SlideShare a Scribd company logo
1 of 39
Download to read offline
MEETINGOFMINDS
Mgmt.Scopenr.10/2014/€9,80
NIEK HOEK CEO DELTA LLOYD DOSSIER GEZONDHEIDSMANAGEMENT DOSSIER DIGITAL
WIM DUFOURNÉ MARTINE GEURTS ELLEN SCHUIT-VAN ZUTPHEN JACK TER HAAR BART HOEX
RONALD VAN ES NANCY KABALT-GROOT INGRID RUTGERS RALF DEKKER GIJS DE VRIES
Wat zou jij
kunnen missen?
Deze publicatie is 100% gesponsorD Door universal MeDia
Multiple sclerose is een ziekte die iedereen kan treffen. Het
kenmerk van MS is dat verschillende lichaamsfuncties door
beschadiging aan de zenuwen plotseling uitvallen. Omdat deze
ziekte nog niet te genezen is, blijft onderzoek hard nodig. En dat
kan alleen met uw financiële steun.
DONEER NU VIA
msONDERzOEk.Nl
je evenwicht
je coörDinatie
werking van je organen
gebruik van je benen
of
10 EURO?
Ronald (l) en Michel (R) MuldeR, aMbassadeuRs van stichting Ms ReseaRch
(opgegRoeid Met Ms binnen hun gezin)
5. Mgmt. Scope
DOSSIER
GEZONDHEIDS-
MANAGEMENT
30. MARTINE GEURTS
Vicepresident Facilicom
Lage marges, hoge personeelskosten
en vergrijzing maken het terugdringen
van verzuim van groot belang voor
Facilicom.
36. INVESTEREN IN
GEZONDHEID
Analyse
Werknemers die slechts fysiek aanwezig
zijn, vormen een grote kostenpost.
40. NIET DWINGEN
WEL PRIKKELEN
Discussie
Vier hr-professionals aan tafel: het
managen van gezondheid en verzuim
verbreedt zich tot sturen op vitaliteit
en energie.
12. NIEK HOEK
Ceo Delta Lloyd
Een openhartig gesprek over het gevecht met aandeelhouder Aviva, de beursgang,
de crisis en zijn besluit om met pensioen te gaan.
21. STRIJD OP DE BEURS
Column van Peter Paul de Vries
Beursgenoteerde bestuurders en commissarissen doen er goed aan de strijd om Fugro
op de voet te volgen. Zowel jagers als prooien kunnen veel van deze strijd leren.
22. WIM DUFOURNÉ
hr-directeur bij SABIC
‘Bij ons hebben mensen de mogelijkheid om actief bij te dragen aan innovatieve
technologische ontwikkelingen.’
nr. 10 / 2014Inhoud
12.
6. Mgmt. Scope
ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENT
ERASMUS UNIVERSITY
FUEL YOUR
FUTURE
RSM.NL/OPEN
Accredited by
You can make a difference in today’s new world of business. At any stage of your career, RSM Executive
Education can help you understand and master the business challenges you face.
Taught by world-class academics, our broad portfolio of short open programmes provides you with new
skills and knowledge that you can put into practice immediately. Programmes run in Rotterdam and
Amsterdam, and can also be delivered in-company.
Choose your open programme.
BUSINESS WAS USUAL
ADVANCED MANAGEMENT
AND LEADERSHIP
PROGRAMME
NEW GENERATION
MANAGEMENT
CONSULTING
Powerful programme for senior managers and
directors. An intensive learning journey to increase
your impact in leadership, strategy and finance.
Ten-day modular programme
Start 3 February 2015
RSM.NL/AMLP
Learn how to create value for your clients through
innovative thinking. Develop impactful perspectives
and effective techniques.
Nine evening workshops
Start 12 February 2015
RSM.NL/NGMC
nr. 10 / 2014Inhoud
DOSSIER
DIGITAL BUSINESS
60. RALF DEKKER
Coo Rabobank
‘Met gerichte adviezen op basis van Big
Data moet je vreselijk uitkijken. We
blijven vernieuwen, maar dan wel met
de nadruk op continuïteit.’’
66. MOBIELE DIVICES
Analyse
De ontwikkelingen op het gebied van
mobiel staan niet stil. Zo zien momen-
teel de zogenaamde wearables massaal
het daglicht. Dit zijn mobiele devices
in de vorm van bijvoorbeeld kleding,
horloges en brillen.
70. 15 VRAGEN AAN...
Gijs de Vries
Na ruim twintig jaar in de consultancy
zette Gijs de Vries begin dit jaar een
grote stap: hij verliet EY om directeur
te worden van het Rode Kruis.
48. ELEKTRISCHE
MOBILITEIT
Nederland is koploper
In 2020 wil de Nederlandse overheid
tweehonderdduizend elektrische
voertuigen op de weg hebben en in 2025
moeten dat er één miljoen zijn.
52. NANCY KABALT-
GROOT EN
INGRID RUTGERS
Waardecreatie
De ceo en cfo van netbeheerder Stedin
volgen twee sporen op weg naar het
businessmodel van de toekomst.
8. COLOFON
9. EDITORIAL
10. KORT
18. KOMEN  GAAN
19. WANDELGANGEN
47. COLUMN
PIETER VAN DEN
HOOGENBAND
9. Mgmt. Scope
COLOFONnr. 10 / 2014
QuintyDanko
HoofdredacteurManagementScope
Ziekteverzuim kost de maatschappij maar liefst 26 miljard
euro per jaar, zo becijferde TNO. Een enorme kostenpost
voor zowel overheid als bedrijfsleven. Om op de kosten
van ziekte te besparen, zouden bedrijven meer moeten
letten op duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers.
Zowel werknemers als werkgevers zouden er meer aan
kunnen doen om te voorkomen dat mensen ziek worden.
Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van, maar daar-
voor is wel een investering vooraf nodig en vaak zelfs een
flinke cultuurverandering.
Bedrijven zien
ziektepreventie als
kostenpost
‘Wie hier komt werken, leeft langer’, zo propageren som-
mige Amerikaanse bedrijven hun gezondheidsbeleid op
de arbeidsmarkt. Zo ver is het in Nederland nog lang niet,
schrijft Jacob van Lier van VGZ op pagina 36. Maar vol-
gens Van Lier worden wij er door de overheid wel steeds
meer op gewezen dat onze gezondheid onze eigen verant-
woordelijkheid is. En dat voorkomen beter is dan gene-
zen. Bedrijven zien preventie echter als een kostenpost,
en lang niet alle medewerkers voelen zich goed bij die
zelfstandige rol.
Voor bedrijven als Facilicom, een facilitaire dienstverle-
ner met een kleine dertigduizend medewerkers, is het een
uitdaging om medewerkers zo gezond mogelijk te houden.
‘De marges in deze sector zijn bijzonder laag’, vertelt vice-
president Martine Geurts op pagina 30. ‘En de personeels-
kosten zijn hoog. Dus hoe lager het verzuim en hoe hoger
de productiviteit van onze medewerkers, hoe beter. We
hebben wel eens uitgerekend dat een procent ziektever-
zuim ons 0,7 procent van onze winstmarge kost. Daarom
zijn we jaren geleden gestart met een uitgekiend ziekte-
verzuimbeleid.’ Facilicom heeft voor het grootste deel
laagopgeleide medewerkers in dienst. Het bedrijf nam een
aantal maatregelen om het verzuim te verminderen, zoals
functieroulatie. Door te stimuleren dat medewerkers gere-
geld van functie veranderen, worden zij telkens opnieuw
uitgedaagd. Verder is er het programma BRAVO. Dit staat
voor Bewegen, stoppen met Roken, matig gebruik van Al-
cohol, gezonde Voeding en voldoende Ontspanning. Een
ongezonde leefstijl is volgens Geurts namelijk een van de
grootste oorzaken van chronische aandoeningen. ‘We la-
ten hier dan ook een preventief beleid op los.’
Bij zakelijke dienstverleners is de noodzaak tot het duur-
zaam inzetbaar houden van medewerkers net zo groot,
maar gebeurt wel op een andere manier. Zij gaan anders
om met preventie. Veel werkgevers besteden tegenwoor-
dig aandacht aan de gezondheid van hun medewerkers,
zowel lichamelijk als geestelijk. Dat blijkt uit de discussie
op pagina 41 met vier hr-directeuren van adviesbureaus.
Aan de ene kant is dat welbegrepen eigenbelang: bedrij-
ven zijn immers gebaat bij duurzame inzetbaarheid van
hun personeelsbestand, zeker nu de vergrijzing op termijn
kan leiden tot krapte op de arbeidsmarkt en mensen lan-
ger moeten doorwerken door een verhoging van de pen-
sioenleeftijd. Een hoog verzuim leidt tot capaciteits- en
continuïteitsproblemen en hogere kosten. Aan de andere
kant is zorg voor het welzijn van medewerkers ook een
teken van goed werkgeverschap en maatschappelijk ver-
antwoord ondernemerschap.
Volg ons op twitter:
@ManagementScope
Ontvang de nieuwsbrief over wisselingen
en trends in de bestuurskamers via:
managementscope.nl/nieuwsbrief
DUURZAME
INZETBAARHEIDWORD NU
ABONNEE
@MANAGEMENTSCOPE
MANAGEMENTSCOPE.NL/NIEUWSBRIEF
MEER OP: MANAGEMENTSCOPE.NL
Ga naar:
managementscope.nl/magazine/jaarabonnement
of bel: 020 - 311 37 99
€49,-
NEEM EEN
JAARABONNEMENT
REGULIERE ABONNEMENTSPRIJS € 98,-
DIT AANBOD IS GELDIG T/M 31|12|2014
Management Scope 01 2015 verschijnt
18 december 2014. De deadline voor het
aanleveren van advertentiemateriaal
is 4 december 2014.
Management Scope A meeting of minds is een uitgave van
Scope Business Media, Amstelzijde 85a, 1184 TZ Amstelveen.
Directeur/Uitgever Walter Vesters
Hoofdredactie Quinty Danko
Eindredactie Nicole Gommers
Redactiecoördinatie Lea Mazor
Account Jotta Erath, Chantal Doezie
Traffic Famke van Bon
Vormgeving Colette Korteweg
Ontwerp cmk1.com
Medewerkers
Marcel Bakker, Marco Bakker, Erik Bouwer, Erik van der Burgt,
Lex Draijer, Paul Groothengel, Yvonne Kroese, Irene Schoemakers,
Hans Pieter van Stein Callenfels, Jady Petovic, Anouck Wolf en
Marike van Zanten.
Interviewers
Tineke Bahlmann (commissaris/bestuurder), Manon van
Beek (Accenture), Dick Benschop (Shell), Herman Bol
(bestuursadviseur en toezichthouder), Nathan Burgers
(A.T. Kearney), Arjan Eleveld (Jonathan Warner), Frank Elion
(VGZ), Marco Gianotten (Giarte), Ton Hegeman (Eiffel),
Bart Hogendoorn (HP), Charles Honée (Allen  Overy),
Nick Jue (ING), Ab Klink (VGZ), Haico Meijerink (Sandd),
Tjarda Molenaar (NVP), Roger Muys (PostNL), Paul Nobelen
(bestuursadviseur), Monique Noomen-Greve (Eiffel), Peter
Smink (NUON), Thiemo van Spellen(Sandd), Jurgen van
Weegen (A.T. Kearney).
Abonnementen
De abonnementsprijs van Management Scope bedraagt € 98,-
per jaar. Losse nummers € 9,80 (inclusief 6% btw). Schriftelijke
annulering van abonnementen is mogelijk tot uiterlijk twee
maanden voor het begin van het nieuwe abonnementsjaar.
Oplage De gemiddelde oplage bedraagt 40.000 exemplaren.
Adreswijzigingen Het doorgeven van adreswijzigingen
aan de administratie kunt u eenvoudig doen via onze website:
managementscope.nl/magazine/adreswijziging
Administratie en redactie
Postbus 23, 1190 AA Ouderkerk aan de Amstel,
T 020 311 37 99, F 020 696 48 74
© 2014 Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of
openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke
andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de
uitgever.
TekstErikBouwer
11. Mgmt. Scope10. Mgmt. Scope
Kort
Social business is niet langer een hype, maar hot: het draagt
aantoonbaar bij aan waardecreatie, ook in de b2b-markt.
Social business is de verzamelnaam voor alle activiteiten
die bedrijven uitvoeren met sociale media, social software
en sociale netwerken – denk aan Facebook, LinkedIn en
Twitter, maar ook met collaboration tools zoals interne of
externe wiki’s, fora en blogs. Volgens het rapport Moving
beyond marketing van MIT Sloan Management Review en
Deloitte meet meer dan negentig procent van de bedrijven
de effectiviteit van hun social business-activiteiten. Bijna
driekwart van de ondervraagde bedrijven geeft nu aan dat
social business in meer of mindere mate van belang is voor
de bedrijfsresultaten – in 2011 was dat nog de helft. Twee-
derde van de b2b-bedrijven onderschrijft dat social business
een sterke positieve impact op de bedrijfsresultaten heeft.
Daarnaast blijkt het integreren van social business een po-
sitieve aantrekkingskracht te hebben op nieuwe medewer-
kers: 57 procent van de respondenten stelt dat volwassen
social business-activiteiten meespelen in de keuze voor een
werkgever.
Om de waarde van ervaring aan te tonen interview-
de Joost van de Griendt dertig managers die bij
Fokker hebben gewerkt. In Doorgevlogen schrijft
hij over hoe zij die ervaring tot waarde hebben ge-
maakt in hun loopbaan.
Dit boek over ervaringsmanagement is gebaseerd op
één casus: Fokker. Auteur Joost van de Griendt werk-
te zelf negen jaar bij de vliegtuigbouwer en kende
nog veel managers uit die tijd. Na het faillissement
van de vliegtuigbouwer in 1996 zijn zij bij andere
concerns terecht gekomen. Opvallend vaak deden
ze het daar heel goed. Van de Griendt vroeg zich af
of Fokker zo’n goede leerschool was en ging op on-
derzoek uit. Het resultaat is meer een verzameling
van verhalen en ontmoetingen dan een manage-
mentboek, maar daarom zeker niet minder interes-
sant voor bestuurders. De interviews zijn op zichzelf
al boeiend. Zoals dat met de laatste ceo van Fokker,
Ben van Schaik. Hij vertelt over het moment dat
het bedrijf failliet ging en hoe iedereen geraakt was.
Goof Hamers, toen president Fokker Aircraft Servi-
ces en tegenwoordig ceo van Vanderlande Industries,
vertelt over ‘de leukste baan van Nederland’ maar
is ook heel kritisch op Fokker. Marco Keim, tegen-
woordig lid van de raad van bestuur van Aegon, was
bij Fokker hoofd account development. ‘Indirect heb
ik al mijn banen na Fokker via oud-Fokker-collega’s
gekregen.’ De enige vrouw die is geportretteerd, is
Dertje Meijer. Bij Fokker was ze teamcaptain pro-
curement parts  materials en tegenwoordig is ze
ceo van Havenbedrijf Amsterdam. Meijers loopbaan
begon bij wat zij omschrijft als ‘het mooiste produc-
tiebedrijf van Nederland’. De belangrijkste les die ze
meenam uit de Fokkertijd is het sturen op verbon-
denheid en betrokkenheid. Als laatste heeft Van de
Griendt Sjoerd Vollebregt geïnterviewd. Mooi om
het verhaal zo rond te maken.
DOORGEVLOGEN, DE WAARDE VAN ERVARING.
UITGEVER: JOOST VAN DE GRIENDT, EINDHOVEN
PRIJS: € 22,95.
ERVARING
SOCIAL BUSINESS
IN DE LIFT
De Nederlandse cfo heeft gemiddeld een breder ta-
kenpakket, meer verantwoordelijkheid en boven-
dien meer plezier in het werk dan collega’s in de
rest van de wereld. Dat blijkt uit de CFO Barometer
van Michael Page, een tweejaarlijks onderzoek uit-
gevoerd onder 2.874 cfo’s en financieel directeuren
uit meer dan zeventig landen. In Nederland werden
negentig cfo’s ondervraagd. Zij lopen voorop als het
gaat om de breedte van de functie: 66,7 procent van
de Nederlandse cfo’s is ook verantwoordelijk voor
it; in Europa is dat slechts 43,6 procent (wereldwijd:
41,1 procent). De onderzoekers schrijven dit toe aan
de impact van de financiële crisis de afgelopen jaren
in Nederland. Die heeft tot een sterke focus op het
doorvoeren van verbeterslagen en stroomlijnen van
de organisatie geleid. Nederlandse cfo’s zijn hierbij
succesvol en daardoor vaker tevreden in hun baan
dan hun collega’s: 81,1 procent tegenover 73,8 pro-
cent in Europa en 75 procent wereldwijd.
NEDERLANDSE CFO
MEEST GELUKKIG
62%
Het accountantsberoep ligt onder vuur. Een werkgroep van
de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA)
heeft gehoor gegeven aan de oproep van minister Dijsselbloem
om de problematiek in de sector aan te pakken. In een recent
rapport worden verschillende maatregelen voorgesteld. Om het
vertrouwen in de sector te herstellen, is allereerst een andere
cultuur nodig. Alle accountantsorganisaties moeten daarom
een onafhankelijke raad van commissarissen instellen. Ook
zijn maatregelen voorgesteld op het gebied van beloningsbe-
leid. Waaronder een vaste winstonafhankelijke beloning voor
bestuurders met een variabel deel van maximaal twintig pro-
cent gebaseerd op de langetermijnkwaliteitsdoelstellingen.
Daarnaast moet meer worden gedaan aan root cause analyses,
aan meten en communiceren rondom cultuur en aan meer
transparante verslaglegging.
VERBETERACTIES
ACCOUNTANTS
RANKING THE CEO
‘DE COMMISSARIS
VERENIGT DE ROLLEN
VAN WERKGEVER,
OPZICHTER EN
ADVISEUR IN ZICH’
Jaap van Manen
voorzitter Monitoring Commissie Corporate
Governance Code (Accountant)
Voor het jaar 2013 bood de wereldwijde markt voor mergers 
acquisitions een teleurstellend beeld, maar volgens The Boston
Consulting Group is 2014 het jaar van aantoonbaar herstel.
BCG voert sinds tien jaar een trendanalyse uit, die inmiddels
veertigduizend transacties omvat sinds 1990. De totale waar-
de van alle transacties in de eerste helft van dit jaar was 62
procent hoger dan in de eerste zes maanden van 2013. Bijna
een derde deel van de transacties bestond uit megadeals, inclu-
sief vijf transacties met elk een afzonderlijke waarde van meer
dan 43 miljard dollar. Overnames in de hightech- en healthca-
re-sector leveren de hoogste premies op. Ook Europa kent een
opleving, maar die is minder goed zichtbaar door aanzienlijk
kleinere transacties.
Harvard Business Review presenteerde in november
2014 opnieuw een lijstje van de beste ceo’s, geba-
seerd op de totaal gerealiseerde toename van aan-
deelhouderwaarde en marktkapitalisatie. De ceo’s in
de top-50 zijn goed voor een total shareholder return
(TSR) van 1.350 procent gedurende hun functie
als ceo, omgerekend een jaarlijkse aandeelhouders-
waarde van ruim 26 procent. Om de cijfers te rela-
tiveren, werd de top-100 van ceo’s door het Repu-
tation Institute geanalyseerd op eigenschappen als
leiderschap en werkklimaat. Er was weinig cor-
relatie tussen ‘goed presteren’ en ‘het goed
doen’. Alleen Jeff Bezos (Amazon)
eindigde in bei-
de rankings in
de top-5.
In de top-100
komen slechts
twee vrouwen
voor en meer dan
een kwart van de
ceo’s heeft een
MBA op zak.
Xxxx
‘XXX’
XxxNiekHoek
Eigenlijk had hij tweeënhalf jaar geleden al willen
stoppen. Maar omdat hij zijn werk zo leuk
vond, liet Niek Hoek zich verleiden om bij te
tekenen. Nu gaat de Delta Lloyd-topman
toch echt met pensioen.
‘NA ACHTTIEN
JAAR LOOP JE HET
RISICO DAT JE ERGENS
TE LANG ZIT’
15. Mgmt. Scope14. Mgmt. Scope
Een bijzondere dag voor een exitinterview met
bestuursvoorzitter Niek Hoek. Die ochtend
is op een Buitengewone Vergadering van
Aandeelhouders (BAvA) zijn opvolger officieel
gepresenteerd: Hans van der Noordaa.
De commissarissen van Delta Lloyd benoemen hem di-
rect erna. De van ING afkomstige Van der Noordaa stelt
op de vergadering dat hij ‘niet van plan is de boel on-
dersteboven te gooien’ als hij vanaf 1 januari 2015 het
stokje overneemt van Hoek. De nieuwe topman lijkt te
willen voortbouwen op de erfenis van Hoek. Zeilliefheb-
ber Hoek meerde het verzekeringsconcern dit voorjaar na
veertien jaar stuurmanschap af op de mooiste plek in de
haven van de Amsterdamse AEX, na de boot door ver-
schillende stormen te hebben geloodst. Hoek houdt van
hard en hoog aan de wind zeilen en koestert de tegen-
draadsheid van Asterix en Obelix, zoals tijdens het inter-
view meermalen zal blijken. Héél Gallië? Nee... Net als
de striphelden bleef Hoek moedig weerstand bieden toen
grootaandeelhouder Aviva kapitaal aan Delta Lloyd wil-
de onttrekken voor eigen gebruik. Delta Lloyd weigerde
om superdividend over te boeken aan grootaandeelhou-
der Aviva en daagde haar voor de rechter om naleving
van contractueel gemaakte afspraken na te komen om
geen door Aviva gedomineerde rvc te krijgen. Een ander
stripverhaal, of liever gezegd een jongensboek: terwijl de
rest van de Nederlandse financiële instellingen in 2009
worstelt met de balans en een vertrouwenscrisis, bracht
Hoek zijn concern naar de beurs. En een laatste verhaal:
terwijl de rest van de verzekeraars de aandelen groten-
deels heeft omgeruild voor minder risicovolle obligaties,
mede op instigatie van DNB, houdt Hoek vast aan een
onderscheidend beleggingsbeleid. Niet alle avonturen lie-
pen overigens goed af: zo was de expansie op de Duitse
markt niet succesvol en ketste de geplande verkoop van
de activiteiten aan het Japanse Nomura in 2011 af. Dit
voorjaar maakte Hoek onverwacht bekend dat hij op zijn
58ste
met vervroegd pensioen zou gaan. Door die mede-
deling verliest Delta Lloyd op één dag 130 miljoen euro
beurswaarde. Maar hij hééft het zeker niet alleen gedaan,
benadrukt Hoek meermalen, hij werd gedragen door zijn
team. ‘Mensen moeten je als leider op het schild hijsen en
omhoog houden, net als bij Asterix en Obelix.’
In het jaar dat u begon als ceo viel Enron om
en zette de dotcomcrisis door.
‘Ik ben op het slechtst denkbare moment ingestapt als
bestuursvoorzitter. Ik ben een liefhebber van beleggen,
maar mijn timing liet te wensen over. Toen ik hier in
1997 kwam, stegen de beurzen alsmaar en was de rente
nog relatief hoog. Toen ik op 1 januari 2001 aantrad
als ceo, stond de AEX boven de zevenhonderd punten
en bedroeg de rente tussen de 4,5 en vijf procent. Niet
lang daarna zette de daling in. Voor de wind kan ieder-
een hard zeilen, maar als het tegenzit, komt het aan
op de kwaliteit van je mensen en organisatie. De basis
voor het succes is gelegd onder mijn voorganger Hans
Eric Jansen. Medio jaren negentig was Delta Lloyd een
enigszinds ingeslapen bedrijf: het ‘ministerie van verze-
keringen’. Mijn voorganger kwam van buiten en vond
het tijd voor nieuwe dynamiek. Hij organiseerde Delta
Lloyd in teams en zette de goede mensen op de goede
plek. Wij hebben verder gebouwd aan dat teamwork en
de kwaliteit van de medewerkers. Bijzonder is dat de lei-
ding aan de top en daaronder tijdens mijn hele periode
bij Delta Lloyd vrijwel hetzelfde is gebleven. Een be-
trokken, stabiele ploeg. Dan kun je onder moeilijke om-
standigheden toch een geweldige prestatie neerzetten.’
Hoe kijkt u terug op de aanvaring met Aviva?
‘Wij vonden dat we als levens- en pensioenverzeke-
raar goed gekapitaliseerd moesten zijn, onze groot-
aandeelhouder wilde dat kapitaal elders in de wereld
inzetten. Toen de eerste tekenen van de kredietcrisis
zich aandienden, kregen we het gelijk helaas aan onze
zijde. Toch kwamen we er niet uit met onze grootaan-
deelhouder, we stonden op een gegeven moment zelfs
tegenover elkaar voor de rechtbank. Concurrenten zei-
den destijds: Hoek, wij geven je nog zes maanden en
dan vlieg je eruit. Het aandeelhoudersdenken was toen
zó doorgeslagen in Nederland. Medio 2009 zeiden wij
tegen Aviva: ‘Andrew (Moss, toenmalig ceo van Aviva
en commissaris van Delta Lloyd, red.), je kunt dit conflict
oplossen door ons naar de beurs te brengen.’ Toen die
mogelijkheid van een beursgang door de investment
banks werd bevestigd, hebben hij en ik elkaar diep in de
ogen gekeken: laten we er samen een succes van probe-
ren te maken. Daarmee hebben we het conflict in een
week tijd opgelost.’
InterviewTonHegeman
TekstMarikevanZanten
FotografieMarcelBakkerWaardecreatie
NIEK HOEK (58)
Opleiding
Bedrijfseconomie, Vrije Universiteit Amsterdam
Loopbaan
2001 - heden
Voorzitter raad van bestuur Delta Lloyd N.V.
2001 - heden 	
Commissaris (voorzitter) Delta Lloyd Banken groep
1997 - 2001 	
Cfo en lid raad van bestuur Delta Lloyd Nuts Ohra
1995 - 1997 	
Directeur beleggingen Shell pensioenfonds
1992 - 1995 	
Ceo Shell Companies, Uruguay
1990 - 1992 	
Commercieel manager Expansie Malaysia LNG,
financieel manager Shell MDS Shell Companies,
Maleisië
1985 - 1987 	
Finance manager Shop Service Center Shell
Nederland Verkoopmaatschappij
1981 - 1985 	
Econoom Shell Nederland Chemie B.V.
1987 - 1990 	
Finance adviser Shell International Trading
Company, Londen
Nevenfuncties
Commissaris NIBC en Arcadis
Interesses
Wedstrijdzeilen
Thuis
Getrouwd, drie kinderen
MEER OVER NIEK HOEK OP:
WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL
Moest u zichzelf daarvoor overwinnen?
‘Ja. Ik heb daarvan geleerd dat er altijd een oplossing is, als je je
ervoor openstelt. Daarna verbeterde de sfeer enorm. Uiteindelijk
zijn we zelfs als vrienden uit elkaar gegaan. Ik had bijvoorbeeld
altijd een hekel aan de investment bankers die Aviva adviseer-
den om ons kapitaal elders in te zetten: ‘Ons mooie bedrijf, wat
denken ze wel.’ Maar uiteindelijk hebben we zelf een van die
investment bankers ingehuurd. Die heeft ons meer begrip bij-
gebracht voor de andere kant. We hadden ook uitonderhandeld
wanneer de commissaris zou vertrekken die er namens Aviva zat.
Maar toen Aviva geen aandeelhouder meer was, zeiden de andere
commissarissen: joh, waarom blijf je niet gewoon? Ik denk dat de
buitenwereld daar met verbazing naar heeft gekeken.’
Was de beursgang een euforisch moment?
‘Toen ik in de zomer van 1997 als beoogd bestuursvoorzitter bij
mijn voorganger Hans Eric Jansen in de tuin zat, zei hij al: ‘Niek,
voor het eind van het jaar zijn wij beursgenoteerd.’ Toen dat
uiteindelijk in 2009 gebeurde, dacht ik: de aanhouder wint. Dat
voelde als een overwinning. Achteraf was de timing risicovol,
want na de ene crisis bleek ineens de volgende voor de deur te
staan. Maar het is goed gegaan. Een beursnotering is niet zalig-
makend, maar het geeft je toegang tot de kapitaalmarkt om je
bedrijf uit te bouwen en te versterken. Dat gaf veel energie. De
promotie tot AEX-fonds was een mooie erkenning. Het is net als
met voetbal: je speelt in de eredivisie. De erkenning van onze
16. Mgmt. Scope 17. Mgmt. Scope
optimaal proberen te spelen door een evenwicht te zoeken. Aan
de andere kant kan het ook niet zo zijn dat de overheid je te
hulp moet schieten. Je hand ophouden in Den Haag is de ultie-
me nachtmerrie. In dat spanningsveld is goed risicomanagement
cruciaal. Vroeger kwam dat neer op het gezond boerenverstand
van de bestuurders, nu hebben we Solvency II en werken hier
honderden mensen keihard aan de verbetering van onze risico-
managementsystemen. Daarmee hebben we de afgelopen tijd een
enorme voortgang geboekt.’
Hoe belangrijk is groei en waarom neemt Delta
Lloyd Reaal niet over?
‘Een gevolg van voortschrijdend inzicht. Bij de beursgang zeiden
we: we zijn goed gepositioneerd voor consolidatie. Goed Hol-
lands voor: we willen onze concurrenten overnemen. Die zouden
slechts kortstondig door de overheid genationaliseerd worden.
Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Nog geen genationaliseerd
verzekeringsbedrijf is verzelfstandigd. Bovendien zijn we door de
focus op ons eigen bedrijf inmiddels hard gegroeid en heel effici-
ënt geworden. Dan moet je jezelf de vraag stellen: hebben wij het
nog nodig om onze concurrenten over te nemen? Het antwoord
op die vraag is nee. Je kunt beter zelf de dingen beter doen en
de kwaliteit vergroten. Waarom zouden we aan een goedlopend
bedrijf de uitdagingen van een ander bedrijf toevoegen?’
Wat was het mooiste moment in uw carrière?
‘Het is eigenlijk wat cru. Maar toen wij met een groot team van
Delta Lloyd en onze belangrijkste klanten op een slof en een oude
voetbalschoen aan de Volvo Ocean Race begonnen, zagen we op
de Nederlandse televisie hoe onze concurrenten hun hand bij de
Nederlandse overheid moesten ophouden. Het ene weekend was
het de ene grote bank en het andere weekend de andere. Dat was
zó’n contrast met onze eigen situatie.’
Heeft u geluk gehad, of het geluk afgedwongen?
‘Tegen mijn allereerste baas/grootaandeelhouder heb ik me als di-
recteur ooit verontschuldigd met de zin: ik heb geluk gehad. Toen
zei hij: Goede voetballers hebben ook meer geluk dan slechte.’
Wat was het lastigste moment uit uw carrière?
‘De crisis is ook niet aan Delta Lloyd voorbijgegaan. In het eerste
kwartaal van 2009 moesten we al onze creativiteit aanboren om
ervoor te zorgen dat het schip goed bleef varen. Dat vond ik het
dieptepunt. Dan komt de vechtlust boven, ja. We hebben op ka-
pitaalgebied een paar slimme dingen gedaan en al onze eigen as-
set quality reviews gedaan, lijn voor lijn met het topmanagement
gekeken: waar zitten we allemaal in, waar lopen we risico? Het
was opletten geblazen. Als je beleggingen verdampen doordat
bedrijven failliet gaan of hun leningen niet terugbetalen, dan is
dat een ramp. Dat vond ik een lastige periode. Plus de acquisi-
tie van een levensverzekeraar in Duitsland. Ik had eerlijk gezegd
niet voor mogelijk gehouden dat de marktomstandigheden zich
daar zo extreem zouden ontwikkelen. Achteraf hadden wij dat
avontuur beter niet kunnen aangaan.’
Waarom gaat u met vervroegd pensioen?
‘Het is een combinatie van factoren. In moderne governance is
3 x 4 jaar de maximale zittingstermijn. Ik zit hier nu in totaal
het vertrouwen hebben van je aandeelhouder. Daar zit spanning
tussen, maar wij hebben altijd het evenwicht tussen de stakehol-
ders gezocht. Bij de beursgang zeiden Angelsaksische beleggers: u
gaat nu een heleboel geld voor ons verdienen. Toen zei ik: ‘Dan
heb ik slecht nieuws voor u. Aandeelhouders hebben vijf miljard
euro in dit bedrijf zitten en de klant zeventig miljard, dus het zou
onzinnig zijn als we dit bedrijf alleen voor u gaan runnen.’ Eigen-
lijk reageerden ze best positief.’
En de spanning op de relatie met DNB als externe
toezichthouder?
‘Na de crisis moeten de risico’s omlaag en het kapitaal omhoog.
Begrijpelijk, want er is veel misgegaan in de sector. Maar dit
bedrijf moet ook geld verdienen. Als je alles in staatsobligaties
stopt, dan zet je de toekomst op het spel. Dus maken we een
zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. Dan komt er
wel eens wat spanning op de lijn met DNB. Maar dat hoort erbij.
Een journalist heeft geschreven dat Delta Lloyd te veel risico’s
zou nemen. Dat is in dit land dan kennelijk meteen de waarheid.
Dat heeft me wel geraakt. Want als er één financiële instelling
is die goed zijn risico’s heeft gemanaged en op zijn kapitaal heeft
gelet, is het dit bedrijf. We zijn tíjdens de crisis verzelfstandigd,
met een sterke A-rating van SP en een stabiel vooruitzicht. Bij
de beursgang, toen niemand meer in financials geloofde en al he-
lemaal niet in hun cijfers, kwamen wij met een gigantische pros-
pectus die liet zien dat dit bedrijf gezond en degelijk in elkaar zit.
Een uitdaging voor de toekomst wordt de dubbele hoeveelheid
kapitaal die we moeten aanhouden. Kapitaal kost geld. Uiteinde-
lijk is de klant degene die dat betaalt of moeten aandeelhouders
met minder rendement genoegen nemen. Dat spel moeten we
klanten vinden we trouwens belangrijker. Albert Heijn zei des-
tijds tegen zijn managers dat ze niet moesten vergeten dat ze voor
de klant werkten, maar financiële instellingen hadden dat ook
een beetje uit het oog verloren.’
Het vertrouwen werd flink geschaad door de woe-
kerpolisaffaire.
‘De perceptie is dat de kosten van beleggingsverzekeringen te
hoog zijn en de opbrengsten te laag. Maar iedereen had in de ja-
ren negentig hoge rendementsverwachtingen. Bovendien waren
wij toen nog niet zo’n efficiënt bedrijf als nu. Wij hebben de koe
bij de horens gepakt met een financiële oplossing, maar we heb-
ben de risico’s gelaten bij degenen die die risico’s zijn aangegaan.
Op die manier hebben we vroegtijdig aan het vertrouwensherstel
bij onze klanten gewerkt. Dat was een doorbraak, want de rest
van de sector dacht nog: het zal zo’n vaart niet lopen. Ik heb des-
tijds geen mea culpa uitgesproken, nee. Excuses aanbieden vond
ik gratuite. Impliciet hebben we dat wel gedaan, doordat we po-
lishouders grootschalig hebben gecompenseerd. Daar ben ik van:
liever daden dan woorden. Omdat het voor de sector nog steeds
een issue is, worden ook wij nog steeds met problemen uit het
verleden geconfronteerd. Terwijl we sindsdien een grote omslag
gemaakt hebben. Eenvoud werd ons credo: simpelere producten,
betere dienstverlening, meer efficiency en lagere kosten: van 1,1
miljard naar zevenhonderd miljoen euro. Achteraf vraag je je af:
hoe is het mogelijk dat we vierhonderd miljoen meer uitgaven?’
U moet als bedrijf naast klanten ook aandeelhouders
tevreden stellen. Lastig?
‘Je moet geliefd zijn bij je klant, geducht zijn bij je concurrent en
‘Ik heb geleerd dat er
altijd een oplossing
is, als je je ervoor
openstelt’
INTERVIEW TON HEGEMAN
Director operations bij zakelijk dienstverlener Eiffel.
Hij interviewt en schrijft voor Management Scope over
waardecreatie en finance. Deze bijdragen zijn terug te vinden
bij zijn profiel op managementscope.nl/manager/ton-hegeman.
achttien jaar, dus dan loop je het risico dat je er te lang zit. Het
wordt gewoon tijd voor Delta Lloyd dat er weer eens een andere
bestuursvoorzitter komt. Ik had er eigenlijk tweeënhalf jaar ge-
leden al mee willen stoppen. Mijn oudste zoon kreeg toen een
ernstig auto-ongeluk. Dat was dramatisch: ik ben hier maanden
niet of nauwelijks geweest. Dat kon gelukkig, een groot compli-
ment aan mijn rvb-team. Ik heb ook alles in het werk gesteld om
verbetering in de situatie te brengen. Als voorzitter van de rvb
kun je dingen beïnvloeden, maar als vader sta je in zo’n geval
machteloos. Tegen de verwachting in maakte mijn zoon geluk-
kig een ongelooflijk herstel door. Bij terugkeer bleek weer hoe
leuk mijn werk eigenlijk is. Daarna heb ik me laten verleiden om
voor nog een paar jaar bij te tekenen. Maar de gebeurtenis met
mijn zoon heeft veel impact gehad. Je gaat erdoor relativeren.
Bovendien is dit een slopend bestaan. Ik krijg nu meer tijd voor
familie, een aantal commissariaten, me bezig houden met beleg-
gen en maatschappelijke functies. Alles bij elkaar is dit een goed
moment. Ik benut de laatste weken om het schip klaar te maken
voor overdracht aan mijn opvolger.’
Niet nog elders een ceo-functie?
‘Nee, je moet je beperkingen kennen. Ik heb die vraag wel gehad
in de afgelopen jaren: wil je leiding geven aan een groter bedrijf?
Maar ik had hier al mijn handen vol aan en geen ambities om het
Peter Principle te testen.’
Bang voor het Hiddink-effect?
Hij lacht: ‘Hiddink! Pas op, hoor, die kan hier geen kwaad doen.
Dat hij als trainer met het Zuid-Koreaanse team de halve WK-fi-
nale wist te halen, was een fantastische prestatie. Wij hadden
destijds voor de campagne Zeker Delta Lloyd die reclamespot met
die Noord-Koreaanse parade, waarbij soldaten samen een vlag
vormen met het portret van het staatshoofd. Eén soldaat had zich
verslapen, waardoor er een tand van de grote leider ontbrak. Op
een gegeven moment kwam een medewerker op het idee om het
gezicht van Hiddink in die spot te gebruiken. We zeiden meteen:
dat doen we. Het reclamebureau gebeld. Daar zeiden ze dat ze
meer tijd nodig hadden. Ons antwoord: je hebt tot morgenavond
zes uur en anders zoeken we een ander reclamebureau. Intern
zeiden onze juristen overigens dat het niet kon, omdat het in-
breuk zou maken op Hiddinks portretrecht. Wij een fax naar zijn
zaakwaarnemer gestuurd dat we ervoor wilden betalen. Binnen
het uur hadden we antwoord: akkoord en geef het geld maar aan
een goed doel. Diezelfde dag opende het achtuurjournaal met onze
spot, geweldig.’
InterviewXxx
TekstXxx
FotografieXxxXxxx
Xxx
18. Mgmt. Scope
KomenGaan
In
BESTUURDERS
Kees Gielen
Bedrijf FrieslandCampina
Functie coo (van cfo)
(januari 2015)
Hein Schumacher
Bedrijf FrieslandCampina
Functie cfo
(januari 2015)
Jan Kees de Jager
Bedrijf KPN
Functie cfo
Reinier Walta
Bedrijf Vastned
Functie cfo
Jeroen Seyger
Bedrijf Macintosh
Functie ad interim-cfo
Louisa van den Broek
Bedrijf DSM
Functie bestuurssecretaris
(januari 2015)
Marjan Rintel
Bedrijf NS Reizigers
Functie directievoorzitter
Leo Deuzeman
Bedrijf BinckBank
Functie lid rvb
(gedelegeerd commissaris)
(januari 2015)
Frank van der Post
Bedrijf KPN
Functie cco
(maart 2015)
Laurence Debroux
Bedrijf Heineken
Functie cfo
(april 2015)
Evert-Jan Kooistra
Bedrijf BinckBank
Functie lid rvb
(januari 2015)
Vincent Germyns
Bedrijf BinckBank
Functie interim-ceo
(januari 2015)
COMMISSARISSEN
René Hooft Graafland
Bedrijf Ahold
Functie commissaris
(januari 2015)
Jeroen Drost
Bedrijf Vesteda
Functie lid rvt
Melchert Groot
Bedrijf Vopak
Functie commissaris
BESTUURDERS
Rolf Dieter Schwalb
Bedrijf DSM
Functie cfo
Fred Arp
Bedrijf TMG
Functie cfo
Tom de Witte
Bedrijf Vastned
Functie cfo
Kees Gielen
Bedrijf FrieslandCampina
Functie cfo
René Hooft Graafland
Bedrijf Heineken
Functie cfo
(medio 2015)
Steven van Schilfgaarde
Bedrijf KPN
Functie cfo
Theo Strijbos
Bedrijf Macintosh
Functie cfo
Koen Beentjes
Bedrijf BinckBank
Functie ceo
Femke Weijtens
Bedrijf DSM
Functie bestuurssecretaris
COMMISSARISSEN
Gert-Jan Kramer
Bedrijf Fugro
Functie commissaris
Martijn van der Vorm
Bedrijf Vopak
Functie commissaris
Leo Deuzeman
Bedrijf BinckBank
Functie commissaris
Wandelgangen
INSIDE JOKE
Commissarissen en aandelen: het blijft schuren. Zo stapte
oud-bankier Rijkman Groenink onlangs op als non-exe-
cutive van het beursgenoteerde Amerikaanse Elephant
Talk, waar hij werd betaald in aandelen. Die investering
heeft Groenink overigens waarschijnlijk alleen maar geld
gekost, aangezien het telecombedrijf de afgelopen acht
jaar ruim tweehonderd miljoen dollar verlies leed. Ook
sommige niet-bankiers in het toezichtgilde mogen graag
aandeelhoudertje spelen. Zo staken FC Twente-voorzitter
Joop Munsterman en drie van zijn commissarissen privé-
geld in de aankoop van de Chileense middenvelder Felipe
Gutiérrez in de zomer van 2012 via een vennootschap op
Cyprus. Investeerders wilden er alleen geld in stoppen als
de voorzitter en de commissarissen van de club dat ook
deden, verdedigde Munsterman de constructie. En van
belangenverstrengeling zou geen sprake zijn. Maar zo’n ge-
zamenlijk investeringsclubje heeft hoe dan ook de schijn
tegen en bovendien moeten commissarissen onafhankelijk
toezicht kunnen houden op het aankoopbeleid en transpa-
rantie als clubkleur hebben. Bankiers kunnen wel commis-
saris zijn, maar commissarissen niet ongestraft bankier of
belegger. Dat laatste heeft ook Gert-Jan Kramer ervaren.
Mr. Fugro, na zijn zegetocht als topman van de bodemon-
derzoeker sinds 2006 commissaris, verkocht als grootaan-
deelhouder in totaal voor 25 miljoen euro van zijn stuk-
jes. Daarbij laadde hij de verdenking van voorkennis op
zich: wist Kramer eerder dan de beursbelegger van de drie
winstwaarschuwingen die Fugro dit jaar moest doen en het
passeren van het dividend en koos hij daarom voor een
financiële vlucht naar voren? Volgens Kramer verkocht hij
de aandelen op aandringen van de bank, om een tekort in
een privé-bv aan te zuiveren. Desondanks stapte hij op als
commissaris, omdat de VEB zijn integriteit in twijfel trok.
De commotie was reden voor Fugro-topman Paul van Riel
om juist weer wel de portemonnee te trekken en voor
120.000 euro aandelen te kopen. Zijn medebestuurders de-
den ook steunaankopen. Nou ja, het gaat om het gebaar,
zullen we maar zeggen. Achteraf maar goed ook dat het
ging om relatief bescheiden bedragen, anders was Van Riel
cum suis op zijn beurt wellicht beschuldigd van insider
trading. Niet lang daarna zorgde Boskalis door het nemen
van een belang van bijna vijftien procent namelijk voor
een koersexplosie. De Fugro-top wil niet worden opgeslokt
door de sleephopperzuigers van de baggerbelager en zal
zich zo nodig verschansen achter de hoge beschermings-
wallen. Achter één daarvan zit opnieuw Gert-Jan Kramer.
Ondanks zijn terugtreden als commissaris bij Fugro is hij
nog wel bestuurder van de Stichting Continuïteit Fugro.
Kramer zal zijn levenswerk vast niet zomaar laten gaan
en zich zo stevig mogelijk ingraven. Met diens vertrek als
commissaris van Fugro is overigens ook meteen een ander
governancevuiltje weggewerkt, want de oud-topman trad
al na een jaar toe als toezichthouder, zonder de gewens-
te afkoelingsperiode in acht te nemen. Die afkoeling was
zeer op zijn plaats geweest, gezien de verhitte discussies
vorig jaar tussen Kramer en Frans Cremers, destijds voor-
zitter van de auditcommissie bij Fugro. Cremers wilde de
financiële structuur versterken en Kramers vertrouweling,
financiële man André Jonkman, de wacht aanzeggen. Kra-
mer zou ervoor zijn gaan liggen, waarna Cremers gefrus-
treerd opstapte. Jonkman sneuvelde later overigens alsnog
als cfo, nadat oud-Arcadis-topman Harrie Noy aantrad als
voorzitter van de raad van commissarissen. Bij ASMI was
het juist andersom. Daar liep Kramer als president-com-
missaris zelf stuk op de loslaatangst van een andere masto-
dont: oprichter Arthur del Prado hield Kramers herbe-
noeming tegen. Kramer liet destijds weten ‘op zijn leeftijd’
het gevecht niet meer te willen aangaan. Dat lijkt out of
character voor de man die een flink robbertje nooit uit de
weg is gegaan. Misschien herleeft zijn oude vechtlust nog
één keer, mocht Boskalis zich ontpoppen als Black Knight.
IllustratieYvonneKroese
19. Mgmt. Scope
Uit
21. Mgmt. Scope
ColumnPeterPauldeVries
PeterPauldeVriesisdirecteurvanhetbeursgenoteerdebedrijfValue8.
AlsdirecteurvandeVerenigingvanEffectenbezitters(VEB)washij
jarenlangdeluisindepelsvanbesturendNederland.Zijncolumnszijn
terugtevindenbijzijnprofielopmanagementscope.nl/peter-paul-de-vries.
Wie van een afstand naar de beurs kijkt, zou het een saai toneel kunnen vinden. De AEX-index
staat rond 410 punten, een paar procent boven de eindstand van 2013, en van een duidelijke
trend is (zeker in Nederland) geen sprake. Maar achter die vlak bewegende index is de beurs het
strijdtoneel van beursgenoteerde bedrijven en hun bestuurders, strategische kopers en – soms
speculatief ingestelde – beleggers. Een voorbeeld van zo’n strijd is de vriendelijke bieding van
SHV op Nutreco dat, onder dreiging van een bod van Cargill, onlangs werd verhoogd.
Terwijl in de strijd om Nutreco nog een traditioneel patroon (vriendelijke bieder en verhoging
van het bod) kan worden gezien, is de strijd om Fugro ronduit spectaculair. Ook op de beurs
gelden Darwinistische principes: wie goed presteert is jager, wie slecht presteert is prooi. Fugro,
internationaal een vooraanstaande partij in bodemonderzoek, is in korte tijd afgezakt van jager
tot prooi. In 2012 werd voor 1,2 miljard euro de geoscience-divisie verkocht aan het Franse
CGG en werd gespeculeerd wat jager Fugro daarvoor zou kunnen kopen. Inmiddels drukt de
schuldenlast van zevenhonderd miljoen euro zwaarder door afnemende winsten. De koers van
Fugro daalde in 2014 van 45 naar twintig euro op 29 oktober. Na een weinig overtuigende Ca-
pital Markets Day (lagere marges, stopzetting dividend) gleed het certificaat Fugro verder af tot
8,67 euro op 4 november. Enkele dagen later stapte Boskalis in met een belangname van 14,8
procent. Inmiddels kan Boskalis uitbreiden tot 19,99 procent, zonder dat te hoeven melden.
Achter Boskalis gaat de machtige investeringsmaatschappij HAL schuil. HAL heeft in de af-
gelopen twee decennia sterke posities opgebouwd in onder meer tankopslagbedrijf VOPAK
(48 procent), SBM Offshore (dertien procent) en Boskalis (34 procent). Fugro zou daar prima
bij passen. Natuurlijk heeft Boskalis het Fugro-belang niet genomen zonder toestemming van
HAL. En niemand gelooft dat Boskalis gewoon een minderheidsbelangetje neemt. Boskalis is
een ervaren overnemer van voormalige beursfondsen zoals Dockwise en Smit. In beide gevallen
begon dat met een ongevraagde openbare toenadering. Uit de mededeling dat Boskalis niet de
intentie heeft een bod uit te brengen, mag worden afgeleid dat Boskalis eerst tot dertig procent
wil gaan. Pas daarboven moet – verplicht! – een bod worden uitgebreid. Wie HAL volgt, ziet
het strategische plaatje glashelder voor zich. HAL wil zijn optiek-activiteiten (o.a. Pearl) naar
de beurs brengen. De opbrengsten van die beursgang en de daarop volgende afbouw kan dan
gebruikt worden voor versterking van de belangen in Fugro, SBM Offshore en/of Boskalis.
De persberichten van 7 en 10 november spreken boekdelen. Boskalis publiceerde een pers-
bericht dat het niet wil overnemen, graag wil samenwerken met Fugro en dat het de strategie
onderschrijft. Fugro betitelde de belangname als unexpected en unsolicited en wil zelfstandig
blijven. Probleem voor Fugro is dat het slechte nieuws nog niet voorbij is. Er komen nog slechte
cijfers aan over geheel 2014, waarbij Fugro mogelijk de bankconvenanten schendt. Inclusief
afboekingen moet rekening worden gehouden met meer dan vijfhonderd miljoen euro verlies
over 2014. Bovendien kunnen de markten verder verslechteren. En hoe lost prooi Fugro de
problemen met de banken op, terwijl buiten jager Boskalis op de loer ligt? In de wetenschap
dat Fugro wordt beschermd door drie reusachtige beschermingswallen zou je een rustige reactie
verwachten op de belangname van Boskalis. Boskalis heeft immers certificaten Fugro gekocht
en heeft derhalve geen stemrecht. Waarom Fugro toch zo bang is? Allereerst is voormalig De
Brauw-advocaat Sjoerd Eisma president-commissaris bij HAL, hij is de ongekroonde koning
van de beschermingsconstructies. Wie beschermingsconstructies maakt, kan ze vast ook slech-
ten. Verder heeft HAL – zeker na de beursgang van Pearl – diepe zakken en een hele lange
adem. Bestuurders en commissarissen van beursgenoteerde bedrijven doen er goed aan deze
strijd op de voet te volgen. Zowel jagers als prooien kunnen veel van deze strijd leren.
... HARDE STRIJD OP DE BEURS
De Darwinistische beursprincipes:
wie slecht presteert is prooi
23. Mgmt. Scope22. Mgmt. Scope
De mogelijkheid om actief bij te dragen aan
innovatieve technologische ontwikkelingen.
Dat is het belangrijkste hr-instrument van
Wim Dufourné, hr-directeur bij SABIC.
‘WE WILLEN WERKEN
AAN DINGEN DIE
ERTOE DOEN’
WIM DUFOURNÉ HR-DIRECTEUR SABIC
SABIC is voor menigeen nog een grote onbekende.
Toch is deze Saoedi-Arabische petrochemische onder-
neming uitgegroeid tot een geduchte concurrent van
chemiegiganten als BASF, Dow Chemical, Bayer en
DuPont.
De Arabische staat heeft zeventig procent van Saudi
Basic Industries Corporation in handen, de overige der-
tig procent is eigendom van beleggers. SABIC werd in
1976 opgericht, met als doel het Arabische aardgas niet
meer af te fakkelen, maar in te zetten voor de productie
van kunststoffen. Het bedrijf groeide als kool: eerst via
joint ventures en later via overnames, zoals die van de
petrochemische activiteiten van DSM in 2002 en de
plastics-divisie van General Electric in 2007.
De DSM-roots verklaren waarom SABIC in Geleen
(fabrieken) en Sittard (Europees hoofdkantoor) zit, de
overname van GE Plastics is de reden dat SABIC ook
in Bergen op Zoom is gevestigd, met inmiddels acht
fabrieken op het gebied van innovative plastics. Een
van de ruim vijfduizend werknemers in Europa is Wim
Dufourné, sinds drie jaar senior hr-directeur SABIC
Europa. Hij is, na een ruim dertigjarige loopbaan bij
onder meer Shell en Rabobank, gepokt en gemazeld
in hr en werkte zowel vanuit hoofdkantoren als voor
lokale units.
Na een roerige periode van reorganisatie en het ont-
slag van zo’n zevenhonderd medewerkers in Europa
vanwege de crisis en de moordende concurrentie, kan
Dufourné nu weer met meer vertrouwen vooruitkijken.
Zijn organisatie staat er immers beter voor, scoort prij-
zen op het gebied van goed werkgeverschap en duur-
zaamheid, spint garen bij de samenwerkingsverbanden
met klanten en krijgt een steeds betere inbedding in de
lokale en regionale maatschappelijke omgeving.
InterviewRogerMuys
TekstPaulGroothengel
FotografieErikvanderBurgtGoedwerkgeverschap
24. Mgmt. Scope 25. Mgmt. Scope
miljard dollar, komen wij met veertigduizend medewerkers aan
ruim de helft daarvan. Desondanks streven we continu naar
verbeteringen en nemen we maatregelen om kosten te drukken
en winst te genereren. Onze concurrenten zitten immers ook
niet stil. Zo hebben we recentelijk in Engeland aangekondigd
om in onze bestaande kraker schaliegas uit Amerika als grond-
stof te gebruiken, waardoor we ten opzichte van onze Europese
concurrenten voordeel creëren.’
Terug naar hr. Hoe profileert SABIC zich om met
succes goede leiders en technologische toppers aan
te kunnen trekken?
‘Onder meer doordat we steeds nieuwe samenwerkingsverban-
den aangaan, bijvoorbeeld met universiteiten in Nederland en
met technologische topinstituten in Duitsland, Zwitserland
en Engeland. Ook in Nederland doen we steeds meer samen
met bedrijven, bijvoorbeeld via Brainport Eindhoven. Op ons
terrein in Bergen op Zoom is de Green Chemistry Campus ge-
vestigd, een direct gevolg van de plannen van Zuidwest-Neder-
land om een toplocatie te worden op het gebied van Biobased
Economy. Deze campus hebben wij vanuit SABIC opgezet, sa-
men met REWIN West-Brabant, de Provincie Noord-Brabant,
de gemeente Bergen op Zoom, de Brabantse Ontwikkelings
Maatschappij en Avans Hogeschool. Het is onze gezamenlijke
ambitie om dit initiatief te laten uitgroeien tot hét innovatieve
centrum, waar bedrijven in een inspirerende en open omgeving
samenwerken aan nieuwe biobased-producten en technologie-
ën. Onder het motto agro meets chemistry. De nadruk ligt op
groene bouwstenen voor materialen, chemicaliën en coatings.’
Zijn binnen de chemische sector concerns als
BASF, DuPont en Bayer niet veel bekender op de
arbeidsmarkt dan SABIC?
‘Zeker. Daar ligt voor ons nog een flinke uitdaging. Wij willen
graag de employer of choice zijn. Al zijn we nog niet bij iedereen
bekend, we zijn wel op de goede weg. Wat daarbij zeker helpt,
is dat wij door het onafhankelijke Top Employers Institute zijn
gecertificeerd als Top Employer 2014 in Europa; bij mijn weten
zijn wij de enige petrochemische onderneming die dit certifi-
caat heeft binnengehaald. Deze erkenning is gebaseerd op onze
WIM DUFOURNÉ (57)
Opleiding
-	Rechten, Erasmus Universiteit Rotterdam
-	Koninklijke Luchtmacht, opleiding tot luitenant
Loopbaan
2011 - heden 	
Senior director human resources SABIC Europa
2010 - 2011 	
hr-directeur Maersk Oil Qatar
2009 - 2010 	
Owner-managing director Prohumres Consultancy
2007 - 2009 	
chro Suzlon Energy
2003 - 2007 	
Global Head hr Rabobank International
1982 - 2003 	
hr-directeur Shell
Interesses
Mountainbiken, racefietsen, lezen
Thuis
Getrouwd, twee kinderen
MEER OVER WIM DUFOURNÉ OP:
WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL
Hoe is het om te werken in de context van een
Saoedische moedermaatschappij?
‘Je zou denken dat onze werelden ver uit elkaar liggen, maar
dat blijkt in praktijk enorm mee te vallen. In Nederlandse or-
ganisaties zijn we gewend aan onze cultuur van polderen, van
iedereen erbij betrekken, samen kijken naar oplossingen. Het
verrassende is dat de Saoediërs dat in hun cultuur ook heb-
ben. Er zijn meer gemeenschappelijkheden dan je op voorhand
verwacht. Binnen SABIC in Europa hebben we inmiddels een
amalgaam van culturen, met in totaal 56 nationaliteiten. Dat
komt door onze historie van groei: met de bulkchemiepoot van
DSM nam SABIC een bedrijf over dat geworteld was in de
cultuur van de Limburgse mijnstreek, voortgekomen uit een
staatsbedrijf. Met de overname van GE Plastics kwam daar de
Amerikaanse can do-mentaliteit bij. En dan kwam daar ook
nog, met de overname van een deel van het Britse Imperial
Chemical Industries, een stuk Britse managementcultuur bij.’
Hoe gaat u daar vanuit hr mee om? Wat voor cul-
tuur wilt en kunt u creëren?
‘Je kunt die diverse werkelijkheid niet ontkennen. Ik weet dat
bloedgroepen in gefuseerde bedrijven nog lang kunnen blijven
bestaan. Maar ik houd niet van achterom kijken, al is trots op
ons verleden een groot goed. Dat is ook wat de werknemers
met elkaar delen: de trots op dit bedrijf. Die cultuur proberen
we vanuit hr te versterken. Wat daarbij uiteraard helpt, is dat
onze producten heel zichtbaar zijn. Er zijn namelijk ongeloof-
lijk veel eindproducten waar onze producten en stoffen in zit-
ten. Als je hier een van de fabrieken in loopt – op dit immense
fabrieksterrein – zie je hoe de vrachtwagens worden geladen
met korrels, andere producten en halffabricaten. Heel tastbaar
en mooi om over te brengen. Daarom organiseren we ook ge-
regeld open dagen, niet alleen voor de families van onze me-
dewerkers, maar voor iedereen. Die open dagen zijn altijd een
succes. Vanuit hr-oogpunt gebruiken we deze tastbaarheid van
onze activiteiten om scholieren en studenten aan te trekken.
Belangrijk, want de toevoer van talent blijft nu eenmaal een
uitdaging, zeker omdat steeds minder jongeren kiezen voor een
technische opleiding. Binnen Europa varieert dat laatste overi-
gens wel sterk per land.’
Hoe scoren jullie op het gebied van diversiteit?
‘Daar hebben we nog wel een wereld te winnen. Het aantal
vrouwelijke medewerkers binnen SABIC in Europa is zo’n zes-
tien procent. Dat is relatief laag, vergeleken met onze concur-
renten, en zeker vergeleken met bedrijven buiten de chemische
sector. Inhoudelijk bieden we onze mensen wel een enorme di-
versiteit aan functies en mogelijkheden. Je kunt je, op alle ni-
veaus binnen SABIC, geweldig verbreden en verdiepen. Maar
dan heb je het ook over mobiliteit, je moet dan wel de bereid-
heid hebben om over fysieke grenzen heen te willen stappen.’
Hoe is SABIC georganiseerd?
‘We werken vanuit zes strategische businessunits: polymers,
chemicals, fertilizers, metals, performance chemicals en innovative
plastics; deze laatste businessunit heeft twee grote productielo-
caties in Europa, één hier in Bergen op Zoom en één in het
Spaanse Cartagena. Ondersteunende functies, waaronder hr,
komen vanuit de hele wereld bij elkaar in leadershipteams,
waarin we met elkaar praten over de strategie en invulling van
ons hr-beleid. Daarnaast hebben we in alle continenten ver-
koopkantoren en innovatiecentra.’
Hoe doet SABIC het ten opzichte van de concur-
rentie?
‘Wat activiteiten betreft kunnen we ons goed vergelijken met
BASF. Dan zie je dat wij winstgevender opereren: waar zij met
112.000 medewerkers een jaaromzet realiseren van honderd
‘Doe alsof dit je eigen
bedrijf is, zeggen we
tegen medewerkers’
26. Mgmt. Scope
advertorial
De nieuwe
bonus zit in
een kopje
U bent trots op uw organisatie en dat laat u graag blijken.
Te allen tijde zet u zich in voor het behoud van energie,
betrokkenheid en productiviteit. Een kop goede koffie op de
werkvloer is een effectieve manier om dagelijks uw blijk van
waardering te geven aan de spil van uw organisatie.
Waarderen, motiveren, presteren
Het belang van een gemotiveerd team is algemeen bekend.
Aandacht besteden aan de motivatie van medewerkers is dan
ook cruciaal. Uit onderzoek van onderzoeksbureau Bain 
Company*) blijkt dat de juiste secundaire arbeidsvoorwaarden
de voornaamste instrumenten zijn om werknemerstevreden-
heid, -loyaliteit en -betrokkenheid te sturen en te stimuleren.
Bain  Company onderzocht daarom de relevantie van be-
staande secundaire arbeidsvoorwaarden. Uit het onderzoek
blijkt dat kwaliteitskoffie een effectieve secundaire arbeids-
voorwaarde is: goede koffie wordt hoog gewaardeerd en is rela-
tief laag in kosten. Kortom; de nieuwe bonus zit in een kopje.
Kwaliteit in de koffiecorner
De Nederlander is een echte koffieliefhebber en drinkt niet
alleen meer ‘gewone’ koffie maar ook steeds vaker een cap-
puccino, espresso of latte macchiato. Kwaliteit in de koffie-
corner voorkomt dat werknemers hun koffie buiten de deur
halen en minder met elkaar in contact komen.
Nespresso biedt nu ook kwaliteitskoffie voor op de werkvloer.
Voorzien van verschillende mogelijkheden, sluit het koffiesys-
teem van Nespresso aan op de specifieke koffiebehoeftes
van u en uw medewerkers; de professionele machines zijn
gebruiksvriendelijk, efficiënt en leveren constante kwaliteit.
Daarbij bieden de negen koffievariëteiten, ofwel Grands Crus,
u en uw medewerkers een brede keuze aan smaakprofielen
en aroma’s. Zo kan iedereen eenvoudig een perfecte espres-
so, lungo of cappuccino bereiden.
Meer weten over Nespresso zakelijk, kijk dan op Nespresso.com/pro
Koffie met ambitie
Kwaliteit is bij Nespresso geen toeval. Duurzaamheid
en respect voor het milieu zijn manieren om de hoogste
kwaliteit koffie te garanderen. Een betere toekomst
voor mens, milieu en koffie is daarom de ambitie van
Nespresso. In 2003 lanceerde Nespresso het AAA
Sustainable QualityTM
programma in samenwerking met
Rainforest Alliance. Dit programma garandeert boeren
die hieraan deelnemen dat ze een premium ontvangen
voor hun koffie van dertig tot veertig
procent bovenop de standaard
marktprijs. Boeren die een Rainforest
Alliance-certificaat verkrijgen via
het AAA-programma zijn bovendien
verzekerd van een aanvullende,
contante premie. Zodat ook zij hun
ambities waar kunnen maken.
*) Relevance of fringe benefits for employee loyalty, 2011 Bain  Company, Inc.
Hoe kwaliteitskoffie bijdraagt aan
het succes van uw onderneming.
Daarbij streven we naar een oprechte dialoog. Dit kwalitatieve
onderzoek is een goed instrument om te checken of die dialoog
ook echt op gang komt en blijft. SABIC is geen bedrijf waar
het management langskomt om te vertellen hoe de werkne-
mers hun werk moeten doen. We zeggen juist tegen onze werk-
nemers: werk en doe alsof het je eigen bedrijf is.’
Wie bewaakt dit proces, hr of het lijnmanagement?
‘Beide, we doen dit met elkaar. Zo deel je kennis en houd je
elkaar verantwoordelijk voor afspraken en het nakomen daar-
van. En zo voorkom je dat er spelletjes gespeeld worden via
bazen. Dat kennis delen wordt ook steeds makkelijker door de
technologische mogelijkheden, denk aan videoconferencing,
vanuit huis werken. Daarbij moet je altijd blijven opletten dat
mensen de juiste vragen blijven stellen. Dat ze niet al te zeer
worden opgeslokt door de problemen van vandaag, maar dat
we samen kunnen visualiseren waar we in 2025 willen staan en
wat voor type medewerkers je tegen die tijd nodig hebt. In die
dialoog met de business ervaar ik dat wij als hr allang niet meer
hoeven te vechten voor onze plaats aan tafel.’
Ziet u dan ook meer crossfunctionele moves, van
hr naar de operatie of andersom?
‘Ja, maar het is ook een kwestie van elkaars verleden leren
kennen. Lijnmanagers moeten kennis hebben van het ‘men-
sen-element’, moeten steeds meer people managers worden. Te-
gelijk zie je dat hr-mensen op hun beurt steeds meer kennis
van de business moeten hebben, zodat ze dezelfde taal spreken.’
De schotten tussen lijn en staf verdwijnen, omdat
je meer samen doet?
‘Inderdaad. Dat zie je heel duidelijk terug in projecten. Vroeger
zaten bijvoorbeeld in een inkoopproject alleen mensen van in-
koop, nu zitten daar ook hr-medewerkers bij. Die verandering
verzinnen we niet op eigen houtje, maar vanuit een dialoog
met de business. Waarbij wij als hr ook goed luisteren naar de
ideeën hierover van de or, de Young SABIC Professionals en
het SABIC Women’s Network. Mensen hebben genoeg ideeën
en kennis, het gaat erom die op de meest effectieve manier te
ontsluiten.’
primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, hoe wij omgaan
met talentontwikkeling en met culturele verschillen.’
Wat zijn uw belangrijkste hr-instrumenten om
managers en medewerkers te motiveren?
‘Technologische ontwikkeling en uitdaging. Meewerken aan
het ontwikkelen van nieuwe producten, waar we vervolgens
klanten voor vinden, dat vinden veel mensen prachtig. Dat
motiveert ze duidelijk veel meer dan geld. Ook maatschappe-
lijk gezien is dat in mijn ogen de juiste weg. Als je zo duurzaam
als mogelijk bezig bent en doet wat je klanten van je verwach-
ten, dan is een gezond financieel resultaat daar een logisch uit-
vloeisel van. Dat vind ik het mooie aan Steve Jobs, die zich al-
tijd afzette tegen business man Bill Gates. Die keek volgens Jobs
toch vooral naar het financieel resultaat, terwijl Jobs simpelweg
de mooiste producten en diensten wilde leveren. Als je alleen
maar concurreert op prijs, voeg je weinig tot geen waarde toe.
En motiveer je dus ook je mensen niet. Onze mensen vinden
het bijvoorbeeld geweldig dat wij grondstoffen leveren voor de
Range Rover Evoque, die mede dankzij onze materialen lich-
ter in gewicht is dan vergelijkbare modellen en daarmee mili-
euvriendelijker. Met Volkswagen zijn we bezig om hun glazen
autoruiten te vervangen door hoogwaardig kunststof materiaal;
dat heeft de kwaliteit van glas, maar het kan niet splinteren en
is ook weer veel lichter in gewicht.’
Worden werknemers minder flexibel door de crisis,
uit angst hun positie te verliezen?
‘De tijd van de werkgever die voor je zorgt tot je pensioen is
allang verleden tijd. De generatie van nu is er meer dan ooit op
gericht zichzelf te blijven ontwikkelen. Mensen willen werken
aan nieuwe dingen die ertoe doen. De flexibiliseringstrend op
de arbeidsmarkt gaat deels aan SABIC voorbij, het overgrote
deel van onze mensen is nog gewoon in vaste dienst. Dat heeft
ook te maken met de aard van onze industrie, waarin het draait
om hooggekwalificeerd personeel dat ervaring heeft met vei-
lig werken. Wij zijn vooral gebaat bij continuïteit, ook in ons
hr-beleid.’
SABIC is een zeer grote organisatie, hoe houdt hr
voeling met de werkvloer?
‘Medewerkertevredenheid is binnen SABIC een groot goed.
We vragen onze mensen iedere acht tot twaalf weken naar een
aantal issues, denk aan veiligheid, hun mening over het ma-
nagement, of er goed naar elkaar geluisterd wordt, et cetera.
INTERVIEW ROGER MUYS
hr-directeur en lid van het Executive Committee
van PostNL.
Hij interviewt en schrijft in Management Scope over goed
werkgeverschap. Zijn bijdragen zijn terug te vinden op
managementscope.nl/manager/roger-muys.
‘Meewerken aan nieuwe
producten motiveert
mensen meer dan geld’
DossierXxx
XXX
In samenwerking met Xxx
36. Xxx
Xxx
Xxx
DossierGezondheidsmanagement
In samenwerking met Coöperatie VGZ
30.	Martine Geurts
Vlekkeloos verzuimbeleid
bij Facilicom.
36.	Analyse
Sturen op inzetbaarheid.
40.	Rondetafeldiscussie
Aanjagers van vitaliteit bij
vier zakelijke dienstverleners.
Ziekteverzuim hakt in winst-
marges. Sturen op duurzame
inzetbaarheid, intrinsieke
motivatie en vitaliteit is dus
van levensbelang, zowel voor
ondernemingen die werken
met hoogopgeleide profes-
sionals (zoals de deelnemers
aan onze rondetafeldiscussie)
als voor bedrijven met
laagopgeleid personeel in
dienst (zoals facilitair dienst-
verlener Facilicom).
Dossier
GEZONDHEIDSMANAGEMENT
Samen hebben we de
energierekening van
Filmmore veranderd
Van kostenpost naar
kostenbesparing
Kijk op
nuon.nl/samenveranderen
Wat mogen we voor u veranderen? Kijk op nuon.nl/samenveranderen
Samen veranderen
Energie is de mogelijkheid om iets te veranderen. Daarom werken wij elke
dag vol energie aan uw energie. Als energiepartner willen we een bijdrage
leveren aan de bedrijfsvoering en ambities van ondernemers.
Zo hebben we samen met Filmmore gekeken naar de mogelijkheden om
kosten te besparen op hun elektriciteitsrekening. Voor Filmmore bleek
het product Nuon HerPrijs een passende oplossing. Daarmee hebben ze
een vaste scherpe prijs die niet kan stijgen, maar profiteren zij wel van
prijsdalingen.
Partner in energieoplossingen
Filmmore is marktleider op het gebied van full-service post-productie van
films, dramaseries en documentaires. Zij verbruiken relatief veel elektriciteit,
omdat ze op computers met veel data werken die continu worden bewerkt,
opgeslagen en verzonden.
Ben Willems, Managing Director Filmmore: “De samenwerking met Nuon
verloopt uitstekend. Naast de levering en betrouwbaarheid, vind ik de
belangrijkste factor hun proactiviteit. Zo meldt mijn contactpersoon op tijd
dat onze prijs voor elektriciteit goedkoper kan, zodra de marktprijs gedaald
is. Ik schat in dat onze elektriciteitskosten met ongeveer 20% zijn gedaald
sinds we zijn overgestapt op Nuon HerPrijs.”
Xxx
30. Mgmt. Scope
InterviewFrankElion
TekstIreneSchoemakers
FotografieErikvanderBurgtDossierGezondheidsmanagement
Lage marges, hoge personeelskosten en vergrijzing
van het personeelsbestand maken het terugdringen
van verzuim van groot belang voor Facilicom.
Vicepresident Martine Geurts gaat voor duurzame
inzetbaarheid van personeel.
‘ALLES STAAT OF VALT
MET MAATWERK’
MARTINE GEURTS VICEPRESIDENT FACILICOM
Facilicom is een internationaal opererende facilitaire
dienstverlener die zo’n vijftig jaar geleden is opgericht
door Johan Geurts. Het Schiedamse concern – dat
ooit begon als schoonmaakbedrijf Gom – opereert al
jaren onder de ‘mediaradar’, maar is met een jaaromzet
van ruim een miljard euro en zo’n 28.000 medewer-
kers een van Nederlands grootste familiebedrijven. De
tijd dat alleen de schoonmaakdiensten de corebusiness
vormden voor deze organisatie is allang voorbij. Faci-
licom, met vestigingen in België, Frankrijk en Enge-
land, vormt inmiddels een holding boven een zevental
facilitaire bedrijven: Axxicom voor thuishulp, Breijer
voor bouw en installatie, Facilicom Facility Soluti-
ons voor main contracting en multiservices, Gom voor
schoonmaakdiensten, Prorest voor catering, Tapwacht
voor service en techniek en tot slot Trigion voor be-
veiliging. En daar blijft het niet bij. Zo beweegt het
bedrijf zich sinds kort ook op het werkveld van ge-
meenten. ‘We willen met ons nieuwe bedrijf Incluzio
gemeenten in Nederland zorgtaken uit handen ne-
men, zoals het coördineren van de sociale basiszorg’,
vertelt vicepresident en ‘dochter van’ Martine Geurts
vanuit het moderne hoofdkantoor in Schiedam. Het
kantoor heeft uitzicht op een van de havenarmen van
de Nieuwe Maas. Wat opvalt nadat de liftdeuren op
de dertiende etage zich openen, is de vloerbedekking
die zich als een caleidoscoop door de gangen uitstrekt.
‘Vlekken zie je hier niet op’, zegt Geurts. ‘We hebben
uiteraard onze eigen kennis van materialen, schoon-
maak en onderhoud toegepast op dit gebouw. Over
alles is goed nagedacht.’
Het gesprek met Martine Geurts gaat vandaag over dé
belangrijkste productiefactor van Facilicom: de klei-
ne dertigduizend medewerkers waarvan het meren-
32. Mgmt. Scope 33. Mgmt. Scope
MARTINE GEURTS (52)
Opleiding
Bedrijfseconomie, Erasmus Universiteit Rotterdam
Loopbaan
2014 - heden
Vicepresident Facilicom
1988 - 2014 	
Diverse functies binnen Facilicom
1986 - 1988 	
Consultant Arthur Andersen
Interesses
Hardlopen, tennissen
Thuis
Gehuwd, drie kinderen
MEER OVER MARTINE GEURTS OP:
WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL
Waar liggen de verantwoorde-
lijkheden als het gaat om duur-
zame inzetbaarheid?
‘Uitgangspunt van ons beleid is dat be-
drijf en medewerkers een gezamenlijke
verantwoordelijkheid hebben om er-
voor te zorgen dat het werk zowel fysiek
als mentaal mogelijk blijft tot 67 jaar.
We proberen medewerkers daar zo goed
mogelijk bij te faciliteren, maar ze heb-
ben zelf ook een verantwoordelijkheid.’
Hoe zorgt u ervoor dat ze die
verantwoordelijkheidookzelfop-
pakken?
‘We realiseren ons dat het aanbieden
van programma’s en faciliteiten alleen
niet voldoende is. We zullen medewer-
kers ook moeten stimuleren om er zelf
mee aan de slag te gaan. Zo loven we
een beloning van honderd euro uit voor
medewerkers die gestopt zijn met roken
of zijn afgevallen. Daar wordt onderling
over gesproken en dat kan medewerkers
net dat duwtje in de rug geven om ge-
zonder te gaan leven.’
deel laagopgeleid is en 87 procent een
contract voor onbepaalde tijd heeft.
‘De uitdaging voor ons is om onze me-
dewerkers zo gezond en vitaal mogelijk
te krijgen en houden. De marges in onze
sector zijn bijzonder laag en de perso-
neelskosten hoog. Hoe lager het ver-
zuim en – vooral ook – hoe productiever
onze medewerkers, hoe beter.’
Hoe laag zijn die marges?
‘Onze nettowinst bedraagt 2,2 procent
van onze omzet. Dat is niet veel. De
totale kosten worden bovendien voor
maar liefst tachtig procent bepaald door
de loonkosten. We zijn immers een
mensenbedrijf pur sang en dat zie je te-
rug in de cijfers. Wanneer onze mede-
werkers niet goed in hun vel zitten of
vaak ziek zijn, dan voelen we dat direct.
We hebben wel eens uitgerekend dat
een procent ziekteverzuim ons 0,7 pro-
cent van onze winstmarge kost. Dat is
aanzienlijk.’
Ik begrijp dat uw bedrijf er alles
aan gelegen is om het verzuim
binnen de perken te houden.
Hoe doet u dat?
‘Jaren geleden al zijn we gestart met een
uitgekiend ziekteverzuimbeleid. Zo heb-
ben we een eigen reïntegratieafdeling in
huis die gesprekken aangaat met mede-
werkers die zich ziekmelden. Daarnaast
bieden we tal van programma’s aan die
mensen helpen met hun gezondheid, zo-
als een cursus voor vrouwen in de over-
gang. We hebben zo’n veertig po’ers,
twaalf reïntegratiespecialisten en vier
mobiliteitsbureaumedewerkers. En hun
dagen zijn goed gevuld. Daarnaast zijn
onze managers ervan doordrongen dat
ziekteverzuim extra kostbaar is voor een
organisatie als de onze. We realiseren
ons bovendien dat verzuim meer is dan
het ziek zijn van medewerkers alleen.
Het verzuimcijfer vormt een graadmeter
voor het welbevinden van mensen. Een
rayonmanager met een significant hoger
verzuimpercentage dan dat van de an-
dere rayonmanagers, heeft dan ook iets
uit leggen. We monitoren die gegevens.’
Hoe hoog is het verzuimpercen-
tage?
‘In 2013 is het met 0,3 procent gedaald
ten opzichte van 2012 tot 4,9 procent.
Dat is aan de lage kant voor de sectoren
waarin wij ons begeven. Zo bedraagt het
gemiddelde percentage in de schoon-
maak- en beveiligingsbranche een klei-
ne zes procent. Maar we denken dat het
verder omlaag kan. Om die reden zijn
we sinds een paar jaar begonnen met
het treffen van nieuwe maatregelen en
daar komen telkens nieuwe initiatieven
bij.’
Wat is de gedachte achter die
nieuwe maatregelen?
‘Ze zijn gericht op duurzame inzetbaar-
heid van medewerkers. We zijn ons be-
staande verzuimbeleid dan ook aan het
omzetten naar een beleid van duurzame
inzetbaarheid. Dat heeft alles te maken
met de vergrijzing van ons personeels-
bestand. De pensioenleeftijd is boven-
dien verhoogd tot 67 jaar, de overheid
trekt zich steeds verder terug en mensen
in het algemeen eten en leven steeds
ongezonder. Dat betekent dat ook wij
als werkgever iets moeten ondernemen
om onze mensen gezond te houden.’
Wat houden de maatregelen in?
‘Bijvoorbeeld een maatregel als functie-
roulatie. Door te stimuleren dat mede-
werkers geregeld van functie verande-
ren, slagen we erin de medewerkers op
de juiste plek in de organisatie te krij-
gen. Het biedt hen bovendien telkens
nieuwe uitdagingen. En mensen gedijen
goed bij nieuwe uitdagingen. Dat houdt
het werk aantrekkelijk. Daarnaast heb-
ben we in 2013 een eigen mobility center
opgericht, om de duurzame inzetbaar-
heid van medewerkers te bevorderen
door hen te steunen bij een volgende
stap in hun carrière. Of dat nu binnen
of buiten Facilicom is. En dan hebben
we ook nog het programma BRAVO.
Dit staat voor Bewegen, stoppen met
Roken, matig gebruik van Alcohol,
gezonde Voeding en voldoende Ont-
spanning. Een ongezonde leefstijl is
namelijk een van de grootste oorzaken
van chronische aandoeningen. We la-
ten hier dan ook een preventief beleid
op los. Ook zijn we onlangs gestart met
een medewerkersportaal waarop tal van
tips zijn te vinden om vitaal en gezond
te worden. Daarnaast gaan onze po’ers
en reïntegratieadviseurs vooral veel in
gesprek met medewerkers die frequent
uitvallen, om te achterhalen wat de
oorzaak van het verzuim is. We doen
dat zo vroeg mogelijk. Liefst op het mo-
ment dat duidelijk is dat het hier geen
verkoudheid van een paar dagen betreft,
maar dat het verzuim wel eens langer
zou kunnen duren of terugkerend blijkt
te zijn.’
Heeft dit laatste effect?
‘Zeker. Het werkt. Door in een vroeg
stadium het gesprek aan te gaan, zien
we dat het frequente verzuim terugloopt
omdat we gezamenlijk tijdig een oplos-
sing hebben kunnen vinden. Geregeld
spreken met medewerkers is sowieso
een probaat middel in de strijd tegen
verzuim. We hebben om die reden ook
besloten voor de invoering van zoge-
naamde kruispuntgesprekken. Dat zijn
gesprekken die we voeren op belang-
rijke momenten in het leven van een
medewerker, zoals gezinsuitbreiding of
voorbereiding op het pensioen. Door op
dit soort momenten in gesprek te gaan
met mensen, kunnen we tijdig achter-
halen wat hun wensen en grieven zijn.’
‘Ons verzuimbeleid maakt
plaats voor een focus op
duurzame inzetbaarheid’
34. Mgmt. Scope
Wat is volgens u een belangrijke
succesfactor bij het inzetten van
duurzame inzetbaarheid?
‘Door deze verantwoordelijkheid in ie-
der geval los te koppelen van de lijn.
Managers hebben vaak hun handen vol
aan leidinggeven, regelen en sturen.
Het gevaar is dan dat verzuimmaatre-
gelen niet voldoende aandacht krijgen.
Bovendien zijn managers vaak persoon-
lijk en zakelijk betrokken bij hun me-
dewerkers en is het voor hen moeilijk
hun medewerkers objectief te adviseren
om bijvoorbeeld over te stappen naar
een andere baan binnen of buiten de
organisatie. Dat laten we bij voorkeur
door een objectieve partij doen, in dit
geval onze po’ers of reïntegratieaf-
deling. Daarnaast gaat het er vooral
om medewerkers gezond en vitaal te
houden. Wij zijn ervan overtuigd dat
preventie van ziekte uiteindelijk beter
werkt dan zieke medewerkers zo snel
mogelijk weer aan het werk te krijgen.’
Zouden managers zelf ook niet
in gesprek moeten gaan met me-
dewerkers om ze flexibel en lang
inzetbaar te houden?
‘Het klopt dat aandacht geven, en me-
dewerkers af en toe te vragen naar za-
ken die hen bezighouden, preventief
werkt. Maar managers vinden dat door-
gaans erg lastig. Ze zijn terughoudend
om medewerkers te vragen naar hun
privéleven en ze hebben er bovendien
vaak geen tijd voor. Voor alle duidelijk-
heid: de aanpak van vitaliteit blijft een
belangrijke kerntaak voor onze mana-
gers, maar een aantal taken en proces-
sen hebben we nu elders neergelegd.’
Al dit soort maatregelen kost
geld. Wegen de kosten op tegen
de baten?
‘Je kunt de rekensom makkelijk slui-
tend krijgen. Verzuim is immers enorm
kostbaar. We zijn bijvoorbeeld voor de
Ziektewet eigenrisicodrager. Dat wil
zeggen dat we zelf de uitkering voor
ex-werknemers betalen die bij ziekte
nog recht hebben op een Ziektewet-
uitkering. Dat kan behoorlijk in de pa-
pieren lopen. Voor een medewerker die
bijvoorbeeld op zijn 28ste
wordt afge-
keurd, moeten wij nog jarenlang Ziek-
tewetuitkering betalen. Dat geld, of een
deel ervan, kunnen we ook aanwenden
voor preventieve maatregelen. Dat is
precies wat we nu doen.’
Beschouwt u Facilicom als een
sociale werkgever? Of zijn de
maatregelen vooral gedreven
door geld?
‘We doen veel voor onze medewer-
kers. Naast de maatregelen die ik net
noemde, helpen we ook medewerkers
die de eindjes niet meer aan elkaar
kunnen knopen. We kijken dan samen
met hen hoe we de financiële proble-
men kunnen oplossen. We laten ze niet
aan hun lot over. We zijn dus zeker een
werkgever die goed is voor zijn mede-
werkers. Maar alles is tevens financieel
gedreven. Door medewerkers te helpen
blij en gezond te blijven, zijn ze gemo-
tiveerder, productiever en minder vaak
ziek, en daar plukken ook wij de vruch-
ten van. Er schuilt kortom een gezonde
financiële prikkel achter ons duurzaam-
heidsbeleid.’
Welke rol speelt het feit dat Faci-
licom een familiebedrijf is?
‘We zien onszelf het liefst als een bedrijf
dat over het persoonlijke en de kracht
van een familiebedrijf beschikt, maar
tegelijkertijd vooral professioneel ope-
reert. Zoals de meeste familiebedrijven
hebben ook wij een langetermijnvisie
en dat zie je terug in ons personeelsbe-
leid. Het feit dat nagenoeg alle 28.000
medewerkers bij ons in vaste dienst zijn
is daar een voorbeeld van. We willen
bovendien dat deze mensen zo lang en
zo plezierig mogelijk bij ons werken.
Dat is voor ons de manier om kennis en
ervaring vast te houden en continuïteit
bij opdrachtgevers te kunnen garande-
ren. Eigen medewerkers krijgen ook al-
tijd de eerste keuze bij vacatures en we
hebben onszelf tot doel gesteld dat zes-
tig procent van de managementfuncties
intern wordt ingevuld. Het afgelopen
jaar was dit zelfs 75 procent.’
Uw medewerkers zijn vooral
laagopgeleid. Maakt dit gegeven
het lastiger om duurzame inzet-
baarheid te realiseren?
‘Ik denk dat dit niet per se moeilijker
hoeft te zijn. De kunst is je beleid aan te
passen aan de doelgroep. We zorgen er-
voor dat de maatregelen laagdrempelig
zijn en nodigen medewerkers uit – soms
met inzet van beloning – om deel te ne-
men. Daarbij zoomen we in op bepaal-
de risicogroepen. Als wij bijvoorbeeld
constateren dat het verzuim bij zestig-
plussers te hoog is, dan nodigen we hen
uit voor een gesprek met een reïnte-
gratiespecialist om te achterhalen waar
de schoen wringt. Uiteindelijk staat of
valt duurzaamheidsbeleid met één ding:
maatwerk.’
INTERVIEW FRANK ELION
Divisievoorzitter Commercie bij
Coöperatie VGZ.
Hij schrijft en interviewt voor Management
Scope over gezondheidsmanagement. Deze
bijdragen zijn terug te vinden bij zijn profiel
op managementscope.nl/manager/
frank-elion.
‘Medewerkers
die gestopt
zijn met roken
krijgen een
beloning’
WEKELIJKSE ONLINE NIEUWSBRIEF
MELD U AAN: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL
/NIEUWSBRIEF
@MANAGEMENTSCOPE
MANAGEMENTSCOPE.NL/NIEUWSBRIEF
MEER OP: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL
WIE ZIT WAAR IN
DE RVB EN RVC?
WISSELINGEN EN TRENDS
IN DE BESTUURSKAMERS
36. Mgmt. Scope
TekstJacobvanLier
IllustratieYvonneKroese
Investeren in de gezondheid van medewerkers loont.
Over preventie, de onderschatte kostenpost van
medewerkers die ziek zijn maar toch komen werken
en gezondheidsbeleid als onderscheidende factor.
WIE HIER WERKT,
LEEFT LANGER
‘Wie hier komt werken, leeft langer’, zo propageren
sommige Amerikaanse bedrijven hun gezondheids-
beleid op de arbeidsmarkt. Zover is het in Nederland
nog niet. Maar ook hier wordt de burger steeds vaker
gewezen op zijn eigen verantwoordelijkheid ten aan-
zien van zijn gezondheid. Voormalig PvdA-leider Wim
Kok luidde het begrip in 1991 al in, Balkenende sprak
erover in 2005 en in 2013 werd het woord tijdens de
troonrede voor eens en altijd op de kaart gezet: de par-
ticipatiesamenleving. Nederland is zover. We moeten
een samenleving creëren waarbij eenieder die dat kan,
verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven en
omgeving. De explosieve groei van zzp’ers is daar een
voorbeeld van. Deze is deels te verklaren door de cri-
sis, maar zonder het gevoel te hebben ook zelfstandig
te kúnnen opereren, zouden nooit zoveel mensen het
zzp-bestaan een kans hebben gegeven. De Nederlander
wordt kortom niet langer door vadertje staat aan het
handje meegenomen, maar gaat ‘op kamers’ en moet
voortaan zoveel mogelijk zelfstandig opereren.
‘Zelf doen’ is goedkoper
en efficiënter dan een
arbodienst inschakelen
van het feit dat ‘zelf doen’ efficiënter en voordeliger is dan
volledige uitbesteding.
ZORGROL EN COMPETENTIES
Als gevolg hiervan verandert ook de rol van de leidinggeven-
de op het gebied van arbo en gezondheid. Deze hoeft welis-
waar niet de jas van de medicus aan te trekken, maar wordt
wel geacht de inzetbaarheid en gezondheid van de medewer-
kers te sturen. Hij heeft hierbij vooral een signalerende en
sturende functie en moet zich meer dan ooit bewust zijn van
vroege symptomen die duiden op ongemak of ziekte. Dat kan
alleen wanneer hij in dialoog gaat met zijn medewerkers. In
feite is dat hetgene waar de nieuwe ‘zorgrol’ van de leiding-
gevende om draait: in gesprek gaan met medewerkers en hen
vervolgens wijzen op het instrumentarium dat beschikbaar
is. Persoonlijke aandacht geven aan medewerkers blijkt in
de praktijk een belangrijk middel tegen verzuim. Op com-
petenties als het tonen van empathie, luistervaardigheid en
het aangaan van persoonlijke gesprekken, zullen organisaties
hun leidinggevenden voortaan dan ook gaan beoordelen.
Ook zullen de processen in de organisatie zodanig worden
ingericht dat dit alles wordt gefaciliteerd: zo ontstaat een sa-
menwerkingsvorm met bedrijfsarts, arbodienst en zorgverze-
keraar, waarbij zelfregie optimaal kan worden vormgegeven.
ABSENTEÏSME VERSUS PRESENTEÏSME
Verzuim is overigens niet de enige graadmeter voor gezond-
heid en welbevinden van de medewerkers. Volgens twee ar-
tikelen uit 2004 en 2013 in Harvard Business Review hebben
bedrijven minder last van absenteïsme dan van presenteïsme.
Bij absenteïsme zijn medewerkers afwezig wegens ziekte of
andere redenen. Bij presenteïsme is de medewerker wel aan-
Deze ontwikkeling heeft ook invloed op de manier
waarop bedrijven en medewerkers omgaan met ziekte.
Bedrijven willen vooral ondernemen en zelfmanagen-
de medewerkers faciliteren deze wens alleen maar, ook
daar waar het hun gezondheid betreft. Tegelijkertijd
realiseren bedrijven zich dat niet iedere medewerker
zich goed voelt bij deze nieuwe zelfstandige rol. Bo-
vendien is zelfmanagement van gezondheid alleen
mogelijk wanneer medewerkers hierin op hun beurt
gefaciliteerd door hun werkgevers. Werkgevers blijven
kortom wel degelijk een rol van belang spelen bij de
gezondheid van hun medewerkers. Ze willen daarover
bovendien graag zelf de regie houden en medewerkers
verwachten dat ook.
Die zelfregie gaat vandaag de dag verder dan voorheen
het geval was. Werkgevers kiezen er namelijk steeds
vaker voor om de gezondheid van hun medewerkers,
inclusief arbo-zaken, niet langer volledig uit te beste-
den aan externe arbodiensten, maar om delen daarvan
nu zelf te doen. Men wordt zich steeds vaker bewust
DossierGezondheidsmanagement
38. Mgmt. Scope
Een optimale inrichting van de vaste bezetting, maar altijd voorbereid op pieken of
dalen in uw werkbelasting. Dat is flexibiliseren bij Eiffel. Met onze sourcingsoplossing
groeit of krimpt uw organisatie moeiteloos mee met de vraag en nemen wij het werk
letterlijk uit handen. Altijd, met 100% resultaatgarantie. En performance fee op maat.
Dat is de zekerheid van Eiffel.
Kijk op www.eiffel.nl/sourcing wat wij voor u kunnen betekenen.
Wat als de
vraag morgen
verdubbelt?
TEKST JACOB VAN LIER
Propositiemanager bij Coöperatie VGZ voor de zakelijke
markt.
mogelijk? Nu bedrijven de regie over de gezondheid van hun
medewerkers vaker in eigen hand nemen, zal een aanzien-
lijk deel van de inspanningen gericht zijn op preventie van
ziekte. Er valt, zo blijkt uit diverse onderzoeken, veel winst
te behalen op dit gebied. Zo weten we dat bedrijven die hun
medewerkers tools aanbieden waarmee ze zelf hun gezond-
heid kunnen managen – denk aan een digitaal gezondheids-
managementsysteem, voedingscoaches of een cursus ‘stoppen
met roken’ – tot wel tweehonderd euro per medewerker per
maand kunnen besparen. Die winst zit hem in dat zowel het
verzuim als presenteïsme, waarbij de medewerker wel aanwe-
zig maar minder productief is, verminderen.
MEDEWERKERS WILLEN WEL
Hoewel inmiddels ruimschoots bewezen is dat preventie van
ziekte loont, voert bijvoorbeeld slechts een op de tien bedrij-
ven in Nederland een preventief medisch onderzoek (PMO)
uit, ofwel een onderzoek waarbij de status van de gezondheid
van de medewerker en de gezondheidsrisico’s in kaart worden
gebracht. Bedrijven beschouwen investeringen in preventie
van ziekte vooral als een kostenpost en niet als een post waar
de baten zich vanzelf aan zullen dienen. Met de komst van
een fenomeen als digital health coaching is het voorkomen van
ziekte echter aanzienlijk toegankelijker geworden. De mees-
te internetinterventies – zoals informatie over gezonde voe-
ding of registratie van fitnessactiviteiten – die op maat zijn
gemaakt voor een bedrijf, blijken voor gedragsverandering en
de daarbij horende verbeteringen in gezondheid te leiden, zo
blijkt uit het onderzoek Digital Health Coaching: effectiviteit
van online gezondheidsprogramma’s uit 2012 van dr. Leentje
Vervoort in opdracht van BrandNewHealth. Kostbaar hoeft
preventie niet te zijn. Voor een groot deel komt het neer op
de cultuur van leidinggeven en in de inzet van een – al dan
niet – digitaal instrumentarium. Eén ding is zeker: medewer-
kers willen wel. Zeven op de tien medewerkers verwacht dat
zijn werkgever hem ondersteunt bij zijn gezondheid. Werkge-
vers die dit goed doen, zullen hier de vruchten van plukken:
minder kosten, meer gezonde en gemotiveerde medewerkers.
wezig op het werk, maar slechts fysiek. Hij voert zijn werk
niet (naar behoren) uit omdat hij rugpijn, hoofdpijn, slaap-
problemen of andere gezondheidsklachten heeft.
ONDERSCHATTE KOSTENPOST
Presenteïsme is een onderschatte kostenpost. Exacte cijfers
zijn moeilijk te geven, maar volgens dezelfde publicaties in
Harvard Business Review zou presenteïsme 63 procent uitma-
ken van de totale gezondheidsgerelateerde kosten van het
Amerikaanse bedrijfsleven. Canadese studies geven aan dat
de kosten van presenteïsme, uitgedrukt in productieverlies,
ruim acht keer hoger zijn dan van ziekteverzuim. De hoe-
veelheid medewerkers die ondanks gezondheidsproblemen
toch naar hun werk gaan, is bovendien hoog, zo blijkt uit
onderzoek van TNO, daterend uit 2004: maar liefst zestig
procent. Als gevolg van de financiële crisis, waar werkgevers
en werknemers de afgelopen jaren mee te maken hebben ge-
had, zal dit percentage waarschijnlijk alleen maar groter zijn
geworden. Veel mensen houden alsnog vast aan een baan die
voor hen te zwaar, te vervelend of te stressvol is, terwijl ze
het liefst van werkgever zouden willen veranderen. Hierdoor
neemt de kans op gezondheidsklachten alleen maar toe. Uit
angst voor slechte beoordelingen zullen veel medewerkers er
bovendien voor kiezen in het geval van ziekte toch op het
werk te verschijnen.
VOORKOMEN IS BETER
De uitdaging waar veel bedrijven anno nu voor staan, is dan
ook: hoe houd ik mijn medewerkers zo gezond en gemotiveerd
Werknemers die slechts
fysiek aanwezig zijn, vormen
een grote kostenpost
41. Mgmt. Scope
XXX
Xxx
Xxx
41. Mgmt. Scope
FrankElion,BartHoex,EllenSchuit-VanZutphen,JackterHaarenRonaldvanEs
Na afloop van de rondetafeldiscussie krijgen alle deelnemers bij vertrek een
flesje gekoeld water aangereikt van de receptionist. Een vriendelijke geste
van gastbedrijf Capgemini, waaruit impliciet zorg voor de fysieke gesteld-
heid van de bezoekers spreekt. Water is immers een gezonde keuze. Ook in
eigen huis besteden werkgevers tegenwoordig veel aandacht aan de gezond-
heid van hun medewerkers, zowel lichamelijk als geestelijk. Aan de ene
kant is dat welbegrepen eigenbelang: bedrijven zijn immers gebaat bij duur-
zame inzetbaarheid van hun personeelsbestand, zeker nu de vergrijzing op
termijn kan leiden tot krapte op de arbeidsmarkt en mensen langer moeten
doorwerken door een verhoging van de pensioenleeftijd. Een hoog verzuim
leidt tot capaciteits- en continuïteitsproblemen en hogere kosten. Aan de
andere kant is zorg voor het welzijn van medewerkers ook een teken van
goed werkgeverschap en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap.
Dat laatste bestaat immers niet alleen uit planet, maar ook uit people. Het
accent verschuift daarbij steeds meer van cure  care naar preventie, want
voorkomen is beter dan genezen. Gezondheids- en verzuimmanagement ma-
ken dan ook steeds vaker deel uit van een bredere sturing op vitaliteit en
employability, benadrukt het klaverblad hr-professionals aan tafel.
41. Mgmt. Scope
ENERGIE-
BEHEERDERS
Het managen van gezondheid en
verzuim verbreedt zich tot sturen
op vitaliteit en energie. Hoe ver
mogen werkgevers gaan voor
fitte medewerkers? De vier hr-
professionals aan tafel willen niet
dwingen, maar wel prikkelen.
FrankElion,BartHoex,EllenSchuit-VanZutphen,JackterHaarenRonaldvanEs
42. Mgmt. Scope
InterviewFrankElion
TekstMarikevanZanten
FotografieMarcoBakker
Alle vier de deelnemers aan de discussie zijn verant-
woordelijk voor het human resources-beleid van een
zakelijk dienstverlener, opererend op het snijpunt
van organisatieadvies en ict-dienstverlening. Ellen
Schuit-Van Zutphen is hr-directeur van het Capge-
mini-onderdeel application services (2.500 medewer-
kers). Jack ter Haar vertegenwoordigt de andere grote
werkgever aan tafel: het van oorsprong Franse Sogeti,
waar hij als directeur hrm verantwoordelijk is voor het
wel en wee van eveneens 2.500 medewerkers. Aan de
andere kant van de tafel bevinden zich de kleinere
werkgevers: Bart Hoex is manager po van Beren-
schot, dat in Nederland circa driehonderd medewer-
kers telt. Ronald van Es is cfo van Macaw (240 mede-
werkers) en heeft daarnaast hr in portefeuille. Macaw
behaalde de afgelopen vijf jaar vier keer de titel van
Beste Werkgever. Als hr-professional hebben ze alle
vier te maken met hoogopgeleide professionals, die een
hoge werkdruk moeten combineren met het spitsuur
in hun privéleven. Een gezonde levensstijl, vitaliteit
en voldoende energie zijn essentieel om al die ambi-
ties en uitdagingen het hoofd te bieden. De hr-mana-
gers aan tafel hebben nóg iets gemeen: ze hebben alle
vier zelf een business-achtergrond of -ervaring. Frank
Elion, divisievoorzitter Commercie, spreekt met hen
over het managen van gezondheid en verzuim.
Waar hoort het managen van verzuim en het
voorkomen van langdurige uitval thuis: in
het lijnmanagement of bij de hr-discipline?
Van Es: ‘Wij hebben het belegd in de lijn. Naast de
manager die primair gericht is op klanten en projecten,
heeft elke afdeling een eigen people manager. Hij draagt
eveneens businessverantwoordelijkheid, maar heeft
primair oog voor de ontwikkeling van medewerkers en
gaat het gesprek over verzuim met hen aan.’
Ter Haar: ‘Bij ons vervult de unitmanager die functie.
In de it-dienstverlening draait alles om mensenwerk en
dus willen we ons belangrijkste productiemiddel in op-
timale conditie houden. We zijn beheerder van mense-
lijk kapitaal. De unitmanager houdt in de gaten of men-
sen fit en goed getraind zijn en lekker in hun vel zitten.’
Hoex: ‘Wij hebben geen aparte functionaris: bij Be-
renschot zijn de managing directors zelf primair ver-
antwoordelijk voor verzuimmanagement. Als ze een
verzuimprobleem hebben, lopen ze bij mij binnen
voor advies. Als po faciliteren en adviseren we.’
Schuit-van Zutphen: ‘Wij kennen wel weer people
managers. We hebben net alle managers getraind om
signalen van stress en burn-out te herkennen. Maar
ik zie hr niet alleen als een adviseur. Bij zware ver-
zuimdossiers, zoals suïcidale problematiek of kanker,
moet je als manager ook concrete ondersteuning van
de hr-afdeling kunnen krijgen.’
Is gezondheidsmanagement en het voorko-
men van uitval alleen een verantwoordelijk-
heid van de werkgever, of ook van de mede-
werker?
Ter Haar: ‘Het is een gezamenlijke verantwoordelijk-
heid. De medewerker moet zorgen dat hij zijn werk
kan doen en wij als werkgever moeten hem een vei-
lige en gezonde werkomgeving bieden. Om daarop te
sturen, hanteren we het verzuimpercentage als key
performance indicator. Elk procent verzuim kost ons
2,5 miljoen euro. Ons verzuim is nu 2,3 procent, maar
wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dat
met de intrinsieke motivatie van ons hoogopgeleide
personeelsbestand moet kunnen dalen naar 1,9 pro-
cent. Daar werken we aan met de methode Oplossings-
gericht verzuimmanagement: we ondernemen in de eer-
ste dagen van het verzuim direct actie. Een burn-out
hoeft ook geen maanden te duren.’
Schuit-van Zutphen: ‘Wij volgen ook de methode
van probleemoplossend verzuim. Het is oud beleid
om pas na zes weken in actie te komen, als het plan
van aanpak wordt gemaakt. Juist bij stress en burn-out
RONALD VAN ES (43)
is sinds 1998 cfo van Macaw, een jong bedrijf voor
mobiele en online technologie-oplossingen. Naast
finance is hij onder meer verantwoordelijk voor hr
en employee benefits. Daarvoor was hij werkzaam
bij automatiseerder Unisys, eerst als country team
leader en daarna als financieel analist.
JACK TER HAAR (55)
is in totaal al 31 jaar werkzaam bij Sogeti
Nederland, een dochter van het Franse ict-bedrijf
en rechtsvoorganger GD Software. Na zijn
aantreden in 1983 vervulde hij diverse functies,
waaronder it-professional. Sinds 2002 is hij hr-
directeur. Ter Haar is daarnaast penningmeester
van de Stichting Physico, die zorgprojecten in
Rijnmond financieel ondersteunt.
‘Zinloos om iedereen
door een vitaliteits-
programma te halen’
JACK TER HAAR
‘Onderlinge competitie
en sociale controle
werken stimulerend’
RONALD VAN ES
klachten is het belangrijk om direct te schakelen en
een helder plan te maken. Ook is het belangrijk om er-
voor te zorgen dat mensen elke dag in ieder geval drie
dingen doen: iets leuks, iets nuttigs en iets gezonds.
De ervaring leert dat ze zo weer sneller aan de slag
kunnen. Daar worden mensen zelf blijer van en het
is beter voor het bedrijf. Ook wij komen dus meteen
in actie bij verzuim. Het verzuimpercentage beschouw
ik daarbij als een thermometer om te weten waar we
staan en hoe onze verzuimcultuur is. Meten is weten.’
Hoex: ‘Wij kijken ook al op de eerste verzuimdag of
we moeten interveniëren. Maar we meten het ver-
zuimpercentage niet. Jullie zien het misschien als de
heilige graal, wij niet. Het moet geen doel op zich wor-
den. Want waarom streef je dan niet naar een verzuim
van nul procent? Wij sturen niet op verzuim, maar op
aandacht. Niet op een cijfertje, maar op het individu.’
Van Es: ‘Een verzuimcijfer is tastbaar. Wij richten
ons op de positieve kant daarvan: we willen graag dat
mensen energiek worden van hun werk. Hoe kunnen
ze zelf zorgen dat ze om vijf uur nog voldoende energie
over hebben voor hun privéleven? Het gaat niet lan-
ger om work-life balance, maar om een integratie van
werk en privéleven. Onze mensen werken hard en we
moeten ze zelfs soms afremmen. Met een gemiddelde
leeftijd van 35 jaar zitten ze ook privé in een inten-
sieve levensfase: een relatie, kinderen, 24/7 online…
Dan lopen ze soms ineens tegen een glazen wand aan.
We willen dat mensen zélf inzien dat ze hun gedrag
kunnen veranderen voordat ze vastlopen, of hun colle-
ga daar tijdig op aanspreken. Gelukkig hebben we een
open cultuur en een veilige omgeving, waarin mensen
zonder schroom over hun uitdagingen durven praten.’
Voor zo’n energieke werk- en leefstijl heb je
vitaliteit nodig. Hoe stuurt u daarop?
Schuit-van Zutphen: ‘Wij hebben een employability 
inspiration-centre, om te sturen op mentale vitaliteit.
Dat is voortgekomen uit de dialoog die we aangin-
gen met mensen van wie de marktwaarde niet langer
overeenkwam met de beloning. Om demotie te voor-
komen, konden ze aan hun skills werken. Inmiddels
hebben al driehonderd mensen bij het centrum aange-
klopt voor loopbaanadvies, aanvullende vaardigheden
43. Mgmt. Scope
DossierGezondheidsmanagement
44. Mgmt. Scope
BART HOEX (51)
is sinds april 2013 manager po bij
adviesorganisatie Berenschot. Daarvoor vervulde
hij hr-directiefuncties bij achtereenvolgens
Sodexo, Spaar Select, Elior en Hutten. De basis
van Hoex’ loopbaan is business: zo was hij voor
zijn overstap naar de human resources-discipline
adjunct-directeur van cateringbedrijf Sodexo en
general manager bij Center Parcs.
ter neer op kantoren, ontwikkel een gezondsheidsprogramma
in samenwerking met de werkgever, zonder daar meteen een
prijskaartje aan te hangen.’
Schuit-van Zutphen: ‘We moeten als werkgevers in een eer-
der stadium met zorgverzekeraars gaan samenwerken, aan de
voorkant van het proces.’
Ter Haar: ‘Nu beperkt de rol van de zorgverzekeraar zich
vaak tot interveniëren bij gezondheidsproblemen. Maar het
is ook in het belang van de ziektekosten- en WIA-verzeke-
raar om meer aan preventie te doen. Als werkgever word je
bij langlopende verzuim- en preventieprojecten geconfron-
teerd met hoge investeringen. De zorgverzekeraar zou zich
kunnen profileren als een natuurlijke partner.’
Van Es: ‘Je mag als werkgever best een bijdrage vragen van
de zorgverzekeraar voor je investeringen in de vitaliteit van
je medewerkers: financieel of in de vorm van trainingen. Wij
zijn bijvoorbeeld bezig met een nieuwe huisvesting. We wil-
len het gezondste kantoor van Nederland gaan bouwen. De
architect noemt het een healing office. Dat gaat misschien wat
ver, maar het is een kantooromgeving die niet op een kan-
toor lijkt: met frisse lucht, natuurlijk licht en een indeling
die mensen letterlijk in beweging brengt, dus geen drie kof-
fiecorners op één etage. Er zal ook niet overal in het gebouw
hetzelfde klimaat heersen. Kamertemperatuur in elke ruimte
is een onnatuurlijke habitat voor de mens. Onze zorgverzeke-
raar heeft zich al zeer geïnteresseerd getoond: wat levert het
nieuwe gebouw straks op in termen van gezondheidswinst?
Dat is een gezamenlijk belang, waarin je gezamenlijk kunt
investeren. Zo kunnen werkgevers en zorgverzekeraars samen
bijdragen aan een gezondere maatschappij.’
Hoe belangrijk zijn tools waarmee mensen zelf aan
hun vitaliteit kunnen werken?
Van Es: ‘Ik draag sinds kort een armband, die via een app al-
lerlei informatie doorgeeft over bijvoorbeeld mijn bewegings-
gedrag. Ik loop twee keer per week hard en ik golf, dus ik
dacht dat ik voldoende beweging kreeg. Door die app kwam
ik erachter dat ik de rest van de week op mijn krent zit en
echt onvoldoende beweeg. De leden van het pilotteam dra-
gen die armband ook. De onderlinge competitie die je ziet
ontstaan, werkt stimulerend. Hetzelfde geldt voor sociale
controle. We hebben nu een traploopmaand. Stickers op de
vloer stimuleren mensen om de trap te nemen in plaats van
de lift. Mensen die toch op het liftknopje drukken, worden
daarop aangesproken door collega’s.’
Schuit-van Zutphen: ‘Precies, je kunt medewerkers wel prik-
kels aanbieden. Er werken hier slimme mensen, maar wij pro-
beren als werkgever hun intrinsieke motivatie te bevorderen
om nog gezonder te leven en meer te bewegen. Zo stimuleren
we mensen met sportprogramma’s om te squashen, te fietsen
en in de natuur te zwemmen. Heel laagdrempelig, zo probe-
ren we mensen die niet vanzelf naar de sportschool gaan over
de streep te trekken.’
Ter Haar: ‘Energiek zijn is tegenwoordig zelfs vaak een be-
drijfswaarde.’
Van Es: ‘Maar energie en vitaliteit hoeven niet altijd alleen
op het fysieke aspect en op sport gericht te zijn. Dat is slechts
de eerste stap. Daarmee spreek je alleen de fitnessfreaks aan
en die gaan toch wel naar de sportschool. De mensen die je
eigenlijk wilt bereiken, krijg je vaak niet mee. Je mobiliseert
die mensen niet door ze op de fiets te zetten, maar door ze
bewust te maken hoe ze goed om kunnen gaan met alle prik-
kels op het werk en thuis. Want mentale en privéproblemen
vreten ook energie. Daar is ook veel winst te behalen.’
Hoex: ‘Je moet als management ook zelf het goede voorbeeld
geven. Ik ga nooit met de lift en ik ben dertien jaar geleden
gestopt met koffiedrinken. Nu zitten steeds meer mensen in
mijn omgeving aan de groene thee.’
Welke rol zien jullie voor een externe partij als
zorgverzekeraars bij het managen van vitaliteit?
Hoex: ‘Het traditionele beeld van de zorgverzekeraar wordt
bepaald door premie innen en rekeningen voldoen. Maar
zorgverzekeraars moeten een heel andere rol pakken: ze moe-
ten gaan investeren in preventie. Zet eens een bloeddrukme-
of begeleiding door een coach uit hun eigen vak, wanneer ze
zijn vastgelopen.’
Van Es: ‘Wij hebben een pilotproject opgezet voor het stu-
ren op vitaliteit, samen met hr-peoplemanagement en de
ondernemingsraad. We willen medewerkers leren hoe ze de
batterij kunnen opladen, of energie kunnen overhouden
voor een stressvolle situatie. Begin volgend jaar starten we
met workshops waarin we de parallel trekken met topsport,
zowel op het fysieke als het mentale aspect. Niet alleen leert
men daarin hoe men zijn energie op peil houdt, maar ook
dat herstel belangrijker is dan een straf trainingsregime. In
januari trappen we af met een inspirerende presentatie van
een (oud)sporter of topcoach aan alle medewerkers om hen
aan het denken te zetten en nieuwsgierig te maken naar de
workshops.’
Hoex: ‘Medewerkers doen bijvoorbeeld tegenwoordig aan
lunchwandelen. Dat hebben we niet hoeven te initiëren als
werkgever, dat is vanzelf ontstaan. Medewerkers spreken col-
lega’s ook aan op hun rookgedrag. En in het bedrijfsrestaurant
liggen naast de kroketten ook salades, zodat de keuzemoge-
lijkheid er is.’
Kun je als werkgever mensen verplichten tot een
gezonde leefstijl?
Hoex: ‘Dat is voor tachtig procent de eigen verantwoorde-
lijkheid van medewerkers en slechts voor twintig procent de
invloed van de werkgever. Wij gaan geen rode stickers bij
die kroketten plakken. Sommige mensen eten elke dag een
kroket en zijn hartstikke vitaal. Anderen worden alleen bij
de gedachte aan een sportschool al ziek. Je moet gezond ge-
drag dus niet verplichten als werkgever, maar je kunt het wel
stimuleren.’
Schuit-van Zutphen: ‘Gezonde maaltijden en fruit zijn in de
kantine lager geprijsd dan snacks uit de frituur.’
Ter Haar: ‘Je kunt ook je prijsbeleid voor die kroketten bij-
voorbeeld aanpassen. Maar het heeft geen zin om iedereen
door een vitaliteitsprogramma te halen. Dat heeft alleen zin
bij degenen die al intrinsiek gemotiveerd zijn. Wij hebben
bijvoorbeeld een e-coach gehad, maar dat werkte niet. Als je
mensen vrijheid en zelfbeschikking geeft, moet je ook disci-
pline vragen.’
Van Es: ‘Wij geven mensen vrijheid, maar dat is iets anders
dan vrijblijvendheid. Toch willen ook wij mensen vooral in-
spireren, een zaadje planten. We zullen ze niet dwingen.’
45. Mgmt. Scope
INTERVIEW FRANK ELION
Divisievoorzitter Commercie bij Coöperatie VGZ.
Hij schrijft en interviewt voor Management Scope over
gezondheidsmanagement. Deze bijdragen zijn terug te vinden
bij zijn profiel op managementscope.nl/manager/frank-elion.
‘Meten is geen
heilige graal’
BART HOEX
‘Wij proberen intrinsieke
motivatie te bevorderen’
ELLEN SCHUIT-VAN ZUTPHEN
ELLEN SCHUIT-VAN ZUTPHEN (46)
is sinds oktober 2013 hr-directeur bij
Capgemini application services. Daarnaast is zij
verantwoordelijk voor de Capgemini academy,
die opleidingen, trainingen, begeleiding en
advisering biedt. Ze vervulde daarvoor de rol
van hr-directeur bij Yacht. Schuit begon haar
carrière bij de Tempo-Team Group, waar ze
vanaf 1999 diverse lijn- en hr-functies vervulde.
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014

More Related Content

Similar to Management Scope no 10 2014

artikel Van ZZ via GG naar MM
artikel  Van ZZ via GG naar MMartikel  Van ZZ via GG naar MM
artikel Van ZZ via GG naar MMHuub Sibbing
 
Van ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MMVan ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MMHuub Sibbing
 
MVO Learning History BZ
MVO Learning History BZMVO Learning History BZ
MVO Learning History BZArin Van Zee
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Hilde Agterbos
 
Roadmap voor de vitale organisatie
Roadmap voor de vitale organisatieRoadmap voor de vitale organisatie
Roadmap voor de vitale organisatieSjoerd Diederik
 
LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016Roel Jansen
 
20160101 visie en beleidsplan omc franchise groep - versie 6-0-1
20160101 visie en beleidsplan   omc franchise groep - versie 6-0-120160101 visie en beleidsplan   omc franchise groep - versie 6-0-1
20160101 visie en beleidsplan omc franchise groep - versie 6-0-1Martin Jan Melinga
 
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015Mike de Groot
 
Ondernemers Coverstory Feb 2010
Ondernemers Coverstory Feb  2010Ondernemers Coverstory Feb  2010
Ondernemers Coverstory Feb 2010jandemey
 
Vitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheid
Vitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheidVitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheid
Vitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheidLoyalis
 
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkRAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkFinext
 
Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011
Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011
Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011MVO Nederland
 

Similar to Management Scope no 10 2014 (20)

artikel Van ZZ via GG naar MM
artikel  Van ZZ via GG naar MMartikel  Van ZZ via GG naar MM
artikel Van ZZ via GG naar MM
 
Van ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MMVan ZZ via GG naar MM
Van ZZ via GG naar MM
 
MVO Learning History BZ
MVO Learning History BZMVO Learning History BZ
MVO Learning History BZ
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
 
Roadmap voor de vitale organisatie
Roadmap voor de vitale organisatieRoadmap voor de vitale organisatie
Roadmap voor de vitale organisatie
 
2014 calvijn-trends
2014 calvijn-trends2014 calvijn-trends
2014 calvijn-trends
 
2012 Nintes Nl
2012 Nintes  Nl2012 Nintes  Nl
2012 Nintes Nl
 
(je)zelf onderzoeken
(je)zelf onderzoeken (je)zelf onderzoeken
(je)zelf onderzoeken
 
LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016
 
PRS Anevei Ledenvergadering 091204
PRS Anevei Ledenvergadering 091204PRS Anevei Ledenvergadering 091204
PRS Anevei Ledenvergadering 091204
 
Social Impact Bonds Nederland 2018
Social Impact Bonds Nederland 2018Social Impact Bonds Nederland 2018
Social Impact Bonds Nederland 2018
 
20160101 visie en beleidsplan omc franchise groep - versie 6-0-1
20160101 visie en beleidsplan   omc franchise groep - versie 6-0-120160101 visie en beleidsplan   omc franchise groep - versie 6-0-1
20160101 visie en beleidsplan omc franchise groep - versie 6-0-1
 
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
Verwijderde CED jaarverslag 2014 2015
 
Finext RAAT Magazine
Finext RAAT MagazineFinext RAAT Magazine
Finext RAAT Magazine
 
Ondernemers Coverstory Feb 2010
Ondernemers Coverstory Feb  2010Ondernemers Coverstory Feb  2010
Ondernemers Coverstory Feb 2010
 
Vitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheid
Vitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheidVitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheid
Vitaal in de zorg, werken aan Duurzame inzetbaarheid
 
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkRAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
 
E book impact investing nl pdf pages-65-107
E book impact investing nl pdf pages-65-107E book impact investing nl pdf pages-65-107
E book impact investing nl pdf pages-65-107
 
Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011
Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011
Future Leaders Event 2011 - Willem Lageweg presentatie pre-event 10 oktober 2011
 
Impact Investing Nieuws 15 april 2016
Impact Investing Nieuws 15 april 2016Impact Investing Nieuws 15 april 2016
Impact Investing Nieuws 15 april 2016
 

Management Scope no 10 2014

  • 1. MEETINGOFMINDS Mgmt.Scopenr.10/2014/€9,80 NIEK HOEK CEO DELTA LLOYD DOSSIER GEZONDHEIDSMANAGEMENT DOSSIER DIGITAL WIM DUFOURNÉ MARTINE GEURTS ELLEN SCHUIT-VAN ZUTPHEN JACK TER HAAR BART HOEX RONALD VAN ES NANCY KABALT-GROOT INGRID RUTGERS RALF DEKKER GIJS DE VRIES
  • 2. Wat zou jij kunnen missen? Deze publicatie is 100% gesponsorD Door universal MeDia Multiple sclerose is een ziekte die iedereen kan treffen. Het kenmerk van MS is dat verschillende lichaamsfuncties door beschadiging aan de zenuwen plotseling uitvallen. Omdat deze ziekte nog niet te genezen is, blijft onderzoek hard nodig. En dat kan alleen met uw financiële steun. DONEER NU VIA msONDERzOEk.Nl je evenwicht je coörDinatie werking van je organen gebruik van je benen of 10 EURO? Ronald (l) en Michel (R) MuldeR, aMbassadeuRs van stichting Ms ReseaRch (opgegRoeid Met Ms binnen hun gezin)
  • 3. 5. Mgmt. Scope DOSSIER GEZONDHEIDS- MANAGEMENT 30. MARTINE GEURTS Vicepresident Facilicom Lage marges, hoge personeelskosten en vergrijzing maken het terugdringen van verzuim van groot belang voor Facilicom. 36. INVESTEREN IN GEZONDHEID Analyse Werknemers die slechts fysiek aanwezig zijn, vormen een grote kostenpost. 40. NIET DWINGEN WEL PRIKKELEN Discussie Vier hr-professionals aan tafel: het managen van gezondheid en verzuim verbreedt zich tot sturen op vitaliteit en energie. 12. NIEK HOEK Ceo Delta Lloyd Een openhartig gesprek over het gevecht met aandeelhouder Aviva, de beursgang, de crisis en zijn besluit om met pensioen te gaan. 21. STRIJD OP DE BEURS Column van Peter Paul de Vries Beursgenoteerde bestuurders en commissarissen doen er goed aan de strijd om Fugro op de voet te volgen. Zowel jagers als prooien kunnen veel van deze strijd leren. 22. WIM DUFOURNÉ hr-directeur bij SABIC ‘Bij ons hebben mensen de mogelijkheid om actief bij te dragen aan innovatieve technologische ontwikkelingen.’ nr. 10 / 2014Inhoud 12.
  • 4. 6. Mgmt. Scope ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENT ERASMUS UNIVERSITY FUEL YOUR FUTURE RSM.NL/OPEN Accredited by You can make a difference in today’s new world of business. At any stage of your career, RSM Executive Education can help you understand and master the business challenges you face. Taught by world-class academics, our broad portfolio of short open programmes provides you with new skills and knowledge that you can put into practice immediately. Programmes run in Rotterdam and Amsterdam, and can also be delivered in-company. Choose your open programme. BUSINESS WAS USUAL ADVANCED MANAGEMENT AND LEADERSHIP PROGRAMME NEW GENERATION MANAGEMENT CONSULTING Powerful programme for senior managers and directors. An intensive learning journey to increase your impact in leadership, strategy and finance. Ten-day modular programme Start 3 February 2015 RSM.NL/AMLP Learn how to create value for your clients through innovative thinking. Develop impactful perspectives and effective techniques. Nine evening workshops Start 12 February 2015 RSM.NL/NGMC nr. 10 / 2014Inhoud DOSSIER DIGITAL BUSINESS 60. RALF DEKKER Coo Rabobank ‘Met gerichte adviezen op basis van Big Data moet je vreselijk uitkijken. We blijven vernieuwen, maar dan wel met de nadruk op continuïteit.’’ 66. MOBIELE DIVICES Analyse De ontwikkelingen op het gebied van mobiel staan niet stil. Zo zien momen- teel de zogenaamde wearables massaal het daglicht. Dit zijn mobiele devices in de vorm van bijvoorbeeld kleding, horloges en brillen. 70. 15 VRAGEN AAN... Gijs de Vries Na ruim twintig jaar in de consultancy zette Gijs de Vries begin dit jaar een grote stap: hij verliet EY om directeur te worden van het Rode Kruis. 48. ELEKTRISCHE MOBILITEIT Nederland is koploper In 2020 wil de Nederlandse overheid tweehonderdduizend elektrische voertuigen op de weg hebben en in 2025 moeten dat er één miljoen zijn. 52. NANCY KABALT- GROOT EN INGRID RUTGERS Waardecreatie De ceo en cfo van netbeheerder Stedin volgen twee sporen op weg naar het businessmodel van de toekomst. 8. COLOFON 9. EDITORIAL 10. KORT 18. KOMEN GAAN 19. WANDELGANGEN 47. COLUMN PIETER VAN DEN HOOGENBAND
  • 5. 9. Mgmt. Scope COLOFONnr. 10 / 2014 QuintyDanko HoofdredacteurManagementScope Ziekteverzuim kost de maatschappij maar liefst 26 miljard euro per jaar, zo becijferde TNO. Een enorme kostenpost voor zowel overheid als bedrijfsleven. Om op de kosten van ziekte te besparen, zouden bedrijven meer moeten letten op duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Zowel werknemers als werkgevers zouden er meer aan kunnen doen om te voorkomen dat mensen ziek worden. Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van, maar daar- voor is wel een investering vooraf nodig en vaak zelfs een flinke cultuurverandering. Bedrijven zien ziektepreventie als kostenpost ‘Wie hier komt werken, leeft langer’, zo propageren som- mige Amerikaanse bedrijven hun gezondheidsbeleid op de arbeidsmarkt. Zo ver is het in Nederland nog lang niet, schrijft Jacob van Lier van VGZ op pagina 36. Maar vol- gens Van Lier worden wij er door de overheid wel steeds meer op gewezen dat onze gezondheid onze eigen verant- woordelijkheid is. En dat voorkomen beter is dan gene- zen. Bedrijven zien preventie echter als een kostenpost, en lang niet alle medewerkers voelen zich goed bij die zelfstandige rol. Voor bedrijven als Facilicom, een facilitaire dienstverle- ner met een kleine dertigduizend medewerkers, is het een uitdaging om medewerkers zo gezond mogelijk te houden. ‘De marges in deze sector zijn bijzonder laag’, vertelt vice- president Martine Geurts op pagina 30. ‘En de personeels- kosten zijn hoog. Dus hoe lager het verzuim en hoe hoger de productiviteit van onze medewerkers, hoe beter. We hebben wel eens uitgerekend dat een procent ziektever- zuim ons 0,7 procent van onze winstmarge kost. Daarom zijn we jaren geleden gestart met een uitgekiend ziekte- verzuimbeleid.’ Facilicom heeft voor het grootste deel laagopgeleide medewerkers in dienst. Het bedrijf nam een aantal maatregelen om het verzuim te verminderen, zoals functieroulatie. Door te stimuleren dat medewerkers gere- geld van functie veranderen, worden zij telkens opnieuw uitgedaagd. Verder is er het programma BRAVO. Dit staat voor Bewegen, stoppen met Roken, matig gebruik van Al- cohol, gezonde Voeding en voldoende Ontspanning. Een ongezonde leefstijl is volgens Geurts namelijk een van de grootste oorzaken van chronische aandoeningen. ‘We la- ten hier dan ook een preventief beleid op los.’ Bij zakelijke dienstverleners is de noodzaak tot het duur- zaam inzetbaar houden van medewerkers net zo groot, maar gebeurt wel op een andere manier. Zij gaan anders om met preventie. Veel werkgevers besteden tegenwoor- dig aandacht aan de gezondheid van hun medewerkers, zowel lichamelijk als geestelijk. Dat blijkt uit de discussie op pagina 41 met vier hr-directeuren van adviesbureaus. Aan de ene kant is dat welbegrepen eigenbelang: bedrij- ven zijn immers gebaat bij duurzame inzetbaarheid van hun personeelsbestand, zeker nu de vergrijzing op termijn kan leiden tot krapte op de arbeidsmarkt en mensen lan- ger moeten doorwerken door een verhoging van de pen- sioenleeftijd. Een hoog verzuim leidt tot capaciteits- en continuïteitsproblemen en hogere kosten. Aan de andere kant is zorg voor het welzijn van medewerkers ook een teken van goed werkgeverschap en maatschappelijk ver- antwoord ondernemerschap. Volg ons op twitter: @ManagementScope Ontvang de nieuwsbrief over wisselingen en trends in de bestuurskamers via: managementscope.nl/nieuwsbrief DUURZAME INZETBAARHEIDWORD NU ABONNEE @MANAGEMENTSCOPE MANAGEMENTSCOPE.NL/NIEUWSBRIEF MEER OP: MANAGEMENTSCOPE.NL Ga naar: managementscope.nl/magazine/jaarabonnement of bel: 020 - 311 37 99 €49,- NEEM EEN JAARABONNEMENT REGULIERE ABONNEMENTSPRIJS € 98,- DIT AANBOD IS GELDIG T/M 31|12|2014 Management Scope 01 2015 verschijnt 18 december 2014. De deadline voor het aanleveren van advertentiemateriaal is 4 december 2014. Management Scope A meeting of minds is een uitgave van Scope Business Media, Amstelzijde 85a, 1184 TZ Amstelveen. Directeur/Uitgever Walter Vesters Hoofdredactie Quinty Danko Eindredactie Nicole Gommers Redactiecoördinatie Lea Mazor Account Jotta Erath, Chantal Doezie Traffic Famke van Bon Vormgeving Colette Korteweg Ontwerp cmk1.com Medewerkers Marcel Bakker, Marco Bakker, Erik Bouwer, Erik van der Burgt, Lex Draijer, Paul Groothengel, Yvonne Kroese, Irene Schoemakers, Hans Pieter van Stein Callenfels, Jady Petovic, Anouck Wolf en Marike van Zanten. Interviewers Tineke Bahlmann (commissaris/bestuurder), Manon van Beek (Accenture), Dick Benschop (Shell), Herman Bol (bestuursadviseur en toezichthouder), Nathan Burgers (A.T. Kearney), Arjan Eleveld (Jonathan Warner), Frank Elion (VGZ), Marco Gianotten (Giarte), Ton Hegeman (Eiffel), Bart Hogendoorn (HP), Charles Honée (Allen Overy), Nick Jue (ING), Ab Klink (VGZ), Haico Meijerink (Sandd), Tjarda Molenaar (NVP), Roger Muys (PostNL), Paul Nobelen (bestuursadviseur), Monique Noomen-Greve (Eiffel), Peter Smink (NUON), Thiemo van Spellen(Sandd), Jurgen van Weegen (A.T. Kearney). Abonnementen De abonnementsprijs van Management Scope bedraagt € 98,- per jaar. Losse nummers € 9,80 (inclusief 6% btw). Schriftelijke annulering van abonnementen is mogelijk tot uiterlijk twee maanden voor het begin van het nieuwe abonnementsjaar. Oplage De gemiddelde oplage bedraagt 40.000 exemplaren. Adreswijzigingen Het doorgeven van adreswijzigingen aan de administratie kunt u eenvoudig doen via onze website: managementscope.nl/magazine/adreswijziging Administratie en redactie Postbus 23, 1190 AA Ouderkerk aan de Amstel, T 020 311 37 99, F 020 696 48 74 © 2014 Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
  • 6. TekstErikBouwer 11. Mgmt. Scope10. Mgmt. Scope Kort Social business is niet langer een hype, maar hot: het draagt aantoonbaar bij aan waardecreatie, ook in de b2b-markt. Social business is de verzamelnaam voor alle activiteiten die bedrijven uitvoeren met sociale media, social software en sociale netwerken – denk aan Facebook, LinkedIn en Twitter, maar ook met collaboration tools zoals interne of externe wiki’s, fora en blogs. Volgens het rapport Moving beyond marketing van MIT Sloan Management Review en Deloitte meet meer dan negentig procent van de bedrijven de effectiviteit van hun social business-activiteiten. Bijna driekwart van de ondervraagde bedrijven geeft nu aan dat social business in meer of mindere mate van belang is voor de bedrijfsresultaten – in 2011 was dat nog de helft. Twee- derde van de b2b-bedrijven onderschrijft dat social business een sterke positieve impact op de bedrijfsresultaten heeft. Daarnaast blijkt het integreren van social business een po- sitieve aantrekkingskracht te hebben op nieuwe medewer- kers: 57 procent van de respondenten stelt dat volwassen social business-activiteiten meespelen in de keuze voor een werkgever. Om de waarde van ervaring aan te tonen interview- de Joost van de Griendt dertig managers die bij Fokker hebben gewerkt. In Doorgevlogen schrijft hij over hoe zij die ervaring tot waarde hebben ge- maakt in hun loopbaan. Dit boek over ervaringsmanagement is gebaseerd op één casus: Fokker. Auteur Joost van de Griendt werk- te zelf negen jaar bij de vliegtuigbouwer en kende nog veel managers uit die tijd. Na het faillissement van de vliegtuigbouwer in 1996 zijn zij bij andere concerns terecht gekomen. Opvallend vaak deden ze het daar heel goed. Van de Griendt vroeg zich af of Fokker zo’n goede leerschool was en ging op on- derzoek uit. Het resultaat is meer een verzameling van verhalen en ontmoetingen dan een manage- mentboek, maar daarom zeker niet minder interes- sant voor bestuurders. De interviews zijn op zichzelf al boeiend. Zoals dat met de laatste ceo van Fokker, Ben van Schaik. Hij vertelt over het moment dat het bedrijf failliet ging en hoe iedereen geraakt was. Goof Hamers, toen president Fokker Aircraft Servi- ces en tegenwoordig ceo van Vanderlande Industries, vertelt over ‘de leukste baan van Nederland’ maar is ook heel kritisch op Fokker. Marco Keim, tegen- woordig lid van de raad van bestuur van Aegon, was bij Fokker hoofd account development. ‘Indirect heb ik al mijn banen na Fokker via oud-Fokker-collega’s gekregen.’ De enige vrouw die is geportretteerd, is Dertje Meijer. Bij Fokker was ze teamcaptain pro- curement parts materials en tegenwoordig is ze ceo van Havenbedrijf Amsterdam. Meijers loopbaan begon bij wat zij omschrijft als ‘het mooiste produc- tiebedrijf van Nederland’. De belangrijkste les die ze meenam uit de Fokkertijd is het sturen op verbon- denheid en betrokkenheid. Als laatste heeft Van de Griendt Sjoerd Vollebregt geïnterviewd. Mooi om het verhaal zo rond te maken. DOORGEVLOGEN, DE WAARDE VAN ERVARING. UITGEVER: JOOST VAN DE GRIENDT, EINDHOVEN PRIJS: € 22,95. ERVARING SOCIAL BUSINESS IN DE LIFT De Nederlandse cfo heeft gemiddeld een breder ta- kenpakket, meer verantwoordelijkheid en boven- dien meer plezier in het werk dan collega’s in de rest van de wereld. Dat blijkt uit de CFO Barometer van Michael Page, een tweejaarlijks onderzoek uit- gevoerd onder 2.874 cfo’s en financieel directeuren uit meer dan zeventig landen. In Nederland werden negentig cfo’s ondervraagd. Zij lopen voorop als het gaat om de breedte van de functie: 66,7 procent van de Nederlandse cfo’s is ook verantwoordelijk voor it; in Europa is dat slechts 43,6 procent (wereldwijd: 41,1 procent). De onderzoekers schrijven dit toe aan de impact van de financiële crisis de afgelopen jaren in Nederland. Die heeft tot een sterke focus op het doorvoeren van verbeterslagen en stroomlijnen van de organisatie geleid. Nederlandse cfo’s zijn hierbij succesvol en daardoor vaker tevreden in hun baan dan hun collega’s: 81,1 procent tegenover 73,8 pro- cent in Europa en 75 procent wereldwijd. NEDERLANDSE CFO MEEST GELUKKIG 62% Het accountantsberoep ligt onder vuur. Een werkgroep van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft gehoor gegeven aan de oproep van minister Dijsselbloem om de problematiek in de sector aan te pakken. In een recent rapport worden verschillende maatregelen voorgesteld. Om het vertrouwen in de sector te herstellen, is allereerst een andere cultuur nodig. Alle accountantsorganisaties moeten daarom een onafhankelijke raad van commissarissen instellen. Ook zijn maatregelen voorgesteld op het gebied van beloningsbe- leid. Waaronder een vaste winstonafhankelijke beloning voor bestuurders met een variabel deel van maximaal twintig pro- cent gebaseerd op de langetermijnkwaliteitsdoelstellingen. Daarnaast moet meer worden gedaan aan root cause analyses, aan meten en communiceren rondom cultuur en aan meer transparante verslaglegging. VERBETERACTIES ACCOUNTANTS RANKING THE CEO ‘DE COMMISSARIS VERENIGT DE ROLLEN VAN WERKGEVER, OPZICHTER EN ADVISEUR IN ZICH’ Jaap van Manen voorzitter Monitoring Commissie Corporate Governance Code (Accountant) Voor het jaar 2013 bood de wereldwijde markt voor mergers acquisitions een teleurstellend beeld, maar volgens The Boston Consulting Group is 2014 het jaar van aantoonbaar herstel. BCG voert sinds tien jaar een trendanalyse uit, die inmiddels veertigduizend transacties omvat sinds 1990. De totale waar- de van alle transacties in de eerste helft van dit jaar was 62 procent hoger dan in de eerste zes maanden van 2013. Bijna een derde deel van de transacties bestond uit megadeals, inclu- sief vijf transacties met elk een afzonderlijke waarde van meer dan 43 miljard dollar. Overnames in de hightech- en healthca- re-sector leveren de hoogste premies op. Ook Europa kent een opleving, maar die is minder goed zichtbaar door aanzienlijk kleinere transacties. Harvard Business Review presenteerde in november 2014 opnieuw een lijstje van de beste ceo’s, geba- seerd op de totaal gerealiseerde toename van aan- deelhouderwaarde en marktkapitalisatie. De ceo’s in de top-50 zijn goed voor een total shareholder return (TSR) van 1.350 procent gedurende hun functie als ceo, omgerekend een jaarlijkse aandeelhouders- waarde van ruim 26 procent. Om de cijfers te rela- tiveren, werd de top-100 van ceo’s door het Repu- tation Institute geanalyseerd op eigenschappen als leiderschap en werkklimaat. Er was weinig cor- relatie tussen ‘goed presteren’ en ‘het goed doen’. Alleen Jeff Bezos (Amazon) eindigde in bei- de rankings in de top-5. In de top-100 komen slechts twee vrouwen voor en meer dan een kwart van de ceo’s heeft een MBA op zak.
  • 7. Xxxx ‘XXX’ XxxNiekHoek Eigenlijk had hij tweeënhalf jaar geleden al willen stoppen. Maar omdat hij zijn werk zo leuk vond, liet Niek Hoek zich verleiden om bij te tekenen. Nu gaat de Delta Lloyd-topman toch echt met pensioen. ‘NA ACHTTIEN JAAR LOOP JE HET RISICO DAT JE ERGENS TE LANG ZIT’
  • 8. 15. Mgmt. Scope14. Mgmt. Scope Een bijzondere dag voor een exitinterview met bestuursvoorzitter Niek Hoek. Die ochtend is op een Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders (BAvA) zijn opvolger officieel gepresenteerd: Hans van der Noordaa. De commissarissen van Delta Lloyd benoemen hem di- rect erna. De van ING afkomstige Van der Noordaa stelt op de vergadering dat hij ‘niet van plan is de boel on- dersteboven te gooien’ als hij vanaf 1 januari 2015 het stokje overneemt van Hoek. De nieuwe topman lijkt te willen voortbouwen op de erfenis van Hoek. Zeilliefheb- ber Hoek meerde het verzekeringsconcern dit voorjaar na veertien jaar stuurmanschap af op de mooiste plek in de haven van de Amsterdamse AEX, na de boot door ver- schillende stormen te hebben geloodst. Hoek houdt van hard en hoog aan de wind zeilen en koestert de tegen- draadsheid van Asterix en Obelix, zoals tijdens het inter- view meermalen zal blijken. Héél Gallië? Nee... Net als de striphelden bleef Hoek moedig weerstand bieden toen grootaandeelhouder Aviva kapitaal aan Delta Lloyd wil- de onttrekken voor eigen gebruik. Delta Lloyd weigerde om superdividend over te boeken aan grootaandeelhou- der Aviva en daagde haar voor de rechter om naleving van contractueel gemaakte afspraken na te komen om geen door Aviva gedomineerde rvc te krijgen. Een ander stripverhaal, of liever gezegd een jongensboek: terwijl de rest van de Nederlandse financiële instellingen in 2009 worstelt met de balans en een vertrouwenscrisis, bracht Hoek zijn concern naar de beurs. En een laatste verhaal: terwijl de rest van de verzekeraars de aandelen groten- deels heeft omgeruild voor minder risicovolle obligaties, mede op instigatie van DNB, houdt Hoek vast aan een onderscheidend beleggingsbeleid. Niet alle avonturen lie- pen overigens goed af: zo was de expansie op de Duitse markt niet succesvol en ketste de geplande verkoop van de activiteiten aan het Japanse Nomura in 2011 af. Dit voorjaar maakte Hoek onverwacht bekend dat hij op zijn 58ste met vervroegd pensioen zou gaan. Door die mede- deling verliest Delta Lloyd op één dag 130 miljoen euro beurswaarde. Maar hij hééft het zeker niet alleen gedaan, benadrukt Hoek meermalen, hij werd gedragen door zijn team. ‘Mensen moeten je als leider op het schild hijsen en omhoog houden, net als bij Asterix en Obelix.’ In het jaar dat u begon als ceo viel Enron om en zette de dotcomcrisis door. ‘Ik ben op het slechtst denkbare moment ingestapt als bestuursvoorzitter. Ik ben een liefhebber van beleggen, maar mijn timing liet te wensen over. Toen ik hier in 1997 kwam, stegen de beurzen alsmaar en was de rente nog relatief hoog. Toen ik op 1 januari 2001 aantrad als ceo, stond de AEX boven de zevenhonderd punten en bedroeg de rente tussen de 4,5 en vijf procent. Niet lang daarna zette de daling in. Voor de wind kan ieder- een hard zeilen, maar als het tegenzit, komt het aan op de kwaliteit van je mensen en organisatie. De basis voor het succes is gelegd onder mijn voorganger Hans Eric Jansen. Medio jaren negentig was Delta Lloyd een enigszinds ingeslapen bedrijf: het ‘ministerie van verze- keringen’. Mijn voorganger kwam van buiten en vond het tijd voor nieuwe dynamiek. Hij organiseerde Delta Lloyd in teams en zette de goede mensen op de goede plek. Wij hebben verder gebouwd aan dat teamwork en de kwaliteit van de medewerkers. Bijzonder is dat de lei- ding aan de top en daaronder tijdens mijn hele periode bij Delta Lloyd vrijwel hetzelfde is gebleven. Een be- trokken, stabiele ploeg. Dan kun je onder moeilijke om- standigheden toch een geweldige prestatie neerzetten.’ Hoe kijkt u terug op de aanvaring met Aviva? ‘Wij vonden dat we als levens- en pensioenverzeke- raar goed gekapitaliseerd moesten zijn, onze groot- aandeelhouder wilde dat kapitaal elders in de wereld inzetten. Toen de eerste tekenen van de kredietcrisis zich aandienden, kregen we het gelijk helaas aan onze zijde. Toch kwamen we er niet uit met onze grootaan- deelhouder, we stonden op een gegeven moment zelfs tegenover elkaar voor de rechtbank. Concurrenten zei- den destijds: Hoek, wij geven je nog zes maanden en dan vlieg je eruit. Het aandeelhoudersdenken was toen zó doorgeslagen in Nederland. Medio 2009 zeiden wij tegen Aviva: ‘Andrew (Moss, toenmalig ceo van Aviva en commissaris van Delta Lloyd, red.), je kunt dit conflict oplossen door ons naar de beurs te brengen.’ Toen die mogelijkheid van een beursgang door de investment banks werd bevestigd, hebben hij en ik elkaar diep in de ogen gekeken: laten we er samen een succes van probe- ren te maken. Daarmee hebben we het conflict in een week tijd opgelost.’ InterviewTonHegeman TekstMarikevanZanten FotografieMarcelBakkerWaardecreatie NIEK HOEK (58) Opleiding Bedrijfseconomie, Vrije Universiteit Amsterdam Loopbaan 2001 - heden Voorzitter raad van bestuur Delta Lloyd N.V. 2001 - heden Commissaris (voorzitter) Delta Lloyd Banken groep 1997 - 2001 Cfo en lid raad van bestuur Delta Lloyd Nuts Ohra 1995 - 1997 Directeur beleggingen Shell pensioenfonds 1992 - 1995 Ceo Shell Companies, Uruguay 1990 - 1992 Commercieel manager Expansie Malaysia LNG, financieel manager Shell MDS Shell Companies, Maleisië 1985 - 1987 Finance manager Shop Service Center Shell Nederland Verkoopmaatschappij 1981 - 1985 Econoom Shell Nederland Chemie B.V. 1987 - 1990 Finance adviser Shell International Trading Company, Londen Nevenfuncties Commissaris NIBC en Arcadis Interesses Wedstrijdzeilen Thuis Getrouwd, drie kinderen MEER OVER NIEK HOEK OP: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL Moest u zichzelf daarvoor overwinnen? ‘Ja. Ik heb daarvan geleerd dat er altijd een oplossing is, als je je ervoor openstelt. Daarna verbeterde de sfeer enorm. Uiteindelijk zijn we zelfs als vrienden uit elkaar gegaan. Ik had bijvoorbeeld altijd een hekel aan de investment bankers die Aviva adviseer- den om ons kapitaal elders in te zetten: ‘Ons mooie bedrijf, wat denken ze wel.’ Maar uiteindelijk hebben we zelf een van die investment bankers ingehuurd. Die heeft ons meer begrip bij- gebracht voor de andere kant. We hadden ook uitonderhandeld wanneer de commissaris zou vertrekken die er namens Aviva zat. Maar toen Aviva geen aandeelhouder meer was, zeiden de andere commissarissen: joh, waarom blijf je niet gewoon? Ik denk dat de buitenwereld daar met verbazing naar heeft gekeken.’ Was de beursgang een euforisch moment? ‘Toen ik in de zomer van 1997 als beoogd bestuursvoorzitter bij mijn voorganger Hans Eric Jansen in de tuin zat, zei hij al: ‘Niek, voor het eind van het jaar zijn wij beursgenoteerd.’ Toen dat uiteindelijk in 2009 gebeurde, dacht ik: de aanhouder wint. Dat voelde als een overwinning. Achteraf was de timing risicovol, want na de ene crisis bleek ineens de volgende voor de deur te staan. Maar het is goed gegaan. Een beursnotering is niet zalig- makend, maar het geeft je toegang tot de kapitaalmarkt om je bedrijf uit te bouwen en te versterken. Dat gaf veel energie. De promotie tot AEX-fonds was een mooie erkenning. Het is net als met voetbal: je speelt in de eredivisie. De erkenning van onze
  • 9. 16. Mgmt. Scope 17. Mgmt. Scope optimaal proberen te spelen door een evenwicht te zoeken. Aan de andere kant kan het ook niet zo zijn dat de overheid je te hulp moet schieten. Je hand ophouden in Den Haag is de ultie- me nachtmerrie. In dat spanningsveld is goed risicomanagement cruciaal. Vroeger kwam dat neer op het gezond boerenverstand van de bestuurders, nu hebben we Solvency II en werken hier honderden mensen keihard aan de verbetering van onze risico- managementsystemen. Daarmee hebben we de afgelopen tijd een enorme voortgang geboekt.’ Hoe belangrijk is groei en waarom neemt Delta Lloyd Reaal niet over? ‘Een gevolg van voortschrijdend inzicht. Bij de beursgang zeiden we: we zijn goed gepositioneerd voor consolidatie. Goed Hol- lands voor: we willen onze concurrenten overnemen. Die zouden slechts kortstondig door de overheid genationaliseerd worden. Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Nog geen genationaliseerd verzekeringsbedrijf is verzelfstandigd. Bovendien zijn we door de focus op ons eigen bedrijf inmiddels hard gegroeid en heel effici- ënt geworden. Dan moet je jezelf de vraag stellen: hebben wij het nog nodig om onze concurrenten over te nemen? Het antwoord op die vraag is nee. Je kunt beter zelf de dingen beter doen en de kwaliteit vergroten. Waarom zouden we aan een goedlopend bedrijf de uitdagingen van een ander bedrijf toevoegen?’ Wat was het mooiste moment in uw carrière? ‘Het is eigenlijk wat cru. Maar toen wij met een groot team van Delta Lloyd en onze belangrijkste klanten op een slof en een oude voetbalschoen aan de Volvo Ocean Race begonnen, zagen we op de Nederlandse televisie hoe onze concurrenten hun hand bij de Nederlandse overheid moesten ophouden. Het ene weekend was het de ene grote bank en het andere weekend de andere. Dat was zó’n contrast met onze eigen situatie.’ Heeft u geluk gehad, of het geluk afgedwongen? ‘Tegen mijn allereerste baas/grootaandeelhouder heb ik me als di- recteur ooit verontschuldigd met de zin: ik heb geluk gehad. Toen zei hij: Goede voetballers hebben ook meer geluk dan slechte.’ Wat was het lastigste moment uit uw carrière? ‘De crisis is ook niet aan Delta Lloyd voorbijgegaan. In het eerste kwartaal van 2009 moesten we al onze creativiteit aanboren om ervoor te zorgen dat het schip goed bleef varen. Dat vond ik het dieptepunt. Dan komt de vechtlust boven, ja. We hebben op ka- pitaalgebied een paar slimme dingen gedaan en al onze eigen as- set quality reviews gedaan, lijn voor lijn met het topmanagement gekeken: waar zitten we allemaal in, waar lopen we risico? Het was opletten geblazen. Als je beleggingen verdampen doordat bedrijven failliet gaan of hun leningen niet terugbetalen, dan is dat een ramp. Dat vond ik een lastige periode. Plus de acquisi- tie van een levensverzekeraar in Duitsland. Ik had eerlijk gezegd niet voor mogelijk gehouden dat de marktomstandigheden zich daar zo extreem zouden ontwikkelen. Achteraf hadden wij dat avontuur beter niet kunnen aangaan.’ Waarom gaat u met vervroegd pensioen? ‘Het is een combinatie van factoren. In moderne governance is 3 x 4 jaar de maximale zittingstermijn. Ik zit hier nu in totaal het vertrouwen hebben van je aandeelhouder. Daar zit spanning tussen, maar wij hebben altijd het evenwicht tussen de stakehol- ders gezocht. Bij de beursgang zeiden Angelsaksische beleggers: u gaat nu een heleboel geld voor ons verdienen. Toen zei ik: ‘Dan heb ik slecht nieuws voor u. Aandeelhouders hebben vijf miljard euro in dit bedrijf zitten en de klant zeventig miljard, dus het zou onzinnig zijn als we dit bedrijf alleen voor u gaan runnen.’ Eigen- lijk reageerden ze best positief.’ En de spanning op de relatie met DNB als externe toezichthouder? ‘Na de crisis moeten de risico’s omlaag en het kapitaal omhoog. Begrijpelijk, want er is veel misgegaan in de sector. Maar dit bedrijf moet ook geld verdienen. Als je alles in staatsobligaties stopt, dan zet je de toekomst op het spel. Dus maken we een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. Dan komt er wel eens wat spanning op de lijn met DNB. Maar dat hoort erbij. Een journalist heeft geschreven dat Delta Lloyd te veel risico’s zou nemen. Dat is in dit land dan kennelijk meteen de waarheid. Dat heeft me wel geraakt. Want als er één financiële instelling is die goed zijn risico’s heeft gemanaged en op zijn kapitaal heeft gelet, is het dit bedrijf. We zijn tíjdens de crisis verzelfstandigd, met een sterke A-rating van SP en een stabiel vooruitzicht. Bij de beursgang, toen niemand meer in financials geloofde en al he- lemaal niet in hun cijfers, kwamen wij met een gigantische pros- pectus die liet zien dat dit bedrijf gezond en degelijk in elkaar zit. Een uitdaging voor de toekomst wordt de dubbele hoeveelheid kapitaal die we moeten aanhouden. Kapitaal kost geld. Uiteinde- lijk is de klant degene die dat betaalt of moeten aandeelhouders met minder rendement genoegen nemen. Dat spel moeten we klanten vinden we trouwens belangrijker. Albert Heijn zei des- tijds tegen zijn managers dat ze niet moesten vergeten dat ze voor de klant werkten, maar financiële instellingen hadden dat ook een beetje uit het oog verloren.’ Het vertrouwen werd flink geschaad door de woe- kerpolisaffaire. ‘De perceptie is dat de kosten van beleggingsverzekeringen te hoog zijn en de opbrengsten te laag. Maar iedereen had in de ja- ren negentig hoge rendementsverwachtingen. Bovendien waren wij toen nog niet zo’n efficiënt bedrijf als nu. Wij hebben de koe bij de horens gepakt met een financiële oplossing, maar we heb- ben de risico’s gelaten bij degenen die die risico’s zijn aangegaan. Op die manier hebben we vroegtijdig aan het vertrouwensherstel bij onze klanten gewerkt. Dat was een doorbraak, want de rest van de sector dacht nog: het zal zo’n vaart niet lopen. Ik heb des- tijds geen mea culpa uitgesproken, nee. Excuses aanbieden vond ik gratuite. Impliciet hebben we dat wel gedaan, doordat we po- lishouders grootschalig hebben gecompenseerd. Daar ben ik van: liever daden dan woorden. Omdat het voor de sector nog steeds een issue is, worden ook wij nog steeds met problemen uit het verleden geconfronteerd. Terwijl we sindsdien een grote omslag gemaakt hebben. Eenvoud werd ons credo: simpelere producten, betere dienstverlening, meer efficiency en lagere kosten: van 1,1 miljard naar zevenhonderd miljoen euro. Achteraf vraag je je af: hoe is het mogelijk dat we vierhonderd miljoen meer uitgaven?’ U moet als bedrijf naast klanten ook aandeelhouders tevreden stellen. Lastig? ‘Je moet geliefd zijn bij je klant, geducht zijn bij je concurrent en ‘Ik heb geleerd dat er altijd een oplossing is, als je je ervoor openstelt’ INTERVIEW TON HEGEMAN Director operations bij zakelijk dienstverlener Eiffel. Hij interviewt en schrijft voor Management Scope over waardecreatie en finance. Deze bijdragen zijn terug te vinden bij zijn profiel op managementscope.nl/manager/ton-hegeman. achttien jaar, dus dan loop je het risico dat je er te lang zit. Het wordt gewoon tijd voor Delta Lloyd dat er weer eens een andere bestuursvoorzitter komt. Ik had er eigenlijk tweeënhalf jaar ge- leden al mee willen stoppen. Mijn oudste zoon kreeg toen een ernstig auto-ongeluk. Dat was dramatisch: ik ben hier maanden niet of nauwelijks geweest. Dat kon gelukkig, een groot compli- ment aan mijn rvb-team. Ik heb ook alles in het werk gesteld om verbetering in de situatie te brengen. Als voorzitter van de rvb kun je dingen beïnvloeden, maar als vader sta je in zo’n geval machteloos. Tegen de verwachting in maakte mijn zoon geluk- kig een ongelooflijk herstel door. Bij terugkeer bleek weer hoe leuk mijn werk eigenlijk is. Daarna heb ik me laten verleiden om voor nog een paar jaar bij te tekenen. Maar de gebeurtenis met mijn zoon heeft veel impact gehad. Je gaat erdoor relativeren. Bovendien is dit een slopend bestaan. Ik krijg nu meer tijd voor familie, een aantal commissariaten, me bezig houden met beleg- gen en maatschappelijke functies. Alles bij elkaar is dit een goed moment. Ik benut de laatste weken om het schip klaar te maken voor overdracht aan mijn opvolger.’ Niet nog elders een ceo-functie? ‘Nee, je moet je beperkingen kennen. Ik heb die vraag wel gehad in de afgelopen jaren: wil je leiding geven aan een groter bedrijf? Maar ik had hier al mijn handen vol aan en geen ambities om het Peter Principle te testen.’ Bang voor het Hiddink-effect? Hij lacht: ‘Hiddink! Pas op, hoor, die kan hier geen kwaad doen. Dat hij als trainer met het Zuid-Koreaanse team de halve WK-fi- nale wist te halen, was een fantastische prestatie. Wij hadden destijds voor de campagne Zeker Delta Lloyd die reclamespot met die Noord-Koreaanse parade, waarbij soldaten samen een vlag vormen met het portret van het staatshoofd. Eén soldaat had zich verslapen, waardoor er een tand van de grote leider ontbrak. Op een gegeven moment kwam een medewerker op het idee om het gezicht van Hiddink in die spot te gebruiken. We zeiden meteen: dat doen we. Het reclamebureau gebeld. Daar zeiden ze dat ze meer tijd nodig hadden. Ons antwoord: je hebt tot morgenavond zes uur en anders zoeken we een ander reclamebureau. Intern zeiden onze juristen overigens dat het niet kon, omdat het in- breuk zou maken op Hiddinks portretrecht. Wij een fax naar zijn zaakwaarnemer gestuurd dat we ervoor wilden betalen. Binnen het uur hadden we antwoord: akkoord en geef het geld maar aan een goed doel. Diezelfde dag opende het achtuurjournaal met onze spot, geweldig.’
  • 10. InterviewXxx TekstXxx FotografieXxxXxxx Xxx 18. Mgmt. Scope KomenGaan In BESTUURDERS Kees Gielen Bedrijf FrieslandCampina Functie coo (van cfo) (januari 2015) Hein Schumacher Bedrijf FrieslandCampina Functie cfo (januari 2015) Jan Kees de Jager Bedrijf KPN Functie cfo Reinier Walta Bedrijf Vastned Functie cfo Jeroen Seyger Bedrijf Macintosh Functie ad interim-cfo Louisa van den Broek Bedrijf DSM Functie bestuurssecretaris (januari 2015) Marjan Rintel Bedrijf NS Reizigers Functie directievoorzitter Leo Deuzeman Bedrijf BinckBank Functie lid rvb (gedelegeerd commissaris) (januari 2015) Frank van der Post Bedrijf KPN Functie cco (maart 2015) Laurence Debroux Bedrijf Heineken Functie cfo (april 2015) Evert-Jan Kooistra Bedrijf BinckBank Functie lid rvb (januari 2015) Vincent Germyns Bedrijf BinckBank Functie interim-ceo (januari 2015) COMMISSARISSEN René Hooft Graafland Bedrijf Ahold Functie commissaris (januari 2015) Jeroen Drost Bedrijf Vesteda Functie lid rvt Melchert Groot Bedrijf Vopak Functie commissaris BESTUURDERS Rolf Dieter Schwalb Bedrijf DSM Functie cfo Fred Arp Bedrijf TMG Functie cfo Tom de Witte Bedrijf Vastned Functie cfo Kees Gielen Bedrijf FrieslandCampina Functie cfo René Hooft Graafland Bedrijf Heineken Functie cfo (medio 2015) Steven van Schilfgaarde Bedrijf KPN Functie cfo Theo Strijbos Bedrijf Macintosh Functie cfo Koen Beentjes Bedrijf BinckBank Functie ceo Femke Weijtens Bedrijf DSM Functie bestuurssecretaris COMMISSARISSEN Gert-Jan Kramer Bedrijf Fugro Functie commissaris Martijn van der Vorm Bedrijf Vopak Functie commissaris Leo Deuzeman Bedrijf BinckBank Functie commissaris Wandelgangen INSIDE JOKE Commissarissen en aandelen: het blijft schuren. Zo stapte oud-bankier Rijkman Groenink onlangs op als non-exe- cutive van het beursgenoteerde Amerikaanse Elephant Talk, waar hij werd betaald in aandelen. Die investering heeft Groenink overigens waarschijnlijk alleen maar geld gekost, aangezien het telecombedrijf de afgelopen acht jaar ruim tweehonderd miljoen dollar verlies leed. Ook sommige niet-bankiers in het toezichtgilde mogen graag aandeelhoudertje spelen. Zo staken FC Twente-voorzitter Joop Munsterman en drie van zijn commissarissen privé- geld in de aankoop van de Chileense middenvelder Felipe Gutiérrez in de zomer van 2012 via een vennootschap op Cyprus. Investeerders wilden er alleen geld in stoppen als de voorzitter en de commissarissen van de club dat ook deden, verdedigde Munsterman de constructie. En van belangenverstrengeling zou geen sprake zijn. Maar zo’n ge- zamenlijk investeringsclubje heeft hoe dan ook de schijn tegen en bovendien moeten commissarissen onafhankelijk toezicht kunnen houden op het aankoopbeleid en transpa- rantie als clubkleur hebben. Bankiers kunnen wel commis- saris zijn, maar commissarissen niet ongestraft bankier of belegger. Dat laatste heeft ook Gert-Jan Kramer ervaren. Mr. Fugro, na zijn zegetocht als topman van de bodemon- derzoeker sinds 2006 commissaris, verkocht als grootaan- deelhouder in totaal voor 25 miljoen euro van zijn stuk- jes. Daarbij laadde hij de verdenking van voorkennis op zich: wist Kramer eerder dan de beursbelegger van de drie winstwaarschuwingen die Fugro dit jaar moest doen en het passeren van het dividend en koos hij daarom voor een financiële vlucht naar voren? Volgens Kramer verkocht hij de aandelen op aandringen van de bank, om een tekort in een privé-bv aan te zuiveren. Desondanks stapte hij op als commissaris, omdat de VEB zijn integriteit in twijfel trok. De commotie was reden voor Fugro-topman Paul van Riel om juist weer wel de portemonnee te trekken en voor 120.000 euro aandelen te kopen. Zijn medebestuurders de- den ook steunaankopen. Nou ja, het gaat om het gebaar, zullen we maar zeggen. Achteraf maar goed ook dat het ging om relatief bescheiden bedragen, anders was Van Riel cum suis op zijn beurt wellicht beschuldigd van insider trading. Niet lang daarna zorgde Boskalis door het nemen van een belang van bijna vijftien procent namelijk voor een koersexplosie. De Fugro-top wil niet worden opgeslokt door de sleephopperzuigers van de baggerbelager en zal zich zo nodig verschansen achter de hoge beschermings- wallen. Achter één daarvan zit opnieuw Gert-Jan Kramer. Ondanks zijn terugtreden als commissaris bij Fugro is hij nog wel bestuurder van de Stichting Continuïteit Fugro. Kramer zal zijn levenswerk vast niet zomaar laten gaan en zich zo stevig mogelijk ingraven. Met diens vertrek als commissaris van Fugro is overigens ook meteen een ander governancevuiltje weggewerkt, want de oud-topman trad al na een jaar toe als toezichthouder, zonder de gewens- te afkoelingsperiode in acht te nemen. Die afkoeling was zeer op zijn plaats geweest, gezien de verhitte discussies vorig jaar tussen Kramer en Frans Cremers, destijds voor- zitter van de auditcommissie bij Fugro. Cremers wilde de financiële structuur versterken en Kramers vertrouweling, financiële man André Jonkman, de wacht aanzeggen. Kra- mer zou ervoor zijn gaan liggen, waarna Cremers gefrus- treerd opstapte. Jonkman sneuvelde later overigens alsnog als cfo, nadat oud-Arcadis-topman Harrie Noy aantrad als voorzitter van de raad van commissarissen. Bij ASMI was het juist andersom. Daar liep Kramer als president-com- missaris zelf stuk op de loslaatangst van een andere masto- dont: oprichter Arthur del Prado hield Kramers herbe- noeming tegen. Kramer liet destijds weten ‘op zijn leeftijd’ het gevecht niet meer te willen aangaan. Dat lijkt out of character voor de man die een flink robbertje nooit uit de weg is gegaan. Misschien herleeft zijn oude vechtlust nog één keer, mocht Boskalis zich ontpoppen als Black Knight. IllustratieYvonneKroese 19. Mgmt. Scope Uit
  • 11. 21. Mgmt. Scope ColumnPeterPauldeVries PeterPauldeVriesisdirecteurvanhetbeursgenoteerdebedrijfValue8. AlsdirecteurvandeVerenigingvanEffectenbezitters(VEB)washij jarenlangdeluisindepelsvanbesturendNederland.Zijncolumnszijn terugtevindenbijzijnprofielopmanagementscope.nl/peter-paul-de-vries. Wie van een afstand naar de beurs kijkt, zou het een saai toneel kunnen vinden. De AEX-index staat rond 410 punten, een paar procent boven de eindstand van 2013, en van een duidelijke trend is (zeker in Nederland) geen sprake. Maar achter die vlak bewegende index is de beurs het strijdtoneel van beursgenoteerde bedrijven en hun bestuurders, strategische kopers en – soms speculatief ingestelde – beleggers. Een voorbeeld van zo’n strijd is de vriendelijke bieding van SHV op Nutreco dat, onder dreiging van een bod van Cargill, onlangs werd verhoogd. Terwijl in de strijd om Nutreco nog een traditioneel patroon (vriendelijke bieder en verhoging van het bod) kan worden gezien, is de strijd om Fugro ronduit spectaculair. Ook op de beurs gelden Darwinistische principes: wie goed presteert is jager, wie slecht presteert is prooi. Fugro, internationaal een vooraanstaande partij in bodemonderzoek, is in korte tijd afgezakt van jager tot prooi. In 2012 werd voor 1,2 miljard euro de geoscience-divisie verkocht aan het Franse CGG en werd gespeculeerd wat jager Fugro daarvoor zou kunnen kopen. Inmiddels drukt de schuldenlast van zevenhonderd miljoen euro zwaarder door afnemende winsten. De koers van Fugro daalde in 2014 van 45 naar twintig euro op 29 oktober. Na een weinig overtuigende Ca- pital Markets Day (lagere marges, stopzetting dividend) gleed het certificaat Fugro verder af tot 8,67 euro op 4 november. Enkele dagen later stapte Boskalis in met een belangname van 14,8 procent. Inmiddels kan Boskalis uitbreiden tot 19,99 procent, zonder dat te hoeven melden. Achter Boskalis gaat de machtige investeringsmaatschappij HAL schuil. HAL heeft in de af- gelopen twee decennia sterke posities opgebouwd in onder meer tankopslagbedrijf VOPAK (48 procent), SBM Offshore (dertien procent) en Boskalis (34 procent). Fugro zou daar prima bij passen. Natuurlijk heeft Boskalis het Fugro-belang niet genomen zonder toestemming van HAL. En niemand gelooft dat Boskalis gewoon een minderheidsbelangetje neemt. Boskalis is een ervaren overnemer van voormalige beursfondsen zoals Dockwise en Smit. In beide gevallen begon dat met een ongevraagde openbare toenadering. Uit de mededeling dat Boskalis niet de intentie heeft een bod uit te brengen, mag worden afgeleid dat Boskalis eerst tot dertig procent wil gaan. Pas daarboven moet – verplicht! – een bod worden uitgebreid. Wie HAL volgt, ziet het strategische plaatje glashelder voor zich. HAL wil zijn optiek-activiteiten (o.a. Pearl) naar de beurs brengen. De opbrengsten van die beursgang en de daarop volgende afbouw kan dan gebruikt worden voor versterking van de belangen in Fugro, SBM Offshore en/of Boskalis. De persberichten van 7 en 10 november spreken boekdelen. Boskalis publiceerde een pers- bericht dat het niet wil overnemen, graag wil samenwerken met Fugro en dat het de strategie onderschrijft. Fugro betitelde de belangname als unexpected en unsolicited en wil zelfstandig blijven. Probleem voor Fugro is dat het slechte nieuws nog niet voorbij is. Er komen nog slechte cijfers aan over geheel 2014, waarbij Fugro mogelijk de bankconvenanten schendt. Inclusief afboekingen moet rekening worden gehouden met meer dan vijfhonderd miljoen euro verlies over 2014. Bovendien kunnen de markten verder verslechteren. En hoe lost prooi Fugro de problemen met de banken op, terwijl buiten jager Boskalis op de loer ligt? In de wetenschap dat Fugro wordt beschermd door drie reusachtige beschermingswallen zou je een rustige reactie verwachten op de belangname van Boskalis. Boskalis heeft immers certificaten Fugro gekocht en heeft derhalve geen stemrecht. Waarom Fugro toch zo bang is? Allereerst is voormalig De Brauw-advocaat Sjoerd Eisma president-commissaris bij HAL, hij is de ongekroonde koning van de beschermingsconstructies. Wie beschermingsconstructies maakt, kan ze vast ook slech- ten. Verder heeft HAL – zeker na de beursgang van Pearl – diepe zakken en een hele lange adem. Bestuurders en commissarissen van beursgenoteerde bedrijven doen er goed aan deze strijd op de voet te volgen. Zowel jagers als prooien kunnen veel van deze strijd leren. ... HARDE STRIJD OP DE BEURS De Darwinistische beursprincipes: wie slecht presteert is prooi
  • 12. 23. Mgmt. Scope22. Mgmt. Scope De mogelijkheid om actief bij te dragen aan innovatieve technologische ontwikkelingen. Dat is het belangrijkste hr-instrument van Wim Dufourné, hr-directeur bij SABIC. ‘WE WILLEN WERKEN AAN DINGEN DIE ERTOE DOEN’ WIM DUFOURNÉ HR-DIRECTEUR SABIC SABIC is voor menigeen nog een grote onbekende. Toch is deze Saoedi-Arabische petrochemische onder- neming uitgegroeid tot een geduchte concurrent van chemiegiganten als BASF, Dow Chemical, Bayer en DuPont. De Arabische staat heeft zeventig procent van Saudi Basic Industries Corporation in handen, de overige der- tig procent is eigendom van beleggers. SABIC werd in 1976 opgericht, met als doel het Arabische aardgas niet meer af te fakkelen, maar in te zetten voor de productie van kunststoffen. Het bedrijf groeide als kool: eerst via joint ventures en later via overnames, zoals die van de petrochemische activiteiten van DSM in 2002 en de plastics-divisie van General Electric in 2007. De DSM-roots verklaren waarom SABIC in Geleen (fabrieken) en Sittard (Europees hoofdkantoor) zit, de overname van GE Plastics is de reden dat SABIC ook in Bergen op Zoom is gevestigd, met inmiddels acht fabrieken op het gebied van innovative plastics. Een van de ruim vijfduizend werknemers in Europa is Wim Dufourné, sinds drie jaar senior hr-directeur SABIC Europa. Hij is, na een ruim dertigjarige loopbaan bij onder meer Shell en Rabobank, gepokt en gemazeld in hr en werkte zowel vanuit hoofdkantoren als voor lokale units. Na een roerige periode van reorganisatie en het ont- slag van zo’n zevenhonderd medewerkers in Europa vanwege de crisis en de moordende concurrentie, kan Dufourné nu weer met meer vertrouwen vooruitkijken. Zijn organisatie staat er immers beter voor, scoort prij- zen op het gebied van goed werkgeverschap en duur- zaamheid, spint garen bij de samenwerkingsverbanden met klanten en krijgt een steeds betere inbedding in de lokale en regionale maatschappelijke omgeving. InterviewRogerMuys TekstPaulGroothengel FotografieErikvanderBurgtGoedwerkgeverschap
  • 13. 24. Mgmt. Scope 25. Mgmt. Scope miljard dollar, komen wij met veertigduizend medewerkers aan ruim de helft daarvan. Desondanks streven we continu naar verbeteringen en nemen we maatregelen om kosten te drukken en winst te genereren. Onze concurrenten zitten immers ook niet stil. Zo hebben we recentelijk in Engeland aangekondigd om in onze bestaande kraker schaliegas uit Amerika als grond- stof te gebruiken, waardoor we ten opzichte van onze Europese concurrenten voordeel creëren.’ Terug naar hr. Hoe profileert SABIC zich om met succes goede leiders en technologische toppers aan te kunnen trekken? ‘Onder meer doordat we steeds nieuwe samenwerkingsverban- den aangaan, bijvoorbeeld met universiteiten in Nederland en met technologische topinstituten in Duitsland, Zwitserland en Engeland. Ook in Nederland doen we steeds meer samen met bedrijven, bijvoorbeeld via Brainport Eindhoven. Op ons terrein in Bergen op Zoom is de Green Chemistry Campus ge- vestigd, een direct gevolg van de plannen van Zuidwest-Neder- land om een toplocatie te worden op het gebied van Biobased Economy. Deze campus hebben wij vanuit SABIC opgezet, sa- men met REWIN West-Brabant, de Provincie Noord-Brabant, de gemeente Bergen op Zoom, de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij en Avans Hogeschool. Het is onze gezamenlijke ambitie om dit initiatief te laten uitgroeien tot hét innovatieve centrum, waar bedrijven in een inspirerende en open omgeving samenwerken aan nieuwe biobased-producten en technologie- ën. Onder het motto agro meets chemistry. De nadruk ligt op groene bouwstenen voor materialen, chemicaliën en coatings.’ Zijn binnen de chemische sector concerns als BASF, DuPont en Bayer niet veel bekender op de arbeidsmarkt dan SABIC? ‘Zeker. Daar ligt voor ons nog een flinke uitdaging. Wij willen graag de employer of choice zijn. Al zijn we nog niet bij iedereen bekend, we zijn wel op de goede weg. Wat daarbij zeker helpt, is dat wij door het onafhankelijke Top Employers Institute zijn gecertificeerd als Top Employer 2014 in Europa; bij mijn weten zijn wij de enige petrochemische onderneming die dit certifi- caat heeft binnengehaald. Deze erkenning is gebaseerd op onze WIM DUFOURNÉ (57) Opleiding - Rechten, Erasmus Universiteit Rotterdam - Koninklijke Luchtmacht, opleiding tot luitenant Loopbaan 2011 - heden Senior director human resources SABIC Europa 2010 - 2011 hr-directeur Maersk Oil Qatar 2009 - 2010 Owner-managing director Prohumres Consultancy 2007 - 2009 chro Suzlon Energy 2003 - 2007 Global Head hr Rabobank International 1982 - 2003 hr-directeur Shell Interesses Mountainbiken, racefietsen, lezen Thuis Getrouwd, twee kinderen MEER OVER WIM DUFOURNÉ OP: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL Hoe is het om te werken in de context van een Saoedische moedermaatschappij? ‘Je zou denken dat onze werelden ver uit elkaar liggen, maar dat blijkt in praktijk enorm mee te vallen. In Nederlandse or- ganisaties zijn we gewend aan onze cultuur van polderen, van iedereen erbij betrekken, samen kijken naar oplossingen. Het verrassende is dat de Saoediërs dat in hun cultuur ook heb- ben. Er zijn meer gemeenschappelijkheden dan je op voorhand verwacht. Binnen SABIC in Europa hebben we inmiddels een amalgaam van culturen, met in totaal 56 nationaliteiten. Dat komt door onze historie van groei: met de bulkchemiepoot van DSM nam SABIC een bedrijf over dat geworteld was in de cultuur van de Limburgse mijnstreek, voortgekomen uit een staatsbedrijf. Met de overname van GE Plastics kwam daar de Amerikaanse can do-mentaliteit bij. En dan kwam daar ook nog, met de overname van een deel van het Britse Imperial Chemical Industries, een stuk Britse managementcultuur bij.’ Hoe gaat u daar vanuit hr mee om? Wat voor cul- tuur wilt en kunt u creëren? ‘Je kunt die diverse werkelijkheid niet ontkennen. Ik weet dat bloedgroepen in gefuseerde bedrijven nog lang kunnen blijven bestaan. Maar ik houd niet van achterom kijken, al is trots op ons verleden een groot goed. Dat is ook wat de werknemers met elkaar delen: de trots op dit bedrijf. Die cultuur proberen we vanuit hr te versterken. Wat daarbij uiteraard helpt, is dat onze producten heel zichtbaar zijn. Er zijn namelijk ongeloof- lijk veel eindproducten waar onze producten en stoffen in zit- ten. Als je hier een van de fabrieken in loopt – op dit immense fabrieksterrein – zie je hoe de vrachtwagens worden geladen met korrels, andere producten en halffabricaten. Heel tastbaar en mooi om over te brengen. Daarom organiseren we ook ge- regeld open dagen, niet alleen voor de families van onze me- dewerkers, maar voor iedereen. Die open dagen zijn altijd een succes. Vanuit hr-oogpunt gebruiken we deze tastbaarheid van onze activiteiten om scholieren en studenten aan te trekken. Belangrijk, want de toevoer van talent blijft nu eenmaal een uitdaging, zeker omdat steeds minder jongeren kiezen voor een technische opleiding. Binnen Europa varieert dat laatste overi- gens wel sterk per land.’ Hoe scoren jullie op het gebied van diversiteit? ‘Daar hebben we nog wel een wereld te winnen. Het aantal vrouwelijke medewerkers binnen SABIC in Europa is zo’n zes- tien procent. Dat is relatief laag, vergeleken met onze concur- renten, en zeker vergeleken met bedrijven buiten de chemische sector. Inhoudelijk bieden we onze mensen wel een enorme di- versiteit aan functies en mogelijkheden. Je kunt je, op alle ni- veaus binnen SABIC, geweldig verbreden en verdiepen. Maar dan heb je het ook over mobiliteit, je moet dan wel de bereid- heid hebben om over fysieke grenzen heen te willen stappen.’ Hoe is SABIC georganiseerd? ‘We werken vanuit zes strategische businessunits: polymers, chemicals, fertilizers, metals, performance chemicals en innovative plastics; deze laatste businessunit heeft twee grote productielo- caties in Europa, één hier in Bergen op Zoom en één in het Spaanse Cartagena. Ondersteunende functies, waaronder hr, komen vanuit de hele wereld bij elkaar in leadershipteams, waarin we met elkaar praten over de strategie en invulling van ons hr-beleid. Daarnaast hebben we in alle continenten ver- koopkantoren en innovatiecentra.’ Hoe doet SABIC het ten opzichte van de concur- rentie? ‘Wat activiteiten betreft kunnen we ons goed vergelijken met BASF. Dan zie je dat wij winstgevender opereren: waar zij met 112.000 medewerkers een jaaromzet realiseren van honderd ‘Doe alsof dit je eigen bedrijf is, zeggen we tegen medewerkers’
  • 14. 26. Mgmt. Scope advertorial De nieuwe bonus zit in een kopje U bent trots op uw organisatie en dat laat u graag blijken. Te allen tijde zet u zich in voor het behoud van energie, betrokkenheid en productiviteit. Een kop goede koffie op de werkvloer is een effectieve manier om dagelijks uw blijk van waardering te geven aan de spil van uw organisatie. Waarderen, motiveren, presteren Het belang van een gemotiveerd team is algemeen bekend. Aandacht besteden aan de motivatie van medewerkers is dan ook cruciaal. Uit onderzoek van onderzoeksbureau Bain Company*) blijkt dat de juiste secundaire arbeidsvoorwaarden de voornaamste instrumenten zijn om werknemerstevreden- heid, -loyaliteit en -betrokkenheid te sturen en te stimuleren. Bain Company onderzocht daarom de relevantie van be- staande secundaire arbeidsvoorwaarden. Uit het onderzoek blijkt dat kwaliteitskoffie een effectieve secundaire arbeids- voorwaarde is: goede koffie wordt hoog gewaardeerd en is rela- tief laag in kosten. Kortom; de nieuwe bonus zit in een kopje. Kwaliteit in de koffiecorner De Nederlander is een echte koffieliefhebber en drinkt niet alleen meer ‘gewone’ koffie maar ook steeds vaker een cap- puccino, espresso of latte macchiato. Kwaliteit in de koffie- corner voorkomt dat werknemers hun koffie buiten de deur halen en minder met elkaar in contact komen. Nespresso biedt nu ook kwaliteitskoffie voor op de werkvloer. Voorzien van verschillende mogelijkheden, sluit het koffiesys- teem van Nespresso aan op de specifieke koffiebehoeftes van u en uw medewerkers; de professionele machines zijn gebruiksvriendelijk, efficiënt en leveren constante kwaliteit. Daarbij bieden de negen koffievariëteiten, ofwel Grands Crus, u en uw medewerkers een brede keuze aan smaakprofielen en aroma’s. Zo kan iedereen eenvoudig een perfecte espres- so, lungo of cappuccino bereiden. Meer weten over Nespresso zakelijk, kijk dan op Nespresso.com/pro Koffie met ambitie Kwaliteit is bij Nespresso geen toeval. Duurzaamheid en respect voor het milieu zijn manieren om de hoogste kwaliteit koffie te garanderen. Een betere toekomst voor mens, milieu en koffie is daarom de ambitie van Nespresso. In 2003 lanceerde Nespresso het AAA Sustainable QualityTM programma in samenwerking met Rainforest Alliance. Dit programma garandeert boeren die hieraan deelnemen dat ze een premium ontvangen voor hun koffie van dertig tot veertig procent bovenop de standaard marktprijs. Boeren die een Rainforest Alliance-certificaat verkrijgen via het AAA-programma zijn bovendien verzekerd van een aanvullende, contante premie. Zodat ook zij hun ambities waar kunnen maken. *) Relevance of fringe benefits for employee loyalty, 2011 Bain Company, Inc. Hoe kwaliteitskoffie bijdraagt aan het succes van uw onderneming. Daarbij streven we naar een oprechte dialoog. Dit kwalitatieve onderzoek is een goed instrument om te checken of die dialoog ook echt op gang komt en blijft. SABIC is geen bedrijf waar het management langskomt om te vertellen hoe de werkne- mers hun werk moeten doen. We zeggen juist tegen onze werk- nemers: werk en doe alsof het je eigen bedrijf is.’ Wie bewaakt dit proces, hr of het lijnmanagement? ‘Beide, we doen dit met elkaar. Zo deel je kennis en houd je elkaar verantwoordelijk voor afspraken en het nakomen daar- van. En zo voorkom je dat er spelletjes gespeeld worden via bazen. Dat kennis delen wordt ook steeds makkelijker door de technologische mogelijkheden, denk aan videoconferencing, vanuit huis werken. Daarbij moet je altijd blijven opletten dat mensen de juiste vragen blijven stellen. Dat ze niet al te zeer worden opgeslokt door de problemen van vandaag, maar dat we samen kunnen visualiseren waar we in 2025 willen staan en wat voor type medewerkers je tegen die tijd nodig hebt. In die dialoog met de business ervaar ik dat wij als hr allang niet meer hoeven te vechten voor onze plaats aan tafel.’ Ziet u dan ook meer crossfunctionele moves, van hr naar de operatie of andersom? ‘Ja, maar het is ook een kwestie van elkaars verleden leren kennen. Lijnmanagers moeten kennis hebben van het ‘men- sen-element’, moeten steeds meer people managers worden. Te- gelijk zie je dat hr-mensen op hun beurt steeds meer kennis van de business moeten hebben, zodat ze dezelfde taal spreken.’ De schotten tussen lijn en staf verdwijnen, omdat je meer samen doet? ‘Inderdaad. Dat zie je heel duidelijk terug in projecten. Vroeger zaten bijvoorbeeld in een inkoopproject alleen mensen van in- koop, nu zitten daar ook hr-medewerkers bij. Die verandering verzinnen we niet op eigen houtje, maar vanuit een dialoog met de business. Waarbij wij als hr ook goed luisteren naar de ideeën hierover van de or, de Young SABIC Professionals en het SABIC Women’s Network. Mensen hebben genoeg ideeën en kennis, het gaat erom die op de meest effectieve manier te ontsluiten.’ primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, hoe wij omgaan met talentontwikkeling en met culturele verschillen.’ Wat zijn uw belangrijkste hr-instrumenten om managers en medewerkers te motiveren? ‘Technologische ontwikkeling en uitdaging. Meewerken aan het ontwikkelen van nieuwe producten, waar we vervolgens klanten voor vinden, dat vinden veel mensen prachtig. Dat motiveert ze duidelijk veel meer dan geld. Ook maatschappe- lijk gezien is dat in mijn ogen de juiste weg. Als je zo duurzaam als mogelijk bezig bent en doet wat je klanten van je verwach- ten, dan is een gezond financieel resultaat daar een logisch uit- vloeisel van. Dat vind ik het mooie aan Steve Jobs, die zich al- tijd afzette tegen business man Bill Gates. Die keek volgens Jobs toch vooral naar het financieel resultaat, terwijl Jobs simpelweg de mooiste producten en diensten wilde leveren. Als je alleen maar concurreert op prijs, voeg je weinig tot geen waarde toe. En motiveer je dus ook je mensen niet. Onze mensen vinden het bijvoorbeeld geweldig dat wij grondstoffen leveren voor de Range Rover Evoque, die mede dankzij onze materialen lich- ter in gewicht is dan vergelijkbare modellen en daarmee mili- euvriendelijker. Met Volkswagen zijn we bezig om hun glazen autoruiten te vervangen door hoogwaardig kunststof materiaal; dat heeft de kwaliteit van glas, maar het kan niet splinteren en is ook weer veel lichter in gewicht.’ Worden werknemers minder flexibel door de crisis, uit angst hun positie te verliezen? ‘De tijd van de werkgever die voor je zorgt tot je pensioen is allang verleden tijd. De generatie van nu is er meer dan ooit op gericht zichzelf te blijven ontwikkelen. Mensen willen werken aan nieuwe dingen die ertoe doen. De flexibiliseringstrend op de arbeidsmarkt gaat deels aan SABIC voorbij, het overgrote deel van onze mensen is nog gewoon in vaste dienst. Dat heeft ook te maken met de aard van onze industrie, waarin het draait om hooggekwalificeerd personeel dat ervaring heeft met vei- lig werken. Wij zijn vooral gebaat bij continuïteit, ook in ons hr-beleid.’ SABIC is een zeer grote organisatie, hoe houdt hr voeling met de werkvloer? ‘Medewerkertevredenheid is binnen SABIC een groot goed. We vragen onze mensen iedere acht tot twaalf weken naar een aantal issues, denk aan veiligheid, hun mening over het ma- nagement, of er goed naar elkaar geluisterd wordt, et cetera. INTERVIEW ROGER MUYS hr-directeur en lid van het Executive Committee van PostNL. Hij interviewt en schrijft in Management Scope over goed werkgeverschap. Zijn bijdragen zijn terug te vinden op managementscope.nl/manager/roger-muys. ‘Meewerken aan nieuwe producten motiveert mensen meer dan geld’
  • 15. DossierXxx XXX In samenwerking met Xxx 36. Xxx Xxx Xxx DossierGezondheidsmanagement In samenwerking met Coöperatie VGZ 30. Martine Geurts Vlekkeloos verzuimbeleid bij Facilicom. 36. Analyse Sturen op inzetbaarheid. 40. Rondetafeldiscussie Aanjagers van vitaliteit bij vier zakelijke dienstverleners. Ziekteverzuim hakt in winst- marges. Sturen op duurzame inzetbaarheid, intrinsieke motivatie en vitaliteit is dus van levensbelang, zowel voor ondernemingen die werken met hoogopgeleide profes- sionals (zoals de deelnemers aan onze rondetafeldiscussie) als voor bedrijven met laagopgeleid personeel in dienst (zoals facilitair dienst- verlener Facilicom). Dossier GEZONDHEIDSMANAGEMENT Samen hebben we de energierekening van Filmmore veranderd Van kostenpost naar kostenbesparing Kijk op nuon.nl/samenveranderen Wat mogen we voor u veranderen? Kijk op nuon.nl/samenveranderen Samen veranderen Energie is de mogelijkheid om iets te veranderen. Daarom werken wij elke dag vol energie aan uw energie. Als energiepartner willen we een bijdrage leveren aan de bedrijfsvoering en ambities van ondernemers. Zo hebben we samen met Filmmore gekeken naar de mogelijkheden om kosten te besparen op hun elektriciteitsrekening. Voor Filmmore bleek het product Nuon HerPrijs een passende oplossing. Daarmee hebben ze een vaste scherpe prijs die niet kan stijgen, maar profiteren zij wel van prijsdalingen. Partner in energieoplossingen Filmmore is marktleider op het gebied van full-service post-productie van films, dramaseries en documentaires. Zij verbruiken relatief veel elektriciteit, omdat ze op computers met veel data werken die continu worden bewerkt, opgeslagen en verzonden. Ben Willems, Managing Director Filmmore: “De samenwerking met Nuon verloopt uitstekend. Naast de levering en betrouwbaarheid, vind ik de belangrijkste factor hun proactiviteit. Zo meldt mijn contactpersoon op tijd dat onze prijs voor elektriciteit goedkoper kan, zodra de marktprijs gedaald is. Ik schat in dat onze elektriciteitskosten met ongeveer 20% zijn gedaald sinds we zijn overgestapt op Nuon HerPrijs.”
  • 16. Xxx 30. Mgmt. Scope InterviewFrankElion TekstIreneSchoemakers FotografieErikvanderBurgtDossierGezondheidsmanagement Lage marges, hoge personeelskosten en vergrijzing van het personeelsbestand maken het terugdringen van verzuim van groot belang voor Facilicom. Vicepresident Martine Geurts gaat voor duurzame inzetbaarheid van personeel. ‘ALLES STAAT OF VALT MET MAATWERK’ MARTINE GEURTS VICEPRESIDENT FACILICOM Facilicom is een internationaal opererende facilitaire dienstverlener die zo’n vijftig jaar geleden is opgericht door Johan Geurts. Het Schiedamse concern – dat ooit begon als schoonmaakbedrijf Gom – opereert al jaren onder de ‘mediaradar’, maar is met een jaaromzet van ruim een miljard euro en zo’n 28.000 medewer- kers een van Nederlands grootste familiebedrijven. De tijd dat alleen de schoonmaakdiensten de corebusiness vormden voor deze organisatie is allang voorbij. Faci- licom, met vestigingen in België, Frankrijk en Enge- land, vormt inmiddels een holding boven een zevental facilitaire bedrijven: Axxicom voor thuishulp, Breijer voor bouw en installatie, Facilicom Facility Soluti- ons voor main contracting en multiservices, Gom voor schoonmaakdiensten, Prorest voor catering, Tapwacht voor service en techniek en tot slot Trigion voor be- veiliging. En daar blijft het niet bij. Zo beweegt het bedrijf zich sinds kort ook op het werkveld van ge- meenten. ‘We willen met ons nieuwe bedrijf Incluzio gemeenten in Nederland zorgtaken uit handen ne- men, zoals het coördineren van de sociale basiszorg’, vertelt vicepresident en ‘dochter van’ Martine Geurts vanuit het moderne hoofdkantoor in Schiedam. Het kantoor heeft uitzicht op een van de havenarmen van de Nieuwe Maas. Wat opvalt nadat de liftdeuren op de dertiende etage zich openen, is de vloerbedekking die zich als een caleidoscoop door de gangen uitstrekt. ‘Vlekken zie je hier niet op’, zegt Geurts. ‘We hebben uiteraard onze eigen kennis van materialen, schoon- maak en onderhoud toegepast op dit gebouw. Over alles is goed nagedacht.’ Het gesprek met Martine Geurts gaat vandaag over dé belangrijkste productiefactor van Facilicom: de klei- ne dertigduizend medewerkers waarvan het meren-
  • 17. 32. Mgmt. Scope 33. Mgmt. Scope MARTINE GEURTS (52) Opleiding Bedrijfseconomie, Erasmus Universiteit Rotterdam Loopbaan 2014 - heden Vicepresident Facilicom 1988 - 2014 Diverse functies binnen Facilicom 1986 - 1988 Consultant Arthur Andersen Interesses Hardlopen, tennissen Thuis Gehuwd, drie kinderen MEER OVER MARTINE GEURTS OP: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL Waar liggen de verantwoorde- lijkheden als het gaat om duur- zame inzetbaarheid? ‘Uitgangspunt van ons beleid is dat be- drijf en medewerkers een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om er- voor te zorgen dat het werk zowel fysiek als mentaal mogelijk blijft tot 67 jaar. We proberen medewerkers daar zo goed mogelijk bij te faciliteren, maar ze heb- ben zelf ook een verantwoordelijkheid.’ Hoe zorgt u ervoor dat ze die verantwoordelijkheidookzelfop- pakken? ‘We realiseren ons dat het aanbieden van programma’s en faciliteiten alleen niet voldoende is. We zullen medewer- kers ook moeten stimuleren om er zelf mee aan de slag te gaan. Zo loven we een beloning van honderd euro uit voor medewerkers die gestopt zijn met roken of zijn afgevallen. Daar wordt onderling over gesproken en dat kan medewerkers net dat duwtje in de rug geven om ge- zonder te gaan leven.’ deel laagopgeleid is en 87 procent een contract voor onbepaalde tijd heeft. ‘De uitdaging voor ons is om onze me- dewerkers zo gezond en vitaal mogelijk te krijgen en houden. De marges in onze sector zijn bijzonder laag en de perso- neelskosten hoog. Hoe lager het ver- zuim en – vooral ook – hoe productiever onze medewerkers, hoe beter.’ Hoe laag zijn die marges? ‘Onze nettowinst bedraagt 2,2 procent van onze omzet. Dat is niet veel. De totale kosten worden bovendien voor maar liefst tachtig procent bepaald door de loonkosten. We zijn immers een mensenbedrijf pur sang en dat zie je te- rug in de cijfers. Wanneer onze mede- werkers niet goed in hun vel zitten of vaak ziek zijn, dan voelen we dat direct. We hebben wel eens uitgerekend dat een procent ziekteverzuim ons 0,7 pro- cent van onze winstmarge kost. Dat is aanzienlijk.’ Ik begrijp dat uw bedrijf er alles aan gelegen is om het verzuim binnen de perken te houden. Hoe doet u dat? ‘Jaren geleden al zijn we gestart met een uitgekiend ziekteverzuimbeleid. Zo heb- ben we een eigen reïntegratieafdeling in huis die gesprekken aangaat met mede- werkers die zich ziekmelden. Daarnaast bieden we tal van programma’s aan die mensen helpen met hun gezondheid, zo- als een cursus voor vrouwen in de over- gang. We hebben zo’n veertig po’ers, twaalf reïntegratiespecialisten en vier mobiliteitsbureaumedewerkers. En hun dagen zijn goed gevuld. Daarnaast zijn onze managers ervan doordrongen dat ziekteverzuim extra kostbaar is voor een organisatie als de onze. We realiseren ons bovendien dat verzuim meer is dan het ziek zijn van medewerkers alleen. Het verzuimcijfer vormt een graadmeter voor het welbevinden van mensen. Een rayonmanager met een significant hoger verzuimpercentage dan dat van de an- dere rayonmanagers, heeft dan ook iets uit leggen. We monitoren die gegevens.’ Hoe hoog is het verzuimpercen- tage? ‘In 2013 is het met 0,3 procent gedaald ten opzichte van 2012 tot 4,9 procent. Dat is aan de lage kant voor de sectoren waarin wij ons begeven. Zo bedraagt het gemiddelde percentage in de schoon- maak- en beveiligingsbranche een klei- ne zes procent. Maar we denken dat het verder omlaag kan. Om die reden zijn we sinds een paar jaar begonnen met het treffen van nieuwe maatregelen en daar komen telkens nieuwe initiatieven bij.’ Wat is de gedachte achter die nieuwe maatregelen? ‘Ze zijn gericht op duurzame inzetbaar- heid van medewerkers. We zijn ons be- staande verzuimbeleid dan ook aan het omzetten naar een beleid van duurzame inzetbaarheid. Dat heeft alles te maken met de vergrijzing van ons personeels- bestand. De pensioenleeftijd is boven- dien verhoogd tot 67 jaar, de overheid trekt zich steeds verder terug en mensen in het algemeen eten en leven steeds ongezonder. Dat betekent dat ook wij als werkgever iets moeten ondernemen om onze mensen gezond te houden.’ Wat houden de maatregelen in? ‘Bijvoorbeeld een maatregel als functie- roulatie. Door te stimuleren dat mede- werkers geregeld van functie verande- ren, slagen we erin de medewerkers op de juiste plek in de organisatie te krij- gen. Het biedt hen bovendien telkens nieuwe uitdagingen. En mensen gedijen goed bij nieuwe uitdagingen. Dat houdt het werk aantrekkelijk. Daarnaast heb- ben we in 2013 een eigen mobility center opgericht, om de duurzame inzetbaar- heid van medewerkers te bevorderen door hen te steunen bij een volgende stap in hun carrière. Of dat nu binnen of buiten Facilicom is. En dan hebben we ook nog het programma BRAVO. Dit staat voor Bewegen, stoppen met Roken, matig gebruik van Alcohol, gezonde Voeding en voldoende Ont- spanning. Een ongezonde leefstijl is namelijk een van de grootste oorzaken van chronische aandoeningen. We la- ten hier dan ook een preventief beleid op los. Ook zijn we onlangs gestart met een medewerkersportaal waarop tal van tips zijn te vinden om vitaal en gezond te worden. Daarnaast gaan onze po’ers en reïntegratieadviseurs vooral veel in gesprek met medewerkers die frequent uitvallen, om te achterhalen wat de oorzaak van het verzuim is. We doen dat zo vroeg mogelijk. Liefst op het mo- ment dat duidelijk is dat het hier geen verkoudheid van een paar dagen betreft, maar dat het verzuim wel eens langer zou kunnen duren of terugkerend blijkt te zijn.’ Heeft dit laatste effect? ‘Zeker. Het werkt. Door in een vroeg stadium het gesprek aan te gaan, zien we dat het frequente verzuim terugloopt omdat we gezamenlijk tijdig een oplos- sing hebben kunnen vinden. Geregeld spreken met medewerkers is sowieso een probaat middel in de strijd tegen verzuim. We hebben om die reden ook besloten voor de invoering van zoge- naamde kruispuntgesprekken. Dat zijn gesprekken die we voeren op belang- rijke momenten in het leven van een medewerker, zoals gezinsuitbreiding of voorbereiding op het pensioen. Door op dit soort momenten in gesprek te gaan met mensen, kunnen we tijdig achter- halen wat hun wensen en grieven zijn.’ ‘Ons verzuimbeleid maakt plaats voor een focus op duurzame inzetbaarheid’
  • 18. 34. Mgmt. Scope Wat is volgens u een belangrijke succesfactor bij het inzetten van duurzame inzetbaarheid? ‘Door deze verantwoordelijkheid in ie- der geval los te koppelen van de lijn. Managers hebben vaak hun handen vol aan leidinggeven, regelen en sturen. Het gevaar is dan dat verzuimmaatre- gelen niet voldoende aandacht krijgen. Bovendien zijn managers vaak persoon- lijk en zakelijk betrokken bij hun me- dewerkers en is het voor hen moeilijk hun medewerkers objectief te adviseren om bijvoorbeeld over te stappen naar een andere baan binnen of buiten de organisatie. Dat laten we bij voorkeur door een objectieve partij doen, in dit geval onze po’ers of reïntegratieaf- deling. Daarnaast gaat het er vooral om medewerkers gezond en vitaal te houden. Wij zijn ervan overtuigd dat preventie van ziekte uiteindelijk beter werkt dan zieke medewerkers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.’ Zouden managers zelf ook niet in gesprek moeten gaan met me- dewerkers om ze flexibel en lang inzetbaar te houden? ‘Het klopt dat aandacht geven, en me- dewerkers af en toe te vragen naar za- ken die hen bezighouden, preventief werkt. Maar managers vinden dat door- gaans erg lastig. Ze zijn terughoudend om medewerkers te vragen naar hun privéleven en ze hebben er bovendien vaak geen tijd voor. Voor alle duidelijk- heid: de aanpak van vitaliteit blijft een belangrijke kerntaak voor onze mana- gers, maar een aantal taken en proces- sen hebben we nu elders neergelegd.’ Al dit soort maatregelen kost geld. Wegen de kosten op tegen de baten? ‘Je kunt de rekensom makkelijk slui- tend krijgen. Verzuim is immers enorm kostbaar. We zijn bijvoorbeeld voor de Ziektewet eigenrisicodrager. Dat wil zeggen dat we zelf de uitkering voor ex-werknemers betalen die bij ziekte nog recht hebben op een Ziektewet- uitkering. Dat kan behoorlijk in de pa- pieren lopen. Voor een medewerker die bijvoorbeeld op zijn 28ste wordt afge- keurd, moeten wij nog jarenlang Ziek- tewetuitkering betalen. Dat geld, of een deel ervan, kunnen we ook aanwenden voor preventieve maatregelen. Dat is precies wat we nu doen.’ Beschouwt u Facilicom als een sociale werkgever? Of zijn de maatregelen vooral gedreven door geld? ‘We doen veel voor onze medewer- kers. Naast de maatregelen die ik net noemde, helpen we ook medewerkers die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. We kijken dan samen met hen hoe we de financiële proble- men kunnen oplossen. We laten ze niet aan hun lot over. We zijn dus zeker een werkgever die goed is voor zijn mede- werkers. Maar alles is tevens financieel gedreven. Door medewerkers te helpen blij en gezond te blijven, zijn ze gemo- tiveerder, productiever en minder vaak ziek, en daar plukken ook wij de vruch- ten van. Er schuilt kortom een gezonde financiële prikkel achter ons duurzaam- heidsbeleid.’ Welke rol speelt het feit dat Faci- licom een familiebedrijf is? ‘We zien onszelf het liefst als een bedrijf dat over het persoonlijke en de kracht van een familiebedrijf beschikt, maar tegelijkertijd vooral professioneel ope- reert. Zoals de meeste familiebedrijven hebben ook wij een langetermijnvisie en dat zie je terug in ons personeelsbe- leid. Het feit dat nagenoeg alle 28.000 medewerkers bij ons in vaste dienst zijn is daar een voorbeeld van. We willen bovendien dat deze mensen zo lang en zo plezierig mogelijk bij ons werken. Dat is voor ons de manier om kennis en ervaring vast te houden en continuïteit bij opdrachtgevers te kunnen garande- ren. Eigen medewerkers krijgen ook al- tijd de eerste keuze bij vacatures en we hebben onszelf tot doel gesteld dat zes- tig procent van de managementfuncties intern wordt ingevuld. Het afgelopen jaar was dit zelfs 75 procent.’ Uw medewerkers zijn vooral laagopgeleid. Maakt dit gegeven het lastiger om duurzame inzet- baarheid te realiseren? ‘Ik denk dat dit niet per se moeilijker hoeft te zijn. De kunst is je beleid aan te passen aan de doelgroep. We zorgen er- voor dat de maatregelen laagdrempelig zijn en nodigen medewerkers uit – soms met inzet van beloning – om deel te ne- men. Daarbij zoomen we in op bepaal- de risicogroepen. Als wij bijvoorbeeld constateren dat het verzuim bij zestig- plussers te hoog is, dan nodigen we hen uit voor een gesprek met een reïnte- gratiespecialist om te achterhalen waar de schoen wringt. Uiteindelijk staat of valt duurzaamheidsbeleid met één ding: maatwerk.’ INTERVIEW FRANK ELION Divisievoorzitter Commercie bij Coöperatie VGZ. Hij schrijft en interviewt voor Management Scope over gezondheidsmanagement. Deze bijdragen zijn terug te vinden bij zijn profiel op managementscope.nl/manager/ frank-elion. ‘Medewerkers die gestopt zijn met roken krijgen een beloning’ WEKELIJKSE ONLINE NIEUWSBRIEF MELD U AAN: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL /NIEUWSBRIEF @MANAGEMENTSCOPE MANAGEMENTSCOPE.NL/NIEUWSBRIEF MEER OP: WWW.MANAGEMENTSCOPE.NL WIE ZIT WAAR IN DE RVB EN RVC? WISSELINGEN EN TRENDS IN DE BESTUURSKAMERS
  • 19. 36. Mgmt. Scope TekstJacobvanLier IllustratieYvonneKroese Investeren in de gezondheid van medewerkers loont. Over preventie, de onderschatte kostenpost van medewerkers die ziek zijn maar toch komen werken en gezondheidsbeleid als onderscheidende factor. WIE HIER WERKT, LEEFT LANGER ‘Wie hier komt werken, leeft langer’, zo propageren sommige Amerikaanse bedrijven hun gezondheids- beleid op de arbeidsmarkt. Zover is het in Nederland nog niet. Maar ook hier wordt de burger steeds vaker gewezen op zijn eigen verantwoordelijkheid ten aan- zien van zijn gezondheid. Voormalig PvdA-leider Wim Kok luidde het begrip in 1991 al in, Balkenende sprak erover in 2005 en in 2013 werd het woord tijdens de troonrede voor eens en altijd op de kaart gezet: de par- ticipatiesamenleving. Nederland is zover. We moeten een samenleving creëren waarbij eenieder die dat kan, verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven en omgeving. De explosieve groei van zzp’ers is daar een voorbeeld van. Deze is deels te verklaren door de cri- sis, maar zonder het gevoel te hebben ook zelfstandig te kúnnen opereren, zouden nooit zoveel mensen het zzp-bestaan een kans hebben gegeven. De Nederlander wordt kortom niet langer door vadertje staat aan het handje meegenomen, maar gaat ‘op kamers’ en moet voortaan zoveel mogelijk zelfstandig opereren. ‘Zelf doen’ is goedkoper en efficiënter dan een arbodienst inschakelen van het feit dat ‘zelf doen’ efficiënter en voordeliger is dan volledige uitbesteding. ZORGROL EN COMPETENTIES Als gevolg hiervan verandert ook de rol van de leidinggeven- de op het gebied van arbo en gezondheid. Deze hoeft welis- waar niet de jas van de medicus aan te trekken, maar wordt wel geacht de inzetbaarheid en gezondheid van de medewer- kers te sturen. Hij heeft hierbij vooral een signalerende en sturende functie en moet zich meer dan ooit bewust zijn van vroege symptomen die duiden op ongemak of ziekte. Dat kan alleen wanneer hij in dialoog gaat met zijn medewerkers. In feite is dat hetgene waar de nieuwe ‘zorgrol’ van de leiding- gevende om draait: in gesprek gaan met medewerkers en hen vervolgens wijzen op het instrumentarium dat beschikbaar is. Persoonlijke aandacht geven aan medewerkers blijkt in de praktijk een belangrijk middel tegen verzuim. Op com- petenties als het tonen van empathie, luistervaardigheid en het aangaan van persoonlijke gesprekken, zullen organisaties hun leidinggevenden voortaan dan ook gaan beoordelen. Ook zullen de processen in de organisatie zodanig worden ingericht dat dit alles wordt gefaciliteerd: zo ontstaat een sa- menwerkingsvorm met bedrijfsarts, arbodienst en zorgverze- keraar, waarbij zelfregie optimaal kan worden vormgegeven. ABSENTEÏSME VERSUS PRESENTEÏSME Verzuim is overigens niet de enige graadmeter voor gezond- heid en welbevinden van de medewerkers. Volgens twee ar- tikelen uit 2004 en 2013 in Harvard Business Review hebben bedrijven minder last van absenteïsme dan van presenteïsme. Bij absenteïsme zijn medewerkers afwezig wegens ziekte of andere redenen. Bij presenteïsme is de medewerker wel aan- Deze ontwikkeling heeft ook invloed op de manier waarop bedrijven en medewerkers omgaan met ziekte. Bedrijven willen vooral ondernemen en zelfmanagen- de medewerkers faciliteren deze wens alleen maar, ook daar waar het hun gezondheid betreft. Tegelijkertijd realiseren bedrijven zich dat niet iedere medewerker zich goed voelt bij deze nieuwe zelfstandige rol. Bo- vendien is zelfmanagement van gezondheid alleen mogelijk wanneer medewerkers hierin op hun beurt gefaciliteerd door hun werkgevers. Werkgevers blijven kortom wel degelijk een rol van belang spelen bij de gezondheid van hun medewerkers. Ze willen daarover bovendien graag zelf de regie houden en medewerkers verwachten dat ook. Die zelfregie gaat vandaag de dag verder dan voorheen het geval was. Werkgevers kiezen er namelijk steeds vaker voor om de gezondheid van hun medewerkers, inclusief arbo-zaken, niet langer volledig uit te beste- den aan externe arbodiensten, maar om delen daarvan nu zelf te doen. Men wordt zich steeds vaker bewust DossierGezondheidsmanagement
  • 20. 38. Mgmt. Scope Een optimale inrichting van de vaste bezetting, maar altijd voorbereid op pieken of dalen in uw werkbelasting. Dat is flexibiliseren bij Eiffel. Met onze sourcingsoplossing groeit of krimpt uw organisatie moeiteloos mee met de vraag en nemen wij het werk letterlijk uit handen. Altijd, met 100% resultaatgarantie. En performance fee op maat. Dat is de zekerheid van Eiffel. Kijk op www.eiffel.nl/sourcing wat wij voor u kunnen betekenen. Wat als de vraag morgen verdubbelt? TEKST JACOB VAN LIER Propositiemanager bij Coöperatie VGZ voor de zakelijke markt. mogelijk? Nu bedrijven de regie over de gezondheid van hun medewerkers vaker in eigen hand nemen, zal een aanzien- lijk deel van de inspanningen gericht zijn op preventie van ziekte. Er valt, zo blijkt uit diverse onderzoeken, veel winst te behalen op dit gebied. Zo weten we dat bedrijven die hun medewerkers tools aanbieden waarmee ze zelf hun gezond- heid kunnen managen – denk aan een digitaal gezondheids- managementsysteem, voedingscoaches of een cursus ‘stoppen met roken’ – tot wel tweehonderd euro per medewerker per maand kunnen besparen. Die winst zit hem in dat zowel het verzuim als presenteïsme, waarbij de medewerker wel aanwe- zig maar minder productief is, verminderen. MEDEWERKERS WILLEN WEL Hoewel inmiddels ruimschoots bewezen is dat preventie van ziekte loont, voert bijvoorbeeld slechts een op de tien bedrij- ven in Nederland een preventief medisch onderzoek (PMO) uit, ofwel een onderzoek waarbij de status van de gezondheid van de medewerker en de gezondheidsrisico’s in kaart worden gebracht. Bedrijven beschouwen investeringen in preventie van ziekte vooral als een kostenpost en niet als een post waar de baten zich vanzelf aan zullen dienen. Met de komst van een fenomeen als digital health coaching is het voorkomen van ziekte echter aanzienlijk toegankelijker geworden. De mees- te internetinterventies – zoals informatie over gezonde voe- ding of registratie van fitnessactiviteiten – die op maat zijn gemaakt voor een bedrijf, blijken voor gedragsverandering en de daarbij horende verbeteringen in gezondheid te leiden, zo blijkt uit het onderzoek Digital Health Coaching: effectiviteit van online gezondheidsprogramma’s uit 2012 van dr. Leentje Vervoort in opdracht van BrandNewHealth. Kostbaar hoeft preventie niet te zijn. Voor een groot deel komt het neer op de cultuur van leidinggeven en in de inzet van een – al dan niet – digitaal instrumentarium. Eén ding is zeker: medewer- kers willen wel. Zeven op de tien medewerkers verwacht dat zijn werkgever hem ondersteunt bij zijn gezondheid. Werkge- vers die dit goed doen, zullen hier de vruchten van plukken: minder kosten, meer gezonde en gemotiveerde medewerkers. wezig op het werk, maar slechts fysiek. Hij voert zijn werk niet (naar behoren) uit omdat hij rugpijn, hoofdpijn, slaap- problemen of andere gezondheidsklachten heeft. ONDERSCHATTE KOSTENPOST Presenteïsme is een onderschatte kostenpost. Exacte cijfers zijn moeilijk te geven, maar volgens dezelfde publicaties in Harvard Business Review zou presenteïsme 63 procent uitma- ken van de totale gezondheidsgerelateerde kosten van het Amerikaanse bedrijfsleven. Canadese studies geven aan dat de kosten van presenteïsme, uitgedrukt in productieverlies, ruim acht keer hoger zijn dan van ziekteverzuim. De hoe- veelheid medewerkers die ondanks gezondheidsproblemen toch naar hun werk gaan, is bovendien hoog, zo blijkt uit onderzoek van TNO, daterend uit 2004: maar liefst zestig procent. Als gevolg van de financiële crisis, waar werkgevers en werknemers de afgelopen jaren mee te maken hebben ge- had, zal dit percentage waarschijnlijk alleen maar groter zijn geworden. Veel mensen houden alsnog vast aan een baan die voor hen te zwaar, te vervelend of te stressvol is, terwijl ze het liefst van werkgever zouden willen veranderen. Hierdoor neemt de kans op gezondheidsklachten alleen maar toe. Uit angst voor slechte beoordelingen zullen veel medewerkers er bovendien voor kiezen in het geval van ziekte toch op het werk te verschijnen. VOORKOMEN IS BETER De uitdaging waar veel bedrijven anno nu voor staan, is dan ook: hoe houd ik mijn medewerkers zo gezond en gemotiveerd Werknemers die slechts fysiek aanwezig zijn, vormen een grote kostenpost
  • 21. 41. Mgmt. Scope XXX Xxx Xxx 41. Mgmt. Scope FrankElion,BartHoex,EllenSchuit-VanZutphen,JackterHaarenRonaldvanEs Na afloop van de rondetafeldiscussie krijgen alle deelnemers bij vertrek een flesje gekoeld water aangereikt van de receptionist. Een vriendelijke geste van gastbedrijf Capgemini, waaruit impliciet zorg voor de fysieke gesteld- heid van de bezoekers spreekt. Water is immers een gezonde keuze. Ook in eigen huis besteden werkgevers tegenwoordig veel aandacht aan de gezond- heid van hun medewerkers, zowel lichamelijk als geestelijk. Aan de ene kant is dat welbegrepen eigenbelang: bedrijven zijn immers gebaat bij duur- zame inzetbaarheid van hun personeelsbestand, zeker nu de vergrijzing op termijn kan leiden tot krapte op de arbeidsmarkt en mensen langer moeten doorwerken door een verhoging van de pensioenleeftijd. Een hoog verzuim leidt tot capaciteits- en continuïteitsproblemen en hogere kosten. Aan de andere kant is zorg voor het welzijn van medewerkers ook een teken van goed werkgeverschap en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Dat laatste bestaat immers niet alleen uit planet, maar ook uit people. Het accent verschuift daarbij steeds meer van cure care naar preventie, want voorkomen is beter dan genezen. Gezondheids- en verzuimmanagement ma- ken dan ook steeds vaker deel uit van een bredere sturing op vitaliteit en employability, benadrukt het klaverblad hr-professionals aan tafel. 41. Mgmt. Scope ENERGIE- BEHEERDERS Het managen van gezondheid en verzuim verbreedt zich tot sturen op vitaliteit en energie. Hoe ver mogen werkgevers gaan voor fitte medewerkers? De vier hr- professionals aan tafel willen niet dwingen, maar wel prikkelen. FrankElion,BartHoex,EllenSchuit-VanZutphen,JackterHaarenRonaldvanEs
  • 22. 42. Mgmt. Scope InterviewFrankElion TekstMarikevanZanten FotografieMarcoBakker Alle vier de deelnemers aan de discussie zijn verant- woordelijk voor het human resources-beleid van een zakelijk dienstverlener, opererend op het snijpunt van organisatieadvies en ict-dienstverlening. Ellen Schuit-Van Zutphen is hr-directeur van het Capge- mini-onderdeel application services (2.500 medewer- kers). Jack ter Haar vertegenwoordigt de andere grote werkgever aan tafel: het van oorsprong Franse Sogeti, waar hij als directeur hrm verantwoordelijk is voor het wel en wee van eveneens 2.500 medewerkers. Aan de andere kant van de tafel bevinden zich de kleinere werkgevers: Bart Hoex is manager po van Beren- schot, dat in Nederland circa driehonderd medewer- kers telt. Ronald van Es is cfo van Macaw (240 mede- werkers) en heeft daarnaast hr in portefeuille. Macaw behaalde de afgelopen vijf jaar vier keer de titel van Beste Werkgever. Als hr-professional hebben ze alle vier te maken met hoogopgeleide professionals, die een hoge werkdruk moeten combineren met het spitsuur in hun privéleven. Een gezonde levensstijl, vitaliteit en voldoende energie zijn essentieel om al die ambi- ties en uitdagingen het hoofd te bieden. De hr-mana- gers aan tafel hebben nóg iets gemeen: ze hebben alle vier zelf een business-achtergrond of -ervaring. Frank Elion, divisievoorzitter Commercie, spreekt met hen over het managen van gezondheid en verzuim. Waar hoort het managen van verzuim en het voorkomen van langdurige uitval thuis: in het lijnmanagement of bij de hr-discipline? Van Es: ‘Wij hebben het belegd in de lijn. Naast de manager die primair gericht is op klanten en projecten, heeft elke afdeling een eigen people manager. Hij draagt eveneens businessverantwoordelijkheid, maar heeft primair oog voor de ontwikkeling van medewerkers en gaat het gesprek over verzuim met hen aan.’ Ter Haar: ‘Bij ons vervult de unitmanager die functie. In de it-dienstverlening draait alles om mensenwerk en dus willen we ons belangrijkste productiemiddel in op- timale conditie houden. We zijn beheerder van mense- lijk kapitaal. De unitmanager houdt in de gaten of men- sen fit en goed getraind zijn en lekker in hun vel zitten.’ Hoex: ‘Wij hebben geen aparte functionaris: bij Be- renschot zijn de managing directors zelf primair ver- antwoordelijk voor verzuimmanagement. Als ze een verzuimprobleem hebben, lopen ze bij mij binnen voor advies. Als po faciliteren en adviseren we.’ Schuit-van Zutphen: ‘Wij kennen wel weer people managers. We hebben net alle managers getraind om signalen van stress en burn-out te herkennen. Maar ik zie hr niet alleen als een adviseur. Bij zware ver- zuimdossiers, zoals suïcidale problematiek of kanker, moet je als manager ook concrete ondersteuning van de hr-afdeling kunnen krijgen.’ Is gezondheidsmanagement en het voorko- men van uitval alleen een verantwoordelijk- heid van de werkgever, of ook van de mede- werker? Ter Haar: ‘Het is een gezamenlijke verantwoordelijk- heid. De medewerker moet zorgen dat hij zijn werk kan doen en wij als werkgever moeten hem een vei- lige en gezonde werkomgeving bieden. Om daarop te sturen, hanteren we het verzuimpercentage als key performance indicator. Elk procent verzuim kost ons 2,5 miljoen euro. Ons verzuim is nu 2,3 procent, maar wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dat met de intrinsieke motivatie van ons hoogopgeleide personeelsbestand moet kunnen dalen naar 1,9 pro- cent. Daar werken we aan met de methode Oplossings- gericht verzuimmanagement: we ondernemen in de eer- ste dagen van het verzuim direct actie. Een burn-out hoeft ook geen maanden te duren.’ Schuit-van Zutphen: ‘Wij volgen ook de methode van probleemoplossend verzuim. Het is oud beleid om pas na zes weken in actie te komen, als het plan van aanpak wordt gemaakt. Juist bij stress en burn-out RONALD VAN ES (43) is sinds 1998 cfo van Macaw, een jong bedrijf voor mobiele en online technologie-oplossingen. Naast finance is hij onder meer verantwoordelijk voor hr en employee benefits. Daarvoor was hij werkzaam bij automatiseerder Unisys, eerst als country team leader en daarna als financieel analist. JACK TER HAAR (55) is in totaal al 31 jaar werkzaam bij Sogeti Nederland, een dochter van het Franse ict-bedrijf en rechtsvoorganger GD Software. Na zijn aantreden in 1983 vervulde hij diverse functies, waaronder it-professional. Sinds 2002 is hij hr- directeur. Ter Haar is daarnaast penningmeester van de Stichting Physico, die zorgprojecten in Rijnmond financieel ondersteunt. ‘Zinloos om iedereen door een vitaliteits- programma te halen’ JACK TER HAAR ‘Onderlinge competitie en sociale controle werken stimulerend’ RONALD VAN ES klachten is het belangrijk om direct te schakelen en een helder plan te maken. Ook is het belangrijk om er- voor te zorgen dat mensen elke dag in ieder geval drie dingen doen: iets leuks, iets nuttigs en iets gezonds. De ervaring leert dat ze zo weer sneller aan de slag kunnen. Daar worden mensen zelf blijer van en het is beter voor het bedrijf. Ook wij komen dus meteen in actie bij verzuim. Het verzuimpercentage beschouw ik daarbij als een thermometer om te weten waar we staan en hoe onze verzuimcultuur is. Meten is weten.’ Hoex: ‘Wij kijken ook al op de eerste verzuimdag of we moeten interveniëren. Maar we meten het ver- zuimpercentage niet. Jullie zien het misschien als de heilige graal, wij niet. Het moet geen doel op zich wor- den. Want waarom streef je dan niet naar een verzuim van nul procent? Wij sturen niet op verzuim, maar op aandacht. Niet op een cijfertje, maar op het individu.’ Van Es: ‘Een verzuimcijfer is tastbaar. Wij richten ons op de positieve kant daarvan: we willen graag dat mensen energiek worden van hun werk. Hoe kunnen ze zelf zorgen dat ze om vijf uur nog voldoende energie over hebben voor hun privéleven? Het gaat niet lan- ger om work-life balance, maar om een integratie van werk en privéleven. Onze mensen werken hard en we moeten ze zelfs soms afremmen. Met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar zitten ze ook privé in een inten- sieve levensfase: een relatie, kinderen, 24/7 online… Dan lopen ze soms ineens tegen een glazen wand aan. We willen dat mensen zélf inzien dat ze hun gedrag kunnen veranderen voordat ze vastlopen, of hun colle- ga daar tijdig op aanspreken. Gelukkig hebben we een open cultuur en een veilige omgeving, waarin mensen zonder schroom over hun uitdagingen durven praten.’ Voor zo’n energieke werk- en leefstijl heb je vitaliteit nodig. Hoe stuurt u daarop? Schuit-van Zutphen: ‘Wij hebben een employability inspiration-centre, om te sturen op mentale vitaliteit. Dat is voortgekomen uit de dialoog die we aangin- gen met mensen van wie de marktwaarde niet langer overeenkwam met de beloning. Om demotie te voor- komen, konden ze aan hun skills werken. Inmiddels hebben al driehonderd mensen bij het centrum aange- klopt voor loopbaanadvies, aanvullende vaardigheden 43. Mgmt. Scope DossierGezondheidsmanagement
  • 23. 44. Mgmt. Scope BART HOEX (51) is sinds april 2013 manager po bij adviesorganisatie Berenschot. Daarvoor vervulde hij hr-directiefuncties bij achtereenvolgens Sodexo, Spaar Select, Elior en Hutten. De basis van Hoex’ loopbaan is business: zo was hij voor zijn overstap naar de human resources-discipline adjunct-directeur van cateringbedrijf Sodexo en general manager bij Center Parcs. ter neer op kantoren, ontwikkel een gezondsheidsprogramma in samenwerking met de werkgever, zonder daar meteen een prijskaartje aan te hangen.’ Schuit-van Zutphen: ‘We moeten als werkgevers in een eer- der stadium met zorgverzekeraars gaan samenwerken, aan de voorkant van het proces.’ Ter Haar: ‘Nu beperkt de rol van de zorgverzekeraar zich vaak tot interveniëren bij gezondheidsproblemen. Maar het is ook in het belang van de ziektekosten- en WIA-verzeke- raar om meer aan preventie te doen. Als werkgever word je bij langlopende verzuim- en preventieprojecten geconfron- teerd met hoge investeringen. De zorgverzekeraar zou zich kunnen profileren als een natuurlijke partner.’ Van Es: ‘Je mag als werkgever best een bijdrage vragen van de zorgverzekeraar voor je investeringen in de vitaliteit van je medewerkers: financieel of in de vorm van trainingen. Wij zijn bijvoorbeeld bezig met een nieuwe huisvesting. We wil- len het gezondste kantoor van Nederland gaan bouwen. De architect noemt het een healing office. Dat gaat misschien wat ver, maar het is een kantooromgeving die niet op een kan- toor lijkt: met frisse lucht, natuurlijk licht en een indeling die mensen letterlijk in beweging brengt, dus geen drie kof- fiecorners op één etage. Er zal ook niet overal in het gebouw hetzelfde klimaat heersen. Kamertemperatuur in elke ruimte is een onnatuurlijke habitat voor de mens. Onze zorgverzeke- raar heeft zich al zeer geïnteresseerd getoond: wat levert het nieuwe gebouw straks op in termen van gezondheidswinst? Dat is een gezamenlijk belang, waarin je gezamenlijk kunt investeren. Zo kunnen werkgevers en zorgverzekeraars samen bijdragen aan een gezondere maatschappij.’ Hoe belangrijk zijn tools waarmee mensen zelf aan hun vitaliteit kunnen werken? Van Es: ‘Ik draag sinds kort een armband, die via een app al- lerlei informatie doorgeeft over bijvoorbeeld mijn bewegings- gedrag. Ik loop twee keer per week hard en ik golf, dus ik dacht dat ik voldoende beweging kreeg. Door die app kwam ik erachter dat ik de rest van de week op mijn krent zit en echt onvoldoende beweeg. De leden van het pilotteam dra- gen die armband ook. De onderlinge competitie die je ziet ontstaan, werkt stimulerend. Hetzelfde geldt voor sociale controle. We hebben nu een traploopmaand. Stickers op de vloer stimuleren mensen om de trap te nemen in plaats van de lift. Mensen die toch op het liftknopje drukken, worden daarop aangesproken door collega’s.’ Schuit-van Zutphen: ‘Precies, je kunt medewerkers wel prik- kels aanbieden. Er werken hier slimme mensen, maar wij pro- beren als werkgever hun intrinsieke motivatie te bevorderen om nog gezonder te leven en meer te bewegen. Zo stimuleren we mensen met sportprogramma’s om te squashen, te fietsen en in de natuur te zwemmen. Heel laagdrempelig, zo probe- ren we mensen die niet vanzelf naar de sportschool gaan over de streep te trekken.’ Ter Haar: ‘Energiek zijn is tegenwoordig zelfs vaak een be- drijfswaarde.’ Van Es: ‘Maar energie en vitaliteit hoeven niet altijd alleen op het fysieke aspect en op sport gericht te zijn. Dat is slechts de eerste stap. Daarmee spreek je alleen de fitnessfreaks aan en die gaan toch wel naar de sportschool. De mensen die je eigenlijk wilt bereiken, krijg je vaak niet mee. Je mobiliseert die mensen niet door ze op de fiets te zetten, maar door ze bewust te maken hoe ze goed om kunnen gaan met alle prik- kels op het werk en thuis. Want mentale en privéproblemen vreten ook energie. Daar is ook veel winst te behalen.’ Hoex: ‘Je moet als management ook zelf het goede voorbeeld geven. Ik ga nooit met de lift en ik ben dertien jaar geleden gestopt met koffiedrinken. Nu zitten steeds meer mensen in mijn omgeving aan de groene thee.’ Welke rol zien jullie voor een externe partij als zorgverzekeraars bij het managen van vitaliteit? Hoex: ‘Het traditionele beeld van de zorgverzekeraar wordt bepaald door premie innen en rekeningen voldoen. Maar zorgverzekeraars moeten een heel andere rol pakken: ze moe- ten gaan investeren in preventie. Zet eens een bloeddrukme- of begeleiding door een coach uit hun eigen vak, wanneer ze zijn vastgelopen.’ Van Es: ‘Wij hebben een pilotproject opgezet voor het stu- ren op vitaliteit, samen met hr-peoplemanagement en de ondernemingsraad. We willen medewerkers leren hoe ze de batterij kunnen opladen, of energie kunnen overhouden voor een stressvolle situatie. Begin volgend jaar starten we met workshops waarin we de parallel trekken met topsport, zowel op het fysieke als het mentale aspect. Niet alleen leert men daarin hoe men zijn energie op peil houdt, maar ook dat herstel belangrijker is dan een straf trainingsregime. In januari trappen we af met een inspirerende presentatie van een (oud)sporter of topcoach aan alle medewerkers om hen aan het denken te zetten en nieuwsgierig te maken naar de workshops.’ Hoex: ‘Medewerkers doen bijvoorbeeld tegenwoordig aan lunchwandelen. Dat hebben we niet hoeven te initiëren als werkgever, dat is vanzelf ontstaan. Medewerkers spreken col- lega’s ook aan op hun rookgedrag. En in het bedrijfsrestaurant liggen naast de kroketten ook salades, zodat de keuzemoge- lijkheid er is.’ Kun je als werkgever mensen verplichten tot een gezonde leefstijl? Hoex: ‘Dat is voor tachtig procent de eigen verantwoorde- lijkheid van medewerkers en slechts voor twintig procent de invloed van de werkgever. Wij gaan geen rode stickers bij die kroketten plakken. Sommige mensen eten elke dag een kroket en zijn hartstikke vitaal. Anderen worden alleen bij de gedachte aan een sportschool al ziek. Je moet gezond ge- drag dus niet verplichten als werkgever, maar je kunt het wel stimuleren.’ Schuit-van Zutphen: ‘Gezonde maaltijden en fruit zijn in de kantine lager geprijsd dan snacks uit de frituur.’ Ter Haar: ‘Je kunt ook je prijsbeleid voor die kroketten bij- voorbeeld aanpassen. Maar het heeft geen zin om iedereen door een vitaliteitsprogramma te halen. Dat heeft alleen zin bij degenen die al intrinsiek gemotiveerd zijn. Wij hebben bijvoorbeeld een e-coach gehad, maar dat werkte niet. Als je mensen vrijheid en zelfbeschikking geeft, moet je ook disci- pline vragen.’ Van Es: ‘Wij geven mensen vrijheid, maar dat is iets anders dan vrijblijvendheid. Toch willen ook wij mensen vooral in- spireren, een zaadje planten. We zullen ze niet dwingen.’ 45. Mgmt. Scope INTERVIEW FRANK ELION Divisievoorzitter Commercie bij Coöperatie VGZ. Hij schrijft en interviewt voor Management Scope over gezondheidsmanagement. Deze bijdragen zijn terug te vinden bij zijn profiel op managementscope.nl/manager/frank-elion. ‘Meten is geen heilige graal’ BART HOEX ‘Wij proberen intrinsieke motivatie te bevorderen’ ELLEN SCHUIT-VAN ZUTPHEN ELLEN SCHUIT-VAN ZUTPHEN (46) is sinds oktober 2013 hr-directeur bij Capgemini application services. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de Capgemini academy, die opleidingen, trainingen, begeleiding en advisering biedt. Ze vervulde daarvoor de rol van hr-directeur bij Yacht. Schuit begon haar carrière bij de Tempo-Team Group, waar ze vanaf 1999 diverse lijn- en hr-functies vervulde.