2. Doelstellingen
De student(e) kan schriftelijk toelichten wat fysieke
activiteit, fitheid en gezondheid zijn en dit illustreren met
voorbeelden.
De studente(e) kan de verschillende componenten van
fitheid herkennen, onderscheiden en toelichten aan de
hand van voorbeelden.
De student(e) kan schriftelijk toelichten hoe fysieke
activiteit, fitheid en gezondheid elkaar wederzijds
beïnvloeden aan de hand van voorbeelden.
De student(e) kan schriftelijk toelichten waarom de
mens doorheen de evolutie meer en meer sedentair
wordt.
3. De student(e) kan maatschappelijke
gezondheidsproblemen met bijhorende risicofactoren,
oorzaken en gevolgen schriftelijk omschrijven en
toelichten.
De student(e) kan schriftelijk verklaren hoe fysieke
activiteit een positieve invloed heeft op mortaliteit en
maatschappelijke gezondheidsproblemen.
De student(e) kan aan de hand van verschillende
methoden een indicatie geven van wanneer iemand
overgewicht of obesitas heeft.
De student(e) kan schriftelijk toelichten hoe fysiek
actief we moeten zijn om gezondheidsvoordelen te
ervaren.
6. 1.1. Wat is fitness?
Veel ruimer dan krachttraining
Ruimer dan sportspecifiek trainen
Fitness = alle vormen van
lichaamsbeweging
Definitie fitness:
7. 1.2. Wat is fysieke fitheid? (1)
= het vermogen om een optimale
levenskwaliteit te bereiken
Levenskwaliteit is een zeer ruim begrip en kan
bepaald worden aan de hand van
gezondheidstoestand.
(Dood – Ziekte – Verhoogde risico’s zonder ziekte –
geen risico’s – positieve gezondheidstoestand)
(Fitness continuum Howley E.T., 1986)
9. Fysieke fitheid meten?
• Niet één specifieke test die alle componenten
meet
• BMI wordt vaak gebruikt maar niet altijd
juist
Gewicht (kg) / lengte (m)2
• Eurofittest
• Welke tests in de fitness?
Specifieke tests naar beginsituatie
10. 1.3. Wat is fysieke activiteit?
FA:
◦ Dagdagelijkse activiteiten
De fiets nemen ipv met de auto, de trap nemen ipv de lift
Boodschappen doen
Stofzuigen
Beroepsgebonden taken: vb laden en lossen van
magazijnier, voorbeeld havenarbeider
◦ Vrijetijdsgebonden activiteiten
Wandelen, lopen, fietsen, squash
Fitness
In clubverband of recreatief
12. 2. Relatie FA-fitheid-
gezondheid
1. Model van Bouchard en Shephard
2. Hedendaagse levensstijl
3. Inactiviteit en mortaliteit
4. Inactiviteit en
gezondheidsproblemen
17. Aantal voorbeelden
Evolutie van transport
◦ auto, bussen, treinen, metro, … vervangen “te
voet” en “met de fiets”
◦ mensen verplaatsen zich steeds verder voor bvb
werk
18. Evolutie van de jobs/werk
◦ minder en minder handarbeid
uitvinding elektronica en machines
◦ meer bureaujobs en zittend werk
◦ communicatie veel meer over mail, telefoon,
…
◦ huishoudtaken
19.
20.
21. Evolutie vrijetijdsbesteding
◦ Meer tv kijken, computer, videospelletjes, …
◦ Minder kinderen die buiten spelen
ook minder mogelijkheden toe (toename
bebouwing/verkeer)
23. Doorheen de evolutie ongezonder gaan eten
Meer mogelijkheden tot ongezonde voeding
◦ Fast-food ketens
◦ Deliverymogelijkheden
◦ …
Kant en klare maaltijden
24. Welke impact heeft een
sedentaire (= inactieve) levensstijl op
onze gezondheid?
25. 2.3. Inactiviteit en mortaliteit
omgekeerd verband tussen graad van FA en
het relatief risico om te sterven
duidelijke verschillen in sterftecijfers tussen
fysiek actieve en niet-fysiek actieve groepen
mensen die FA zijn hebben een lager RR om
vroegtijdig te sterven
niet fysiek actieve mensen hebben een
verhoogd RR op vervroeg overlijden!
38. Prevalentie: hoe vaak komt het voor?
België:
◦ 45 % overgewicht, 13 % obesitas
Verenigde Staten
◦ 6 op de 10 Amerikanen overgewicht of obesitas
Wereldwijd epidemie (2005): 400 miljoen
volwassenen obesitas (10%)
Steeds meer en meer bij jongeren en kinderen!
39. Waarom is het gevaarlijk?
gaat gepaard met sterk verhoogd risico op heel
veel andere aandoeningen
◦ suikerziekte (diabetes type II)
◦ cardiovasculaire aandoeningen (infarct)
◦ te hoog cholesterolgehalte
◦ te hoge bloeddruk
◦ gewrichtsproblemen (artritis, LRP, …)
◦ sociale en psychologische problemen
(depressie)
◦ kankers
◦ …
40. daling van de levenskwaliteit en levensduur
BMI > 30: -5 tot 7 jaar
BMI > 40: -20 jaar voor M, -5 tot 7jaar voor
vrouwen
42. i. Te hoge calorie inname
Vrouw: gemiddeld 2200 kcal/dag
Man: gemiddeld 2950 kcal/dag
ii. Sedentaire levensstijl
iii. Erfelijkheid – Genen
“aanleg tot overgewicht”
Beïnvloedbaar
43. A. overgewicht en obesitas
B. diabetes type II
C. hart- en vaataandoeningen
D. osteoporose
E. kanker
F. psychosociale problemen
44. B. Diabetes type II
Wat is diabetes?
= “suikerziekte”
= stofwisselingsziekte van de bloedsuiker
=> Regulering van bloedsuiker (glucose) gebeurt
door insuline en glucagon
◦ Bloedsuikerspiegel te hoog => insuline vrij => glucose
van bloedbaan naar spier/lever => bloedsuikerspiegel
terug normaal
◦ Bloedsuikerspiegel te laag => glucagon vrij =>
glucose van spier/lever naar de bloedbaan
46. ◦ Type I:
Eilandjes van Langerhaus beschadigd of kapot
geen insulineaanmaak in pancreas
glucosegehalte stijgt
◦ Type II: insulineresistentie van de cellen
geen insuline opname in spieren
ontwikkelt zich met de jaren
(ouderdomsdiabetes)
abdominaal vet: belangrijke RF
47. Wat zijn gevolgen?
Op lange termijn een verhoogd risico op
◦ hart- en vaataandoeningen (aderverkalking)
◦ oogproblemen (slechter zien)
◦ nierproblemen (galstenen)
◦ voetproblemen
◦ osteoporose
◦ ziekte van Alzheimer
◦ soorten kanker
◦ …
48. Risicofactoren voor type II?
◦ Erfelijkheid
◦ Te weinig lichaamsbeweging
◦ Overgewicht
◦ Abdominaal vet! => insulineresistentie
◦ Verstoorde hormonale balans
◦ …
49. Voorspellende feiten: diabetici
◦ Verenigde Staten:
2010 : 23,7 miljoen
2034 : 44,1 miljoen (1/4de van de Amerikanen)
◦ Wereldwijd
1997: 143 miljoen
2025: 300 miljoen
◦ Type II (ouderdomsdiabetes) steeds meer bij
jongeren!
50. Preventieve rol van FA?
i. verhoogt de insulinegevoeligheid in de
cellen
ii. vermijden van overgewicht en abdominaal
vet!
In combinatie met gezonde voeding
51. A. overgewicht en obesitas
B. diabetes type II
C. hart- en vaataandoeningen
D. osteoporose
E. kanker
F. psychosociale problemen
52. C. Hart- en
vaataandoeningen
i. Hypertensie
= een te hoge bloeddruk (>140 mm Hg/
>90mmHg)
Bloeddruk:
◦ Systolische bovendruk
◦ Diastolische onderdruk
◦ Optimale waarde : 120 mmHg/ 80mmHg
53. ◦ komt meer voor bij oudere mensen
◦ hogere belasting van het hart
◦ hypertensie = een RF voor een hartinfarct
◦ “stille doder”
=> FA positief effect op de bloeddruk
=> In sommige fitnesscentra al gemeten
54. ii. Cholesterol
= vetten die in de bloedbaan rondzweven en
worden afgezet aan de vaatwand.
Cholesterolverhouding
◦ Balans tussen Low density lipoprotëinen en High
density lipoproteïnen.
◦ HDL vervoeren de cholesterol van bloedbaan =>
lever (goede cholesterol)
◦ LDL vervoeren de cholesterol van lever =>
bloedbaan (slechte cholesterol)
58. Aderverkalking (= dichtslibben van de
slagaders) ten gevolge van vetafzetting
(cholesterol) tegen de binnenzijde van de
vaatwand.
progressief proces (neemt toe met de
leeftijd)
2 mogelijke manieren
◦ Dichtslibben
◦ Plaques die losscheuren en verder een trombus
vormen
59. Gevolg (in coronaire
arterie):
◦ Toevoer bloed naar het hart
gedeeltelijk of volledig
afgesneden (= ischemie)
◦ Weefselhypoxie ter hoogte
van het hart
◦ Gedeeltelijk => angina
pectoris
◦ Volledige afsluiting =>
hartinfarct
60. iv. RF hart- en vaataandoeningen
Primaire RF
• Erfelijkheid
• Leeftijd
• Roken
• Vetrijk dieet en hoog cholesterol gehalte
• Verzadigde vetzuren (vooral dierlijke vetten)
• Bvb: boter, saus, vlees, …
• Rijk aan LDL
• Hypertensie
• Diabetes type II
61. Secundaire RF
• Psychische spanning (stress, angst, …)
• Overgewicht en obesitas
• Gebrek aan lichaamsbeweging
• …
62. A. overgewicht en obesitas
B. diabetes type II
C. hart- en vaatziektes
D. osteoporose
E. kanker
F. psychosociale problemen
63. D. Osteoporose
Wat?
◦ ≈ botontkalking
◦ = het dalen van de botdensiteit/dichtheid
◦ door een onevenwicht in de botaanmaak en
botafbraak wordt het bot poreuzer
◦ verouderingsproces (op latere leeftijd)
◦ komt meer voor bij vrouwen
◦ gevolg: verhoogd risico op fracturen
◦ wordt gemeten met botdensitometrie (scanner)
67. de “piekbotmassa”
= maximale botmassa/botdensiteit die je behaalt in
je leven
op dat punt is je bot het sterkst
◦ de botdensiteit en -sterkte stijgen tot je 20-30ste
◦ daarna stagneert dit
◦ vanaf 30-40ste daalt de botdensiteit met de
leeftijd
70. “Mechanostat theorie”
◦ bot heeft nood aan mechanische belasting!
◦ mechanische belasting veroorzaakt “strain”
of “vervorming”
◦ mechanische belasting door spierkracht,
zwaartekracht, …
◦ bot adapteert zich aan de hoeveelheid
belasting
◦ belasting onder het initieel niveau =
botverlies
◦ belasting boven het initieel niveau =
botaanmaak
◦ te hoge belasting = botfractuur
73. Invloed van beweging?
Activiteiten die gepaard gaan met mechanische
belasting vergroten de botdensiteit!
◦ FA levensstijl tijdens jeugd/adolescentie => hogere
piekbotmassa bereiken
◦ FA levensstijl in volwassenheid => achteruitgang
vertragen
FA levensstijl => verlaagt risico op osteoporose op
latere leeftijd
74. A. overgewicht en obesitas
B. diabetes type II
C. hart- en vaataandoeningen
D. osteoporose
E. kanker
F. psychosociale problemen
75. F. Kanker
Stellingen
◦ Mannen krijgen vaker kanker dan vrouwen
◦ Eén op de 3 mannen en één op de 4 vrouwen
lopen het risico kanker te krijgen voor hun 75ste.
◦ In Belgie worden gemiddeld meer dan 150
diagnoses van kanker per dag vastgesteld
◦ België 2008: bijna 60 000 mensen de diagnose
kanker
◦ Meest voorkomende kanker bij vrouwen: borst,
colon en longkanker
◦ Meest voorkomende kanker bij mannen:
prostaat, long en colon
79. a. Preventieve rol van FA
Regelmatig bewegen/FA
Daling risico op het krijgen
van
-colonkanker
-prostaatkanker
-en borstkanker
+ gezonde
levensstijl
80. b. De rol van FA/beweging na kankerherstel
“70% van de mensen die kankerbehandeling
kregen,
vertonen na kankerherstel
langdurige vermoeidheid”
“bij 30% is dit zelfs chronisch”
Verklaring??
82. Ziekte en therapie verzwakken je => veel rusten
Door ziekte en therapie wordt de fitheid aangetast
◦ Morfologisch: afvallen, haarverlies, botdensiteit,
spieratrofie …
◦ Cardiorespiratorisch: hartfunctie, longfunctie
◦ Metabool: aantal witte bloedcellen,
imuunsysteem, …
◦ Musculair: verminderde kracht, …
Na herstel (pas na 5 jaar volledig hersteld
verklaard) met een verlaagde fitheid terug in het
dagelijks leven
Gevaar: van vicieuze cirkel
Oplossing: begeleiding om stelselmatig fitheid
terug op te bouwen!
83. F. Psychosociale problemen
Fysieke activiteit
positief effect op de zelfwaardering
5 verklaringsmechanismen:
1. toename in perceptie van competentie
2. bereiken van doelen
3. lichamelijk goed gevoel
4. sociale contacten
5. bekrachtiging door anderen =>
fitnessbegeleider!
84. 3. Hoe FA moeten we zijn?
Hoelang?
Aanbevolen norm (volwassenen):
30 min FA/ dag heeft positief effect!
Aanbevolen norm (kinderen jonger dan 18)
60 min FA/dag
=> Kan in kortere stukken
86. Conclusies
Fitness = veel meer dan “trainen” in een
fitnesscentra/gym/sportclub
…
fitness = alle vormen van beweging met
als doel het nastreven van een goede
gezondheid
Belangrijke rol van
leerkracht LO/ fitnessbegeleiders
88. Bronnenlijst
Samenleving & sport. Fysieke activiteit en
gezondheid. Prof. Dr. De Bourdeauduij en prof. Dr.
Bouckaert. (2000)
Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid. Beunen
G., De Bourdeaudhuij I., Vanden Auweele Y.,
Borms J. (2001)
Fitness als medicijn. Devos Yves (2010)
Cursus gezondheid– en fitheidaspecten. Master
lichamelijke opvoeding: academiejaar 2009 – 2010.
Prof. Dr. Derave Wim.
Editor's Notes
Vetpercentage rond de 6% zelfs lager? => in hoeverre nog gezond.
Te veel FA => gezondheidsvoordelen verdwijnen.
Systolische bovendruk = de maximale druk die ontstaat als de linkerkamer van het hart bloed in de aorta pompt.
Diastolische onderdruk = de minimale druk die ontstaat tijdens het terug vullen van de linkerkamer na contractie