SlideShare a Scribd company logo
1 of 43
Download to read offline
De zee is altijd een enorme inspiratiebron voor
de kunsten geweest. Haar aantrekkingskracht
is zonder enige twijfel toe te schrijven aan de
almaar wisselende impressies. In haar
oneindige schoonheid kan ze rustgevend zijn,
maar in haar onvoorspelbaarheid wordt ze dan
weer bedreigend. Kunstenaars zullen altijd
gefascineerd blijven door haar eindeloze spel
van licht, ruimte en beweging.
De Zee is een tentoonstelling die net als een
golf ongrijpbaar is, uitdeint, inslaat en sporen
nalaat die keer op keer gewist worden door
nieuw geweld. De Zee is een tentoonstelling in
dialoog met Oostende, over meerdere locaties
verspreid, met Mu.ZEE als vertrekpunt van
deze ontdekkingstocht.
Jan Hoet zette de krijtlijnen uit voor dit
evenement. Voor hem zou dit zijn laatste
grote tentoonstelling worden. Op 27 februari
2014 moesten we echter afscheid nemen van
onze curator, die zich tot zijn laatste weken
heeft toegelegd op het project. Zo is de
tentoonstelling uitgegroeid van een eerbetoon
aan de zee tot een hommage aan Jan Hoet…
één met grootse gebaren en kleine verhalen,
een salut d’honneur.
De tentoonstelling brengt kunstenaars samen
uit de recente en de minder recente
kunstgeschiedenis en laat hedendaagse
kunstenaars toe in dialoog te gaan met de
oudere meesters.
EDUCATIEF PAKKET
DE ZEE
2
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING 3
ALGEMENE INFORMATIE 4
VOORBEREIDING 6
BEZOEK EN VERWERKING 6
DE VIJF KIJKVRAGEN 7
DOELSTELLINGEN 8
KUNSTKAART DE ZEE 9
10 KUNSTKAARTEN 9
OVERZICHT 10
KUNSTKAART 1
THREE SEASCAPES,
WILLIAM TURNER 11
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek aan zee: de kleuren van een
zeezicht
Verwerking in de klas: zeezichtcollage
KUNSTKAART 2
DE BAADSTERS,
THEO VAN RIJSSELBERGHE 14
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek aan zee: mensen observeren
Verwerking in de klas: acteer als een
mens aan zee
KUNSTKAART 3
OCÉANIE: LA MER,
HENRI MATISSE 17
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek aan zee: vormen tekenen in
zand
Verwerking in de klas: vormen uit de zee
KUNSTKAART 4
GULLSCAPE,
ROY LICHTENSTEIN 20
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek in de stad: fotoreportage
consumptiemaatschappij
Verwerking in de klas:
de schildertechniek van Lichtenstein
KUNSTKAART 5
DE MOSSELPOT,
MARCEL BROODTHAERS 24
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek in het Noordzeeaquarium:
vormen van schelpen
Verwerking in de klas:
zijn alledaagse geluiden muziek?
KUNSTKAART 6
DER SAND,
HANNE DARBOVEN 28
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek aan zee: ritme
Verwerking in de klas: schrijfimprovistatie
met ritme
KUNSTKAART 7
SEA-SALT OF THE FIELDS,
JAN FABRE 31
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek op locatie: een zegswijze
performance
verwerking in de klas: een qoute met zout
KUNSTKAART 8
STRANDPORTRET,
RINEKE DIJKSTRA 34
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek op locatie:
fotoreportage persoon en ruimte
Verwerking in de klas: figuurtekenen
KUNSTKAART 9
DIE ARGONAUTEN,
ANSELM KIEFER 37
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek in de bib:
verhalen over de zee
Verwerking in de klas:
een verhaalcreatief vertellen
KUNSTKAART 10
GENERAL PONSONET,
FRANÇOIS BURLAND 40
Verwerking in Mu.ZEE
Onderzoek op het strand: afval
Verwerking in de klas: assemblage van
afval
Vakoverschrijdend werken
3
INLEIDING
BESTE LEERKRACHT, BEGELEIDER, BEZIELER
Dit educatief pakket wil mogelijkheden bieden en leerkrachten
inspireren om van het museumbezoek een uitdagende en
verrijkende beleving te maken.
Het pakket bestaat uit de algemene kunstkaart De Zee en 10
afzonderlijke kunstkaarten.
Ze zijn bedoeld om de kunstwerken en hun betekenis bij leerlingen
in kaart te brengen. Ga op ontdekkingstocht en gebruik dit pakket
op een creatieve manier.
Kies zelf wat praktisch haalbaar is en op maat van de leerlingen.
Het aanbod aan opdrachten is groot, het is niet de bedoeling om
alles te gebruiken.
De beleving van kunst staat centraal, niet alleen op een cognitieve
manier maar ook op een avontuurlijke en expressieve manier.
Neem je leerlingen mee doorheen de collectie, bekijk en bevraag de
kunstwerken. Dit educatief pakket zal je daarin begeleiden.
Dit pakket is geschikt voor een zeer ruime doelgroep. In de eerste
plaats vormt het een mooie basis voor de eerste graad secundair
onderwijs.
Daarnaast kan het ook gebruikt worden voor de tweede en derde
graad lager onderwijs, het buitengewoon onderwijs en de tweede en
derde graad secundair onderwijs. Het is aan de leerkracht om de
opdrachten te vertalen naar het niveau van de leerlingen. Houd
rekening met de dynamiek in de klasgroep en wees niet te
veeleisend. Onderschat daarentegen het creatieve vermogen van je
leerlingen niet!
Een museumbezoek past dikwijls binnen het kader van een les
geschiedenis of kunst. In deze bundel zijn verschillende
aanknooppunten te vinden voor vakoverschrijdende aanpak met de
vakken aardrijkskunde, biologie, levensbeschouwing,
milieubewustzijn, taal, ICT, …
Indien je dit wilt, kan je er als het
ware een schoolproject van
maken.
We hechten veel belang aan jullie
beleving en mening.
Reacties ontvangen we graag op
Inne.Gheeraert@west-
vlaanderen.be
Dit educatief pakket werd
gemaakt in kader van de
tentoonstelling De Zee - salut
d’honneur Jan Hoet.
Teksten: Stefanie Herregat,
studente lerarenopleiding
Vives, Torhout.
Eindredactie: Inne Gheeraert,
publiekswerking Mu.ZEE.
Mu.ZEE, 2014 –
© Sabam Belgium 2014
4
ALGEMENE INFORMATIE
CONTACTGEGEVENS
Mu.ZEE
Romestraat 11
B-8400 Oostende
T 00 32 (0)59 50 81 18
F 00 32 (0)59 80 56 26
E info@muzee.be
W www.muzee.be en www.dezee-oostende.be
OPENINGSUREN
De tentoonstelling loopt van 23/10/2014 tot 19/04/2015.
Elke dag open van 10u tot 18u. Gesloten op maandag.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Alle informatie over de tentoonstelling en de locaties buiten Mu.ZEE
vind je op de website www.dezee-oostende.be.
Er is een aparte vestiaire beschikbaar voor schoolgroepen.
Wil je een rondleiding met een gids boeken? Meer info vind je op de
website of stuur een e-mail naar info@muzee.be.
Een atelier kan je boeken bij www.mu-zee-um.be.
BEREIKBAARHEID
Kom je van het station? Dan is het 14 minuten wandelen naar het
museum. Een Lijn-bus rijdt tot aan de Sint-Jozefskerk.
(lijn 6 station Oostende-Raversijde)
Wil je met de leerlingen al fietsend de stad en alle andere locaties
van De Zee ontdekken? De stad Oostende stelt gratis fietsen ter
beschikking. Je kan ze ontlenen op de randparking van het Maria
Hendrikapark (16 min. stappen vanaf het station).
Contact: 059 56 10 80 (openingsuren: maandag t.e.m. zondag van
7u00 tot 19u00)
De NMBS biedt een B-dagtrip De Zee aan. Meer info vind je hier:
http://www.belgianrail.be/nl/vrije-tijd/b-dagtrips/kunst-cultuur-
wetenschap/mer.aspx
5
STADSPLAN OOSTENDE
6
VOORBEREIDING
Is er ruimte in de klas voor een inleidend gesprek of is er marge
vlak voor het bezoek, sta dan even stil bij het onderwerp.
Laat de leerlingen reflecteren over de zee.
Welk aandeel heeft de zee in hun leven?
Als ik „zee‟ zeg, waaraan denk je dan?
Wat betekent de zee voor jou?
Omschrijf de zee.
Welke relatie heb je met de zee?
Kan je de zee misschien uitbeelden?
Maak een vergelijking tussen zee en land. Is het gelijk verdeeld?
Hoeveel zeeën ken je?
Hoeveel water is er?
Wat is het diepste punt van de zee?
Zijn er problemen in of met de zee?
Is er een onderwaterwereld?
Ken je sprookjes of mythes over de zee?
BEZOEK EN VERWERKING
Er zijn diverse mogelijkheden om met leerlingen de tentoonstelling
De Zee te bezoeken en creatief te benaderen.
Het aangeboden pakket laat dit toe. Creëer je eigen parcours op
maat van de leerlingen of laat je inspireren door volgende
voorbeelden:
Wandel met de leerlingen door de collectie en onderzoek welke
kunstwerken in de smaak vallen en welke helemaal niet. Stop bij
enkele werken om ze te beschouwen. Als er geen kunstkaart
voorzien is bij het kunstwerk gebruik dan de vijf kijkvragen om het
kunstwerk klassikaal te bespreken.
Na een korte rondleiding kiezen de leerlingen zelf één of meerdere
kunstkaarten waarrond ze willen werken. Ze kunnen de opdrachten
zelfstandig uitvoeren.
De leerlingen kunnen zelfstandig het museum verkennen met
kunstkaart De Zee. Deze kaart laat de leerlingen de volledige
collectie bekijken. Nadien selecteert de leerkracht één of meerdere
kunstkaarten om klassikaal te verwerken in het museum, op locatie
of in de klas.
Leerlingen werken zelfstandig in het museum met de kunstkaarten.
Er is geen onderzoek op locatie of verwerking in de klas.
7
DE VIJF KIJKVRAGEN
Deze vragen kan je gebruiken om een
kunstwerk te bespreken.
Ieder kunstbeschouwend gesprek zou
deze structuur van vragen moeten
bevatten.
De leerlingen leren kunstwerken
interpreteren, beschrijven en
beoordelen.
In de 10 kunstkaarten komen de vijf
kunstbeschouwende vragen al uitgebreid
aan bod. De kijkwijzer kan dus gebruikt
worden om de andere kunstwerken uit de
collectie te bespreken met de leerlingen.
Stel de vragen steeds met aandacht voor
de specifieke eigenschappen van elk
kunstwerk.
WAT IS JE EERSTE INDRUK?1.
Stel open vragen. Bv. Wie wil wat vertellen over dit beeld? Waaraan doet dit beeld je
denken? Heb je eerder al zoiets gezien? Geef kinderen de kans spontaan te reageren, maar
ga er nog niet te diep op in.
WAT ZIE JE?2.
Vraag kinderen te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je?
Wat kun je vertellen over de vormen? Hoe is het gemaakt?
WAT BETEKENT HET?3.
Deze kernvraag zoals hierboven geformuleerd is te moeilijk voor kinderen. Pas de vraag
daarom aan en vraag bijvoorbeeld: Wat gebeurt er precies? of Wat zal er gebeuren? Waar
doet het je aan denken?
Zou dit in het echt ook zo zijn? Wat wil de kunstenaar met dit werk vertellen?
HOE WEET JE DAT?4.
Leid hierbij de associaties van de kinderen weer terug naar het kunstwerk.
WAT VIND JE VAN DIT KUNSTWERK?5.
Dit is de laatste en afrondende vraag (die in werkelijkheid vaak als eerste beantwoord wordt).
In de praktijk zullen de vragen over wat je ziet en wat het betekent vaak niet zo strikt
gescheiden zijn.
8
DOELSTELLINGEN
De hoofddoelstelling van dit educatief pakket is leerlingen en
leerkrachten actief te laten kennismaken met kunst. Dit gebeurt
door de kruisbestuiving van vijf muzische disciplines:
beeld, woord, drama, muziek en media.
Deze domeinen zijn de basis van kunstparticipatie.
Alle leeractiviteiten worden hier aan gekoppeld.
Een museumbezoek kan zo een echte beleving worden.
Het leren over kunst gebeurt op vier manieren:
Actief ervaren van artistieke werkvormen (doen)
Receptief beleven van artistieke gebeurtenissen (observeren)
Reflectief denken of nadenken over kunst (denken)
Productief handelen (experimenteren)
Door rekening te houden met de verschillende leerstijlen, kom je tot
een gedifferentieerde lesaanpak.
Algemene doelstellingen:
Door eigen muzische, creatieve en kunstzinnige acties en creaties
inzicht verwerven in de kunstvorm.
Visuele geletterdheid stimuleren door inzicht te verwerven in het
variatieprincipe en de bouwstenen van het kunstwerk.
Vanuit inzicht in het kunstwerk een eigen kunstzinnige creatie
uitwerken binnen het domein van deze kunstvorm.
Kunstparticipatie helpt kinderen opgroeien tot rijkere, meer
zelfzekere en tolerantere mensen (cultuurcompetentie). Zij zijn beter
uitgerust om de uitdagingen van het hedendaagse leven aan te
gaan.
9
KUNSTKAART DE ZEE
Dit is een algemene kaart die de
leerling/bezoeker kan gebruiken om de
tentoonstelling te ontdekken. De
opdrachten en denkoefeningen zorgen
voor een persoonlijke beleving van de
kunstwerken. De tentoonstelling wordt
als een geheel beschouwd, de
opdrachten zijn dus niet gebonden aan
één kunstwerk.
10 KUNSTKAARTEN
Elke kunstkaart is opgebouwd rond één specifiek kunstwerk. Er is per kunstwerk een verwerking
in Mu.ZEE, een onderzoek op locatie en een verwerking in de klas uitgewerkt.
Een kunstkaart bestaat uit een opdrachtenkaart voor de leerlingen en een handleiding voor de
leerkracht.
Op de opdrachtenkaart vind je de verwerkingsopdrachten voor in het museum. Het
voornaamste materiaal dat de leerlingen nodig hebben is een balpen, potlood (en gom) en extra
papier. Opdrachtkaarten om zelf te printen, kan je in de bijlage vinden.
In de leerkrachtenbundel worden alle opdrachten uitgebreid beschreven, samen met een
materialenlijst, de doelstellingen en een stappenplan.
Op de volgende bladzijden vind je een overzicht van alle opdrachten per kunstwerk. Alle
opdrachten staan op zich en werken steeds rond een andere werkvorm. Maak zelf een keuze,
combineer verschillende kunstkaarten of leg de focus op één werk of kunstenaar.
10
KUNSTKAART 1
KUNSTKAART 2
KUNSTKAART 3
KUNSTKAART 4
KUNSTKAART 5
KUNSTKAART 6KUNSTKAART 7KUNSTKAART 8KUNSTKAART 9
KUNSTKAART 10
OVERZICHT
11
KUNSTKAART 1
THREE SEASCAPES, WILLIAM TURNER
SCHILDERKUNST/ROMANTIEK/LICHT EN KLEUR/COLLAGE
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Laat leerlingen even kijken en zeg niets. Vraag dan wat de eerste indruk is
zonder enige informatie te geven. Wie wil er iets over vertellen?
Is er iets dat je opvalt? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Hoe
is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk
vertellen? Kan je de lichtbron vinden? M.a.w. waar is de zon? Keer telkens terug
naar het kunstwerk: Hoe weet je dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WAT STELT HET WERK VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
Wisselende weersomstandigheden, een opstekende storm, mist, nevel, regen,
voorbijdrijvende wolken, licht en opwaaiend stof probeert William Turner te vatten
in bijna abstracte, poëtische schilderijen.
Three Seascapes vertelt veel over zijn werkwijze. Drie landschappen schildert hij
achter elkaar op een rol canvas. Dit schilderij toont twee keer de lucht en drie
keer de zee. De lucht bovenaan dient zowel voor het water eronder
als voor het water erboven (wanneer het doek ondersteboven wordt gedraaid).
Deze methode geeft Turner de mogelijkheid om te kiezen welke delen hij het
meest geslaagd vindt om uit te snijden.
HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL?
Sommige delen schildert hij wazig, andere delen brengt hij uiterst nauwkeurig in
beeld. Zo gebruikt hij warme en koude tinten om de voorgrond naar voren te
halen en de verre achtergrond naar achteren te schuiven. De bleke, zilverachtige
verte plaatst hij tussen twee donkere vlakken.
Joseph Mallord William Turner
1775, Londen (UK) - 1851, Londen (UK)
Three Seascapes
ca. 1827
Olieverf op doek
90,8 x 60,3cm
Tate Britain, Londen
© SABAM Belgium 2014
12
CONTEXT4.
Joseph Mallord William Turner is een Engelse
schilder uit de negentiende eeuw. In een periode
waarin kunstenaars in een academische stijl
schilderen, experimenteert hij met kleur, licht en
atmosfeer in olieverfschilderijen van heel groot
formaat. De zee speelt een heel belangrijke rol in het
leven van Turner. Bijna een derde van zijn
olieverfschilderijen zijn zeezichten. En hoewel hij
vooral leeft en werkt in Londen, spendeert hij lange
periodes aan zee. Hij is ook amateur zeiler; van op
zee observeert hij het natuurgeweld in volle actie.
Tip: Binnenkort verschijnt in de bioscoop de film
„Mister Turner‟ naar het werk en leven van William
Turner.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit
allemaal weet, heb je een andere kijk op dit
kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou je
dit werk bij jou thuis aan de muur willen hangen?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
Orlando Bloom speelt in de kaskraker Pirates of the
Caribbean, de hoofdrol als William Turner.
ONDERZOEK AAN ZEE: DE KLEUREN VAN EEN ZEEZICHT
DOEL
Observeren en analyseren van de kleuren en beweging aan zee.
LOCATIE
Het strand, de zee, de zeedijk, de duinen. Als de mogelijkheid er is, doe deze opdracht tijdens
zonsopgang of zonsondergang.
MATERIAAL
pen en papier, fototoestel, kleurenwaaier.
OPDRACHT
Welke kleuren zie je als je naar de zee kijkt? Kijk naar de lucht, is die blauw? Is er een
weerspiegeling van de lucht in de zee? Welke kleuren hebben de wolken? Maak de leerlingen
duidelijk dat er verschillende soorten van één kleur zijn; er zijn nuances. Het is de bedoeling
dat leerlingen de kleuren kunnen beschrijven. Bijvoorbeeld: grijsblauw, geelachtig, geeloranje,
appelgroen, Barbie roze, gedroogde koffievlek-bruin,…. De focus ligt vooral op het
verwoorden. Misschien kunnen er nieuwe namen gegeven worden aan bepaalde kleuren.
Denk ook aan voorvoegsels: warm, koud, licht, donker, diep, vuil, pastel, … Indien er een
kleurenwaaier voorhanden is, laat hen deze dan gebruiken om kleuren te zoeken die ze zien
in de lucht of zee. Zit er een richting in die wolken? Is er wind? Blaast die wind in een
bepaalde richting? Gaat de regen of de sneeuw mee met de wind? Volgen de wolken die
richting? Welke vorm hebben de wolken? Welke kleur heeft de zee vandaag? Is het een
rustige zee of eerder een wilde zee? Heb je de zee al eens op een andere plaats gezien? Zo
ja, heeft de zee in dat land andere kleuren?
KORTE BESPREKING
Ben je verbaasd over de kleuren die je allemaal gezien hebt? Zal je de lucht en zee ooit nog
als zomaar blauw zien.
13
VERWERKING IN DE KLAS: ZEEZICHTCOLLAGE
DOEL
Leerlingen zoeken naar kleuren in
tijdschriften (oud papier) en maken er
een zeezicht mee.
Techniek: collage
MATERIAAL
Oude tijdschriften (modebladen,
reclamekrantjes van bv. auto‟s,
kranten met veel foto‟s)
potlood, schaar, lijm, 1 A3 blad
INLEIDING
Op foto‟s zijn er zeel veel kleuren te
vinden. In de plaats van een zeezicht
te schilderen zullen we een zeezicht
samenstellen van stukjes gekleurd
papier.
OPDRACHT
STAP 1 ZEEZICHT ZOEKEN
De leerlingen kiezen een zeezicht dat hen aanspreekt. Als er foto‟s genomen zijn aan zee dan kunnen deze
bekeken worden voor inspiratie. Er kan ook op internet gezocht worden naar verschillende soorten
zeezichten. De leerlingen proberen dieper na te denken over het aspect „zeezicht‟. Denk ook aan de
zeezichten die te zien zijn in de tentoonstelling of de talrijke zeezichten van Turner. Er zijn verschillende
keuzes binnen het thema: ondergaande zon, maan, tropisch, grote golven, …het maakt niet uit, zolang er zee
en lucht op staat. Een zelfverzonnen zeezicht kan natuurlijk ook.
STAP 2 SCHETS MAKEN
Als de leerlingen een zeezicht gekozen hebben, nemen ze het A3-blad om daarvan een schets te maken.
Bepaal eerst het vlak waarin de leerlingen best werken. Werk niet te groot. De leerlingen tekenen de
hulplijnen van hun zeezicht.. Hoe zal hun zeezicht er uit zien? Waar is de horizon? Is er een duidelijke zon te
zien? De hulplijnen zullen het uitwerken van een lijn of vlak gemakkelijker maken.
STAP 3 KLEUREN ZOEKEN
Nu kunnen de leerlingen beginnen zoeken naar de kleuren in het oud papier. Ze kijken goed naar de kleuren
van hun voorbeeld. Welke kleuren zoek je? Om een geslaagd resultaat te bekomen, is het beter eerst veel
kleuren te verzamelen. De stukjes papier kunnen in vormen geknipt of gescheurd worden.
STAP 4 ZEEZICHT KLEVEN
De leerlingen kleven nu alle stukjes papier vast. Het volledige blad moet bedekt zijn. Ook voor het kleur wit
moeten dus stukjes oud papier gebruikt worden.
STAP 5 EVALUATIE
Vond je gemakkelijk kleuren? Kon je de kleuren mengen? Hoe deed je dat?
Ben je tevreden over het resultaat? Wat vind je van de techniek.
14
KUNSTKAART 2
DE BAADSTERS, THEO VAN RIJSSELBERGHE
SCHILDERKUNST/NEO-IMPRESSIONISME/DRAMA/IMPROVISATIE
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien
van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit
kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Hoe is de verf aangebracht? Is het een schilderij?
Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je? Waar doet het je aan denken?
Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
De kunstenaar wil met dit werk geen specifieke boodschap brengen maar vooral de
kleurenpracht van licht tonen.
WAT VALT OP AAN HET GEBRUIK VAN DOMEINELEMENTEN LICHT?
Als er geen licht is, kunnen we geen kleuren zien. Kleuren zijn afhankelijk van licht. Ze
veranderen volgens de hoeveelheid licht dat weerkaatst. Als er geen licht is, dan is het
volledig donker. Kijk naar de schaduw van de dames in zee. Er schijnt daar minder licht
op het water. Welk kleur heeft het water daar? Zien we die kleuren ook in de realiteit? Kun
je bepalen waar de zon zich bevindt?
CONTEXT4.
Théo van Rysselberghe was een Belgische neo-impressionistische schilder die, op het
einde van de 19de eeuw, een sleutelrol speelde binnen de Europese kunstwereld.
In 1911 laat Théo Van Rysselberghe de Brusselse kunstkringen definitief los. Hij bouwt
een huis aan de Middellandse zee en trekt zich volledig terug.
Voortaan schildert hij uitsluitend landschappen,
strandzichten en portretten van zijn familie met
levendige kleuren en intense kleurcontrasten. Hij
concentreert zich op het weergeven van licht en
warmte in zijn schilderijen.
Théo van Rijsselberghe
Gent, 1862 – Frankrijk, 1926
De Baadsters, 1920
Olieverf op doek, 58 x 74 cm
Mu.ZEE
15
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom?
Vind je dit goed geschilderd? Heeft de kunstenaar goed gekeken naar de
weerkaatsing van het water, het licht op de vrouwen en de kleuren? Zou
je dit werk bij jou thuis aan de muur willen hangen?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
ONDERZOEK AAN ZEE: MENSEN OBSERVEREN
MATERIAAL
Pen en papier
DOEL
Observeren en interpreteren van mensen aan zee.
LOCATIE
Ga richting het strand. Zoek een plaats waar er bedrijvigheid is.
Bijvoorbeeld ter hoogte van het Casino-Kursaal.
OPDRACHT
Laat de leerlingen die bedrijvigheid observeren en noteren.
Wie zien ze, wat doen ze, wie zouden ze zijn, waar komen ze vandaan,
zijn het toeristen, welk verband hebben meerdere mensen (een groep)
met elkaar,…
KORTE BESPREKING
Er kan kort besproken worden welke interessante figuren er te zien
waren. Was het moeilijk om te raden wie deze mensen zijn? Was het
moeilijk om een reden te verzinnen voor hun aanwezigheid aan zee? De
naverwerking gebeurt in de klas.
VERWERKING IN DE KLAS:
ACTEER ALS EEN MENS AAN ZEE
DOELEN
Improviseren en in een groep een kleine opvoering brengen rond de zee.
Een plaats weergeven door bewegingen en houdingen, een plaats die
door anderen wordt gespeeld benoemen, iets mimisch uitbeelden, zich
durven uiten en positief staan tegenover medeleerlingen.
MATERIAAL
Papier om op te schrijven en schrijfgerei, stoelen. Bij de laatste opdracht
kan één computer per 4 leerlingen handig zijn (Geen vereiste). Eventueel
een verkleedkoffer.
INLEIDING
Bij drama wordt betekenis gegeven door middel van het spel met
personages, rollen, tijdskaders, gedachten, gevoelens en gedragingen.
Onze personages geven zich al bloot in het schilderij van Théo van
Rijsselberghe. We kennen ook de ruimte, maar de gedachten en de
gedragingen van de personages op dat moment kunnen we enkel raden.
OPDRACHT
STAP 1 OPWARMING
Deze inleidende oefening vraagt improvisatievermogen van de leerlingen
en laat hen kennismaken met het thema. Alle leerlingen staan recht en
hebben plaats om zich te bewegen. Laat hen vrij bewegen. Keer even
terug naar het schilderij De baadsters dat we in Mu.ZEE hebben gezien.
We zagen vijf naakte vrouwen, weet je nog?
- Stel je voor dat je NU naakt bent. Hoe zou je reageren? Overdrijf!
- Sommige vrouwen stonden in het water en andere niet. Misschien was
het water veel te koud. Beeld je in dat het water veel te koud is maar je
erin moet. Doe je dat onmiddellijk of geleidelijk aan? Let op je mimiek,
zorg dus voor zeer veel uitdrukking op je gezicht.
- Drie vrouwen staan of zitten op stenen langs het water. Door het mos
kunnen die stenen zeer glad zijn. Probeer niet te vallen.
- Je staat daar zo gezellig met de vriendinnen te praten in het water en
OPEENS voel je iets aan je been glijden of kietelen.
16
STAP 2 INLEIDING
Verdeel de klasgroep in kleinere groepjes
(maximaal 4 lln/groep). Bepaal zelf of
jouw klasgroep de verdeling mag kiezen
of als de namen willekeurig gekozen
worden. Misschien ken je de klasgroep
en kan je zelf bepaalde strategische
keuzes maken.
Zorg dat ieder groepje bij elkaar zit met
pen en papier. In de volgende drie
stappen wordt er nagedacht over de
opbouw van het toneelstukje. We
onderzoeken eerst drie belangrijke
bouwstenen bij drama: wie, wat en waar.
STAP 3 WAAR?
De ruimte is vooraf bepaald: de zee! Een plaats op, in of aan zee.
Laat de leerlingen per groep goed nadenken over zoveel mogelijk
verschillende locaties waar de zee een rol in speelt. Een woordspin is
daarvoor een handige tool. Laat de leerlingen eerst zoeken in hun eigen
ervaringen met de zee. Enkele voorbeelden indien er niet onmiddellijk
inspiratie is: het strand, de duinen, de surfclub, een boot, een onbewoond
eiland, de haven, een vakantieresort, …
STAP 4 WIE?
Aan elke locatie zijn er bepaalde figuren te verbinden. Nadat we dit
onderzocht hebben plaatsen we personages op een locatie waar we hen
niet verwachten.
- oef.1 Welke rollen zijn er volgens de locatie het meest gangbaar?
Typische figuren aan zee? De leerlingen zoeken er per groep
verschillende. Bespreek ze klassikaal. Hoe gedraagt die persoon zich?
Kunnen we eigenschappen laten opvallen door te overdrijven?
- oef.2 Beeld uit zonder woorden. Haal één leerling naar voren en laat
hem één van de voorbeelden uitbeelden. Het publiek raadt wie de
persoon is.
Voorbeelden: Visser, loper, zonnebaadster, redder, surfer, goudzoeker
(metaaldetector), ijsjesverkoper, zeeman,… Een piraat met een houten
been zal overdreven hinken.
STAP 5 WAT?
De leerlingen denken na over mogelijke situaties binnen het thema zee.
Wat kan er allemaal gebeuren op het strand? Welke personages heb je
daarvoor nodig? Ken je grappige of droevige scènes? Welke ruimte en
personages kun je bedenken voor de volgende onderwerpen:
vakantiepret, avontuur, middernacht, een mislukte vangst, de schatkist,
verdwenen kleren, overstroming, …
STAP 6 ZONDER TEKST
Elk groepje bedenkt een scene of situatie waarbij alle groepsleden
betrokken worden. De leerlingen zoeken uit hoe ze die scene kunnen
uitbeelden zonder woorden. Elk groepje doet een voorstel en werkt het
verder uit na goedkeuring. Er zijn twee criteria: de ruimte heeft als thema
de zee en er worden alleen geluiden en gebaren gebruikt, dus geen tekst.
Een slapstick kan hier goed gebruikt worden. (Voorbeelden: het gezin
vertrekt met de auto voor een dagje zee, vissers op een boot, kinderen
bouwen een zandkasteel, de eerste sprong in de zee, surfers met een
surfplank, redders, reddingsoperatie, …) Leerlingen hebben aandacht
voor de ruimtesuggestie. Als de scène zich afspeelt op een boot(je) te
midden op wilde zee, kunnen leerlingen dit suggereren door onstabiel te
staan. Lopen in het zand is toch iets moeilijker dan op de dijk. Voor iedere
voorstelling: verwacht uiterste stilte van het publiek. Vraag hen om
respectvol te zijn naar de medeleerlingen toe. Laat elk groepje voor ze
hun stukje brengen, op papier indienen: wie welke rol speelt, waar ze zijn
en wat er gebeurt.
Na iedere voorstelling: De toeschouwers raden het „wie, wat en waar‟ van
de scène. De acteurs begeleiden het publiek bij het raden van de ruimte,
de personages en wat er gebeurt.
STAP 7 EVALUATIE
Was het moeilijk om je in te leven in je rol? Welke rol was het leukst om te
spelen? Was jullie sketch duidelijk voor het publiek? Werd er snel ontdekt
waarover het ging?
tip: In dit thema is de
zonnebril een veel
voorkomend attribuut.
Je kan de leerlingen
misschien een zonnebril
laten meebrengen.
Een zonnebril op de neus
kan een positief effect
hebben op plankenkoorts.
17
Henri Matisse
1869, Le Cateau-Cambrésis (FR) - 1954, Cimiez (FR)
Océanie: la mer, 1946-1947
Zeefdruk op linnen, 177 x 370 cm.
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel
© Succession H. Matisse - SABAM Belgium 2014
KUNSTKAART 3
OCÉANIE: LA MER, HENRI MATISSE
COLLAGE/FAUVISME/CUT-OUTS/VORMEN
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie
bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op?
Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Hoe zijn de vormen op het doek aangebracht? Is het
een schilderij?
Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je? Wat kun je vertellen over de
vormen? Hoe is het gemaakt? Waaraan doet het je aan denken? Wat wil
de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk:
hoe weet je dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WELK SOORT WERK IS HET EN WAARAAN ZIE JE DAT?
Herkennen de leerlingen het doek waarop gewerkt is? Kennen ze andere
toepassingen met linnen? De vormen zijn in het originele werk
uitgesneden vormen. Dit werk is een zeefdruk. Het is dus een kopie met
verf van het originele werk. Er zijn 30 zeefdrukken gemaakt.
HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL?
'Schilderen met de schaar' is de techniek die Matisse gebruikte. Hij knipte
vormen uit geschilderde stukken papier en plaatste die op het doek.
(papiers gouaches et découpés). In plaats van eerst een omtrek te maken
en die dan in te kleuren, werkt hij op het eind van zijn leven direct in kleur.
Hij kon zich volop uitleven met de visuele mogelijkheden van heldere
kleurvlakken en perfect gesneden lijnen.
Dit had ook een praktische reden; zo kon hij vanuit zijn rolstoel toch een
omvangrijk kunstwerk maken.
CONTEXT4.
De laatste tien jaar van zijn leven (vanaf zijn 75ste) ontbrak het de schilder
aan kracht om nog te werken zoals hij altijd had gedaan. Toch bleef hij niet
bij de pakken zitten; hij ging op zoek naar andere manieren om creatief
bezig te kunnen zijn. Hij liet vellen papier door assistenten met gouache
beschilderen, telkens eenkleurig, maar in totaal ging het toch over dertig
verschillende kleuren. Uit die vellen knipte hij dan allerlei vormen en stelde
daarmee nieuwe werken samen, kleinere, maar soms ook werken van
aanzienlijke grootte. Het kunstwerk heeft nog een ander deel: 'Océanie,
le ciel'. Het lijkt er sterk op „la mer‟ maar de vormen zijn iets anders.
18
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk?
Waarom? Nu je dit allemaal weet,
heb je een andere kijk op dit
kunstwerk in vergelijking met je
eerste indruk?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in
bijlage.
ONDERZOEK AAN ZEE: VORMEN TEKENEN IN ZAND
DOEL
Vormen tekenen in het zand met een stok. (techniek land art)
LOCATIE
Zoek een rustig en open stuk strand het liefst met hard zand.
Als je onderweg naar het strand langs de Groentenmarkt gaat, stop dan even bij het oude schelpenwinkeltje. Het
is ook een fictief winkeltje want je kan er niets kopen en het is nooit open. De eigenaar verzamelt en etaleert een
interessante collectie aan zeewezens en kitsch.
MATERIAAL
1 stok per leerling. (type borstelstok of stevige tak uit het bos)
Fototoestel om het resultaat vast te leggen.
OPDRACHT
Laat de leerlingen de stok en het zand eerst verkennen. Hoe teken je met een stok? Laat de leerlingen de
techniek ontdekken en laat hen dan vormen en lijnen tekenen die geïnspireerd zijn op de vormen uit de zee.
Bijvoorbeeld een zo rond mogelijke cirkel in één lijn, een even lange lijn tekenen door het tellen van de
voetstappen, een spiraal van een schelp, het ritme van een geribbelde schelp, door in vlak zand te kerven krijg je
donkere partijen,… Laat de leerlingen experimenteren. Als ze een vorm hebben die hen aanspreekt kan er een
patroon gevormd worden. Er kunnen eventueel verschillende leerlingen samenwerken. Bekijk voorbeelden van
land art op het strand (Google)
KORTE BESPREKING
Als het mogelijk is, bekijk het strand met de tekeningen vanop een hoogte. Zijn de vormen anders als je er van
ver naar kijkt? Was het een moeilijke techniek?
19
VERWERKING IN DE KLAS:
VORMEN UIT DE ZEE
DOELEN
Vanuit het bestuderen van fauna en
flora uit de zee komen tot een
klassikaal kunstwerk geïnspireerd op
Matisse. Figuren uit de zee zoeken
en ze vereenvoudigd vormgeven,
uitknippen en als stempel uit een
aardappel snijden. Klassikale
verwerking.
MATERIAAL
gerecycleerd papier, 1 aardappel per
leerling, mesje, goede schaar, verf,
verfbakjes, 1 groot blad papier
INLEIDING
Matisse sneed vormen uit gekleurd
papier. Hij tekende niet eerst een
omtrek om het vlak daarna in te
kleuren. Hij werkte op deze manier
onmiddellijk in kleur. Is het moeilijk
om tot gestileerde vormen te
komen? Zien we er nog de vorm in
die we wilden of is het op iets anders
gaan lijken?
OPDRACHT
STAP 1 ZEELEVEN BESTUDEREN
Ofwel hebben de leerlingen de mogelijkheid om in de klas op internet te surfen, ofwel hebben ze dit thuis gedaan,
ofwel heeft de leerkracht gezorgd voor bronnen (boeken uit de bib of PowerPointpresentatie) over de
onderwaterwereld.
STAP 2 VORMEN ONTDEKKEN
Zijn er dieren of planten die je leuk vindt? Probeer ze eenvoudig na te tekenen. Gebruik zo weinig mogelijk lijnen.
Teken zoveel mogelijk verschillende vormen of teken één vorm op verschillende manieren. Teken uit de losse
hand.
STAP 3 VORMEN KNIPPEN
Voor deze oefening kan gerust gerecycleerd papier gebruikt worden. Knip vormen uit het blad zonder de vorm
vooraf er op te tekenen. Haal de vorm uit het blad. Je kan steeds bijknippen tot je vorm klaar is, maar soms kan
je ook te ver snijden. Misschien zit er nog een andere vorm in de mislukte vorm? Bekijk de restanten van papier
voor je ze terug bij het oud papier gooit. Zitten er nog interessante vormen tussen?
STAP 4 VORMEN UITSNIJDEN
De leerlingen bekijken al hun vormen die ze ondertussen gemaakt hebben. Ze nemen hun aardappel en bekijken
welke vorm ze uit de aardappel kunnen halen. De grootte van de vorm is afhankelijk van de grootte van de
aardappel. Eens de vorm gekozen is, kan de aardappel gesneden worden. Snijd eerst een plat vlak, dit is het
vlak waar de verf op zal komen. De negatieve vorm moet dus weggesneden worden.
STAP 5 VORMEN STEMPELEN
Alle leerlingen nemen hun aardappelstempel en gaan rond het groot blad papier staan. Iedereen mag nu zijn
vorm stempelen op het blad. Het is de bedoeling om een onderwaterwereld te creëren met de vormen. Beslis met
de klas of iedereen dezelfde kleur gebruikt of allemaal verschillende kleuren. Zorg dat het blad niet te vol komt te
staan.
STAP 6 EVALUATIE
Zoek een manier om het werk op te hangen en laat de leerlingen het bekijken en bespreken. Zijn er stukken die
heel goed zijn? Wat kon beter?
20
KUNSTKAART 4
GULLSCAPE, ROY LICHTENSTEIN
SCHILDERIJ/POPART/CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJ/MEDIAWIJSHEID
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien
van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit
kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk
voor? Welke kleuren zie je? Wat kun je vertellen over de vormen? Hoe is het gemaakt?
Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens
terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WAT STELT HET WERK VOOR?
Roy Lichtenstein gebruikt details van strips en vergroot ze uit1
. Hij kiest vooral voor
de gevoelige of gewelddadige scènes. De strips (pulps) die dateren tussen 1920 en
1950 waren gedrukt op goedkoop papier. Er werd ook bespaard op inkt door het
gebruik van gekleurde stippen die voordeliger zijn dan het inkleuren van volledige
vlakken.
HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK OF WELK MATERIAAL?
Olie en acryl op canvas. Net zoals in een strip geeft hij de vlakken weer in stippen of
rasterpunten. Lichtenstein gebruikt rasterdots als schildertechniek. Een metalen plaat
vol met ronde gaatjes op gelijke afstand van elkaar wordt op de canvas gelegd. Door er
zacht overheen te schilderen met een kortharige borstel, creëer je stippen2
1
De originele stripfragmenten met de werken van Lichtenstein er naast:
http://davidbarsalou.homestead.com/LICHTENSTEINPROJECT.html
2 Foto’s met Roy Lichtenstein en zijn manier van werken: http://www.moderndesign.org/2012/03/art-by-roy-
lichtenstein.html
Roy Lichtenstein
1923, New York, New York (US) –
1997, New York, New York (US)
Gullscape 1964
172,7x 203,2 cm
Olieverf en acryl op doek
Virginia Museum of Fine Arts, Richmond
© SABAM Belgium 2014
21
WAT VALT OP AAN HET GEBRUIK VAN KLEUR?
Stelling: Roy Lichtenstein gebruikt alleen de primaire kleuren in
combinatie met zwart en wit, juist of fout? Juist! Leerlingen zien een
paarse kleur maar als ze goed kijken, zien ze afzonderlijke stippen in rood
en blauw.
Roy Lichtenstein gebruikt voornamelijk de kleuren rood, geel en blauw,
soms groen. De kleurvlakken omlijnt hij met dikke zwarte lijnen.
CONTEXT4.
Roy Lichtenstein is een Amerikaans popartkunstenaar.
Popart is een kunststroming uit de jaren ‟50 en ‟60. De kunstenaars
inspireren zich op alledaagse gebruiksvoorwerpen uit de
consumptiemaatschappij en massaal vervaardigde serieproducten. De
jaren ‟50 werden gekenmerkt door abstract expressionisme. De popart
zette zich af tegen deze niet toegankelijke kunstvorm en wilde net een
soort van „straatkunst‟ maken die voor iedereen toegankelijk zou zijn.
Vaak zit er dan ook geen boodschap in verwerkt. Ze maken gebruik van
advertenties en reclame, kranten en tijdschriften, televisie en populaire
strips. Afbeeldingen van beroemdheden als Elvis Presley, Marilyn Monroe
en Mao maar ook soepblikken, spaghettiverpakkingen, colaflessen en
andere supermarktproducten konden in de kunstwerken als onderwerp
uitgebeeld worden. Bij sommige popartkunstenaars speelt ironie een
grote rol. Ze focussen zich op de verheerlijking van de consumptie en
de onverschilligheid van de massa.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je
een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou
je dit werk bij jou thuis aan de muur willen hangen?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
Afbeeldingen en oplossingen:
A= Andy Warhol, 1964, 1 van de 32 Campbell‟s Soup Cans.(popart)
B= Niki de Saint Phalle, 2000, Petite Nana (nouveau réalisme)
C= Andy Warhol, 1962, Marilyn Monroe (popart)
D=Piet Mondriaan, 1930, Composition II in red, blue and yellow.
(neoplasticisme)
E= Gerrit Rietveld, 1919, Rood-blauwe stoel.
F= Roy Lichtenstein, 1965, Sweet dreams baby.
G= Roy Lichtenstein, 1965, Head With Blue Shadow.
H= Roy Lichtenstein, 1961, Look Mickey.
I= Roy Lichtenstein, 1964, Oh, Jeff...I Love You, Too...But…
22
ONDERZOEK IN DE STAD:
FOTOREPOTAGE CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJ
DOEL
Het in beeld brengen van de consumptiemaatschappij in
onze omgeving en daarover reflecteren.
MATERIAAL
Een fototoestel (eventueel een smartphone of tablet)
LOCATIE
Verkenning in de stad, het maakt niet uit waar. Rond het
museum kan het perfect.
OPDRACHT
De consumptiemaatschappij ontstond na de oorlogen.
Met de economie ging het steeds beter en de technologie
evolueerde snel. Lichtenstein gaf met zijn werken een
beeld van die maatschappij. Hoe zit het op vandaag? Er
is tegenwoordig overal reclame te zien. Heeft het effect
op ons? Ken je nadelen van onze
consumptiemaatschappij? Hoe gaat het nu met onze
economie? En technologie? Ken je de nieuwste
technologische snufjes?
Leerlingen nemen foto‟s van wat ze in hun directe
omgeving zien aan (opvallende) reclame van winkels,
reclamepanelen, bushokjes, kortingen, populaire merken,
… Er kan gekozen worden voor een bepaald onderwerp.
Bijvoorbeeld: schreeuwerige afprijzingen, reclame met
geïdealiseerde mensen, één bepaald product of een
merk, enz.
KORTE BESPREKING
Welke reclame zien we? Waar zie je reclame? Heeft het
effect? Koop je die producten? Geloof je de reclame?
VERWERKING IN DE KLAS:
DE SCHILDERTECHNIEK VAN LICHTENSTEIN
DOEL
Weergeven van een commercieel product en uitwerken in dezelfde techniek als Roy
Lichtenstein, met stippen en dikke zwarte lijnen. Tweedimensionaal, waarnemend
tekenen, nauwkeurig werken met een meetlat.
MATERIAAL
potlood en gum, 1 A3 tekenblad, A4 karton (zoals de achterkant van een cursusblok of
een doos ontbijtgranen), perforator, meetlat, potlood of stiften, dikke zwarte stift
INLEIDING
We hebben de neiging om producten met een populaire merknaam te verkiezen boven
onbekende merknamen. We drinken massaal Coca Cola en eten zelfs op reis McDonald‟s
omdat we het kennen. We hebben een GSM en minstens één tv en computer. Als een
apparaat stuk gaat, kopen we onmiddellijk een nieuwe want we kunnen toch niet zonder?
Winkelen is een hobby geworden, we zijn altijd op zoek naar meer en mooiere spullen.
In de tweede helft van de twintigste eeuw is de consumptiemaatschappij tot bloei
gekomen door twee oorzaken: de groei van de economie (we hebben meer geld te
besteden) en de ontwikkeling van de elektronische media (radio, tv en internet). We leven
nu in een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin massaal verbruiksartikelen
worden aangeboden en gekocht. De popart beweging ontstond bijna gelijktijdig met deze
consumptiemaatschappij.
23
OPDRACHT
Kleine test in de klas: merk of
geen merk? Wat is een
consumptiemaatschappij? Kan
reclame kunst zijn? reclame in
tijdschriften. mediawijsheid.
vergrootglas. Speelt reclame een
belangrijke rol in onze
consumptiemaatschappij?
Als de leerlingen foto‟s hebben
gemaakt van reclame dan kunnen
deze beelden gebruikt worden. Als
er geen onderzoek op locatie is
geweest dan kunnen leerlingen
een object meebrengen. (bv. iets
in een verpakking met reclame
op3
).
De gemakkelijkste optie is een foto
van een object (met reclame er
op) mee te brengen.
3 Bijvoorbeeld: tandpasta, lege verpakking van
fastfood, blikje frisdrank, melk, zalf,
cornflakes… Het product hoeft niet van een
bekend merk te zijn. Opteer voor bedrukking
zonder foto’s en die zo grafisch mogelijk is.
STAP 1 ONDERZOEK VAN DE VORM
Hoe gaan we het object positioneren en hoe gaan we het op ons blad weergeven? Hoe groot zal ik het tekenen?
Om de intensiteit van deze opdracht te beperken is het belangrijk dat leerlingen niet te groot werken. Geef hen
daarom een vlak op het blad waarbinnen ze kunnen werken.
STAP 2 SCHETSEN VAN DE VORM
Zoek naar de geometrische vorm van het product. Laat de leerlingen eerst de basisvorm aangeven op het blad.
Controleer of elke tekening goed op het blad staat. Voor kubussen en balken moet er gelet worden op het
perspectief. Belangrijke tips: meet met een gestrekte arm en een potlood (of een lat) de verhoudingen, houd één
oog dicht. Teken exact wat je ziet, vergeet wat je denkt te zien. Alle lijnen in de zelfde richting moeten parallel
zijn.
STAP 3 AFWERKEN VAN DE TEKENING
Tekenen van de reclame of het opschrift van het product. De leerlingen kunnen de tekening nu helemaal
afwerken. Alle tekst en vormen kunnen nu binnen het vlak geplaatst worden.
STAP 4 RASTER MAKEN
Er zijn meerdere opties om een raster te maken. Ten eerste kan er zelf een raster gemaakt worden met de
perforator. De leerlingen kunnen hiervoor een stuk dun karton gebruiken en de positie van de gaatjes uitmeten.
Er kan ook een lege strip van pillen gebruikt worden. Snijd voorzichtig de potjes van het metaal en je hebt een
stevig raster. De leerlingen kunnen ook zelf stippen tekenen en inkleuren zonder raster.
STAP 5 STIPPEN AANBRENGEN
De leerlingen brengen met behulp van het kartonnen raster de stippen aan. Omdat we geen groot metalen raster
hebben, is verf en karton geen goede combinatie. We gebruiken kleurpotloden of stiften en elke stip wordt
afzonderlijk getekend. Laat de leerlingen het object dus niet te groot tekenen.
Afhankelijk van het onderwerp en de richting kan er een hulplijn getekend worden om het raster langs te leggen.
Bij het tekenen van de stippen kunnen de leerlingen onmiddellijk het kleurpotlood of de stift gebruiken in de juiste
kleur. Zo moet er geen potloodlijntje getekend en weer uitgegomd worden.
STAP 6 KLEURVLAKKEN AFWERKEN
Net zoals Lichtenstein werken we de contouren van ons object af met een dikke zwarte lijn. Die lijn is soms dun
en soms zeer dik.
STAP 7 PRESTENTATIE EN BESPREKING
Leg alle werken naast elkaar op een grote tafel zodat de leerlingen ze kunnen bekijken. Bespreek de resultaten.
Waarom koos de leerling dat voorwerp? Heeft het een betekenis? Zijn de stippen goed gelukt?
Zie je een kleurvlak als je het werk vanop een afstand bekijkt?
24
KUNSTKAART 5
DE MOSSELPOT, MARCEL BROODTHAERS
INSTALLATIE/REALISTISCHE KUNST/KUNSTKRITIEK/SCHELPEN/MUZIEK
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Laat de leerlingen even kijken en zeg niets. Vraag dan wat de eerste indruk is zonder enige
informatie te geven. Wie wil er iets over vertellen? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: wat stelt het werk voor? Hoe
is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen?
Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
De kunstenaar heeft iets met mosselen. Hij speelt graag met de dubbele betekenis van het
woord ‘moule’: „la moule‟ (de mossel) en „le moule‟ (de gietvorm, sjabloon of mal). De mossel
maakt zijn eigen schelp, zoals de inhoud van een kunstwerk zijn vorm bepaalt. Bovendien is het
een typisch Belgisch product; mosselen met frietjes. Broodthaers speelt graag met typisch
Belgische elementen.
WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK?
Op een speelse en ironische manier levert Marcel Broodthaers kritiek op de rol van de kunst
en de kunstenaar in de maatschappij, op het belang van het museum en op de kunsthandel die
de waarde van kunst bepaalt. Hoort alleen echte kunst thuis in een museum? Wordt een
voorwerp kunst omdat het in een museum staat? Waarom is een banale mosselpot plots kunst?
CONTEXT4.
Broodthaers stelt meer vragen dan dat hij antwoorden geeft. Het resultaat is voor hem altijd
belangrijker dan het idee. Dat maakt van hem een realistisch kunstenaar. Maar het is
moeilijk om Broodthaers in een hokje te plaatsen. Hij inspireert zich ook op Magritte, de dichter
Baudelaire en pop art.
Marcel Broodthaers
1924, Sint-Gillis (BE) - 1976, Keulen (DE)
Grande casserole de moules 1966
hoogte 61 cm, diameter 71,5 cm
Casserole, mosselschelpen, verf
S.M.A.K., Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, Gent
© The Estate of Marcel Broodthaers c/o SABAM Belgium 2014
25
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je meer weet, heb je een
andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
ONDERZOEK IN HET NOORDZEEAQUARIUM:
DE VORMEN VAN SCHELPEN
DOEL
Ontdekken van de vormen van schelpen door het bestuderen en het
tekenen.
MATERIAAL
Schetsblok, tekenpapier, potlood, gum, fijn stiftje.
LOCATIE
Het bezoek aan het Noordzeeaquarium kan een interessante aanvulling
zijn voor de vakken biologie of een focus op visserij. Op de website is er
een catalogus te vinden van de Noordzeefauna. De meeste zeedieren
zullen aanwezig zijn in het aquarium. Buiten het gebouw vindt je ook
verschillende kraampjes en de vistrap waar de vissers hun vangst
verkopen.
OPDRACHT
Schaaldieren maken allemaal hun eigen schelp en sommige schelpen zijn
echte pareltjes. De leerlingen verkennen het aquarium. Ze zoeken een
schelp die hen aanspreekt en maken er een schets van. De andere
dieren kunnen natuurlijk ook getekend worden.
KORTE BESPREKING
Waarom koos je die schelp? Welk zeedier kregen de leerlingen al op hun
bord? Welk dier heeft de meest bijzondere naam?
Het Noordzeeaquarium aan de Visserkaai.
(18 min. stappen vanaf Mu.ZEE).
Kijk op de website voor de openingsuren:
http://users.skynet.be/noordzee.aquarium/index.htm
De toegangsprijs bedraagt 1 euro.
26
VERWERKING IN DE KLAS:
ZIJN ALLEDAAGSE GELUIDEN MUZIEK?
DOEL
Reflecteren over wat muziek is en ontdekken hoeveel muziek er in de
geluiden zit die we elke dag horen. Een lied beluisteren,
onderwijsleergesprek over kunst, musiceren met een ballon, digitaal
muziek maken met alledaagse geluiden.
MATERIAAL
1 ballon per leerling (+ extra), computer of tablet met internetverbinding.
INLEIDING
Marcel Broodthaers gebruikt alledaagse voorwerpen en maakt ze tot
kunst. Het idee achter het kunstwerk is belangrijker dan de inhoud. Is dit
ook zo bij muziek? Is de klank belangrijker dan het instrument? Is het idee
van een muziekinstrument belangrijker dan de muziek (inhoud) dat het
voortbrengt?
OPDRACHT
STAP 1 INLEIDING
Beluister het nummer „Wat is kunst’ van Noordkaap klassikaal.
Projecteer de songtekst zodat de leerlingen kunnen meevolgen.
http://www.youtube.com/watch?v=76sKLk5VXHY&gl=BE
Ga een klasgesprek aan over het nummer.
Wat is volgens de zanger kunst? Was hij gefascineerd door de kunst of
was het iets anders? Wat is een kraak? Waarom is hij de held van het
halve land? Wat wil hij stelen? Vind je “wat vind jij van dit schilderij?” een
goede openingszin?
We komen tot de conclusie dat het lied duidelijk maakt dat kunst voor
iedereen anders is; iedereen heeft een eigen mening. In dit geval heeft
de zanger meer oog voor een mooie vrouw dan voor de kunstwerken.
Wat is kunst, Noordkaap
Album: Een heel klein beetje oorlog
(1992)
Wat is kunst.
Ze kwam naast me staan en ze zei,
wat vind jij van dit schilderij?
Ik keek haar aan, dit was verdacht,
deze vraag had ik nooit verwacht.
Wat is kunst?
Wat is kunst?
Die blik in haar ogen dat is kunst.
Wat is kunst?
Wat is kunst?
Er hing Picasso, Pellens en
Vermeer
dure dingen intense sfeer.
Rake kleuren immense pracht
haar geschuifel was verdacht.
Wat is kunst?
Wat is kunst?
Die blik in haar ogen dat is kunst.
Wat is kunst?
Wat is kunst?
De kraak van de eeuw is zo dichtbij
politie op de hielen, kijk naar mij!
Ik ben de held van het halve land,
deze jongen heeft saaie kunst
verbrand.
De duurste collectie van de eeuw,
de gids vertelt het en ik geeuw.
Naast me staat een prachtig beeld,
een prijs voor de boef die haar
steelt.
Wat is kunst?
Wat is kunst?
Die blik in haar ogen dat is kunst.
Wat is kunst?
Wat is kunst?
De kraak van de eeuw is zo dichtbij
politie op de hielen, kijk naar mij!
Ik ben de held van het halve land,
deze jongen heeft saaie kunst
verbrand.
De kraak van de eeuw is zo dichtbij
politie op de hielen, kijk naar mij!
Ik ben de held van het halve land,
deze jongen maakt saaie kunst
plezant...
27
STAP 2 ONDERZOEK: WAT IS MUZIEK?
We weten (zie verwerking in Mu.ZEE) dat er geen duidelijke definitie is
van kunst. Maar is dat ook zo voor muziek? Wat is muziek? Komt muziek
alleen uit muziekinstrumenten? Zijn het alleen geluiden die we maken
omdat we ze graag horen? Bevraag de leerlingen wat muziek is voor hen.
Waarom luister je naar muziek? Is het geluid van een auto die voorbijrijdt
muziek? Kan de wind muziek maken? Fluitende vogels of een fluitende
ketel?
Wat is het tegenovergestelde van muziek? Lawaai of stilte?
Is stilte ook muziek? Bestaat stilte wel of is er altijd geluid?
Probeer met de leerlingen stilte te horen. Ogen sluiten en 15 seconden
stilte. Lukt dat? Of hoor je nog altijd iets?
STAP 3 EXPERIMENTEREN MET GELUIDEN
Met wat kan je muziek maken? Vraag hierop door als er enkel
instrumenten worden genoemd. Kan je ook met een deur, potten, pannen,
mes, vork, ... of met een ballon muziek maken.
Geef elke leerling een ballon. Laat ze zoeken naar zoveel mogelijk
geluiden die ze met de ballon kunnen maken. Welke handeling voeren ze
uit? Overloop de geluiden.
Als er heel wat geluiden getest en bedacht zijn laat dan het filmpje zien
van Andrew Huang. http://www.youtube.com/watch?v=aZND9dApFKU.
Hij covert het lied ’99 luftballons’ van Nena, met ballonen.
Zijn er geluiden met de ballon die de leerlingen nog niet gevonden
hadden?
Een ander voorbeeld van hoe je met alleen alledaagse voorwerpen
muziek kan maken: Sampled Room van Mat Zdziebko
http://vimeo.com/18929809
Iedereen heeft eigenlijk altijd een instrument bij zich…wat? De stem zal
zeker een van de eerste antwoorden zijn maar laat de leerlingen verder
zoeken tot er verschillende delen van het lichaam genoemd worden.
Handen klappen, de pop met de vinger in de kaak, stampen met de
voeten, wrijven met de handen, percussie op buik en billen, …
De stem blijft een belangrijk middel om geluid te produceren.
Er zijn mensen die daar een stap verder in gaan. Bij vocale percussie of
beatboxen worden ritmes zeer realistisch nagebootst.
Bekijk een het filmpje van Tom Tumb, het orkest in mijn mond
(Nederlandstalige ondertiteling).
http://www.ted.com/talks/tom_thum_the_orchestra_in_my_mouth?langua
ge=nl. Misschien zijn er leerlingen die kunnen beatboxen? Laat hen eens
proberen. Er moet vooral veel lucht gebruikt worden. Laat hen zoeken
naar bijzondere geluiden die ze produceren met hun mond.
STAP 4 PRODUCTIEF
Laat de leerlingen plaatsnemen aan een computer en surfen naar deze
website: http://www.breakintheroad.com/
De site is Engelstalig maar dat zal amper een belemmering zijn. Er is
eerst een intro waarin een DJ de opdracht krijgt een nieuw nummer te
maken. De intro kan je overslaan door op SKIP te drukken.
Daarna komen leerlingen in de virtuele stad terecht. Ze zijn dus de DJ die
geluiden gaat verzamelen in de stad. Door te klikken als je een microfoon
ziet kan je geluiden opnemen. Eens er 6 geluiden verzameld zijn kan je
ze beginnen mixen. Maak je eigen muzieknummer.
STAP 5 LUISTERMOMENT EN NABESPREKING
Beluister de fragmenten van alle leerlingen.
Was deze site gemakkelijk om te gebruiken? Ben je tevreden van je eigen
resultaat? Ga je nu aandachtiger luisteren naar de alledaagse geluiden,
zelfs de heel stille geluiden? Motiveer de leerlingen door hen als extra
oefening nog filmpjes te laten zoeken waarin er muziek gemaakt wordt
met originele instrumenten of geluiden. Las een toonmoment in.
28
Hanne Darboven
1941, München - 2009, Hamburg (DE)
Der Sand - 1979
Handschrift in inkt op 456 A4-vellen cellofaanpapier
Courtesy of Simon Vogel, Cologne/Berlin –privéverzameling, Zürich &
Kewenig, Berlin
KUNSTKAART 6
DER SAND, HANNE DARBOVEN
INSTALLATIE/CONCEPTUELEKUNST/SCHRIJVEN/RITME/IMPROVISATIE
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Wie wil er iets over vertellen? Is er iets dat je opvalt? Wat roept het op?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Hoeveel lijstjes hangen er? Wat staat er op?
ANALYSE3.
WAT STELT HET VOOR?
WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
Duizenden A4-tjes heeft Hanne Darboven beschreven met letters en
cijfers. Ze schrijft niet omdat ze een verhaal wil vertellen. Het gaat haar
om de meditatieve handeling van het schrijven zelf en om het
vastleggen van de tijd die dit proces in beslag neemt.
WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK?
Meer dan veertig jaar lang krabbelt ze met haar regelmatige handschrift
codes en tekens op vellen papier. Zo probeert ze vat te krijgen op de
chaos in de wereld om haar heen; een verwerking van de realiteit.
HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL?
Der Sand omvat 456 vellen A4-papier met overgeschreven teksten uit
verschillende bronnen.
29
CONTEXT4.
Hanne Darboven is een pionier van de conceptuele kunst, waar het idee
of het concept primeert. Het kunstwerk hoeft niet mooi of technisch
hoogstaand te zijn. “Kunst is een mix van idee en discipline”
Der Sand begint met het verkennen van het woord zand. Vanuit de
encyclopedie Brockhaus schrijft ze alle betekenissen van het trefwoord
„zand‟ uit: George Sand, zandman, zandbak, zandloper, enz. Andere
vellen zijn gevuld met vloeiende lijnen die doen denken aan een
handschrift maar zonder betekenis. Het lettertype speelt een dubbele
rol; een onafhankelijke, leesbare kopie van een echte tekst en een
abstract-conceptueel resultaat van een eenvoudige, ritmische
handbeweging.
De titel van het werk is autobiografisch. Hanne Darboven groeit op in
Hamburg en woont op een plein met de naam „Der Sand‟, waar ook het
conservenbedrijf van haar grootvader J.W. Darboven (°1895) is
gevestigd.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je
een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou
je dit werk graag bij jou thuis hebben?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
ONDERZOEK AAN ZEE: RITME
MATERIAAL
fototoestel (tablet, smartphone)
DOEL
Op zoek gaan naar ritme en het in beeld brengen.
OPDRACHT
Ritme en herhaling zijn belangrijke elementen in het werk van Hanne
Darboven. Ritme is niet alleen te vinden in muziek maar eigenlijk overal.
Je moet gewoon goed kijken. Zoek op het strand, op de dijk of aan zee
naar ritmes en neem er een foto van. Heb oog voor het beeld dat je
vastlegt. Speel met het ritme. Je kan ook ritmes maken in het zand.
Voorbeelden: paaltjes, de golven van de zee, stenen van de dijk,
strandhuisjes, mensen, banken, …
KORTE BESPREKING
Zorg ervoor dat leerlingen hun foto‟s kunnen tonen in de klas. Afhankelijk
van de tijd die je wil investeren kan je de fotoreportage verder laten
uitwerken. Elke leerling toont bijvoorbeeld zijn drie beste foto‟s nadat hij
ze bewerkt heeft (bijsnijden, rechtzetten, …) Vraag telkens aan de andere
leerlingen waarin ze het ritme zien. Laat de fotograaf in kwestie een
woordje uitleg geven.
30
VERWERKING IN DE KLAS: SCHRIJFIMPROVISTATIE MET RITME
DOEL
Schrijven en improviseren via een doorschuifsysteem. Door het klassikaal
schrijven ontstaat er een uniform handschrift en is de geschreven inhoud
een klassikale gedachte. Samen maken we een werk zoals dat van
Hanne Darboven.
MATERIAAL
Blauwe balpen, A4-schrijfpapier, dik A4-papier, meetlat, potlood en
breekmes.
INLEIDING
Hanne Darboven heeft haar hele leven lang geschreven. Ze schreef
duizenden bladzijden vol met letters en cijfers. Het was een soort
meditatie, zo verwerkte ze de realiteit. We kunnen allemaal beginnen
schrijven (zoals we in het museum deden). Maar van iedereen zal de
inhoud anders zijn. Het is de bedoeling dat we allemaal samen de tijd
registeren door te schrijven. Omdat de inhoud en het handschrift uniform
moeten zijn zullen we ons schrijfwerk steeds doorgeven.
We werken in een ritme of patroon.
OPDRACHT
STAP 1 VOORBEREIDING
Leerlingen nemen elk een blad papier. Ze schrijven het woord „zee‟ op,
links tegen de marge op de eerste lijn van het blad. Laat aan elke kant
een marge van 3 cm vrij. Hun naam komt op de achterkant van het blad.
STAP 2 SCHRIJVEN
Direct naast het woord schrijven ze een woord dat bij hen naar boven
komt bij het denken aan zee. Telkens krijgen de leerlingen tien seconden
om een woord te bedenken en dan moeten ze het blad doorgeven aan de
medestudent. Die leerling kan bijvoorbeeld de laatste woorden lezen, er
een som van maken daaruit een nieuw woord of begrip produceren, dit is
het wiskundige aspect. Het is de bedoeling om te improviseren. We
starten bij de zee maar we kunnen al snel van dat idee weggegaan. Alle
woorden die boven komen, zijn goed. De leerkracht houdt de tijd in het
oog en geeft een signaal om door te schuiven. Als blijkt dat leerlingen
meer tijd nodig hebben, kan de tijd wat langer.
Probeer de tijd na verloop te verkorten naar vijf seconden. Het
doorschuifsysteem staat voor het ritme of de herhaling. Elk A4-tje zal vol
tekst staan maar zonder verhaal. De oefening kan oneindig lang verder
gaan. De leerkracht beslist zelf wanneer de opdracht stopt; idealiter
wanneer het blad volgeschreven staat.
STAP 3 AFWERKING
Alle A4tjes van „Der Sand‟ zijn ingelijst. Als er voldoende tijd is, zou een
kleine lijst rond elke A4 een meerwaarde zijn. Een lijstje is snel gemaakt;
je kan hiervoor een A4-blad dik wit/zwart papier gebruiken. Werk stap
voor stap.
De lijst is 1.5 of 2 cm dik en wordt op het beschreven blad gekleefd. Het
overgebleven stuk zwart papier wordt opgehaald of bijgehouden voor een
toekomstige opdracht.
STAP 4 PRESENTATIE
Als presentatie baseren we ons ook op Hanne Darboven. We hangen alle
werken naast elkaar. Er zal een eenheid ontstaan en opnieuw een ritme.
Afhankelijk van de beschikbare ruimte probeer je zoveel mogelijk in een
rechthoek te werken.
EXTRA
Door haar getallensysteem in noten om te zetten,
ontwikkelde Hanne Darboven ook haar eigen
mathematische muziek die ze vervolgens door
symfonieorkesten liet uitvoeren.
http://www.youtube.com/watch?v=LMGTlEQkLL8
http://www.youtube.com/watch?v=y-5EI4bjyBk
Kunnen de leerlingen er een melodie in
herkennen? En een ritme? Hoor je wiskunde of
cijfers in de muziek? Is dit muziek voor jou?
Waarom wel of niet?
31
Jan Fabre
1958 Antwerpen (BE)
Sea-Salt of the Fields - 1980
Videoregistratie, 34 min.
performance Milwaukee, Marquette University,
LIMA, Amsterdam/Museum van Hedendaagse Kunst, M HKA,
AntwerpenCopyright : Angelos bvba - Foto: Christine Clinckx
© SABAM Belgium 2014
KUNSTKAART 7
SEA-SALT OF THE FIELDS, JAN FABRE
PERFORMANCE/CONCEPTUELE KUNST/SYMPBOLEN/ZOUT STROOIEN
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien
van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit
kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk
voor? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen?
Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WELK SOORT WERK IS HET EN WAARAAN ZIE JE DAT?
Het is een performance. Het zijn beelden van een optreden in een universiteit in Amerika.
WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
Het is een hommage aan een andere kunstenaar; Marcel Duchamp. De titel is een
letterlijke vertaling van de naam Marcel Duchamp: Sea-Salt-of-the-Fields/ Mer-Sel-du-
Champ/Mar-cel-du-champ. In deze performance schrijft Fabre met zout het woord „art‟
op de grond. Het zout verwijst naar Duchamps voornaam: Mar-cel/sel. De kunstenaar
wordt hierdoor tot een kunstwerk omgevormd. Maar zout heeft ook een andere
symbolische betekenis; het wordt al lang als betaalmiddel gebruikt, het is onlosmakelijk
verbonden met de zee, het is een specerij dat voeding smaakt geeft en het langer
houdbaar maakt. Met industrieel zout en keukenzout tekent hij de golven van de zee op
de vloer. Met zoutkorrels bestrooit hij de hoofden van een aantal toeschouwers; op die
manier kruidt hij hun geest. De hoopjes zout verwijzen naar de manier waarop zout wordt
ontgonnen.
32
CONTEXT4.
Jan Fabre is multidisciplinair; theaterregisseur, operamaker, choreograaf,
schilder, tekenaar, beeldhouwer en filmproducent. Hij werkt niet zozeer
vanuit een bepaalde kunstvorm maar vooral vanuit ideeën, symbolen en
concepten. Het werk van Fabre is heel conceptueel, maar steeds
verbonden met een sterke beeldtaal.
„Sea-Salt of the Fields‟ is één van de eerste performances van Jan Fabre.
Het is een hommage aan de kunstenaar Marcel Duchamp. Hij was de
eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als een kunstwerk (een
readymade). Duchamp riep hiermee kunst-filosofische vragen op over de
aard en functie van kunst. Dit was een mijlpaal voor de hedendaagse
beeldende kunst (conceptuele kunst).
In Fabres performance wordt Duchamp zelf als kunstenaar een soort
readymade. Duchamp is als concept aanwezig en tegelijk wordt hij
verbeeld als zout.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je
een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk?
OPDRACHTENKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
Oplossingen:
B= urinoir
b en c doet hij niet tijdens zijn performance.
ONDERZOEK OP LOCATIE: EEN ZEGSWIJZE PERFORMANCE
MATERIAAL
Papier en balpen of potlood, de lijst met zegswijzen en spreekwoorden4
.
DOEL
Ontdek wat een performance is, door er zelf een te maken.
LOCATIE
Aan zee, in het park of in de klas.
OPDRACHT
Een performance is een voorstelling waarin een kunstenaar zijn eigen
lichaam als materiaal gebruikt om een idee te verbeelden. Bekijk de lijst
met zegswijzen en spreekwoorden. Kies er één uit en zoek een manier
om het begrip uit te beelden (de inhoud wordt aangereikt). Probeer het
verborgen te houden voor de anderen. Er kan met meerdere mensen
samen gewerkt worden. Ook het publiek kan een deel uitmaken van de
performance. Je mag taal gebruiken maar het hoeft niet.
Tijdens het toonmoment kunnen leerlingen raden. Het is de bedoeling dat
de medestudenten de voorgestelde zegswijze uit de lijst kunnen halen en
de betekenis begrijpen. Misschien kunnen er andere toepassingen of
situaties gevonden worden.
Een voorbeeld: Sam kiest de zegswijze ‘Er zijn nog genoeg vissen in de
zee’. Uit het publiek kiest hij Bram. Bram moet even weggegaan, hij mag
even niet kijken of luisteren. Als hij terugkeert is hij verdrietig; het is
liefdesverdriet. Sam vraagt ondertussen aan het publiek om, op het
moment dat hij een teken geeft de lippen te tuiten of de mond te
gebruiken als een vis. Sam haalt Bram terug, hij omarmt en troost hem.
Hij laat met veel overtuiging het volledige publiek zien. Sam geeft een
teken en het publiek gedraagt zich als vissen. Bram barst in lachen uit. Hij
is niet meer verdrietig.
KORTE BESPREKING
Vond je het moeilijk om een performance te bedenken? Had je last van
plankenkoorts? Welke zegswijze was het moeilijkst?
4
zie kunstkaart De Zee
33
VERWERKING IN DE KLAS: EEN QOUTE MET ZOUT
DOEL
Een statement maken door het strooien met zout. Een gedachte of een
idee uiten in een zin of enkele woorden. Vormgeven met zout.
MATERIAAL
Balpen en papier, krant of tijdschrift, een pakje zout (1kg) per leerling5
,
een kom, zwart A3 papier, fototoestel.
INLEIDING
Bij deze opdracht gebruiken we dezelfde techniek als Jan Fabre in zijn
performance, Sea-salt of the Fields. De leerlingen weten ondertussen dat
Jan Fabre industrieel zout gebruikte als symbool voor een andere
kunstenaar die hij bewonderde; Marcel Duchamp.
OPDRACHT
STAP 1
De leerlingen gaan nu zelf op zoek naar een statement. Het is de
bedoeling dat de leerlingen een persoonlijk statement maken met eigen
woorden of woorden van iemand anders. Het kan ook een hommage zijn
aan iemand of een ludieke quote uit een tijdschrift.
Het kan een quote zijn van iemand die ze aanbidden, een tekstje,
liedjestekst, een leuke inspirerende zin uit een magazine of de krant.
Ze kunnen deze media gebruiken om oneliners te zoeken. Motiveer
leerlingen om te zoeken naar een statement met een betekenis.
(informatief, persuasief, betogend, expressief/emotief, diverterend)
STAP 2 OEFENEN MET HET ZOUT STROOIEN
Ga indien mogelijk naar de speelplaats.
De leerlingen doen het zout in de kom en voelen aan het zout. Laat hen
ontdekken hoe je een fijn lijntje zout uit je hand kan laten glijden en hoe je
moet stoppen met strooien. Er kan dan geoefend worden op het blad.
Oefenen op de schrijfwijze en de grootte van de letters.
5
1 kg zout kost ongeveer 40 eurocent. Het gebruikte zout wordt opnieuw verzameld en
kan dienen voor het ijsvrij maken van de speelplaats in de winter.
Als het zand van het blad moet, is het best om het blad op te heffen en
een beetje te plooien zodat het zout in de kom kan glijden.
Extra: Zout heeft dezelfde textuur als fijn zand ( kwartszand). Er worden
interessante kunstwerken gemaakt met dit zand. Sand art of sand
animation genoemd. In Oekraïne was de eerste prijs van de
televisiewedstrijd „Ukraine's Got Talent‟ voor de zand animatie van
Kseniya Simonova. Door tekeningen in en met zand wordt er een verhaal
verteld. Tijdens de finale van de wedstrijd beeldt ze een historische
gebeurtenis uit: de Duitse inval in Oekraïne tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Ook hier spreken we van een performance! De
animatiefilmpjes zijn te vinden via haar YouTube kanaal:
https://www.youtube.com/user/simonovatv
STAP 3 VORMGEVEN
Als er genoeg ontdekt en getest werd, kunnen de oneliners gestrooid
worden. Als de auteur ervan gekend is, dan wordt de naam erbij gevoegd.
Leerlingen kunnen zelf nadenken hoe ze dat doen, aangezien het zwart
of donker papier is. Uitknippen van de naam of afzonderlijke letters,
schilderen, krijt, …
STAP 4 AFWERKING
Zorg dat er van elk werk een foto genomen is. De leerlingen kunnen hun
eigen werk fotograferen. Belangrijk is het camerastandpunt. Het werk
moet van recht erboven gefotografeerd worden. Als het op een tafel ligt,
kan de leerling op een stoel (ladder) staan, maar het is gemakkelijker om
het op de grond te plaatsen. Probeer zo weinig mogelijk achtergrond te
fotograferen.
(De foto‟s kunnen ook bijgesneden worden zodat alleen het zwarte vlak
met de tekst zichtbaar is.
Wanneer alle foto‟s genomen zijn worden de installaties opgeruimd.
STAP 5 PRESENTATIE EN BESPREKING
De presentatie kan via de projector gebeuren. Alle werken worden
geprojecteerd en de kunstenaar geeft een klein woordje uitleg over zijn
statement.
Evalueer met de leerlingen. Was het zout strooien moeilijk? Of was een
statement maken moeilijker?
34
Rineke Dijkstra 1959, Sittard (NL)
Strandportret
Oostende (België) - 7 augustus 1992 35 x 28 cm
LIMA, Amsterdam/Museum van Hedendaagse Kunst,
M HKA, Antwerpen
Copyright : Angelos bvba - Foto: Christine Clinckx
KUNSTKAART 8
STRANDPORTRET, RINEKE DIJKSTRA
FOTOGRAFIE/LICHAAMSTAAL/RUIMTE/FIGUURTEKENEN
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk?
Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies? Wat stelt het werk voor? Hoe is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat
wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom
denk je dat?
ANALYSE3.
WAT STELT HET VOOR?
Met een veldcamera trekt ze naar het strand van België, Kroatië, Amerika en Polen.
Ze haalt de pubers uit hun groep en laat ze alleen – soms met twee of drie – in hun zwemkledij voor
de camera poseren. Van hun gezicht is een combinatie van onzekerheid en een sterk
zelfbewustzijn te lezen. Soms schuchter en onhandig, soms vol verwachting of stoer. Ze voelen zich
ongemakkelijk, weten zich geen houding te geven. Sommige meisjes proberen zelfs te poseren als
een model, buik ingehouden, handen krampachtig naast zich.
WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
Voor haar Strandportretten kiest Dijkstra om jongeren te fotograferen op een leeftijd dat ze nog
twijfelen en zoeken naar hun identiteit. Dijkstra probeert de ruimte tussen bedoeling en effect weer
te geven. Mensen denken dat ze zich op de ene manier presenteren, maar ze kunnen er niets aan
doen dat ze ook nog iets anders laten zien. Het is onmogelijk om alles onder controle te hebben. Denk
maar aan je handen, waar moet je ze steeds laten.
WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK?
Rineke Dijkstra probeert met haar foto‟s te bereiken dat je als kijker in de huid van iemand anders
kan kruipen.
35
HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL?
Door de lange voorbereidingstijd – het meten van het licht, het statief op
de juiste hoogte instellen – verliezen de jongeren hun concentratie en
letten niet meer op de camera. Op het moment dat ze terugvallen in hun
natuurlijke houding legt Dijkstra de foto vast. Het gebruik van een flits
zorgt ervoor dat de pubers letterlijk in de schijnwerpers staan. Niets
wordt verhuld of verdoezeld. Daardoor valt de ongemakkelijke houding
nog meer op en wordt de foto meer indringend en confronterend.
WAT VALT OP AAN DE COMPOSITIE?
De compositie in de Strandportretten is steeds dezelfde. De jongens en
meisjes staan in het midden en kijken recht in de camera. De lijn van de
horizon en de verticale lijn van de figuren vormt samen een kruis. Door
het lage standpunt van de camera torent de puber boven de kijker uit.
De persoon wordt niet opgenomen in de achtergrond: een grauwe vage
zeelijn zonder andere mensen sluit om hen heen. Ze lijken geïsoleerd
van de wereld.
CONTEXT4.
Wanneer de Amsterdamse fotografe Rineke Dijkstra begin jaren
negentig haar heup breekt, start ze een lange revalidatie in het
zwembad. De kans dat haar heup volledig afsterft, maakt Dijkstra
bewust van haar eigen kwetsbaarheid. Op een dag besluit ze foto‟s te
maken in het zwembad van haar spiegelbeeld in badpak. Dit zelfportret
vormt de basis van de serie Strandportretten.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je
een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk?
Heb je het gevoel dat je in de huid van de jongens kan kruipen?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
ONDERZOEK OP LOCATIE:
FOTOREPORTAGE PERSOON EN RUIMTE
MATERIAAL
een fototoestel (statief)
DOEL
Verschillende ruimtes ontdekken en er personen in fotograferen met
aandacht voor het beeldkader
LOCATIE
In de buurt van het museum, in de stad, …. Leerlingen kunnen
eventueel verder werken aan deze opdracht buiten de lesuren.
OPDRACHT
Het fotograferen van mensen in een bewust gekozen ruimte. Het zoeken
naar contact.
Als het praktisch mogelijk is, laat de leerlingen een uur vrij rondlopen.
Zoek naar een interessante ruimte. Zie je mensen die in de ruimte
thuishoren of helemaal niet? (De verkoopster bij de pashokjes, de
vishandelaar in zijn viswinkel, een gocartverhuur, een restaurant,
iemand op een terras, iemand in de winkelstraat met zakjes, …)
Het is belangrijk dat de leerlingen die personen beleefd aanspreken. Ze
vertellen waar ze mee bezig zijn, wat de bedoeling is en ze vragen of die
persoon wil meewerken. De leerlingen moeten duidelijke instructies
kunnen geven aan het model.
Er zijn twee regels: zorg dat de personen centraal en volledig in beeld
staan. Let op het camerastandpunt. Ga je vanuit kikvorsperspectief
werken (zoals Dijkstra) of eerder in vogelperspectief? Zit er een
bepaalde lijn in de achtergrond?
KORTE BESPREKING EN VERWERKING
Het bekijken en bespreken van de foto‟s gebeurt best in de klas.
Laat de leerlingen hun beste foto‟s selecteren. Er kunnen aanpassingen
gebeuren zoals bijsnijden of licht veranderen. (programma BeFunky).
Las een toonmoment. Bij iedere foto kun je vragen wie ze
fotografeerden en wat het verband is met de ruimte.
36
VERWERKING IN DE KLAS: FIGUURTEKENEN
DOEL
Schetsen naar een figuur, ontdekken van de verhoudingen van het
lichaam.
MATERIAAL
Schetspapier (A3 of A4), tekenpotloden, gum, lat/plooimeter, eventueel
een anatomische tekenpop
INLEIDING
Rineke Dijkstra fotografeert jongeren van kop tot teen. In hun
zwemkledij is de houding van de personen goed te zien. Wat zijn de
verhoudingen van het lichaam? Hoe kunnen we eenvoudig een figuur
tekenen? We proberen verschillende poses.
OPDRACHT
STAP 1 VOORBEREIDING
Laat de leerlingen eerst kennismaken met de verhoudingen van het
lichaam. Neem een leerling als model en test dit uit. Test het uit op de
jongens op de foto van Dijkstra. Laat de leerlingen hun eigen lichaam
meten aan de hand van verhoudingen. Bv. de lengte van het hoofd maal
7.5 is de lengte van het lichaam, de onderarm is even lang als het
hoofd, de hand en de onderarm even lang als het bovenbeen. Doe dit in
elke stap van het figuurtekenen.
Teken op het bord stap voor stap een schematische voorstelling van het
lichaam/lichaamsdeel). Leerlingen tekenen mee zodat ze zelf een
leidraad hebben bij de volgende oefeningen.
STAP 2 HET HOOFD
In het midden van het blad tekenen we eerst een verticale lijn. Laat dit
zacht tekenen (de lijn is een hulpmiddel). Ons lichaam is symmetrisch,
dus de ene helft is algemeen gezien hetzelfde als de andere helft.
Nu tekenen we het hoofd bovenaan die lijn. Het hoofd is eivormig. De
middenlijn kan helpen om het hoofd aan beide zijden gelijkvormig te
tekenen.
De lengte van de figuur kan nu bepaald worden. De hoofdlengte past
ongeveer 7.5 keer in de figuur.
STAP 3 DE ROMP
De romp begint onder het hoofd tot in de helft van de figuur. Daar zitten
de heupen en starten ook de benen. Vergeet de nek niet. De romp kan
op verschillende manieren getekend worden. Neem een eenvoudige
ronde vorm. Zijn de schouders breder dan de heupen of omgekeerd?
STAP 4 DE BENEN
De benen hebben drie grote gewrichten; de heupen, de knieën en de
enkels. Is er een tekenpop, dan kan je hier aantonen hoe het lichaam
kan bewegen. Toon de verschillende gewrichten. Alleen op deze punten
kan een mens bewegen. Als je deze punten kan terugvinden in het
model is, het gemakkelijker om je figuur te tekenen.
STAP 5 DE ARMEN
Als de armen uitgestrekt horizontaal gehouden worden, is de spanwijde
even lang als de volledige persoon. Test dit even met de leerlingen. Laat
de leerlingen zelf zoeken tot waar de handen komen op de benen en
waar de pols en de elleboog zitten.
STAP 6 OEFENEN
Laat om beurten één leerling naar voren komen en vraag hem een
houding aan te nemen. Zorg dat de houding niet te moeilijk is om te
tekenen. Geef de medeleerlingen enkele minuten de tijd om de houding
op het blad te tekenen en wissel dan van model en houding.
STAP 7 PRESENTATIE EN EVALUATIE
Laat de leerlingen zelf een top drie kiezen van hun beste getekende
figuren. Leg ze naast elkaar op een grote tafel en laat alle leerlingen er
rond staan.
Wat vonden ze van de oefening, hebben ze veel bijgeleerd? Wat is het
moeilijkste deel van het lichaam? Is de getekende persoon soms
herkenbaar?
Wat vind je goed aan je tekening en wat kan er beter?
Geef de leerlingen mee dat hoe meer ze oefenen en kijken, hoe beter
het figuurtekenen zal worden.
37
Anselm Kiefer
1945, Donaueschingen (DE)
Die Argonauten 1998
Lood, tanden
140 x 130 x 130 cm
S.M.A.K., Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, Gent
© SABAM Belgium 2014
KUNSTKAART 9
DIE ARGONAUTEN, ANSELM KIEFER
SCULPTUUR/NEO-EXPRESSIONISME/VERHALEN/DRAMA
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk?
Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Waar doet het je aan
denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je
dat of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WAT STELT HET VOOR? WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK?
De titel Die Argonauten verwijst naar het Griekse mythologische verhaal van Jason en de
argonauten. De argonauten zijn de 50 bemanningsleden van het schip Argo, waarmee Jason het
Gulden Vlies wilde bemachtigen. En de tanden zijn drakentanden die Jason moest strooien. Uit de
tanden komen reuzen of krijgers die hij vervolgens moest verslaan.
WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
Kiefer is een verhalenverteller; boeken komen vaak terug als loden boeken. De boeken verwijzen
naar kennis, maar het materiaal waaruit ze gemaakt zijn, doet vragen rijzen. Zijn dit letterlijk
loodzware boeken waarvan de kennis niet langer toegankelijk is? En vergaat dan alle kennis? De
boeken zijn immers aangetast.
CONTEXT4.
De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer maakt gigantische materieschilderijen, waarin hij verf in dikke
lagen vermengt met gips, klei, modder, zand, stro, gedroogde planten, haar en lood. Het werk is niet
eenvoudig te lezen, want ook inhoudelijk is het veelgelaagd. Er zijn veel verwijzingen naar historische
gebeurtenissen en figuren, filosofie en wetenschappelijke theorieën.
Aanvankelijk gaat het vooral over oorlog, vernietiging, het nazisme, de Holocaust, mythologie en de
Duitse nationale identiteit.
38
Kiefer beschouwt het schilderen als een denkproces bij het verwerken
van de herinnering. Bovendien wil hij Duitsland met het verleden
confronteren. Omdat Kiefer geen eenduidige stelling inneemt,
veroorzaken deze werken veel verwarring bij de kijker.
Kiefer wordt beschouwd als één van de belangrijkste kunstenaars van
het neo-expressionisme. Deze beweging is een hedendaagse
kunststroming binnen de 20e-eeuwse schilderkunst (eind jaren „70 tot
halfweg jaren „80) die zich afzet tegen het minimalisme en
conceptualisme van de jaren „60 en „70 en breekt met het
modernistische vooruitgangsdenken in de kunst.
Als reactie daarop, uit honger naar beelden en verbeelding, haalde het
neo-expressionisme alles binnen wat eerder verstoten was.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je
een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
ONDERZOEK IN DE BIB:
VERHALEN OVER DE ZEE
MATERIAAL
papier en balpen
DOEL
Zoeken naar een verhaal over de zee in de bibliotheek.
LOCATIE
Bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7 (059 29 51 51)
10 minuten wandelen vanaf Mu.ZEE. Kijk op de website voor meer
informatie: http://www.oostende.be/dienst.aspx?id=604
(de opdracht kan uitgevoerd worden in eender welke bib)
OPDRACHT
Zoek in de bibliotheek naar verhalen over de zee.
Deze opdracht kan zeer gemakkelijk een leesopdracht worden waarbij
alle leerlingen een boek lezen. Er kan ook geopteerd worden voor
verschillende vormen van verhalen. Er zijn verschillende mogelijkheden
in de bib: een lied, een wetenschappelijk artikel, een gedicht, een film,
een boek, een sprookje, een mythe, een historisch feit, een kunstwerk,
een foto, een strip,…. Zoek tussen al deze mogelijkheden een verhaal
dat je wil vertellen. Welke boodschap wil je brengen? Hoe je dat exact
gaat doen, zullen we in de klas bedenken.
Gebruik de digitale catalogus tijdens of voor de zoektocht in de bib.
Zoek via kernbegrippen.
Bekijk zelf hoe je de leerlingen hun verhaal laat vastleggen om er in de
klas verder mee te kunnen werken. Een leerkracht kan normaal gezien
een groot aantal boeken ontlenen. Er kan een kopie genomen worden of
laat foto‟s nemen uit de boeken.
KORTE BESPREKING
De leerlingen vertellen één voor één welke boeken ze gevonden hebben
en met welke verhalen ze verder willen werken. Deze bespreking kan
inspirerend zijn voor de medeleerlingen en de leerkracht kan de
vervolgopdracht sturen.
39
VERWERKING IN DE KLAS:
EEN VERHAAL CREATIEF VERTELLEN
DOEL
Interpreteren van een verhaal, creatief zijn met het brengen van een
verhaal.
MATERIAAL
Afhankelijk van de keuze van uitwerking.
INLEIDING
Kiefer is een verhalenverteler maar zijn kunstwerken zijn soms moeilijk
te lezen. Het is niet steeds duidelijk waarover het gaat, maar er is steeds
een achterliggend verhaal. De rode draad bij Kiefer zijn verhalen over
oorlog en vernietiging in historische of mythische gebeurtenissen. Een
boek is al lang niet meer de enige manier om een verhaal te vertellen of
een boodschap te brengen. De verhalen die de leerlingen vonden in de
bib, gaan we nu op een andere manier vertellen.
OPDRACHT
STAP 1 ZOEKEN NAAR EEN VERHAAL
Ga op zoek naar verhalen over de zee als je geen verhalen gevonden
hebt in de bib.
Een lied, een wetenschappelijk artikel, een gedicht, een film, een boek,
een verhaal, een mythe, een historisch feit, een kunstwerk, een foto,
een nieuwsbericht,… vertellen ons allemaal iets.
STAP 5 INTERPRETEREN VAN DE BOODSCHAP.
Zoek verschillende manieren om het verhaal te vertellen aan de
klasgenoten. Met woorden: onder water, als raptekst, met een duikbril
aan (met neusstuk), gesproken als een vis (getuite lippen), … met
beelden: een schilderij, een beeldhouwwerk, een strip, een filmpje,
…Een stukje toneel kan ook. Op een gebruikelijke manier voorlezen is
geen optie. De leerlingen kunnen persoonlijke voorstellen doen.
Laat hen eventueel bewust symboliek gebruiken.
STAP 3 UITWERKING
Er zijn verschillende mogelijkheden naar uitwerking toe. Bepaal zelf hoe
ver de leerlingen kunnen gaan. Individueel werken of groepswerk. Geef
hen een tijdsbeperking. Zet bijvoorbeeld het toonmoment vast.
STAP 4 TOONMOMENT
Elke leerling kan op dat moment zijn werk presenteren.
Laat de leerlingen na iedere voorstelling vragen stellen. Stel ook zelf
enkele vragen
40
François Burland
1958, Lausanne (CH)
General Ponsonet 2008
Mixed media
99 x 160 x 90 cm
Museum dr. Guislain, Gent
KUNSTKAART 10
GENERAL PONSONET, FRANÇOIS BURLAND
BEELDEND WERK/OUTSIDERKUNST/AFVALMATERIAAL/MILIEUKRITISCH
VERWERKING IN MU.ZEE
EERSTE INDRUK1.
Laat leerlingen even kijken en zeg niets. Vraag dan wat de eerste indruk is
zonder enige informatie te geven.
Wie wil er iets over vertellen? Is er iets dat je opvalt? Wat valt op? Waaraan denk
je als je dit kunstwerk ziet?
GERICHT KIJKEN2.
Wat zie je precies?
Vraag kinderen om te
beschrijven wat ze zien:
Wat stelt het werk voor?
Wat kun je vertellen over
de vormen?
Hoe is het gemaakt?
Waar doet het je aan
denken?
Wat wil de maker met dit
werk vertellen?
Keer telkens terug naar het
kunstwerk: Hoe weet je dat
of waarom denk je dat?
ANALYSE3.
WELK SOORT WERK EN WAARAAN ZIE JE DAT?
Het werk is gemaakt met restmateriaal. Dat is typerend voor
François Burland. Zijn kunstwerken behoren tot het genre
outsiderart of art brut. Outsiderkunstenaars volgen de
kunststromingen van hun tijd niet, ze zijn autodidacten en volgen
hun eigen vormentaal en thematiek. Sommige kunstenaars
leiden aan psychologische stoornissen en leven in een instelling
of gevangenis.
WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN?
Bij sommige kunstwerken is er geen reden waarom ze gemaakt
zijn of men weet niet wat de kunstenaar wil vertellen.
CONTEXT4.
François Burland recycleert alledaags afval en gebruikte
voorwerpen. Zo krijgen ze een nieuw leven, waarin ze een
geheel nieuwe functie krijgen. Burland herschept alles wat hij op
zijn tocht tegenkomt naar een eigen magische wereld.
MENINGSVORMING5.
Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet,
heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je
eerste indruk? Zou je dit werk bij jou thuis een plaatsje willen
geven?
OPDRACHTKAART
Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
41
ONDERZOEK OP HET STRAND: AFVAL
DOEL
Ontdekken welk afval op het strand ligt, hoe komt
het daar en waar gaat het heen?
MATERIAAL
Per leerling een zakje om gevonden voorwerpen in
te verzamelen
LOCATIE
Ga met de leerlingen naar het strand. De kortste
weg naar het strand is door het Leopoldpark en
steeds rechtdoor (10 min. stappen). Voor deze
opdracht is het strand aan de oosteroever beter
want daar is meer materiaal te vinden. Daarvoor
neem je de gratis veerboot aan de Visserskaai, ter
hoogte van het Noordzeeaquarium naar de
oosteroever. (18 min. stappen vanaf Mu.ZEE)
(Meer informatie vind je op:
http://www.oostende.be/product.aspx?id=13712)
OPDRACHT
Op het strand zoeken de leerlingen naar
voorwerpen waarmee ze een eigen vaartuig kunnen
bouwen. Zowel natuurlijk materiaal (schelpen,
zeewier, …) als afval (plastiek, resten visnet, hout,
ijzer, glas, aardewerk, schoenen, …) worden
verzameld. Tip: laat alle afval/voorwerpen
verzamelen, een selectie kan later gebeuren.
KORTE BESPREKING
Heb je veel kunnen verzamelen? Wat heb je
gevonden? Zijn er voorwerpen die opvallen? Hoe
komt dat voorwerp volgens jou op het strand
terecht? Heb je voornamelijk natuurlijk materiaal of
afval gevonden?
VERWERKING IN DE KLAS: ASSEMBLAGE VAN AFVAL
DOEL
Reflecteren over de vervuiling van de zee, met recyclagemateriaal een beeldend werk
maken, probleemoplossend denken, driedimensionaal, assemblageconstructie met
afvalmateriaal
MATERIAAL
- schetspapier en potlood, de gevonden voorwerpen van op het strand, touw, ijzerdraad,
stukjes textiel, karton, tijdschriften, kranten … (zoveel mogelijk afval of restjes gebruiken!
- lijmpistool, houtlijm, naald en draad, schaar, breekmes, plakband, eventueel acrylverf en
penselen
INLEIDING
François Burland maakt van gebruikte materialen een nieuwe wereld. Hij geeft ze een
nieuwe functie in een fantasiewereld.
OPDRACHT
STAP 1 ONDERZOEK VAN HET GEVONDEN MATERIAAL
Leerlingen leggen alle gevonden voorwerpen voor hen open. Vraag hen of er families
gemaakt kunnen worden. Familie schelpen, plastic, hout,… misschien zijn er families
volgens kleur of vorm mogelijk.
STAP 2 VOORSTUDIE
Laat de leerlingen een vaartuig tekenen vanuit hun verbeelding. Ze kunnen het materiaal dat
voor hen ligt onmiddellijk verwerken in de tekening. Het is de bedoeling dat er nagedacht
wordt over de manier van construeren. Hoe zal mijn boot er uit zien, hoe zal ik dat aan
elkaar bevestigen, hoe begin in aan de constructie, heb ik materiaal te kort? Wat is er voor
handen in de klas?
De leerkracht kan helpen bij het nadenken over de constructie en aan de hand van de
tekeningen inspelen op moeilijkheden in de opbouw.
STAP 3 VORMGEVEN
Afhankelijk van de materialen worden alle elementen aan elkaar bevestigd. Leerlingen
werken zelfstandig. Het is belangrijk dat leerlingen eerst zelf hun probleem proberen op te
lossen, de hulp van de leerkracht is het laatste alternatief.
42
Natuurlijk moet je als leerkracht gevaarlijke situaties
kunnen inschatten. Sommige gevonden voorwerpen
zijn niet geschikt om te manipuleren en zijn niet
veilig om binnen een klascontext te gebruiken.
STAP 4 AFWERKING
Net zoals François Burland gebruiken de leerlingen
fragmenten uit kranten of tijdschriften om de naam
van hun vaartuig aan te brengen. Laat de leerlingen
vrij om daarin verder te gaan met andere
boodschappen of afbeeldingen.
STAP 5 PRESENTATIE EN BESPREKING
Na het opruimen en het sorteren van het
overgebleven afval kunnen de werken
tentoongesteld worden. Plaats de werken op een
grote tafel of op een sokkel en laat de leerlingen de
werken grondig bekijken.
Je kan elke leerling een kort woordje uitleg laten
geven over zijn vaartuig. Welk naam heeft het
gekregen en waarom? Beschrijf jouw werk. Wat
vond je het moeilijkst om doen? Wat vond je leuk
aan de opdracht?
© SABAM Belgium 2014
VAKOVERSCHRIJDEND WERKEN
MILIEU KRITISCH DENKEN EN HANDELEN
De toenemende vervuiling van oceanen, zeeën en binnenwateren is uitgegroeid tot een
onbeheersbare milieuramp. Een grote boosdoener in plastic. Het is populair omdat het licht,
sterk en toch buigzaam, waterbestendig is en lang mee gaat. Het zijn precies deze
fantastische eigenschappen die in het milieu de problemen veroorzaken. Een deel van al het
plastic dat geproduceerd wordt, komt met opzet of per ongeluk in het milieu terecht en kan
niet afgebroken worden. Op sommige plaatsen is er zes keer meer plastic dan plankton, de
basis van de voedselketen. En zo belandt ons afval weer op ons bord...
Een klasgesprek over dit onderwerp kan al zeer waardevol zijn door de leerlingen in de
eerste plaats te laten reflecteren. De boodschap zal snel duidelijk zijn bij het tonen van
enkele foto‟s of filmpjes van de gevolgen van vervuiling. Hun eigen ondervindingen op het
strand zullen de boodschap bekrachtigen. Laat leerlingen ook nadenken wat hun aandeel is
in het probleem en wat ze kunnen doen om het op te lossen.
De website van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), www.planeetzee.be, biedt zeer
interessante lesmodules. Eén daarvan is „Een oceaan vol plastic‟.
ANDERE INTERESSANTE INFORMATIE:
De plasticsoep, ook wel de kunststofarchipel of drijvende vuilnisbelt genoemd, is een
gebied in het noorden van de Stille Oceaan waar enorme hoeveelheden plastic en ander
afval bijeen drijven. Meer info en nuttig lesmateriaal: http://plasticsoupfoundation.org/
Boyan Slat is een 20-jarige Nederlandse student die een manier gevonden heeft om het
plastiek uit de zeeën te filteren. Hij is momenteel bezig met crowdfunding voor zijn project
The Ocean Cleanup. Meer info via de officiële website: http://www.theoceancleanup.com/
Samenvattend Nederlandstalig filmpje over het project met een duidelijke boodschap op het
einde:
http://www.eenvandaag.nl/economie/51891/boyan_slat_gaat_plastic_uit_de_oceanen_halen
Swell Beach clean cup is een evenement dat elk jaar georganiseerd wordt in België in
navolging van andere wereldwijde projecten om het afval van de stranden op te ruimen. Op
de eerste zondag van de lente ruimen 15 surfclubs in samenwerking met vrijwilligers zoveel
mogelijk afval op van onze stranden. Iedereen kan deelnemen.
Educatief pakket: De Zee

More Related Content

Similar to Educatief pakket: De Zee

Opdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_Hooreweghe
Opdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_HoorewegheOpdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_Hooreweghe
Opdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_HoorewegheDaanHooreweghe
 
Beu om steeds les te geven binnen 4 muren ontdek geocache
Beu om steeds les te geven binnen 4 muren   ontdek geocacheBeu om steeds les te geven binnen 4 muren   ontdek geocache
Beu om steeds les te geven binnen 4 muren ontdek geocacheVUBrussel
 
De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012
De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012
De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012Promotie Podiumkunsten
 
Opdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houwe
Opdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houweOpdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houwe
Opdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houweSteffanSoenens
 
Art sanctuary catalogue 2016
Art sanctuary catalogue 2016Art sanctuary catalogue 2016
Art sanctuary catalogue 2016ToneAa
 
1 Sw Inleiding Scw 1ste Les
1 Sw Inleiding Scw 1ste Les1 Sw Inleiding Scw 1ste Les
1 Sw Inleiding Scw 1ste LesWannes Mingels
 
De school, het dorp, de kunst low res
De school, het dorp, de kunst low resDe school, het dorp, de kunst low res
De school, het dorp, de kunst low resCMKGelderland
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekIneDeLange
 
KIES Aanbevelingen MAS in jonge handen
KIES Aanbevelingen MAS in jonge handenKIES Aanbevelingen MAS in jonge handen
KIES Aanbevelingen MAS in jonge handenLOCUS vzw
 
Opdrachtfiche omgevingsboek definitieve versie
Opdrachtfiche omgevingsboek definitieve versieOpdrachtfiche omgevingsboek definitieve versie
Opdrachtfiche omgevingsboek definitieve versiePhoebeGoemaere
 
KCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak introKCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak introIne de Laak
 
Monumentengids Go 2012
Monumentengids Go 2012Monumentengids Go 2012
Monumentengids Go 2012JanTrompper
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekJadeVandeVelde
 
HAK - Jaaroverzicht 2015 20-01
HAK - Jaaroverzicht 2015  20-01HAK - Jaaroverzicht 2015  20-01
HAK - Jaaroverzicht 2015 20-01Lian Strijards
 

Similar to Educatief pakket: De Zee (20)

Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6
Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6
Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6
 
Opdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_Hooreweghe
Opdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_HoorewegheOpdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_Hooreweghe
Opdrachtfiche_omgevingsboek_Daan_Hooreweghe
 
Beu om steeds les te geven binnen 4 muren ontdek geocache
Beu om steeds les te geven binnen 4 muren   ontdek geocacheBeu om steeds les te geven binnen 4 muren   ontdek geocache
Beu om steeds les te geven binnen 4 muren ontdek geocache
 
De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012
De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012
De vrienden van Museum Boerhaave | congres podiumkunsten 2012
 
Opdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houwe
Opdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houweOpdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houwe
Opdrachtfiche omgevingsboek-daan-van-houwe
 
De achterkant
De achterkantDe achterkant
De achterkant
 
Kumesa vzw
Kumesa vzwKumesa vzw
Kumesa vzw
 
Uno
UnoUno
Uno
 
mijn vlakke land#6
mijn vlakke land#6mijn vlakke land#6
mijn vlakke land#6
 
Art sanctuary catalogue 2016
Art sanctuary catalogue 2016Art sanctuary catalogue 2016
Art sanctuary catalogue 2016
 
1 Sw Inleiding Scw 1ste Les
1 Sw Inleiding Scw 1ste Les1 Sw Inleiding Scw 1ste Les
1 Sw Inleiding Scw 1ste Les
 
De school, het dorp, de kunst low res
De school, het dorp, de kunst low resDe school, het dorp, de kunst low res
De school, het dorp, de kunst low res
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboek
 
KIES Aanbevelingen MAS in jonge handen
KIES Aanbevelingen MAS in jonge handenKIES Aanbevelingen MAS in jonge handen
KIES Aanbevelingen MAS in jonge handen
 
Opdrachtfiche omgevingsboek definitieve versie
Opdrachtfiche omgevingsboek definitieve versieOpdrachtfiche omgevingsboek definitieve versie
Opdrachtfiche omgevingsboek definitieve versie
 
KCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak introKCE Ine de Laak intro
KCE Ine de Laak intro
 
Monumentengids Go 2012
Monumentengids Go 2012Monumentengids Go 2012
Monumentengids Go 2012
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboek
 
Cultuur
CultuurCultuur
Cultuur
 
HAK - Jaaroverzicht 2015 20-01
HAK - Jaaroverzicht 2015  20-01HAK - Jaaroverzicht 2015  20-01
HAK - Jaaroverzicht 2015 20-01
 

Educatief pakket: De Zee

  • 1. De zee is altijd een enorme inspiratiebron voor de kunsten geweest. Haar aantrekkingskracht is zonder enige twijfel toe te schrijven aan de almaar wisselende impressies. In haar oneindige schoonheid kan ze rustgevend zijn, maar in haar onvoorspelbaarheid wordt ze dan weer bedreigend. Kunstenaars zullen altijd gefascineerd blijven door haar eindeloze spel van licht, ruimte en beweging. De Zee is een tentoonstelling die net als een golf ongrijpbaar is, uitdeint, inslaat en sporen nalaat die keer op keer gewist worden door nieuw geweld. De Zee is een tentoonstelling in dialoog met Oostende, over meerdere locaties verspreid, met Mu.ZEE als vertrekpunt van deze ontdekkingstocht. Jan Hoet zette de krijtlijnen uit voor dit evenement. Voor hem zou dit zijn laatste grote tentoonstelling worden. Op 27 februari 2014 moesten we echter afscheid nemen van onze curator, die zich tot zijn laatste weken heeft toegelegd op het project. Zo is de tentoonstelling uitgegroeid van een eerbetoon aan de zee tot een hommage aan Jan Hoet… één met grootse gebaren en kleine verhalen, een salut d’honneur. De tentoonstelling brengt kunstenaars samen uit de recente en de minder recente kunstgeschiedenis en laat hedendaagse kunstenaars toe in dialoog te gaan met de oudere meesters. EDUCATIEF PAKKET DE ZEE
  • 2. 2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 ALGEMENE INFORMATIE 4 VOORBEREIDING 6 BEZOEK EN VERWERKING 6 DE VIJF KIJKVRAGEN 7 DOELSTELLINGEN 8 KUNSTKAART DE ZEE 9 10 KUNSTKAARTEN 9 OVERZICHT 10 KUNSTKAART 1 THREE SEASCAPES, WILLIAM TURNER 11 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek aan zee: de kleuren van een zeezicht Verwerking in de klas: zeezichtcollage KUNSTKAART 2 DE BAADSTERS, THEO VAN RIJSSELBERGHE 14 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek aan zee: mensen observeren Verwerking in de klas: acteer als een mens aan zee KUNSTKAART 3 OCÉANIE: LA MER, HENRI MATISSE 17 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek aan zee: vormen tekenen in zand Verwerking in de klas: vormen uit de zee KUNSTKAART 4 GULLSCAPE, ROY LICHTENSTEIN 20 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek in de stad: fotoreportage consumptiemaatschappij Verwerking in de klas: de schildertechniek van Lichtenstein KUNSTKAART 5 DE MOSSELPOT, MARCEL BROODTHAERS 24 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek in het Noordzeeaquarium: vormen van schelpen Verwerking in de klas: zijn alledaagse geluiden muziek? KUNSTKAART 6 DER SAND, HANNE DARBOVEN 28 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek aan zee: ritme Verwerking in de klas: schrijfimprovistatie met ritme KUNSTKAART 7 SEA-SALT OF THE FIELDS, JAN FABRE 31 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek op locatie: een zegswijze performance verwerking in de klas: een qoute met zout KUNSTKAART 8 STRANDPORTRET, RINEKE DIJKSTRA 34 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek op locatie: fotoreportage persoon en ruimte Verwerking in de klas: figuurtekenen KUNSTKAART 9 DIE ARGONAUTEN, ANSELM KIEFER 37 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek in de bib: verhalen over de zee Verwerking in de klas: een verhaalcreatief vertellen KUNSTKAART 10 GENERAL PONSONET, FRANÇOIS BURLAND 40 Verwerking in Mu.ZEE Onderzoek op het strand: afval Verwerking in de klas: assemblage van afval Vakoverschrijdend werken
  • 3. 3 INLEIDING BESTE LEERKRACHT, BEGELEIDER, BEZIELER Dit educatief pakket wil mogelijkheden bieden en leerkrachten inspireren om van het museumbezoek een uitdagende en verrijkende beleving te maken. Het pakket bestaat uit de algemene kunstkaart De Zee en 10 afzonderlijke kunstkaarten. Ze zijn bedoeld om de kunstwerken en hun betekenis bij leerlingen in kaart te brengen. Ga op ontdekkingstocht en gebruik dit pakket op een creatieve manier. Kies zelf wat praktisch haalbaar is en op maat van de leerlingen. Het aanbod aan opdrachten is groot, het is niet de bedoeling om alles te gebruiken. De beleving van kunst staat centraal, niet alleen op een cognitieve manier maar ook op een avontuurlijke en expressieve manier. Neem je leerlingen mee doorheen de collectie, bekijk en bevraag de kunstwerken. Dit educatief pakket zal je daarin begeleiden. Dit pakket is geschikt voor een zeer ruime doelgroep. In de eerste plaats vormt het een mooie basis voor de eerste graad secundair onderwijs. Daarnaast kan het ook gebruikt worden voor de tweede en derde graad lager onderwijs, het buitengewoon onderwijs en de tweede en derde graad secundair onderwijs. Het is aan de leerkracht om de opdrachten te vertalen naar het niveau van de leerlingen. Houd rekening met de dynamiek in de klasgroep en wees niet te veeleisend. Onderschat daarentegen het creatieve vermogen van je leerlingen niet! Een museumbezoek past dikwijls binnen het kader van een les geschiedenis of kunst. In deze bundel zijn verschillende aanknooppunten te vinden voor vakoverschrijdende aanpak met de vakken aardrijkskunde, biologie, levensbeschouwing, milieubewustzijn, taal, ICT, … Indien je dit wilt, kan je er als het ware een schoolproject van maken. We hechten veel belang aan jullie beleving en mening. Reacties ontvangen we graag op Inne.Gheeraert@west- vlaanderen.be Dit educatief pakket werd gemaakt in kader van de tentoonstelling De Zee - salut d’honneur Jan Hoet. Teksten: Stefanie Herregat, studente lerarenopleiding Vives, Torhout. Eindredactie: Inne Gheeraert, publiekswerking Mu.ZEE. Mu.ZEE, 2014 – © Sabam Belgium 2014
  • 4. 4 ALGEMENE INFORMATIE CONTACTGEGEVENS Mu.ZEE Romestraat 11 B-8400 Oostende T 00 32 (0)59 50 81 18 F 00 32 (0)59 80 56 26 E info@muzee.be W www.muzee.be en www.dezee-oostende.be OPENINGSUREN De tentoonstelling loopt van 23/10/2014 tot 19/04/2015. Elke dag open van 10u tot 18u. Gesloten op maandag. PRAKTISCHE INFORMATIE Alle informatie over de tentoonstelling en de locaties buiten Mu.ZEE vind je op de website www.dezee-oostende.be. Er is een aparte vestiaire beschikbaar voor schoolgroepen. Wil je een rondleiding met een gids boeken? Meer info vind je op de website of stuur een e-mail naar info@muzee.be. Een atelier kan je boeken bij www.mu-zee-um.be. BEREIKBAARHEID Kom je van het station? Dan is het 14 minuten wandelen naar het museum. Een Lijn-bus rijdt tot aan de Sint-Jozefskerk. (lijn 6 station Oostende-Raversijde) Wil je met de leerlingen al fietsend de stad en alle andere locaties van De Zee ontdekken? De stad Oostende stelt gratis fietsen ter beschikking. Je kan ze ontlenen op de randparking van het Maria Hendrikapark (16 min. stappen vanaf het station). Contact: 059 56 10 80 (openingsuren: maandag t.e.m. zondag van 7u00 tot 19u00) De NMBS biedt een B-dagtrip De Zee aan. Meer info vind je hier: http://www.belgianrail.be/nl/vrije-tijd/b-dagtrips/kunst-cultuur- wetenschap/mer.aspx
  • 6. 6 VOORBEREIDING Is er ruimte in de klas voor een inleidend gesprek of is er marge vlak voor het bezoek, sta dan even stil bij het onderwerp. Laat de leerlingen reflecteren over de zee. Welk aandeel heeft de zee in hun leven? Als ik „zee‟ zeg, waaraan denk je dan? Wat betekent de zee voor jou? Omschrijf de zee. Welke relatie heb je met de zee? Kan je de zee misschien uitbeelden? Maak een vergelijking tussen zee en land. Is het gelijk verdeeld? Hoeveel zeeën ken je? Hoeveel water is er? Wat is het diepste punt van de zee? Zijn er problemen in of met de zee? Is er een onderwaterwereld? Ken je sprookjes of mythes over de zee? BEZOEK EN VERWERKING Er zijn diverse mogelijkheden om met leerlingen de tentoonstelling De Zee te bezoeken en creatief te benaderen. Het aangeboden pakket laat dit toe. Creëer je eigen parcours op maat van de leerlingen of laat je inspireren door volgende voorbeelden: Wandel met de leerlingen door de collectie en onderzoek welke kunstwerken in de smaak vallen en welke helemaal niet. Stop bij enkele werken om ze te beschouwen. Als er geen kunstkaart voorzien is bij het kunstwerk gebruik dan de vijf kijkvragen om het kunstwerk klassikaal te bespreken. Na een korte rondleiding kiezen de leerlingen zelf één of meerdere kunstkaarten waarrond ze willen werken. Ze kunnen de opdrachten zelfstandig uitvoeren. De leerlingen kunnen zelfstandig het museum verkennen met kunstkaart De Zee. Deze kaart laat de leerlingen de volledige collectie bekijken. Nadien selecteert de leerkracht één of meerdere kunstkaarten om klassikaal te verwerken in het museum, op locatie of in de klas. Leerlingen werken zelfstandig in het museum met de kunstkaarten. Er is geen onderzoek op locatie of verwerking in de klas.
  • 7. 7 DE VIJF KIJKVRAGEN Deze vragen kan je gebruiken om een kunstwerk te bespreken. Ieder kunstbeschouwend gesprek zou deze structuur van vragen moeten bevatten. De leerlingen leren kunstwerken interpreteren, beschrijven en beoordelen. In de 10 kunstkaarten komen de vijf kunstbeschouwende vragen al uitgebreid aan bod. De kijkwijzer kan dus gebruikt worden om de andere kunstwerken uit de collectie te bespreken met de leerlingen. Stel de vragen steeds met aandacht voor de specifieke eigenschappen van elk kunstwerk. WAT IS JE EERSTE INDRUK?1. Stel open vragen. Bv. Wie wil wat vertellen over dit beeld? Waaraan doet dit beeld je denken? Heb je eerder al zoiets gezien? Geef kinderen de kans spontaan te reageren, maar ga er nog niet te diep op in. WAT ZIE JE?2. Vraag kinderen te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je? Wat kun je vertellen over de vormen? Hoe is het gemaakt? WAT BETEKENT HET?3. Deze kernvraag zoals hierboven geformuleerd is te moeilijk voor kinderen. Pas de vraag daarom aan en vraag bijvoorbeeld: Wat gebeurt er precies? of Wat zal er gebeuren? Waar doet het je aan denken? Zou dit in het echt ook zo zijn? Wat wil de kunstenaar met dit werk vertellen? HOE WEET JE DAT?4. Leid hierbij de associaties van de kinderen weer terug naar het kunstwerk. WAT VIND JE VAN DIT KUNSTWERK?5. Dit is de laatste en afrondende vraag (die in werkelijkheid vaak als eerste beantwoord wordt). In de praktijk zullen de vragen over wat je ziet en wat het betekent vaak niet zo strikt gescheiden zijn.
  • 8. 8 DOELSTELLINGEN De hoofddoelstelling van dit educatief pakket is leerlingen en leerkrachten actief te laten kennismaken met kunst. Dit gebeurt door de kruisbestuiving van vijf muzische disciplines: beeld, woord, drama, muziek en media. Deze domeinen zijn de basis van kunstparticipatie. Alle leeractiviteiten worden hier aan gekoppeld. Een museumbezoek kan zo een echte beleving worden. Het leren over kunst gebeurt op vier manieren: Actief ervaren van artistieke werkvormen (doen) Receptief beleven van artistieke gebeurtenissen (observeren) Reflectief denken of nadenken over kunst (denken) Productief handelen (experimenteren) Door rekening te houden met de verschillende leerstijlen, kom je tot een gedifferentieerde lesaanpak. Algemene doelstellingen: Door eigen muzische, creatieve en kunstzinnige acties en creaties inzicht verwerven in de kunstvorm. Visuele geletterdheid stimuleren door inzicht te verwerven in het variatieprincipe en de bouwstenen van het kunstwerk. Vanuit inzicht in het kunstwerk een eigen kunstzinnige creatie uitwerken binnen het domein van deze kunstvorm. Kunstparticipatie helpt kinderen opgroeien tot rijkere, meer zelfzekere en tolerantere mensen (cultuurcompetentie). Zij zijn beter uitgerust om de uitdagingen van het hedendaagse leven aan te gaan.
  • 9. 9 KUNSTKAART DE ZEE Dit is een algemene kaart die de leerling/bezoeker kan gebruiken om de tentoonstelling te ontdekken. De opdrachten en denkoefeningen zorgen voor een persoonlijke beleving van de kunstwerken. De tentoonstelling wordt als een geheel beschouwd, de opdrachten zijn dus niet gebonden aan één kunstwerk. 10 KUNSTKAARTEN Elke kunstkaart is opgebouwd rond één specifiek kunstwerk. Er is per kunstwerk een verwerking in Mu.ZEE, een onderzoek op locatie en een verwerking in de klas uitgewerkt. Een kunstkaart bestaat uit een opdrachtenkaart voor de leerlingen en een handleiding voor de leerkracht. Op de opdrachtenkaart vind je de verwerkingsopdrachten voor in het museum. Het voornaamste materiaal dat de leerlingen nodig hebben is een balpen, potlood (en gom) en extra papier. Opdrachtkaarten om zelf te printen, kan je in de bijlage vinden. In de leerkrachtenbundel worden alle opdrachten uitgebreid beschreven, samen met een materialenlijst, de doelstellingen en een stappenplan. Op de volgende bladzijden vind je een overzicht van alle opdrachten per kunstwerk. Alle opdrachten staan op zich en werken steeds rond een andere werkvorm. Maak zelf een keuze, combineer verschillende kunstkaarten of leg de focus op één werk of kunstenaar.
  • 10. 10 KUNSTKAART 1 KUNSTKAART 2 KUNSTKAART 3 KUNSTKAART 4 KUNSTKAART 5 KUNSTKAART 6KUNSTKAART 7KUNSTKAART 8KUNSTKAART 9 KUNSTKAART 10 OVERZICHT
  • 11. 11 KUNSTKAART 1 THREE SEASCAPES, WILLIAM TURNER SCHILDERKUNST/ROMANTIEK/LICHT EN KLEUR/COLLAGE VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Laat leerlingen even kijken en zeg niets. Vraag dan wat de eerste indruk is zonder enige informatie te geven. Wie wil er iets over vertellen? Is er iets dat je opvalt? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Hoe is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Kan je de lichtbron vinden? M.a.w. waar is de zon? Keer telkens terug naar het kunstwerk: Hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WAT STELT HET WERK VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? Wisselende weersomstandigheden, een opstekende storm, mist, nevel, regen, voorbijdrijvende wolken, licht en opwaaiend stof probeert William Turner te vatten in bijna abstracte, poëtische schilderijen. Three Seascapes vertelt veel over zijn werkwijze. Drie landschappen schildert hij achter elkaar op een rol canvas. Dit schilderij toont twee keer de lucht en drie keer de zee. De lucht bovenaan dient zowel voor het water eronder als voor het water erboven (wanneer het doek ondersteboven wordt gedraaid). Deze methode geeft Turner de mogelijkheid om te kiezen welke delen hij het meest geslaagd vindt om uit te snijden. HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL? Sommige delen schildert hij wazig, andere delen brengt hij uiterst nauwkeurig in beeld. Zo gebruikt hij warme en koude tinten om de voorgrond naar voren te halen en de verre achtergrond naar achteren te schuiven. De bleke, zilverachtige verte plaatst hij tussen twee donkere vlakken. Joseph Mallord William Turner 1775, Londen (UK) - 1851, Londen (UK) Three Seascapes ca. 1827 Olieverf op doek 90,8 x 60,3cm Tate Britain, Londen © SABAM Belgium 2014
  • 12. 12 CONTEXT4. Joseph Mallord William Turner is een Engelse schilder uit de negentiende eeuw. In een periode waarin kunstenaars in een academische stijl schilderen, experimenteert hij met kleur, licht en atmosfeer in olieverfschilderijen van heel groot formaat. De zee speelt een heel belangrijke rol in het leven van Turner. Bijna een derde van zijn olieverfschilderijen zijn zeezichten. En hoewel hij vooral leeft en werkt in Londen, spendeert hij lange periodes aan zee. Hij is ook amateur zeiler; van op zee observeert hij het natuurgeweld in volle actie. Tip: Binnenkort verschijnt in de bioscoop de film „Mister Turner‟ naar het werk en leven van William Turner. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou je dit werk bij jou thuis aan de muur willen hangen? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. Orlando Bloom speelt in de kaskraker Pirates of the Caribbean, de hoofdrol als William Turner. ONDERZOEK AAN ZEE: DE KLEUREN VAN EEN ZEEZICHT DOEL Observeren en analyseren van de kleuren en beweging aan zee. LOCATIE Het strand, de zee, de zeedijk, de duinen. Als de mogelijkheid er is, doe deze opdracht tijdens zonsopgang of zonsondergang. MATERIAAL pen en papier, fototoestel, kleurenwaaier. OPDRACHT Welke kleuren zie je als je naar de zee kijkt? Kijk naar de lucht, is die blauw? Is er een weerspiegeling van de lucht in de zee? Welke kleuren hebben de wolken? Maak de leerlingen duidelijk dat er verschillende soorten van één kleur zijn; er zijn nuances. Het is de bedoeling dat leerlingen de kleuren kunnen beschrijven. Bijvoorbeeld: grijsblauw, geelachtig, geeloranje, appelgroen, Barbie roze, gedroogde koffievlek-bruin,…. De focus ligt vooral op het verwoorden. Misschien kunnen er nieuwe namen gegeven worden aan bepaalde kleuren. Denk ook aan voorvoegsels: warm, koud, licht, donker, diep, vuil, pastel, … Indien er een kleurenwaaier voorhanden is, laat hen deze dan gebruiken om kleuren te zoeken die ze zien in de lucht of zee. Zit er een richting in die wolken? Is er wind? Blaast die wind in een bepaalde richting? Gaat de regen of de sneeuw mee met de wind? Volgen de wolken die richting? Welke vorm hebben de wolken? Welke kleur heeft de zee vandaag? Is het een rustige zee of eerder een wilde zee? Heb je de zee al eens op een andere plaats gezien? Zo ja, heeft de zee in dat land andere kleuren? KORTE BESPREKING Ben je verbaasd over de kleuren die je allemaal gezien hebt? Zal je de lucht en zee ooit nog als zomaar blauw zien.
  • 13. 13 VERWERKING IN DE KLAS: ZEEZICHTCOLLAGE DOEL Leerlingen zoeken naar kleuren in tijdschriften (oud papier) en maken er een zeezicht mee. Techniek: collage MATERIAAL Oude tijdschriften (modebladen, reclamekrantjes van bv. auto‟s, kranten met veel foto‟s) potlood, schaar, lijm, 1 A3 blad INLEIDING Op foto‟s zijn er zeel veel kleuren te vinden. In de plaats van een zeezicht te schilderen zullen we een zeezicht samenstellen van stukjes gekleurd papier. OPDRACHT STAP 1 ZEEZICHT ZOEKEN De leerlingen kiezen een zeezicht dat hen aanspreekt. Als er foto‟s genomen zijn aan zee dan kunnen deze bekeken worden voor inspiratie. Er kan ook op internet gezocht worden naar verschillende soorten zeezichten. De leerlingen proberen dieper na te denken over het aspect „zeezicht‟. Denk ook aan de zeezichten die te zien zijn in de tentoonstelling of de talrijke zeezichten van Turner. Er zijn verschillende keuzes binnen het thema: ondergaande zon, maan, tropisch, grote golven, …het maakt niet uit, zolang er zee en lucht op staat. Een zelfverzonnen zeezicht kan natuurlijk ook. STAP 2 SCHETS MAKEN Als de leerlingen een zeezicht gekozen hebben, nemen ze het A3-blad om daarvan een schets te maken. Bepaal eerst het vlak waarin de leerlingen best werken. Werk niet te groot. De leerlingen tekenen de hulplijnen van hun zeezicht.. Hoe zal hun zeezicht er uit zien? Waar is de horizon? Is er een duidelijke zon te zien? De hulplijnen zullen het uitwerken van een lijn of vlak gemakkelijker maken. STAP 3 KLEUREN ZOEKEN Nu kunnen de leerlingen beginnen zoeken naar de kleuren in het oud papier. Ze kijken goed naar de kleuren van hun voorbeeld. Welke kleuren zoek je? Om een geslaagd resultaat te bekomen, is het beter eerst veel kleuren te verzamelen. De stukjes papier kunnen in vormen geknipt of gescheurd worden. STAP 4 ZEEZICHT KLEVEN De leerlingen kleven nu alle stukjes papier vast. Het volledige blad moet bedekt zijn. Ook voor het kleur wit moeten dus stukjes oud papier gebruikt worden. STAP 5 EVALUATIE Vond je gemakkelijk kleuren? Kon je de kleuren mengen? Hoe deed je dat? Ben je tevreden over het resultaat? Wat vind je van de techniek.
  • 14. 14 KUNSTKAART 2 DE BAADSTERS, THEO VAN RIJSSELBERGHE SCHILDERKUNST/NEO-IMPRESSIONISME/DRAMA/IMPROVISATIE VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Hoe is de verf aangebracht? Is het een schilderij? Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je? Waar doet het je aan denken? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? De kunstenaar wil met dit werk geen specifieke boodschap brengen maar vooral de kleurenpracht van licht tonen. WAT VALT OP AAN HET GEBRUIK VAN DOMEINELEMENTEN LICHT? Als er geen licht is, kunnen we geen kleuren zien. Kleuren zijn afhankelijk van licht. Ze veranderen volgens de hoeveelheid licht dat weerkaatst. Als er geen licht is, dan is het volledig donker. Kijk naar de schaduw van de dames in zee. Er schijnt daar minder licht op het water. Welk kleur heeft het water daar? Zien we die kleuren ook in de realiteit? Kun je bepalen waar de zon zich bevindt? CONTEXT4. Théo van Rysselberghe was een Belgische neo-impressionistische schilder die, op het einde van de 19de eeuw, een sleutelrol speelde binnen de Europese kunstwereld. In 1911 laat Théo Van Rysselberghe de Brusselse kunstkringen definitief los. Hij bouwt een huis aan de Middellandse zee en trekt zich volledig terug. Voortaan schildert hij uitsluitend landschappen, strandzichten en portretten van zijn familie met levendige kleuren en intense kleurcontrasten. Hij concentreert zich op het weergeven van licht en warmte in zijn schilderijen. Théo van Rijsselberghe Gent, 1862 – Frankrijk, 1926 De Baadsters, 1920 Olieverf op doek, 58 x 74 cm Mu.ZEE
  • 15. 15 MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Vind je dit goed geschilderd? Heeft de kunstenaar goed gekeken naar de weerkaatsing van het water, het licht op de vrouwen en de kleuren? Zou je dit werk bij jou thuis aan de muur willen hangen? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. ONDERZOEK AAN ZEE: MENSEN OBSERVEREN MATERIAAL Pen en papier DOEL Observeren en interpreteren van mensen aan zee. LOCATIE Ga richting het strand. Zoek een plaats waar er bedrijvigheid is. Bijvoorbeeld ter hoogte van het Casino-Kursaal. OPDRACHT Laat de leerlingen die bedrijvigheid observeren en noteren. Wie zien ze, wat doen ze, wie zouden ze zijn, waar komen ze vandaan, zijn het toeristen, welk verband hebben meerdere mensen (een groep) met elkaar,… KORTE BESPREKING Er kan kort besproken worden welke interessante figuren er te zien waren. Was het moeilijk om te raden wie deze mensen zijn? Was het moeilijk om een reden te verzinnen voor hun aanwezigheid aan zee? De naverwerking gebeurt in de klas. VERWERKING IN DE KLAS: ACTEER ALS EEN MENS AAN ZEE DOELEN Improviseren en in een groep een kleine opvoering brengen rond de zee. Een plaats weergeven door bewegingen en houdingen, een plaats die door anderen wordt gespeeld benoemen, iets mimisch uitbeelden, zich durven uiten en positief staan tegenover medeleerlingen. MATERIAAL Papier om op te schrijven en schrijfgerei, stoelen. Bij de laatste opdracht kan één computer per 4 leerlingen handig zijn (Geen vereiste). Eventueel een verkleedkoffer. INLEIDING Bij drama wordt betekenis gegeven door middel van het spel met personages, rollen, tijdskaders, gedachten, gevoelens en gedragingen. Onze personages geven zich al bloot in het schilderij van Théo van Rijsselberghe. We kennen ook de ruimte, maar de gedachten en de gedragingen van de personages op dat moment kunnen we enkel raden. OPDRACHT STAP 1 OPWARMING Deze inleidende oefening vraagt improvisatievermogen van de leerlingen en laat hen kennismaken met het thema. Alle leerlingen staan recht en hebben plaats om zich te bewegen. Laat hen vrij bewegen. Keer even terug naar het schilderij De baadsters dat we in Mu.ZEE hebben gezien. We zagen vijf naakte vrouwen, weet je nog? - Stel je voor dat je NU naakt bent. Hoe zou je reageren? Overdrijf! - Sommige vrouwen stonden in het water en andere niet. Misschien was het water veel te koud. Beeld je in dat het water veel te koud is maar je erin moet. Doe je dat onmiddellijk of geleidelijk aan? Let op je mimiek, zorg dus voor zeer veel uitdrukking op je gezicht. - Drie vrouwen staan of zitten op stenen langs het water. Door het mos kunnen die stenen zeer glad zijn. Probeer niet te vallen. - Je staat daar zo gezellig met de vriendinnen te praten in het water en OPEENS voel je iets aan je been glijden of kietelen.
  • 16. 16 STAP 2 INLEIDING Verdeel de klasgroep in kleinere groepjes (maximaal 4 lln/groep). Bepaal zelf of jouw klasgroep de verdeling mag kiezen of als de namen willekeurig gekozen worden. Misschien ken je de klasgroep en kan je zelf bepaalde strategische keuzes maken. Zorg dat ieder groepje bij elkaar zit met pen en papier. In de volgende drie stappen wordt er nagedacht over de opbouw van het toneelstukje. We onderzoeken eerst drie belangrijke bouwstenen bij drama: wie, wat en waar. STAP 3 WAAR? De ruimte is vooraf bepaald: de zee! Een plaats op, in of aan zee. Laat de leerlingen per groep goed nadenken over zoveel mogelijk verschillende locaties waar de zee een rol in speelt. Een woordspin is daarvoor een handige tool. Laat de leerlingen eerst zoeken in hun eigen ervaringen met de zee. Enkele voorbeelden indien er niet onmiddellijk inspiratie is: het strand, de duinen, de surfclub, een boot, een onbewoond eiland, de haven, een vakantieresort, … STAP 4 WIE? Aan elke locatie zijn er bepaalde figuren te verbinden. Nadat we dit onderzocht hebben plaatsen we personages op een locatie waar we hen niet verwachten. - oef.1 Welke rollen zijn er volgens de locatie het meest gangbaar? Typische figuren aan zee? De leerlingen zoeken er per groep verschillende. Bespreek ze klassikaal. Hoe gedraagt die persoon zich? Kunnen we eigenschappen laten opvallen door te overdrijven? - oef.2 Beeld uit zonder woorden. Haal één leerling naar voren en laat hem één van de voorbeelden uitbeelden. Het publiek raadt wie de persoon is. Voorbeelden: Visser, loper, zonnebaadster, redder, surfer, goudzoeker (metaaldetector), ijsjesverkoper, zeeman,… Een piraat met een houten been zal overdreven hinken. STAP 5 WAT? De leerlingen denken na over mogelijke situaties binnen het thema zee. Wat kan er allemaal gebeuren op het strand? Welke personages heb je daarvoor nodig? Ken je grappige of droevige scènes? Welke ruimte en personages kun je bedenken voor de volgende onderwerpen: vakantiepret, avontuur, middernacht, een mislukte vangst, de schatkist, verdwenen kleren, overstroming, … STAP 6 ZONDER TEKST Elk groepje bedenkt een scene of situatie waarbij alle groepsleden betrokken worden. De leerlingen zoeken uit hoe ze die scene kunnen uitbeelden zonder woorden. Elk groepje doet een voorstel en werkt het verder uit na goedkeuring. Er zijn twee criteria: de ruimte heeft als thema de zee en er worden alleen geluiden en gebaren gebruikt, dus geen tekst. Een slapstick kan hier goed gebruikt worden. (Voorbeelden: het gezin vertrekt met de auto voor een dagje zee, vissers op een boot, kinderen bouwen een zandkasteel, de eerste sprong in de zee, surfers met een surfplank, redders, reddingsoperatie, …) Leerlingen hebben aandacht voor de ruimtesuggestie. Als de scène zich afspeelt op een boot(je) te midden op wilde zee, kunnen leerlingen dit suggereren door onstabiel te staan. Lopen in het zand is toch iets moeilijker dan op de dijk. Voor iedere voorstelling: verwacht uiterste stilte van het publiek. Vraag hen om respectvol te zijn naar de medeleerlingen toe. Laat elk groepje voor ze hun stukje brengen, op papier indienen: wie welke rol speelt, waar ze zijn en wat er gebeurt. Na iedere voorstelling: De toeschouwers raden het „wie, wat en waar‟ van de scène. De acteurs begeleiden het publiek bij het raden van de ruimte, de personages en wat er gebeurt. STAP 7 EVALUATIE Was het moeilijk om je in te leven in je rol? Welke rol was het leukst om te spelen? Was jullie sketch duidelijk voor het publiek? Werd er snel ontdekt waarover het ging? tip: In dit thema is de zonnebril een veel voorkomend attribuut. Je kan de leerlingen misschien een zonnebril laten meebrengen. Een zonnebril op de neus kan een positief effect hebben op plankenkoorts.
  • 17. 17 Henri Matisse 1869, Le Cateau-Cambrésis (FR) - 1954, Cimiez (FR) Océanie: la mer, 1946-1947 Zeefdruk op linnen, 177 x 370 cm. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel © Succession H. Matisse - SABAM Belgium 2014 KUNSTKAART 3 OCÉANIE: LA MER, HENRI MATISSE COLLAGE/FAUVISME/CUT-OUTS/VORMEN VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Hoe zijn de vormen op het doek aangebracht? Is het een schilderij? Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je? Wat kun je vertellen over de vormen? Hoe is het gemaakt? Waaraan doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WELK SOORT WERK IS HET EN WAARAAN ZIE JE DAT? Herkennen de leerlingen het doek waarop gewerkt is? Kennen ze andere toepassingen met linnen? De vormen zijn in het originele werk uitgesneden vormen. Dit werk is een zeefdruk. Het is dus een kopie met verf van het originele werk. Er zijn 30 zeefdrukken gemaakt. HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL? 'Schilderen met de schaar' is de techniek die Matisse gebruikte. Hij knipte vormen uit geschilderde stukken papier en plaatste die op het doek. (papiers gouaches et découpés). In plaats van eerst een omtrek te maken en die dan in te kleuren, werkt hij op het eind van zijn leven direct in kleur. Hij kon zich volop uitleven met de visuele mogelijkheden van heldere kleurvlakken en perfect gesneden lijnen. Dit had ook een praktische reden; zo kon hij vanuit zijn rolstoel toch een omvangrijk kunstwerk maken. CONTEXT4. De laatste tien jaar van zijn leven (vanaf zijn 75ste) ontbrak het de schilder aan kracht om nog te werken zoals hij altijd had gedaan. Toch bleef hij niet bij de pakken zitten; hij ging op zoek naar andere manieren om creatief bezig te kunnen zijn. Hij liet vellen papier door assistenten met gouache beschilderen, telkens eenkleurig, maar in totaal ging het toch over dertig verschillende kleuren. Uit die vellen knipte hij dan allerlei vormen en stelde daarmee nieuwe werken samen, kleinere, maar soms ook werken van aanzienlijke grootte. Het kunstwerk heeft nog een ander deel: 'Océanie, le ciel'. Het lijkt er sterk op „la mer‟ maar de vormen zijn iets anders.
  • 18. 18 MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. ONDERZOEK AAN ZEE: VORMEN TEKENEN IN ZAND DOEL Vormen tekenen in het zand met een stok. (techniek land art) LOCATIE Zoek een rustig en open stuk strand het liefst met hard zand. Als je onderweg naar het strand langs de Groentenmarkt gaat, stop dan even bij het oude schelpenwinkeltje. Het is ook een fictief winkeltje want je kan er niets kopen en het is nooit open. De eigenaar verzamelt en etaleert een interessante collectie aan zeewezens en kitsch. MATERIAAL 1 stok per leerling. (type borstelstok of stevige tak uit het bos) Fototoestel om het resultaat vast te leggen. OPDRACHT Laat de leerlingen de stok en het zand eerst verkennen. Hoe teken je met een stok? Laat de leerlingen de techniek ontdekken en laat hen dan vormen en lijnen tekenen die geïnspireerd zijn op de vormen uit de zee. Bijvoorbeeld een zo rond mogelijke cirkel in één lijn, een even lange lijn tekenen door het tellen van de voetstappen, een spiraal van een schelp, het ritme van een geribbelde schelp, door in vlak zand te kerven krijg je donkere partijen,… Laat de leerlingen experimenteren. Als ze een vorm hebben die hen aanspreekt kan er een patroon gevormd worden. Er kunnen eventueel verschillende leerlingen samenwerken. Bekijk voorbeelden van land art op het strand (Google) KORTE BESPREKING Als het mogelijk is, bekijk het strand met de tekeningen vanop een hoogte. Zijn de vormen anders als je er van ver naar kijkt? Was het een moeilijke techniek?
  • 19. 19 VERWERKING IN DE KLAS: VORMEN UIT DE ZEE DOELEN Vanuit het bestuderen van fauna en flora uit de zee komen tot een klassikaal kunstwerk geïnspireerd op Matisse. Figuren uit de zee zoeken en ze vereenvoudigd vormgeven, uitknippen en als stempel uit een aardappel snijden. Klassikale verwerking. MATERIAAL gerecycleerd papier, 1 aardappel per leerling, mesje, goede schaar, verf, verfbakjes, 1 groot blad papier INLEIDING Matisse sneed vormen uit gekleurd papier. Hij tekende niet eerst een omtrek om het vlak daarna in te kleuren. Hij werkte op deze manier onmiddellijk in kleur. Is het moeilijk om tot gestileerde vormen te komen? Zien we er nog de vorm in die we wilden of is het op iets anders gaan lijken? OPDRACHT STAP 1 ZEELEVEN BESTUDEREN Ofwel hebben de leerlingen de mogelijkheid om in de klas op internet te surfen, ofwel hebben ze dit thuis gedaan, ofwel heeft de leerkracht gezorgd voor bronnen (boeken uit de bib of PowerPointpresentatie) over de onderwaterwereld. STAP 2 VORMEN ONTDEKKEN Zijn er dieren of planten die je leuk vindt? Probeer ze eenvoudig na te tekenen. Gebruik zo weinig mogelijk lijnen. Teken zoveel mogelijk verschillende vormen of teken één vorm op verschillende manieren. Teken uit de losse hand. STAP 3 VORMEN KNIPPEN Voor deze oefening kan gerust gerecycleerd papier gebruikt worden. Knip vormen uit het blad zonder de vorm vooraf er op te tekenen. Haal de vorm uit het blad. Je kan steeds bijknippen tot je vorm klaar is, maar soms kan je ook te ver snijden. Misschien zit er nog een andere vorm in de mislukte vorm? Bekijk de restanten van papier voor je ze terug bij het oud papier gooit. Zitten er nog interessante vormen tussen? STAP 4 VORMEN UITSNIJDEN De leerlingen bekijken al hun vormen die ze ondertussen gemaakt hebben. Ze nemen hun aardappel en bekijken welke vorm ze uit de aardappel kunnen halen. De grootte van de vorm is afhankelijk van de grootte van de aardappel. Eens de vorm gekozen is, kan de aardappel gesneden worden. Snijd eerst een plat vlak, dit is het vlak waar de verf op zal komen. De negatieve vorm moet dus weggesneden worden. STAP 5 VORMEN STEMPELEN Alle leerlingen nemen hun aardappelstempel en gaan rond het groot blad papier staan. Iedereen mag nu zijn vorm stempelen op het blad. Het is de bedoeling om een onderwaterwereld te creëren met de vormen. Beslis met de klas of iedereen dezelfde kleur gebruikt of allemaal verschillende kleuren. Zorg dat het blad niet te vol komt te staan. STAP 6 EVALUATIE Zoek een manier om het werk op te hangen en laat de leerlingen het bekijken en bespreken. Zijn er stukken die heel goed zijn? Wat kon beter?
  • 20. 20 KUNSTKAART 4 GULLSCAPE, ROY LICHTENSTEIN SCHILDERIJ/POPART/CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJ/MEDIAWIJSHEID VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Welke kleuren zie je? Wat kun je vertellen over de vormen? Hoe is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WAT STELT HET WERK VOOR? Roy Lichtenstein gebruikt details van strips en vergroot ze uit1 . Hij kiest vooral voor de gevoelige of gewelddadige scènes. De strips (pulps) die dateren tussen 1920 en 1950 waren gedrukt op goedkoop papier. Er werd ook bespaard op inkt door het gebruik van gekleurde stippen die voordeliger zijn dan het inkleuren van volledige vlakken. HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK OF WELK MATERIAAL? Olie en acryl op canvas. Net zoals in een strip geeft hij de vlakken weer in stippen of rasterpunten. Lichtenstein gebruikt rasterdots als schildertechniek. Een metalen plaat vol met ronde gaatjes op gelijke afstand van elkaar wordt op de canvas gelegd. Door er zacht overheen te schilderen met een kortharige borstel, creëer je stippen2 1 De originele stripfragmenten met de werken van Lichtenstein er naast: http://davidbarsalou.homestead.com/LICHTENSTEINPROJECT.html 2 Foto’s met Roy Lichtenstein en zijn manier van werken: http://www.moderndesign.org/2012/03/art-by-roy- lichtenstein.html Roy Lichtenstein 1923, New York, New York (US) – 1997, New York, New York (US) Gullscape 1964 172,7x 203,2 cm Olieverf en acryl op doek Virginia Museum of Fine Arts, Richmond © SABAM Belgium 2014
  • 21. 21 WAT VALT OP AAN HET GEBRUIK VAN KLEUR? Stelling: Roy Lichtenstein gebruikt alleen de primaire kleuren in combinatie met zwart en wit, juist of fout? Juist! Leerlingen zien een paarse kleur maar als ze goed kijken, zien ze afzonderlijke stippen in rood en blauw. Roy Lichtenstein gebruikt voornamelijk de kleuren rood, geel en blauw, soms groen. De kleurvlakken omlijnt hij met dikke zwarte lijnen. CONTEXT4. Roy Lichtenstein is een Amerikaans popartkunstenaar. Popart is een kunststroming uit de jaren ‟50 en ‟60. De kunstenaars inspireren zich op alledaagse gebruiksvoorwerpen uit de consumptiemaatschappij en massaal vervaardigde serieproducten. De jaren ‟50 werden gekenmerkt door abstract expressionisme. De popart zette zich af tegen deze niet toegankelijke kunstvorm en wilde net een soort van „straatkunst‟ maken die voor iedereen toegankelijk zou zijn. Vaak zit er dan ook geen boodschap in verwerkt. Ze maken gebruik van advertenties en reclame, kranten en tijdschriften, televisie en populaire strips. Afbeeldingen van beroemdheden als Elvis Presley, Marilyn Monroe en Mao maar ook soepblikken, spaghettiverpakkingen, colaflessen en andere supermarktproducten konden in de kunstwerken als onderwerp uitgebeeld worden. Bij sommige popartkunstenaars speelt ironie een grote rol. Ze focussen zich op de verheerlijking van de consumptie en de onverschilligheid van de massa. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou je dit werk bij jou thuis aan de muur willen hangen? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. Afbeeldingen en oplossingen: A= Andy Warhol, 1964, 1 van de 32 Campbell‟s Soup Cans.(popart) B= Niki de Saint Phalle, 2000, Petite Nana (nouveau réalisme) C= Andy Warhol, 1962, Marilyn Monroe (popart) D=Piet Mondriaan, 1930, Composition II in red, blue and yellow. (neoplasticisme) E= Gerrit Rietveld, 1919, Rood-blauwe stoel. F= Roy Lichtenstein, 1965, Sweet dreams baby. G= Roy Lichtenstein, 1965, Head With Blue Shadow. H= Roy Lichtenstein, 1961, Look Mickey. I= Roy Lichtenstein, 1964, Oh, Jeff...I Love You, Too...But…
  • 22. 22 ONDERZOEK IN DE STAD: FOTOREPOTAGE CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJ DOEL Het in beeld brengen van de consumptiemaatschappij in onze omgeving en daarover reflecteren. MATERIAAL Een fototoestel (eventueel een smartphone of tablet) LOCATIE Verkenning in de stad, het maakt niet uit waar. Rond het museum kan het perfect. OPDRACHT De consumptiemaatschappij ontstond na de oorlogen. Met de economie ging het steeds beter en de technologie evolueerde snel. Lichtenstein gaf met zijn werken een beeld van die maatschappij. Hoe zit het op vandaag? Er is tegenwoordig overal reclame te zien. Heeft het effect op ons? Ken je nadelen van onze consumptiemaatschappij? Hoe gaat het nu met onze economie? En technologie? Ken je de nieuwste technologische snufjes? Leerlingen nemen foto‟s van wat ze in hun directe omgeving zien aan (opvallende) reclame van winkels, reclamepanelen, bushokjes, kortingen, populaire merken, … Er kan gekozen worden voor een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld: schreeuwerige afprijzingen, reclame met geïdealiseerde mensen, één bepaald product of een merk, enz. KORTE BESPREKING Welke reclame zien we? Waar zie je reclame? Heeft het effect? Koop je die producten? Geloof je de reclame? VERWERKING IN DE KLAS: DE SCHILDERTECHNIEK VAN LICHTENSTEIN DOEL Weergeven van een commercieel product en uitwerken in dezelfde techniek als Roy Lichtenstein, met stippen en dikke zwarte lijnen. Tweedimensionaal, waarnemend tekenen, nauwkeurig werken met een meetlat. MATERIAAL potlood en gum, 1 A3 tekenblad, A4 karton (zoals de achterkant van een cursusblok of een doos ontbijtgranen), perforator, meetlat, potlood of stiften, dikke zwarte stift INLEIDING We hebben de neiging om producten met een populaire merknaam te verkiezen boven onbekende merknamen. We drinken massaal Coca Cola en eten zelfs op reis McDonald‟s omdat we het kennen. We hebben een GSM en minstens één tv en computer. Als een apparaat stuk gaat, kopen we onmiddellijk een nieuwe want we kunnen toch niet zonder? Winkelen is een hobby geworden, we zijn altijd op zoek naar meer en mooiere spullen. In de tweede helft van de twintigste eeuw is de consumptiemaatschappij tot bloei gekomen door twee oorzaken: de groei van de economie (we hebben meer geld te besteden) en de ontwikkeling van de elektronische media (radio, tv en internet). We leven nu in een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin massaal verbruiksartikelen worden aangeboden en gekocht. De popart beweging ontstond bijna gelijktijdig met deze consumptiemaatschappij.
  • 23. 23 OPDRACHT Kleine test in de klas: merk of geen merk? Wat is een consumptiemaatschappij? Kan reclame kunst zijn? reclame in tijdschriften. mediawijsheid. vergrootglas. Speelt reclame een belangrijke rol in onze consumptiemaatschappij? Als de leerlingen foto‟s hebben gemaakt van reclame dan kunnen deze beelden gebruikt worden. Als er geen onderzoek op locatie is geweest dan kunnen leerlingen een object meebrengen. (bv. iets in een verpakking met reclame op3 ). De gemakkelijkste optie is een foto van een object (met reclame er op) mee te brengen. 3 Bijvoorbeeld: tandpasta, lege verpakking van fastfood, blikje frisdrank, melk, zalf, cornflakes… Het product hoeft niet van een bekend merk te zijn. Opteer voor bedrukking zonder foto’s en die zo grafisch mogelijk is. STAP 1 ONDERZOEK VAN DE VORM Hoe gaan we het object positioneren en hoe gaan we het op ons blad weergeven? Hoe groot zal ik het tekenen? Om de intensiteit van deze opdracht te beperken is het belangrijk dat leerlingen niet te groot werken. Geef hen daarom een vlak op het blad waarbinnen ze kunnen werken. STAP 2 SCHETSEN VAN DE VORM Zoek naar de geometrische vorm van het product. Laat de leerlingen eerst de basisvorm aangeven op het blad. Controleer of elke tekening goed op het blad staat. Voor kubussen en balken moet er gelet worden op het perspectief. Belangrijke tips: meet met een gestrekte arm en een potlood (of een lat) de verhoudingen, houd één oog dicht. Teken exact wat je ziet, vergeet wat je denkt te zien. Alle lijnen in de zelfde richting moeten parallel zijn. STAP 3 AFWERKEN VAN DE TEKENING Tekenen van de reclame of het opschrift van het product. De leerlingen kunnen de tekening nu helemaal afwerken. Alle tekst en vormen kunnen nu binnen het vlak geplaatst worden. STAP 4 RASTER MAKEN Er zijn meerdere opties om een raster te maken. Ten eerste kan er zelf een raster gemaakt worden met de perforator. De leerlingen kunnen hiervoor een stuk dun karton gebruiken en de positie van de gaatjes uitmeten. Er kan ook een lege strip van pillen gebruikt worden. Snijd voorzichtig de potjes van het metaal en je hebt een stevig raster. De leerlingen kunnen ook zelf stippen tekenen en inkleuren zonder raster. STAP 5 STIPPEN AANBRENGEN De leerlingen brengen met behulp van het kartonnen raster de stippen aan. Omdat we geen groot metalen raster hebben, is verf en karton geen goede combinatie. We gebruiken kleurpotloden of stiften en elke stip wordt afzonderlijk getekend. Laat de leerlingen het object dus niet te groot tekenen. Afhankelijk van het onderwerp en de richting kan er een hulplijn getekend worden om het raster langs te leggen. Bij het tekenen van de stippen kunnen de leerlingen onmiddellijk het kleurpotlood of de stift gebruiken in de juiste kleur. Zo moet er geen potloodlijntje getekend en weer uitgegomd worden. STAP 6 KLEURVLAKKEN AFWERKEN Net zoals Lichtenstein werken we de contouren van ons object af met een dikke zwarte lijn. Die lijn is soms dun en soms zeer dik. STAP 7 PRESTENTATIE EN BESPREKING Leg alle werken naast elkaar op een grote tafel zodat de leerlingen ze kunnen bekijken. Bespreek de resultaten. Waarom koos de leerling dat voorwerp? Heeft het een betekenis? Zijn de stippen goed gelukt? Zie je een kleurvlak als je het werk vanop een afstand bekijkt?
  • 24. 24 KUNSTKAART 5 DE MOSSELPOT, MARCEL BROODTHAERS INSTALLATIE/REALISTISCHE KUNST/KUNSTKRITIEK/SCHELPEN/MUZIEK VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Laat de leerlingen even kijken en zeg niets. Vraag dan wat de eerste indruk is zonder enige informatie te geven. Wie wil er iets over vertellen? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: wat stelt het werk voor? Hoe is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? De kunstenaar heeft iets met mosselen. Hij speelt graag met de dubbele betekenis van het woord ‘moule’: „la moule‟ (de mossel) en „le moule‟ (de gietvorm, sjabloon of mal). De mossel maakt zijn eigen schelp, zoals de inhoud van een kunstwerk zijn vorm bepaalt. Bovendien is het een typisch Belgisch product; mosselen met frietjes. Broodthaers speelt graag met typisch Belgische elementen. WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK? Op een speelse en ironische manier levert Marcel Broodthaers kritiek op de rol van de kunst en de kunstenaar in de maatschappij, op het belang van het museum en op de kunsthandel die de waarde van kunst bepaalt. Hoort alleen echte kunst thuis in een museum? Wordt een voorwerp kunst omdat het in een museum staat? Waarom is een banale mosselpot plots kunst? CONTEXT4. Broodthaers stelt meer vragen dan dat hij antwoorden geeft. Het resultaat is voor hem altijd belangrijker dan het idee. Dat maakt van hem een realistisch kunstenaar. Maar het is moeilijk om Broodthaers in een hokje te plaatsen. Hij inspireert zich ook op Magritte, de dichter Baudelaire en pop art. Marcel Broodthaers 1924, Sint-Gillis (BE) - 1976, Keulen (DE) Grande casserole de moules 1966 hoogte 61 cm, diameter 71,5 cm Casserole, mosselschelpen, verf S.M.A.K., Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, Gent © The Estate of Marcel Broodthaers c/o SABAM Belgium 2014
  • 25. 25 MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je meer weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. ONDERZOEK IN HET NOORDZEEAQUARIUM: DE VORMEN VAN SCHELPEN DOEL Ontdekken van de vormen van schelpen door het bestuderen en het tekenen. MATERIAAL Schetsblok, tekenpapier, potlood, gum, fijn stiftje. LOCATIE Het bezoek aan het Noordzeeaquarium kan een interessante aanvulling zijn voor de vakken biologie of een focus op visserij. Op de website is er een catalogus te vinden van de Noordzeefauna. De meeste zeedieren zullen aanwezig zijn in het aquarium. Buiten het gebouw vindt je ook verschillende kraampjes en de vistrap waar de vissers hun vangst verkopen. OPDRACHT Schaaldieren maken allemaal hun eigen schelp en sommige schelpen zijn echte pareltjes. De leerlingen verkennen het aquarium. Ze zoeken een schelp die hen aanspreekt en maken er een schets van. De andere dieren kunnen natuurlijk ook getekend worden. KORTE BESPREKING Waarom koos je die schelp? Welk zeedier kregen de leerlingen al op hun bord? Welk dier heeft de meest bijzondere naam? Het Noordzeeaquarium aan de Visserkaai. (18 min. stappen vanaf Mu.ZEE). Kijk op de website voor de openingsuren: http://users.skynet.be/noordzee.aquarium/index.htm De toegangsprijs bedraagt 1 euro.
  • 26. 26 VERWERKING IN DE KLAS: ZIJN ALLEDAAGSE GELUIDEN MUZIEK? DOEL Reflecteren over wat muziek is en ontdekken hoeveel muziek er in de geluiden zit die we elke dag horen. Een lied beluisteren, onderwijsleergesprek over kunst, musiceren met een ballon, digitaal muziek maken met alledaagse geluiden. MATERIAAL 1 ballon per leerling (+ extra), computer of tablet met internetverbinding. INLEIDING Marcel Broodthaers gebruikt alledaagse voorwerpen en maakt ze tot kunst. Het idee achter het kunstwerk is belangrijker dan de inhoud. Is dit ook zo bij muziek? Is de klank belangrijker dan het instrument? Is het idee van een muziekinstrument belangrijker dan de muziek (inhoud) dat het voortbrengt? OPDRACHT STAP 1 INLEIDING Beluister het nummer „Wat is kunst’ van Noordkaap klassikaal. Projecteer de songtekst zodat de leerlingen kunnen meevolgen. http://www.youtube.com/watch?v=76sKLk5VXHY&gl=BE Ga een klasgesprek aan over het nummer. Wat is volgens de zanger kunst? Was hij gefascineerd door de kunst of was het iets anders? Wat is een kraak? Waarom is hij de held van het halve land? Wat wil hij stelen? Vind je “wat vind jij van dit schilderij?” een goede openingszin? We komen tot de conclusie dat het lied duidelijk maakt dat kunst voor iedereen anders is; iedereen heeft een eigen mening. In dit geval heeft de zanger meer oog voor een mooie vrouw dan voor de kunstwerken. Wat is kunst, Noordkaap Album: Een heel klein beetje oorlog (1992) Wat is kunst. Ze kwam naast me staan en ze zei, wat vind jij van dit schilderij? Ik keek haar aan, dit was verdacht, deze vraag had ik nooit verwacht. Wat is kunst? Wat is kunst? Die blik in haar ogen dat is kunst. Wat is kunst? Wat is kunst? Er hing Picasso, Pellens en Vermeer dure dingen intense sfeer. Rake kleuren immense pracht haar geschuifel was verdacht. Wat is kunst? Wat is kunst? Die blik in haar ogen dat is kunst. Wat is kunst? Wat is kunst? De kraak van de eeuw is zo dichtbij politie op de hielen, kijk naar mij! Ik ben de held van het halve land, deze jongen heeft saaie kunst verbrand. De duurste collectie van de eeuw, de gids vertelt het en ik geeuw. Naast me staat een prachtig beeld, een prijs voor de boef die haar steelt. Wat is kunst? Wat is kunst? Die blik in haar ogen dat is kunst. Wat is kunst? Wat is kunst? De kraak van de eeuw is zo dichtbij politie op de hielen, kijk naar mij! Ik ben de held van het halve land, deze jongen heeft saaie kunst verbrand. De kraak van de eeuw is zo dichtbij politie op de hielen, kijk naar mij! Ik ben de held van het halve land, deze jongen maakt saaie kunst plezant...
  • 27. 27 STAP 2 ONDERZOEK: WAT IS MUZIEK? We weten (zie verwerking in Mu.ZEE) dat er geen duidelijke definitie is van kunst. Maar is dat ook zo voor muziek? Wat is muziek? Komt muziek alleen uit muziekinstrumenten? Zijn het alleen geluiden die we maken omdat we ze graag horen? Bevraag de leerlingen wat muziek is voor hen. Waarom luister je naar muziek? Is het geluid van een auto die voorbijrijdt muziek? Kan de wind muziek maken? Fluitende vogels of een fluitende ketel? Wat is het tegenovergestelde van muziek? Lawaai of stilte? Is stilte ook muziek? Bestaat stilte wel of is er altijd geluid? Probeer met de leerlingen stilte te horen. Ogen sluiten en 15 seconden stilte. Lukt dat? Of hoor je nog altijd iets? STAP 3 EXPERIMENTEREN MET GELUIDEN Met wat kan je muziek maken? Vraag hierop door als er enkel instrumenten worden genoemd. Kan je ook met een deur, potten, pannen, mes, vork, ... of met een ballon muziek maken. Geef elke leerling een ballon. Laat ze zoeken naar zoveel mogelijk geluiden die ze met de ballon kunnen maken. Welke handeling voeren ze uit? Overloop de geluiden. Als er heel wat geluiden getest en bedacht zijn laat dan het filmpje zien van Andrew Huang. http://www.youtube.com/watch?v=aZND9dApFKU. Hij covert het lied ’99 luftballons’ van Nena, met ballonen. Zijn er geluiden met de ballon die de leerlingen nog niet gevonden hadden? Een ander voorbeeld van hoe je met alleen alledaagse voorwerpen muziek kan maken: Sampled Room van Mat Zdziebko http://vimeo.com/18929809 Iedereen heeft eigenlijk altijd een instrument bij zich…wat? De stem zal zeker een van de eerste antwoorden zijn maar laat de leerlingen verder zoeken tot er verschillende delen van het lichaam genoemd worden. Handen klappen, de pop met de vinger in de kaak, stampen met de voeten, wrijven met de handen, percussie op buik en billen, … De stem blijft een belangrijk middel om geluid te produceren. Er zijn mensen die daar een stap verder in gaan. Bij vocale percussie of beatboxen worden ritmes zeer realistisch nagebootst. Bekijk een het filmpje van Tom Tumb, het orkest in mijn mond (Nederlandstalige ondertiteling). http://www.ted.com/talks/tom_thum_the_orchestra_in_my_mouth?langua ge=nl. Misschien zijn er leerlingen die kunnen beatboxen? Laat hen eens proberen. Er moet vooral veel lucht gebruikt worden. Laat hen zoeken naar bijzondere geluiden die ze produceren met hun mond. STAP 4 PRODUCTIEF Laat de leerlingen plaatsnemen aan een computer en surfen naar deze website: http://www.breakintheroad.com/ De site is Engelstalig maar dat zal amper een belemmering zijn. Er is eerst een intro waarin een DJ de opdracht krijgt een nieuw nummer te maken. De intro kan je overslaan door op SKIP te drukken. Daarna komen leerlingen in de virtuele stad terecht. Ze zijn dus de DJ die geluiden gaat verzamelen in de stad. Door te klikken als je een microfoon ziet kan je geluiden opnemen. Eens er 6 geluiden verzameld zijn kan je ze beginnen mixen. Maak je eigen muzieknummer. STAP 5 LUISTERMOMENT EN NABESPREKING Beluister de fragmenten van alle leerlingen. Was deze site gemakkelijk om te gebruiken? Ben je tevreden van je eigen resultaat? Ga je nu aandachtiger luisteren naar de alledaagse geluiden, zelfs de heel stille geluiden? Motiveer de leerlingen door hen als extra oefening nog filmpjes te laten zoeken waarin er muziek gemaakt wordt met originele instrumenten of geluiden. Las een toonmoment in.
  • 28. 28 Hanne Darboven 1941, München - 2009, Hamburg (DE) Der Sand - 1979 Handschrift in inkt op 456 A4-vellen cellofaanpapier Courtesy of Simon Vogel, Cologne/Berlin –privéverzameling, Zürich & Kewenig, Berlin KUNSTKAART 6 DER SAND, HANNE DARBOVEN INSTALLATIE/CONCEPTUELEKUNST/SCHRIJVEN/RITME/IMPROVISATIE VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Wie wil er iets over vertellen? Is er iets dat je opvalt? Wat roept het op? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Hoeveel lijstjes hangen er? Wat staat er op? ANALYSE3. WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? Duizenden A4-tjes heeft Hanne Darboven beschreven met letters en cijfers. Ze schrijft niet omdat ze een verhaal wil vertellen. Het gaat haar om de meditatieve handeling van het schrijven zelf en om het vastleggen van de tijd die dit proces in beslag neemt. WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK? Meer dan veertig jaar lang krabbelt ze met haar regelmatige handschrift codes en tekens op vellen papier. Zo probeert ze vat te krijgen op de chaos in de wereld om haar heen; een verwerking van de realiteit. HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL? Der Sand omvat 456 vellen A4-papier met overgeschreven teksten uit verschillende bronnen.
  • 29. 29 CONTEXT4. Hanne Darboven is een pionier van de conceptuele kunst, waar het idee of het concept primeert. Het kunstwerk hoeft niet mooi of technisch hoogstaand te zijn. “Kunst is een mix van idee en discipline” Der Sand begint met het verkennen van het woord zand. Vanuit de encyclopedie Brockhaus schrijft ze alle betekenissen van het trefwoord „zand‟ uit: George Sand, zandman, zandbak, zandloper, enz. Andere vellen zijn gevuld met vloeiende lijnen die doen denken aan een handschrift maar zonder betekenis. Het lettertype speelt een dubbele rol; een onafhankelijke, leesbare kopie van een echte tekst en een abstract-conceptueel resultaat van een eenvoudige, ritmische handbeweging. De titel van het werk is autobiografisch. Hanne Darboven groeit op in Hamburg en woont op een plein met de naam „Der Sand‟, waar ook het conservenbedrijf van haar grootvader J.W. Darboven (°1895) is gevestigd. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou je dit werk graag bij jou thuis hebben? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. ONDERZOEK AAN ZEE: RITME MATERIAAL fototoestel (tablet, smartphone) DOEL Op zoek gaan naar ritme en het in beeld brengen. OPDRACHT Ritme en herhaling zijn belangrijke elementen in het werk van Hanne Darboven. Ritme is niet alleen te vinden in muziek maar eigenlijk overal. Je moet gewoon goed kijken. Zoek op het strand, op de dijk of aan zee naar ritmes en neem er een foto van. Heb oog voor het beeld dat je vastlegt. Speel met het ritme. Je kan ook ritmes maken in het zand. Voorbeelden: paaltjes, de golven van de zee, stenen van de dijk, strandhuisjes, mensen, banken, … KORTE BESPREKING Zorg ervoor dat leerlingen hun foto‟s kunnen tonen in de klas. Afhankelijk van de tijd die je wil investeren kan je de fotoreportage verder laten uitwerken. Elke leerling toont bijvoorbeeld zijn drie beste foto‟s nadat hij ze bewerkt heeft (bijsnijden, rechtzetten, …) Vraag telkens aan de andere leerlingen waarin ze het ritme zien. Laat de fotograaf in kwestie een woordje uitleg geven.
  • 30. 30 VERWERKING IN DE KLAS: SCHRIJFIMPROVISTATIE MET RITME DOEL Schrijven en improviseren via een doorschuifsysteem. Door het klassikaal schrijven ontstaat er een uniform handschrift en is de geschreven inhoud een klassikale gedachte. Samen maken we een werk zoals dat van Hanne Darboven. MATERIAAL Blauwe balpen, A4-schrijfpapier, dik A4-papier, meetlat, potlood en breekmes. INLEIDING Hanne Darboven heeft haar hele leven lang geschreven. Ze schreef duizenden bladzijden vol met letters en cijfers. Het was een soort meditatie, zo verwerkte ze de realiteit. We kunnen allemaal beginnen schrijven (zoals we in het museum deden). Maar van iedereen zal de inhoud anders zijn. Het is de bedoeling dat we allemaal samen de tijd registeren door te schrijven. Omdat de inhoud en het handschrift uniform moeten zijn zullen we ons schrijfwerk steeds doorgeven. We werken in een ritme of patroon. OPDRACHT STAP 1 VOORBEREIDING Leerlingen nemen elk een blad papier. Ze schrijven het woord „zee‟ op, links tegen de marge op de eerste lijn van het blad. Laat aan elke kant een marge van 3 cm vrij. Hun naam komt op de achterkant van het blad. STAP 2 SCHRIJVEN Direct naast het woord schrijven ze een woord dat bij hen naar boven komt bij het denken aan zee. Telkens krijgen de leerlingen tien seconden om een woord te bedenken en dan moeten ze het blad doorgeven aan de medestudent. Die leerling kan bijvoorbeeld de laatste woorden lezen, er een som van maken daaruit een nieuw woord of begrip produceren, dit is het wiskundige aspect. Het is de bedoeling om te improviseren. We starten bij de zee maar we kunnen al snel van dat idee weggegaan. Alle woorden die boven komen, zijn goed. De leerkracht houdt de tijd in het oog en geeft een signaal om door te schuiven. Als blijkt dat leerlingen meer tijd nodig hebben, kan de tijd wat langer. Probeer de tijd na verloop te verkorten naar vijf seconden. Het doorschuifsysteem staat voor het ritme of de herhaling. Elk A4-tje zal vol tekst staan maar zonder verhaal. De oefening kan oneindig lang verder gaan. De leerkracht beslist zelf wanneer de opdracht stopt; idealiter wanneer het blad volgeschreven staat. STAP 3 AFWERKING Alle A4tjes van „Der Sand‟ zijn ingelijst. Als er voldoende tijd is, zou een kleine lijst rond elke A4 een meerwaarde zijn. Een lijstje is snel gemaakt; je kan hiervoor een A4-blad dik wit/zwart papier gebruiken. Werk stap voor stap. De lijst is 1.5 of 2 cm dik en wordt op het beschreven blad gekleefd. Het overgebleven stuk zwart papier wordt opgehaald of bijgehouden voor een toekomstige opdracht. STAP 4 PRESENTATIE Als presentatie baseren we ons ook op Hanne Darboven. We hangen alle werken naast elkaar. Er zal een eenheid ontstaan en opnieuw een ritme. Afhankelijk van de beschikbare ruimte probeer je zoveel mogelijk in een rechthoek te werken. EXTRA Door haar getallensysteem in noten om te zetten, ontwikkelde Hanne Darboven ook haar eigen mathematische muziek die ze vervolgens door symfonieorkesten liet uitvoeren. http://www.youtube.com/watch?v=LMGTlEQkLL8 http://www.youtube.com/watch?v=y-5EI4bjyBk Kunnen de leerlingen er een melodie in herkennen? En een ritme? Hoor je wiskunde of cijfers in de muziek? Is dit muziek voor jou? Waarom wel of niet?
  • 31. 31 Jan Fabre 1958 Antwerpen (BE) Sea-Salt of the Fields - 1980 Videoregistratie, 34 min. performance Milwaukee, Marquette University, LIMA, Amsterdam/Museum van Hedendaagse Kunst, M HKA, AntwerpenCopyright : Angelos bvba - Foto: Christine Clinckx © SABAM Belgium 2014 KUNSTKAART 7 SEA-SALT OF THE FIELDS, JAN FABRE PERFORMANCE/CONCEPTUELE KUNST/SYMPBOLEN/ZOUT STROOIEN VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WELK SOORT WERK IS HET EN WAARAAN ZIE JE DAT? Het is een performance. Het zijn beelden van een optreden in een universiteit in Amerika. WAT STELT HET VOOR? WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? Het is een hommage aan een andere kunstenaar; Marcel Duchamp. De titel is een letterlijke vertaling van de naam Marcel Duchamp: Sea-Salt-of-the-Fields/ Mer-Sel-du- Champ/Mar-cel-du-champ. In deze performance schrijft Fabre met zout het woord „art‟ op de grond. Het zout verwijst naar Duchamps voornaam: Mar-cel/sel. De kunstenaar wordt hierdoor tot een kunstwerk omgevormd. Maar zout heeft ook een andere symbolische betekenis; het wordt al lang als betaalmiddel gebruikt, het is onlosmakelijk verbonden met de zee, het is een specerij dat voeding smaakt geeft en het langer houdbaar maakt. Met industrieel zout en keukenzout tekent hij de golven van de zee op de vloer. Met zoutkorrels bestrooit hij de hoofden van een aantal toeschouwers; op die manier kruidt hij hun geest. De hoopjes zout verwijzen naar de manier waarop zout wordt ontgonnen.
  • 32. 32 CONTEXT4. Jan Fabre is multidisciplinair; theaterregisseur, operamaker, choreograaf, schilder, tekenaar, beeldhouwer en filmproducent. Hij werkt niet zozeer vanuit een bepaalde kunstvorm maar vooral vanuit ideeën, symbolen en concepten. Het werk van Fabre is heel conceptueel, maar steeds verbonden met een sterke beeldtaal. „Sea-Salt of the Fields‟ is één van de eerste performances van Jan Fabre. Het is een hommage aan de kunstenaar Marcel Duchamp. Hij was de eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als een kunstwerk (een readymade). Duchamp riep hiermee kunst-filosofische vragen op over de aard en functie van kunst. Dit was een mijlpaal voor de hedendaagse beeldende kunst (conceptuele kunst). In Fabres performance wordt Duchamp zelf als kunstenaar een soort readymade. Duchamp is als concept aanwezig en tegelijk wordt hij verbeeld als zout. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? OPDRACHTENKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. Oplossingen: B= urinoir b en c doet hij niet tijdens zijn performance. ONDERZOEK OP LOCATIE: EEN ZEGSWIJZE PERFORMANCE MATERIAAL Papier en balpen of potlood, de lijst met zegswijzen en spreekwoorden4 . DOEL Ontdek wat een performance is, door er zelf een te maken. LOCATIE Aan zee, in het park of in de klas. OPDRACHT Een performance is een voorstelling waarin een kunstenaar zijn eigen lichaam als materiaal gebruikt om een idee te verbeelden. Bekijk de lijst met zegswijzen en spreekwoorden. Kies er één uit en zoek een manier om het begrip uit te beelden (de inhoud wordt aangereikt). Probeer het verborgen te houden voor de anderen. Er kan met meerdere mensen samen gewerkt worden. Ook het publiek kan een deel uitmaken van de performance. Je mag taal gebruiken maar het hoeft niet. Tijdens het toonmoment kunnen leerlingen raden. Het is de bedoeling dat de medestudenten de voorgestelde zegswijze uit de lijst kunnen halen en de betekenis begrijpen. Misschien kunnen er andere toepassingen of situaties gevonden worden. Een voorbeeld: Sam kiest de zegswijze ‘Er zijn nog genoeg vissen in de zee’. Uit het publiek kiest hij Bram. Bram moet even weggegaan, hij mag even niet kijken of luisteren. Als hij terugkeert is hij verdrietig; het is liefdesverdriet. Sam vraagt ondertussen aan het publiek om, op het moment dat hij een teken geeft de lippen te tuiten of de mond te gebruiken als een vis. Sam haalt Bram terug, hij omarmt en troost hem. Hij laat met veel overtuiging het volledige publiek zien. Sam geeft een teken en het publiek gedraagt zich als vissen. Bram barst in lachen uit. Hij is niet meer verdrietig. KORTE BESPREKING Vond je het moeilijk om een performance te bedenken? Had je last van plankenkoorts? Welke zegswijze was het moeilijkst? 4 zie kunstkaart De Zee
  • 33. 33 VERWERKING IN DE KLAS: EEN QOUTE MET ZOUT DOEL Een statement maken door het strooien met zout. Een gedachte of een idee uiten in een zin of enkele woorden. Vormgeven met zout. MATERIAAL Balpen en papier, krant of tijdschrift, een pakje zout (1kg) per leerling5 , een kom, zwart A3 papier, fototoestel. INLEIDING Bij deze opdracht gebruiken we dezelfde techniek als Jan Fabre in zijn performance, Sea-salt of the Fields. De leerlingen weten ondertussen dat Jan Fabre industrieel zout gebruikte als symbool voor een andere kunstenaar die hij bewonderde; Marcel Duchamp. OPDRACHT STAP 1 De leerlingen gaan nu zelf op zoek naar een statement. Het is de bedoeling dat de leerlingen een persoonlijk statement maken met eigen woorden of woorden van iemand anders. Het kan ook een hommage zijn aan iemand of een ludieke quote uit een tijdschrift. Het kan een quote zijn van iemand die ze aanbidden, een tekstje, liedjestekst, een leuke inspirerende zin uit een magazine of de krant. Ze kunnen deze media gebruiken om oneliners te zoeken. Motiveer leerlingen om te zoeken naar een statement met een betekenis. (informatief, persuasief, betogend, expressief/emotief, diverterend) STAP 2 OEFENEN MET HET ZOUT STROOIEN Ga indien mogelijk naar de speelplaats. De leerlingen doen het zout in de kom en voelen aan het zout. Laat hen ontdekken hoe je een fijn lijntje zout uit je hand kan laten glijden en hoe je moet stoppen met strooien. Er kan dan geoefend worden op het blad. Oefenen op de schrijfwijze en de grootte van de letters. 5 1 kg zout kost ongeveer 40 eurocent. Het gebruikte zout wordt opnieuw verzameld en kan dienen voor het ijsvrij maken van de speelplaats in de winter. Als het zand van het blad moet, is het best om het blad op te heffen en een beetje te plooien zodat het zout in de kom kan glijden. Extra: Zout heeft dezelfde textuur als fijn zand ( kwartszand). Er worden interessante kunstwerken gemaakt met dit zand. Sand art of sand animation genoemd. In Oekraïne was de eerste prijs van de televisiewedstrijd „Ukraine's Got Talent‟ voor de zand animatie van Kseniya Simonova. Door tekeningen in en met zand wordt er een verhaal verteld. Tijdens de finale van de wedstrijd beeldt ze een historische gebeurtenis uit: de Duitse inval in Oekraïne tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook hier spreken we van een performance! De animatiefilmpjes zijn te vinden via haar YouTube kanaal: https://www.youtube.com/user/simonovatv STAP 3 VORMGEVEN Als er genoeg ontdekt en getest werd, kunnen de oneliners gestrooid worden. Als de auteur ervan gekend is, dan wordt de naam erbij gevoegd. Leerlingen kunnen zelf nadenken hoe ze dat doen, aangezien het zwart of donker papier is. Uitknippen van de naam of afzonderlijke letters, schilderen, krijt, … STAP 4 AFWERKING Zorg dat er van elk werk een foto genomen is. De leerlingen kunnen hun eigen werk fotograferen. Belangrijk is het camerastandpunt. Het werk moet van recht erboven gefotografeerd worden. Als het op een tafel ligt, kan de leerling op een stoel (ladder) staan, maar het is gemakkelijker om het op de grond te plaatsen. Probeer zo weinig mogelijk achtergrond te fotograferen. (De foto‟s kunnen ook bijgesneden worden zodat alleen het zwarte vlak met de tekst zichtbaar is. Wanneer alle foto‟s genomen zijn worden de installaties opgeruimd. STAP 5 PRESENTATIE EN BESPREKING De presentatie kan via de projector gebeuren. Alle werken worden geprojecteerd en de kunstenaar geeft een klein woordje uitleg over zijn statement. Evalueer met de leerlingen. Was het zout strooien moeilijk? Of was een statement maken moeilijker?
  • 34. 34 Rineke Dijkstra 1959, Sittard (NL) Strandportret Oostende (België) - 7 augustus 1992 35 x 28 cm LIMA, Amsterdam/Museum van Hedendaagse Kunst, M HKA, Antwerpen Copyright : Angelos bvba - Foto: Christine Clinckx KUNSTKAART 8 STRANDPORTRET, RINEKE DIJKSTRA FOTOGRAFIE/LICHAAMSTAAL/RUIMTE/FIGUURTEKENEN VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Wat stelt het werk voor? Hoe is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WAT STELT HET VOOR? Met een veldcamera trekt ze naar het strand van België, Kroatië, Amerika en Polen. Ze haalt de pubers uit hun groep en laat ze alleen – soms met twee of drie – in hun zwemkledij voor de camera poseren. Van hun gezicht is een combinatie van onzekerheid en een sterk zelfbewustzijn te lezen. Soms schuchter en onhandig, soms vol verwachting of stoer. Ze voelen zich ongemakkelijk, weten zich geen houding te geven. Sommige meisjes proberen zelfs te poseren als een model, buik ingehouden, handen krampachtig naast zich. WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? Voor haar Strandportretten kiest Dijkstra om jongeren te fotograferen op een leeftijd dat ze nog twijfelen en zoeken naar hun identiteit. Dijkstra probeert de ruimte tussen bedoeling en effect weer te geven. Mensen denken dat ze zich op de ene manier presenteren, maar ze kunnen er niets aan doen dat ze ook nog iets anders laten zien. Het is onmogelijk om alles onder controle te hebben. Denk maar aan je handen, waar moet je ze steeds laten. WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK? Rineke Dijkstra probeert met haar foto‟s te bereiken dat je als kijker in de huid van iemand anders kan kruipen.
  • 35. 35 HOE IS HET GEMAAKT? MET WELKE TECHNIEK? MET WELK MATERIAAL? Door de lange voorbereidingstijd – het meten van het licht, het statief op de juiste hoogte instellen – verliezen de jongeren hun concentratie en letten niet meer op de camera. Op het moment dat ze terugvallen in hun natuurlijke houding legt Dijkstra de foto vast. Het gebruik van een flits zorgt ervoor dat de pubers letterlijk in de schijnwerpers staan. Niets wordt verhuld of verdoezeld. Daardoor valt de ongemakkelijke houding nog meer op en wordt de foto meer indringend en confronterend. WAT VALT OP AAN DE COMPOSITIE? De compositie in de Strandportretten is steeds dezelfde. De jongens en meisjes staan in het midden en kijken recht in de camera. De lijn van de horizon en de verticale lijn van de figuren vormt samen een kruis. Door het lage standpunt van de camera torent de puber boven de kijker uit. De persoon wordt niet opgenomen in de achtergrond: een grauwe vage zeelijn zonder andere mensen sluit om hen heen. Ze lijken geïsoleerd van de wereld. CONTEXT4. Wanneer de Amsterdamse fotografe Rineke Dijkstra begin jaren negentig haar heup breekt, start ze een lange revalidatie in het zwembad. De kans dat haar heup volledig afsterft, maakt Dijkstra bewust van haar eigen kwetsbaarheid. Op een dag besluit ze foto‟s te maken in het zwembad van haar spiegelbeeld in badpak. Dit zelfportret vormt de basis van de serie Strandportretten. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Heb je het gevoel dat je in de huid van de jongens kan kruipen? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. ONDERZOEK OP LOCATIE: FOTOREPORTAGE PERSOON EN RUIMTE MATERIAAL een fototoestel (statief) DOEL Verschillende ruimtes ontdekken en er personen in fotograferen met aandacht voor het beeldkader LOCATIE In de buurt van het museum, in de stad, …. Leerlingen kunnen eventueel verder werken aan deze opdracht buiten de lesuren. OPDRACHT Het fotograferen van mensen in een bewust gekozen ruimte. Het zoeken naar contact. Als het praktisch mogelijk is, laat de leerlingen een uur vrij rondlopen. Zoek naar een interessante ruimte. Zie je mensen die in de ruimte thuishoren of helemaal niet? (De verkoopster bij de pashokjes, de vishandelaar in zijn viswinkel, een gocartverhuur, een restaurant, iemand op een terras, iemand in de winkelstraat met zakjes, …) Het is belangrijk dat de leerlingen die personen beleefd aanspreken. Ze vertellen waar ze mee bezig zijn, wat de bedoeling is en ze vragen of die persoon wil meewerken. De leerlingen moeten duidelijke instructies kunnen geven aan het model. Er zijn twee regels: zorg dat de personen centraal en volledig in beeld staan. Let op het camerastandpunt. Ga je vanuit kikvorsperspectief werken (zoals Dijkstra) of eerder in vogelperspectief? Zit er een bepaalde lijn in de achtergrond? KORTE BESPREKING EN VERWERKING Het bekijken en bespreken van de foto‟s gebeurt best in de klas. Laat de leerlingen hun beste foto‟s selecteren. Er kunnen aanpassingen gebeuren zoals bijsnijden of licht veranderen. (programma BeFunky). Las een toonmoment. Bij iedere foto kun je vragen wie ze fotografeerden en wat het verband is met de ruimte.
  • 36. 36 VERWERKING IN DE KLAS: FIGUURTEKENEN DOEL Schetsen naar een figuur, ontdekken van de verhoudingen van het lichaam. MATERIAAL Schetspapier (A3 of A4), tekenpotloden, gum, lat/plooimeter, eventueel een anatomische tekenpop INLEIDING Rineke Dijkstra fotografeert jongeren van kop tot teen. In hun zwemkledij is de houding van de personen goed te zien. Wat zijn de verhoudingen van het lichaam? Hoe kunnen we eenvoudig een figuur tekenen? We proberen verschillende poses. OPDRACHT STAP 1 VOORBEREIDING Laat de leerlingen eerst kennismaken met de verhoudingen van het lichaam. Neem een leerling als model en test dit uit. Test het uit op de jongens op de foto van Dijkstra. Laat de leerlingen hun eigen lichaam meten aan de hand van verhoudingen. Bv. de lengte van het hoofd maal 7.5 is de lengte van het lichaam, de onderarm is even lang als het hoofd, de hand en de onderarm even lang als het bovenbeen. Doe dit in elke stap van het figuurtekenen. Teken op het bord stap voor stap een schematische voorstelling van het lichaam/lichaamsdeel). Leerlingen tekenen mee zodat ze zelf een leidraad hebben bij de volgende oefeningen. STAP 2 HET HOOFD In het midden van het blad tekenen we eerst een verticale lijn. Laat dit zacht tekenen (de lijn is een hulpmiddel). Ons lichaam is symmetrisch, dus de ene helft is algemeen gezien hetzelfde als de andere helft. Nu tekenen we het hoofd bovenaan die lijn. Het hoofd is eivormig. De middenlijn kan helpen om het hoofd aan beide zijden gelijkvormig te tekenen. De lengte van de figuur kan nu bepaald worden. De hoofdlengte past ongeveer 7.5 keer in de figuur. STAP 3 DE ROMP De romp begint onder het hoofd tot in de helft van de figuur. Daar zitten de heupen en starten ook de benen. Vergeet de nek niet. De romp kan op verschillende manieren getekend worden. Neem een eenvoudige ronde vorm. Zijn de schouders breder dan de heupen of omgekeerd? STAP 4 DE BENEN De benen hebben drie grote gewrichten; de heupen, de knieën en de enkels. Is er een tekenpop, dan kan je hier aantonen hoe het lichaam kan bewegen. Toon de verschillende gewrichten. Alleen op deze punten kan een mens bewegen. Als je deze punten kan terugvinden in het model is, het gemakkelijker om je figuur te tekenen. STAP 5 DE ARMEN Als de armen uitgestrekt horizontaal gehouden worden, is de spanwijde even lang als de volledige persoon. Test dit even met de leerlingen. Laat de leerlingen zelf zoeken tot waar de handen komen op de benen en waar de pols en de elleboog zitten. STAP 6 OEFENEN Laat om beurten één leerling naar voren komen en vraag hem een houding aan te nemen. Zorg dat de houding niet te moeilijk is om te tekenen. Geef de medeleerlingen enkele minuten de tijd om de houding op het blad te tekenen en wissel dan van model en houding. STAP 7 PRESENTATIE EN EVALUATIE Laat de leerlingen zelf een top drie kiezen van hun beste getekende figuren. Leg ze naast elkaar op een grote tafel en laat alle leerlingen er rond staan. Wat vonden ze van de oefening, hebben ze veel bijgeleerd? Wat is het moeilijkste deel van het lichaam? Is de getekende persoon soms herkenbaar? Wat vind je goed aan je tekening en wat kan er beter? Geef de leerlingen mee dat hoe meer ze oefenen en kijken, hoe beter het figuurtekenen zal worden.
  • 37. 37 Anselm Kiefer 1945, Donaueschingen (DE) Die Argonauten 1998 Lood, tanden 140 x 130 x 130 cm S.M.A.K., Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, Gent © SABAM Belgium 2014 KUNSTKAART 9 DIE ARGONAUTEN, ANSELM KIEFER SCULPTUUR/NEO-EXPRESSIONISME/VERHALEN/DRAMA VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Vraag naar de eerste indruk van de leerlingen. Wat is hun spontane reactie bij het zien van dit werk? Kunnen ze er iets over vertellen? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WAT STELT HET VOOR? WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT WERK? De titel Die Argonauten verwijst naar het Griekse mythologische verhaal van Jason en de argonauten. De argonauten zijn de 50 bemanningsleden van het schip Argo, waarmee Jason het Gulden Vlies wilde bemachtigen. En de tanden zijn drakentanden die Jason moest strooien. Uit de tanden komen reuzen of krijgers die hij vervolgens moest verslaan. WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? Kiefer is een verhalenverteller; boeken komen vaak terug als loden boeken. De boeken verwijzen naar kennis, maar het materiaal waaruit ze gemaakt zijn, doet vragen rijzen. Zijn dit letterlijk loodzware boeken waarvan de kennis niet langer toegankelijk is? En vergaat dan alle kennis? De boeken zijn immers aangetast. CONTEXT4. De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer maakt gigantische materieschilderijen, waarin hij verf in dikke lagen vermengt met gips, klei, modder, zand, stro, gedroogde planten, haar en lood. Het werk is niet eenvoudig te lezen, want ook inhoudelijk is het veelgelaagd. Er zijn veel verwijzingen naar historische gebeurtenissen en figuren, filosofie en wetenschappelijke theorieën. Aanvankelijk gaat het vooral over oorlog, vernietiging, het nazisme, de Holocaust, mythologie en de Duitse nationale identiteit.
  • 38. 38 Kiefer beschouwt het schilderen als een denkproces bij het verwerken van de herinnering. Bovendien wil hij Duitsland met het verleden confronteren. Omdat Kiefer geen eenduidige stelling inneemt, veroorzaken deze werken veel verwarring bij de kijker. Kiefer wordt beschouwd als één van de belangrijkste kunstenaars van het neo-expressionisme. Deze beweging is een hedendaagse kunststroming binnen de 20e-eeuwse schilderkunst (eind jaren „70 tot halfweg jaren „80) die zich afzet tegen het minimalisme en conceptualisme van de jaren „60 en „70 en breekt met het modernistische vooruitgangsdenken in de kunst. Als reactie daarop, uit honger naar beelden en verbeelding, haalde het neo-expressionisme alles binnen wat eerder verstoten was. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage. ONDERZOEK IN DE BIB: VERHALEN OVER DE ZEE MATERIAAL papier en balpen DOEL Zoeken naar een verhaal over de zee in de bibliotheek. LOCATIE Bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7 (059 29 51 51) 10 minuten wandelen vanaf Mu.ZEE. Kijk op de website voor meer informatie: http://www.oostende.be/dienst.aspx?id=604 (de opdracht kan uitgevoerd worden in eender welke bib) OPDRACHT Zoek in de bibliotheek naar verhalen over de zee. Deze opdracht kan zeer gemakkelijk een leesopdracht worden waarbij alle leerlingen een boek lezen. Er kan ook geopteerd worden voor verschillende vormen van verhalen. Er zijn verschillende mogelijkheden in de bib: een lied, een wetenschappelijk artikel, een gedicht, een film, een boek, een sprookje, een mythe, een historisch feit, een kunstwerk, een foto, een strip,…. Zoek tussen al deze mogelijkheden een verhaal dat je wil vertellen. Welke boodschap wil je brengen? Hoe je dat exact gaat doen, zullen we in de klas bedenken. Gebruik de digitale catalogus tijdens of voor de zoektocht in de bib. Zoek via kernbegrippen. Bekijk zelf hoe je de leerlingen hun verhaal laat vastleggen om er in de klas verder mee te kunnen werken. Een leerkracht kan normaal gezien een groot aantal boeken ontlenen. Er kan een kopie genomen worden of laat foto‟s nemen uit de boeken. KORTE BESPREKING De leerlingen vertellen één voor één welke boeken ze gevonden hebben en met welke verhalen ze verder willen werken. Deze bespreking kan inspirerend zijn voor de medeleerlingen en de leerkracht kan de vervolgopdracht sturen.
  • 39. 39 VERWERKING IN DE KLAS: EEN VERHAAL CREATIEF VERTELLEN DOEL Interpreteren van een verhaal, creatief zijn met het brengen van een verhaal. MATERIAAL Afhankelijk van de keuze van uitwerking. INLEIDING Kiefer is een verhalenverteler maar zijn kunstwerken zijn soms moeilijk te lezen. Het is niet steeds duidelijk waarover het gaat, maar er is steeds een achterliggend verhaal. De rode draad bij Kiefer zijn verhalen over oorlog en vernietiging in historische of mythische gebeurtenissen. Een boek is al lang niet meer de enige manier om een verhaal te vertellen of een boodschap te brengen. De verhalen die de leerlingen vonden in de bib, gaan we nu op een andere manier vertellen. OPDRACHT STAP 1 ZOEKEN NAAR EEN VERHAAL Ga op zoek naar verhalen over de zee als je geen verhalen gevonden hebt in de bib. Een lied, een wetenschappelijk artikel, een gedicht, een film, een boek, een verhaal, een mythe, een historisch feit, een kunstwerk, een foto, een nieuwsbericht,… vertellen ons allemaal iets. STAP 5 INTERPRETEREN VAN DE BOODSCHAP. Zoek verschillende manieren om het verhaal te vertellen aan de klasgenoten. Met woorden: onder water, als raptekst, met een duikbril aan (met neusstuk), gesproken als een vis (getuite lippen), … met beelden: een schilderij, een beeldhouwwerk, een strip, een filmpje, …Een stukje toneel kan ook. Op een gebruikelijke manier voorlezen is geen optie. De leerlingen kunnen persoonlijke voorstellen doen. Laat hen eventueel bewust symboliek gebruiken. STAP 3 UITWERKING Er zijn verschillende mogelijkheden naar uitwerking toe. Bepaal zelf hoe ver de leerlingen kunnen gaan. Individueel werken of groepswerk. Geef hen een tijdsbeperking. Zet bijvoorbeeld het toonmoment vast. STAP 4 TOONMOMENT Elke leerling kan op dat moment zijn werk presenteren. Laat de leerlingen na iedere voorstelling vragen stellen. Stel ook zelf enkele vragen
  • 40. 40 François Burland 1958, Lausanne (CH) General Ponsonet 2008 Mixed media 99 x 160 x 90 cm Museum dr. Guislain, Gent KUNSTKAART 10 GENERAL PONSONET, FRANÇOIS BURLAND BEELDEND WERK/OUTSIDERKUNST/AFVALMATERIAAL/MILIEUKRITISCH VERWERKING IN MU.ZEE EERSTE INDRUK1. Laat leerlingen even kijken en zeg niets. Vraag dan wat de eerste indruk is zonder enige informatie te geven. Wie wil er iets over vertellen? Is er iets dat je opvalt? Wat valt op? Waaraan denk je als je dit kunstwerk ziet? GERICHT KIJKEN2. Wat zie je precies? Vraag kinderen om te beschrijven wat ze zien: Wat stelt het werk voor? Wat kun je vertellen over de vormen? Hoe is het gemaakt? Waar doet het je aan denken? Wat wil de maker met dit werk vertellen? Keer telkens terug naar het kunstwerk: Hoe weet je dat of waarom denk je dat? ANALYSE3. WELK SOORT WERK EN WAARAAN ZIE JE DAT? Het werk is gemaakt met restmateriaal. Dat is typerend voor François Burland. Zijn kunstwerken behoren tot het genre outsiderart of art brut. Outsiderkunstenaars volgen de kunststromingen van hun tijd niet, ze zijn autodidacten en volgen hun eigen vormentaal en thematiek. Sommige kunstenaars leiden aan psychologische stoornissen en leven in een instelling of gevangenis. WAT ZOU DE KUNSTENAAR WILLEN VERTELLEN? Bij sommige kunstwerken is er geen reden waarom ze gemaakt zijn of men weet niet wat de kunstenaar wil vertellen. CONTEXT4. François Burland recycleert alledaags afval en gebruikte voorwerpen. Zo krijgen ze een nieuw leven, waarin ze een geheel nieuwe functie krijgen. Burland herschept alles wat hij op zijn tocht tegenkomt naar een eigen magische wereld. MENINGSVORMING5. Wat vind je van dit kunstwerk? Waarom? Nu je dit allemaal weet, heb je een andere kijk op dit kunstwerk in vergelijking met je eerste indruk? Zou je dit werk bij jou thuis een plaatsje willen geven? OPDRACHTKAART Een afdrukbare versie vind je in bijlage.
  • 41. 41 ONDERZOEK OP HET STRAND: AFVAL DOEL Ontdekken welk afval op het strand ligt, hoe komt het daar en waar gaat het heen? MATERIAAL Per leerling een zakje om gevonden voorwerpen in te verzamelen LOCATIE Ga met de leerlingen naar het strand. De kortste weg naar het strand is door het Leopoldpark en steeds rechtdoor (10 min. stappen). Voor deze opdracht is het strand aan de oosteroever beter want daar is meer materiaal te vinden. Daarvoor neem je de gratis veerboot aan de Visserskaai, ter hoogte van het Noordzeeaquarium naar de oosteroever. (18 min. stappen vanaf Mu.ZEE) (Meer informatie vind je op: http://www.oostende.be/product.aspx?id=13712) OPDRACHT Op het strand zoeken de leerlingen naar voorwerpen waarmee ze een eigen vaartuig kunnen bouwen. Zowel natuurlijk materiaal (schelpen, zeewier, …) als afval (plastiek, resten visnet, hout, ijzer, glas, aardewerk, schoenen, …) worden verzameld. Tip: laat alle afval/voorwerpen verzamelen, een selectie kan later gebeuren. KORTE BESPREKING Heb je veel kunnen verzamelen? Wat heb je gevonden? Zijn er voorwerpen die opvallen? Hoe komt dat voorwerp volgens jou op het strand terecht? Heb je voornamelijk natuurlijk materiaal of afval gevonden? VERWERKING IN DE KLAS: ASSEMBLAGE VAN AFVAL DOEL Reflecteren over de vervuiling van de zee, met recyclagemateriaal een beeldend werk maken, probleemoplossend denken, driedimensionaal, assemblageconstructie met afvalmateriaal MATERIAAL - schetspapier en potlood, de gevonden voorwerpen van op het strand, touw, ijzerdraad, stukjes textiel, karton, tijdschriften, kranten … (zoveel mogelijk afval of restjes gebruiken! - lijmpistool, houtlijm, naald en draad, schaar, breekmes, plakband, eventueel acrylverf en penselen INLEIDING François Burland maakt van gebruikte materialen een nieuwe wereld. Hij geeft ze een nieuwe functie in een fantasiewereld. OPDRACHT STAP 1 ONDERZOEK VAN HET GEVONDEN MATERIAAL Leerlingen leggen alle gevonden voorwerpen voor hen open. Vraag hen of er families gemaakt kunnen worden. Familie schelpen, plastic, hout,… misschien zijn er families volgens kleur of vorm mogelijk. STAP 2 VOORSTUDIE Laat de leerlingen een vaartuig tekenen vanuit hun verbeelding. Ze kunnen het materiaal dat voor hen ligt onmiddellijk verwerken in de tekening. Het is de bedoeling dat er nagedacht wordt over de manier van construeren. Hoe zal mijn boot er uit zien, hoe zal ik dat aan elkaar bevestigen, hoe begin in aan de constructie, heb ik materiaal te kort? Wat is er voor handen in de klas? De leerkracht kan helpen bij het nadenken over de constructie en aan de hand van de tekeningen inspelen op moeilijkheden in de opbouw. STAP 3 VORMGEVEN Afhankelijk van de materialen worden alle elementen aan elkaar bevestigd. Leerlingen werken zelfstandig. Het is belangrijk dat leerlingen eerst zelf hun probleem proberen op te lossen, de hulp van de leerkracht is het laatste alternatief.
  • 42. 42 Natuurlijk moet je als leerkracht gevaarlijke situaties kunnen inschatten. Sommige gevonden voorwerpen zijn niet geschikt om te manipuleren en zijn niet veilig om binnen een klascontext te gebruiken. STAP 4 AFWERKING Net zoals François Burland gebruiken de leerlingen fragmenten uit kranten of tijdschriften om de naam van hun vaartuig aan te brengen. Laat de leerlingen vrij om daarin verder te gaan met andere boodschappen of afbeeldingen. STAP 5 PRESENTATIE EN BESPREKING Na het opruimen en het sorteren van het overgebleven afval kunnen de werken tentoongesteld worden. Plaats de werken op een grote tafel of op een sokkel en laat de leerlingen de werken grondig bekijken. Je kan elke leerling een kort woordje uitleg laten geven over zijn vaartuig. Welk naam heeft het gekregen en waarom? Beschrijf jouw werk. Wat vond je het moeilijkst om doen? Wat vond je leuk aan de opdracht? © SABAM Belgium 2014 VAKOVERSCHRIJDEND WERKEN MILIEU KRITISCH DENKEN EN HANDELEN De toenemende vervuiling van oceanen, zeeën en binnenwateren is uitgegroeid tot een onbeheersbare milieuramp. Een grote boosdoener in plastic. Het is populair omdat het licht, sterk en toch buigzaam, waterbestendig is en lang mee gaat. Het zijn precies deze fantastische eigenschappen die in het milieu de problemen veroorzaken. Een deel van al het plastic dat geproduceerd wordt, komt met opzet of per ongeluk in het milieu terecht en kan niet afgebroken worden. Op sommige plaatsen is er zes keer meer plastic dan plankton, de basis van de voedselketen. En zo belandt ons afval weer op ons bord... Een klasgesprek over dit onderwerp kan al zeer waardevol zijn door de leerlingen in de eerste plaats te laten reflecteren. De boodschap zal snel duidelijk zijn bij het tonen van enkele foto‟s of filmpjes van de gevolgen van vervuiling. Hun eigen ondervindingen op het strand zullen de boodschap bekrachtigen. Laat leerlingen ook nadenken wat hun aandeel is in het probleem en wat ze kunnen doen om het op te lossen. De website van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), www.planeetzee.be, biedt zeer interessante lesmodules. Eén daarvan is „Een oceaan vol plastic‟. ANDERE INTERESSANTE INFORMATIE: De plasticsoep, ook wel de kunststofarchipel of drijvende vuilnisbelt genoemd, is een gebied in het noorden van de Stille Oceaan waar enorme hoeveelheden plastic en ander afval bijeen drijven. Meer info en nuttig lesmateriaal: http://plasticsoupfoundation.org/ Boyan Slat is een 20-jarige Nederlandse student die een manier gevonden heeft om het plastiek uit de zeeën te filteren. Hij is momenteel bezig met crowdfunding voor zijn project The Ocean Cleanup. Meer info via de officiële website: http://www.theoceancleanup.com/ Samenvattend Nederlandstalig filmpje over het project met een duidelijke boodschap op het einde: http://www.eenvandaag.nl/economie/51891/boyan_slat_gaat_plastic_uit_de_oceanen_halen Swell Beach clean cup is een evenement dat elk jaar georganiseerd wordt in België in navolging van andere wereldwijde projecten om het afval van de stranden op te ruimen. Op de eerste zondag van de lente ruimen 15 surfclubs in samenwerking met vrijwilligers zoveel mogelijk afval op van onze stranden. Iedereen kan deelnemen.