructiedictaat, realistische knikkromme zie figuur 2)
σmax = 0.4 x 11.52 = 4.6 N/mm2
σugt = 583.7 / Akolom = 2.9 N/mm2 -> Voldoet!
Conclusie: Normaalkracht en Knik geen gevaar.
47. DOORBUIGING
Doorbuiging
Doordat de kolommen onder een hoek met de vertikaal worden
geplaatst buigen deze enigszins door onder het eigen gewicht, vergelijk
dit met het doorhangen van een lijn. Overigens zal door de
normaalbelasting deze vervorming iets groter worden – wederom een
tweede orde effect, maar niet knikken wat dat is boven al uitgesloten.
q = tan 12 x 8 x 1 x 0.2 = 0.34 kN/m
δ = 5/384 x ql4 / EI
δ = 5/384 x 0.34 x 40004 / 9400 x 1/12 x 1000 x 2003 = 0.2 mm
Dit is een plausibel resultaat dat weergeeft dat er geen visuele
verstoring van de rechte lijnen optreedt en er al helemaal geen
constructief gevaar is.