SlideShare a Scribd company logo
1 of 31
Download to read offline
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
1
Spel- en opleidingsvisie
#team and #thrive in handball and life
een route naar (inter)nationaal tophandbal en een gezond, gelukkig en succesvol leven
Datum: 4 september 2016
Auteur: Ewout Boogaard
Versie: 1.0
Feedback: Gino Smits & Rian Dekker
Goedgekeurd: Giovanni Douven (NHV)
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
2
INHOUDSOPGAVE
1.	 INTRODUCTIE 3	
2.	 DE HANDBALKETEN 4	
3.	 DE SPELFILOSOFIE 5	
4.	 HET COMPETENTIE PROFIEL 6	
5.	 DE TRAININGSFILOSOFIE 8	
6.	 DE COACHINGSFILOSOFIE 9	
7.	 TALENTIDENTIFICATIE 10	
8.	 VOORTGANGSMONITORING 11	
9.	 SPORTETHIEK 12	
10.	 LEEFSTIJL 13	
11.	 HET MEERJARENBELEIDSPLAN 14	
12.	 DE TRAINING 15	
13.	 HET BEGELEIDINGSTEAM 16	
14.	 EEN PERSOONLIJK VERHAAL 16	
15.	 VOORBEELD JAARPLAN 18	
16.	 VOORBEELD TRAININGEN 19	
17.	 VOORBEELD COACHING MOMENTEN 24	
18.	 BEGRIPPENLIJST 27	
COPYRIGHTS
Hoewel dit document een weergave is van hoe ik naar sport en specifiek handbal
kijk en volledig door mij is opgesteld mag alles voor inspiratie-doeleinden gedeeld,
gekopieerd en opgeslagen worden zonder mij vooraf te informeren of om
toestemming te vragen. Kortom, geen copyrights dus veel plezier ermee. Natuurlijk
stel ik naamsvermelding wel op prijs.
AUTEUR
Ewout Boogaard MBA
Pastoor Smeetstraat 29 +31(0)615001503 www.linkedin.com/in/ewoutboogaard
6243 CV Geulle ewout@strongminded.nl www.facebook.com/ewoutboogaard
13-04-1979 www.strongminded.nl www.twitter.com/ewoutboogaard
Voormalig handbalinternational. Ruim 10 jaar ervaring als management consultant. In 2003 afgestudeerd aan de Johan Cruyff
University. In 2011 een MBA sportmanagement behaald. Gecertificeerd personal trainer, coach positieve psychologie, trainer
ervaringsleren en handbaltrainer. Gespeeld, getraind en gecoacht o.a. bij V&L, Limburg Lions en Initia Hasselt. Algemeen manager
en trainer bij HandbalSchool GHC. Directeur-eigenaar Qwieck. Wonend in het prachtige Zuid-Limburg vlak bij Maastricht.
Getrouwd en twee lieve dochters rijk. Persoonlijke missie: "Helping people #team and #thrive in business, sports and life."
“Sport en handbal in het bijzonder heeft mij veel gebracht. Het heeft mij in staat gesteld waarden en competenties eigen te maken
die nodig waren om uit te groeien tot International maar ook om een gezond, gelukkig en succesvol leven te leiden in de huidige
complexe, dynamische en competitieve wereld. Of ik nu jeugd, talenten of volwassenen train of coach, het is mijn ambitie om ook
hen in staat te stellen zichzelf deze waarden en competenties eigen te maken. Om hen de gelegenheid te geven hun potentieel
optimaal te ontplooien en benutten en zo uit te groeien tot de topper die zij kunnen zijn, op het handbalveld en daarbuiten.”
Ewout Boogaard
DANKWOORD
Handbal is een dynamisch teamsport, een sport die veel eist van de fysieke, mentale, technische, tactische en sociale vermogens
van spelers. Door de globalisering professionaliseert de sport waardoor participanten, ongeacht hun niveau, state-of-the-art
programma’s, begeleiding en faciliteiten verwachten op al die kennisgebieden. Van de trainer-coach vereist dit acceptatie dat je
nooit alleen expert kunt zijn op al die gebieden en dus de wil en het vermogen om samen te werken met een krachtig netwerk aan
experts op deze vijf kennisgebieden. Vanuit die wetenschap voel ik mij vereert dat ik kan terugvallen op de expertise van
onderstaande personen. Ik ben hen dankbaar voor het enthousiasme en de openheid waarmee zij altijd bereid zijn mij te
ondersteunen.
• De medisch inspanningsfysioloog en onderzoeker: Eric van Breda
• De sport diëtist: Rob van der Werf
• De sportpsychologen: Joep Teeken en Rico Schuijers
• De sport- & manueel fysiotherapeuten: Rian Dekker, Roger Hendrix en Paul Elfering
• De sportarts: Paul Dobbelaar
• De kracht en conditietrainer: Marco van Tol
• De handbaltrainers: Gino Smits, Maurice Canton, Vladimir Tomanovic, Robert Nijdam en Henk Groener
• De sportmanagers/-bestuurders: Philip Wagner, Joop Alberda en Toon Gerbrands
• De keeperstrainesr: Zoran Kenjic en Jean Last
• De slaapwetenschapper: Tim Leufkens
Daarnaast wil ik graag het NHV en in het bijzonder Sjors Rottger en Henny Nijboer bedanken voor de mogelijkheid en stimulans
om de HT3 en HT4 opleiding te combineren. Mijn dank gaat ook uit naar de praktijkbegeleiders en docenten van beide opleidingen,
o.a. Monique Tijsterman, Guido van Erp, Gino Smits, Robert Nijdam en Bert Bouwer, alsmede aan de medecursisten.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
3
1. INTRODUCTIE
Deze spel- en opleidingsvisie is mijn portfolio voor de HT3 en HT4 opleiding. Het
doel rijkt echter verder dan aantonen dat ik de vereiste competenties verworven
heb. De voornaamste doelen zijn:
1. helder maken vanuit welke visie ik train en coach,
2. een structuur neerleggen voor talentontwikkeling, en
3. andere trainer-coaches inspireren.
Ik start met een weergave van hoe ik denk dat de handbalketen voor
talentontwikkeling georganiseerd kan worden (hoofdstuk 2). Vervolgens schets ik de
voornaamste ontwikkelingen en trends op het speelveld en vertaal die in naar een
spelfilosofie met wat een moderne handballer moet kunnen laten zien (hoofdstuk 3).
In hoofdstuk 4 ga ik, aan de hand van de vijf pijlers, fysiek, mentaal, technisch,
tactisch en sociaal, in op wat een moderne handballer daarvoor moet kennen en
kunnen. In hoofdstuk 5 en 6 licht ik toe wat het van je als trainer-coach vraagt om
talenten te ondersteunen die competenties te ontwikkelen en het gewenste gedrag
in wedstrijden te tonen.
Ik vervolg met mijn kijk op talentidentificatie (hoofdstuk 7), voortgangsmonitoring
(hoofdstuk 8), sportethiek (hoofdstuk 9) en leefstijl (hoofdstuk 10). Ik rond af met
een meerjarenbeleidsplan (hoofdstuk 11), mijn kijk op hoe een training opgebouwd
kan worden (hoofdstuk 12) en hoe het ideale begeleidingsteam eruitziet (hoofdstuk
13). Hoofdstuk 14 bestaat uit een persoonlijke reflectie. Als bijlage heb ik een
begrippenlijst van de genoemde competenties en enkele voorbeelden van hoe deze
spel- en opleidingsvisie vertaald kan worden naar een geperiodiseerd jaarplan,
concrete trainingen en coaching momenten toegevoegd. Deze heb ik gedeeltelijk
gericht op de HandbalSchool doelgroepen aangezien ik daar als manager
verantwoordelijk voor ben. In de coaching heb ik mij vooral geconcentreerd op de
ervaringen die ik het afgelopen jaar bij Initia Hasselt heb opgedaan.
Voor de gehele spel- en opleidingsvisie geldt dat deze dient als fundament voor de
wijze waarop we binnen HSG (NHV HandbalSchool Graaf Huyn College) opleiden.
Om die reden ben ik ook blij met alle feedback van onze HSG – trainers en –
betrokkenen zodat dit een gezamenlijke visie wordt.
De verschillende opdrachten van zowel de HT3 als HT4 opleiding zijn in deze spel-
en opleidingsvisie verwerkt. Voor de leesbaarheid heb ik ervoor gekozen deze niet
specifiek te benoemen en alles vanuit een mannelijke rol te schrijven. Waar ‘hij’
staat kan natuurlijk ook ‘zij’ gelezen worden.
Ewout Boogaard, MBA
Geulle, augustus 2016
De competenties
(hoofdstuk 4)
De 5 pijlers
(hoofdstuk 4)
Training- en
coaching filosofie
(hoofdstuk 5 en 6)
Het gedrag
(hoofdstuk 3)
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
4
2. DE HANDBALKETEN
Om sport winstgevend te organiseren bied je services aan fans, participanten en
sponsoren aan. Daarbij gaat het om het vinden van de balans tussen financiële,
sportieve en maatschappelijke winst. Er zijn verschillende manieren om voor deze
verschillende doelgroepen waarde te creëren.
• persoonlijk talent ontwikkelen
• (volks)gezondheid bevorderen
• economische groei stimuleren
• nationale/regionale identiteit versterken
• positieve socialisatie bewerkstelligen
• merkvoorkeur realiseren
• vermaak bieden
Welke manier van waarde creatie je ook nastreeft het is belangrijk continu te
zoeken naar een driehoek-samenwerking tussen sport, sponsor (waaronder ook de
overheid) en media waarbij de fans of participanten met hun behoeften centraal
staan.
In deze spel- en opleidingsvisie beperk ik mij tot jeugdige participanten en meer specifiek tot kinderen en talenten tot 21 jaar die
ervoor kiezen hun sport-, beweeg- en handbaltalent optimaal te willen ontwikkelen. Om hen daarbij optimaal te faciliteren moet de
opleidingsketen in doelgroep specifieke concepten georganiseerd worden. In concepten die goed aansluiten bij de fysieke en
mentale ontwikkelingsfase, bij de school of studie omstandigheden, en bij de internationale normen van de verschillende
leeftijdscategorieën.
Cruciaal voor talentontwikkeling is om gelijkgestemden uit een regio met elkaar te
laten trainen en eventueel spelen. Om talenten per leeftijdscategorie zelf te laten
kiezen voor een opzichzelfstaand talentprogramma omdat zij het zelf echt willen.
Op die manier wordt talentontwikkeling losgeknipt van topsport en recreatiesport
omdat dit drie activiteiten zijn met een verschillend business model.
De kernopgave van het business model van talentontwikkeling, van de
opleidingsketen zoals omschreven in deze spel- en opleidingsvisie, is om zo
effectief mogelijk handbaltalenten op te leiden. Het eindproduct van deze
keten is dan ook opgeleide talenten die klaar zijn om topsport op
(inter)nationaal niveau te bedrijven. Daarvoor zijn de belangrijkste
producenten de trainers-coaches, docenten en mentoren. Optimale
trainingsfaciliteiten, een (inter)nationaal waardig opleidingsprogramma en
een sterke reputatie zijn belangrijke voorwaarden. De waardestuwers
zijn (inter)nationaal succesvolle alumni.
Hoewel het gewenste resultaat doorstroming naar (inter)nationaal
tophandbal is, reikt het echte doel van deze keten echter verder.
Het echte doel is jeugdigen via hun passie voor de sport als
persoon voor te bereiden op de huidige dynamische, complexe en
competitieve maatschappij. Om hen in staat te stellen via de
sport handbal waarden als teamspirit, veerkracht, optimisme,
leiderschap, gezondheid, creativiteit en doorzettingsvermogen
eigen te maken.
HandbalAcademie - 18 t/m 21 jr
Training: 8 uur fysiek en 8 uur handbal p.w.
Wedstrijd: eredivisie (d) en beneleague (h)
Club + Gepersonaliseerd programma
Power aangevuld met indivdueel technische scholing en
tactische concepten in wedstrijdsiutaties.
HandbalCollege - 17 t/18 jr
Training: 6 uur fysiek en 6 uur handbal p.w.
Wedstrijd: 1e of eredivisie (d + h)
Club + Regionaal talent programma
Hypertrofie en kracht aangevuld met indivdueel
technische scholing en tactische concepten in
prestatiesituaties.
HandbalSchool - 15 t/m 16 jr
Training: 5 uur fysiek en 5 uur handbal p.w.
Wedstrijd: persoonlijk weerstandsniveau
Club + Schoolprogramma (topsportklas)
Kracht-uithouding, algemene en specifieke atletische
vaardigheden aangevuld met indivdueel technische
scholing en tactische elementen en concepten.
HandbalSchool - 13 t/m 14 jr
Training: 4 uur fysiek en 4 uur handbal p.w.
Wedstrijd: persoonlijk weerstandsniveau
Club + Schoolprogramma (topsportklas)
Stabiliteit, houding en 'beweeg-techniek' aangevuld met
indivdueel technische scholing en tactische
basisprincipes en elementen.
Sport BSO - 4 t/m 12 jr
Club + Dagelijkse naschoolse opvang
Grondvormen van bewegen en coordinatieve
vermogens o.a. via spel, judo, dans, atletiek en
zwemmen, aangevuld met algemene basisvaardigheden
handbal.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
5
3. DE SPELFILOSOFIE
Het handbalspel verandert. Het wordt, net als de maatschappij, steeds dynamischer,
complexer en sneller. De NHV spelvisie, die uitgaat van snel, verrassend, dynamisch
en effectief spel, is een passend antwoord op deze ontwikkelingen. Daarbij
beschouw ik ‘snel’ spel als fysiek, mentaal en sociaal snel schakelen, beslissen, in
beweging komen en de bal verplaatsen. ‘Verrassend’ spel staat in mijn beleving voor
letterlijk en figuurlijk de tegenstander op verkeerde been zetten, de tegenstander
jouw wil op leggen, het creatief doorbreken van patronen, geen standaard
oplossingen maar spontane keuzes van spelers die in staat zijn in het moment op
elkaar in te spelen. ‘Dynamisch’ spel staat voor een hoog aanpassingsvermogen,
voor samen presteren en tegelijk uitvinden hoe het beter kan. ‘Effectief’ betekent
doelgericht het ontplooien en optimaal benutten van elkaars kwaliteiten in het spel,
waarbij progressie is gebaseerd op ervaring, op het veelvuldig in herkenbare
wedstrijdsituaties komen en leren van de foute en goede keuzes. Spelen van het
spel conform deze spelwaarden heeft consequenties voor de eisen die worden
gesteld aan een moderne handballer.
Start vanuit 4e
fase verdediging
Door de toenemende snelheid bieden juist de omschakelingen tussen de
verschillende spelfases, maar voornamelijk die van verdediging naar aanval, vele
kansen. Om daar optimaal gebruik van te maken start het spel vanuit een
dominante verdediging (4e
fase) waarbij het belangrijk is om in het moment te
kunnen wisselen tussen meer offensieve en defensieve verdedigingsconcepten
afhankelijk van de kwaliteiten die de tegenstander in het veld brengt. Het doel is het
aanvalsspel van de tegenstander te verstoren en de bal te veroveren door dynamiek
en verrassing in de verdediging aan te brengen. Dit vereist een grotere variatie in
diepte in het verdedigingsspel, een goede onderlinge communicatie (verbaal en non-
verbaal), de durf initiatief te nemen, de balbezitter aan te vallen (1-1 duel aan te
gaan) en loop-/balwegen te verhinderen / blokkeren. De essentie is de tegenstander
ogenschijnlijk ruimtes te bieden en die tijdig te sluiten. Essentieel daarbij is het
vermogen om op elkaars acties te anticiperen en plaatsgebonden de hoofdtaken te
blijven uitvoeren.
Snelle scores uit 1e
, 2e
en 3e
fase aanval
Zodra de bal veroverd is wordt als team een krachtige 1e
, 2e
en 3e
fase gespeeld.
Daarbij is het de spelverdeler die vanuit de hoekpositie, vanwege het overzicht, de
bal opbrengt. De hoekspelers, die op de posities 2 en 5 verdedigen (o.a. om de
energie van de opbouwspelers voor de aanval te sparen), sprinten direct naar hun
aanvalspositie zodat breedte en diepte in het spel wordt aangebracht. Een
cirkelspeler met snelheid, die in de punt van een offensieve verdediging of in het
midden van een defensieve verdediging kan verdedigen, doet hetzelfde. De 3
opbouwers brengen vervolgens de bal op eventueel met een positiewissel of kruisen.
Daarbij loopt de spelverdeler dribbelend door het midden met de buitenopbouwers
net iets voor hem maar met voldoende afstand van de verdediging. Een van de
buitenopbouwers moet derhalve in het midden van een defensieve of als midachter
van een offensieve verdediging kunnen verdedigen. Dat vereist wendbaarheid,
overzicht en sterk communicatieve vermogens. Bij het opbrengen van de bal kruist
hij direct met de spelverdeler. De essentie is de bal zo snel mogelijk van de ene
kant van het veld naar het doel aan andere kant te verplaatsen zonder dat de
spelers moeten vertragen. Een goede keeper die snel de bal controleert, het spel in
gang kan zetten en een 1e
fase kan gooien is hiervoor cruciaal.
Geduldig spel in 4e
fase aanval
Indien er niet gescoord wordt uit de 1e
, 2e
of 3e
fase wordt geduldig een 4e
fase opgebouwd. Een 4e
fase begint altijd met het in
beweging brengen van de verdedigers met als doel hen uit hun positie of zone te krijgen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van
veel bewegingen (zonder) bal o.a. uit snelle positiewisselingen, kruisen en/of overgangen. Zodra er ruimtes ontstaan wordt het
spel snel naar die vrije ruimte verplaatst en wordt via een 1-1, 2-2 of 3-3 spel krachtig gebruik gemaakt van de ontstane kans.
Goed samenspel met een fysiek sterke cirkelspeler is daarbij van groot belang. De essentie is ruimte creëren en daar het overtal
uitspelen. Spelverdelers die creatief, intelligent en leidinggevend zijn, zijn daarbij van groot belang. Zij moeten in staat zijn in het
moment te zien hoe met de aanvallende kwaliteiten die op dat moment in het veld staan effectief ruimte en een scoringskans te
creëren. Het is dus belangrijk dat zij goed de kwaliteiten van hun medespelers weten in te schatten en benutten maar ook dat zij
het verdedigingsconcept van de tegenstander snel weten te analyseren. Tegen een meer defensieve verdedigingsvariant betekent
dit ruimtes tussen de spelers benutten vooral door gebruik te maken van schermen / sperren en kruisen. Tegen een meer
offensieve verdedigingsvariant betekent dit de ruimtes tussen de linies benutten vooral door gebruik te maken van overgangen,
positiewissels en give-and-go.
Alerte omschakeling in 1e, 2e en 3e fase verdediging
Om bij balverlies de snelle tegenaanval van de tegenstander te elimineren is het vooral belangrijk vroegtijdig te anticiperen. Al
tijdens het aanvallen in de 4e
fase bewegen spelers terug wanneer de bal aan de andere kant van het veld is. Een hoekspeler
wacht dus niet diep in de hoek af maar anticipeert al door minimaal terug te bewegen naar de kruising 9-m met zijlijn. Daarbij
hebben de hoekspelers de taak om de 1e
fase op te vangen. De opbouwers hebben de opdracht om zo snel mogelijk hun
verdedigingspositie in te nemen. De cirkelspeler krijgt de ruimte om anticipatief (verrassend) de 2e of 3e fase stop te leggen of te
verstoren. Pas wanneer er een moment van rust ontstaat wisselen de hoekspelers en buitenopbouwers van verdedigingspositie
zodat de hoekspelers weer op 2 en 5 kunnen verdedigen.
Natuurlijk is dit een schets van de ideaalsituatie. In de praktijk streef ik naar deze situatie in de wetenschap dat het spelconcept
en de opstelling altijd aangepast dient te worden aan de kwaliteiten van de beschikbare spelers.
De moderne handballer
Om het spel op deze manier te spelen wordt van een moderne handballer gevraagd dat hij het volgende gedrag kan laten zien.
Vechten
Fysieke duels aangaan en
altijd voluit sprinten,
springen en schieten.
KPI: aantal gewonnen duels
in aanval en verdediging.
Domineren
Anticiperen, verrassen en
provoceren met respect.
KPI: aantal balveroveringen
of afgedwongen technische
fouten in verdediging, en
aantal gecreëerde en
gerealiseerde
scoringskansen.
Switchen
Veel en snel bewegen,
schakelen en wisselen van
positie.
KPI: aantal gescoorde en
voorkomen doelpunten uit
snelle omschakelingen, en
aantal posities met assists of
score.
Teamen
Samenwerken,
experimenteren, reflecteren
en communiceren.
KPI: aantal succesvol
doorgevoerde tactische
wijzigingen tijdens het spel.
Versterken
Positief en waarderend
ondersteunen en uitdagen.
Veerkracht tonen.
Kwaliteiten benutten.
KPI: aantal goede acties na
een fout.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
6
1
Lees voor een korte omschrijving van ieder onderdeel de begrippenlijst in de bijlage.
4. HET COMPETENTIE PROFIEL
Om het spel conform de spelfilosofie te spelen en met spelers die in staat zijn het
daarbij horende gedrag te laten zien dienen spelers te beschikken over sterk
ontwikkelde mentale, fysiek (atletische), sociale, technische, tactische maar ook
strategische (spelintellect) vermogens. Allround en veelzijdig opgeleide atleten met
een hoog technisch niveau, een goede beheersing van de tactische basisprincipes en
elementen, die kunnen aanvallen en verdedigen. Spelers die zichzelf in concentratie
weten te krijgen. Die verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen keuzes, handelen
en leren. En, die hun eigen team, de tegenstander en de omstandigheden snel
weten te analyseren en de krachten weten te mobiliseren om daarop in te spelen.
Ik ga daarbij uit van een holistische visie op de mens. Ik zie een mens, en de
groepen waarin hij samenwerkt, als een eenheid waarbij de fysieke, mentale,
emotionele en sociale kanten elkaar voortdurend over en weer beïnvloeden. De
verschillende competenties kunnen we apart benoemen en trainen, maar voor mij is
alles onlosmakelijk met elkaar is verbonden. Het geheel is altijd meer dan de som
der delen. Het ontwikkelen van het gewenste gedrag vraagt daarom om een
doelgerichte, integrale aanpak op basis van de vijf pijlers en de onderliggende
competenties van een moderne handballer.
Technisch
Spelers met een goed technisch niveau hebben een grote positionele
bewegingsvrijheid. Ze kunnen op verschillende posities tot afsluiting of beslissende
assists komen. Ze zijn sterk in het 1-1 duel zowel aanvallend als verdedigend
ongeacht de positie waar ze staan. Ze hebben spitvision (overzicht) doordat hun
technische basisvaardigheden zo goed ontwikkeld zijn dat die geen bewuste
aandacht vergen. Technisch sterk worden vereist doelgerichte training van tippen en
dribbelen, vangen en rapen, werpen en mikken, vrijlopen en passeren, verplaatsen
met en zonder bal, storen en vastzetten van aanvaller, onderscheppen en veroveren
van de bal, uitstappen, terug stappen en schuiven in de dekking, en verschillende
schottechnieken (o.a. balaanname, aanlooppassen en -richting, afzet, sprong- en
schotrichting, arm positie, schotbeweging en –moment, en landing) en
schijnbewegingen van verschillende posities uit verschillende pass- en loopwegen.
Timing, houding en positie zijn daarbij belangrijke aandachtspunten.
Tactisch
Spelers met een goed tactisch niveau hebben een grote strategische
bewegingsvrijheid. Ze kunnen gedurende een wedstrijd adaptief een spelconcept,
zowel aanvallend als verdedigend, ontwikkelen dat leidt tot de beste resultaten. Het
vereist de tactische basisprincipes, zowel aanvallend als verdedigend, onbewust-
bekwaam te kunnen blijven uitvoeren. Tactisch sterker worden vereist doelgerichte
training van de tactische elementen zowel aanvallend als verdedigend en in de
omschakelingen. Doelgerichte training van 2-1, 2-2, 3-2 en 3-3 spel, van sperren en
kruisen tegen 6-0 dekking, van give and go, positiewissel, overgangen tegen
offensieve dekkingen, en verdedigend juist van het oplossen van deze tactisch
aanvallende elementen1
.
Fysiek
Spelers met een goede fysieke conditie hebben een grote fysieke bewegingsvrijheid. Ze bewegen 'speels' over het veld. Ze kunnen
hun taken geconcentreerd en met plezier een wedstrijd lang blijven uitvoeren. Ze beschikken over goed ontwikkelde grondvormen
van bewegen, coördinatieve vermogens en voorwaarden voor bewegen. Fysiek sterk worden (en blijven), vooral na de jongste
jeugd, vereist een doelgerichte en specifieke (metabolisch, kinetisch en neuromusculair) training van deze voorwaarden voor
bewegen: flexibiliteit, stamina, core stability, balans, reactievermogen, beweeglijkheid en kracht.1
Mentaal
Spelers met een goede mentale conditie hebben een grote mentale bewegingsvrijheid. Mentaal sterke spelers zijn creatiever,
effectiever en eerder bereid om nieuwe uitdagingen aan te gaan, ook als dat ze buiten hun comfortzone brengt. Zij voelen zich
niet gehinderd door overtuigingen die hen beperken en automatismen die hen minder effectief maken. Mentaal sterk worden (en
blijven) vereist het optimaal willen benutten van je kwaliteiten, het spelen van het spel in lijn met je persoonlijke waarden,
drijfveren en doelen. Het vraagt om een doelgerichte en specifieke training van zelfregulatie, aandachtsregulatie, zelfcompassie,
positieve emoties, authenticiteit en flow1
. Specifiek betekent hier in wedstrijdechte situaties zoals de start van de wedstrijd, direct
na de rust, de laatste 5 minuten van de wedstrijd, het verdedigen van een voorsprong, het scoren van het beslissende punt,
scheidsrechtelijk dwalingen of juist het terugvechten van een achterstand.
Sociaal
Spelers met een goede sociale conditie hebben een grote sociale bewegingsvrijheid.
Ze weten elkaar makkelijk te vinden, hebben veel interacties, zijn in
staat tot snelle besluitvorming en ervaren nauwelijks sociale
barrières. Ze hebben een hoog niveau van
teamleren en juist dat is de keydriver voor
teameffectiviteit, persoonlijke ontwikkeling
en creativiteit. Sociaal sterk worden vereist
het erkennen van onderlinge
afhankelijkheid, het kunnen denken in
systemen en het in een veilige
omgeving doelgericht en specifiek
trainen van het delen van kennis,
het co-creëren van ideeën, het
aangaan van constructieve
conflicten, gezamenlijke reflectie,
het samenwerken in teamverband,
het overbruggen van grenzen en het
opslaan en terugvinden van
gedeelde kennis1
. Specifiek betekent
hier momenten waarop tactische
fouten worden begaan, momenten
waarop er een conflict optreedt of
momenten waarop wedstrijden worden
voorbereid of geëvalueerd.
Hoe deze competenties te ontwikkelen?
Door te doen, doen en nog eens te doen. Door sporters
veelvuldig in handbalspecifieke oefen-, spel- en wedstrijdsituaties
te brengen. Door ze te laten ervaren hoe ze het doen, te laten reflecteren
hoe ze het de volgende keer beter kunnen doen, bewust te maken van wat ze daarvoor
moeten trainen en het opnieuw te doen onder toenemende druk en weerstand.
Tippen en dribbelen
Sperren en schermen
En k
Sociaal
Fysiek Mentaal
Technisch Tactisch
Grondvormen
van bewegen
Flexibiliteit
Stabmina
Core stability
Balans
Reactievermogen
Beweeglijkheid
Kracht
Kwaliteiten
(positief)
Waarden (motivatie)
Doelen (commitment)
Zelfregulatie (zelfcontrole)
Aandachtsregulatie
(stressbestendigheid)
Positieve emoties
(split vision)
Flow (concentratie)
Onderlinge
afhankelijkheid
Systeemdenken
Veilige omgeving
Delen
Co-creatie
Constructief conflict
Teamreflectie
Teanwerken
Grenzen overbruggen
Opslaan en
terugvinden
Bewegingsvrijheid
op het
handbalveld
Vangen en rapen
Werpen en mikken
Verplaatsen met en zonder bal
Storen en vastzetten tegenstander
Onderscheppen en veroveren van bal
Uitstappen, terug stappen en schuiven
Schottechnieken
Schijnbewegingen
Positiewissels en kruisen
Overgangen en give-and-go
2-2 en 3-3 spel
Overtal- en ondertalspel
Tactische basisprincipes
aanval en verdediging
3-2-1, 5-1 en 6-0
verdedigingsconcepten
3-3 en 4-2
aanvalsconcepten
Overgeven en -nemen
Verdedigingstechnieken
Blokkeren bal- en
loopwegen
Coördinatieve
vermogens
Authenticiteit (moed)
Zelfcompassie (veerkracht)
Vrijlopen en passeren
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
7
DE KEEPER
Door het toenemende belang van de 4e
fase verdediging en 1e
, 2e
en 3e
fase aanval
wordt de rol van de keeper steeds belangrijker. Hij kan letterlijk wedstrijden winnen
of verliezen voor het team. Hij is in de verdediging de laatste verdediger en in de
omschakeling de eerste aanvaller. In die zin is het heel belangrijk bij iedere
trainingsvorm goed na te denken over de rol en het leerdoel voor de keepers.
Hoewel het, net als voor iedere andere spelpositie, waardevol is om specialistische
keeperstraining te organiseren, is het vanuit een holistische kijk op het handbalspel
cruciaal ook de training van keepers te integreren in de reguliere trainingen. Ze
actief te betrekken bij alle oefen-, spel- en wedstrijdvormen. Ze maken immers
onlosmakelijk deel uit van het team. Iedere trainer dient dus een bepaalde
basiskennis te hebben t.a.v. het keepersvak.
In mijn ogen kunnen de NHV spelwaarden snel, verrassend, dynamisch en effectief
ook op de keeper van toepassing zijn. Deze waarden zullen op die positie alleen
anders tot uiting komen, ander gedrag vragen en andere competenties vereisen.
‘Snel’ staat voor explosief, voor hele snelle en krachtige korte bewegingen van de
armen en benen, voor het snel naar verplaatsen binnen het doelgebied, en voor het
snel controleren en terug in het spel brengen van de bal. ‘Verrassend’ staat ook bij
de keeper voor het de tegenstander jouw wil opleggen, voor het in een 1-1 duel met
een aanvaller uitlokken van een bepaald schot, en voor het anticiperen op de 1e
fase
van de tegenstander. ‘Dynamisch’ staat ook bij de keeper voor een hoog
aanpassingsvermogen, voor het in staat zijn van het doorzien van en inspelen op
voorkeursschoten van de aanvallers. ‘Effectief’ betekent betrouwbaar. Betrouwbaar
in het stoppen van de 2e
lijn-schoten die echt gestopt moeten worden, in het
coachen en samenwerken met de verdediging tijdens alle fases verdediging, en in
het fungeren als (nood)aanspeelpunt bij alle fases van de aanval. Ook hier geldt dat
progressie is gebaseerd op ervaring, op het vaak in herkenbare wedstrijdsituaties
geweest te zijn en in die situaties bewust leren van foute en goede keuzes.
Om het spel te spelen conform de spelfilosofie met bovenstaande spelwaarden,
wordt van een moderne keeper gevraagd dat hij het volgende gedrag kan laten
zien.
Om dit gedrag in wedstrijden te kunnen laten zien moeten ook keepers beschikken over sterk ontwikkelde mentale, fysieke,
technische, tactische en sociale vermogens. Omdat de rol en taken van de keeper echter wezenlijk anders zijn dan die van de
spelers betreft het andere competenties per pijler of een andere specialisatie per competentie. Natuurlijk andere technische en
tactische competenties maar zeker ook andere fysieke en mentale specialisaties per competenties o.a. doordat keepers bewegen
op een veel kleiner speelveld, nauwelijks fysiek contact hebben met (mede)spelers, iedere fout (bijna) direct wordt afgestraft met
een tegendoelpunt, en ze gedurende de 4e
fase aanval ‘beperkt’ betrokken zijn bij het spel.
Technisch
Keepers met een goed technisch niveau zijn in staat verschillende vanuit verschillende stijlen te keepen afhankelijk van de
kwaliteiten van de speler die schiet. Ze zijn onvoorspelbaar en daarmee verrassend. Het stelt ze in staat te domineren omdat zij
hun aandacht kunnen richten op de tegenstander doordat hun techniek zo goed ontwikkeld is dat die geen bewuste aandacht meer
vergt. Als keeper technisch sterk worden vereist doelgerichte training van enkele basistechnieken zoals de halve (1) hampelman
en de uitvalspas laag om half hoge ballen te stoppen, (2) de uitvalspas hoog of 2-benige sprong om hoge ballen te stoppen, (3) de
uitvalspas laag of hordezit om lage ballen te stoppen, (4) de halve hampelmann (kort en lang) of lichte uitvalspas bij schoten
vanuit de hoek, (5) verschillende variaties om 7-meters te stoppen zoals bv. 3 tot 4 meter voor het doel om een lobje uit te
lokken, een hampelmann op 2 tot 3 meter voor het doel of afwachten op de lijn en reageren door met een uitvalspas of halve
hampelmann voor een voorkeurshoek van de schutter te kiezen, (5) een hampelmann of het uitlokken van een schot door een
hoek te geven bij een break en (6) rechtop en groot te blijven bij schoten van de cirkel of van hoog naar beneden bewegen
(eventueel naar hordezit) bij een valworp van de cirkel. Naast deze technieken is het belangrijk het geven van een goede korte,
half lange en lange bal, en het snel verwerken van gestopte ballen te trainen (niet vangen maar naast je neer slaan).
Tactisch
Keepers met een goed tactisch niveau zijn in staat achter verschillende verdedigingsconcepten te keepen en de verdediging te
coachen om schothoek zo moeilijk mogelijk te maken en de scoringskansen voor de aanvaller te beperken. Tactisch sterk worden
vereist doelbewuste training van de juiste houding (de basisstand, de athletic stance met armen omhoog, voet aan de grond),
positie t.o.v. de bal (die is leidend, niet het lichaam van de schutter) en timing (niet meer in beweging tijdens het schot, tijdig
naar voren en handen krachtig naar bal toe) bij verschillende schottechnieken, vanuit verschillende posities (o.a. doorbraak, hoek,
break, vrije worp, 2e
lijn en cirkel), door verschillende spelers, achter verschillende verdedigingsconcepten (offensief en defensief).
Fysiek
Keepers met een goede fysieke conditie zijn in staat hun taken geconcentreerd een wedstrijd lang te blijven uitvoeren. Net als
spelers beschikken zij over goed ontwikkelde grondvormen van bewegen, coördinatieve vermogens en voorwaarden voor
bewegen. Ook voor hen geldt dat fysiek sterk worden (en blijven), vooral na de jongste jeugd, doelgerichte en specifieke
(metabolisch, kinetisch en neuromusculair) training van deze voorwaarden voor bewegen vraagt. Omdat de bewegingen van
keepers anders zijn betekent specifiek trainen dat deze voorwaarden anders getraind dienen te worden dan bij spelers.
Mentaal
Keepers met een goede mentale conditie zijn in staat een wedstrijd lang geconcentreerd te blijven. Dit vereist het vermogen alle
aandacht steeds weer te richten op de volgende actie. Ook hier geldt dat keepers net als spelers dezelfde mentale vaardigheden
doelbewust en specifiek moeten trainen. Omdat de wedstrijdsituaties waarmee zij te dealen hebben echter andere situaties zijn
dan waar spelers mee van doen hebben betekent ook hier specifiek trainen bewust andere spel- en wedstrijdsituaties trainen.
Sociaal
Keepers zijn een onlosmakelijk onderdeel van een handbalteam. In die zin zijn goede sociale vermogens voor hen net zo
belangrijk als voor spelers. Zij moeten immers in staat de verdediging te coachen en samen met hen oplossingen te vinden voor
het aanvallende concept van de tegenstander.
Afspraken nakomen
Positie handhaven,
geduldig afwachten en
discipline opbrengen.
KPI: aantal correct
gestopte 2e
lijn-schoten
i.s.m. de verdediging.
Domineren
Anticiperen, verrassen
en provoceren met
respect.
KPI: aantal
afgedwongen fout-
schoten door
aanvallers in 1-1 duel
en voorkomen 1
e
fases
van de tegenstander.
Switchen
Korte en krachtige
bewegingen, snel
recupereren van bal.
KPI: aantal succesvol
geïnitieerde snelle
tegenaanvallen.
Teamen
Samenwerken,
experimenteren,
reflecteren en
communiceren.
KPI: aantal succesvol
georganiseerde
verdedigingen en
geïnitieerde tactische
wijzigingen in
verdediging.
Versterken
Positief en waarderend
ondersteunen en
uitdagen. Veerkracht
tonen. Kwaliteiten
benutten.
KPI: aantal goede
acties na een fout.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
8
5. DE TRAININGSFILOSOFIE
Als trainer is je taak om spelers te stimuleren, begeleiden en faciliteren zichzelf als
handballer en persoon te versterken. Om hen de kans te bieden uit te groeien tot de
persoon en handballer die zij kunnen zijn. Om hen te stimuleren en in staat te
stellen de competenties van een moderne handballer te ontwikkelen. Door
verschillende ontwikkelingen in de samenleving waaronder de technologisering
verandert de manier van leren. De toenemende normen vanuit de topsport vereisen
daarbij dat het leren steeds effectiever gebeurt. Er is geen tijd meer te verliezen als
je de top wilt bereiken. We moeten High Impact Leren.
Een effectief leerproces begint bij een gevoel van urgentie bij de sporter. Hij moet
zelf intrinsiek gemotiveerd en betrokken zijn of raken om te leren. Op die manier
ontstaat er ook echt plezier in leren. Pas wanneer de sporter er zelf voor kiest iets
echt te willen leren kan High Impact Leren starten.
Een tweede belangrijke bouwsteen voor High Impact Leren is zelfmanagement. Een
sporter kiest er elke training en wedstrijd opnieuw voor om verantwoordelijkheid te
nemen voor zijn eigen handelen en leren. Voor de keuzes die hij maakt en de
consequenties die die hebben voor anderen in de directe omgeving. Dit vraagt een
sterk reflectieve houding na maar zeker ook tijdens een training of wedstrijd
(reflection-on-action). De sporter kan en wil zijn eigen gedrag (of visie, houding)
bijsturen, kan zijn omgeving bewegen anders te handelen en weet die (andere)
mogelijkheden aan te grijpen om zijn doelstellingen te bereiken. Flexibiliteit, durf,
openheid zijn hiervoor belangrijke pijlers.
Een zelfmanagende sporter staat echter niet alleen. Effectief leren vindt plaats in
teamverband met een duidelijke transfer van de training naar de wedstrijd. Het is
een tweerichtingsweg waarbij het leren plaatsvindt in de interactie tussen de
sporter, zijn collega sporters, trainers, coaches maar misschien ook wel publiek. Het
draait om de frequente, nauwkeurige en directe feedback die de sporter krijgt en
hoe hij daarmee omgaat. Onderdeel zijn van een sterk team is een derde
voorwaarde voor High Impact Leren. Het geeft de sporter de ruimte en het
vertrouwen om zich kwetsbaar op te stellen en oprecht feedback te geven en te
ontvangen, om goede emotionele gesprekken te voeren.
Ook het slim integreren van online en face-to-face leren met een weldoordachte
variatie aan activiteiten is een belangrijke bouwsteen van High Impact Leren. Een
efficiënt leerproces is een mix van formeel (training), informeel (coaching), impliciet
leren (spontaan) en het uitdragen van het geleerde (doceren). Zo kan een sporter
prima online zelfstandig, in duo’s of in groepsverband video’s van zichzelf, de
wedstrijden of topspelers analyseren en die inzichten vertalen naar leerdoelen voor
zichzelf en het team, en deze uitdragen binnen het team. Het maakt en houdt het
leren boeiend, effectief en interactief.
Tijdens trainingen maar zeker ook tijdens wedstrijden draait het dan om actie en kennisdeling. Niet de trainer of coach die vertelt
hoe het moet maar die continu bezig is de sporters uit te dagen om herhaaldelijk gezamenlijke
handbalspecifieke spel- en wedstrijdsituaties (en dus nauwelijks geïsoleerde techniekvormen) te
ervaren, daarop te reflecteren, ze te analyseren, bewust te worden van de
verbetermogelijkheden, oplossingen te bedenken (inzien), strategieën aan te passen
(kiezen), die te oefenen en toe te passen om vervolgens weer nieuwe situaties te ervaren.
Dit leidt ertoe dat het maken en leren van fouten, het experimenteren en het
samenwerken gestimuleerd wordt. Er ontstaat zo een continue verbetercyclus.
Een zesde bouwsteen van High Impact Leren is het hebben van een mindset gericht op
groei. Het kan gezien worden als een overkoepelend aspect ten opzichte van alle
voorgaande bouwstenen. De sporter, maar zeker ook de trainer, staat open voor spontaan
leren, voor toevallige leermomenten die zich voordoen binnen de kaders van de training
(doel en programma) maar ook de wedstrijd. Bewustwording en reframing van gedachtes
(zelfspraak) is hiervoor een belangrijk vermogen van de sporter (topsportdenken).
De laatste bouwsteen van High Impact Leren is het assessment. Niet bedoeld om te vergelijken maar om de sporter in een
wedstrijdsituatie te laten inzien in hoeverre hij de gewenste ontwikkeling heeft gerealiseerd. In hoeverre de sporter in staat is
meester te zijn over nieuwe situaties, in hoeverre hij de competenties beheerst en in staat is het gewenste gedrag te vertonen.
Trainers hebben de taak om iedere sporter individueel een zo effectief mogelijk leerproces aan te bieden waarin deze bouwstenen
terugkomen. Om hen te begeleiden bij het vinden van hun persoonlijke leerdoelen en bij het inzichtelijk maken van wat het
behalen van die doelen hem en het team gaat opleveren. Om hen zelf te laten benoemen hoe en wanneer ze in wedstrijdsituaties
willen aantonen de gewenste ontwikkeling door gemaakt te hebben en wat ze daarvoor moeten kennen en kunnen. Om hen te
helpen hun eigen ontwikkelplan vorm te geven en scherp hun eigen handelen te reflecteren en die inzichten direct om te zetten in
effectiever gedrag. Om hen de leerzone in te coachen door enerzijds een psychologische veilige omgeving te creëren en tegelijk de
sporters aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Om aan de hand van leermomenten die zich tijdens de wedstrijd of
trainingen voordoen reflectie via interactie en kennisdeling tussen de spelers te faciliteren. Dit vereist een houding van samen
beter willen worden in plaats van bewijzen hoe goed je bent. Het vereist bij sporter, teamgenoten, trainers en coaches de kracht
om falen te zien als een kans om beter te worden. Het is daarbij verstandig om beloningen niet te koppelen aan de geleverde
prestaties maar aan de gerealiseerde ontwikkeling. Als trainer dien je voor effectief leren
• toegankelijk en benaderbaar te zijn,
• te erkennen dat jij ook niet alles weet,
• bereid te zijn te laten zien dat jij ook fouten maakt,
• input te vragen van de sporters,
• falen te vertalen naar leerkansen,
• direct, positief en waarderend te communiceren,
• heldere grenzen te stellen t.a.v. wat wel en niet acceptabel is, en
• sporters consistent aan te spreken wanneer zij deze grenzen overschrijden.
Om dit voor elkaar te krijgen werk ik als trainer graag vanuit de onderstaande waardencontract. Voor de training maak ik
afspraken over het naleven van deze waarden, aan het eind van de training en eventueel tussen door worden deze geëvalueerd.
• Be present: fysiek en mentaal aanwezig
• Be open & honest: stel je open voor nieuwe ervaringen, ideeën en elkaar
• Be safe: creëer een fysiek en mentaal veilige omgeving
• Be respectful: handel in lijn met je waarden met oog voor andermans waarden
• Be purposeful: streef naar samen beter worden
• Be challenged by choice: daag jezelf uit zoals dat bij jou past
Samenspelen	
en	ervaren
Reflecteren	en	
bewustworden
Inzien	en	kiezen
Oefenen	en	
toepassen
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
9
6. DE COACHINGSFILOSOFIE
Als coach is je taak spelers in staat te stellen binnen hun mogelijkheden optimaal te
presteren in wedstrijden maar ook in trainingen. Om het gewenste gedrag in
wedstrijden en trainingen te tonen. Om hun technische, tactische, fysieke, mentale
en sociale competenties optimaal tot rendement te laten komen en tegelijk te
verbeteren. Het is je taak hen te helpen in concentratie te komen en blijven.
Concentratie houdt in dat een sporter zijn aandacht volledig richt op de zintuiglijke
waarneming die de door hem op dat moment uit te voeren handeling het meest
nauwkeurig aanstuurt. Het is een vorm van direct bewustzijn waarin waarnemen en
handelen één zijn. Daarbij kan aandacht gezien worden als de hoeveelheid
psychische energie die een sporter kan focussen.
Een gehele ploeg geconcentreerd laten spelen en trainen vereist allereerst om een
gezamenlijke visie te ontwikkelen waar iedereen zich aan kan en wil verbinden
omdat deze aansluit bij zijn persoonlijke doel. Op korte termijn is dit het
gezamenlijke doel van de training of wedstrijd. Op langere termijn is dit een missie -
visie waarvan de korte termijn doelen afgeleid zijn. Nadat het doel is vastgesteld is
het je taak als coach om ‘guiding principles’ overeen te komen. Om helder te krijgen
wat van elkaar verwacht mag worden en hoe er met elkaar omgegaan wordt. De
volgende stap is om gezamenlijk te brainstormen over opties om de gestelde doelen
binnen de gestelde kaders (principes) te realiseren (de strategie). Daarbij is het
belangrijk voldoende tijd en energie in de brainstorm te steken om de kwaliteit van
de strategie te optimaliseren. In de uitvoering komt het dan neer op het organiseren
van het spel rond de individuele sterktes van de spelers, het behouden van focus en
het tonen van veerkracht. Dit betekent coachen op competentie (geloof in eigen
kunnen), autonomie (de eigen motivatie) en verbondenheid (als 1 team waarin
iedereen een belangrijker rol vervult).
Om dat te kunnen dient hier tijdens trainingen doelbewust op getraind te worden.
Doelbewust trainen op het vrij maken, verzamelen, richten en vastzetten van
aandacht. Op het buiten de comfortzone stappen, het experimenteren, leren van
fouten, en het overwinnen van weerstand, conflicten en tegenslagen. Op het
identificeren, benoemen, benutten en versterken van elkaars kwaliteiten.
Om als coach dit proces te faciliteren is het allereerst belangrijk zelf kinderlijk
enthousiasme en pure levenslust uit te stralen, waardoor de sporters geïnspireerd
raken. Om veel te werken met de macht der verbeelding en zelfspraak, het
zogenaamde topsport denken. Om de sporters de spanning die nodig is voor de
presteerstand te laten ervaren. Om te werken met haalbare
kortetermijndoelstellingen en reflection-on-action te faciliteren. Daarbij fungeert de
coach als tegenhanger van het team. Waarbij het uitgangspunt is dat de coach het
team uitdaagt zelf richting te kiezen in plaats van een richting in te duwen. Het
kunnen stellen van goede (onderzoekend, waarderend en objectief) open vragen op
het juiste moment is daarbij een cruciale competentie van de coach.
	
De coach als tegenhanger
Als het team goed presteert en speelt is het gevaar zelfvoldoening. De coach dient dan te sturen op continue verbetering. Als het
team goed presteert maar slecht speelt is het gevaar hoogmoed. De coach dient het team dan aan te spreken op hun
verantwoordelijkheid. Als het team slecht presteert maar goed speelt is het gevaar zelfmedelijden. De coach dient dan het denken
te herkaderen door te coachen op zelfcompassie. Als het team slecht presteert en slecht speelt is het gevaar neerslachtigheid. De
coach dient dan het willen te transformeren door te coachen op intrinsieke motivatie en persoonlijke waarden.
Net zoals ik bij een training afspraken maak over wat we van elkaar kunnen verwachten, doe ik dat bij wedstrijden ook. Daarbij
werk ik graag vanuit de volgende teamwaarden.
We spelen
• Samen: we ondersteunen elkaar, dagen elkaar uit en blijven verbonden binnen en buiten het veld
• Met 100% overtuiging: met alle energie en aandacht die in ons zit
• Om beter te worden: om initiatief te nemen, acties te maken, fouten te maken en daarvan te leren
• Vanuit ieders kracht: vanuit dat wat ons energie geeft
Winst – goed spel
Coachen op continue verbetering
Het gevaar is zelfvoldoening. Essentie is een ‘wedstrijd’ aan een
wedstrijd of training toevoegen om de uitdaging te vergroten via een
leerdoel dat van iedere speler vereist de stretch zone in te stappen.
“Hoe kunnen we dit moment benutten om ons als team sterker te
worden? Waar willen we in verbeteren en mee experimenteren?”
Winst – slecht spel
Coachen op verantwoordelijkheid
Het gevaar is hoogmoed. De essentie is een ‘wedstrijd’ aan een
wedstrijd of training toevoegen om de uitdaging te vergroten via een
prestatiedoel dat alleen realiseerbaar is met de gewenste
inspanning.
“Met welk resultaat stappen we tevreden het veld af? Wat willen we
met deze training of wedstrijd bereiken?”
Verlies – slecht spel
Coachen op (intrinsieke) motivatie en persoonlijke waarden
Het gevaar is neerslachtigheid. Essentie is ‘het waarom’ van de
training of wedstrijd laten voelen om de intrinsieke motivatie te
vergroten. Een persoonlijk leerdoel waaruit iedere speler individueel
zingeving haalt.
“Hoe wil je als sporter herinnerd worden? Wie is je inspirerend
voorbeeld? Wat zou hij in deze situatie doen?”
Verlies – goed spel
Coachen op (zelf)compassie
Het gevaar is zelfmedelijden. Essentie is de positieve punten van de
training of wedstrijd inzichtelijk maken en vasthouden om
vertrouwen te vergroten. Een leerdoel waaruit iedere speler
positieve emoties en geloof in gezamenlijke kunnen haalt.
“Wat hebben we tot nu toe gedaan waarop we trots zijn? Wat
hebben we geleerd? Waar willen we vooral mee door gaan?”
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
10
7. TALENTIDENTIFICATIE
Iedereen is een talent, iedereen heeft talent. Talent wordt overschat. Succes is meer
een kwestie van kiezen en doelbewuste oefening. Kiezen om doelbewust dat te
oefenen waarin je beter wilt worden. Het is een kwestie van herhalen, herhalen en
nog eens herhalen waarbij je continu directe en scherpe feedback krijgt. Het vereist
moedige keuzes, een high-demanding-mindset, een ervaren mentor of coach die je
kan adviseren wat je nog te leren hebt, een leeromgeving met gelijkgestemden en
een ondersteunende sociale omgeving.
Kan iedereen dan Olympisch kampioen worden? Nee, natuurlijk niet. Wel kan
iedereen een Olympische mindset ontwikkelen. Een instelling van beter willen
worden en je eigen top willen nastreven. Iedere dag 1% beter willen worden
betekent in 70 dagen twee keer zo goed worden. Citius, altius, fortius. Het is de
mindset die nodig is voor High Impact Leren. Hoe hoog de lat dan ligt weet je nooit
van tevoren maar van het groeiproces kunnen coach en sporter samen geweldig
genieten.
Talentontwikkeling draait om het stimuleren en faciliteren van doelbewuste oefening
via de regels van High Impact Leren. Talentidentificatie draait om het bepalen van
potentieel. Van wie het potentieel in zich heeft om aan de hand van doelbewuste
oefening uit te groeien tot de (absolute) top in een tak van sport. Wie de echte high
potentials en potentials zijn. Daarbij is het huidige prestatieniveau wellicht de
grootste afleider voor een zuiver beeld. Het draait immers niet om wat een sporter
op dat moment kan maar welk potentieel hij in zich heeft. Hoe hoog zijn lat kan
liggen.
Vanuit de wetenschap dat het optimaal ontplooien van talent doelbewuste oefening
vergt zijn enkele van de belangrijkste kenmerken voor talentidentificatie intrinsieke
motivatie (de drive, de passie, de spelvreugde, de bereidheid en de leergierigheid),
zelfregulatie (de zelfkennis, -beheersing, -controle, -reflectie en –discipline), een
growth mindset (hard werken, uitdagingen aan gaan, uit comfortzone durven te
stappen, falen en tegenslagen zien als kansen om te groeien) en autonomie (de
kracht om snel en intuitief eigen keuzes te nemen, verantwoordelijkheid te nemen,
het avontuur aan durven gaan, dromen naleven). Naast deze eigenschappen is
talent het vermogen niet alleen te zien maar vooral te observeren, echt waar te
nemen en te constateren om daarnaar te handelen. Om patronen te doorzien en
daarop te anticiperen in gedrag. Deskundigheid is hiervoor een vereiste.
In fysieke zin helpen in het handbal lengte, type spiervezel, een goede mobiliteit
(o.a. enkels, heupen en schouders) en goed ontwikkelde coordinatieve vermogens.
Het is handig om lang te zijn of worden, voornamelijk in combinatie met fast-twitch-
spiervezels. Een goede mobiliteit is vereist voor een effectief beweegpatroon. Goede
coordinatieve vermogens maken het eenvoudiger om nieuwe technieken eigen te
maken en beweeglijkheid of behendigheid te ontwikkelen. Het betreft hier echter
allemaal fysieke eigenschappen die de route naar de top makkelijker maken. Er kan
niet gesteld worden dat het afwezig zijn van een of meerdere van deze
eigenschappen het onmogelijk maakt om de top te bereiken. Het bezitten van al
deze eigenschappen gecombineerd met de eerdergenoemde mentale kenmerken
maakt iemand daarom tot een high potentital. Een potential combineert minimaal 1
van deze aspecten met de eerdergenoemde mentale kenmerken.
In mentale zin helpen, naast de eerdergenoemde aspecten, eigenschappen als optimisme, extraversie en zelfvertrouwen. Deze
eigenschappen maken het eenvoudiger om te leren van fouten en falen zonder de motivatie en het overzicht te verliezen. Ook dit
zijn echter geen talentbepalende eigenschappen. Het behouden van spelvreugde en motivatie tijdens momenten van teleurstelling
of tegenslag kan namelijk ook doelbewust getraind worden. Het vergt bewustwording van negatieve gedachtes en gevoelens en
het vermogen bewust te kiezen voor positieve gedachtes, gevoelens en daarmee gedrag. Het maakt de weg naar de top wat
weerbarstiger en wellicht langer maar is zeker niet uitgesloten. Een high potential
beschikt van nature over die eigenschappen en combineert die met de eerdergenoemde
fysieke eigenschappen en mentale kenmerken. Een potential combineert een of meerdere
fysieke eigenschappen met de eerdergenoemde mentale kenmerken en kan
bewust zijn gedachtes en
gevoelens sturen bij
tegenslagen.
In sociale zin helpen het
vermogen om eigen emoties en
gevoelens onder woorden te kunnen brengen,
begrip op te kunnen brengen voor de gevoelens,
emoties en gedachtes van anderen. Te begrijpen
dat je onderdeel van een systeem bent (systeem
denken). Om coachbaar te zijn door
open te staan voor andermans
meningen, inzichten en
belangen. Ook dit zijn echter
trainbare vermogens, of liever
gezegd keuzes. Het zit in je en
is meer een kwestie van
gewoon doen.
En, hoewel in het huidige
handbal een hoog technisch en
tactisch niveau vereist wordt, zijn ook dit
maar beperkt talentidentificatie criteria. Wel kan
gesteld worden dat de lat van een sporter die met veel
uren professionele training op jonge leeftijd hetzelfde
technisch en tactische niveau heeft als een
sporter van ongeveer dezelfde leeftijd die nog
nauwelijks goede training heeft gehad,
waarschijnlijk lager ligt. Datzelfde geldt voor een
sporter die op jonge leeftijd (tijdens zijn meest sensitieve
ontwikkeljaren) slechte technieken, een slechte motoriek of
ineffectief gedrag ontwikkeld heeft. Het kost veel tijd en
energie die af te leren en het is nog maar de vraag of de
sporter onder druk niet terugvalt op oud gedrag. Dat maakt ook het belang van goede trainers op jeugdige leeftijd duidelijk. De
geschiedenis van een sporter in relatie tot zijn huidige technisch-tactische niveau en zijn leeftijd zegt dus vooral veel over hoeveel
van zijn potentieel nog te realiseren valt.
Identificeren van (high) potentials ten opzichte van low potentials is dus vooral het identificeren van de fysieke aanleg en de
mentale kracht (de drive en durf) om in het moment moedige keuzes te nemen. De geschiedenis van een sporter bepaalt
vervolgens welk potentieel nog te realiseren valt. Het is daarbij, zoals door Rasmus Ankersen omschreven in ‘The Gold Mine Effect’
cruciaal om oog te hebben voor zowel vroegrijpers (shouting talents with high potential and performance) als laatbloeiers
(whispering talents wit average performance and high potential).
Kiezen voor angst
om slachtoffer te zijn
om niet te willen falen
voor het bekende, het gemakkelijke
om te bewijzen hoe goed je bent
Moment van weerstand, waarop de grens
van de comfortzone wordt ervaren.
Talent meter
Kiezen voor moed
om verantwoordelijkheid te nemen
om te willen groeien
om het avontuur, de pijn, aan te gaan
om samen beter te willen worden
Opzoeken en aangaan uitdagingen
Open voor feedback en nieuwe inzichten
Denken in mogelijkheden
Testen aannames
Vertrouwen op proces
Doorzetten bij tegenslagen
Geïnspireerd raken uit andermans succes en kwaliteiten
Eerlijk naar zichzelf
Is in controle
Ontlopen en vermijden uitdagingen
Verdedigen bij feedback en nieuwe inzichten
Denken in onmogelijkheden
Handelt naar aannames
Controleren van proces
Opgeven bij tegenslagen
Bedreigd voelen door andermans succes en kwaliteiten
Zoekt excuses
Is niet in controle
Actie
Initiatief
Sympathie
Verantwoordelijkheid
Samenwerking
Passiviteit
Uitstel
Apathie
Slachtoffer (excuses)
Strijd
Zelfontplooiing
Persoonlijke en gezamenlijke groei
Zelfdestructie
Mislopen persoonlijke en gezamenlijke groei
Betere (team)prestaties
Goed gevoel achteraf
Zelfwaardering en verbondenheid
Slechte (team)prestaties
Slecht gevoel achteraf
Zelfhaat en verdeeldheid
(High) potential - keuze
‘vrij van ego’
heeft altijd een keuze
Low potential - keuze
‘identificatie met ego’
heeft geen keuze
Drive, passie en motivatie om de
oncomfortabele zones op te zoeken
‘Je kunt er niet mee stoppen’
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
11
8. VOORTGANGSMONITORING
Nu we weten dat talentontwikkeling niet gaat om wat je vandaag kunt maar wat je
morgen kunt leren, kunnen we constateren dat prestatiemetingen en –beloningen
geen of nauwelijks waarde hebben als het gaat om het in kaart brengen en
monitoren van de voortgang. De essentie is om inspanning en ontwikkeling te
meten en belonen, en dan met name de verhouding tussen beide. Degene die bereid
en in staat is de meeste hoogwaardige trainingsarbeid te verrichten en daarmee
weet de meeste progressie te boeken zou namelijk weleens het hoogste plafond
kunnen hebben mits hij op tijd begonnen is.
Voortgangsmonitoring draait dus om het bij houden van de omvang en kwaliteit van
de geleverde inspanning en de geboekte progressie t.a.v. de vereiste competenties
en het gewenste gedrag uitgedrukt in KPI’s (kritische prestatie indicatoren). De
sporter krijgt zo in een trainings- en wedstrijdsituatie de gelegenheid te laten zien in
hoeverre hij de gewenste ontwikkeling heeft gerealiseerd. De ontwikkeling die hij
eerst samen met de coach heeft geformuleerd en vertaald naar bijhorende het
assessment(testen). Daarbij is het handig 4 maal per jaar (kwartaal)doelen te
stellen en voortgang te evalueren. Een talentvolgsysteem waarin het dagelijkse
logboek, de competentie-test scores en de wedstrijdstatistiek t.a.v. de KPI’s
bijgehouden wordt is hierbij zeer bruikbaar.
Beloninga.d.h.v.
bereikenpersoonlijk
ontwikkeldoel
(geboekte
progressie)
Beloninga.d.h.v.
bereikenpersoonlijk
ontwikkeldoel
(geboekte
progressie)
Verworven competenties a.d.h.v testen
Technisch:
track op tijd voorzien van grondvormen van
bewegen en sporttechnische basistechnieken:
gaan en lopen; wenden en keren; springen en
landen; balanceren; vallen, rollen, duiken en
draaien; duwen en trekken; tippen en
dribbelen; vangen en rapen; werpen en
mikken; uitstappen, terug stappen en schuiven
Tactisch:
kwaliteit tactische analyse van wedstrijd of
trainingssituatie en vertaling naar
trainingsdoelen
Fysiek:
lichaamssamenstelling: vetpercentage
eventueel BMI; omvang nek, borst, buik,
heupen, bovenbeen, kuit, bovenarm; houding
en beweegpatroon van onderste (knie, enkel,
heup) en bovenste (schoudergordel)
extremiteiten.
prestatietesten: shuttlerun (YoYo);
sprintsnelheid (5m); spronghoogte;
schotkracht; push-up test; davies test; shark
skill test; 1 RM test
Mentaal:
schotpercentage wanneer in schotseries
precisie-, tijds-, complexiteits-, onzekerheid-,
prestatie-, intensiteitsdruk toeneemt
Sociaal:
observatiescore door teamgenoten a.d.h.v.
teaming gedrag o.a. samenwerken, reflecteren,
experimenteren en speak-up
Vertoond gedrag in wedstrijdsituaties
Vechten:
• gewonnen 1-1 duels in verdediging
• gewonnen 1-1 duels in aanval
Switchen:
• scores en assists uit snelle
omschakeling
• opgevangen of voorkomen snelle
tegenaanvallen
• aantal posities met assist of score
Domineren:
• balveroveringen of afgedwongen
technische fouten in verdediging
• gecreëerde en gerealiseerde
scoringskansen in 4
e
fase aanval uit 2-
2 en 3-3 spel
Teamen:
• succesvol geïnitieerde en uitgevoerde
tactische verbeteringen
Versterken:
• goede acties na een fout
T1: start
voorbereiding
(jul/aug)
Geleverde arbeid in logboek
Trainingsomvang:
Trainingsintensiteit:
Energielevel start training:
Concentratieniveau tijdens training:
Effectiviteit training:
Verworven competenties a.d.h.v
testen
Technisch:
Tactisch:
Fysiek:
Mentaal:
Sociaal:
Vertoond gedrag in
wedstrijdsituaties
Vechten:
Switchen:
Domineren:
Teamen:
Versterken:
T2: start
wedstrijdperiode 1
(sept/okt)
Geleverde arbeid in logboek
Trainingsomvang:
Trainingsintensiteit:
Energielevel start training:
Concentratieniveau tijdens training:
Effectiviteit training:
Verworven competenties a.d.h.v
testen
Technisch:
Tactisch:
Fysiek:
Mentaal:
Sociaal:
Vertoond gedrag in
wedstrijdsituaties
Vechten:
Switchen:
Domineren:
Teamen:
Versterken:
T3: einde
wedstrijdperiode 1
(dec/jan)
Geleverde arbeid in logboek
Trainingsomvang:
Trainingsintensiteit:
Energielevel start training:
Concentratieniveau tijdens training:
Effectiviteit training:
Verworven competenties a.d.h.v
testen
Technisch:
Tactisch:
Fysiek:
Mentaal:
Sociaal:
Vertoond gedrag in
wedstrijdsituaties
Vechten:
Switchen:
Domineren:
Teamen:
Versterken:
T4: einde
wedstrijdperiode 2
(apr/mei)
Beloninga.d.h.v.bereiken
persoonlijkontwikkeldoel
(geboekteprogressie)
Geleverde arbeid in dagelijks logboek
Trainingsomvang:
trainingsuren/-duur per week
Trainingsintensiteit (achteraf):
score voor intensiteit met uitleg
Energielevel start training (vooraf):
score voor energielevel met uitleg
Concentratieniveau tijdens training:
score voor concentratie met uitleg
Effectiviteit training (achteraf):
score voor effectiviteit met uitleg
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
12
9. SPORTETHIEK
Sport is een fysieke spelvorm veelal met een competitief karakter waarin ruimte is
voor emoties. Het kent daardoor vele momenten waarop ethiek (goed of slecht
handelen) een rol speelt, zowel buiten als binnen het veld. Momenten waarop het
overtreden van de regels verleidelijk is met als doel een (korte termijn)
concurrentievoordeel te behalen. Het gebruik van doping. Het begaan van een
onsportieve overtreding. Het doelbewust treiteren of kleineren van een
tegenstander. Er zijn vele voorbeelden.
Iemands handelen is en blijft altijd een eigen verantwoordelijkheid. Een sporter
neemt zelf bewust of onbewust de keuze om goed of slecht te handelen. Trainers en
coaches hebben een belangrijke rol in het sporters aanleren van het nemen van de
juiste keuzes. Met name bij jeugdigen weegt die rol zwaar omdat de hersenen, en
met name de Neocortex, nog niet volledig ontwikkeld zijn waardoor o.a. het
overzien van de consequenties van handelen nog matig ontwikkeld is.
In Spinoza’s Ethica staan interessante handvatten beschreven over wat goed en
slecht handelen is en hoe we ons kunnen ontwikkelen tot een goed handelend mens,
in zijn woorden ‘een vrij mens die volgens de rede leeft’. Zijn voornaamste
uitgangspunt is dat ieder mens ernaar streeft te volharden in zijn of haar bestaan
waardoor de begeerte om te leven, handelen maar zeker ook om te wedijveren
ontstaat. Alles wat wij doen of wat ons gebeurt dat het vermogen om te bestaan
vermeerdert geeft ons blijheid, alles wat wij doen of wat ons gebeurt dat dit
vermogen vermindert geeft ons droefheid. Liefde volgt uit gedachtes die wij
koppelen aan iets of iemand die dit vermogen vermeerdert, haat volgt uit gedachtes
die wij koppelen aan iets of iemand die dit vermogen vermindert.
Spinoza vertelt ons dat blijheid altijd goed is en droefheid altijd slecht. Dat liefde en
begeerte bovenmatig kunnen zijn en dus niet automatisch goed. Maar dat haat
daarentegen nooit goed kan zijn en dat haat door de vrije mens beantwoord wordt
met liefde. Verder stelt hij dat hoop, vrees, wanhoop, gerustheid, spijt en
verheuging niet goed zijn. Dat angst, schroom of schaamte alleen goed is als het
volgt uit de begeerte naar een eerbaar leven. En dat begeerte goed of slecht is
afhankelijk van de aandoening waaruit het voortkomt.
En juist dat laatste bepaalt of wij in staat zijn om te leven en handelen volgens de
rede. Het vraagt om bewust te zijn van je gedachtes en emoties zonder erin mee te
gaan of deze te veroordelen. Het vermogen de aandoening en de gedachte te
kunnen scheiden van de uitwendige oorzaak. Door de aandoening te begrijpen en te
accepteren worden passieve aandoeningen actieve aandoeningen. We nemen de
regie in eigen hand. Door de noodzakelijkheid van de aandoening in te zien
vermindert hun invloed en kunnen wij kiezen om te handelen vanuit liefde en begrip
overeenkomstig met onze essentie in plaats van te lijden. Op deze manier kunnen
wij aandoeningen verbinden en ontstaat intuïtieve kennis. Volgens Spinoza is dat
ons belangrijkste doel, om dingen te begrijpen omdat hieruit de grootst mogelijke
rust in onze ziel ontstaat. We weten in iedere situatie intuïtief goed te handelen uit
adequate kennis in plaats van te lijden uit inadequate kennis.
Trainers en coaches hebben de taak om sporters te laten inzien of zij handelden uit emotie (de slaaf die lijdt) of volgens de rede
(de vrije mens die handelt uit begrip). Ze hebben de taak om sporters te laten inzien en begrijpen of hun handelden leidde tot
droefheid of juist tot blijheid, of het voortkwam uit liefde of uit haat. Op die manier ontstaat bij hen kennis van wat goed en kwaad
is waardoor zij kunnen uitgroeien tot een vrij mens in plaats van een lijdende slaaf. Tot mensen die niet strijdend tegenover elkaar
staan maar samenwerkend nuttig voor elkaar zijn. Voorwaardelijk is dat de trainers en coaches zelf vrije mensen zijn die handelen
volgens de rede.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
13
10. LEEFSTIJL
Handbal in Nederland is een amateursport, en dat is maar goed ook. Goed omdat
het daardoor sporters dwingt om hun sportcarrière te combineren met school, studie
en later werk. Naast sportieve ontwikkeling is ook intellectuele ontwikkeling cruciaal
voor een mens. Het verrijkt de sporter als mens, biedt hem een vangnet bij
eventuele blessures en voorkomt of verkleint de kans op het zwarte gat na
beëindiging van de sportloopbaan. Ik juich de combinatie dan ook van harte toe.
Wel vereist het van de sporter zijn leven op een bepaalde manier in te delen en te
leven. Kiezen voor sport in combinatie met een maatschappelijke carrière betekent
ook kiezen veel andere dingen, zoals op stap gaan, bijbaantjes hebben of lang
gamen, niet of zeer beperkt te doen. Het betekent ook kiezen voor een werkgever of
onderwijsinstelling die deze combinatie mogelijk maakt of liever gezegd zelfs
ondersteunt. Het betekent kiezen voor een heel bewuste levensstijl en willen
begrijpen hoe lichaam en geest werken om optimaal te presteren. Het vereist het de
discipline en sociale omgeving om goed te eten en drinken, en goed te rusten en
herstellen.
Rust en herstel
Rust- en herstelmomenten zijn van groot belang om de mentale en energetische
batterij op te laden. Na een fysieke inspanning zijn dit de momenten waarop het
lichaam zich sterker aanpast dan voor de
inspanning (supercompensatie). Het zijn
bewuste momenten waarop wij switchen van
ons sympathische naar ons parasympatische
zenuwstelsel. Het sympatisch zenuwstelsel zet
het lichaam in een actiestand (activatie van het
fight-or-flight-system), het is als het ware ons
gaspedaal. Om uitputting te voorkomen is het
belangrijk regelmatig even af te remmen en zo het parasympatische zenuwstelsel te
activeren. Het parasympatisch zenuwstelsel zet het lichaam meer in een rust- en
herstelstand. Rust en herstel betreffen niet alleen alle fysieke en mentale, maar ook
sociale processen. Herstellen kan actief en passief. Voorbeelden van passief herstel
zijn een goede nachtrust, powernaps (kort slapen), luisteren naar muziek, lachen
met collega’s of genieten van de natuur, een massage of sauna. Voorbeelden van
actief herstel zijn rustig bewegen (zoals wandelen, fietsen, yoga of stretchen), eten,
mindfulness-oefeningen, of zelfmassage (SMR). Maar ook een ontspannen avond uit
met vrienden en familie en vakanties kunnen geweldig bijdragen aan herstel.
Als het om herstellen gaat is het belangrijk om in de dag, week, maand en jaar
herstelmomenten in te plannen. Momenten voor piekperiodes en direct na
piekperiodes (tapering en periodisering). Het gaat bij rust en herstel niet sec over
de kwantiteit maar juist over de kwaliteit van het herstel. Continu piekeren en
zorgen maken over bijvoorbeeld relaties, geld, school of werk kunnen de kwaliteit
van rust en herstel negatief beïnvloeden. Zorgen kunnen op de lange duur
sluipmoordenaars worden voor een adequaat herstelproces. Het is dus belangrijk
dat sporters in staat zijn mindful (met aandacht) te rusten en herstellen. Een goed
hulpmiddel voor adequate hersteltijd kan een hartslagmeter zijn die ook de
herstelstatus bijhoudt.
Een goede nachtrust is cruciaal voor optimale prestaties. De noodzakelijke
slaaptijden verschillen maar gemiddeld heeft een volwassene zeven tot acht uur
slaap per dag nodig. Slaap is belangrijk voor onze cognitie vaardigheden en
gemoedstoestand. Te weinig slaap beïnvloedt onze prestaties, uithoudings- en
herstelvermogen negatief, het vergroot de kans op blessures en stimuleert ongezond
eetgedrag. Goed slapen is vooral een subjectieve beoordeling (heb je lekker geslapen),
gecombineerd met een objectieve beoordeling (duur en kwaliteit). Het vereist vaste
slaap- en opstaan tijden en routines (lezen, ademhalingsoefeningen of muziek luisteren)
te hanteren; een goede slaapomgeving (donker, rustig, fris, comfortabel); geen koffie,
alcohol, eten, roken, intensief sporten of discussiëren twee uur voor het slapen; geen niet-slaapkamer activiteiten op de
slaapkamer zoals tv kijken en op de computer werken of spelen; en een goed bed en kussen.
Eten en drinken
Voeding is de brandstof voor lichaam en geest. Het levert energie die we nodig hebben om te kunnen sporten, studeren, werken
en slapen. De energie om je gedurende de gehele dag energiek en alert te voelen maar ook om te herstellen van inspanning en je
weerstand op peil te houden. Goede voeding bevat drie essentiële voedingstoffen namelijk, koolhydraten (waaronder
voedingsvezels), eiwitten en vetten. Een topsporter heeft ongeveer 7 tot 10 gram koolhydraten en 1,2 tot 1,7 gram eiwitten per
kilogram lichaamsgewicht nodig. Daarnaast zijn voldoende water (>2,5 liter), vitaminen, mineralen en spoorelementen, en matig
gebruik van alcohol van belang. Het belang van een goede hydratie kan niet vaak genoeg benadrukt worden. Een vochtverlies van
2% van het lichaamsgewicht heeft een negatief effect op de concentratie en het prestatievermogen. Bij een goede variatie in
producten (zuivel, groenten, fruit, volkoren producten) en geen overmatige inspanning, is het niet nodig om supplementen te
gebruiken. Er is één uitzondering en dat is vitamine D bij weinig zonlicht.
Om energiek te blijven is het belangrijk om een goede energiebalans te vinden en handhaven. Door het gewicht en vetpercentage
(bij topsport: 5-7% mannen en 12-14% vrouwen) in de gaten te houden weten we of de energie-inname in balans is met het
energieverbruik. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het tijdens hypertrofie – training cycli verstandig is een positieve
energiebalans na te streven om spieropbouw te stimuleren. Om af te vallen is juist een negatieve energiebalans vereist. In het
algemeen kan gesteld worden dat een vrouw per dag gemiddeld 2.000 kilocalorieën (kcal) nodig heeft en een man gemiddeld
2.500 kcal. Kinderen tussen 4 en 10 jaar hebben ongeveer 80 kcal per kilogram lichaamsgewicht nodig. Bij 10 jaar en ouder komt
dit neer op ongeveer 45 kcal per kg voor jongens en 38 kcal per kg voor meisjes. Bij intensieve sportbeoefening (topsport) ligt dit
energieverbruik aanzienlijk hoger. Een manier om het energieverbruik van een topsporter uit te rekenen is: gewicht (kg) x 22,5 x
2 (Activity Factor), ter illustratie: 81 kg betekent 3.827 kcal.
Door een goede dagplanning en verdeling van de maaltijden en tussendoortjes wordt de energie-inname verspreid waardoor een
energiedip wordt voorkomen. Een goede dagplanning bestaat in ieder geval uit 3 maaltijden, ontbijt, lunch en diner, aangevuld
met 3 tussendoortjes in de loop van de ochtend, middag en avond. Wanneer de inspanning langer dan een uur duurt, wordt er
aanbevolen om 2 tot 4 uur voor de training (inspanning) een koolhydraatrijke maaltijd te eten. Deze tijd is nodig voor een
voldoende lediging van de maag. Dit geldt zeker bij trainingen of wedstrijden die in de ochtend plaatsvinden omdat de
glycogeenvoorraden dan
80% lager zijn. Wanneer dit vanwege de tijd niet mogelijk is, kunnen vloeibare maaltijden (zoals
maaltijdvervangers) gebruikt worden.
Voor een maximaal herstel van de glycogeenvoorraden wordt geadviseerd om binnen 30 minuten na een training of wedstrijd, 1.5
g/kg koolhydraten in te nemen. Het na 2 uur innemen van deze hoeveelheid koolhydraten vermindert het herstel van de
glycogeenvoorraden al met 66%. Het direct na de inspanning innemen van de koolhydraten bespoedigt de aanvulling van de
glycogeenvoorraad, doordat de bloedtoevoer naar de spieren in deze periode nog verhoogd is. Daarnaast zijn de cellen in deze
periode nog gevoeliger voor de werking van insuline. Tevens wordt voor een volledig herstel nog aanbevolen om elke 2 uur een
maaltijd te nemen, die 1.5 g/kg koolhydraten bevat. Wanneer de energie in voldoende mate uit koolhydraten en vet gehaald
kunnen worden, kunnen de eiwitten gespaard blijven voor de opbouw en herstel van (spier)weefsel.
Als coach stimuleer, begeleid en faciliteer je sporters een passende levensstijl te ontwikkelen. Dit doe je door eerst helder te
krijgen waarom de sporter het zelf belangrijk vindt en wat hij al doet. Vervolgens verschaf je de sporter informatie over een goede
levensstijl, stelt gezamenlijk realistische doelen en plannen op, en richt een ondersteunende sociale omgeving in (ouders en
docenten betrekken kan hierbij dus van groot belang zijn). Je houdt de sporter op koers o.a. door hem bewust te maken van de
geboekte progressie en zijn gevoel van motivatie te versterken. Daarbij kan de Total Quality Questionnaire uit de bijlage helpen.
De National Sleep Foundation (NSF) raadt de
volgende slaapuren aan.
• 3-5 jr.: 10 tot 13 uur per nacht
• 6-13 jr.: 9-11 uur per nacht
• 14-17 jr.: 8-10 uur per nacht
• 18 jr. en ouder: 7-9 uur per nacht
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
14
11. HET MEERJARENBELEIDSPLAN
Een meerjarenbeleidsplan omschrijft de huidige situatie, de gewenste situatie en
presenteert een route om het gat tussen die twee te dichten. Omdat ik me in deze
spel- en opleidingsvisie concentreer op talentontwikkeling, spreek ik liever over een
meerjarenopleidingsplan. Een plan voor een groep sporters waarin op hoofdlijnen
staat uitgewerkt hoe hen in staat te stellen hun potentieel in handbal tot ontplooiing
te brengen.
Zoals bij talentidentificatie omschreven zijn drive en durf naast de fysieke aanleg
cruciale elementen. Vervolgens is het een kwestie van tijdig de gewenste fysieke,
technische, tactische maar zeker ook mentale en sociale competenties ontwikkelen.
Tijdig betekent voor een bepaalde leeftijd om doorstroming naar internationaal
tophandbal überhaupt nog mogelijk te maken. Het hiernaast gepresenteerde
overzicht kan daarbij gebruikt worden als benchmark.
In mentaal en sociaal opzicht, en daarmee automatisch ook bekeken vanuit ethiek,
is het belangrijk de fysieke, technische en tactische competenties onder allerlei
vormen van druk te kunnen uitvoeren zoals tijdsdruk, precisiedruk,
complexiteitsdruk, prestatiedruk en wedstrijddruk. Het long term athlete
development plan beidt hier goede handvatten voor. Gedurende de jongste jaren,
t/m 7 jaar, ligt de focus op plezierige lichamelijke ontwikkeling. Daarna verschuift
de focus (t/m 9 jaar) naar leren trainen, oftewel wennen aan de toenemende
intensiteit zowel fysiek als mentaal. Van 10 t/m 14 jaar gaat het om het onder de
knie krijgen van de technische en tactische componenten onder tijds-, precisie-,
complexiteit- en intensiteitsdruk maar zonder prestatie- en wedstrijddruk. Vanaf 15
jaar is het belangrijk prestatiedruk toe te voegen. Vanaf een jaar of 19 verschuift de
focus naar het trainen om te winnen. Het ontwikkelen van de mentale en sociale
componenten en ethiek gebeurt in het moment afhankelijk van hoe een sporter met
deze druk omgaat.
Dit overzicht is o.a. gebaseerd op de sensitieve trainingsperiodes zoals Rene Wormhoudt deze omschrijft in zijn Athletic Skills
Model. Het betreft slechts een richtlijn, de exacte invulling natuurlijk afhankelijk uit de individuele analyse en ambitie per sporter.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
15
12. DE TRAINING
Een goede training is specifiek, doelgericht en wordt geconcentreerd uitgevoerd. Om
dat te realiseren is het verstandig het fysiek actieve deel van een training niet
langer dan 90 minuten te laten duren. 90 minuten omdat de fysieke inspanning
tijdens een handbalwedstrijd ongeveer 90 minuten duurt (30 minuten warming-up
en 60 minuten wedstrijd). Daarnaast is bewezen dat een fysieke inspanning van
langer dan 90 minuten zorgt voor een snelle afname van het energieniveau. Dit
zorgt voor een reactie op het hormoon- en immuunsysteem en dat heeft een
negatief effect op het fysieke trainingseffect. Een derde reden om niet langer te
trainen is dat na die tijd het concentratievermogen van sporters drastisch afneemt.
Naast deze trainingsduur is het aan te raden voldoende variatie in oefenvormen aan
te brengen. Variatie om de sporters geboeid te houden maar ook omdat handbal
een dynamische sport is. Naast variantie is het, om flow in een training aan te
brengen, belangrijk iedere training te starten met een check-in. Een check-in om de
aandacht vrij te maken en te richten maar ook om sociale verbondenheid en
openheid te creëren. Uit onderzoek blijkt dat vooral dat laatste van niet te
onderschatten waarde is voor de kwaliteit van een training.
De fase in het seizoen, de piekmomenten en de leerdoelstellingen bepalen de
thema’s, het doel en intensiteit van de training. Omdat het fysieke element in
handbal echter steeds belangrijker wordt ben ik er voorstander van iedere training
ongeveer 50% van de tijd te spenderen aan fysieke training. Hoe specifieker
(neuromusculair, arhtokenitsch en metabolisch) dit vorm wordt gegeven, hoe
effectiever er getraind wordt. Er vindt dan een optimale transfer plaats.
Omdat handbal steeds dynamischer wordt, wordt het steeds belangrijker het
aanpassings- en beslissingsvermogen van spelers te vergroten. Ook dit dient, zoals
eerder bij trainingsfilosofie omschreven, getraind te worden door spelers in
verschillende spel- en wedstrijdsituaties te brengen en zelfstandig met elkaar tot
oplossingen te laten komen. Als trainer betekent dit spelend leren faciliteren. Fouten
uitlokken, laten gebeuren, op je handen zitten, tong afbijten, vragen stellen en zo
samen zelfgestuurd leren faciliteren. Het maakt het trainen niet alleen effectiever
maar ook leuker. Er vindt automatisch horizontale binding plaats.
Omdat ik in mijn trainingen uitga van een holistische visie op de mens, integreer ik
graag competenties van alle vijf de pijlers in een training. Daarbij is het belangrijk in
iedere training ruimte in te bouwen om heel specifiek te werken aan persoonlijk
aandachtspunten. Om die reden bouw ik een training graag op conform hiernaast
uitgewerkt format. De mentale training loopt daarbij dwars door de verschillende
onderdelen heen door per onderdeel te spelen met de wet van de toenemende
weerstand. Natuurlijk moet dit qua faciliteiten wel mogelijk zijn. Niet alle sporthallen
zijn uitgerust met materiaal voor fysieke training waardoor integratie van deze twee
lastig wordt. In dat geval kunnen de handbaltraining en weerstandstraining (getting
strong) uit elkaar gehaald worden. Wel is het belangrijk beide trainingen te starten
met de check-in, getting ready en getting connected, en te eindigen met getting
relaxed en de close-dwon. Deze laatste twee zijn min of meer de start van de
volgende activiteit, ze bevorderen immers het herstel en geven het slimme
onbewustzijn de kans zich voor te bereiden op de volgende training of wedstrijd.
Trainingsopbouw
* afhankelijk van het doel de training
kunnen 'getting strong', 'getting
competative' en ‘getting better’ worden
omgeruild
** eventueel voorzien van een visualisatie-
of meditatieoefening
*** kan tot 15 minuten duren indien situatie
daarom vraagt (totale training duurt dan tot
120 minuten waarvan 90 fysiek actief)
In iedere trainingsvorm maak ik zoveel mogelijk gebruik van horizontale binding waarbij de focus wel op een van de spelfases ligt.
Daarbij ben ik, tijdens het seizoen, voorstander van een prestatieperiodisering. Een periodisering die zich uit in een weekschema
waarin variatie zit tussen de verschillende trainingsfases en spelfases, en ruimte is voor vrij spel om het geleerde in de praktijk te
brengen. Hoewel de exacte inhoud en omvang van het weekschema afhankelijk zijn van de seizoensfase, het trainingsdoel en de
trainingsgroep, kan een dergelijk weekschema er als volgt uit zien.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
16
13. HET BEGELEIDINGSTEAM
Select on diversity, hire philosophy. Oftewel, selecteer op diversiteit in competenties
maar speel samen vanuit een gezamenlijke filosofie, vanuit een gezamenlijke
werkwijze, vanuit gezamenlijke waarden. Een ideale technische staf bestaat, naast
een goede medische begeleiding, o.a. uit specialistische trainers per positie die als
mentor voor spelers op die positie kunnen optreden, met name als het gaat om hun
technische ontwikkeling. Daarnaast uit een fysieke trainer met kennis van het
handbalspel om per positie kinetisch, metabolisch en neuromusculair specifiek te
trainen. Dit alles onder leiding van een hoofdcoach die in staat is om het teamleren
te faciliteren en zijn spelers mentaal te trainen en coachen. Als de hoofdcoach
vooral oog heeft voor de mentale toestand van zijn spelers is het aan te raden een
assistent-coach te hebben die juist oog heeft voor de wedstrijdtactiek en -statistiek.
De sportarts, -fysiotherapeut en –psycholoog bieden hulp bij ‘blessures’. Zij
adviseren het begeleidingsteam. Dat geldt ook voor de video-analist. De
teammanager zorgt voor de
randvoorwaarden om optimaal te
presteren en maakt het
begeleidingsteam compleet.
Het belangrijkste is echter dat het
complete begeleidingsteam als team
samenwerkt vanuit dezelfde
filosofie. Dat het bestaat uit
voorbeeldfiguren die de durf hebben
om eigen opvattingen, overtuigingen
en keuzes kritisch te bekijken. Uit
authentieke mensen met de kracht
om fouten die worden gemaakt te
zien als een kans om te leren. Uit een groep met een gedeelde visie die een hoge
mate van psychologische veiligheid bij elkaar ervaren. Een team met sterke
onderlinge verbondenheid, geloof in eigen kunnen en autonomie. Een groep die het
echt leuk en interessant vindt om anderen optimaal te laten presteren en groeien.
Die dat doen vanuit een helder persoonlijk ontwikkeldoel waarvoor zij elkaar nodig
hebben. Een team dat de verschillende ontwikkelfases, forming, storming, norming
and performing, heeft doorlopen en kan uitdragen. Een team met zelfbewuste vrije
mensen die handelen uit begrip, in systemen kunnen denken en empowering
leiderschapsgedrag kunnen vertonen.
14. EEN PERSOONLIJK VERHAAL
Deze spel- en opleidingsvisie is de neerslag van mijn persoonlijke ontwikkeling. Gebaseerd op de ervaringen en inzichten die ik
opgedaan heb als speler, trainer, coach en manager zowel binnen de sportwereld als in het bedrijfsleven. Het is een weergave van
wat ik denk dat er in de huidige tijd nodig is om (handbal)talenten optimaal te ontplooien. Trek het in twijfel, geloof er niets van,
tenzij het je raakt omdat het past bij jouw gevoel dat het in deze tijd anders mag en kan. Dat het ook van jou en jouw spelers wat
anders vraagt om in deze tijd optimaal te presteren op het handbalveld en daarbuiten.
Het doel achter het schrijven van deze spel- en opleidingsvisie rijkte verder dan aantonen dat ik de de vereiste competenties voor
de HT3 en HT4 verworven heb. Ik hoop ook helder gemaakt te hebben vanuit welke visie ik train en coach en hoe ik naar
talentontwikkeling kijk. Ik hoop dat het jou als trainer – coach aan het denken heeft gezet over hoe jij je rol invult. Ik hoop dat
het jou enkele inzichten gegeven heeft waarmee jij jouw spel- en opleidingsvisie weer kan verrijken.
Toen ik startte met schrijven van dit visiedocument en de HT3 en HT4 opleidingen, begon ik ook als assistent-trainer bij Initia
Hasselt. Ik heb mijzelf dat jaar (2015-2016) ten doel gesteld uit te vinden of het trainerschap bij me past, wat ik er leuk aan vind
en waar ik goed in ben. Ik wilde mijn eigen visie op handbal ontwikkelen en vertalen naar praktijk. Als speler heb ik vaak het
gevoel gehad dat veel trainingstijd en coaching-momenten ineffectief werden benut. Laag concentratieniveau, geen beleving,
weinig aandacht voor fysieke training en niet wedstrijdecht of functioneel als het om fysieke, mentale en sociale druk gaat. Hoewel
ik de technische en tactische componenten zeker niet onderschat denk ik dat vooral op die andere drie pijlers de winst te behalen
valt. Vandaar ook dat deze spel- en opleidingsvisie de subtitel “team and thrive in handball land life” draagt.
Het zal logisch klinken dat ik ervaren heb dat ook juist daar mijn kracht ligt. Om spelers te leren de verantwoordelijkheid te
nemen het beste uit zichzelf te halen en de spelers waarmee zij samenspelen wanneer de druk toeneemt. Het past ook het beste
bij mijn drijfveer om jeugdigen via sport in staat te stellen de waarden en competenties eigen te maken die nodig zijn om een
gezond, gelukkig en succesvol leven te leiden in de huidige complexe, dynamische en competitieve wereld.
Bij de start van de HT3 en HT4 opleidingen heb ik een competentiescan ingevuld. Een van mijn belangrijkste ontwikkelpunten
waren om mijn eigen spel- en opleidingsvisie te verwoorden en helder te krijgen hoe talentscouting en voortgangsmonitoring in
lijn met die visie in te vullen. Daarnaast vond ik het uitdagend om samen te werken in een begeleidingsteam met diversiteit in
competenties. Ook het tactisch voorbereiden van wedstrijden, het nemen van adequate tactische maatregelen tijdens de wedstrijd
en met de groep naderhand evalueren van de wedstrijden, waren punten van ontwikkeling waarmee ik wilde experimenteren. Als
laatste wilde ik groeien in het sportspecifiek en doelbewust integreren van fysieke en mentale training in de handbaltraining en het
correct technisch-tactisch corrigeren.
Terugblikkend kan ik zeggen dat ik, met veel dank aan Vladimir Tomanovic, het afgelopen jaar aan al deze elementen heb kunnen
werken. Ik heb mogen ervaren dat mijn kracht is om energie en enthousiasme op een training te brengen en sportspecifieke
fysieke en mentale training in de handbaltraining te integreren. Om spelers verantwoordelijkheid te laten nemen en met elkaar
effectief in gesprek te laten gaan. Ik ben trots op de spel- en opleidingsvisie die dit jaar gestalte heeft gekregen. Ook heb ik
ervaren dat mijn diepste drijfveer en tegelijk grootste kracht is om manieren te bedenken om dingen anders of beter te doen en
de moed op te brengen daar ook werkelijk mee te experimenteren. Dit gaat lastig in de rol van assistent. Ook als het gaat om
tactische wedstrijdvoorbereidingen of het correct technisch-tactisch corrigeren op trainingen ben ik van mening dat ik daar dit jaar
een stap in gezet heb. Tegelijkertijd ben ik van mening dat dit nooit mijn sterkste kant als trainer-coach zal worden. In ieder
begeleidingsteam waarvan ik deel uit maak zal ik dus altijd op zoek gaan naar iemand wiens grootste kracht juist dat is.
Op basis van de opgedane ervaringen en inzichten van het afgelopen jaar heb ik mijzelf ten doel gesteld het komend seizoen
(2016-2017) een kwaliteitsimpuls te geven aan het opleidingsprogramma van HSG, en eventueel andere opleidingsinstituten, door
deze spel- en opleidingsvisie met hulp van de trainers te vertalen naar de praktijk.
Ewout Boogaard, MBA
Geulle, augustus 2016
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
17
Spel- en opleidingsvisie
#team and #thrive in handball and life
BIJLAGEN
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
18
15. VOORBEELD JAARPLAN
Klik hier voor een beter leesbare online
versie van het jaarplan.
http://strongminded.nl/wordpress/2016080
1-02_voorbeeld_jaarplan/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
19
4E
FASE VERDEDIGING
16. VOORBEELD TRAININGEN
Klik hier voor een beter leesbare online versie
van deze trainging.
http://strongminded.nl/wordpress/20160803_v
oorbeeld_training_verdediging_kracht_uithoudi
ng/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
20
1E
, 2E
EN 3EE
FASE AANVAL
Klik hier voor een beter leesbare online versie
van deze trainging.
http://strongminded.nl/wordpress/20160803_v
oorbeeld_training_snelle_tegenaanval_power/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
21
4E FASE AANVAL
Klik hier voor een beter leesbare online versie
van deze trainging.
http://strongminded.nl/wordpress/20160808_4
e_fase_aanval_hypertrofie_fase/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
22
1E
, 2E
EN 3E
FASE VERDEDIGING
Klik hier voor een beter leesbare online versie
van deze trainging.
http://strongminded.nl/wordpress/20160809_s
nelle_omschakeling_verdediging_stabiliteit/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
23
BIJZONDERE SITUATIE – ONDERTAL VERDEDIGING
Klik hier voor een beter leesbare online versie
van deze trainging.
http://strongminded.nl/wordpress/20160811_b
ijzondere_situatie_ondertal_verdediging_max_
kracht/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
24
17. VOORBEELD COACHING MOMENTEN
Gedurende seizoen 2015-2016 was ik als assistent coach actief bij Initia Hasselt.
Samen met Vladimir Tomanovic, Zoran Kenjic en Johan Vossen vormden wij de
technisch – medische staf. Verschillende coaching momenten hebben zich tijdens
dat seizoen voorgedaan. Enkele van die momenten gebruik ik om inzichten te
verschaffen hoe deze spel- en opleidingsvisie te vertalen naar de coaching praktijk.
START SEIZOEN
Bij de start van het seizoen draait het naast kennismaking en onderlinge
verbondenheid vooral om het creëren van een gezamenlijk beeld van succes en van
een gezamenlijke strategie (shared mental model). Daarnaast is het belangrijk zicht
te krijgen op ieders persoonlijke ambities en behoeftes, die met elkaar te delen en
de positieve onderlinge afhankelijkheid te vinden. Daarvoor kan onderstaande
workshop worden benut. Het is belangrijk daarbij gebruik te maken van vormen die
ervoor zorgen dat iedere speler eerst zelf moet nadenken en ‘kleur bekennen’, en
ongeveer evenveel spreektijd krijgt om zijn inzichten toe te lichten. Inzichten die
gericht zijn op een gezamenlijke succesvolle toekomst. Ter voorbereiding op de
workshop is het verstandig de spelers al individueel te laten nadenken over
wanneer het seizoen voor hem een succes is, wat hij denkt dat dat van het team en
hemzelf gaat vragen en wat hij daarvoor nodig heeft.
INDIVIDUELE VOORTGANGSGESPREKKEN
Nadat het gezamenlijke beeld van succes en de gezamenlijke strategie helder zijn
kun je de stap zetten naar het verdiepen van de persoonlijke uitdagingen in
persoonlijke gesprekken. Dit zijn de gesprekken die plaatsvinden voor of rondom de
voortgangsmetingsmomenten. Doel van die gesprekken is samen met de sporter te
komen tot zijn persoonlijke opleidingsplan voor de komende periode. Daarbij werk
ik graag met kwartaaldoelen en -programma’s.
Overigens is het belangrijk deze persoonlijke plannen te verbinden aan het jaarprogramma van het team en binnen het team te
delen zodat iedereen weet wat ieders persoonlijke leerdoelen en ambities zijn. Naast begrip creëert dit ook de mogelijkheid elkaar
gericht feedback te geven.
Om te komen tot deze persoonlijke plannen en goede gesprekken kan onderstaande topsport assessment worden benut. Dit helpt
je eerst een goed gezamenlijk beeld te krijgen van de huidige situatie om die inzichten vervolgens te vertalen naar concrete
persoonlijke leerdoelen en actieplannen. Ter voorbereiding op het gesprek is het verstandig de wedstrijdstatistiek en fysieke testen
te analyseren, en de spelers al te laten nadenken over wat zij beschouwen als hun belangrijkste aandachtspunten voor de komende
periode.
Klik hier voor een beter leesbare online versie van het Personal Topsport Assessment Handbal.
http://strongminded.nl/wordpress/20160801_personal-topsport-assessment_handbal-2/
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
25
TUSSENEVALUATIE SEIZOEN
Afhankelijk van de seizoensopbouw en het verloop is het verstandig een of
meerdere tussenevaluaties met het team uit te voeren. Evaluaties waarop je met
elkaar terugkijkt op het proces en de resultaten tot op dat moment om daar lessen
uit te trekken voor het vervolg van het seizoen. Daarvoor kan onderstaande
workshop worden benut. Ter voorbereiding op de workshop is het verstandig de
spelers al te laten nadenken over hoe zij vinden dat het seizoen tot op dat moment
is gegaan. Een goede manier daarvoor kan zijn om de spelers individueel een korte
enquête te laten invullen. Een enquête waarin de spelers gevraagd worden aan te
geven ‘hoe tevreden ze zijn over hun eigen bijdrage aan het team of hun
persoonlijke ontwikkeling tot op heden?’ (cijfer tussen 0 en 10), met korte
omschrijving waarom zij zichzelf dit cijfer geven. Vraag hen daarbij wat zij zien als
hun voornaamste sterke punten waarover ze tevreden zijn en hun voornaamste
ontwikkelpunten om dat cijfer gedurende de rest van het seizoen te verhogen.
Vraag in de enquête ook ‘hoe tevreden zij tot op heden zijn over het spel van of de
sfeer binnen het team’, eveneens met een korte toelichting. Wat zien zij als de
voornaamste sterke punten van het team waarover ze tevreden zijn en wat als de
voornaamste ontwikkelpunten om dat cijfer te verhogen.
EINDEVALUATIE SEZOEN
Net als bij een wedstrijd start je ook het seizoen met heldere ambities en een plan. Daarvoor kun je de startworkshop gebruiken.
Aan het eind van het seizoen is het belangrijk met elkaar terug te blikken op het seizoen en daar gezamenlijke maar zeker ook
persoonlijke lessen uit te trekken voor de toekomst. Daarvoor kan onderstaande workshop worden benut. Ter voorbereiding op de
workshop is het verstandig de spelers al te laten nadenken over hoe tevreden zij zijn over het seizoen en wat zij het meest
bijzondere moment van het seizoen vonden.
WEDSTRIJDVOORBEREIDING
Zoals bij coachingsfilosofie beschreven is de essentie van een goede wedstrijdvoorbereiding dat alle spelers in staat gesteld worden
hun aandacht volledig te richten op de zintuiglijke waarneming die de door hen op dat moment uit te voeren handeling het meest
nauwkeurig aanstuurt. Omdat te realiseren is het belangrijk een wedstrijd op de juiste manier voor te bereiden. De dagen voor de
wedstrijd is het belangrijk het plan, de strategie en de individuele taken helder bij iedereen tussen de oren te krijgen. Tijdens de
wedstrijdspeech op de dag van de wedstrijd gaat het om het toepassen van de mentale routine. Daarbij kan de volgende opbouw
benut worden. De wedstrijdspeech die we hielden voor de, van OCI-Lions, gewonnen Beneleague finale staat ernaast ter illustratie
globaal uitgewerkt. Daarbij is het belangrijk het team te benadrukken maar ook individuele aandachtspunten mee te geven en het
niet langer dan een minuut of 5 te laten duren.
#team and #thrive in handball and life
Spel- en opleidingsvisie
Auteur: Ewout Boogaard
26
Hoewel de wedstrijd pas in verlengingen werd beslist in ons voordeel verliep het
verloop van de wedstrijd precies volgens plan. Lions ging furieus van start. We
kwamen achter en hielden de kloof op een doelpunt of vijf. Ongeveer 10 minuten
voor het einde van de reguliere speeltijd namen we een time-out. Daarin vertelden
wij onze aanvoerder tegen de groep te zeggen dat de wedstrijd exact volgens plan
verliep. Dat nu onze 10 minuten aanbraken waarin we de wedstrijd gaan kantelen.
Het geloof kwam terug in het team. De wedstrijd kantelde. We dichtten de kloof en
wisten in de laatste seconden van de verlenging het beslissende doelpunt te scoren.
TIJDENS WEDSTRIJD / TIME-OUT / RUST
Naar mijn mening is het doel van coaching tijdens de wedstrijd, een time-out of de
rust om het momentum in een wedstrijd in het voordeel van het team te kantelen.
Dit kan op twee type momenten. Als het momentum kantelt in het nadeel van het
team. Het is dan belangrijk in te grijpen voor het point of no return wordt
gepasseerd. Of, als de wedstrijd verloopt volgens plan en in een nieuwe fase met
een nieuwe doelstelling terecht komt. In beide gevallen dient de coach, zoals bij
coachingsfilosofie omschreven, te fungeren als tegenhanger van het team.
Daarnaast moet hij goed weten welke signalen vroegtijdig aangeven dat het
momentum kantelt in het nadeel van het team, en moet hij met het team het
wedstrijdverloop goed hebben voorbereid (de scenario’s besproken hebben).
Zoals bij wedstrijdvoorbereiding beschreven liep de finale Beneleague 2015-2016
volgens plan. We namen een time-out 10 minuten voor het einde van de reguliere
speeltijd. Doel was om het team duidelijk te maken dat we, volgens plan, in de
finale van de wedstrijd terecht kwamen waarin onze tegenstander meestal
verzwakte om zo het geloof in een succesvolle afloop te laten herleven. Door dit
niet zelf te zeggen maar onze aanvoerder in die positie te plaatsen ontstond niet
alleen het geloof maar ook de verbondenheid en autonomie binnen het team.
Achteraf makkelijk praten, maar het verloop is bekend.
WEDSTRIJDEVALUATIE
Het doel van een wedstrijdevaluatie is om gezamenlijke lessen te trekken om
individueel en als team te verbeteren. Om ervoor te zorgen dat iedereen de
afgelopen wedstrijd, ongeacht het resultaat, achter zich kan laten en de focus weer
met 100% motivatie kan verleggen naar de volgende wedstrijd. Daarbij is het
belangrijk als coach goed te kunnen uitleggen hoe de geleverde prestatie past in
het jaarprogramma. Oftewel, spelers moeten begrijpen waarom zij eventueel
minder gepresteerd hebben dan zij zouden willen als zij bv. in een hypertrofie fase
van het seizoen zitten.
In seizoen 2015-2016 speelden wij met Initia Hasselt de finale (best-of-three) om
het Belgisch Kampioenschap tegen Achilles Bocholt. De eerste wedstrijd, uit in
Bocholt, verloren we kansloos. Op de maandagtraining hebben we deze wedstrijd
als volgt geëvalueerd. Doel van deze evaluatie was om de motivatie bij onze spelers
te prikkelen en helder te krijgen hoe we ons zo optimaal mogelijk op de volgende
wedstrijd kunnen voorbereiden.
Hoewel we de 2e
wedstrijd aanzienlijk beter speelden, is het ons niet gelukt de finale te winnen. Naar mijn mening hadden we die
finale al verloren na de winst in de Beneleague in februari. De trainingsopkomst, -inzet en –kwaliteit waren vanaf die tijd niet meer
toereikend. Het seizoen was met 1 prijs immers voor de meeste spelers al geslaagd.
LIFESTYLE / HERSTEL COACHING
Om een interessant gesprek en goede kapstok te hebben voor het coachen van sporters t.a.v. hun leefstijl, gericht op het realiseren
van optimaal herstel zodat supercompensatie kan optreden, kan onderstaande Total Quality Recovery questionnaire gebruikt
worden.
20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard
20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard
20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard
20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard
20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard

More Related Content

Similar to 20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard

Het spel van de verandering 2
Het spel van de verandering 2Het spel van de verandering 2
Het spel van de verandering 2Ewout Boogaard
 
carrieregids _sport-en-beweging_
carrieregids _sport-en-beweging_carrieregids _sport-en-beweging_
carrieregids _sport-en-beweging_Walter Dewancker
 
master_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijk
master_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijkmaster_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijk
master_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijkBoukje Smeets
 
Knvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbal
Knvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbalKnvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbal
Knvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbalPaul Geerars
 
Voorlichtingspresentatie iso
Voorlichtingspresentatie isoVoorlichtingspresentatie iso
Voorlichtingspresentatie isoruurdhoekstra
 
Steven Martens: 1 jaar op de voetbalbond
Steven Martens: 1 jaar op de voetbalbondSteven Martens: 1 jaar op de voetbalbond
Steven Martens: 1 jaar op de voetbalbondBelgianFootball
 
TBG introduction. final excl
TBG introduction. final exclTBG introduction. final excl
TBG introduction. final exclRa Van Loon
 
Vrijwilligersbeleid sessie1
Vrijwilligersbeleid sessie1Vrijwilligersbeleid sessie1
Vrijwilligersbeleid sessie1Freek Onzia
 
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter Meurs
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter MeursWie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter Meurs
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter Meurskinggemeenten
 
Sportpsychology in practice (Dutch)
Sportpsychology in practice (Dutch)Sportpsychology in practice (Dutch)
Sportpsychology in practice (Dutch)Afke van de Wouw
 
Pole Traject Keepersscholen Nl
Pole Traject Keepersscholen NlPole Traject Keepersscholen Nl
Pole Traject Keepersscholen NlPaul de la Rosette
 
Eindverslag stage Wellness Center Maassluis
Eindverslag stage Wellness Center MaassluisEindverslag stage Wellness Center Maassluis
Eindverslag stage Wellness Center MaassluisLars Bergwerff
 
Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!
Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!
Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!Fenna Westerduin
 
Lb brochure 20 maart 2015
Lb brochure 20 maart 2015Lb brochure 20 maart 2015
Lb brochure 20 maart 2015OSMgroep
 
SportAndersMagazine 2e jaargang
SportAndersMagazine 2e jaargangSportAndersMagazine 2e jaargang
SportAndersMagazine 2e jaargangMarko de Vries
 
Sponsor- & Fondsenwerving in de Gymnastiek
Sponsor- & Fondsenwerving in de GymnastiekSponsor- & Fondsenwerving in de Gymnastiek
Sponsor- & Fondsenwerving in de GymnastiekSteven Schelkens
 
Paper sportpsychologie
Paper sportpsychologiePaper sportpsychologie
Paper sportpsychologieLindevanerp
 

Similar to 20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard (20)

Het spel van de verandering 2
Het spel van de verandering 2Het spel van de verandering 2
Het spel van de verandering 2
 
carrieregids _sport-en-beweging_
carrieregids _sport-en-beweging_carrieregids _sport-en-beweging_
carrieregids _sport-en-beweging_
 
Dug out 49-nl-l
Dug out 49-nl-lDug out 49-nl-l
Dug out 49-nl-l
 
master_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijk
master_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijkmaster_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijk
master_sport-_en_beweeginnovatie_-_ervaringen_uit_de_praktijk
 
Knvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbal
Knvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbalKnvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbal
Knvb katern de voetbaltrainer 221 nieuwe pupillenvoetbal
 
Voorlichtingspresentatie iso
Voorlichtingspresentatie isoVoorlichtingspresentatie iso
Voorlichtingspresentatie iso
 
Steven Martens: 1 jaar op de voetbalbond
Steven Martens: 1 jaar op de voetbalbondSteven Martens: 1 jaar op de voetbalbond
Steven Martens: 1 jaar op de voetbalbond
 
TBG introduction. final excl
TBG introduction. final exclTBG introduction. final excl
TBG introduction. final excl
 
Vrijwilligersbeleid sessie1
Vrijwilligersbeleid sessie1Vrijwilligersbeleid sessie1
Vrijwilligersbeleid sessie1
 
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter Meurs
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter MeursWie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter Meurs
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Peter Meurs
 
Sportpsychology in practice (Dutch)
Sportpsychology in practice (Dutch)Sportpsychology in practice (Dutch)
Sportpsychology in practice (Dutch)
 
Pole Traject Keepersscholen Nl
Pole Traject Keepersscholen NlPole Traject Keepersscholen Nl
Pole Traject Keepersscholen Nl
 
Eindverslag stage Wellness Center Maassluis
Eindverslag stage Wellness Center MaassluisEindverslag stage Wellness Center Maassluis
Eindverslag stage Wellness Center Maassluis
 
Athletemanagement
AthletemanagementAthletemanagement
Athletemanagement
 
Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!
Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!
Het KNHS Young Leaders Program zoekt partners!
 
Lb brochure 20 maart 2015
Lb brochure 20 maart 2015Lb brochure 20 maart 2015
Lb brochure 20 maart 2015
 
SportAndersMagazine 2e jaargang
SportAndersMagazine 2e jaargangSportAndersMagazine 2e jaargang
SportAndersMagazine 2e jaargang
 
Sponsor- & Fondsenwerving in de Gymnastiek
Sponsor- & Fondsenwerving in de GymnastiekSponsor- & Fondsenwerving in de Gymnastiek
Sponsor- & Fondsenwerving in de Gymnastiek
 
Kennis als kracht van sport
Kennis als kracht van sport Kennis als kracht van sport
Kennis als kracht van sport
 
Paper sportpsychologie
Paper sportpsychologiePaper sportpsychologie
Paper sportpsychologie
 

20160816_spel_opleidings_visie_handbal_Ewout_Boogaard

  • 1. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 1 Spel- en opleidingsvisie #team and #thrive in handball and life een route naar (inter)nationaal tophandbal en een gezond, gelukkig en succesvol leven Datum: 4 september 2016 Auteur: Ewout Boogaard Versie: 1.0 Feedback: Gino Smits & Rian Dekker Goedgekeurd: Giovanni Douven (NHV)
  • 2. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 2 INHOUDSOPGAVE 1. INTRODUCTIE 3 2. DE HANDBALKETEN 4 3. DE SPELFILOSOFIE 5 4. HET COMPETENTIE PROFIEL 6 5. DE TRAININGSFILOSOFIE 8 6. DE COACHINGSFILOSOFIE 9 7. TALENTIDENTIFICATIE 10 8. VOORTGANGSMONITORING 11 9. SPORTETHIEK 12 10. LEEFSTIJL 13 11. HET MEERJARENBELEIDSPLAN 14 12. DE TRAINING 15 13. HET BEGELEIDINGSTEAM 16 14. EEN PERSOONLIJK VERHAAL 16 15. VOORBEELD JAARPLAN 18 16. VOORBEELD TRAININGEN 19 17. VOORBEELD COACHING MOMENTEN 24 18. BEGRIPPENLIJST 27 COPYRIGHTS Hoewel dit document een weergave is van hoe ik naar sport en specifiek handbal kijk en volledig door mij is opgesteld mag alles voor inspiratie-doeleinden gedeeld, gekopieerd en opgeslagen worden zonder mij vooraf te informeren of om toestemming te vragen. Kortom, geen copyrights dus veel plezier ermee. Natuurlijk stel ik naamsvermelding wel op prijs. AUTEUR Ewout Boogaard MBA Pastoor Smeetstraat 29 +31(0)615001503 www.linkedin.com/in/ewoutboogaard 6243 CV Geulle ewout@strongminded.nl www.facebook.com/ewoutboogaard 13-04-1979 www.strongminded.nl www.twitter.com/ewoutboogaard Voormalig handbalinternational. Ruim 10 jaar ervaring als management consultant. In 2003 afgestudeerd aan de Johan Cruyff University. In 2011 een MBA sportmanagement behaald. Gecertificeerd personal trainer, coach positieve psychologie, trainer ervaringsleren en handbaltrainer. Gespeeld, getraind en gecoacht o.a. bij V&L, Limburg Lions en Initia Hasselt. Algemeen manager en trainer bij HandbalSchool GHC. Directeur-eigenaar Qwieck. Wonend in het prachtige Zuid-Limburg vlak bij Maastricht. Getrouwd en twee lieve dochters rijk. Persoonlijke missie: "Helping people #team and #thrive in business, sports and life." “Sport en handbal in het bijzonder heeft mij veel gebracht. Het heeft mij in staat gesteld waarden en competenties eigen te maken die nodig waren om uit te groeien tot International maar ook om een gezond, gelukkig en succesvol leven te leiden in de huidige complexe, dynamische en competitieve wereld. Of ik nu jeugd, talenten of volwassenen train of coach, het is mijn ambitie om ook hen in staat te stellen zichzelf deze waarden en competenties eigen te maken. Om hen de gelegenheid te geven hun potentieel optimaal te ontplooien en benutten en zo uit te groeien tot de topper die zij kunnen zijn, op het handbalveld en daarbuiten.” Ewout Boogaard DANKWOORD Handbal is een dynamisch teamsport, een sport die veel eist van de fysieke, mentale, technische, tactische en sociale vermogens van spelers. Door de globalisering professionaliseert de sport waardoor participanten, ongeacht hun niveau, state-of-the-art programma’s, begeleiding en faciliteiten verwachten op al die kennisgebieden. Van de trainer-coach vereist dit acceptatie dat je nooit alleen expert kunt zijn op al die gebieden en dus de wil en het vermogen om samen te werken met een krachtig netwerk aan experts op deze vijf kennisgebieden. Vanuit die wetenschap voel ik mij vereert dat ik kan terugvallen op de expertise van onderstaande personen. Ik ben hen dankbaar voor het enthousiasme en de openheid waarmee zij altijd bereid zijn mij te ondersteunen. • De medisch inspanningsfysioloog en onderzoeker: Eric van Breda • De sport diëtist: Rob van der Werf • De sportpsychologen: Joep Teeken en Rico Schuijers • De sport- & manueel fysiotherapeuten: Rian Dekker, Roger Hendrix en Paul Elfering • De sportarts: Paul Dobbelaar • De kracht en conditietrainer: Marco van Tol • De handbaltrainers: Gino Smits, Maurice Canton, Vladimir Tomanovic, Robert Nijdam en Henk Groener • De sportmanagers/-bestuurders: Philip Wagner, Joop Alberda en Toon Gerbrands • De keeperstrainesr: Zoran Kenjic en Jean Last • De slaapwetenschapper: Tim Leufkens Daarnaast wil ik graag het NHV en in het bijzonder Sjors Rottger en Henny Nijboer bedanken voor de mogelijkheid en stimulans om de HT3 en HT4 opleiding te combineren. Mijn dank gaat ook uit naar de praktijkbegeleiders en docenten van beide opleidingen, o.a. Monique Tijsterman, Guido van Erp, Gino Smits, Robert Nijdam en Bert Bouwer, alsmede aan de medecursisten.
  • 3. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 3 1. INTRODUCTIE Deze spel- en opleidingsvisie is mijn portfolio voor de HT3 en HT4 opleiding. Het doel rijkt echter verder dan aantonen dat ik de vereiste competenties verworven heb. De voornaamste doelen zijn: 1. helder maken vanuit welke visie ik train en coach, 2. een structuur neerleggen voor talentontwikkeling, en 3. andere trainer-coaches inspireren. Ik start met een weergave van hoe ik denk dat de handbalketen voor talentontwikkeling georganiseerd kan worden (hoofdstuk 2). Vervolgens schets ik de voornaamste ontwikkelingen en trends op het speelveld en vertaal die in naar een spelfilosofie met wat een moderne handballer moet kunnen laten zien (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 ga ik, aan de hand van de vijf pijlers, fysiek, mentaal, technisch, tactisch en sociaal, in op wat een moderne handballer daarvoor moet kennen en kunnen. In hoofdstuk 5 en 6 licht ik toe wat het van je als trainer-coach vraagt om talenten te ondersteunen die competenties te ontwikkelen en het gewenste gedrag in wedstrijden te tonen. Ik vervolg met mijn kijk op talentidentificatie (hoofdstuk 7), voortgangsmonitoring (hoofdstuk 8), sportethiek (hoofdstuk 9) en leefstijl (hoofdstuk 10). Ik rond af met een meerjarenbeleidsplan (hoofdstuk 11), mijn kijk op hoe een training opgebouwd kan worden (hoofdstuk 12) en hoe het ideale begeleidingsteam eruitziet (hoofdstuk 13). Hoofdstuk 14 bestaat uit een persoonlijke reflectie. Als bijlage heb ik een begrippenlijst van de genoemde competenties en enkele voorbeelden van hoe deze spel- en opleidingsvisie vertaald kan worden naar een geperiodiseerd jaarplan, concrete trainingen en coaching momenten toegevoegd. Deze heb ik gedeeltelijk gericht op de HandbalSchool doelgroepen aangezien ik daar als manager verantwoordelijk voor ben. In de coaching heb ik mij vooral geconcentreerd op de ervaringen die ik het afgelopen jaar bij Initia Hasselt heb opgedaan. Voor de gehele spel- en opleidingsvisie geldt dat deze dient als fundament voor de wijze waarop we binnen HSG (NHV HandbalSchool Graaf Huyn College) opleiden. Om die reden ben ik ook blij met alle feedback van onze HSG – trainers en – betrokkenen zodat dit een gezamenlijke visie wordt. De verschillende opdrachten van zowel de HT3 als HT4 opleiding zijn in deze spel- en opleidingsvisie verwerkt. Voor de leesbaarheid heb ik ervoor gekozen deze niet specifiek te benoemen en alles vanuit een mannelijke rol te schrijven. Waar ‘hij’ staat kan natuurlijk ook ‘zij’ gelezen worden. Ewout Boogaard, MBA Geulle, augustus 2016 De competenties (hoofdstuk 4) De 5 pijlers (hoofdstuk 4) Training- en coaching filosofie (hoofdstuk 5 en 6) Het gedrag (hoofdstuk 3)
  • 4. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 4 2. DE HANDBALKETEN Om sport winstgevend te organiseren bied je services aan fans, participanten en sponsoren aan. Daarbij gaat het om het vinden van de balans tussen financiële, sportieve en maatschappelijke winst. Er zijn verschillende manieren om voor deze verschillende doelgroepen waarde te creëren. • persoonlijk talent ontwikkelen • (volks)gezondheid bevorderen • economische groei stimuleren • nationale/regionale identiteit versterken • positieve socialisatie bewerkstelligen • merkvoorkeur realiseren • vermaak bieden Welke manier van waarde creatie je ook nastreeft het is belangrijk continu te zoeken naar een driehoek-samenwerking tussen sport, sponsor (waaronder ook de overheid) en media waarbij de fans of participanten met hun behoeften centraal staan. In deze spel- en opleidingsvisie beperk ik mij tot jeugdige participanten en meer specifiek tot kinderen en talenten tot 21 jaar die ervoor kiezen hun sport-, beweeg- en handbaltalent optimaal te willen ontwikkelen. Om hen daarbij optimaal te faciliteren moet de opleidingsketen in doelgroep specifieke concepten georganiseerd worden. In concepten die goed aansluiten bij de fysieke en mentale ontwikkelingsfase, bij de school of studie omstandigheden, en bij de internationale normen van de verschillende leeftijdscategorieën. Cruciaal voor talentontwikkeling is om gelijkgestemden uit een regio met elkaar te laten trainen en eventueel spelen. Om talenten per leeftijdscategorie zelf te laten kiezen voor een opzichzelfstaand talentprogramma omdat zij het zelf echt willen. Op die manier wordt talentontwikkeling losgeknipt van topsport en recreatiesport omdat dit drie activiteiten zijn met een verschillend business model. De kernopgave van het business model van talentontwikkeling, van de opleidingsketen zoals omschreven in deze spel- en opleidingsvisie, is om zo effectief mogelijk handbaltalenten op te leiden. Het eindproduct van deze keten is dan ook opgeleide talenten die klaar zijn om topsport op (inter)nationaal niveau te bedrijven. Daarvoor zijn de belangrijkste producenten de trainers-coaches, docenten en mentoren. Optimale trainingsfaciliteiten, een (inter)nationaal waardig opleidingsprogramma en een sterke reputatie zijn belangrijke voorwaarden. De waardestuwers zijn (inter)nationaal succesvolle alumni. Hoewel het gewenste resultaat doorstroming naar (inter)nationaal tophandbal is, reikt het echte doel van deze keten echter verder. Het echte doel is jeugdigen via hun passie voor de sport als persoon voor te bereiden op de huidige dynamische, complexe en competitieve maatschappij. Om hen in staat te stellen via de sport handbal waarden als teamspirit, veerkracht, optimisme, leiderschap, gezondheid, creativiteit en doorzettingsvermogen eigen te maken. HandbalAcademie - 18 t/m 21 jr Training: 8 uur fysiek en 8 uur handbal p.w. Wedstrijd: eredivisie (d) en beneleague (h) Club + Gepersonaliseerd programma Power aangevuld met indivdueel technische scholing en tactische concepten in wedstrijdsiutaties. HandbalCollege - 17 t/18 jr Training: 6 uur fysiek en 6 uur handbal p.w. Wedstrijd: 1e of eredivisie (d + h) Club + Regionaal talent programma Hypertrofie en kracht aangevuld met indivdueel technische scholing en tactische concepten in prestatiesituaties. HandbalSchool - 15 t/m 16 jr Training: 5 uur fysiek en 5 uur handbal p.w. Wedstrijd: persoonlijk weerstandsniveau Club + Schoolprogramma (topsportklas) Kracht-uithouding, algemene en specifieke atletische vaardigheden aangevuld met indivdueel technische scholing en tactische elementen en concepten. HandbalSchool - 13 t/m 14 jr Training: 4 uur fysiek en 4 uur handbal p.w. Wedstrijd: persoonlijk weerstandsniveau Club + Schoolprogramma (topsportklas) Stabiliteit, houding en 'beweeg-techniek' aangevuld met indivdueel technische scholing en tactische basisprincipes en elementen. Sport BSO - 4 t/m 12 jr Club + Dagelijkse naschoolse opvang Grondvormen van bewegen en coordinatieve vermogens o.a. via spel, judo, dans, atletiek en zwemmen, aangevuld met algemene basisvaardigheden handbal.
  • 5. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 5 3. DE SPELFILOSOFIE Het handbalspel verandert. Het wordt, net als de maatschappij, steeds dynamischer, complexer en sneller. De NHV spelvisie, die uitgaat van snel, verrassend, dynamisch en effectief spel, is een passend antwoord op deze ontwikkelingen. Daarbij beschouw ik ‘snel’ spel als fysiek, mentaal en sociaal snel schakelen, beslissen, in beweging komen en de bal verplaatsen. ‘Verrassend’ spel staat in mijn beleving voor letterlijk en figuurlijk de tegenstander op verkeerde been zetten, de tegenstander jouw wil op leggen, het creatief doorbreken van patronen, geen standaard oplossingen maar spontane keuzes van spelers die in staat zijn in het moment op elkaar in te spelen. ‘Dynamisch’ spel staat voor een hoog aanpassingsvermogen, voor samen presteren en tegelijk uitvinden hoe het beter kan. ‘Effectief’ betekent doelgericht het ontplooien en optimaal benutten van elkaars kwaliteiten in het spel, waarbij progressie is gebaseerd op ervaring, op het veelvuldig in herkenbare wedstrijdsituaties komen en leren van de foute en goede keuzes. Spelen van het spel conform deze spelwaarden heeft consequenties voor de eisen die worden gesteld aan een moderne handballer. Start vanuit 4e fase verdediging Door de toenemende snelheid bieden juist de omschakelingen tussen de verschillende spelfases, maar voornamelijk die van verdediging naar aanval, vele kansen. Om daar optimaal gebruik van te maken start het spel vanuit een dominante verdediging (4e fase) waarbij het belangrijk is om in het moment te kunnen wisselen tussen meer offensieve en defensieve verdedigingsconcepten afhankelijk van de kwaliteiten die de tegenstander in het veld brengt. Het doel is het aanvalsspel van de tegenstander te verstoren en de bal te veroveren door dynamiek en verrassing in de verdediging aan te brengen. Dit vereist een grotere variatie in diepte in het verdedigingsspel, een goede onderlinge communicatie (verbaal en non- verbaal), de durf initiatief te nemen, de balbezitter aan te vallen (1-1 duel aan te gaan) en loop-/balwegen te verhinderen / blokkeren. De essentie is de tegenstander ogenschijnlijk ruimtes te bieden en die tijdig te sluiten. Essentieel daarbij is het vermogen om op elkaars acties te anticiperen en plaatsgebonden de hoofdtaken te blijven uitvoeren. Snelle scores uit 1e , 2e en 3e fase aanval Zodra de bal veroverd is wordt als team een krachtige 1e , 2e en 3e fase gespeeld. Daarbij is het de spelverdeler die vanuit de hoekpositie, vanwege het overzicht, de bal opbrengt. De hoekspelers, die op de posities 2 en 5 verdedigen (o.a. om de energie van de opbouwspelers voor de aanval te sparen), sprinten direct naar hun aanvalspositie zodat breedte en diepte in het spel wordt aangebracht. Een cirkelspeler met snelheid, die in de punt van een offensieve verdediging of in het midden van een defensieve verdediging kan verdedigen, doet hetzelfde. De 3 opbouwers brengen vervolgens de bal op eventueel met een positiewissel of kruisen. Daarbij loopt de spelverdeler dribbelend door het midden met de buitenopbouwers net iets voor hem maar met voldoende afstand van de verdediging. Een van de buitenopbouwers moet derhalve in het midden van een defensieve of als midachter van een offensieve verdediging kunnen verdedigen. Dat vereist wendbaarheid, overzicht en sterk communicatieve vermogens. Bij het opbrengen van de bal kruist hij direct met de spelverdeler. De essentie is de bal zo snel mogelijk van de ene kant van het veld naar het doel aan andere kant te verplaatsen zonder dat de spelers moeten vertragen. Een goede keeper die snel de bal controleert, het spel in gang kan zetten en een 1e fase kan gooien is hiervoor cruciaal. Geduldig spel in 4e fase aanval Indien er niet gescoord wordt uit de 1e , 2e of 3e fase wordt geduldig een 4e fase opgebouwd. Een 4e fase begint altijd met het in beweging brengen van de verdedigers met als doel hen uit hun positie of zone te krijgen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van veel bewegingen (zonder) bal o.a. uit snelle positiewisselingen, kruisen en/of overgangen. Zodra er ruimtes ontstaan wordt het spel snel naar die vrije ruimte verplaatst en wordt via een 1-1, 2-2 of 3-3 spel krachtig gebruik gemaakt van de ontstane kans. Goed samenspel met een fysiek sterke cirkelspeler is daarbij van groot belang. De essentie is ruimte creëren en daar het overtal uitspelen. Spelverdelers die creatief, intelligent en leidinggevend zijn, zijn daarbij van groot belang. Zij moeten in staat zijn in het moment te zien hoe met de aanvallende kwaliteiten die op dat moment in het veld staan effectief ruimte en een scoringskans te creëren. Het is dus belangrijk dat zij goed de kwaliteiten van hun medespelers weten in te schatten en benutten maar ook dat zij het verdedigingsconcept van de tegenstander snel weten te analyseren. Tegen een meer defensieve verdedigingsvariant betekent dit ruimtes tussen de spelers benutten vooral door gebruik te maken van schermen / sperren en kruisen. Tegen een meer offensieve verdedigingsvariant betekent dit de ruimtes tussen de linies benutten vooral door gebruik te maken van overgangen, positiewissels en give-and-go. Alerte omschakeling in 1e, 2e en 3e fase verdediging Om bij balverlies de snelle tegenaanval van de tegenstander te elimineren is het vooral belangrijk vroegtijdig te anticiperen. Al tijdens het aanvallen in de 4e fase bewegen spelers terug wanneer de bal aan de andere kant van het veld is. Een hoekspeler wacht dus niet diep in de hoek af maar anticipeert al door minimaal terug te bewegen naar de kruising 9-m met zijlijn. Daarbij hebben de hoekspelers de taak om de 1e fase op te vangen. De opbouwers hebben de opdracht om zo snel mogelijk hun verdedigingspositie in te nemen. De cirkelspeler krijgt de ruimte om anticipatief (verrassend) de 2e of 3e fase stop te leggen of te verstoren. Pas wanneer er een moment van rust ontstaat wisselen de hoekspelers en buitenopbouwers van verdedigingspositie zodat de hoekspelers weer op 2 en 5 kunnen verdedigen. Natuurlijk is dit een schets van de ideaalsituatie. In de praktijk streef ik naar deze situatie in de wetenschap dat het spelconcept en de opstelling altijd aangepast dient te worden aan de kwaliteiten van de beschikbare spelers. De moderne handballer Om het spel op deze manier te spelen wordt van een moderne handballer gevraagd dat hij het volgende gedrag kan laten zien. Vechten Fysieke duels aangaan en altijd voluit sprinten, springen en schieten. KPI: aantal gewonnen duels in aanval en verdediging. Domineren Anticiperen, verrassen en provoceren met respect. KPI: aantal balveroveringen of afgedwongen technische fouten in verdediging, en aantal gecreëerde en gerealiseerde scoringskansen. Switchen Veel en snel bewegen, schakelen en wisselen van positie. KPI: aantal gescoorde en voorkomen doelpunten uit snelle omschakelingen, en aantal posities met assists of score. Teamen Samenwerken, experimenteren, reflecteren en communiceren. KPI: aantal succesvol doorgevoerde tactische wijzigingen tijdens het spel. Versterken Positief en waarderend ondersteunen en uitdagen. Veerkracht tonen. Kwaliteiten benutten. KPI: aantal goede acties na een fout.
  • 6. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 6 1 Lees voor een korte omschrijving van ieder onderdeel de begrippenlijst in de bijlage. 4. HET COMPETENTIE PROFIEL Om het spel conform de spelfilosofie te spelen en met spelers die in staat zijn het daarbij horende gedrag te laten zien dienen spelers te beschikken over sterk ontwikkelde mentale, fysiek (atletische), sociale, technische, tactische maar ook strategische (spelintellect) vermogens. Allround en veelzijdig opgeleide atleten met een hoog technisch niveau, een goede beheersing van de tactische basisprincipes en elementen, die kunnen aanvallen en verdedigen. Spelers die zichzelf in concentratie weten te krijgen. Die verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen keuzes, handelen en leren. En, die hun eigen team, de tegenstander en de omstandigheden snel weten te analyseren en de krachten weten te mobiliseren om daarop in te spelen. Ik ga daarbij uit van een holistische visie op de mens. Ik zie een mens, en de groepen waarin hij samenwerkt, als een eenheid waarbij de fysieke, mentale, emotionele en sociale kanten elkaar voortdurend over en weer beïnvloeden. De verschillende competenties kunnen we apart benoemen en trainen, maar voor mij is alles onlosmakelijk met elkaar is verbonden. Het geheel is altijd meer dan de som der delen. Het ontwikkelen van het gewenste gedrag vraagt daarom om een doelgerichte, integrale aanpak op basis van de vijf pijlers en de onderliggende competenties van een moderne handballer. Technisch Spelers met een goed technisch niveau hebben een grote positionele bewegingsvrijheid. Ze kunnen op verschillende posities tot afsluiting of beslissende assists komen. Ze zijn sterk in het 1-1 duel zowel aanvallend als verdedigend ongeacht de positie waar ze staan. Ze hebben spitvision (overzicht) doordat hun technische basisvaardigheden zo goed ontwikkeld zijn dat die geen bewuste aandacht vergen. Technisch sterk worden vereist doelgerichte training van tippen en dribbelen, vangen en rapen, werpen en mikken, vrijlopen en passeren, verplaatsen met en zonder bal, storen en vastzetten van aanvaller, onderscheppen en veroveren van de bal, uitstappen, terug stappen en schuiven in de dekking, en verschillende schottechnieken (o.a. balaanname, aanlooppassen en -richting, afzet, sprong- en schotrichting, arm positie, schotbeweging en –moment, en landing) en schijnbewegingen van verschillende posities uit verschillende pass- en loopwegen. Timing, houding en positie zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Tactisch Spelers met een goed tactisch niveau hebben een grote strategische bewegingsvrijheid. Ze kunnen gedurende een wedstrijd adaptief een spelconcept, zowel aanvallend als verdedigend, ontwikkelen dat leidt tot de beste resultaten. Het vereist de tactische basisprincipes, zowel aanvallend als verdedigend, onbewust- bekwaam te kunnen blijven uitvoeren. Tactisch sterker worden vereist doelgerichte training van de tactische elementen zowel aanvallend als verdedigend en in de omschakelingen. Doelgerichte training van 2-1, 2-2, 3-2 en 3-3 spel, van sperren en kruisen tegen 6-0 dekking, van give and go, positiewissel, overgangen tegen offensieve dekkingen, en verdedigend juist van het oplossen van deze tactisch aanvallende elementen1 . Fysiek Spelers met een goede fysieke conditie hebben een grote fysieke bewegingsvrijheid. Ze bewegen 'speels' over het veld. Ze kunnen hun taken geconcentreerd en met plezier een wedstrijd lang blijven uitvoeren. Ze beschikken over goed ontwikkelde grondvormen van bewegen, coördinatieve vermogens en voorwaarden voor bewegen. Fysiek sterk worden (en blijven), vooral na de jongste jeugd, vereist een doelgerichte en specifieke (metabolisch, kinetisch en neuromusculair) training van deze voorwaarden voor bewegen: flexibiliteit, stamina, core stability, balans, reactievermogen, beweeglijkheid en kracht.1 Mentaal Spelers met een goede mentale conditie hebben een grote mentale bewegingsvrijheid. Mentaal sterke spelers zijn creatiever, effectiever en eerder bereid om nieuwe uitdagingen aan te gaan, ook als dat ze buiten hun comfortzone brengt. Zij voelen zich niet gehinderd door overtuigingen die hen beperken en automatismen die hen minder effectief maken. Mentaal sterk worden (en blijven) vereist het optimaal willen benutten van je kwaliteiten, het spelen van het spel in lijn met je persoonlijke waarden, drijfveren en doelen. Het vraagt om een doelgerichte en specifieke training van zelfregulatie, aandachtsregulatie, zelfcompassie, positieve emoties, authenticiteit en flow1 . Specifiek betekent hier in wedstrijdechte situaties zoals de start van de wedstrijd, direct na de rust, de laatste 5 minuten van de wedstrijd, het verdedigen van een voorsprong, het scoren van het beslissende punt, scheidsrechtelijk dwalingen of juist het terugvechten van een achterstand. Sociaal Spelers met een goede sociale conditie hebben een grote sociale bewegingsvrijheid. Ze weten elkaar makkelijk te vinden, hebben veel interacties, zijn in staat tot snelle besluitvorming en ervaren nauwelijks sociale barrières. Ze hebben een hoog niveau van teamleren en juist dat is de keydriver voor teameffectiviteit, persoonlijke ontwikkeling en creativiteit. Sociaal sterk worden vereist het erkennen van onderlinge afhankelijkheid, het kunnen denken in systemen en het in een veilige omgeving doelgericht en specifiek trainen van het delen van kennis, het co-creëren van ideeën, het aangaan van constructieve conflicten, gezamenlijke reflectie, het samenwerken in teamverband, het overbruggen van grenzen en het opslaan en terugvinden van gedeelde kennis1 . Specifiek betekent hier momenten waarop tactische fouten worden begaan, momenten waarop er een conflict optreedt of momenten waarop wedstrijden worden voorbereid of geëvalueerd. Hoe deze competenties te ontwikkelen? Door te doen, doen en nog eens te doen. Door sporters veelvuldig in handbalspecifieke oefen-, spel- en wedstrijdsituaties te brengen. Door ze te laten ervaren hoe ze het doen, te laten reflecteren hoe ze het de volgende keer beter kunnen doen, bewust te maken van wat ze daarvoor moeten trainen en het opnieuw te doen onder toenemende druk en weerstand. Tippen en dribbelen Sperren en schermen En k Sociaal Fysiek Mentaal Technisch Tactisch Grondvormen van bewegen Flexibiliteit Stabmina Core stability Balans Reactievermogen Beweeglijkheid Kracht Kwaliteiten (positief) Waarden (motivatie) Doelen (commitment) Zelfregulatie (zelfcontrole) Aandachtsregulatie (stressbestendigheid) Positieve emoties (split vision) Flow (concentratie) Onderlinge afhankelijkheid Systeemdenken Veilige omgeving Delen Co-creatie Constructief conflict Teamreflectie Teanwerken Grenzen overbruggen Opslaan en terugvinden Bewegingsvrijheid op het handbalveld Vangen en rapen Werpen en mikken Verplaatsen met en zonder bal Storen en vastzetten tegenstander Onderscheppen en veroveren van bal Uitstappen, terug stappen en schuiven Schottechnieken Schijnbewegingen Positiewissels en kruisen Overgangen en give-and-go 2-2 en 3-3 spel Overtal- en ondertalspel Tactische basisprincipes aanval en verdediging 3-2-1, 5-1 en 6-0 verdedigingsconcepten 3-3 en 4-2 aanvalsconcepten Overgeven en -nemen Verdedigingstechnieken Blokkeren bal- en loopwegen Coördinatieve vermogens Authenticiteit (moed) Zelfcompassie (veerkracht) Vrijlopen en passeren
  • 7. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 7 DE KEEPER Door het toenemende belang van de 4e fase verdediging en 1e , 2e en 3e fase aanval wordt de rol van de keeper steeds belangrijker. Hij kan letterlijk wedstrijden winnen of verliezen voor het team. Hij is in de verdediging de laatste verdediger en in de omschakeling de eerste aanvaller. In die zin is het heel belangrijk bij iedere trainingsvorm goed na te denken over de rol en het leerdoel voor de keepers. Hoewel het, net als voor iedere andere spelpositie, waardevol is om specialistische keeperstraining te organiseren, is het vanuit een holistische kijk op het handbalspel cruciaal ook de training van keepers te integreren in de reguliere trainingen. Ze actief te betrekken bij alle oefen-, spel- en wedstrijdvormen. Ze maken immers onlosmakelijk deel uit van het team. Iedere trainer dient dus een bepaalde basiskennis te hebben t.a.v. het keepersvak. In mijn ogen kunnen de NHV spelwaarden snel, verrassend, dynamisch en effectief ook op de keeper van toepassing zijn. Deze waarden zullen op die positie alleen anders tot uiting komen, ander gedrag vragen en andere competenties vereisen. ‘Snel’ staat voor explosief, voor hele snelle en krachtige korte bewegingen van de armen en benen, voor het snel naar verplaatsen binnen het doelgebied, en voor het snel controleren en terug in het spel brengen van de bal. ‘Verrassend’ staat ook bij de keeper voor het de tegenstander jouw wil opleggen, voor het in een 1-1 duel met een aanvaller uitlokken van een bepaald schot, en voor het anticiperen op de 1e fase van de tegenstander. ‘Dynamisch’ staat ook bij de keeper voor een hoog aanpassingsvermogen, voor het in staat zijn van het doorzien van en inspelen op voorkeursschoten van de aanvallers. ‘Effectief’ betekent betrouwbaar. Betrouwbaar in het stoppen van de 2e lijn-schoten die echt gestopt moeten worden, in het coachen en samenwerken met de verdediging tijdens alle fases verdediging, en in het fungeren als (nood)aanspeelpunt bij alle fases van de aanval. Ook hier geldt dat progressie is gebaseerd op ervaring, op het vaak in herkenbare wedstrijdsituaties geweest te zijn en in die situaties bewust leren van foute en goede keuzes. Om het spel te spelen conform de spelfilosofie met bovenstaande spelwaarden, wordt van een moderne keeper gevraagd dat hij het volgende gedrag kan laten zien. Om dit gedrag in wedstrijden te kunnen laten zien moeten ook keepers beschikken over sterk ontwikkelde mentale, fysieke, technische, tactische en sociale vermogens. Omdat de rol en taken van de keeper echter wezenlijk anders zijn dan die van de spelers betreft het andere competenties per pijler of een andere specialisatie per competentie. Natuurlijk andere technische en tactische competenties maar zeker ook andere fysieke en mentale specialisaties per competenties o.a. doordat keepers bewegen op een veel kleiner speelveld, nauwelijks fysiek contact hebben met (mede)spelers, iedere fout (bijna) direct wordt afgestraft met een tegendoelpunt, en ze gedurende de 4e fase aanval ‘beperkt’ betrokken zijn bij het spel. Technisch Keepers met een goed technisch niveau zijn in staat verschillende vanuit verschillende stijlen te keepen afhankelijk van de kwaliteiten van de speler die schiet. Ze zijn onvoorspelbaar en daarmee verrassend. Het stelt ze in staat te domineren omdat zij hun aandacht kunnen richten op de tegenstander doordat hun techniek zo goed ontwikkeld is dat die geen bewuste aandacht meer vergt. Als keeper technisch sterk worden vereist doelgerichte training van enkele basistechnieken zoals de halve (1) hampelman en de uitvalspas laag om half hoge ballen te stoppen, (2) de uitvalspas hoog of 2-benige sprong om hoge ballen te stoppen, (3) de uitvalspas laag of hordezit om lage ballen te stoppen, (4) de halve hampelmann (kort en lang) of lichte uitvalspas bij schoten vanuit de hoek, (5) verschillende variaties om 7-meters te stoppen zoals bv. 3 tot 4 meter voor het doel om een lobje uit te lokken, een hampelmann op 2 tot 3 meter voor het doel of afwachten op de lijn en reageren door met een uitvalspas of halve hampelmann voor een voorkeurshoek van de schutter te kiezen, (5) een hampelmann of het uitlokken van een schot door een hoek te geven bij een break en (6) rechtop en groot te blijven bij schoten van de cirkel of van hoog naar beneden bewegen (eventueel naar hordezit) bij een valworp van de cirkel. Naast deze technieken is het belangrijk het geven van een goede korte, half lange en lange bal, en het snel verwerken van gestopte ballen te trainen (niet vangen maar naast je neer slaan). Tactisch Keepers met een goed tactisch niveau zijn in staat achter verschillende verdedigingsconcepten te keepen en de verdediging te coachen om schothoek zo moeilijk mogelijk te maken en de scoringskansen voor de aanvaller te beperken. Tactisch sterk worden vereist doelbewuste training van de juiste houding (de basisstand, de athletic stance met armen omhoog, voet aan de grond), positie t.o.v. de bal (die is leidend, niet het lichaam van de schutter) en timing (niet meer in beweging tijdens het schot, tijdig naar voren en handen krachtig naar bal toe) bij verschillende schottechnieken, vanuit verschillende posities (o.a. doorbraak, hoek, break, vrije worp, 2e lijn en cirkel), door verschillende spelers, achter verschillende verdedigingsconcepten (offensief en defensief). Fysiek Keepers met een goede fysieke conditie zijn in staat hun taken geconcentreerd een wedstrijd lang te blijven uitvoeren. Net als spelers beschikken zij over goed ontwikkelde grondvormen van bewegen, coördinatieve vermogens en voorwaarden voor bewegen. Ook voor hen geldt dat fysiek sterk worden (en blijven), vooral na de jongste jeugd, doelgerichte en specifieke (metabolisch, kinetisch en neuromusculair) training van deze voorwaarden voor bewegen vraagt. Omdat de bewegingen van keepers anders zijn betekent specifiek trainen dat deze voorwaarden anders getraind dienen te worden dan bij spelers. Mentaal Keepers met een goede mentale conditie zijn in staat een wedstrijd lang geconcentreerd te blijven. Dit vereist het vermogen alle aandacht steeds weer te richten op de volgende actie. Ook hier geldt dat keepers net als spelers dezelfde mentale vaardigheden doelbewust en specifiek moeten trainen. Omdat de wedstrijdsituaties waarmee zij te dealen hebben echter andere situaties zijn dan waar spelers mee van doen hebben betekent ook hier specifiek trainen bewust andere spel- en wedstrijdsituaties trainen. Sociaal Keepers zijn een onlosmakelijk onderdeel van een handbalteam. In die zin zijn goede sociale vermogens voor hen net zo belangrijk als voor spelers. Zij moeten immers in staat de verdediging te coachen en samen met hen oplossingen te vinden voor het aanvallende concept van de tegenstander. Afspraken nakomen Positie handhaven, geduldig afwachten en discipline opbrengen. KPI: aantal correct gestopte 2e lijn-schoten i.s.m. de verdediging. Domineren Anticiperen, verrassen en provoceren met respect. KPI: aantal afgedwongen fout- schoten door aanvallers in 1-1 duel en voorkomen 1 e fases van de tegenstander. Switchen Korte en krachtige bewegingen, snel recupereren van bal. KPI: aantal succesvol geïnitieerde snelle tegenaanvallen. Teamen Samenwerken, experimenteren, reflecteren en communiceren. KPI: aantal succesvol georganiseerde verdedigingen en geïnitieerde tactische wijzigingen in verdediging. Versterken Positief en waarderend ondersteunen en uitdagen. Veerkracht tonen. Kwaliteiten benutten. KPI: aantal goede acties na een fout.
  • 8. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 8 5. DE TRAININGSFILOSOFIE Als trainer is je taak om spelers te stimuleren, begeleiden en faciliteren zichzelf als handballer en persoon te versterken. Om hen de kans te bieden uit te groeien tot de persoon en handballer die zij kunnen zijn. Om hen te stimuleren en in staat te stellen de competenties van een moderne handballer te ontwikkelen. Door verschillende ontwikkelingen in de samenleving waaronder de technologisering verandert de manier van leren. De toenemende normen vanuit de topsport vereisen daarbij dat het leren steeds effectiever gebeurt. Er is geen tijd meer te verliezen als je de top wilt bereiken. We moeten High Impact Leren. Een effectief leerproces begint bij een gevoel van urgentie bij de sporter. Hij moet zelf intrinsiek gemotiveerd en betrokken zijn of raken om te leren. Op die manier ontstaat er ook echt plezier in leren. Pas wanneer de sporter er zelf voor kiest iets echt te willen leren kan High Impact Leren starten. Een tweede belangrijke bouwsteen voor High Impact Leren is zelfmanagement. Een sporter kiest er elke training en wedstrijd opnieuw voor om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen handelen en leren. Voor de keuzes die hij maakt en de consequenties die die hebben voor anderen in de directe omgeving. Dit vraagt een sterk reflectieve houding na maar zeker ook tijdens een training of wedstrijd (reflection-on-action). De sporter kan en wil zijn eigen gedrag (of visie, houding) bijsturen, kan zijn omgeving bewegen anders te handelen en weet die (andere) mogelijkheden aan te grijpen om zijn doelstellingen te bereiken. Flexibiliteit, durf, openheid zijn hiervoor belangrijke pijlers. Een zelfmanagende sporter staat echter niet alleen. Effectief leren vindt plaats in teamverband met een duidelijke transfer van de training naar de wedstrijd. Het is een tweerichtingsweg waarbij het leren plaatsvindt in de interactie tussen de sporter, zijn collega sporters, trainers, coaches maar misschien ook wel publiek. Het draait om de frequente, nauwkeurige en directe feedback die de sporter krijgt en hoe hij daarmee omgaat. Onderdeel zijn van een sterk team is een derde voorwaarde voor High Impact Leren. Het geeft de sporter de ruimte en het vertrouwen om zich kwetsbaar op te stellen en oprecht feedback te geven en te ontvangen, om goede emotionele gesprekken te voeren. Ook het slim integreren van online en face-to-face leren met een weldoordachte variatie aan activiteiten is een belangrijke bouwsteen van High Impact Leren. Een efficiënt leerproces is een mix van formeel (training), informeel (coaching), impliciet leren (spontaan) en het uitdragen van het geleerde (doceren). Zo kan een sporter prima online zelfstandig, in duo’s of in groepsverband video’s van zichzelf, de wedstrijden of topspelers analyseren en die inzichten vertalen naar leerdoelen voor zichzelf en het team, en deze uitdragen binnen het team. Het maakt en houdt het leren boeiend, effectief en interactief. Tijdens trainingen maar zeker ook tijdens wedstrijden draait het dan om actie en kennisdeling. Niet de trainer of coach die vertelt hoe het moet maar die continu bezig is de sporters uit te dagen om herhaaldelijk gezamenlijke handbalspecifieke spel- en wedstrijdsituaties (en dus nauwelijks geïsoleerde techniekvormen) te ervaren, daarop te reflecteren, ze te analyseren, bewust te worden van de verbetermogelijkheden, oplossingen te bedenken (inzien), strategieën aan te passen (kiezen), die te oefenen en toe te passen om vervolgens weer nieuwe situaties te ervaren. Dit leidt ertoe dat het maken en leren van fouten, het experimenteren en het samenwerken gestimuleerd wordt. Er ontstaat zo een continue verbetercyclus. Een zesde bouwsteen van High Impact Leren is het hebben van een mindset gericht op groei. Het kan gezien worden als een overkoepelend aspect ten opzichte van alle voorgaande bouwstenen. De sporter, maar zeker ook de trainer, staat open voor spontaan leren, voor toevallige leermomenten die zich voordoen binnen de kaders van de training (doel en programma) maar ook de wedstrijd. Bewustwording en reframing van gedachtes (zelfspraak) is hiervoor een belangrijk vermogen van de sporter (topsportdenken). De laatste bouwsteen van High Impact Leren is het assessment. Niet bedoeld om te vergelijken maar om de sporter in een wedstrijdsituatie te laten inzien in hoeverre hij de gewenste ontwikkeling heeft gerealiseerd. In hoeverre de sporter in staat is meester te zijn over nieuwe situaties, in hoeverre hij de competenties beheerst en in staat is het gewenste gedrag te vertonen. Trainers hebben de taak om iedere sporter individueel een zo effectief mogelijk leerproces aan te bieden waarin deze bouwstenen terugkomen. Om hen te begeleiden bij het vinden van hun persoonlijke leerdoelen en bij het inzichtelijk maken van wat het behalen van die doelen hem en het team gaat opleveren. Om hen zelf te laten benoemen hoe en wanneer ze in wedstrijdsituaties willen aantonen de gewenste ontwikkeling door gemaakt te hebben en wat ze daarvoor moeten kennen en kunnen. Om hen te helpen hun eigen ontwikkelplan vorm te geven en scherp hun eigen handelen te reflecteren en die inzichten direct om te zetten in effectiever gedrag. Om hen de leerzone in te coachen door enerzijds een psychologische veilige omgeving te creëren en tegelijk de sporters aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Om aan de hand van leermomenten die zich tijdens de wedstrijd of trainingen voordoen reflectie via interactie en kennisdeling tussen de spelers te faciliteren. Dit vereist een houding van samen beter willen worden in plaats van bewijzen hoe goed je bent. Het vereist bij sporter, teamgenoten, trainers en coaches de kracht om falen te zien als een kans om beter te worden. Het is daarbij verstandig om beloningen niet te koppelen aan de geleverde prestaties maar aan de gerealiseerde ontwikkeling. Als trainer dien je voor effectief leren • toegankelijk en benaderbaar te zijn, • te erkennen dat jij ook niet alles weet, • bereid te zijn te laten zien dat jij ook fouten maakt, • input te vragen van de sporters, • falen te vertalen naar leerkansen, • direct, positief en waarderend te communiceren, • heldere grenzen te stellen t.a.v. wat wel en niet acceptabel is, en • sporters consistent aan te spreken wanneer zij deze grenzen overschrijden. Om dit voor elkaar te krijgen werk ik als trainer graag vanuit de onderstaande waardencontract. Voor de training maak ik afspraken over het naleven van deze waarden, aan het eind van de training en eventueel tussen door worden deze geëvalueerd. • Be present: fysiek en mentaal aanwezig • Be open & honest: stel je open voor nieuwe ervaringen, ideeën en elkaar • Be safe: creëer een fysiek en mentaal veilige omgeving • Be respectful: handel in lijn met je waarden met oog voor andermans waarden • Be purposeful: streef naar samen beter worden • Be challenged by choice: daag jezelf uit zoals dat bij jou past Samenspelen en ervaren Reflecteren en bewustworden Inzien en kiezen Oefenen en toepassen
  • 9. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 9 6. DE COACHINGSFILOSOFIE Als coach is je taak spelers in staat te stellen binnen hun mogelijkheden optimaal te presteren in wedstrijden maar ook in trainingen. Om het gewenste gedrag in wedstrijden en trainingen te tonen. Om hun technische, tactische, fysieke, mentale en sociale competenties optimaal tot rendement te laten komen en tegelijk te verbeteren. Het is je taak hen te helpen in concentratie te komen en blijven. Concentratie houdt in dat een sporter zijn aandacht volledig richt op de zintuiglijke waarneming die de door hem op dat moment uit te voeren handeling het meest nauwkeurig aanstuurt. Het is een vorm van direct bewustzijn waarin waarnemen en handelen één zijn. Daarbij kan aandacht gezien worden als de hoeveelheid psychische energie die een sporter kan focussen. Een gehele ploeg geconcentreerd laten spelen en trainen vereist allereerst om een gezamenlijke visie te ontwikkelen waar iedereen zich aan kan en wil verbinden omdat deze aansluit bij zijn persoonlijke doel. Op korte termijn is dit het gezamenlijke doel van de training of wedstrijd. Op langere termijn is dit een missie - visie waarvan de korte termijn doelen afgeleid zijn. Nadat het doel is vastgesteld is het je taak als coach om ‘guiding principles’ overeen te komen. Om helder te krijgen wat van elkaar verwacht mag worden en hoe er met elkaar omgegaan wordt. De volgende stap is om gezamenlijk te brainstormen over opties om de gestelde doelen binnen de gestelde kaders (principes) te realiseren (de strategie). Daarbij is het belangrijk voldoende tijd en energie in de brainstorm te steken om de kwaliteit van de strategie te optimaliseren. In de uitvoering komt het dan neer op het organiseren van het spel rond de individuele sterktes van de spelers, het behouden van focus en het tonen van veerkracht. Dit betekent coachen op competentie (geloof in eigen kunnen), autonomie (de eigen motivatie) en verbondenheid (als 1 team waarin iedereen een belangrijker rol vervult). Om dat te kunnen dient hier tijdens trainingen doelbewust op getraind te worden. Doelbewust trainen op het vrij maken, verzamelen, richten en vastzetten van aandacht. Op het buiten de comfortzone stappen, het experimenteren, leren van fouten, en het overwinnen van weerstand, conflicten en tegenslagen. Op het identificeren, benoemen, benutten en versterken van elkaars kwaliteiten. Om als coach dit proces te faciliteren is het allereerst belangrijk zelf kinderlijk enthousiasme en pure levenslust uit te stralen, waardoor de sporters geïnspireerd raken. Om veel te werken met de macht der verbeelding en zelfspraak, het zogenaamde topsport denken. Om de sporters de spanning die nodig is voor de presteerstand te laten ervaren. Om te werken met haalbare kortetermijndoelstellingen en reflection-on-action te faciliteren. Daarbij fungeert de coach als tegenhanger van het team. Waarbij het uitgangspunt is dat de coach het team uitdaagt zelf richting te kiezen in plaats van een richting in te duwen. Het kunnen stellen van goede (onderzoekend, waarderend en objectief) open vragen op het juiste moment is daarbij een cruciale competentie van de coach. De coach als tegenhanger Als het team goed presteert en speelt is het gevaar zelfvoldoening. De coach dient dan te sturen op continue verbetering. Als het team goed presteert maar slecht speelt is het gevaar hoogmoed. De coach dient het team dan aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Als het team slecht presteert maar goed speelt is het gevaar zelfmedelijden. De coach dient dan het denken te herkaderen door te coachen op zelfcompassie. Als het team slecht presteert en slecht speelt is het gevaar neerslachtigheid. De coach dient dan het willen te transformeren door te coachen op intrinsieke motivatie en persoonlijke waarden. Net zoals ik bij een training afspraken maak over wat we van elkaar kunnen verwachten, doe ik dat bij wedstrijden ook. Daarbij werk ik graag vanuit de volgende teamwaarden. We spelen • Samen: we ondersteunen elkaar, dagen elkaar uit en blijven verbonden binnen en buiten het veld • Met 100% overtuiging: met alle energie en aandacht die in ons zit • Om beter te worden: om initiatief te nemen, acties te maken, fouten te maken en daarvan te leren • Vanuit ieders kracht: vanuit dat wat ons energie geeft Winst – goed spel Coachen op continue verbetering Het gevaar is zelfvoldoening. Essentie is een ‘wedstrijd’ aan een wedstrijd of training toevoegen om de uitdaging te vergroten via een leerdoel dat van iedere speler vereist de stretch zone in te stappen. “Hoe kunnen we dit moment benutten om ons als team sterker te worden? Waar willen we in verbeteren en mee experimenteren?” Winst – slecht spel Coachen op verantwoordelijkheid Het gevaar is hoogmoed. De essentie is een ‘wedstrijd’ aan een wedstrijd of training toevoegen om de uitdaging te vergroten via een prestatiedoel dat alleen realiseerbaar is met de gewenste inspanning. “Met welk resultaat stappen we tevreden het veld af? Wat willen we met deze training of wedstrijd bereiken?” Verlies – slecht spel Coachen op (intrinsieke) motivatie en persoonlijke waarden Het gevaar is neerslachtigheid. Essentie is ‘het waarom’ van de training of wedstrijd laten voelen om de intrinsieke motivatie te vergroten. Een persoonlijk leerdoel waaruit iedere speler individueel zingeving haalt. “Hoe wil je als sporter herinnerd worden? Wie is je inspirerend voorbeeld? Wat zou hij in deze situatie doen?” Verlies – goed spel Coachen op (zelf)compassie Het gevaar is zelfmedelijden. Essentie is de positieve punten van de training of wedstrijd inzichtelijk maken en vasthouden om vertrouwen te vergroten. Een leerdoel waaruit iedere speler positieve emoties en geloof in gezamenlijke kunnen haalt. “Wat hebben we tot nu toe gedaan waarop we trots zijn? Wat hebben we geleerd? Waar willen we vooral mee door gaan?”
  • 10. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 10 7. TALENTIDENTIFICATIE Iedereen is een talent, iedereen heeft talent. Talent wordt overschat. Succes is meer een kwestie van kiezen en doelbewuste oefening. Kiezen om doelbewust dat te oefenen waarin je beter wilt worden. Het is een kwestie van herhalen, herhalen en nog eens herhalen waarbij je continu directe en scherpe feedback krijgt. Het vereist moedige keuzes, een high-demanding-mindset, een ervaren mentor of coach die je kan adviseren wat je nog te leren hebt, een leeromgeving met gelijkgestemden en een ondersteunende sociale omgeving. Kan iedereen dan Olympisch kampioen worden? Nee, natuurlijk niet. Wel kan iedereen een Olympische mindset ontwikkelen. Een instelling van beter willen worden en je eigen top willen nastreven. Iedere dag 1% beter willen worden betekent in 70 dagen twee keer zo goed worden. Citius, altius, fortius. Het is de mindset die nodig is voor High Impact Leren. Hoe hoog de lat dan ligt weet je nooit van tevoren maar van het groeiproces kunnen coach en sporter samen geweldig genieten. Talentontwikkeling draait om het stimuleren en faciliteren van doelbewuste oefening via de regels van High Impact Leren. Talentidentificatie draait om het bepalen van potentieel. Van wie het potentieel in zich heeft om aan de hand van doelbewuste oefening uit te groeien tot de (absolute) top in een tak van sport. Wie de echte high potentials en potentials zijn. Daarbij is het huidige prestatieniveau wellicht de grootste afleider voor een zuiver beeld. Het draait immers niet om wat een sporter op dat moment kan maar welk potentieel hij in zich heeft. Hoe hoog zijn lat kan liggen. Vanuit de wetenschap dat het optimaal ontplooien van talent doelbewuste oefening vergt zijn enkele van de belangrijkste kenmerken voor talentidentificatie intrinsieke motivatie (de drive, de passie, de spelvreugde, de bereidheid en de leergierigheid), zelfregulatie (de zelfkennis, -beheersing, -controle, -reflectie en –discipline), een growth mindset (hard werken, uitdagingen aan gaan, uit comfortzone durven te stappen, falen en tegenslagen zien als kansen om te groeien) en autonomie (de kracht om snel en intuitief eigen keuzes te nemen, verantwoordelijkheid te nemen, het avontuur aan durven gaan, dromen naleven). Naast deze eigenschappen is talent het vermogen niet alleen te zien maar vooral te observeren, echt waar te nemen en te constateren om daarnaar te handelen. Om patronen te doorzien en daarop te anticiperen in gedrag. Deskundigheid is hiervoor een vereiste. In fysieke zin helpen in het handbal lengte, type spiervezel, een goede mobiliteit (o.a. enkels, heupen en schouders) en goed ontwikkelde coordinatieve vermogens. Het is handig om lang te zijn of worden, voornamelijk in combinatie met fast-twitch- spiervezels. Een goede mobiliteit is vereist voor een effectief beweegpatroon. Goede coordinatieve vermogens maken het eenvoudiger om nieuwe technieken eigen te maken en beweeglijkheid of behendigheid te ontwikkelen. Het betreft hier echter allemaal fysieke eigenschappen die de route naar de top makkelijker maken. Er kan niet gesteld worden dat het afwezig zijn van een of meerdere van deze eigenschappen het onmogelijk maakt om de top te bereiken. Het bezitten van al deze eigenschappen gecombineerd met de eerdergenoemde mentale kenmerken maakt iemand daarom tot een high potentital. Een potential combineert minimaal 1 van deze aspecten met de eerdergenoemde mentale kenmerken. In mentale zin helpen, naast de eerdergenoemde aspecten, eigenschappen als optimisme, extraversie en zelfvertrouwen. Deze eigenschappen maken het eenvoudiger om te leren van fouten en falen zonder de motivatie en het overzicht te verliezen. Ook dit zijn echter geen talentbepalende eigenschappen. Het behouden van spelvreugde en motivatie tijdens momenten van teleurstelling of tegenslag kan namelijk ook doelbewust getraind worden. Het vergt bewustwording van negatieve gedachtes en gevoelens en het vermogen bewust te kiezen voor positieve gedachtes, gevoelens en daarmee gedrag. Het maakt de weg naar de top wat weerbarstiger en wellicht langer maar is zeker niet uitgesloten. Een high potential beschikt van nature over die eigenschappen en combineert die met de eerdergenoemde fysieke eigenschappen en mentale kenmerken. Een potential combineert een of meerdere fysieke eigenschappen met de eerdergenoemde mentale kenmerken en kan bewust zijn gedachtes en gevoelens sturen bij tegenslagen. In sociale zin helpen het vermogen om eigen emoties en gevoelens onder woorden te kunnen brengen, begrip op te kunnen brengen voor de gevoelens, emoties en gedachtes van anderen. Te begrijpen dat je onderdeel van een systeem bent (systeem denken). Om coachbaar te zijn door open te staan voor andermans meningen, inzichten en belangen. Ook dit zijn echter trainbare vermogens, of liever gezegd keuzes. Het zit in je en is meer een kwestie van gewoon doen. En, hoewel in het huidige handbal een hoog technisch en tactisch niveau vereist wordt, zijn ook dit maar beperkt talentidentificatie criteria. Wel kan gesteld worden dat de lat van een sporter die met veel uren professionele training op jonge leeftijd hetzelfde technisch en tactische niveau heeft als een sporter van ongeveer dezelfde leeftijd die nog nauwelijks goede training heeft gehad, waarschijnlijk lager ligt. Datzelfde geldt voor een sporter die op jonge leeftijd (tijdens zijn meest sensitieve ontwikkeljaren) slechte technieken, een slechte motoriek of ineffectief gedrag ontwikkeld heeft. Het kost veel tijd en energie die af te leren en het is nog maar de vraag of de sporter onder druk niet terugvalt op oud gedrag. Dat maakt ook het belang van goede trainers op jeugdige leeftijd duidelijk. De geschiedenis van een sporter in relatie tot zijn huidige technisch-tactische niveau en zijn leeftijd zegt dus vooral veel over hoeveel van zijn potentieel nog te realiseren valt. Identificeren van (high) potentials ten opzichte van low potentials is dus vooral het identificeren van de fysieke aanleg en de mentale kracht (de drive en durf) om in het moment moedige keuzes te nemen. De geschiedenis van een sporter bepaalt vervolgens welk potentieel nog te realiseren valt. Het is daarbij, zoals door Rasmus Ankersen omschreven in ‘The Gold Mine Effect’ cruciaal om oog te hebben voor zowel vroegrijpers (shouting talents with high potential and performance) als laatbloeiers (whispering talents wit average performance and high potential). Kiezen voor angst om slachtoffer te zijn om niet te willen falen voor het bekende, het gemakkelijke om te bewijzen hoe goed je bent Moment van weerstand, waarop de grens van de comfortzone wordt ervaren. Talent meter Kiezen voor moed om verantwoordelijkheid te nemen om te willen groeien om het avontuur, de pijn, aan te gaan om samen beter te willen worden Opzoeken en aangaan uitdagingen Open voor feedback en nieuwe inzichten Denken in mogelijkheden Testen aannames Vertrouwen op proces Doorzetten bij tegenslagen Geïnspireerd raken uit andermans succes en kwaliteiten Eerlijk naar zichzelf Is in controle Ontlopen en vermijden uitdagingen Verdedigen bij feedback en nieuwe inzichten Denken in onmogelijkheden Handelt naar aannames Controleren van proces Opgeven bij tegenslagen Bedreigd voelen door andermans succes en kwaliteiten Zoekt excuses Is niet in controle Actie Initiatief Sympathie Verantwoordelijkheid Samenwerking Passiviteit Uitstel Apathie Slachtoffer (excuses) Strijd Zelfontplooiing Persoonlijke en gezamenlijke groei Zelfdestructie Mislopen persoonlijke en gezamenlijke groei Betere (team)prestaties Goed gevoel achteraf Zelfwaardering en verbondenheid Slechte (team)prestaties Slecht gevoel achteraf Zelfhaat en verdeeldheid (High) potential - keuze ‘vrij van ego’ heeft altijd een keuze Low potential - keuze ‘identificatie met ego’ heeft geen keuze Drive, passie en motivatie om de oncomfortabele zones op te zoeken ‘Je kunt er niet mee stoppen’
  • 11. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 11 8. VOORTGANGSMONITORING Nu we weten dat talentontwikkeling niet gaat om wat je vandaag kunt maar wat je morgen kunt leren, kunnen we constateren dat prestatiemetingen en –beloningen geen of nauwelijks waarde hebben als het gaat om het in kaart brengen en monitoren van de voortgang. De essentie is om inspanning en ontwikkeling te meten en belonen, en dan met name de verhouding tussen beide. Degene die bereid en in staat is de meeste hoogwaardige trainingsarbeid te verrichten en daarmee weet de meeste progressie te boeken zou namelijk weleens het hoogste plafond kunnen hebben mits hij op tijd begonnen is. Voortgangsmonitoring draait dus om het bij houden van de omvang en kwaliteit van de geleverde inspanning en de geboekte progressie t.a.v. de vereiste competenties en het gewenste gedrag uitgedrukt in KPI’s (kritische prestatie indicatoren). De sporter krijgt zo in een trainings- en wedstrijdsituatie de gelegenheid te laten zien in hoeverre hij de gewenste ontwikkeling heeft gerealiseerd. De ontwikkeling die hij eerst samen met de coach heeft geformuleerd en vertaald naar bijhorende het assessment(testen). Daarbij is het handig 4 maal per jaar (kwartaal)doelen te stellen en voortgang te evalueren. Een talentvolgsysteem waarin het dagelijkse logboek, de competentie-test scores en de wedstrijdstatistiek t.a.v. de KPI’s bijgehouden wordt is hierbij zeer bruikbaar. Beloninga.d.h.v. bereikenpersoonlijk ontwikkeldoel (geboekte progressie) Beloninga.d.h.v. bereikenpersoonlijk ontwikkeldoel (geboekte progressie) Verworven competenties a.d.h.v testen Technisch: track op tijd voorzien van grondvormen van bewegen en sporttechnische basistechnieken: gaan en lopen; wenden en keren; springen en landen; balanceren; vallen, rollen, duiken en draaien; duwen en trekken; tippen en dribbelen; vangen en rapen; werpen en mikken; uitstappen, terug stappen en schuiven Tactisch: kwaliteit tactische analyse van wedstrijd of trainingssituatie en vertaling naar trainingsdoelen Fysiek: lichaamssamenstelling: vetpercentage eventueel BMI; omvang nek, borst, buik, heupen, bovenbeen, kuit, bovenarm; houding en beweegpatroon van onderste (knie, enkel, heup) en bovenste (schoudergordel) extremiteiten. prestatietesten: shuttlerun (YoYo); sprintsnelheid (5m); spronghoogte; schotkracht; push-up test; davies test; shark skill test; 1 RM test Mentaal: schotpercentage wanneer in schotseries precisie-, tijds-, complexiteits-, onzekerheid-, prestatie-, intensiteitsdruk toeneemt Sociaal: observatiescore door teamgenoten a.d.h.v. teaming gedrag o.a. samenwerken, reflecteren, experimenteren en speak-up Vertoond gedrag in wedstrijdsituaties Vechten: • gewonnen 1-1 duels in verdediging • gewonnen 1-1 duels in aanval Switchen: • scores en assists uit snelle omschakeling • opgevangen of voorkomen snelle tegenaanvallen • aantal posities met assist of score Domineren: • balveroveringen of afgedwongen technische fouten in verdediging • gecreëerde en gerealiseerde scoringskansen in 4 e fase aanval uit 2- 2 en 3-3 spel Teamen: • succesvol geïnitieerde en uitgevoerde tactische verbeteringen Versterken: • goede acties na een fout T1: start voorbereiding (jul/aug) Geleverde arbeid in logboek Trainingsomvang: Trainingsintensiteit: Energielevel start training: Concentratieniveau tijdens training: Effectiviteit training: Verworven competenties a.d.h.v testen Technisch: Tactisch: Fysiek: Mentaal: Sociaal: Vertoond gedrag in wedstrijdsituaties Vechten: Switchen: Domineren: Teamen: Versterken: T2: start wedstrijdperiode 1 (sept/okt) Geleverde arbeid in logboek Trainingsomvang: Trainingsintensiteit: Energielevel start training: Concentratieniveau tijdens training: Effectiviteit training: Verworven competenties a.d.h.v testen Technisch: Tactisch: Fysiek: Mentaal: Sociaal: Vertoond gedrag in wedstrijdsituaties Vechten: Switchen: Domineren: Teamen: Versterken: T3: einde wedstrijdperiode 1 (dec/jan) Geleverde arbeid in logboek Trainingsomvang: Trainingsintensiteit: Energielevel start training: Concentratieniveau tijdens training: Effectiviteit training: Verworven competenties a.d.h.v testen Technisch: Tactisch: Fysiek: Mentaal: Sociaal: Vertoond gedrag in wedstrijdsituaties Vechten: Switchen: Domineren: Teamen: Versterken: T4: einde wedstrijdperiode 2 (apr/mei) Beloninga.d.h.v.bereiken persoonlijkontwikkeldoel (geboekteprogressie) Geleverde arbeid in dagelijks logboek Trainingsomvang: trainingsuren/-duur per week Trainingsintensiteit (achteraf): score voor intensiteit met uitleg Energielevel start training (vooraf): score voor energielevel met uitleg Concentratieniveau tijdens training: score voor concentratie met uitleg Effectiviteit training (achteraf): score voor effectiviteit met uitleg
  • 12. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 12 9. SPORTETHIEK Sport is een fysieke spelvorm veelal met een competitief karakter waarin ruimte is voor emoties. Het kent daardoor vele momenten waarop ethiek (goed of slecht handelen) een rol speelt, zowel buiten als binnen het veld. Momenten waarop het overtreden van de regels verleidelijk is met als doel een (korte termijn) concurrentievoordeel te behalen. Het gebruik van doping. Het begaan van een onsportieve overtreding. Het doelbewust treiteren of kleineren van een tegenstander. Er zijn vele voorbeelden. Iemands handelen is en blijft altijd een eigen verantwoordelijkheid. Een sporter neemt zelf bewust of onbewust de keuze om goed of slecht te handelen. Trainers en coaches hebben een belangrijke rol in het sporters aanleren van het nemen van de juiste keuzes. Met name bij jeugdigen weegt die rol zwaar omdat de hersenen, en met name de Neocortex, nog niet volledig ontwikkeld zijn waardoor o.a. het overzien van de consequenties van handelen nog matig ontwikkeld is. In Spinoza’s Ethica staan interessante handvatten beschreven over wat goed en slecht handelen is en hoe we ons kunnen ontwikkelen tot een goed handelend mens, in zijn woorden ‘een vrij mens die volgens de rede leeft’. Zijn voornaamste uitgangspunt is dat ieder mens ernaar streeft te volharden in zijn of haar bestaan waardoor de begeerte om te leven, handelen maar zeker ook om te wedijveren ontstaat. Alles wat wij doen of wat ons gebeurt dat het vermogen om te bestaan vermeerdert geeft ons blijheid, alles wat wij doen of wat ons gebeurt dat dit vermogen vermindert geeft ons droefheid. Liefde volgt uit gedachtes die wij koppelen aan iets of iemand die dit vermogen vermeerdert, haat volgt uit gedachtes die wij koppelen aan iets of iemand die dit vermogen vermindert. Spinoza vertelt ons dat blijheid altijd goed is en droefheid altijd slecht. Dat liefde en begeerte bovenmatig kunnen zijn en dus niet automatisch goed. Maar dat haat daarentegen nooit goed kan zijn en dat haat door de vrije mens beantwoord wordt met liefde. Verder stelt hij dat hoop, vrees, wanhoop, gerustheid, spijt en verheuging niet goed zijn. Dat angst, schroom of schaamte alleen goed is als het volgt uit de begeerte naar een eerbaar leven. En dat begeerte goed of slecht is afhankelijk van de aandoening waaruit het voortkomt. En juist dat laatste bepaalt of wij in staat zijn om te leven en handelen volgens de rede. Het vraagt om bewust te zijn van je gedachtes en emoties zonder erin mee te gaan of deze te veroordelen. Het vermogen de aandoening en de gedachte te kunnen scheiden van de uitwendige oorzaak. Door de aandoening te begrijpen en te accepteren worden passieve aandoeningen actieve aandoeningen. We nemen de regie in eigen hand. Door de noodzakelijkheid van de aandoening in te zien vermindert hun invloed en kunnen wij kiezen om te handelen vanuit liefde en begrip overeenkomstig met onze essentie in plaats van te lijden. Op deze manier kunnen wij aandoeningen verbinden en ontstaat intuïtieve kennis. Volgens Spinoza is dat ons belangrijkste doel, om dingen te begrijpen omdat hieruit de grootst mogelijke rust in onze ziel ontstaat. We weten in iedere situatie intuïtief goed te handelen uit adequate kennis in plaats van te lijden uit inadequate kennis. Trainers en coaches hebben de taak om sporters te laten inzien of zij handelden uit emotie (de slaaf die lijdt) of volgens de rede (de vrije mens die handelt uit begrip). Ze hebben de taak om sporters te laten inzien en begrijpen of hun handelden leidde tot droefheid of juist tot blijheid, of het voortkwam uit liefde of uit haat. Op die manier ontstaat bij hen kennis van wat goed en kwaad is waardoor zij kunnen uitgroeien tot een vrij mens in plaats van een lijdende slaaf. Tot mensen die niet strijdend tegenover elkaar staan maar samenwerkend nuttig voor elkaar zijn. Voorwaardelijk is dat de trainers en coaches zelf vrije mensen zijn die handelen volgens de rede.
  • 13. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 13 10. LEEFSTIJL Handbal in Nederland is een amateursport, en dat is maar goed ook. Goed omdat het daardoor sporters dwingt om hun sportcarrière te combineren met school, studie en later werk. Naast sportieve ontwikkeling is ook intellectuele ontwikkeling cruciaal voor een mens. Het verrijkt de sporter als mens, biedt hem een vangnet bij eventuele blessures en voorkomt of verkleint de kans op het zwarte gat na beëindiging van de sportloopbaan. Ik juich de combinatie dan ook van harte toe. Wel vereist het van de sporter zijn leven op een bepaalde manier in te delen en te leven. Kiezen voor sport in combinatie met een maatschappelijke carrière betekent ook kiezen veel andere dingen, zoals op stap gaan, bijbaantjes hebben of lang gamen, niet of zeer beperkt te doen. Het betekent ook kiezen voor een werkgever of onderwijsinstelling die deze combinatie mogelijk maakt of liever gezegd zelfs ondersteunt. Het betekent kiezen voor een heel bewuste levensstijl en willen begrijpen hoe lichaam en geest werken om optimaal te presteren. Het vereist het de discipline en sociale omgeving om goed te eten en drinken, en goed te rusten en herstellen. Rust en herstel Rust- en herstelmomenten zijn van groot belang om de mentale en energetische batterij op te laden. Na een fysieke inspanning zijn dit de momenten waarop het lichaam zich sterker aanpast dan voor de inspanning (supercompensatie). Het zijn bewuste momenten waarop wij switchen van ons sympathische naar ons parasympatische zenuwstelsel. Het sympatisch zenuwstelsel zet het lichaam in een actiestand (activatie van het fight-or-flight-system), het is als het ware ons gaspedaal. Om uitputting te voorkomen is het belangrijk regelmatig even af te remmen en zo het parasympatische zenuwstelsel te activeren. Het parasympatisch zenuwstelsel zet het lichaam meer in een rust- en herstelstand. Rust en herstel betreffen niet alleen alle fysieke en mentale, maar ook sociale processen. Herstellen kan actief en passief. Voorbeelden van passief herstel zijn een goede nachtrust, powernaps (kort slapen), luisteren naar muziek, lachen met collega’s of genieten van de natuur, een massage of sauna. Voorbeelden van actief herstel zijn rustig bewegen (zoals wandelen, fietsen, yoga of stretchen), eten, mindfulness-oefeningen, of zelfmassage (SMR). Maar ook een ontspannen avond uit met vrienden en familie en vakanties kunnen geweldig bijdragen aan herstel. Als het om herstellen gaat is het belangrijk om in de dag, week, maand en jaar herstelmomenten in te plannen. Momenten voor piekperiodes en direct na piekperiodes (tapering en periodisering). Het gaat bij rust en herstel niet sec over de kwantiteit maar juist over de kwaliteit van het herstel. Continu piekeren en zorgen maken over bijvoorbeeld relaties, geld, school of werk kunnen de kwaliteit van rust en herstel negatief beïnvloeden. Zorgen kunnen op de lange duur sluipmoordenaars worden voor een adequaat herstelproces. Het is dus belangrijk dat sporters in staat zijn mindful (met aandacht) te rusten en herstellen. Een goed hulpmiddel voor adequate hersteltijd kan een hartslagmeter zijn die ook de herstelstatus bijhoudt. Een goede nachtrust is cruciaal voor optimale prestaties. De noodzakelijke slaaptijden verschillen maar gemiddeld heeft een volwassene zeven tot acht uur slaap per dag nodig. Slaap is belangrijk voor onze cognitie vaardigheden en gemoedstoestand. Te weinig slaap beïnvloedt onze prestaties, uithoudings- en herstelvermogen negatief, het vergroot de kans op blessures en stimuleert ongezond eetgedrag. Goed slapen is vooral een subjectieve beoordeling (heb je lekker geslapen), gecombineerd met een objectieve beoordeling (duur en kwaliteit). Het vereist vaste slaap- en opstaan tijden en routines (lezen, ademhalingsoefeningen of muziek luisteren) te hanteren; een goede slaapomgeving (donker, rustig, fris, comfortabel); geen koffie, alcohol, eten, roken, intensief sporten of discussiëren twee uur voor het slapen; geen niet-slaapkamer activiteiten op de slaapkamer zoals tv kijken en op de computer werken of spelen; en een goed bed en kussen. Eten en drinken Voeding is de brandstof voor lichaam en geest. Het levert energie die we nodig hebben om te kunnen sporten, studeren, werken en slapen. De energie om je gedurende de gehele dag energiek en alert te voelen maar ook om te herstellen van inspanning en je weerstand op peil te houden. Goede voeding bevat drie essentiële voedingstoffen namelijk, koolhydraten (waaronder voedingsvezels), eiwitten en vetten. Een topsporter heeft ongeveer 7 tot 10 gram koolhydraten en 1,2 tot 1,7 gram eiwitten per kilogram lichaamsgewicht nodig. Daarnaast zijn voldoende water (>2,5 liter), vitaminen, mineralen en spoorelementen, en matig gebruik van alcohol van belang. Het belang van een goede hydratie kan niet vaak genoeg benadrukt worden. Een vochtverlies van 2% van het lichaamsgewicht heeft een negatief effect op de concentratie en het prestatievermogen. Bij een goede variatie in producten (zuivel, groenten, fruit, volkoren producten) en geen overmatige inspanning, is het niet nodig om supplementen te gebruiken. Er is één uitzondering en dat is vitamine D bij weinig zonlicht. Om energiek te blijven is het belangrijk om een goede energiebalans te vinden en handhaven. Door het gewicht en vetpercentage (bij topsport: 5-7% mannen en 12-14% vrouwen) in de gaten te houden weten we of de energie-inname in balans is met het energieverbruik. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het tijdens hypertrofie – training cycli verstandig is een positieve energiebalans na te streven om spieropbouw te stimuleren. Om af te vallen is juist een negatieve energiebalans vereist. In het algemeen kan gesteld worden dat een vrouw per dag gemiddeld 2.000 kilocalorieën (kcal) nodig heeft en een man gemiddeld 2.500 kcal. Kinderen tussen 4 en 10 jaar hebben ongeveer 80 kcal per kilogram lichaamsgewicht nodig. Bij 10 jaar en ouder komt dit neer op ongeveer 45 kcal per kg voor jongens en 38 kcal per kg voor meisjes. Bij intensieve sportbeoefening (topsport) ligt dit energieverbruik aanzienlijk hoger. Een manier om het energieverbruik van een topsporter uit te rekenen is: gewicht (kg) x 22,5 x 2 (Activity Factor), ter illustratie: 81 kg betekent 3.827 kcal. Door een goede dagplanning en verdeling van de maaltijden en tussendoortjes wordt de energie-inname verspreid waardoor een energiedip wordt voorkomen. Een goede dagplanning bestaat in ieder geval uit 3 maaltijden, ontbijt, lunch en diner, aangevuld met 3 tussendoortjes in de loop van de ochtend, middag en avond. Wanneer de inspanning langer dan een uur duurt, wordt er aanbevolen om 2 tot 4 uur voor de training (inspanning) een koolhydraatrijke maaltijd te eten. Deze tijd is nodig voor een voldoende lediging van de maag. Dit geldt zeker bij trainingen of wedstrijden die in de ochtend plaatsvinden omdat de glycogeenvoorraden dan
80% lager zijn. Wanneer dit vanwege de tijd niet mogelijk is, kunnen vloeibare maaltijden (zoals maaltijdvervangers) gebruikt worden. Voor een maximaal herstel van de glycogeenvoorraden wordt geadviseerd om binnen 30 minuten na een training of wedstrijd, 1.5 g/kg koolhydraten in te nemen. Het na 2 uur innemen van deze hoeveelheid koolhydraten vermindert het herstel van de glycogeenvoorraden al met 66%. Het direct na de inspanning innemen van de koolhydraten bespoedigt de aanvulling van de glycogeenvoorraad, doordat de bloedtoevoer naar de spieren in deze periode nog verhoogd is. Daarnaast zijn de cellen in deze periode nog gevoeliger voor de werking van insuline. Tevens wordt voor een volledig herstel nog aanbevolen om elke 2 uur een maaltijd te nemen, die 1.5 g/kg koolhydraten bevat. Wanneer de energie in voldoende mate uit koolhydraten en vet gehaald kunnen worden, kunnen de eiwitten gespaard blijven voor de opbouw en herstel van (spier)weefsel. Als coach stimuleer, begeleid en faciliteer je sporters een passende levensstijl te ontwikkelen. Dit doe je door eerst helder te krijgen waarom de sporter het zelf belangrijk vindt en wat hij al doet. Vervolgens verschaf je de sporter informatie over een goede levensstijl, stelt gezamenlijk realistische doelen en plannen op, en richt een ondersteunende sociale omgeving in (ouders en docenten betrekken kan hierbij dus van groot belang zijn). Je houdt de sporter op koers o.a. door hem bewust te maken van de geboekte progressie en zijn gevoel van motivatie te versterken. Daarbij kan de Total Quality Questionnaire uit de bijlage helpen. De National Sleep Foundation (NSF) raadt de volgende slaapuren aan. • 3-5 jr.: 10 tot 13 uur per nacht • 6-13 jr.: 9-11 uur per nacht • 14-17 jr.: 8-10 uur per nacht • 18 jr. en ouder: 7-9 uur per nacht
  • 14. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 14 11. HET MEERJARENBELEIDSPLAN Een meerjarenbeleidsplan omschrijft de huidige situatie, de gewenste situatie en presenteert een route om het gat tussen die twee te dichten. Omdat ik me in deze spel- en opleidingsvisie concentreer op talentontwikkeling, spreek ik liever over een meerjarenopleidingsplan. Een plan voor een groep sporters waarin op hoofdlijnen staat uitgewerkt hoe hen in staat te stellen hun potentieel in handbal tot ontplooiing te brengen. Zoals bij talentidentificatie omschreven zijn drive en durf naast de fysieke aanleg cruciale elementen. Vervolgens is het een kwestie van tijdig de gewenste fysieke, technische, tactische maar zeker ook mentale en sociale competenties ontwikkelen. Tijdig betekent voor een bepaalde leeftijd om doorstroming naar internationaal tophandbal überhaupt nog mogelijk te maken. Het hiernaast gepresenteerde overzicht kan daarbij gebruikt worden als benchmark. In mentaal en sociaal opzicht, en daarmee automatisch ook bekeken vanuit ethiek, is het belangrijk de fysieke, technische en tactische competenties onder allerlei vormen van druk te kunnen uitvoeren zoals tijdsdruk, precisiedruk, complexiteitsdruk, prestatiedruk en wedstrijddruk. Het long term athlete development plan beidt hier goede handvatten voor. Gedurende de jongste jaren, t/m 7 jaar, ligt de focus op plezierige lichamelijke ontwikkeling. Daarna verschuift de focus (t/m 9 jaar) naar leren trainen, oftewel wennen aan de toenemende intensiteit zowel fysiek als mentaal. Van 10 t/m 14 jaar gaat het om het onder de knie krijgen van de technische en tactische componenten onder tijds-, precisie-, complexiteit- en intensiteitsdruk maar zonder prestatie- en wedstrijddruk. Vanaf 15 jaar is het belangrijk prestatiedruk toe te voegen. Vanaf een jaar of 19 verschuift de focus naar het trainen om te winnen. Het ontwikkelen van de mentale en sociale componenten en ethiek gebeurt in het moment afhankelijk van hoe een sporter met deze druk omgaat. Dit overzicht is o.a. gebaseerd op de sensitieve trainingsperiodes zoals Rene Wormhoudt deze omschrijft in zijn Athletic Skills Model. Het betreft slechts een richtlijn, de exacte invulling natuurlijk afhankelijk uit de individuele analyse en ambitie per sporter.
  • 15. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 15 12. DE TRAINING Een goede training is specifiek, doelgericht en wordt geconcentreerd uitgevoerd. Om dat te realiseren is het verstandig het fysiek actieve deel van een training niet langer dan 90 minuten te laten duren. 90 minuten omdat de fysieke inspanning tijdens een handbalwedstrijd ongeveer 90 minuten duurt (30 minuten warming-up en 60 minuten wedstrijd). Daarnaast is bewezen dat een fysieke inspanning van langer dan 90 minuten zorgt voor een snelle afname van het energieniveau. Dit zorgt voor een reactie op het hormoon- en immuunsysteem en dat heeft een negatief effect op het fysieke trainingseffect. Een derde reden om niet langer te trainen is dat na die tijd het concentratievermogen van sporters drastisch afneemt. Naast deze trainingsduur is het aan te raden voldoende variatie in oefenvormen aan te brengen. Variatie om de sporters geboeid te houden maar ook omdat handbal een dynamische sport is. Naast variantie is het, om flow in een training aan te brengen, belangrijk iedere training te starten met een check-in. Een check-in om de aandacht vrij te maken en te richten maar ook om sociale verbondenheid en openheid te creëren. Uit onderzoek blijkt dat vooral dat laatste van niet te onderschatten waarde is voor de kwaliteit van een training. De fase in het seizoen, de piekmomenten en de leerdoelstellingen bepalen de thema’s, het doel en intensiteit van de training. Omdat het fysieke element in handbal echter steeds belangrijker wordt ben ik er voorstander van iedere training ongeveer 50% van de tijd te spenderen aan fysieke training. Hoe specifieker (neuromusculair, arhtokenitsch en metabolisch) dit vorm wordt gegeven, hoe effectiever er getraind wordt. Er vindt dan een optimale transfer plaats. Omdat handbal steeds dynamischer wordt, wordt het steeds belangrijker het aanpassings- en beslissingsvermogen van spelers te vergroten. Ook dit dient, zoals eerder bij trainingsfilosofie omschreven, getraind te worden door spelers in verschillende spel- en wedstrijdsituaties te brengen en zelfstandig met elkaar tot oplossingen te laten komen. Als trainer betekent dit spelend leren faciliteren. Fouten uitlokken, laten gebeuren, op je handen zitten, tong afbijten, vragen stellen en zo samen zelfgestuurd leren faciliteren. Het maakt het trainen niet alleen effectiever maar ook leuker. Er vindt automatisch horizontale binding plaats. Omdat ik in mijn trainingen uitga van een holistische visie op de mens, integreer ik graag competenties van alle vijf de pijlers in een training. Daarbij is het belangrijk in iedere training ruimte in te bouwen om heel specifiek te werken aan persoonlijk aandachtspunten. Om die reden bouw ik een training graag op conform hiernaast uitgewerkt format. De mentale training loopt daarbij dwars door de verschillende onderdelen heen door per onderdeel te spelen met de wet van de toenemende weerstand. Natuurlijk moet dit qua faciliteiten wel mogelijk zijn. Niet alle sporthallen zijn uitgerust met materiaal voor fysieke training waardoor integratie van deze twee lastig wordt. In dat geval kunnen de handbaltraining en weerstandstraining (getting strong) uit elkaar gehaald worden. Wel is het belangrijk beide trainingen te starten met de check-in, getting ready en getting connected, en te eindigen met getting relaxed en de close-dwon. Deze laatste twee zijn min of meer de start van de volgende activiteit, ze bevorderen immers het herstel en geven het slimme onbewustzijn de kans zich voor te bereiden op de volgende training of wedstrijd. Trainingsopbouw * afhankelijk van het doel de training kunnen 'getting strong', 'getting competative' en ‘getting better’ worden omgeruild ** eventueel voorzien van een visualisatie- of meditatieoefening *** kan tot 15 minuten duren indien situatie daarom vraagt (totale training duurt dan tot 120 minuten waarvan 90 fysiek actief) In iedere trainingsvorm maak ik zoveel mogelijk gebruik van horizontale binding waarbij de focus wel op een van de spelfases ligt. Daarbij ben ik, tijdens het seizoen, voorstander van een prestatieperiodisering. Een periodisering die zich uit in een weekschema waarin variatie zit tussen de verschillende trainingsfases en spelfases, en ruimte is voor vrij spel om het geleerde in de praktijk te brengen. Hoewel de exacte inhoud en omvang van het weekschema afhankelijk zijn van de seizoensfase, het trainingsdoel en de trainingsgroep, kan een dergelijk weekschema er als volgt uit zien.
  • 16. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 16 13. HET BEGELEIDINGSTEAM Select on diversity, hire philosophy. Oftewel, selecteer op diversiteit in competenties maar speel samen vanuit een gezamenlijke filosofie, vanuit een gezamenlijke werkwijze, vanuit gezamenlijke waarden. Een ideale technische staf bestaat, naast een goede medische begeleiding, o.a. uit specialistische trainers per positie die als mentor voor spelers op die positie kunnen optreden, met name als het gaat om hun technische ontwikkeling. Daarnaast uit een fysieke trainer met kennis van het handbalspel om per positie kinetisch, metabolisch en neuromusculair specifiek te trainen. Dit alles onder leiding van een hoofdcoach die in staat is om het teamleren te faciliteren en zijn spelers mentaal te trainen en coachen. Als de hoofdcoach vooral oog heeft voor de mentale toestand van zijn spelers is het aan te raden een assistent-coach te hebben die juist oog heeft voor de wedstrijdtactiek en -statistiek. De sportarts, -fysiotherapeut en –psycholoog bieden hulp bij ‘blessures’. Zij adviseren het begeleidingsteam. Dat geldt ook voor de video-analist. De teammanager zorgt voor de randvoorwaarden om optimaal te presteren en maakt het begeleidingsteam compleet. Het belangrijkste is echter dat het complete begeleidingsteam als team samenwerkt vanuit dezelfde filosofie. Dat het bestaat uit voorbeeldfiguren die de durf hebben om eigen opvattingen, overtuigingen en keuzes kritisch te bekijken. Uit authentieke mensen met de kracht om fouten die worden gemaakt te zien als een kans om te leren. Uit een groep met een gedeelde visie die een hoge mate van psychologische veiligheid bij elkaar ervaren. Een team met sterke onderlinge verbondenheid, geloof in eigen kunnen en autonomie. Een groep die het echt leuk en interessant vindt om anderen optimaal te laten presteren en groeien. Die dat doen vanuit een helder persoonlijk ontwikkeldoel waarvoor zij elkaar nodig hebben. Een team dat de verschillende ontwikkelfases, forming, storming, norming and performing, heeft doorlopen en kan uitdragen. Een team met zelfbewuste vrije mensen die handelen uit begrip, in systemen kunnen denken en empowering leiderschapsgedrag kunnen vertonen. 14. EEN PERSOONLIJK VERHAAL Deze spel- en opleidingsvisie is de neerslag van mijn persoonlijke ontwikkeling. Gebaseerd op de ervaringen en inzichten die ik opgedaan heb als speler, trainer, coach en manager zowel binnen de sportwereld als in het bedrijfsleven. Het is een weergave van wat ik denk dat er in de huidige tijd nodig is om (handbal)talenten optimaal te ontplooien. Trek het in twijfel, geloof er niets van, tenzij het je raakt omdat het past bij jouw gevoel dat het in deze tijd anders mag en kan. Dat het ook van jou en jouw spelers wat anders vraagt om in deze tijd optimaal te presteren op het handbalveld en daarbuiten. Het doel achter het schrijven van deze spel- en opleidingsvisie rijkte verder dan aantonen dat ik de de vereiste competenties voor de HT3 en HT4 verworven heb. Ik hoop ook helder gemaakt te hebben vanuit welke visie ik train en coach en hoe ik naar talentontwikkeling kijk. Ik hoop dat het jou als trainer – coach aan het denken heeft gezet over hoe jij je rol invult. Ik hoop dat het jou enkele inzichten gegeven heeft waarmee jij jouw spel- en opleidingsvisie weer kan verrijken. Toen ik startte met schrijven van dit visiedocument en de HT3 en HT4 opleidingen, begon ik ook als assistent-trainer bij Initia Hasselt. Ik heb mijzelf dat jaar (2015-2016) ten doel gesteld uit te vinden of het trainerschap bij me past, wat ik er leuk aan vind en waar ik goed in ben. Ik wilde mijn eigen visie op handbal ontwikkelen en vertalen naar praktijk. Als speler heb ik vaak het gevoel gehad dat veel trainingstijd en coaching-momenten ineffectief werden benut. Laag concentratieniveau, geen beleving, weinig aandacht voor fysieke training en niet wedstrijdecht of functioneel als het om fysieke, mentale en sociale druk gaat. Hoewel ik de technische en tactische componenten zeker niet onderschat denk ik dat vooral op die andere drie pijlers de winst te behalen valt. Vandaar ook dat deze spel- en opleidingsvisie de subtitel “team and thrive in handball land life” draagt. Het zal logisch klinken dat ik ervaren heb dat ook juist daar mijn kracht ligt. Om spelers te leren de verantwoordelijkheid te nemen het beste uit zichzelf te halen en de spelers waarmee zij samenspelen wanneer de druk toeneemt. Het past ook het beste bij mijn drijfveer om jeugdigen via sport in staat te stellen de waarden en competenties eigen te maken die nodig zijn om een gezond, gelukkig en succesvol leven te leiden in de huidige complexe, dynamische en competitieve wereld. Bij de start van de HT3 en HT4 opleidingen heb ik een competentiescan ingevuld. Een van mijn belangrijkste ontwikkelpunten waren om mijn eigen spel- en opleidingsvisie te verwoorden en helder te krijgen hoe talentscouting en voortgangsmonitoring in lijn met die visie in te vullen. Daarnaast vond ik het uitdagend om samen te werken in een begeleidingsteam met diversiteit in competenties. Ook het tactisch voorbereiden van wedstrijden, het nemen van adequate tactische maatregelen tijdens de wedstrijd en met de groep naderhand evalueren van de wedstrijden, waren punten van ontwikkeling waarmee ik wilde experimenteren. Als laatste wilde ik groeien in het sportspecifiek en doelbewust integreren van fysieke en mentale training in de handbaltraining en het correct technisch-tactisch corrigeren. Terugblikkend kan ik zeggen dat ik, met veel dank aan Vladimir Tomanovic, het afgelopen jaar aan al deze elementen heb kunnen werken. Ik heb mogen ervaren dat mijn kracht is om energie en enthousiasme op een training te brengen en sportspecifieke fysieke en mentale training in de handbaltraining te integreren. Om spelers verantwoordelijkheid te laten nemen en met elkaar effectief in gesprek te laten gaan. Ik ben trots op de spel- en opleidingsvisie die dit jaar gestalte heeft gekregen. Ook heb ik ervaren dat mijn diepste drijfveer en tegelijk grootste kracht is om manieren te bedenken om dingen anders of beter te doen en de moed op te brengen daar ook werkelijk mee te experimenteren. Dit gaat lastig in de rol van assistent. Ook als het gaat om tactische wedstrijdvoorbereidingen of het correct technisch-tactisch corrigeren op trainingen ben ik van mening dat ik daar dit jaar een stap in gezet heb. Tegelijkertijd ben ik van mening dat dit nooit mijn sterkste kant als trainer-coach zal worden. In ieder begeleidingsteam waarvan ik deel uit maak zal ik dus altijd op zoek gaan naar iemand wiens grootste kracht juist dat is. Op basis van de opgedane ervaringen en inzichten van het afgelopen jaar heb ik mijzelf ten doel gesteld het komend seizoen (2016-2017) een kwaliteitsimpuls te geven aan het opleidingsprogramma van HSG, en eventueel andere opleidingsinstituten, door deze spel- en opleidingsvisie met hulp van de trainers te vertalen naar de praktijk. Ewout Boogaard, MBA Geulle, augustus 2016
  • 17. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 17 Spel- en opleidingsvisie #team and #thrive in handball and life BIJLAGEN
  • 18. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 18 15. VOORBEELD JAARPLAN Klik hier voor een beter leesbare online versie van het jaarplan. http://strongminded.nl/wordpress/2016080 1-02_voorbeeld_jaarplan/
  • 19. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 19 4E FASE VERDEDIGING 16. VOORBEELD TRAININGEN Klik hier voor een beter leesbare online versie van deze trainging. http://strongminded.nl/wordpress/20160803_v oorbeeld_training_verdediging_kracht_uithoudi ng/
  • 20. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 20 1E , 2E EN 3EE FASE AANVAL Klik hier voor een beter leesbare online versie van deze trainging. http://strongminded.nl/wordpress/20160803_v oorbeeld_training_snelle_tegenaanval_power/
  • 21. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 21 4E FASE AANVAL Klik hier voor een beter leesbare online versie van deze trainging. http://strongminded.nl/wordpress/20160808_4 e_fase_aanval_hypertrofie_fase/
  • 22. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 22 1E , 2E EN 3E FASE VERDEDIGING Klik hier voor een beter leesbare online versie van deze trainging. http://strongminded.nl/wordpress/20160809_s nelle_omschakeling_verdediging_stabiliteit/
  • 23. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 23 BIJZONDERE SITUATIE – ONDERTAL VERDEDIGING Klik hier voor een beter leesbare online versie van deze trainging. http://strongminded.nl/wordpress/20160811_b ijzondere_situatie_ondertal_verdediging_max_ kracht/
  • 24. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 24 17. VOORBEELD COACHING MOMENTEN Gedurende seizoen 2015-2016 was ik als assistent coach actief bij Initia Hasselt. Samen met Vladimir Tomanovic, Zoran Kenjic en Johan Vossen vormden wij de technisch – medische staf. Verschillende coaching momenten hebben zich tijdens dat seizoen voorgedaan. Enkele van die momenten gebruik ik om inzichten te verschaffen hoe deze spel- en opleidingsvisie te vertalen naar de coaching praktijk. START SEIZOEN Bij de start van het seizoen draait het naast kennismaking en onderlinge verbondenheid vooral om het creëren van een gezamenlijk beeld van succes en van een gezamenlijke strategie (shared mental model). Daarnaast is het belangrijk zicht te krijgen op ieders persoonlijke ambities en behoeftes, die met elkaar te delen en de positieve onderlinge afhankelijkheid te vinden. Daarvoor kan onderstaande workshop worden benut. Het is belangrijk daarbij gebruik te maken van vormen die ervoor zorgen dat iedere speler eerst zelf moet nadenken en ‘kleur bekennen’, en ongeveer evenveel spreektijd krijgt om zijn inzichten toe te lichten. Inzichten die gericht zijn op een gezamenlijke succesvolle toekomst. Ter voorbereiding op de workshop is het verstandig de spelers al individueel te laten nadenken over wanneer het seizoen voor hem een succes is, wat hij denkt dat dat van het team en hemzelf gaat vragen en wat hij daarvoor nodig heeft. INDIVIDUELE VOORTGANGSGESPREKKEN Nadat het gezamenlijke beeld van succes en de gezamenlijke strategie helder zijn kun je de stap zetten naar het verdiepen van de persoonlijke uitdagingen in persoonlijke gesprekken. Dit zijn de gesprekken die plaatsvinden voor of rondom de voortgangsmetingsmomenten. Doel van die gesprekken is samen met de sporter te komen tot zijn persoonlijke opleidingsplan voor de komende periode. Daarbij werk ik graag met kwartaaldoelen en -programma’s. Overigens is het belangrijk deze persoonlijke plannen te verbinden aan het jaarprogramma van het team en binnen het team te delen zodat iedereen weet wat ieders persoonlijke leerdoelen en ambities zijn. Naast begrip creëert dit ook de mogelijkheid elkaar gericht feedback te geven. Om te komen tot deze persoonlijke plannen en goede gesprekken kan onderstaande topsport assessment worden benut. Dit helpt je eerst een goed gezamenlijk beeld te krijgen van de huidige situatie om die inzichten vervolgens te vertalen naar concrete persoonlijke leerdoelen en actieplannen. Ter voorbereiding op het gesprek is het verstandig de wedstrijdstatistiek en fysieke testen te analyseren, en de spelers al te laten nadenken over wat zij beschouwen als hun belangrijkste aandachtspunten voor de komende periode. Klik hier voor een beter leesbare online versie van het Personal Topsport Assessment Handbal. http://strongminded.nl/wordpress/20160801_personal-topsport-assessment_handbal-2/
  • 25. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 25 TUSSENEVALUATIE SEIZOEN Afhankelijk van de seizoensopbouw en het verloop is het verstandig een of meerdere tussenevaluaties met het team uit te voeren. Evaluaties waarop je met elkaar terugkijkt op het proces en de resultaten tot op dat moment om daar lessen uit te trekken voor het vervolg van het seizoen. Daarvoor kan onderstaande workshop worden benut. Ter voorbereiding op de workshop is het verstandig de spelers al te laten nadenken over hoe zij vinden dat het seizoen tot op dat moment is gegaan. Een goede manier daarvoor kan zijn om de spelers individueel een korte enquête te laten invullen. Een enquête waarin de spelers gevraagd worden aan te geven ‘hoe tevreden ze zijn over hun eigen bijdrage aan het team of hun persoonlijke ontwikkeling tot op heden?’ (cijfer tussen 0 en 10), met korte omschrijving waarom zij zichzelf dit cijfer geven. Vraag hen daarbij wat zij zien als hun voornaamste sterke punten waarover ze tevreden zijn en hun voornaamste ontwikkelpunten om dat cijfer gedurende de rest van het seizoen te verhogen. Vraag in de enquête ook ‘hoe tevreden zij tot op heden zijn over het spel van of de sfeer binnen het team’, eveneens met een korte toelichting. Wat zien zij als de voornaamste sterke punten van het team waarover ze tevreden zijn en wat als de voornaamste ontwikkelpunten om dat cijfer te verhogen. EINDEVALUATIE SEZOEN Net als bij een wedstrijd start je ook het seizoen met heldere ambities en een plan. Daarvoor kun je de startworkshop gebruiken. Aan het eind van het seizoen is het belangrijk met elkaar terug te blikken op het seizoen en daar gezamenlijke maar zeker ook persoonlijke lessen uit te trekken voor de toekomst. Daarvoor kan onderstaande workshop worden benut. Ter voorbereiding op de workshop is het verstandig de spelers al te laten nadenken over hoe tevreden zij zijn over het seizoen en wat zij het meest bijzondere moment van het seizoen vonden. WEDSTRIJDVOORBEREIDING Zoals bij coachingsfilosofie beschreven is de essentie van een goede wedstrijdvoorbereiding dat alle spelers in staat gesteld worden hun aandacht volledig te richten op de zintuiglijke waarneming die de door hen op dat moment uit te voeren handeling het meest nauwkeurig aanstuurt. Omdat te realiseren is het belangrijk een wedstrijd op de juiste manier voor te bereiden. De dagen voor de wedstrijd is het belangrijk het plan, de strategie en de individuele taken helder bij iedereen tussen de oren te krijgen. Tijdens de wedstrijdspeech op de dag van de wedstrijd gaat het om het toepassen van de mentale routine. Daarbij kan de volgende opbouw benut worden. De wedstrijdspeech die we hielden voor de, van OCI-Lions, gewonnen Beneleague finale staat ernaast ter illustratie globaal uitgewerkt. Daarbij is het belangrijk het team te benadrukken maar ook individuele aandachtspunten mee te geven en het niet langer dan een minuut of 5 te laten duren.
  • 26. #team and #thrive in handball and life Spel- en opleidingsvisie Auteur: Ewout Boogaard 26 Hoewel de wedstrijd pas in verlengingen werd beslist in ons voordeel verliep het verloop van de wedstrijd precies volgens plan. Lions ging furieus van start. We kwamen achter en hielden de kloof op een doelpunt of vijf. Ongeveer 10 minuten voor het einde van de reguliere speeltijd namen we een time-out. Daarin vertelden wij onze aanvoerder tegen de groep te zeggen dat de wedstrijd exact volgens plan verliep. Dat nu onze 10 minuten aanbraken waarin we de wedstrijd gaan kantelen. Het geloof kwam terug in het team. De wedstrijd kantelde. We dichtten de kloof en wisten in de laatste seconden van de verlenging het beslissende doelpunt te scoren. TIJDENS WEDSTRIJD / TIME-OUT / RUST Naar mijn mening is het doel van coaching tijdens de wedstrijd, een time-out of de rust om het momentum in een wedstrijd in het voordeel van het team te kantelen. Dit kan op twee type momenten. Als het momentum kantelt in het nadeel van het team. Het is dan belangrijk in te grijpen voor het point of no return wordt gepasseerd. Of, als de wedstrijd verloopt volgens plan en in een nieuwe fase met een nieuwe doelstelling terecht komt. In beide gevallen dient de coach, zoals bij coachingsfilosofie omschreven, te fungeren als tegenhanger van het team. Daarnaast moet hij goed weten welke signalen vroegtijdig aangeven dat het momentum kantelt in het nadeel van het team, en moet hij met het team het wedstrijdverloop goed hebben voorbereid (de scenario’s besproken hebben). Zoals bij wedstrijdvoorbereiding beschreven liep de finale Beneleague 2015-2016 volgens plan. We namen een time-out 10 minuten voor het einde van de reguliere speeltijd. Doel was om het team duidelijk te maken dat we, volgens plan, in de finale van de wedstrijd terecht kwamen waarin onze tegenstander meestal verzwakte om zo het geloof in een succesvolle afloop te laten herleven. Door dit niet zelf te zeggen maar onze aanvoerder in die positie te plaatsen ontstond niet alleen het geloof maar ook de verbondenheid en autonomie binnen het team. Achteraf makkelijk praten, maar het verloop is bekend. WEDSTRIJDEVALUATIE Het doel van een wedstrijdevaluatie is om gezamenlijke lessen te trekken om individueel en als team te verbeteren. Om ervoor te zorgen dat iedereen de afgelopen wedstrijd, ongeacht het resultaat, achter zich kan laten en de focus weer met 100% motivatie kan verleggen naar de volgende wedstrijd. Daarbij is het belangrijk als coach goed te kunnen uitleggen hoe de geleverde prestatie past in het jaarprogramma. Oftewel, spelers moeten begrijpen waarom zij eventueel minder gepresteerd hebben dan zij zouden willen als zij bv. in een hypertrofie fase van het seizoen zitten. In seizoen 2015-2016 speelden wij met Initia Hasselt de finale (best-of-three) om het Belgisch Kampioenschap tegen Achilles Bocholt. De eerste wedstrijd, uit in Bocholt, verloren we kansloos. Op de maandagtraining hebben we deze wedstrijd als volgt geëvalueerd. Doel van deze evaluatie was om de motivatie bij onze spelers te prikkelen en helder te krijgen hoe we ons zo optimaal mogelijk op de volgende wedstrijd kunnen voorbereiden. Hoewel we de 2e wedstrijd aanzienlijk beter speelden, is het ons niet gelukt de finale te winnen. Naar mijn mening hadden we die finale al verloren na de winst in de Beneleague in februari. De trainingsopkomst, -inzet en –kwaliteit waren vanaf die tijd niet meer toereikend. Het seizoen was met 1 prijs immers voor de meeste spelers al geslaagd. LIFESTYLE / HERSTEL COACHING Om een interessant gesprek en goede kapstok te hebben voor het coachen van sporters t.a.v. hun leefstijl, gericht op het realiseren van optimaal herstel zodat supercompensatie kan optreden, kan onderstaande Total Quality Recovery questionnaire gebruikt worden.