Nieuw Jeruzalem - God ontwerpt en bouwt. De stad met fundamenten

1. OP71
Openbaring 21:9-27
17-11-2021
Het nieuwe Jeruzalem - 1

2. OP71
En één uit de zeven
boodschappers die de
zeven schalen hadden,
boordevol met de laatste
zeven slagen, kwam en
sprak met mij, zeggend:
"Kom hierheen, ik zal jou
de bruid tonen, de vrouw
van het Lammetje.”
En hij bracht mij weg in geest
op een grote en hoge berg, en
toonde mij de heilige stad Jeruzalem,
afdalend uit de hemel van God, de
heerlijkheid van God hebbend.
Openbaring 21:9,10

3. OP71
Openbaring 21:11,12
Haar lichtbron is gelijk de waardevolste steen, als een kristalheldere
jaspissteen, heeft een grote en hoge muur, heeft twaalf poorten, en
op de poorten twaalf boodschappers, en hun namen opgeschreven,
wat de namen zijn van de twaalf stammen van de zonen van Israël.

4. OP71
Openbaring 21:13,14
Vanaf oost zijn drie poorten,
en vanaf noord drie poorten,
en vanaf zuid drie poorten,
en vanaf west drie poorten.
En de muur van de stad had
twaalf fundamenten, en daarop
de twaalf namen van de twaalf
apostelen van het Lammetje.

5. OP71
Openbaring 21:15-16
En die sprak met mij had een maatstaf, een gouden riet, opdat hij de stad
en haarpoorten en haar stadsmuur zou meten. En de stad ligt vierhoekig,
en haar lengte is zo veel als de breedte, en hij mat de stad met het riet op
twaalfduizend stadiën. Haar lengte en breedte en hoogte zijn gelijk.

6. OP71
En hij mat haar
stadsmuur:
honderdvierenveertig
ellen volgens de maat
van een mens, die ook
van een boodschapper
is. En de bouwstof van
haar stadsmuur was
jaspis, en de stad is van
zuiver goud, gelijk zuiver
glas. Openbaring 21:17,18

7. OP71
De fundamenten van de stadsmuur van de stad zijn versierd met iedere
waardevolle steen: het eerste fundament met jaspis, het tweede saffier,
het derde chalcedon, het vierde smaragd, het vijfde sardonyx, het zesde
carneool, het zevende topaas, het achtste beril, het negende chrysoliet,
het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethyst.
Openbaring 21:19,20

8. OP71
En de twaalf poorten zijn
twaalf parels, eenieder van
de poorten was elk uit één
parel, en het plein van
de stad was zuiver goud,
als transparant glas. En een
tempel zag ik niet in haar,
want de Heer God, de
Almachtige, is haar tempel,
en het Lammetje.
Openbaring 21:21,22

9. OP71
En de stad heeft geen behoefte aan de zon, noch aan de maan, opdat
zij zichtbaar zijn in haar, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en
haar lamp is het Lammetje. En de natiën zullen wandelen door haar
licht, en de koningen van de aarde dragen hun heerlijkheid naar binnen
in haar. Openbaring 21:23,24

10. OP71
En haar poorten zouden overdag in geen geval
gesloten worden, want nacht zal daar niet meer
zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de
natiën naar binnen in haar dragen. En in geen
geval zou in haar al het vervuilde binnenkomen,
of zij die gruwel en valsheid doen, behalve zij die
geschreven staan in de boekrol van het leven
van het Lammetje. Openbaring 21:25-27

11. het is geschied – gericht 16:17 Ik ben geworden – zegen 21:6
de grote stad Babylon grote nieuw Jeruzalem
edelstenen, goud, parels edelstenen, parels, goud
geen muziek/vreugde geen dood, rouw, vloek
bewoning door demonen niets dat verontreinigt
eilanden vluchten, geen bergen aarde en hemelen vluchten
de hoer de bruid
aardse koningen corrupt aardse koningen brengen eer
natiën dronken gemaakt natiën wandelen in licht

12. OP71
de 7e boodschapper (?) -->
giet schaal uit op de lucht
en de steden van de natiën
vallen, en Babylon.
En één uit de zeven
boodschappers die de
zeven schalen hadden,
boordevol met de laatste
zeven slagen, kwam en
sprak met mij, zeggend:

13. OP71
"Kom hierheen, ik zal jou
de bruid tonen, de vrouw
van het Lammetje.”
oude verbond: huwelijk
met Israël, de vrouw van
Jahweh (Jeremia 31:32); liep mis -
-> scheidbrief
Deut.24:1-4 om Hosea 2:6-13

14. OP71
"Kom hierheen, ik zal jou
de bruid tonen, de vrouw
van het Lammetje.”
ondanks gedrag werd
hart van Jahweh niet
verhard; Jeremia 3:1
Jahweh huwt geen
ander, en staat Israël
dat ook niet toe
Hosea 3:1-5

15. OP71
bruid: de gelovigen in
Jezus’ tijd waren de
bruid; Israël was toen:
‘overspelige generatie’
‘die de bruid heeft, is
de bruidegom’( Joh.3:29)
de band van de Heer met
Zijn lichaam is géén huwelijk;
de gemeente kán de bruid niet
zijn; natiën hebben geen deel
aan nieuw Jeruzalem

16. OP71
bruid: alle heilige
gelovigen van Israël
van alle tijden, 12
apostelen de kern,
verenigd met het
Lammetje in laatste
twee eonen
--> inclusief 2 groepen: de
eerdere opstanding en zij die
uit de grote verdrukking komen

17. OP71
bruiloft van het Lammetje
Openbaring 19:6,7
= festiviteiten van 1000 jaar
in het nieuwe verbond,
Jeremia 31:33
natiën zijn gasten

18. OP71
het Lammetje:
onze Heer: Lam van God in
(ootmoed en offer)
Johannes 1:29,36
vergeleken met een lam:
Handelingen 8:32; 1 Petrus 1:19
In toekomst is alles jeugdig,
nieuw, fris --> bruid (ipv vrouw)
Lammetje (ipv Lam):
vriendelijk, weerloos, jeugdig

19. OP71
krachten van het kwaad:
* monsterlijke draak
* menigten van de duisternis
* nederlaag
kracht van God:
* klein Lammetje
* legioenen van het licht
* overwinning
‘het zwakke van God is
sterker dan de kracht
van Zijn schepselen’

20. OP71
En hij bracht mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en toonde
mij toonde mij de heilige stad Jeruzalem, afdalend uit de hemel van
God, de heerlijkheid van God hebbend. Openbaring 21:10
de stad met fundamenten
Hebreeën 11:10
‘als bruid voor haar man
versierd’ Openbaring 21:2

21. OP71
haar helderheid/lichtsterkte
is gelijk aan de waardevolste steen,
als een kristalheldere jaspissteen Openbaring 21:11
‫יׁשפה‬Exodus 28:20

22. OP71
heeft een grote en
hoge muur, heeft
twaalf poorten
poorten in
Nehemia
poorten nu
Jeruzalem

23. OP71
en op de poorten twaalf boodschappers, en hun namen
opgeschreven, wat de namen zijn van de twaalf stammen
van de zonen van Israël – (vergelijk Ezechiël 48:31-34)
twaalf namen:
N: Ruben, Juda, Levi
O: Jozef, Benjamin, Dan
Z: Simeon, Issasschar, Zebulon
W: Gad, Aser, Naftali

24. OP71
vanaf oost zijn drie poorten,
en vanaf noord drie poorten,
en vanaf zuid drie poorten,
en vanaf west drie poorten
drie poorten.
Numeri: O-Z-W-N
Ezechiël 42: O-Z-W-N
Ezechiël 48: N-O-Z-W

25. OP71
en de muur van de stad had twaalf fundamenten, en daarop de
twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lammetje.
fundament
vrouw – Op. 12:
veranderlijke maan
Babylon – Op.17:
het wilde beest

26. OP71
en die met mij sprak
had een maatstaf, een
gouden riet, opdat hij de
stad en haar poorten en
haar stadsmuur zou meten.
meten = eigendom vaststellen
God Zelf is de handwerksman en architekt
Hebreeën 11:10

27. OP71
en de stad ligt vierhoekig, en haar lengte
is zo veel als de breedte, en hij mat de
stad met het riet op: twaalfduizend stadiën;
haar lengte en breedte en hoogte zijn gelijk.
1 stadie = 185 m