Efeze 2:19-22 in drie aspecten. Conclusie en breed - Gods plan met iedereen.

1. Efeziërs - 34
28-9-2023
Gods regering,
Gods familie,
Gods gebouw
Efeziërs 2:19-22

2. conclusie en
wijde betekenis
Efeziërs 2:19-22

3. Paulus’ eerdere verkondiging

4. Romeinen 3
- rechtvaardiging van
ons als zondaren in
het bloed van Christus

5. Romeinen 3, 5
- rechtvaardiging van
ons als zondaren in
het bloed van Christus
- verzoening van ons als vijanden
door de dood van de Zoon

6. Romeinen 3, 5, 8
- rechtvaardiging van
ons als zondaren in
het bloed van Christus
- verzoening van ons als vijanden
door de dood van de Zoon
- in Christus zijn: geen veroordeling

7. Romeinen 3, 5, 8
- rechtvaardiging van
ons als zondaren in
het bloed van Christus
- verzoening van ons als vijanden
door de dood van de Zoon
- in Christus zijn: geen veroordeling
- niets kan scheiden van Gods liefde in Christus Jezus

8. Romeinen 15:27
schuldenaars van de heiligen in Jeruzalem,
omdat zij deelhebben aan hun geestelijke goederen
vóór het schrijven
van de ‘Efezebrief’:
positie van gelovigen
uit de natiën:

9. Paulus verkondigt
tijdens derde reis
aan Israël:
Jezus Christus als de Messias, de
Dienaar van de Besnijdenis
Basis: woord van God uit Tenach (OT)

10. Paulus verkondigt tijdens derde reis aan de natiën: het woord van de
Heer en Zijn kruis, Gods grote barmhartigheid en Zijn gerechtigheid
Romeinen 15:8-12;
én legt het kostbare fundament van Zijn genade in Jezus Christus -->
de bron van Gods genade was daardoor ontsloten, open
Romeinen 1:5-7; 3:24; 5:20,21

11. Paulus’ latere verkondiging

12. De bron van Gods genade was geopend in
Romeinen, maar haar onuitputtelijke
en onoverwinnelijke rijkdom werd later
in de brieven van Paulus bekendgemaakt.

13. In Efeze oneindige
rijkdom aan genade
en liefde van God,
maar niet wij, maar
Hij staat dan in het
middelpunt
– Efeziërs 1:6,12,14

14. opdat Hij de twee in Zichzelf tot één nieuwe mensheid
schept, vrede makend, Efeziërs 2:15b
alle scheidslijnen
en barrières weg
door het kruis,
bloed van Christus
Efe.2:11,12

15. burgers, familie, gebouw

16. voorrecht voor de
heiligen van alle tijden:
1
onder de regering van God
-politiek aspect-
‘het koninkrijk van God’
wij: in het koninkrijk van de
Zoon van Zijn liefde – Kol.1:13

17. niet langer:
tijdelijk verblijvenden
paroikoi – langsbij/naast-
(t)huis-zijn-ers
[2:12 vervreemd van het
burgerrecht van Israël]
maar jullie zijn:
mede/tezamen – burgers
van de heiligen

18. mede/tezamen – burgers
van de heiligen:
de gelovigen uit de natiën
delen het burger-zijn

19. mede/tezamen – burgers
van de heiligen:
de gelovigen uit de natiën
delen het burger-zijn
hoe en met wie?
op gelijk niveau met
de heiligen (gelovigen)
uit Israël

20. mede/tezamen – burgers
van de heiligen:
de gelovigen uit de natiën
delen het burger-zijn
hoe en met wie?
op gelijk niveau met
de heiligen (gelovigen)
uit Israël
waar?
in het op-hemelse
domein/gebied

21. mede-burgers
van de heiligen:
waarvoor?
waartoe?
regeren over het universum
onder één Hoofd: Christus

22. koninkrijk van
de hemelen
===============
Israël regeert als
priesterlijke natie
over de natiën
- op aarde -
en als koningen op
de nieuwe aarde
ophemels koninkrijk
================================
lichaam van Christus regeert in de
ophemelse ‘regionen’ over al de
ophemelsen onder één Hoofd: Christus
de komende
eonen:

23. het koninkrijk van God
koninkrijk van
de hemelen
ophemels koninkrijk

24. voorrecht
horen bij
Gods familie:
- sociaal aspect -
‘gezinsleden van
de God’
2

25. niet langer
gasten – xenoi = vreemdelingen
[2:12 gasten van de verbonden
van de belofte]
gezinsleden van God
(oikeioi = (t)huis-zijn-ers)
maar