Rechtvaardigheid en de legitimiteit van het strafrecht: mag je straffen? Wie mag er straffen? Wie mag je straffen? En hoe lang moet die straf dan zijn?
3. Eén jaar gevangenisstraf voor de diefstal van
een blikje bier
“De 49-jarige verdachte, Paul Baldwin had een heel dik
dossier. Hij is sinds 1984 namelijk al 152 keer eerder
gearresteerd. De aanleiding voor nummer 153 was
onder meer mishandeling. Baldwin, die iemand in zijn
gezicht had geslagen, was net een week op vrije voeten.
Hij had net een jaar celstraf achter de rug, omdat hij een
blikje bier ter waarde van twee dollar had gestolen. De
zwaarte van die sanctie heeft te maken met het feit dat
hij al twee keer voor datzelfde feit werd veroordeeld.”
4. Alternatieve straffen
“Een Turkse man werd onlangs – in Turkije – veroordeeld
tot de volgende straf: hij moet elke week zijn vrouw een
bos bloemen aanbieden en hij moet vijf boeken lezen
over de opvoeding van kinderen. Zijn vergrijp: hij had
zich schuldig gemaakt aan huiselijk geweld. De Turkse
wet geeft de rechter de bevoegdheid om alternatieve
straffen op te leggen. Af en toe leidt dat tot wonderlijke
uitspraken. Zo werd iemand voor het slaan van zijn
dochter veroordeeld tot het planten van 500 boompjes.
Geweld tegen een vrouw werd bestraft met het schrijven
van duizend briefjes waarin hij spijt betuigde. Die briefjes
moest hij verspreiden in het dorp.”
7. Ad 1) Vergelijkende/retributieve rechtvaardigheid
De legitimiteit van strafrecht
- Wie mag er straffen?
- Is het rechtvaardig om te straffen?
- Wie moet worden gestraft en hoe zwaar moet
een straf zijn?
8. Lucia de B.
• http://www.youtube.com/watch?
v=go4Y8ngfUAA&feature=related
9. Wie mag er straffen?
Het recht om te straffen is voorbehouden aan de
overheid.
= het Openbaar ministerie doet vervolging
= rechter veroordeelt
10. Is het rechtvaardig om te straffen?
• 4 Theorieën
– De preventieleer
– De vergeldingstheorie
– De verenigingstheorie
– Restoratieve rechtvaardigheid
11. De preventieleer
• Bentham:
– het mag, als het maar nuttig is
= leed door opleggen straf mag niet groter zijn dan
het leed dat met het straffen wordt voorkomen.
– Preventie: Straffen is gerechtvaardigd vanwege de
afschrikwekkende werking die er van straffen uitgaat.
12. • Generale preventie: straf houdt anderen af van het plegen
van een strafbaar feit.
• Speciale preventie: straf houdt de dader af van het plegen
van nog een strafbaar feit.
– Bevredigen wraakgevoelens: genot is genot, wat de
oorsprong ook is.
13. De vergeldingsleer / retributietheorie
• Kant:
‘wettelijke straf kan nooit slechts als middel worden opgelegd om een ander
voordeel te behalen. Wee hem die zich door de bochten van het utilisme
wringt om een voordeel te ontdekken dat hem ontslaat van straf’
• Straffen is rechtvaardig omdat er kwaad is geschied. Oog om oog, tand om
tand.
14. • Is volgens Kant geen wraak, want:
– Straffen mag. Gelijkwaardigheid impliceert dat iemand die de wet
overtreedt de ander als het ware toestemming geeft om gestraft te
worden. Want als alle mensen gelijk zijn, dan mag een ander jou
aandoen wat jij de ander aan doet.
– Straffen moet. Misdadiger verdient de straf. Je respecteert de
misdadiger alleen in zijn keuzevrijheid om te kiezen tussen goed en
kwaad, als je hem verantwoordelijk maakt voor zijn foute keuze.
15. De verenigingstheorie
• De verenigingstheorie: combinatie van de
vergeldingstheorie en de preventieleer.
– Dader moet worden gestraft, omdat hij schuld heeft;
– Straf moet een groter doel dienen dan enkel
vergelding, namelijk preventie
16. De restoratieve rechtvaardigheid
• Doel:
vergroten van de rol van het slachtoffer om
zodoende het leed van het slachtoffer zoveel
mogelijk te verzachten.
http://www.rtl.nl/xl/#/u/9ddf78b9-25db-4bc9-bc56-de86d
17. Wie moet worden gestraft
• Preventieleer: volgens de generale preventie
niet noodzakelijk dat de dader wordt gestraft.
• Vergeldingstheorie: je straft de dader.
18. en hoe zwaar moet een straf zijn?
Welke straf?
• Preventieleer: geen principieel bezwaar tegen
disproportioneel straffen. Afhankelijk van gevolg.
• Vergeldingstheorie: straf is evenredig aan de
ernst van het feit.
19. Speed date stellingen
• Je moet een brood mogen stelen als je geen geld en middelen hebt
om te eten
• Reclame is onethisch, want het zet je aan tot aankopen die je
normaal niet zou doen
• Taakstraffen bieden meer kans aan rechters om aan hun eigen
ethiek te gehoorzamen
• Iemand mag onschuldig gestraft worden als het een
afschrikwekkende werking heeft
• Rijke mensen zouden meer belasting moeten betalen dan arme
mensen
• Slachtoffers moeten meer inspraak krijgen tijdens de rechtzaak
• Je mag een inbreker doodmeppen in je eigen huis.
21. - de overheid mag straffen. Wie?
- De dader (vergeldingstheorie en verengigingstheorie);
- Dan wel een ander als dit een preventief gevolg heeft (preventieleer).
- Dit kan rechtvaardig zijn vanwege:
- het preventieve gevolg, dan wel de wraakgevoelens (preventieleer);
- Het feit dat er kwaad is geschied. De straf mag niet alleen, maar moet zelfs
(vergeldingstheorie);
- Het feit dat er kwaad is geschied én het preventieve gevolg (verenigingstheorie);
- De verzachtende werking voor het leed van het slachtoffer (restoratieve
rechtvaardigheid).
- De zwaarte van de straf is:
- Proportioneel, net zo zwaar als de ernst van de misdrijf (vergeldingstheorie);
- Mag disproportioneel, afhankelijk van het gevolg (preventieleer).
23. Discussie
Voor welke zaken zou de overheid minimaal
moeten zorgen?
Voor wie zou de overheid moeten zorgen?
24. Wie?
De burgers van Nederland:
Artikel 1 Grondwet
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan
ook, is niet toegestaan.
betekent niet dat iedereen aanspraak maakt op dezelfde
goederen.
Niet iedereen is ‘gelijk geval’
25. Wat??
• Aristoteles -> ‘de goede en slechte dingen’
– Kwestie van persoonlijke voorkeur (afhankelijk van cultuur, religie etc.)
• Te verdelen:
– Rechten
• Worden door de staat via het rechtssysteem verdeeld
Grondrechten
Positieve – claim van burgers op overheid (recht op bijstand, onderwijs
etc.)
Negatieve – rechten die de vrijheden van de burgers definiëren (vrijheid
van meningsuiting, vrijheid van godsdienst etc.)
– Kansen
• Kans op scholing, een baan, een politiek ambt etc.
– Vermogen
• Materiële welvaart, rijkdom en bezit
26. Waarom?
De verdeelprincipes:
• Gelijkheid
– Rechten: zijn gelijk verdeeld
– Kansen: rechten die gelijke kansen garanderen
(d.m.v. scholing)
• Verdeling naar behoefte
– vermogen: uitkering naar behoefte
• Verdeling naar verdienste
– Vermogen: verschil in beloning (salaris), bonus,
onderscheiding
27. Dus… distributieve rechtvaardigheid
Welke verdeling van schaarse goederen over de
bevolking is rechtvaardig?
- Wie
- Krijgt wat
- En waarom?
houdt concreet in:
• Dat onder de burgers worden verdeeld
• rechten, kansen en vermogen
• op grond van gelijkheid, behoefte, dan wel naar
verdienste.
29. De procedurele rechtvaardigheid wordt in de
rechtspraak door verschillende elementen
gegarandeerd:
1)Iedereen heeft toegang tot de rechter;
2)Onpartijdigheid van de rechter.
30. Stellingen
• De staat moet niet het alleenrecht hebben op
straffen. Als iemand bij mij inbreekt, dan moet ik
diegene ter plekke mogen straffen om mijn goed
en mijzelf te verdedigen
• Positieve discriminatie voor etnische, zwakkere
minderheden, zoals toelating, tot een opleiding
moet kunnen
• Er moet alsnog een vergoeding komen voor
onrechtvaardige situaties in het verleden, zoals
de politionele acties, slavernij of WO II