Aanbiedingen bij overheidsopdrachten worden steeds vaker via de EMVI-methode beoordeeld. Beoordeling op EMVI vraagt om specifieke competenties tijdens de beoordeling en de uitvoering. Kortom, om meer efficiencyvoordelen en verbetering van bereikbaarheid en doorstroming te realiseren, dienen de handvatten voor een EMVI-beoordeling op doorstroming verder ontwikkeld te worden. Het rapport is een uitkomst van het transumo onderzoek naar hindervrij en duurzaam bouwen.
2. 2 3
Inhoudsopgave
1 Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven 3
2 Een begrippenkader voor doorstroming formuleren 5
3 Aanbesteding versus Uitvoering 8
4 Stappenplan gunnen op doorstroming 10
5 Slotopmerkingen bij gunnen op doorstroming 15
6 Bijlagen 17
6.1 Infrastructurele Key Performance Indicatoren 18
6.2 Verkeerskundige Key Performance Indicatoren 19
6.3 Beoordelingstabel verkeersmanagementplan 20
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3. 4 5
Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven
Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven
Duurzaamheid in het bouwen en onderhouden van infrastructuur
staat momenteel hoog op de politieke agenda. Niet voor niets heeft
de Rijksoverheid de doelstelling afgekondigd dat ze in 2010 bij al
alle aankopen of investeringen verschillende duurzaamheidscriteria
toepast. Een soepele verkeersafwikkeling wordt beschouwd als een
aspect van duurzaamheid. Zo mag er tijdens wegwerkzaamheden niet
meer dan 10% extra verkeerdruk ontstaan. Dit wordt ook wel hindervrij
bouwen genoemd.
Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven
4. 6 7
Hindervrij bouwen of doorstroming?
De term hindervrij bouwen kan op vele manieren
geïnterpreteerd worden. Minder hinder kan
betekenen: minder hinder voor de omgeving,
betere doorstroming/bereikbaarheid, een duidelijk
afsprakenstelsel tussen bouwpartner, etc. Om te
komen tot deze handreiking zijn een aantal facet
ten uitgelicht waarvan op voorhand de inschatting
is gemaakt dat binnen de looptijd van het project
een significante stap in het transitieproces naar
hindervrij bouwen kan worden gemaakt.
Hiervoor richten we ons voornamelijk op door
stroming. Uit praktisch oogpunt zijn veiligheid,
milieu, stofvorming, etc. bij wegwerkzaamheden
of andere aspecten van concrete hinder of hinder
beleving van de weggebruikers buiten het domein
van deze handreiking gesteld.
Vanaf 2010 zijn publieke opdrachtgevers ver-
plicht om 50% tot 100% duurzaam in te kopen.
Bij publieke opdrachtgevers die betrokken zijn
bij infrastructurele werken, is hindervrij bouwen
een belangrijk aspect. De maatschappelijke en
economische waarde om tijdens werkzaamheden
minimale hinder te veroorzaken, ligt
hieraan ten grondslag.
De werkgroep betrokken bij de totstandkoming
van het werkdocument bestaat uit de volgende
organisaties:
AT Osborne•
Bouwend Nederland•
CROW•
Gemeentewerken Rotterdam•
Rijkswaterstaat•
TNO Bouw en Ondergrond•
Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven
Hoe doorstroming te beoordelen?
Verschillende publicaties hebben al uitgewezen
dat doorstroming en duurzaamheid nog geen
eenduidige begrippen zijn. Zowel de opdracht
gevende als de opdrachtnemende partijen
wensen tot een meer eenduidige benadering
te komen. Beide partijen verwachten daarmee
de hinder aan weggebruikers ten gevolge van
verminderde doorstroming beter te kunnen
beheersen. Dit vraagt dus om een eenduidiger
beeld omtrent het gunnen op doorstroming.
De vraag is eigenlijk: hoe beoordeel ik doorstro
ming? Die vraag staat centraal in deze handreiking.
Gunningen analyseren
Om tot state-of-the-art richtlijnen voor het toe
passen van “doorstroming” als gunningscriterium
te komen heeft de werkgroep als eerste stap een
analyse gemaakt van bestaande aanbestedingen
waarin doorstroming is meegenomen als gun
ningscriterium. Het betreft negen grote projecten
van RWS uit de laatste vijf jaar met een doorkijkje
naar werken die het komende jaar worden aan
besteed. De geanalyseerde projecten betroffen
zowel nieuwbouw als (groot) onderhoud. Deze stap
leverde een beeld van het begrip doorstroming en
hoe dat begrip op dit moment wordt meegenomen
in het proces van aanbieden en aanbesteden.
Werkwijzen sterk uiteenlopend
Uit de analyse blijkt dat veel verschillende
criteria zijn toegepast om doorstroming te wegen.
Het verkeerskundige doel was bij de verschillende
contracten steeds abstract geformuleerd, zeker
niet SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel,
Realistisch en Tijdgebonden). Meestal was het
geformuleerd in termen van “minder hinder” of
“meer doorstroming”. Soms werd ook de verkeers
veiligheid als doel geformuleerd.
In negen geanalyseerde contracten liep de werk-
wijze sterk uiteen. Als beoordeling of beoorde-
lingsgrondslag zijn aangetroffen:
beoordeling op planvorming;•
beoordeling op type (door de opdrachtnemer•
te treffen) verkeersmaatregelen en berekende
verkeerseffecten;
beoordeling op waar te nemen verkeerseffecten•
(waar te nemen snelheid of filelengte);
beoordeling op (tijdige) beschikbaarheid van•
infrastructuur, gemonitord via slots of werk
bare uren.
Daarnaast is de handhaving in de verschillende
gunningen bekeken. In vrijwel alle gevallen vond
de handhaving tijdens de uitvoeringsfase plaats
Doelstelling handreiking :
Het verkrijgen en toepassen van praktische richt-
lijnen inzake “doorstroming” voor het uitvragen en
doen van een kwalitatieve aanbieding in het kader
van de economische meest voordelige inschrijving
(EMVI). Hierbij is van belang dat de criteria die de
door de opdrachtgever geselecteerd worden voor
het begrip doorstroming, zowel getoetst alsook
gehandhaafd kunnen worden.
5. 8 9
op grond van het wel of niet overschrijden van
werkbare uren en toegekende slots. Een directe
link tussen de criteria die tijdens de aanbesteding
zijn gehanteerd en monitoring hiervan tijdens de
uitvoering is in veel gevallen niet aangetroffen.
Op zoek naar performance-indicatoren
Aanbestedende diensten zijn op zoek naar een
manier om de prestatie van de opdrachtnemer
op het gebied van doorstroming te bekijken
gedurende de aanbiedingsfase. De werkgroep
heeft verschillende performance-indicatoren in
kaart gebracht, die in deze handreiking worden
gepresenteerd. In een workshop met betrokkenen
van Rijkswaterstaat, Gemeentewerken Rotterdam
en marktpartijen is aandacht besteed aan de
marktverhoudingen en processen waarbinnen
dergelijke performance-indicatoren moeten kunnen
worden toegepast. Daarbij zijn discussies gevoerd
over de toetsbaarheid, modelleerbaarheid en
mogelijke kwantificering en standaardisatie van
verschillende criteria die voor het begrip doorstro
ming gevonden zijn. Tevens zijn interviews gevoerd
met projectverantwoordelijken vanuit Rijkswater
staat en is een schriftelijke enquête gehouden.
De resultaten hiervan zijn meegenomen in deze
handreiking.
Stappenplan
‘Beoordeling Doorstroming in EMVI’
Resultaat is deze handreiking met richtlijnen voor
het opstellen en beoordelen van doorstromings
criteria in EMVI-aanbestedingen. De handreiking
bestaat uit een stappenplan dat een aanbestedende
dienst begeleidt bij het nemen van de achtereen
volgende besluiten. De handreiking geeft geen
kant-en-klare antwoorden, elk project is immers
uniek! Bij elke stap worden vragen genoemd die
in de betreffende fase een rol spelen, hierbij wordt
aandacht geschonken aan de afwegingen die gemaakt
moeten worden.
Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven
6. 10 11Een begrippenkader voor doorstroming formuleren
Een begrippenkader voor doorstroming formuleren
Deze handreiking richt zich op het beoordelen van
doorstroming binnen de EMVI. Maar wat is EMVI ook
al weer en hoe werkt het?
Een begrippenkader voor doorstroming formuleren
7. 12 13
maar ook tot een betere doorstroming leiden.
In het geval dat een bredere rijstrook – om wat
voor reden dan ook – in de specifieke situatie niet
leidt tot een betere doorstroming, is het weinig
zinvol de inschrijvende partijen wel deze mogelijk
heid te bieden.
Key Performance Indicatoren (KPI)
De hoeveelheid verkeer, de snelheid van het
verkeer of de wachttijd van het verkeer worden
door een groot aantal variabelen beïnvloed.
De begrippen en definities die daarin een rol
spelen worden vaak verschillend beleefd en ook
verschillend gedefinieerd. Dat kan worden vastge
steld aan gehanteerde definities in verschillende
literatuurbronnen maar het bleek ook tijdens de
workshop met de betrokkenen van Rijkswaterstaat,
Gemeentewerken Rotterdam en marktpartijen.
Het onderscheid is van belang omdat sommige
variabelen buiten het bereik van opdrachtgever en
opdrachtnemer liggen maar wel de verkeerskundige
prestatie beïnvloeden. Sommige andere variabelen
worden juist door beide en weer andere door één
van beide beïnvloed.
De werkgroep heeft key-performance-indicatoren
(KPI’s) in kaart gebracht die gehanteerd kunnen
worden als een uitvraag op doorstroming wordt
gedaan.
Daarbij is onderscheid gemaakt tussen:
Infrastructurele performance indicatoren•
(bijvoorbeeld rijstrookbreedte of duur van
breedte-, hoogte- of gewichtsbeperkingen);
Verkeerskundige performance-indicatoren•
(bijvoorbeeld totale voertuigtijd of voertuig
verliesuren).
Voorbeelden van beide type indicatoren zijn opge
nomen in de bijlage.
Bij het vaststellen van toe te passen KPI’s moet
de aanbestedende dienst aangeven welke prestatie
tenminste behaald moet worden. Opdrachtnemers
die op het betreffende criterium een meetbare of
modelleerbare meerwaarde bieden scoren daar
mee in de EMVI.
Kwaliteitscriteria
Kwaliteitscriteria kunnen betrekking hebben op
aspecten die zich in hun aard slecht laten ‘meten’.
Typische voorbeelden hiervan zijn de beschrijving
van processen en de borging van deze processen
zoals kwaliteits-, risico- en veiligheidsmanagement.
Daarnaast kunnen kwaliteitscriteria worden toege
past als een hogere abstractie van prestatiecriteria.
Voorbeeld hiervan is een doorstromingsplan waarbij
het geheel aan maatregelen met betrekking tot
doorstroming in onderlinge samenhang wordt
beoordeeld in plaats van het separaat meten
van een limitatief aantal prestatiecriteria.
Kwaliteitscriteria vergen een andere benadering
dan prestatiecriteria. De aanbestedende dienst
moet bij het formuleren van kwaliteitscriteria
aangeven binnen welke (kwalitatieve) kaders de
inschrijver vrij is zijn aanbieding vorm te geven.
De ontvangen inschrijvingen worden binnen die
kaders inhoudelijk beoordeeld. Dit leidt tot een
rapportcijfer. Het behaalde rapportcijfer voor ieder
kwaliteitscriterium levert een vooraf vastgestelde
fictieve bonus op (hiervoor wordt ook wel het
begrip ‘meerwaarde’ gehanteerd).
Een begrippenkader voor doorstroming formuleren Een begrippenkader voor doorstroming formuleren
Inschrijfprijs Prestatie
criteria
Kwaliteit
criteria
Fictieve
inschrijfprijs
Het beoordelen van een Economisch Meest
Voordelige Inschrijving vindt als volgt plaats:
Potentiële opdrachtnemers schrijven in en•
geven een inschrijfprijs.
De aanbestedende dienst beoordeelt het aanbod•
en verlaagt de inschrijfprijs met de monetaire
waarde van de beschreven extra prestatie
(boven de minimaal vereiste prestatie).
De aanbestedende dienst beoordeelt tevens•
de kwaliteit van de processen die de inschrijver
aanbiedt. De kwaliteit is niet als een monetaire
waarde meetbaar maar wordt via een rapport
cijfer gemonetariseerd.
De aanbestedende dienst vermindert de inschrijf•
prijs met de monetaire waarde van de aangeboden
prestatie en de aangeboden kwaliteit zodat een
fictieve inschrijfprijs resulteert (dit wordt ook
wel ‘evaluatieprijs’ genoemd). De aanbestedende
dienst vergelijkt de fictieve inschrijfprijzen voor
de gunningbeslissing.
Een belangrijke voorwaarde van het invoeren
van het begrip doorstroming in EMVI is dat
doorstroming niet alleen te berekenen is in de
gunningperiode maar ook toetsbaar gedurende
de uitvoeringsfase. In hoofdstuk 3 wordt de kop
peling tussen aanbesteding en uitvoering nader
toegelicht.
Om doorstroming toetsbaar te maken in de EMVI
wordt onderscheid gemaakt in:
Prestatiecriteria – deze zijn meetbaar•
Kwaliteitscriteria – deze zijn niet concreet•
meetbaar
Prestatiecriteria
Gebruik van direct meetbare criteria vereist
dat nauwkeurig kan worden omschreven welke
‘prestatie’ in meer of mindere mate kan worden
aangeboden en welke bandbreedtes worden ge
hanteerd. Bijvoorbeeld de minimale en maximale
rijstrookbreedte en voor welke rijstrook dit geldt.
Dit betekent dat bij het opstellen van de aanbe
stedingsstukken een zorgvuldige afweging moet
worden gemaakt van alle meetbare variabelen die
voor het project kunnen worden gehanteerd.
Voor elk van de te hanteren prestatiecriteria moet
worden vastgesteld wat de fictieve monetaire
waarde is. Bijvoorbeeld de waarde voor één voer
tuigverliesuur. De waarde van een aangeboden
oplossing is dan “prestatie-eenheid x prestatie-een-
heidswaarde”. Deze waarde kan voor het bepalen
van de EMVI fictief van de inschrijfsom worden
afgetrokken. Er is dus een harde (“SMART”)
doelstelling, een prestatiecriterium (minimum-
waarde) een prestatie-eenheid (de meeteenheid)
en een te bepalen prestatiewaarde.
De ‘prestaties’ die worden gehanteerd moeten niet
alleen daadwerkelijk mogelijk zijn (voor een bre
dere rijstrook moet bijvoorbeeld wel ruimte zijn)
8. 14 15
Met betrekking tot doorstroming kunnen
kwaliteitscriteria getoetst worden met een
verkeersmanagementplan. Het formuleren van
een kwaliteitcriterium verkeersmanagement
met daarin een aantal benoemde aspecten en
aandachtpunten biedt goede houvast voor een
beoordeling.
De aanbestedende dienst moet duidelijk aangeven
welke aspecten in het verkeersmanagementplan
van de inschrijver aan de orde moeten komen.
Hierbij is van belang te vermelden welke rand
voorwaarden en uitgangspunten gelden.
Een begrippenkader voor doorstroming formuleren Een begrippenkader voor doorstroming formuleren
9. 16 17Aanbesteding versus Uitvoering Aanbesteding versus Uitvoering
Aanbesteding versus Uitvoering
Criteria waarop tijdens de aanbesteding gegund is, moeten tijdens de
uitvoering van het werk worden gemonitord. De aanbestedende dienst
heeft wellicht gegund aan een ander dan de inschrijver met de laagste
prijs; er is dus betaald voor één of meer prestaties.
10. 18 19
Onvoldoende zorg aan de koppeling tussen
de geformuleerde EMVI-criteria en de toets
hiervan kan tijdens de uitvoering voor de
volgende problemen zorgen:
De aanbestedende dienst is onvoldoende in•
staat te monitoren of de aangeboden prestatie
wordt uitgevoerd;
Inschrijvers kunnen, om het werk gegund te•
krijgen, maximaal inzetten op de EMVI-criteria.
Als de aanbestedende dienst onvoldoende na
kan gaan of de prestaties worden waargemaakt
leidt dit tot frictie tussen aanbestedende dienst
en opdrachtnemer;
Bij volgende aanbestedingen wordt de EMVI-•
systematiek, en het belang dat de opdracht
gever er aan hecht, minder serieus genomen
door de inschrijvers.
In hoofdstuk 2 is het onderscheid tussen prestatie-
en kwaliteitscriteria uiteengezet. Daarbij is aan
gegeven dat binnen de prestatiecriteria infrastruc
turele KPI’s en verkeerskundige KPI’s voorkomen.
Dit onderscheid komt terug bij de mogelijkheden
om de prestaties van de opdrachtnemer tijdens
de uitvoeringsfase te monitoren en toetsen.
Prestatiecriteria die door de opdrachtnemer direct
worden bepaald, waaronder vrijwel alle infrastruc
turele KPI’s vallen, kunnen tijdens de uitvoering
worden geverifieerd. Een wegbreedte kan worden
gemeten, de toepassing van een barrier kan wor
den getoetst en duur van een breedte-, hoogte-
of gewichtsbeperking kan worden vastgesteld.
Deze prestaties zijn overeenkomstig de aanbieding
als verplichting van de opdrachtnemer onderdeel
van het contract opgenomen.
Prestatiecriteria die niet uitsluitend door de op
drachtnemer te beïnvloeden zijn, zoals vrijwel alle
verkeerskundige KPI’s, vergen een andere aanpak.
Verkeersmodellen kunnen tijdens de aanbesteding
prima gebruikt worden om inschrijvingen onder
ling (getalsmatig) te vergelijken. De werkelijke
situatie tijdens de uitvoering kan om tal van
redenen afwijken van het model. De werkelijke
verkeerskundige prestatie is van veel exogene
factoren afhankelijk (bijvoorbeeld het weer,
incidenten en mobiliteitsmanagement door
de opdrachtgever). Deze factoren kunnen de
opdrachtnemer niet worden aangerekend.
De voorgestelde werkwijze en fasering van de
inschrijver bepalen in de modelberekening in
welke mate de doorstroming in stand blijft.
In de uitvoeringsfase moet worden getoetst of
de opdrachtnemer zich aan deze werkwijze en
fasering houdt. De verificatie tijdens de uitvoering
vindt dan plaats op basis van het plan dat aan de
gemodelleerde prestatie ten grondslag ligt, ofwel:
is de infrastructuur beschikbaar op de wijze die
in het verkeersmodel tot de goede prestatie heeft
geleverd. Als dat het geval is, voert de opdracht
nemer zijn werk (verkeerskundig gezien) naar
behoren uit.
De contractuele basis is in dit geval dan ook het
ingediende plan en niet de gemodelleerde presta
tie die tijdens de aanbesteding is gehanteerd.
Bij uitgevraagde kwaliteitscriteria is het ‘aanbod’
van de inschrijvers meestal een procesbeschrijving.
Dit kan een plan van aanpak zijn maar ook een be-
heersproces. De werkwijze voor monitoring van een
verkeersmanagementplan heeft veel weg van die
bij risico- of veiligheidsmanagementdocumenten.
Getoetst wordt of de opdrachtnemer zijn proces
sen zo inricht en hanteert als in het verkeers
managementplan is omschreven. De omschreven
processen worden onderdeel van de contractuele
verplichtingen van de opdrachtnemer, niet de hier
mee beoogde resultaten. De opdrachtgever moet
hierbij de mogelijkheid krijgen om steekproeven
uit te voeren.
In hoofdstuk 4 wordt aandacht geschonken aan
de situatie waarin uit de monitoring blijkt dat de
opdrachtnemer tekortschiet in het nakomen van
zijn verplichtingen.
Aanbesteding versus Uitvoering Aanbesteding versus Uitvoering
11. 20 21Stappenplan gunnen op doorstroming Stappenplan gunnen op doorstroming
Stappenplan gunnen op doorstroming
Het stappenplan is een opmaat naar de definitieve “Handreiking
Beoordeling Doorstroming”. Opdrachtgevers die doorstromingscriteria
in de gunning van de opdracht mee willen laten wegen, kunnen bij het
inrichten van hun aanbestedingsprocedure deze stappen doorlopen.
Voor een algemene toelichting op de EMVI-systematiek verwijst de
werkgroep naar vigerende handreikingen van CROW en RWS.
12. 22 23Stappenplan gunnen op doorstroming Stappenplan gunnen op doorstroming
Elk project is uniek. De werkgroep onderkent het
belang van een op elk individueel project toege
sneden aanbesteding. Het stappenplan bestaat
uit vragen die de aanbestedende dienst zich kan
stellen om het profiel van het project scherp te
krijgen. Het stappenplan helpt bij de afweging of
het zinvol is om doorstromingscriteria toe te pas
sen en zo ja, welke en op wat voor manier.
Doorstromingscriteria als gunningscriterium
moeten alleen daar worden toegepast waar dit
zinvol is. Voordat criteria worden geformuleerd
moet daarom worden nagegaan of het betreffende
project hiervoor geschikt is.
Doorstromingscriteria in de gunning betrek-
ken is alleen zinvol als:
1) dit leidt tot onderscheidende aanbiedingen én
2) als een betere doorstroming ook leidt tot meer
waarde voor de opdrachtgever.
Stap 1: Beoordeel project op toepasbaarheid doorstromingscriteria
Minder geschikt
Weinig
Nee
Weinig
Volledig / Allesbepalend
Als (mogelijke) oplossingen
Opdrachtgever
Weinig verkeerskundige
kennis
Weinig
Meer geschikt
Veel
Ja
Veel
Beperkt / Kaderstellend
Als kaders / randvoor
waarden
Opdrachtnemer
Veel verkeerskundige
kennis
Veel
1) Welke invloed hebben de werkzaamheden op de door
stroming? (zie tabel met hindercategorieën op blz. 24)
2) Mag een betere doorstroming geld kosten?
3) Hoeveel verschillende oplossingen voor een betere door
stroming zijn denkbaar?
4) Hoeveel invloed wil de opdrachtgever hebben op con
creet te nemen doorstromingsmaatregelen?
5) Hoe worden de uitgangspunten voor doorstroming voor
het project door de opdrachtgever omschreven?
6) Wie verzorgt het technisch ontwerp van het werk?
7) In welke mate is de opdrachtgever in staat om de ver
keerskundige merites van doorstromingsmaatregelen te
(laten) beoordelen?
8) Hoeveel ruimte biedt het project aan innovatie ontwerp-
of uitvoeringsoplossingen?
Onderstaande vragen helpen bij de vraag of het project
geschikt is om doorstromingscriteria mee te wegen in
de aanbesteding. De vragen staan in volgorde van ge
wicht, dat wil zeggen dat bij de uiteindelijke afweging
de beantwoording van de bovenste vragen zwaarder
weegt dan het antwoord van de onderste vragen.
13. 24 25
Er worden twee typen criteria onderscheiden:
a) Prestatiecriteria. Dit zijn direct meetbare
of modelleerbare criteria, bijvoorbeeld duur
van breedte-, hoogte- of gewichtsbeperking
(infrastructurele KPI) of voertuigverliestijd
(verkeerskundige KPI).
b) Kwaliteitscriteria. Dit zijn niet direct meetbare
criteria en vereisen een beoordelingsinspanning,
bijvoorbeeld een verkeersmanagementplan.
In de bijlage is een aantal KPI’s opgenomen,
dit zijn allemaal prestatiecriteria.
Stap 2: Bepaal welke doorstromingscriteria passen bij het project
Bij een overwegend ‘meer geschikt’ profiel kan concrete invulling worden gegeven aan de doorstromingscriteria
die in de aanbesteding worden meegenomen.
Prestatiecriteria
Het formuleren van toe te passen prestatiecriteria,
of het maken van een keuze uit de KPI’s uit de
bijlage, is erg projectspecifiek.
Een eerste filter om tot verstandige criteria
te komen is de indeling in hinderklasses zoals
gehanteerd wordt door RWS gekoppeld aan het
aantal gehinderde weggebruikers. Elke combinatie
van hinderklasse (HK) en gehinderde weggebruikers
geeft een hindercategorie, dit is in onderstaande
de tabel weergegeven:
De verschillende hindercategorieën lenen
zich voor gebruik van verschillende type
criteria. Bij het selecteren van criteria voor
een specifiek project kan de volgende richtlijn
worden aangehouden:
A: Verkeers- en mobiliteitsmanagement
B: Verkeersmanagement
C: Verkeerskundige KPI’s
D: Verkeerskundige of infrastructurele KPI’s
E: Infrastructurele KPI’s
De volgende vragen helpen de aanbestedende
dienst bij het verder selecteren van bruikbare
criteria of KPI’s.
1 Levert de KPI voor het project een concrete
meerwaarde?
2Is te verwachten dan verschillende inschrijvers
met een verschillende invulling van de KPI
komen?
3 Is de meerwaarde van elke KPI voor het project
te monetariseren?
4 Is de KPI voor het project te meten / monitoren /
modelleren?
5 Is de inspanning die een inschrijver moet doen
om op de KPI voor dit project te scoren in even
wicht met de meerwaarde van het project?
Na filteren van bruikbare KPI’s moet de aan-
bestedende dienst voor elk te hanteren KPI
bepalen:
De boven- / ondergrens die voor het speci•
fieke project geldt (bv. minimale en maximale
rijstrookbreedte).
De (fictieve) prestatie-eenheidswaarde (bv. waar•
de voor elke decimeter extra rijstrookbreedte; dit
kan voor iedere specifieke situatie anders zijn).
Gehinderden
Gevaar bij het toepassen van prestatiecriteria
is dat bij het bepalen van de criteria mogelijk
niet aan alle goede oplossingen voor een betere
doorstroming is gedacht. Het is immers bij de
aanbesteding niet toegestaan om nieuwe criteria
- voor het bepalen van de EMVI - alsnog toe te
voegen. De creatieve ruimte voor de inschrijvers is
bij het uitsluitend toepassen van prestatiecriteria
dan ook beperkt. Hanteren van kwaliteitscriteria
biedt meer creatieve ruimte aan de inschrijvers.
Kwaliteitscriteria
Bij het formuleren van kwaliteitscriteria moet de
aanbestedende dienst aangeven binnen welke
(kwalitatieve) kaders de inschrijver vrij is zijn
aanbieding vorm te geven. Met name contractvor
men waarbij meer functioneel wordt uitgevraagd
(bijvoorbeeld DC-contracten) lenen zich goed
voor kwaliteitscriteria in de aanbesteding.
Bij het formuleren van kwaliteitscriteria zijn
de volgende aandachtspunten van belang:
Bij het kwaliteitscriterium ligt de nadruk op•
procesbeheersing.
Het kwaliteitscriterium moet een duidelijke•
meerwaarde leveren voor het project.
Aan het kwaliteitscriterium geven verschillende•
inschrijvers naar verwachting een verschillende
oplossing. Het criterium moet voldoende onder
scheidend vermogen voor de inschrijvers hebben.
De kaders waar binnen het kwaliteitscriterium•
wordt beoordeeld moeten duidelijk worden
aangegeven.
Als een combinatie van prestatie- en kwali•
teitscriteria wordt gehanteerd moeten zij
complementair aan elkaar zijn.
Stappenplan gunnen op doorstroming Stappenplan gunnen op doorstroming
HK
0
1
2
3
4
10.000
-
E
D
C
B
1.000
-
E
D
C
B/C
100.000
-
D
C
B
B
1mln
-
C
C
A
A
1mln
-
B/C
B
A
A
14. 26 27Stappenplan gunnen op doorstroming Stappenplan gunnen op doorstroming
De inspanning die een inschrijver moet doen•
om op het kwaliteitscriterium voor dit project te
scoren moet in evenwicht zijn met de meer
waarde van het project.
De ontvangen inschrijvingen moeten volgens de
gestelde kaders inhoudelijk beoordeeld worden.
Deze beoordeling leidt tot een rapportcijfer dat
wordt omgerekend naar een fictieve bonus.
Bepalen van de hoogte van de fictieve bonussen is
een lastige klus. Wat is de monetaire waarde van
een 8 voor een doorstromingsplan? En wat is dan
de waarde van een 7?
De volgende werkwijze biedt uitkomst:
1 Bepaal welk “budget” beschikbaar is voor
bovengemiddelde maatregelen om de doorstro
ming te bevorderen. Hierbij kan ook gekeken
worden tot welk maximale prijsverschil, meer
waarde voor doorstroming nog aan de eigen
achterban verantwoord kan worden.
2 Van dit “budget” wordt een deel gereserveerd
voor score’s op KPI’s; houdt er rekening mee
dat een maximale score op alle KPI’s door één
inschrijver hoogst onwaarschijnlijk is.
3 Het resterende “budget” kan aan de kwalitatieve
criteria worden toegekend. Het hoogste rapport
cijfer (10) beslaat het maximale budget.
4 Maak een inschatting van welke invulling aan
het kwaliteitscriterium beloond wordt met een
10. Schat vervolgens in welke uitvoeringskosten
hiermee gepaard gaan. Als de bonus lager is dan
de uitvoeringskosten, wordt het voor inschrij
vers minder aantrekkelijk om op dit criterium te
scoren. Dit kan aanleiding geven het “budget” te
herzien.
5 Voor de overige punten kan het budget naar rato
worden gespreid. Hierbij is mede van belang of
onvoldoendes als knock-out-criterium gelden.
Kenmerk van een aanbesteding op EMVI is het
wegen van de aanbiedingen op verschillende
factoren. Als naast doorstromingscriteria nog
andere criteria in de EMVI worden meege
wogen (bijvoorbeeld de planning of een
kwaliteitsplan) doet de aanbestedende
dienst er verstandig aan zichzelf de
volgende vragen te stellen:
1 Staat de totale inspanning (op alle fronten) die een
inschrijver moet doen om tot een aanbieding te
komen in verhouding tot de omvang van het werk?
2 Staat de totale inspanning die een inschrijver
moet doen om te scoren in de EMVI-criteria in
verhouding tot de fictieve bonus die hiermee
behaald kan worden?
Stap 3: Zorg voor een goede verhouding van de criteria onderling
Aanbestedende diensten doen er verstandig
aan om niet teveel criteria in één aanbesteding
te hanteren. Het verdient aanbeveling om de
aandacht te leggen op de belangrijkste criteria
en deze in de EMVI-systematiek te betrekken.
EMVI
Prijs € Overige criteria
Doorstroming ...
DoorstromingVerkeerskundige
Indicatoeren
Prestatiecriteria
Planning ...
PlanningInfrastructurele
Indicatoren
Kwaliteitscriteria
15. 28 29Stappenplan gunnen op doorstroming Stappenplan gunnen op doorstroming
Stap 4: Beoordeel de verschillende inschrijvingen op EMVI Stap 5: Veranker de EMVI-criteria in de overeenkomst
Voor de beoordeling van doorstromingscriteria
gelden in beginsel dezelfde vereisten als elk
ander EMVI-criterium: de beoordeling moet
transparant zijn en alle inschrijvers moeten
gelijk behandeld worden.
Prestatiecriteria
Omdat de prestatiecriteria en de monetaire waar
de die deze criteria vertegenwoordigen bekend
zijn, levert de beoordeling van prestatiecriteria
doorgaans niet al teveel hoofdbrekens op. In een
excel-sheet kunnen de verschillende KPI’s met
prestatie-eenheidswaarde worden opgenomen.
De te leveren prestatie van elke inschrijver invul
len volstaat.
Van de KPI’s in de bijlage is beschreven hoe deze
gemeten of gemodelleerd kunnen worden.
Hoewel de beoordeling sec relatief eenvoudig is,
blijft voldoende inhoudelijke kennis van belang.
De aanbestedende dienst moet inhoudelijk
beoordelen of de aangeboden prestatie een reële
is. Bij twijfel kan aan de inschrijver een toelichting
worden gevraagd. Als binnen de aanbestedende
dienst onvoldoende (vak)inhoudelijke kennis
met betrekking tot één of meer prestatiecriteria
aanwezig is, beveelt de werkgroep aan om een
externe deskundige in te schakelen.
Kwaliteitscriteria
Kwalitatieve criteria worden inhoudelijk beoor
deeld. Het toekennen van rapportcijfers draagt
het risico dat door onvoldoende vakinhoudelijke
kennis met een te eenzijdige benadering cijfers
worden toebedeeld, die geen recht doen aan de
kwaliteit van de aanbieding.
Een beoordelingscommissie die kwaliteitscriteria
beoordeeld moet dan ook over voldoende vak
inhoudelijke kennis beschikken om de beschreven
processen op hun merites te kunnen beoordelen.
Het verdient aanbeveling om naast eigen deskun
digheid een extern, onafhankelijk deskundige in de
beoordelingscommissie te plaatsen. Dit vergroot de
acceptatiegraad onder de inschrijvers aanzienlijk.
Toelichting uitslag richting aanbieders
Nadat een gunningsbesluit is genomen moet de
aanbestedende dienst alle inschrijvers hierover
informeren. Op grond van de Europese richtlijnen
moet binnen 15 dagen nadat hiertoe een verzoek
is gedaan door een betrokkene, de volgende infor
matie worden verstrekt:
1 Aan een afgewezen gegadigde of inschrijver,
de reden van de afwijzing;
2 Aan iedere inschrijver met een geldige inschrij
ving, de kenmerken en voordelen van de winnende
inschrijving, en de naam van de begunstigde.
Vanuit goed opdrachtgeverschap verdient het aan
beveling niet te wachten tot om deze informatie
wordt verzocht. Bij het versturen van het voor
nemen tot gunning kan de betreffende informatie
worden meegestuurd.
Stap 5: Verankeren in overeenkomst
Een EMVI-aanbesteding werkt verder dan alleen
de beoordeling bij inschrijving. De kenmerken van
een inschrijving, die maken dat juist deze inschrij
ver de economisch meest voordelige inschrijving
heeft gedaan, moeten ook in praktijk tot uitvoering
komen. Als de juiste contractuele verplichtingen
voor de opdrachtnemer zijn geformuleerd doet zich
de vraag voor wat te doen als de opdrachtnemer
tijdens de uitvoering niet kan voldoen aan datgene
dat in de aanbieding is toegezegd?
In de huidige praktijk worden de afspraken vast
gelegd in een contract met daaraan gekoppeld een
boeteclausule. De boeteclausule wordt toegepast
indien de opdrachtnemer tijdens de uitvoering
niet voldoet aan datgene dat in de aanbieding is
toegezegd, mits de opdrachtnemer hiervoor toe
rekenbaar is.
Dit lijkt een duidelijk toepasbare benadering.
Echter, over de wijze van de uitvoering van de
malusregeling zijn de meningen nogal verdeeld
met betrekking tot de toepasbaarheid en de doel
matigheid in de uitvoeringsfase. Komen tot een
instrument dat de juiste stimulans kan bewerk
stelligen om het beste product (verminderen
van de verkeershinder) te leveren voor de eind
gebruiker, dient het uitgangspunt te zijn. Voor de
toepassing van de malusregeling wordt onderscheid
gemaakt tussen de direct meetbare prestatiecriteria
en de kwaliteitscriteria.
Prestatiecriteria
Voor de direct meetbare prestatiecriteria is
een malusregeling in het beginsel eenvoudig.
Tijdens de uitvoering kan gemeten worden of de
beloofde prestatie wordt waargemaakt. Is dit niet
– of gedeeltelijk – het geval, dan wordt een boete
opgelegd. De hoogte van de boete dient bij de aan
besteding bekend te zijn. Dit lijkt een eenvoudige
beredenering maar levert in de praktijk toch de
nodige discussie op. Waar ligt dit aan?
Feitelijk zijn er twee fasen te onderscheiden, de
aanbestedingsfase en de uitvoeringsfase. Bij de
aanbesteding dient de opdrachtgever te beoorde
len op basis van gelijke uitgangspunten. De fictieve
korting op de inschrijfprijs wordt bepaald aan de
hand van de prestaties die de inschrijver heeft
toegezegd te kunnen uitvoeren. Om te voorkomen
dat inschrijvers onterecht voordeel heeft gehad
bij de gunning tegenover de andere inschrijvers,
wordt de hoogte van de boete tenminste gelijk
gesteld aan de fictieve bonus die de inschrijver
hiermee kon verdienen bij de aanbesteding.
Voordat een aanbestedende dienst daadwerkelijk
overgaat tot het opleggen van een boete, moet
worden nagegaan of de tekortkoming wel volledig
toerekenbaar is aan de opdrachtnemer. Nadat de
aanbesteding is afgerond kunnen zich allerlei
situaties voordoen waar de opdrachtnemer bij het
opstellen van zijn aanbieding geen rekening mee
kon of hoefde te houden. Als dergelijke factoren
16. 30 31Stappenplan gunnen op doorstroming Stappenplan gunnen op doorstroming
van invloed zijn op het niet (geheel) na kunnen
komen van de prestatie door de opdrachtnemer,
kan het onverkort opleggen van de boete onrede
lijk zijn. In de uitvoeringspraktijk komt voor dat
boetes onverkort worden opgelegd. De concrete
tekortkoming van de opdrachtnemer wordt dan
niet in het licht geplaatst van de actuele situatie.
Deze houding bewerkstelligt dat opdrachtnemers
tijdens de uitvoering van het werk geneigd zijn
vast te houden aan de contractuele afspraken;
beide partijen hebben er echter baat bij om bij
gewijzigde randvoorwaarden of later verkregen
inzichten in het belang van het project te handelen.
Beloofde prestaties bij inschrijving zijn gebaseerd
op een aanname over de situatie tijdens de uitvoe
ring. Tijdens de uitvoeringfase kan de situatie
buiten anders zijn dan de theoretische aanname
uit de aanbesteding. In het geval een veranderde
situatie de opdrachtnemer niet toerekenbaar is,
kan een boete niet opgelegd worden. Bovendien is
dit niet de manier om te komen tot een oplossing
die het beste is voor het project c.q. de eindgebruiker.
Goed overleg tussen aanbestedende dienst en
opdrachtnemer over de concrete afwijkingen van
het contract én de gevolgen hiervan voor eventuele
boeteclausules is van essentieel belang.
Kwaliteitscriteria
Voor kwaliteitscriteria is een malusregeling las
tiger te formuleren. In het contract moet in ieder
geval verwezen worden naar het document bij
inschrijving waarin de kwalitatieve aanpak voor
doorstroming is verwoord. Dit bewerkstelligt dat
de door de opdrachtnemer beloofde inspanningen
op gebied van doorstroming contractueel kunnen
worden afgedwongen.
Tijdens de uitvoeringsfase wordt getoetst of de
opdrachtnemer zich houdt aan de voorgestelde
werkwijze. Het middel wordt geverifieerd, niet
het verkeerskundige doel. Zoals in hoofdstuk 3
is aangegeven wordt tijdens de uitvoeringsfase
getoetst of de opdrachtnemer zich houdt aan
de voorgestelde fasering en de werkwijze.
Een bijbehorende boeteregeling kan er uit bestaan
dat een boete wordt opgelegd in evenredigheid
met de afwijking van de aangeboden procesbe
schrijving. Een plafondbedrag is hierbij op zijn
plaats, de opdrachtnemer verkrijgt hiermee de
zekerheid dat verstoringen in zijn processen niet
tot extreme boetes kunnen leiden.
Ook is het mogelijk om, in combinatie met prestatie
criteria inclusief boetes bij niet-nakoming, géén
boetes te koppelen aan het kwalitatieve deel.
Indien opdrachtnemer geen invulling geeft aan
de aangeboden procesbeschrijving leidt dit tot
een afwijking; als de opdrachtnemer zijn werk
wijze niet bijstelt leidt dit tot een tekortkoming
en stopzetting van de betaaltermijn. Van belang
is dat goed gekeken wordt naar de ernst van de
tekortkoming voordat hiertoe wordt overgegaan.
Ook hier geldt uiteraard dat het de tekortkoming
de opdrachtnemer toerekenbaar moet zijn; is dit
niet het geval dan is sprake van een veranderde
situatie. Het omgaan met een verander(en)de
situatie vraagt om een afweging die uitgaat van
de geleverde inspanning om te voldoen aan de
toegezegde kwaliteit bezien vanuit een nieuwe
uitvoeringssituatie.
Bonusregeling tijdens uitvoering
De boeteclausules zoals hiervoor omschreven
zijn van toepassing op die situaties waarin de
opdrachtnemer toerekenbaar niet de aangeboden
prestaties waarmaakt. Het is ook denkbaar dat het
contract een bonusregeling kent tijdens uitvoering.
Zoals in de voorgaande delen beschreven, komt de
uitvoeringssituatie niet altijd overeen met de aan
name die tijdens de aanbesteding zijn voorgelegd.
Dit heeft gevolgen voor de toepassingen van de
boeteclausule maar biedt ook kansen om een beter
product te leveren. Een bonusregeling tijdens uit-
voering kan een goede stimulans zijn voor de
opdrachtnemer om blijvend te investeren in een
betere kwaliteit dan aangeboden. Toepassen van
een bonusregeling tijdens de uitvoering wordt nog
minimaal toegepast. Terwijl dit wel kansen biedt
aan de markt om te komen met innovaties die ten
goede komen voor de eindgebruiker.
Het voert buiten de kaders van dit werkdocument
om de bonussystematiek verder uit te diepen.
17. 32 33Slotbeschouwing
5 Slotbeschouwing
Deze handreiking biedt richtlijnen om te komen tot een EMVI beoordeling op
doorstroming. Hierbij zijn met name de ervaringen van Rijkswaterstaat en de
toepassingen van KPI’s in contracten van rijksprojecten getoetst.
Slotbeschouwing
Door de vraag te beantwoorden: hoe te gunnen
op doorstroming? is een aspect van beperken van
hinder bij wegwerkzaamheden belicht. Dit thema
verdient een verdere uitkristallisering om te ko
men tot richtlijnen die ingaan op de verschillende
type project en contractsvorm in relatie tot de toe
pasbaarheid van kritische prestatie indicatoren in
deze. Tijdens de workshop en in de interviews zijn
een aantal aandachtspunten aan de orde gekomen
die niet opgenomen zijn in deze handreiking. Dit
heeft met name betrekking op de uitvoeringsfase
en de wijze van monitoring en het benutten van
kansen die zich tijdens de uitvoering voordoen. Het
komen tot eenduidige definities en toepassingen is
een eerste stap, de vervolgstappen die betrekking
hebben op de uitvoeringfase dienen nader onder
zocht te worden.
18. 34 35
6 Bijlagen
Bijlagen Bijlagen
De infrastructurele en verkeerskundige Key Performance Indicatoren
zijn afkomstig uit de TNO-rapportage: ‘- Hindervrij Bouwen –
Hoe Beoordeel ik doorstroming binnen EMVI? (2009)’. Voor de
theoretische onderbouwing en modelleerbaarheid van deze
indicatoren wordt verwezen naar de TNO-rapportage.
19. 36 37Bijlagen Bijlagen
• Duur, aantal en lengte van rijstrook
afzetting/vluchtstrookafzetting
Deze indicator bepaald de aanwezige capaciteit
van de infrastructuur over een bepaalde tijds
periode en lengte. Met andere woorden vermeldt
deze indicator de capaciteit van de infrastructuur
gedurende de werkzaamheden.
• Duur en aantal afsluitingen van toe-
en afritten
Deze indicator heeft invloed op de in te stellen
omleidingsroutes en de consequenties voor het
verkeer van deze afsluitingen.
• Duur van breedte-, hoogte- of gewicht
beperkingen
Binnen deze indicator wordt gekeken naar
mogelijke beperkingen van de beschikbare
capaciteit voor breedte, hoogte en/of gewicht,
waardoor bepaalde type voertuigen een weg
niet kunnen gebruiken. Het percentage vracht
verkeer heeft zeker bij versmalde rijstroken
invloed op de doorstroming.
• Duur en beperking van maximale snelheid
en inhalen (gekoppeld aan afzettingswijze
en longitudinaal alignement (slingers in
de weg))
De combinatie van deze factoren bepaald hoe de
doorstroming rond wegwerkzaamheden beïnvloed
wordt. Immers hoe grote de longitudinale aligne
ment hoe langzamer het verkeer moet rijden om
hier doorheen te gaan. Ook de vorm van
6.1 Infrastructurele Key Performance Indicatoren
de afzetting tussen de wegwerkzaamheden en
de open rijstro(o)k(en) heeft invloed op de door
stromingssnelheid.
• Beschikbare extra faciliteiten voor
hulpdiensten, incident management of
omleidingen c.q. vervangende infrastruc-
tuur en restcapaciteit van de infrastructuur
Deze factoren bepalen hoe flexibel de beschik
bare restcapaciteit is in geval van incidenten
en hoe hierop ingespeeld kan worden.
• Uitvoering van werk binnen WerkBare Uren
(WBU’s), SLOTs
Werkbare uren zijn door RWS vooraf bepaalde
periodes (momenten/ tijdstippen) waarop tussen
bepaalde begin- en eindpunten capaciteit aan
het wegennet onttrokken kan worden waarbij
maximaal hinderklasse 1 kan ontstaan.
Het betreft hoofdzakelijk de reguliere (kleine)
onderhoudswerken aan de weg. De WBU is ge
neriek en contractonafhankelijk.
De periode van werkbare uren worden door
de opdrachtgever bepaald, op basis van inten
siteiten en capaciteiten.
Als gevolg van bijvoorbeeld slechte weeromstan
digheden of incidenten kan de opdrachtgever
de uitvoering van de geplande werkzaamheden
binnen de WBU uiteindelijk omwille van de
veiligheid en doorstroming toch niet toestaan.
Voor SLOTs geldt eenzelfde soort principe.
Een SLOT is door RWS bepaalde periode en
locatie waarop capaciteit aan het wegennet mag
worden onttrokken, waarbij hinder vanaf hinder
klasse 2 geaccepteerd wordt (bijvoorbeeld een
4-0 systeem). SLOTs zijn bedoeld voor specifieke
(grootonderhoud)werken en worden per contract
bepaald.
SLOTs worden door de opdrachtgever zorgvuldig
gepland binnen de landelijke netwerkplanning
en tijdig gecommuniceerd met de weggebruiker.
Ook kunnen maatregelen in het kader van
mobiliteitsmanagement worden uitgevoerd om
tot een minimale hinder voor de weggebruiker
te komen.
Uitloop op de SLOTs kan leiden tot ernstige
verkeershinder en verslechtering van de
doorstroming.
• Vrijgeven van rijstroken als er niet
gewerkt wordt
Deze indicator geeft aan hoe een opdrachtnemer
flexibel met zijn werkzaamheden omspringt en
wat de mogelijkheden zijn om met capaciteit te
variëren om de doorstroming te bevorderen.
Let wel, het gaat hierbij om geplande variatie
van capaciteit gedurende de fasering van de
werkzaamheden.
• Versnelde uitvoering t.o.v. plan
De versnelling van de uitvoering ten opzichte
van de geplande uitvoering en daarmee sneller
beschikbaar stellen van infrastructuur heeft ook
een positief effect op doorstroming, simpelweg
omdat de volledige capaciteit van een weg snel
ler beschikbaar komt.
20. 38 39Bijlagen Bijlagen
worden niet in kaart gebracht, maar er wordt
verondersteld dat meer capaciteit beschikbaar
stellen gunstig is voor de doorstroming, zeker
als dit tijdens drukke uren gebeurt.
• Opvangen incidentele verkeersvraag
De opdrachtnemer kan in zijn plan voorzieningen
treffen om onverwachte situaties waardoor
extra verkeersvraag ontstaat op te vangen.
Een voorbeeld hiervan is het stand-by hebben
staan van een berger. Als een voertuig strandt
in de omgeving van de werkzaamheden, kan
het snel worden weggesleept, waardoor de
verkeershinder minimaal is. De verschillende
voorzieningen die getroffen worden om de
incidentele verkeersvraag op te vangen vormen
samen deze, overigens kwalitatieve, indicator.
Subcriterium
Veiligheid
Doorstroming
Beeldvorming
Risicobeheersing
Aandachtspunt
Weggebruiker / 1
wegwerker
2
Hoodfwegennet 1
(HWN)
2
3
Onderliggend 4
wegennet
(OWN) 5
6
Communicatie 1
2
3
Scenario- 1
benadering
uitvoeringrisico's
Aspect 1
attentiewaarde bij te treffen
maatregelen bij afzettingen*
extra veiligheidsverhogende
maatregelen
reductie capaciteit infrastruc
tuur (omvang, lengte, duur)
anticiperen op files HWN
doeltreffendheid omleidings
routes
te veroorzaken hinder op
OWN
anticiperen op files OWN
doeltreffendheid omleidings
routes
informeren weggebruikers**
afstemming beheerders,
hulpdiensten, omwonenden
en overige belanghebbenden
uitwerking risico
inventarisatie***
Doelstelling OG
• Zo gering mogelijke nega
tieve invloed van de uit
voeringswerkzaamheden
op verkeersveiligheid
• Zo gering mogelijke
beperking van de
verkeersdoorstroming
• Zo gering mogelijk negatief
effect bij optreden risicos
Criterium
1
2
3
4
6.2 Verkeerskundige Key Performance Indicatoren 6.3 Beoordelingstabel Verkeersmanagementplan
• Totale voertuigtijd
De totale gesommeerde tijd dat voertuigen op
het gehele netwerk aanwezig zijn; de situatie
tijdens de werkzaamheden wordt vergeleken met
de situatie zonder werkzaamheden. Deze indica
tor heeft als grote voordeel dat alle extra reistijd
die de werkzaamheden veroorzaken worden
meegenomen, dus ook bijvoorbeeld omrijden.
• Voertuigverliestijd
Voertuigverliestijd is het gesommeerde tijd
verlies doordat langzamer wordt gereden dan
gewenst. Als de snelheidslimiet op een weg
bijvoorbeeld 100 km/u is, en de snelheidsreali
satie 60 km/u, dan ondervinden de van die weg
gebruikmakende voertuigen voertuigverliestijd.
Als door weggebruikers wordt omgereden om
de hinder van de werkzaamheden te vermijden,
ondervinden zij in principe geen voertuigverlies
tijd, tenzij dit omrijden ook extra vertragingen
veroorzaakt.
• Gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid van voertuigen die
de werkzaamheden passeren.
• Gewogen restcapaciteit
De restcapaciteit van de weg, uitgedrukt in aan
tal rijstrookkilometers, met daarin gewogen de
rijstrookbreedte naar tijd en plaats, en de duur
van de afsluiting naar plaats. Voor verwachte
uren met grotere verkeersvraag kan een extra
weging worden toegepast. De verkeerseffecten
* o.a. zeer goed zichtbare tijdelijke markeringen
** o.a. d.m.v. tekstkarren, bebording etc.
*** o.a. anticiperen op calamiteiten / evenementen / uitloop / stagnatie aanvoer asfalt
21. Met dank aan de deelnemers aan de workshop voor hun bijdrage
en de deelnemende organisaties binnen de werkgroep