LABO: onderzoek, via ontwerp, naar maatschappelijke opgaven en hun impact op ruimte, op de vormgeving van onze steden en landschappen.
Mobiliteit is 1 van die belangrijke maatschappelijke kwesties.
Ruimtegebruik in VL is versnipperd. Dat zorgt voor veel verkeer en onveiligheid.
Ruimtegebruik in VL is versnipperd. Dat zorgt voor veel verkeer en onveiligheid.
Ruimtegebruik in VL is versnipperd. Dat zorgt voor veel verkeer en onveiligheid.
Ruimtegebruik in VL is versnipperd. Dat zorgt voor veel verkeer en onveiligheid.
Ruimtegebruik in VL is versnipperd. Dat zorgt voor veel verkeer en onveiligheid.
Ruimtegebruik in VL is versnipperd. Dat zorgt voor veel verkeer en onveiligheid.
Dus een eerste stap, op de grotere schaal, is werken aan verdichting rond knooppunten van openbaar vervoer. = eigenlijk vraag naar beneden halen.
Dat betekent ook dat we volop moeten inzetten op gedeelde mobiliteit en afstappen van de eigen wagen als evidentie.
Tweede: op meer lokale niveau kijken hoe we wijken en straten zo kunnen inrichten dat we ook daar werken aan verkeersluwheid, en tragere mobiliteit stimuleren. Niet alleen in functie van verkeersveiligheid, maar ook ifv meer leefbaarheid en kwaliteit van publieke ruimte.
Voorbeeld van ingrijpen op die lokale schaal: de superblocks Barcelona: een aantal klassieke bouwblokken worden samengevoegd tot een groter ‘super’-blok waarbinnen kinderen en zwakke weggebruikers zich veilig, zelfstandig en aangenaam kunnen verplaatsen, parkeren gebeurt niet meer voor de eigen deur maar wordt gegroepeerd georganiseerd en door de grotere korrel (met voldoende dichtheid) kunnen een aantal basisvoorzieningen (crèche, basisschool, kleine supermarkt,…) binnen de wijk (of via een aangename route geconnecteerd met de voorzieningen in de naastliggende wijk) worden georganiseerd wat verplaatsingen ook ten dele overbodig maakt.
Dat heeft in Barcelona alleszins een heel aantal winsten opgeleverd, niet enkel op vlak van mobiliteit, maar ook leefbaarheid, luchtkwaliteit etc. Maar we merken dat ook in Vlaanderen en België heel wat steden aan de slag gaan met een andere inrichting en organisatie van hun wijken.
De aanpak uit Barcelona is uiteraard niet zomaar kopieerbaar naar Vlaamse of Belgische steden. Maar in Antwerpen zijn we wel op zoek naar hoe we dat ‘idee’ van superblocks in een andere context en dichtheid kunnen toepassen; welke maat we daar kunnen hanteren voor wijken, en hoe door een luwere inrichting en minder parkeerplaatsen niet enkel in die wijken, maar ook algemeen op alle wegen de autodruk naar beneden kunnen halen.
Brussel is ook aan de slag met gelijkaardig concept van ‘Autoluwe Mazen’, waarbij ze het verkeer wegleiden uit de woonstraten: en waarbij het doel niet enkel is: verschuiven van dat verkeer naar die randen, maar verminderen van het totale verkeer!
Daar creëren ze autolowe mazen met een doorsnede van 1 tot 2 km, waar het doorgaand verkeer wordt buiten gehouden.
Maar ook in minder stedelijke gebieden wordt er nagedacht over hoe een herinrichting van de straat en het publiek domein sluipverkeer kan verminderen en een heel andere woon- en omgevingskwaliteit kan creëren. Veneco stelde voor Nevele het concept van stille kamers voor.
Nog een vb: Met Fix the Mix heeft Fietsberaad een kader uitgewerkt voor fietsen in gemengd verkeer. Op sommige hele drukke assen is gescheiden fietsinfrastructuur ifv de veiligheid belangrijk, maar op wegen van een lagere categorie, waar de ruimte ook beperkter is, zou je door een goede weginrichting en met aangepaste snelheid en met minder verkeer, toch ook veilig en aangenaam kunnen fietsen in gemengd verkeer. Ook hier gaan zij uit van een soort van luwere ‘verkeerskamers’ waar doorgaand verkeer wordt uit gehaald.
Het doel van een andere inrichting is niet enkel verkeer naar beneden halen, maar je straten terug leefbaar en gedeeld te maken. De straat vervult namelijk vele rollen: biedt ook plaats aan spel en ontmoeting, aan groene ruimte, is een uitbreiding van de woonruimte, moet werken voor vele doelgroepen.
Maar het gaat over veel meer dan louter duurzame en veilige mobiliteit stimuleren: onze straten vervullen vele rollen, de ruimte beschikbaar is beperkt, en er komen nieuwe uitdagingen af op die beperkte ruimte.
Bovendien komen er ook nieuwe uitdagingen af op die straten en die beperkte ruimte, waar we nu nog onvoldoende rekening mee houden: in Antwerpen onderzoeken we bv hoe we via die luwere inrichting beter kunnen sturen op nieuwe opgaven zoals betere luchtkwaliteit, minder hittestress en meer luchtspoeling, meer waterbuffering, minder geluidsoverlast.
Maar ruimte is, ook in onze straten, een schaars goed
Dus het antwoorden op die vele opgaven gaat over een letterlijke ‘herverdeling van de ruimte’, die tegelijk ook vele nieuwe kwaliteiten kan opleveren. (uitspraak Willy Miermans over hoe wij, mensen, in het bijzonder Vlamingen of Belgen, wennen aan banaliteit en lelijkheid, en die een pleidooi hield voor kwaliteitsvolle publieke ruimte, voor goeie architectuur en voor levendige straten met ruimte voor ontmoeting)
Omdat zoveel steden en gemeenten op zoek zijn naar gelijkaardige oplossingen, willen we vanuit TVB en Fietsberaad graag pilootprojecten Luwe Buurten opstarten waarin we een aantal van die steden en gemeenten ondersteunen met goeie ontwerpers, die dat publiek domein kunnen aanpakken, en waarbij die steden en gemeenten van elkaar kunnen leren zodat we niet overal opnieuw het warm water moeten uitvinden. We hebben een oproep gedaan naar een onderzoeks- en ontwerpteam, dat ons zal begeleiden hierin, en we willen dit voorjaar alvast starten met een aantal workshops met geïnteresseerde steden en gemeenten, dus ik ben benieuwd om te horen of daar ook hier vandaag interesse is naar zo’n andere aanpak.