1. PS18
TEKST SANNY VISSER BEELD NOËL LOOZEN
1 AUGUSTUS 2015
Het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde
(CBT) in Amsterdam behandelt als enige
instelling in Nederland verslaafden
gedurende hun afkickproces.‘Dit
nieuwe gebit betekent dat ik weer onder
de mensen kan komen.’
LAAT JE
TANDEN
ZIEN
018_GPV1QU_20150801_PSW01_00.qxp_PSvW 7/30/15 2:47 PM Page 18
2. ‘Cliënten krijgen een gebit
zonder sporen van een
verslavingsverleden’
PS20
CBT JELLINEK
1 AUGUSTUS 2015
‘Beste Jellinek, vanaf vandaag begint een
nieuwe fase in mijn leven en wat ik voel is
niet in woorden uit te drukken. Jullie zijn
mijn helden.’ Dit staat op een kaartje dat op
het prikbord hangt in de kantine van het
Centrum Bijzondere Tandheelkunde – de
tandartsenpraktijk van verslavingszorginstel-
ling Jellinek. Daar belanden jaarlijks onge-
veer duizend alcohol- en harddrugsverslaaf-
den, of ex-verslaafden, in de stoel.
Hier worden mensen klaargestoomd – fy-
siek, maar ook mentaal – om uiteindelijk wél
weer naar een gewone tandarts te gaan. Alle
patiënten worden doorverwezen door andere
klinieken en instanties en komen vanuit het
hele land. “Dit kan de GGD zijn, een privé-
afkickkliniek, maar ook het Leger des Heils,”
zegt Joost van Schaik, tandarts en hoofd van
CBT Jellinek. “Wij helpen degenen die niet
naar een reguliere tandarts kunnen, dat is
ons streven. Soms lukt dat, en soms komt
iemand na een paar jaar weer terug. Gemid-
deld zijn patiënten bij ons een halfjaar in
behandeling,” legt Van Schaik uit.
In dat halfjaar gebeurt er meer dan een
kies trekken of een paar gaatjes vullen. Voor
cliënten van CBT Jellinek kwam lange tijd de
verslaving op nummer één en was gebits-
verzorging geen prioriteit. Gebitten die jaren-
lang geen tandenborstel of tandarts hebben
gezien zijn geen uitzondering. Ontstekingen,
uitgevallen kiezen, tanden waarvan alleen
stompjes over zijn: wie er als leek naar kijkt
ziet weinig hoopgevends. Maar als cliënten
doorzetten en de behandeling afronden,
lopen ze weg met een gebit zonder sporen
van een verslavingsverleden.
Het behandelen van verslaafden vergt
een wat andere aanpak. “Sommigen kunnen
echt niet zonder hun verslaving en komen
bijvoorbeeld met een slok op binnen. Ook die
proberen we te helpen, want uiteindelijk is
dat het doel: zoveel mogelijk patiënten be-
handelen die hier binnenkomen. Dus ga je
als tandarts kijken hoe ver je komt. Bloedt
het te erg door de alcohol of valt het mee?
Kunnen we een deel nu doen en de rest de
volgende keer?”
Angst
Een jongen met een zwart petje komt met een
strak gezicht uit de behandelkamer. Hij loopt
op de receptie af. “Gefeliciteerd jongen, je
bent helemaal klaar,” zegt receptionist Linda
Warnars (48), die al veertien jaar bij de kli-
niek werkt, vrolijk. “Ik hoor bij het meubi-
lair.” Vanuit de wachtkamer roept iemand
waar de taart blijft. “Goed volgehouden,
man.” De jongen glimlacht voorzichtig – ja,
hij is wel blij, zegt hij zacht.
In de wachtkamer zit ook Lucien Witte-
veen (47) uit Amsterdam. Voor hem is het een
spannende dag: hij krijgt vandaag zijn defi-
nitieve prothese. Zijn voortanden en linker-
hoektanden zijn inmiddels getrokken, er zit
een flink gat. “Ik heb echt de dagen afgeteld
tot vandaag. Ik hoop dat het goed past en
niet beweegt als ik praat.”
“Vroeger was ik als de dood voor de tandarts.
Als kind al.” Witteveen had in 1986 onder de
naam MC Miker G, samen met DJ Sven, een
hit met het nummer Holiday rap. In 34 lan-
den stonden ze bovenaan de hitlijsten. Na
het eerste grote succes ging het mis. Of, zoals
hij het zelf in een latere rap omschrijft: hij
ging van grote hoogte plat op zijn bek.
“Wat er gebeurde? Ik raakte verslaafd.
Eerst wiet, daarna heroïne en cocaïne.”
Inmiddels is hij stabiel, maar zijn gebit was
dat allerminst. “Tanden brokkelden stuk
voor stuk af. Tegen de ontstekingen nam ik
een hand ibuprofen. En altijd zo’n vieze
smaak in m’n mond. Mensen zeiden wel: joh,
je moet naar de tandarts. Ja, ik maak een af-
spraak beloofde ik dan. Maar ik ging niet. Nu
kan ik mezelf wel voor m’n kop slaan. Dat ik
zo lang heb gewacht.”
De drempel om na – of tijdens – een ver-
slaving bij de kliniek binnen te stappen is
hoog. “Door drugsgebruik wordt de pijn in je
mond verdoofd. Vaak weet je niet hoe ernstig
het is en door je verslaving ben je er ook niet
mee bezig: alles draait om de drugs. Ben je
afgekickt of zit je in een afkickproces, dan is
het nog steeds eng om te gaan. Veel patiën-
ten besluiten daarom op het laatste moment
om tóch niet te komen,” vertelt Van Schaik.
“Maar mensen weten dat we hier anders
met ze omgaan. Vaak geeft dat de doorslag.
We gaan vooraf met ze zitten, bespreken waar
de patiënt het meest bang voor is, leggen tij-
dens het behandelen consequent uit wat we
018_GPV1QU_20150801_PSW01_00.qxp_PSvW 7/30/15 2:47 PM Page 20
3. PS21
1 AUGUSTUS 2015
aan het doen zijn en wat de volgende stap is.
Het zijn kleine dingetjes, maar het helpt.”
“Bij de receptie zijn we ook altijd infor-
meel en ontspannen. Dat vinden onze cliën-
ten prettig. De meesten willen gewoon bij
hun voornaam genoemd worden,” legt War-
nars uit. “De mensen die hier komen zijn
heel open en eerlijk. Ik vind dat prachtig.
Paradijsvogels noem ik ze. Je kunt wat van ze
vinden, maar dat interesseert ze geen bal.”
Armoedzaaier
Met trillende handen staat Witteveen voor de
spiegel in de behandelkamer. Hij kijkt naar
zijn nieuwe prothese. “Ja, het is wel mooi,
hè. Ik moet nog wennen hoor. Zie je niet heel
goed dat het een prothese is? Beweegt het als
ik praat, nee hè?”
Tandarts Van Schaik verzekert hem dat
het gebit went, maar het heeft een beetje tijd
nodig. Er wordt een controleafspraak ge-
pland voor over een paar weken. Witteveen
kijkt nog eens in de spiegel. “Nou, ik kan
weer lachen.”
Een week daarvoor had Witteveen zijn
prothese al gepast. De eerste keer dat hij
weer tanden in zijn mond zag was een emoti-
oneel moment. “Ik schaamde me dood met
m’n gebit. Soms lachte ik voluit en dacht
dan, o nee, ik heb geen gebit in. Je ziet men-
sen denken: wat een armoedzaaier.”
“Veel patiënten willen het liefst dat alles
er in één keer uitgaat, dan zijn ze van het
gedoe af. Maar dat doen we niet. Een volle-
dige prothese, of kunstgebit, is echt de aller-
laatste oplossing. Hoe meer tanden en kiezen
je trekt, hoe eerder de kaak slinkt, omdat er
geen bot meer in zit. We kijken dus welke
wortels wél gered kunnen worden, slijpen de
tanden soms af en plaatsen losse protheses
over de eigen tanden. Vroeger werd na je
huwelijk je hele gebit getrokken en kreeg je
een kunstgebit. Nu zijn we daar gelukkig van
teruggekomen. Niks kauwt zo comfortabel als
eigen tanden, dus proberen we er zo veel
mogelijk te redden.”
Protheses
Het Centrum Bijzondere Tandheelkunde werkt samen met tandtechnisch labora-
torium Gebit & Zo, gerund door Max Overing (41). “Nadat ze bij Jellinek een eer-
ste afdruk hebben gemaakt van zacht materiaal, zetten wij dat om in een
gipsmodel, oftewel: een individuele afdruklepel. Deze afdruklepel gaat terug naar
Jellinek om een heel precieze afdruk te maken, die wij opnieuw omzetten naar
gips. Samen met een beetplaat – hiermee meet je de hoogte tussen onder- en
bovenkaak – kun je dan de prothese vormen.”
Aan de hand van een kleurenring met veertig verschillende tinten bepaalt de
tandarts de kleur van de tanden. “Wij hebben setjes tanden op voorraad en
zoeken tanden die het meest lijken op die van de patiënt.”
De prothese gaat tussendoor regelmatig in de articulator, dat apparaat simuleert
kaakbewegingen. Past het allemaal nog goed? Dan gaat het gebit nogmaals naar
de patiënt voor een laatste passessie. “Daarna zetten we de tanden vast in
kunststof: de uiteindelijke prothese. Die moet drie uur in een kookpan waardoor
de kunststof uithardt. Nog even afwerken, de scherpe randjes bijwerken, en dan
is het klaar. Al met al zijn we ongeveer acht uur bezig met één gebit.”
ADVERTENTIE
Herenstraat 11 Amsterdam
tel: 020-6206240 www.juweliergort.nl
018_GPV1QU_20150801_PSW01_00.qxp_PSvW 7/30/15 2:47 PM Page 21
4. PS22
CBT JELLINEK
1 AUGUSTUS 2015
Tegenwoordig betekent een kunstgebit
ook niet meer een rijtje rechttoe rechtaan
tanden. Tijdens het maken van de prothese
wordt er gekeken naar oude foto’s van de pa-
tiënt, en naar de kleur en vorm van de eigen
tanden. Van Schaik: “Het eindresultaat moet
zo natuurlijk mogelijk zijn.” Een spierwit film-
sterrengebit raadt hij af. “Wil iemand echt van
het spleetje tussen zijn voortanden af met de
nieuwe prothese, dan kan dat natuurlijk wel.”
De tandartsen bij de kliniek werken
meestal een aantal dagen hier en de rest van
de week in een reguliere kliniek; het is pittig
werk en volgens Van Schaik moet je het echt
willen. Hij voelde zich tijdens zijn opleiding
al geen ‘gewone’ tandarts. “De meeste tand-
artsen zijn meer gefocust op het technische
aspect. Ik word niet, zoals sommigen, wild
van een kroon. Juist het werken met beperkte
middelen en bijzondere cliënten geeft mij
meer voldoening.”
Onder de mensen
Witteveen doet zijn grijze Adidas-rugzakje
om, krijgt een folder mee over de verzorging
van de prothese en gaat terug naar de wacht-
kamer. “Een collega vroeg laatst of ik een
keer langskwam om zijn kinderen te ontmoe-
ten. Ik zei, wacht nog even tot vrijdag, dan
krijg ik mijn gebit. Ik ga straks ook meteen
met de trein naar mijn moeder. Die heeft me
niet gezien sinds de tanden getrokken zijn.”
Terugkijkend viel de behandeling alles
mee. “Ze zijn hier zo goed voor me geweest.
En echt, dit wil ik ook anderen die niet dur-
ven op het hart drukken: het doet géén pijn.”
Hij is er trots op dat hij ondanks zijn angst
toch maar mooi in de stoel ging liggen. “Het
is een mijlpaal. Ik ben het afgelopen jaar wel
eens gebeld voor een interview, maar met die
oude tanden ging ik echt niet. Nu kan ik weer
ja zeggen. Verder leef ik met de dag. Ik denk
niet dat ik terug de muziek in ga, zo realis-
tisch ben ik wel, maar dit gebit betekent dat
ik weer onder de mensen kan komen.” n
‘Met m’n oude gebit
ging ik echt niet naar
interviews’
018_GPV1QU_20150801_PSW01_00.qxp_PSvW 7/30/15 2:48 PM Page 22