3. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
2 3
Inleiding
De rol van FSAN in de preventie vanVrouwelijke GenitaleVerminking (VGV)
Het onderwerp VGV is vanaf het begin een belangrijk aandachtsgebied voor
FSAN geweest. Mede door de deskundigheid met betrekking tot de pre-
ventie van VGV was FSAN vanaf midden jaren negentig de belangrijkste
gesprekspartner en adviseur voor de Nederlandse overheid. Het overheids-
beleid ten aanzien van VGV is tot stand gekomen in samenwerking met FSAN
en haar achterban. Dit leidde tot een geïntegreerde aanpak van VGV in Neder-
land.
Sinds het pilotproject Preventieve Aanpak van VGV (2006-2009) speelt FSAN
een centrale rol bij de bestrijding van vrouwelijke genitale verminking (VGV)
in Nederland. FSAN is vooral gericht op voorlichting en preventie binnen de
risicogroepen. Dit gebeurt via lokale en regionale zelforganisaties, training en
begeleiding van sleutelpersonen uit de eigen gemeenschap.
Professionals in de zorg en andere ketenpartners worden ook door FSAN
Pharos getraind. Daarnaast vervult FSAN een intermediaire en bemiddelende
rol tussen de Afrikaanse achterban uit risicolanden en reguliere instanties,
met name GGD’en.
FSAN participeert in verschillende overlegorganen met betrekking tot de strijd
tegen VGV, zowel op nationaal als internationaal niveau. FSAN is samenwer-
kingspartner van een groot aantal landelijke organisaties zoals:
• Landelijke en regionale GGD afdelingen;
• Pharos, landelijk kenniscentrum voor gezondheid van migranten en
vluchtelingen;
• VON, Vluchtelingen Organisaties Nederland;
• Een groot aantal Afrikaanse zelforganisaties.
• VGV Sleutelpersonen
Zahra
Naleie
4. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
4 5
In verschillende steden als Rotterdam, Apeldoorn, Den Haag, Eindhoven en
Nijmegen en in de regio’s Brabant (Tilburg en Den Bosch) en Noord Neder-
land (Groningen, Friesland en Drenthe) zijn in samenwerking met SENSE en
GGD Nazorg-spreekuren opgezet in regionale ziekenhuizen.
Sleutelpersonen
De door FSAN getrainde Sleutelpersonen, mannen en vrouwen uit verschil-
lende landen, vervullen een cruciale rol. Ze organiseren voorlichtingsbijeen-
komsten, huiskamergesprekken en leggen huisbezoeken af ter preventie van
VGV in Nederland. Sinds 2012 informeren ze ook over nazorg en verwijzen ze
besneden vrouwen door naar de juiste spreekuren.
Sleutelpersonen zijn onmisbaar bij de bestrijding van VGV en op de volgende
pagina’s maakt u kennis met een aantal van hen. Hun verhalen laten zien hoe
de motivatie van mannen en vrouwen uit verschillende Afrikaanse landen de
sleutel vormt tot het beëindigen van VGV.
Zahra Naleie
Programmamanager VGV FSAN
Vanaf 2010 wordt het project landelijk uitgerold met subsidie door het Minis-
terie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met het project Zeg nee tegen
VGV (2010-2011) heeft FSAN intensief bijgedragen aan de strijd tegen meis-
jesbesnijdenis. De inspanningen vonden zowel plaats in nieuwe steden en
oud-pilot gemeenten en op internationaal niveau. In hetzelfde jaar werkten
vertegenwoordigers uit 13 Afrikaanse landen (Somalië, Ethiopië, Soedan, Erit-
rea, Togo, Benin, Guinee, Ghana, Nigeria, Sierra Leone, Burkina Faso, Mali,
Congo) en meer dan 30 stichtingen en verenigingen uit deze landen samen in
de bestrijding van VGV, onder coördinatie van FSAN.
De training van de nieuwe en de bijscholing van bestaande sleutelpersonen,
de betrokkenheid van mannen, vrouwen, jongeren en religieuze leiders, van
lokale en nationale media en VGV ambassadeurs, maakten dit project bijzon-
der. FSAN werkte nauw samen met allerlei partijen: sleutelpersonen, zelfor-
ganisaties, lokale GGD, GGD Nederland, Pharos, studenten en onderzoekers.
Internationaal heeft FSAN over de Nederlandse aanpak van VGV (successen
en uitdagingen) gesproken bij verschillende relevante internationale conferen-
ties, seminars en symposiums. De impact van deze projecten was enorm:
De bespreekbaarheid van VGV binnen de risicogroepen is toegenomen en de
Zeg Nee tegen VGV beweging is gegroeid.
Zorg voor Besneden Vrouwen
VGV gaat vaak gepaard met lichamelijke, seksuele en psychosociale klachten.
Het is belangrijk dat besneden vrouwen weten waar ze met hun klachten
terecht kunnen, waar ze passende zorg kunnen vinden en dat er een juiste en
snelle respons is op dit soort klachten.
Daarom is de Landelijke Campagne Nazorg voor Besneden Vrouwen opge-
zet. Tijdens dit project (2012-2015) waarbinnen FSAN een grote rol vervulde,
kregen bestaande sleutelpersonen bijscholing om hun kennis over nazorg en
hun rol in de strijd tegen VGV te vergroten.
5. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
6 7
filmfragment van een meisjesbesnijdenis. Het hutje in de film en de oude
vrouw die de besnijdenis uitvoerde, deden me zoveel denken aan vroeger,
dat het me ontzettend veel pijn deed om te kijken. Ik moest er eerlijk gezegd
bijna van huilen. Ik voel de pijn. Als ik de macht had, zou ik vrouwenbesnijde-
nis graag beëindigen.
Aan mijn collega’s van mijn baan in een bejaardentehuis, vertel ik weleens
over de nazorgtrajecten. Ik vertel over de voorlichting en ik vertel over de fol-
ders die ik uitdeel. Mijn collega’s zijn erg trots op mij, sommigen wisten niet
dat het nog steeds een probleem was. Mijn teamleider zei zelfs dat hij de
zaal en drank beschikbaar wilde stellen. De nazorg bestaat uit het begeleiden
van de mensen die het hebben meegemaakt en de doorverwijzing naar het
spreekuur van de GGD. Je kan deze vrouwen niet in de steek laten. Je weet
de weg, dus als sleutelpersoon moet je ze de juiste hulp aanbieden. Je geeft
een dame haar leven terug.
Met de voorlichting breng ik een imam mee. Ik neem hem mee omdat hij
meer kennis heeft over Islam dan ik. Ik vroeg aan hem: “Hoe kan het dat
moslims dit nog steeds doen?” De imam heeft uitgelegd dat het geen hande-
ling (sunnah) van de Profeet Mohammed vzmh is.
Het moeilijkste van het nazorgproject is om ervoor te zorgen dat je overkomt
als een betrouwbaar persoon en dat ook bent. Ik hoop dat de overheid ons
kan blijven steunen met de nazorg en de begeleiding. Wij, de sleutelpersonen
zijn vrijwilligers. Het is echt belangrijk dat we doorgaan met de voorlichting
over VGV, vooral voor de mensen die net in Nederland zijn aangekomen. We
moeten doorzetten en zeker niet ophouden.
Bashir
Apoudjak
Ik kom uit Togo, een West-Afrikaans land met zes miljoen inwoners. Sinds
1987 woon ik in Nederland en in 2009 ben ik opgeleid tot sleutelpersoon. In
mijn dorp Chamba in Togo, heb ik met eigen ogen gezien waar de meisjes
werden besneden. Ik zie het zo weer voor me. Toen ik in Nederland kwam,
dacht ik nog steeds dat het normaal was. Maar hier begreep ik pas hoe
gevaarlijk het was, bijvoorbeeld als je denkt aan de complicaties en infecties.
Toen ik klein was, noemden wij meisjes die niet besneden waren, hoeren.
“Je moeder is een hoer, ze is niet besneden.”
Ik ben blij dat ik nu sleutelpersoon ben. Ik heb mijn mensen laten weten wat
je in Nederland te wachten staat als je dat doet. Ik heb mensen laten weten
wat besnijdenis doet met een vrouw. Het gebeurt nu gelukkig al minder in
onze gemeenschap. In een van de workshops die ik gedaan heb, zag ik een
6. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
8 9
heeft besnijdenis ook heel veel invloed op de psychologische toestand van de
vrouw. Ik wil de vrouwen gewoon een prettig leven geven. Met veel liefde en
een goede gezondheid.
De zorg voor de besneden vrouw geeft vermindering van klachten. Door de
behandeling hebben ze bijvoorbeeld minder hoofdpijn, spierpijn en minder
last van hun menstruatieperiodes. Ze zullen meer plezier beleven in hun pri-
véleven. Ze kunnen hierdoor meer van hun leven genieten.
Binnen dit project zijn er veel mannen betrokken. Ze leveren zeker een
bijdrage. De man moet betrokken zijn bij dit onderwerp, want hij speelt een
grote rol in het gezin in onze cultuur. We hebben mannen dus nodig om dit
probleem aan te pakken.
Ik vind het nog steeds moeilijk om met vrouwen te praten over dit probleem.
Vrouwen zijn niet gewend om met mannen te praten over hun geslachtsdeel
en de eventuele problemen daarbij. Ook weten mannen nog steeds te weinig
over de voortplantingsorganen van de vrouw. In ieder geval proberen we ook
mannen goed in te lichten over de mogelijkheden die de nazorg behandeling
oplevert. Als mannen echt weten wat de voordelen zijn, zullen ze hun vrouw
eerder aanraden om er gebruik van te maken.
In de toekomst moeten wij dit probleem dus juist ook aanpakken in de landen
waar de meisjesbesnijdenis vandaan komt. Als wij als bruggenbouwers daar
hulp voor zouden kunnen realiseren, zou dat echt geweldig zijn.
Aladin
Hamad
Ik kom uit Sudan en heb in 1998 politiek asiel aangevraagd in Nederland. In
Sudan was ik actief als advocaat met een focus op mensenrechten, vooral
voor vrouwen en kinderen. In 2005 werd ik sleutelpersoon en ben ik daarin
opgeleid en begeleid door FSAN en Pharos.
Ik ben sleutelpersoon geworden vanwege meerdere redenen. Zowel door
eigen ervaring, mijn zusters zijn namelijk ook besneden, maar ook door mijn
achtergrond als mensenrechtenactivist in Sudan. Toen zette ik me ook in voor
de bescherming van jonge meisjes en vrouwen.
Het geeft me namelijk een goed gevoel dat ik via deze weg onze meisjes en
vrouwen kan beschermen en ze op deze manier een goede toekomst kan
bieden. Niet alleen levert besnijdenis veel fysieke problemen op. Eigenlijk
7. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
10 11
Sumaia
Elshafi
Ik kom uit Sudan en ik ben voorzitster van de Culturele Nubische Club in
Den Haag. Deze vereniging organiseert voorlichtingsbijeenkomsten voor
Noord-Sudanese families. Voor ons is het erg belangrijk om met de vrouwen
spreken over meisjesbesnijdenis. Als sleutelpersoon doe ik ook huisbezoe-
ken.
Ik ben ook een sleutelpersoon tussen onze vereniging, FSAN en de GGD
in Den Haag. Samen met Eritrese, Somalische, Ethiopische en Sudanese
mensen hebben we een gemeenschappelijke bijeenkomst georganiseerd.
Soms nodigen wij dokters uit die de lichamelijke gevaren kunnen toelichten.
Soms nodigen wij mannen uit om te spreken, zodat die andere mannen beter
kunnen overtuigen. Ook kiezen wij ervoor om jongeren te laten spreken. De
jongeren begrijpen dat het gevaarlijk is en dat het gestopt moet worden. Ou-
deren hechten meer waarde aan wat de familie ervan vindt.
Meisjesbesnijdenis is een gevaarlijk fenomeen met levenslange consequen-
ties voor vrouwen. Vanaf het begin hebben wij gezegd tegen onze gemeen-
schap dat dit niet bij Islam hoort. Ook hebben we mensen aangespoord om
nee te kunnen zeggen tegen familie in Sudan, die misschien graag zou willen
zien dat hun dochter zou worden besneden.
In het begin was het moeilijk voor ons om over dit onderwerp te spreken.
Niemand durfde eigenlijk over dit onderwerp te beginnen. De vrouwen
durven nu meer te vragen. Dus wij luisteren nu extra goed. Wij bieden tegen-
woordig meer informatie over de nazorg. Wij kunnen meer vragen daadwer-
kelijk beantwoorden en meer vrouwen doorverwijzen naar de GGD.
Nog altijd hebben mensen uit onze gemeenschap problemen met hun familie
in Sudan over het stoppen van meisjesbesnijdenis. In mei of juni 2015 zullen
wij een grote bijeenkomst organiseren waarbij we als het ware een ‘inenting’
geven. We gaan ze inenten met empowerment en met de juiste argumen-
ten: Pas op je kinderen als jullie daar zijn. Vanaf het begin moet je helder en
duidelijk communiceren met de familie: Je kan je meisjes niet alleen achter-
laten. Het is in Nederland niet meer toegestaan. Als er iets gebeurt met jullie
dochter, dan is een gevangenisstraf in Nederland een logisch gevolg.
8. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
12 13
Rukio
Adow
Ik kom uit Somalië en ik woon sinds 1992 in Nederland. Sinds 2004 ben ik
een officieel sleutelpersoon. Tegenwoordig maak ik deel uit van de kerngroep
en ben ik voorzitter van Stichting Asiya. Ik heb jarenlange ervaring met dit
onderwerp. In Nederland heeft Zahra Naleie mij opgeleid tot sleutelpersoon.
Ik maak deel uit van de kerngroep van de sleutelpersonen. In 1996 bezocht ik
voor het eerst een conferentie over VGV en ben ik betrokken geraakt. Ik woon
sinds 1992 in Nederland, maar al in Somalië streed ik tegen VGV. Tot nu toe
is het een moeilijke strijd tegen dit fenomeen, zowel in Somalië als in Neder-
land. Nog steeds zijn mensen voor het besnijden van vrouwen, ook al zijn ze
op de hoogte van de medische en psychologische gevaren. Voorheen dachten
Somalische mensen dat in de hele wereld vrouwen besneden werden, nu
weten Somaliërs dat het niet overal voorkomt.
Het geeft me power. Het geeft me energie, als ik weet dat ik mensen gehol-
pen heb. Er was eerst onwetendheid, nu is er meer bewustzijn over de geva-
ren. Het geeft me voldoening om dit werk te doen. Nazorg voor de besneden
vrouw kent verschillende vormen. Een luisterend oor bieden kan al genoeg
zijn. Empathie, meevoelen en meedenken met de vrouwen is de basis van
de zorg. In eerste instantie is het al zo’n opluchting voor de vrouwen dat er
iemand is die naar hun verhaal wilt luisteren en hun begrijpt, voordat ze op
medisch gebied verder geholpen kunnen worden.
Ik vind het niet zwaar om al deze verhalen te horen. Het geeft me de moti-
vatie om door te gaan. Het zijn vooral de tegenstanders die het werk zwaar
maken. Ze willen niet over het onderwerp praten. Ze denken dat ik gehersen-
spoeld ben door het ‘Westen’. Ze zeggen me dat ik een slecht persoon ben.
Het gaat het ene oor in en het andere oor weer uit. Het is moeilijk, maar ik
maak me er niet te druk om. Als je niet wilt luisteren, dan niet. Ik vraag me
heus weleens af, waarom ik dit nog doe. Maar ik ben een doorzetter, ik stop
mijn energie in de mensen die wel willen luisteren.
Nazorg is tegelijkertijd ook een vorm van preventie. Als vrouwen beseffen hoe
veel opluchting een nazorgoperatie oplevert, dan zullen ze hun dochters nooit
het drama van meisjesbesnijdenis aan willen doen. Dus we moeten doorgaan
met voorlichting geven en nazorg verlenen, zodat ooit meisjesbesnijdenis niet
meer bestaat. Normaal gesproken zijn er voor een hersteloperatie drie af-
spraken nodig. Een intake gesprek, een tweede gesprek ter voorbereiding en
de derde afspraak is bij de gynaecoloog. De vrouw wordt dan daadwerkelijk
opengemaakt. Ik heb een keer een vrouw begeleid en ik ging met haar mee
naar het ziekenhuis. Zo’n vijf keer ben ik uiteindelijk met haar meegegaan. Het
was een gesloten vrouw, ze sprak heel weinig. Toen ze eenmaal de gehele
operatie achter de rug had, belde ze mij op. Ze leek een totaal ander persoon.
Zo vrolijk klonk ze aan de telefoon. Het deed mij echt heel veel, ik moest
ervan huilen. Alle tegenslagen doen er niet meer toe, wanneer je zo een suc-
cesverhaal meemaakt.
9. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
14 15
Ahlam
Aziz
Ik kom uit Sudan en ik woon al zestien jaar in Nederland. Sinds 2007 ben ik
een sleutelpersoon, getraind door FSAN en PHAROS. De gezondheid van de
meisjes is zo waardevol. Ik vind het belangrijk om vrouwen uit Soedan te hel-
pen door ze informatie te geven over de nadelen van VGV. Gelukkig neemt het
flink af, maar voor de vrouwen waarbij de besnijdenis al gebeurd is, bieden we
nu dus de nazorg aan.
Ik werk samen met FSAN en GGD Den Haag. Mijn rol houdt in dat ik voor-
lichting geef aan de vrouwen uit mijn gemeenschap en huisbezoeken bij ze
afleg. Er wonen zo een 6000 Sudanese mensen in Nederland. Vroeger was
meisjesbesnijdenis echt een taboeonderwerp, nu is de situatie een stuk beter
geworden.
Het percentage besnijdenissen in Sudan is flink afgenomen. Er is veel werk
gedaan door bijvoorbeeld de organisatie Salima die samenwerkt met UNICEF
in Sudan. Dus nu is het in Nederland ook steeds minder een taboeonderwerp.
De uitdaging blijft de nazorg zelf. We ontmoeten veel weerstand, want de
vrouwen gaan niet graag naar de verpleegkundige om te spreken over hun
gezondheidsklachten. Het doorverwijzen gaat moeilijk. Ze willen wel naar de
voorlichting, maar ze nemen niet de stap om uiteindelijk het nazorgtraject in te
gaan. Dus we hebben tijd nodig om vertrouwen op te bouwen binnen de ge-
meenschap, zodat ze het aanbod en de inhoud van de nazorg beter begrijpen.
Toen ik begon als sleutelpersoon werd de nazorg voor besneden vrouwen
vergoed door de ziektekostenverzekering. Nu is dat veranderd. Verschillende
vrouwen hebben een factuur gekregen voor de operatie. Het kost dan onge-
veer 250 Euro per afspraak. Voor deze vrouwen is dit erg veel geld. Een paar
vrouwen van de Egyptische organisatie Kifaya hebben mij ervan op de hoogte
gesteld dat de nazorg niet meer vergoed wordt door de zorgverzekeraar.
10. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
16 17
Khadija
Hersi
Ik kom uit Somalië, ben een sleutelpersoon sinds 2011 en opgeleid door
FSAN. Ik heb voorlichting aan verschillende vrouwen in Den Haag gegeven.
Soms is het werk lastig, vooral de strijd tegen religieuze en traditionele te-
genargumenten. Sommige mensen geloven dat dit deel uitmaakt van hun
religie, vooral islamitische mensen. Omdat meisjesbesnijdenis al generaties
lang gebeurt, is het erg moeilijk om uit te leggen dat dit niet op deze manier
bij Islam hoort. De meeste mensen zien nu wel in dat deze extreme vorm
van VGV (infubulatie) niet deel uitmaakt van de Islam. Het is een traditie die
in verschillende Afrikaanse culturen voorkomt. Het kan ook voor komen bij
christenen.
Als je aan Nederlandse mensen uitlegt over vrouwenbesnijdenis, dan kunnen
ze zich bijna niet voorstellen dat het nog steeds gebeurt. Het is bijna niet te
bevatten voor hun. Ze vragen me dan: “Waarom hebben ze dat gedaan? Moet
dat van je geloof? Wie heeft je dat dan aangedaan? Een man of een vrouw?”
Als ik vertel over de nazorg, leg ik hen uit dat er vaak vrouwen zijn met klach-
ten. Ze hebben bijvoorbeeld menstruatieklachten of complicaties bij het uri-
neren. Tegenwoordig is er een verpleegkundige die Somalisch spreekt in het
ziekenhuis tijdens het spreekuur van de GGD. Die herkent de klachten. Ook
staan er gynaecologen klaar voor de vrouwen.
Zes keer per jaar doe ik huisbezoeken ter preventie van meisjesbesnijdenis,
maar ook om de nazorgtrajecten bekend te maken. Vroeger durfde ik niet
over dit onderwerp te praten. Op een gegeven moment durfde ik eindelijk te
zeggen dat dit verkeerd is. Dit is een gestoorde traditie! Laten we hier mee
stoppen! Begin 2011 keek ik voor het eerst naar een film over dit onderwerp.
Ik liet de film aan mijn zoon zien. Hij werd misselijk en kon het niet afkijken.
Mijn geloof zit diep in mijn hart, maar mijn gevoel zei me dat “I had to face the
reality”. Ik wist vanaf dat moment dat ik ook voorlichting wilde geven en dit
probleem aan wilde pakken. Ik ben blij dat ik dit werk kan doen, het geeft me
echt veel energie.
Het moeilijkste was een conflict wat ik had met een vrouw die mij beschuldig-
de dat ik ‘verwesterd’ was en dat ik een Nederlander was. Ze bleef hameren
op het feit dat we een eeuwenoude traditie moesten behouden die tevens
een belangrijk onderdeel vormde van onze islamitische levenswijze. Ze vertel-
de mij dat ze bang was voor de overheid, omdat ze in Somalië toch wel erg
graag haar meisje ‘sunnah’ wilde maken.
11. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
18 19
Adnan
Adawa
Ik kom uit Somalië en ben nu een jaar actief als sleutelpersoon in mijn woon-
plaats Den Haag. Ik heb een training gevolgd bij FSAN. In mijn familie zijn er
meerdere vrouwen die besneden zijn. Ik besef hoe erg het is voor de meis-
jes. Ik wil dus voor de vrouwen in mijn familie opkomen. Het staat niet in de
religieuze geschriften of de Koran. Deze traditie stamt uit de tijden van de
Farao. Die was onwetend en nu weten we dat het niet islamitisch is om deze
traditie voort te zetten. Ik ben altijd wel tegen meisjesbesnijdenis geweest,
maar nooit had ik de drang om me er tegen te verzetten. Ik ben in Nederland
opgegroeid. Tijdens een reis naar Somalië viel het me op dat mijn nichtjes
ontzettend veel pijn hadden tijdens hun menstruatie. Zelfs mijn eigen vrouw
heeft verschrikkelijk veel pijn gehad. Ik heb haar meerdere keren naar het
ziekenhuis moeten brengen voor de nazorg.
Vandaag de dag heb ik zelf twee dochters. Ik wil voor hun vechten. Ik gun
alle zusters een goede gezondheid. Afgelopen jaar was ik weer in Somalië
en koos ik ervoor juist met ouderen te discussiëren. Ik wilde weten wat hun
motivatie precies inhield. Met de meisjesbesnijdenis willen ze vooral tegen-
houden dat hun dochters seks hebben voor het huwelijk. Ik geloof dat je dat
niet tegen kan houden met een besnijdenis. Het gebeurt wel of het gebeurt
niet, daar heb je als ouder uiteindelijk geen grip op. Ik vraag ze: “Mama’s, zelf
hebben jullie zoveel pijn gehad, wil je dat dan ook voor je dochters?” Ze zijn
bang dat hun dochters buitengesloten worden, als ze geen besnijdenis heb-
ben gehad, maar dan ben ik streng: “De gezondheid van jullie dochters is het
belangrijkst.”
Tijdens mijn training leerde ik de gezondheidsklachten herkennen die het ge-
volg zijn van een meisjesbesnijdenis. Dit heb ik ook uitgelegd aan mijn echtge-
note. Mijn vrouw herkent dan ook de vrouwen die ernstige klachten hebben.
Uiteindelijk koppelen we samen die vrouw dan aan de juiste verpleegkundige
bij het Haga Ziekenhuis. De meeste vrouwen weten wel dat er nazorg bestaat
voor hun klachten, maar ze weten niet altijd waar ze terecht kunnen. “Wie
kan mij helpen? Wie snapt mijn probleem?” Het is voor de vrouwen al best
beschamend om met dit probleem naar veel verschillende doktoren te gaan.
Daarom is de sleutelpersoon zo belangrijk, zodat de vrouw direct op de juiste
plek komt.
Ik hoop dat er in de toekomst in Somalië zelf meer aandacht zal zijn voor VGV.
Je kunt vaak niet tot de ouderen doordringen, zij zullen die verandering niet in-
zetten. We moeten vooral investeren in de jongeren, want zij zijn de toekomst.
Het is altijd zo leuk om te zien wanneer iemand blij is nadat je diegene hebt
geholpen. Daar doe ik het echt voor.
12. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
20 21
Haimanot
Belay
Ik kom uit Ethiopië en ik woon nu bijna 20 jaar in Nederland. In 2007 ben ik
tot sleutelpersoon getraind door FSAN en Pharos. Ik maak ook deel uit van de
kerngroep sleutelpersonen. Daardoor heb ik de mogelijkheid om in Den Haag
voorlichting te geven, maar ook op landelijk en internationaal niveau op profes-
sionele wijze de voorlichting te doen. Ik doe huisbezoeken, maar ik geef ook
individueel voorlichting over meisjesbesnijdenis. Daarnaast ben ik de voorzit-
ter van stichting GOBZ.
In 2007 bezocht ik een conferentie over meisjesbesnijdenis, waar ik voor was
uitgenodigd via Vluchtelingenwerk. Dat was echt een eye-opener. We keken
naar een filmfragment en alle vrouwen in de zaal waren in shock en ontroerd.
Ik wist niets af van de heftige psychologische en fysieke complicaties af die
optreden als gevolgen van de besnijdenis. Een vrouw sprak me aan of ik een
voorlichter wilde worden en zo is het allemaal begonnen.
Meisjesbesnijdenis is geen onderwerp waar Ethiopiërs makkelijk over praten.
Ik heb een paar vrouwen verwezen naar het nazorgspreekuur. Ze zijn gene-
zen van hun klachten. Het is weleens voorgekomen dat een genezen vrouw
contact met mij op nam en vertelde hoe blij ze was met het eindresultaat. Dat
geeft me voldoening.
Nazorg is een project voor de besneden vrouw. Voor besneden vrouwen is het
een grote stap om via de huisarts naar een specialist te gaan. Daarom is er
een nazorgspreekuur. Tijdens dat spreekuur is er meer tijd en aandacht voor
de vrouwen en zijn er mensen aanwezig die begrip hebben voor de cultuur
waar de vrouwen vandaan komen. De begeleiders weten de juiste behan-
deling aan te bieden voor de klachten en symptomen die worden omschre-
ven door de besneden vrouwen. Als vrouwen klachten hebben tijdens hun
menstruatie en tijdens seks of een blaasontsteking hebben, dan verwijs ik
ze door naar het nazorgspreekuur. De mogelijkheid tot een correctie-opera-
tie bespreek ik ook. Een Ethiopische vrouw die ik begeleid heb, heeft deze
operatie ondergaan. Ze is echt veranderd en haar gevoel is verbeterd. Ik ben
van plan haar uit te nodigen als gastspreker. Bij het oriëntatiegesprek van de
correctie-operatie was ik aanwezig. Ze zei mij dat het leek alsof ze opnieuw
was geboren!
Wat ik zelf zo goed vind aan het nazorgproject is dat de vrouwen op hun eigen
tempo en in hun eigen taal begeleiding hebben gekregen. Wij als sleutelper-
soon investeren heel veel tijd en energie in het project op vrijwillige basis.
Ik denk dat het beter is als het project binnenkort geprofessionaliseerd kan
worden. Verder is het vervelend dat de operatie niet verzekerd wordt in het
basispakket, maar verwerkt wordt via de eigen bijdrage. Ik hoop dat in de
toekomst meer vrouwen gebruik zullen maken van de nazorg. En ik hoop dat
het nazorgproject blijft bestaan.
13. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
22 23
Hamdi Suleyman
Ik kom uit Somalië en ik ben in 2010 door FSAN en GGD Nederland getraind
tot sleutelpersoon voor in de kerngroep. Ik werk voor de Stichting Somalische
Gemeenschap Eindhoven. Wij bieden informatiebijeenkomsten over bijvoor-
beeld meisjesbesnijdenis, nazorg en ‘leven in Nederland’ aan. Hier in Eindho-
ven zijn vooral veel nieuwkomers uit de Somalische gemeenschap. Er zijn wel
meer dan 1000 Somalische gezinnen.
Een sleutelpersoon is iemand die toegang verschaft tot de deuren die jij
wenst te openen. Ook bijvoorbeeld voor Nederlandse ambtenaren en maat-
schappelijk werkers die bij een Somalische familie binnen willen komen. Veel
Somalische Nederlanders hebben een ‘instantiefobie’: ze vertrouwen de
overheid niet. Voor hun ben ik de juiste sleutelpersoon om ze in contact te
brengen met de medewerkers van instanties. Ikzelf begeleid op regelmatige
basis een groep van ongeveer 70 mensen. In Eindhoven organiseren we ook
informatiebijeenkomsten en huiskameravonden om mensen te informeren
over meisjesbesnijdenis en nazorg. Laagdrempeligheid is belangrijk, mensen
moeten altijd makkelijk bij jou als sleutelpersoon of bij je bijeenkomst terecht
kunnen. Het is daarom belangrijk dat er in de Somalische gemeenschap goe-
de verhalen over je verteld worden.
Vier maanden geleden belde een vrouw die weleens bij mij op spreekuur
kwam. Zij vroeg aan mij: “Wil je met de school van mijn dochter bellen?” Haar
dochter van 17 jaar oud was ziek, maar de vrouw kon de klachten niet goed in
het Nederlands uitleggen. Tijdens het menstrueren had de dochter pijn bij het
zitten en het staan. Ik vroeg haar of haar dochter besneden was. Ze gaf aan
dat ze op de ‘’pharaonic manier” was besneden. Ik zei haar dat een Neder-
landse school niet zal accepteren dat een meisje iedere maand ziek thuisblijft
tijdens haar menstruatie. Dat meisje is uiteindelijk zelf naar mij toegekomen
om het nummer te regelen van de specialist in het ziekenhuis. Ik heb haar
aangeraden om naar het nazorgspreekuur te gaan.
Ook tijdens een bijeenkomst voor Afrikaanse vrouwen, kwam ik een getrouw-
de vrouw tegen die maar niet zwanger kon worden. Ze heeft toen uiteindelijk
het nazorgtraject gevolgd, hoogst waarschijnlijk met een hersteloperatie, en
is toen uiteindelijk toch zwanger geworden. Alhamdulilah, dit zijn de echte
succesverhalen.
De uitdaging blijft dat de vrouwen gaan inzien dat de nazorg er nu nog is, maar
dat die ook best weleens op den duur kan verdwijnen. De doelgroep moet
inzien dat ze nu hun kans moeten pakken. Nazorg zou moeten blijven bestaan
en moet laagdrempeliger worden. Het moet eigenlijk onderdeel worden van
de zorg die er nu is. Doorverwijzingen via huisartsen gaan soms erg moeilijk.
Het duurt soms lang voordat een vrouw eindelijk bij de juiste specialist is.
Wanneer de nazorg toegankelijker is, zullen de vrouwen die goed behandeld
zijn het woord verspreiden. Waardoor het bereiken van de andere vrouwen en
het bieden van hulp automatisch een stuk makkelijker zal gaan.
14. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
24 25
Fatoumata
Diallo
Mijn naam is Fatoumata Diallo en ik kom oorspronkelijk uit Guinee Conakry.
Sinds 2002 ben ik activiste tegen vrouwenbesnijdenis. Ik ben actief als sleu-
telpersoon, iemand die voorlichting geeft en informatie verspreidt binnen een
bepaalde doelgroep. In mijn geval West-Afrikaanse vrouwen. Ik zie het als
mijn rol om deze boodschap te verspreiden in risicolanden en in Nederland.
Ik zou graag zien dat mensen durven te praten over meisjesbesnijdenis. Het
is nu nog niet altijd bespreekbaar en ik hoop daar stap voor stap verandering
in te brengen. Wanneer vrouwen wel bereid zijn om erover te praten en ik de
vrouwen voorlicht en ze echt goed weet te raken, ja dan geloof ik dat ik daar-
door ook volgende generaties kan beschermen tegen het leed dat meisjesbe-
snijdenis kan veroorzaken.
Nazorg in het noorden van Nederland bestaat uit een team van artsen van
Sense die je gratis en anoniem kunt bellen. Die verwijzen je dan weer door
naar de juiste medische hulpverleners en specialisten. Wij organiseren graag
leuke activiteiten om zo een vertrouwensband op te bouwen. Soms is het pas
mogelijk om na dit soort activiteiten over het moeilijke onderwerp van meis-
jesbesnijdenis te beginnen. Dan zijn de vrouwen meer op hun gemak. Vroeger
dacht ik dat mannen geen begrip voor dit onderwerp zouden tonen, maar na
het organiseren van een mannenavond kwam er een man naar mij toe die
nazorg voor zijn besneden vrouw wilde realiseren. Dat vond ik echt geweldig.
En ik zag het echt als een succes.
Andere successen zijn dat we veel mensen bij het onderwerp hebben kun-
nen betrekken en dat ons werk uiteindelijk de mening van veel mensen heeft
verandert. Wat ik in de toekomst anders zou willen zien, is dat huisartsen
proactief gesprekken aan gaan met vrouwen uit risicolanden. Dat huisartsen
zelf beginnen over de hulp die aangeboden kan worden. Zo kunnen huisartsen
hulp aanbieden waar vrouwen uit schaamte misschien niet om vragen. Men-
sen bellen niet door schaamte.
Ook zou ik graag willen zien dat het Centrum voor Seksueel Geweld (CSG) de
Nederlandse ambassadeurs in vakantielanden inlicht over ouders die mogelijk
hun dochter in land van herkomst willen besnijden. Zo kunnen ambassadeurs
daar ter plekke de juridische gevolgen van een meisjesbesnijdenis in het
buitenland aan de ouders uitleggen. Die gevolgen zijn natuurlijk een celstraf
in Nederland en uithuisplaatsing van het kind. Zolang ik leef zal ik me inzetten
tegen meisjesbesnijdenis. En ik hoop de dag mee te maken dat het niet meer
bestaat.
15. Nazorg VGV
Sleutelpersonen in beeld
26 27
Dennis
Aigbogun
Ik kom uit Nigeria en ik woon nu al 23 jaar in Nederland. Zeven jaar geleden
werd ik een sleutelpersoon. James Owie had me uitgenodigd om naar een
van de VGV voorlichtingen te gaan. Ik wist toentertijd nog weinig over VGV.
Ik had een Nigeriaanse vriend die op een schip werkte en ik sprak hem toen
hij aankwam in de haven van Rotterdam. Zijn vrouw was zwanger, toen hij
vertrok en ze was niet besneden. Volgens de lokale cultuurgebruiken van de
streek waar hij vandaan kwam, moet een vrouw besneden worden voor de
bevalling. Toen hij in Nederland was en wilde checken hoe het met zijn vrouw
ging, hoorde hij aan de telefoon dat ze zich de dag ervoor had laten besne-
den. Mijn vriend was woedend. Hij had nog zo duidelijk gezegd: “Besnijd
mijn vrouw niet, het is mijn vrouw en jullie hebben geen recht om haar aan
te raken.” De dag erna ging hij gelijk terug naar Nigeria. In die streek worden
vrouwen bij hun geboorte of vlak voor een bevalling besneden. Waar ik van-
daan kom, wordt het gedaan bij meisjes vanaf zeven tot veertien dagen oud.
In Nigeria gebeurt het bij zowel christenen als moslims.
Ik organiseer voorlichtingsbijeenkomsten. We praten met mensen en bespre-
ken de verschillende vormen van vrouwenbesnijdenis. Ook bespreken we de
nadelen. Medisch gezien, qua gezondheidsgevolgen, is het dramatisch. Tij-
dens deze bijeenkomsten geven veel mensen uiteindelijk toe en erkennen ze
dat het verkeerd is. Ze vertellen bijvoorbeeld dat ze hun familie en kennissen
thuis op de hoogte zullen stellen van de informatie.
Door dit werk te doen, voelt het alsof ik levens red. Door dit verhaal te ver-
tellen, zal het via via weer bij andere mensen terechtkomen. Misschien red
ik dan wel iemand die ik zelfs niet eens ken. Een voor een zullen de vrouwen
bevrijd worden.
De nazorgbehandeling voor een besneden vrouw bestaat soms uit een fy-
sieke, operatieve behandeling die de vagina van de vrouw weer enigszins
hersteld, maar ook uit het begeleiden van besneden vrouwen bij sociaal-psy-
chologische trauma’s die zij heeft opgelopen. Psychologische hulp om zodat ze
zich weer goed kan voelen over zichzelf.
De uitdaging blijft de positie van de mannen. Het zijn de mannen die zeggen
dat het een traditie is en dat het normaal is. Dat vrouwen die besneden zijn,
gehoorzamer zijn op seksueel gebied en betere huisvrouwen, de besneden
vrouw is beter huwbaar. De mannen geloven dat het een familie aangelegen-
heid is. Maar, zeg ik, als je vrouw alleen al een dag zich slecht voelt, dan beïn-
vloedt dat de hele familie. Ik vertel ze, dat als ze toch besluiten hun vrouwen
of dochters te laten besnijden, dat ze het kwaad ervan op de lange termijn
toch zullen ervaren.
16. Uitgever: Federatie Somalische Associaties Nederland (FSAN)
Tekst: Zahra Naleie Robert Derk van Raalte
Fotografie: Robert Derk van Raalte
Vormgeving: DG Graphic Design
Drukwerk: De Koning Repro
Copyright FSAN
Willem de Zwijgerlaan 350 B/3
1055 RD Amsterdam
info@fsan.nl | +31(0)20 - 486 16 28
www.fsan.nl
Mede mogelijk
gemaakt door het
Ministerie van VWS
17. T: 020 - 486 16 28
E: info@fsan.nl | www.fsan.nl
W. de Zwijgerlaan 350 B/3
1055 RD Amsterdam
Sleutelpersonen, mannen en vrouwen uit verschillende
Afrikaanse landen, vervullen een cruciale rol in de strijd
tegen VGV. Ze organiseren voorlichtingsbijeenkomsten,
huiskamergesprekken en leggen huisbezoeken af ter preven-
tie van VGV in Nederland. Ook informeren ze over nazorg en
verwijzen ze besneden vrouwen door naar de juiste spreek-
uren. De verhalen in deze brochure maken duidelijk hoe hun
motivatie en inzet de sleutel vormt tot het beëindigen van
VGV. Maak kennis met een aantal van hen.
Mede mogelijk
gemaakt door het
Ministerie van VWS