2. 1. Basisprincipe van akoestiek
1.1 Akoestiek
1.2 Geluidsgolven
1.3 Frequentie
1.4 Toonklank
1.5 Resonantie
2. Basisprincipes van de bouw van een gitaar
2.1 Bouw/ onderdelen
2.2 Materialen
3. Akoestiek van de gitaar
3.1 Speelwijze
3.2 Verschillende toonhoogtes/ toonklanken
3.3 Resonantie bij gitaar 2
3. • twee betekenissen:
• wetenschap bestudering van geluid
• manier geluid voortplant en verspreidt
• 4 onderdelen
3a
4. 3b
• trillingen door medium gestuurd
• longitudinale golven maar bron transversaal
• beschreven door:
• amplitude (A)
• frequentie (f)
• golflengte ()
• geluidsnelheid (v)
5. • aantal trillingen per seconde
• 𝑇 =
1
𝑓
𝑓 =
1
𝑇
• eenheid is hertz
• bepaalt toonhoogte
4a
12. 6b
• manier invloed op klankkleur
• hoe meer snaar ingekort, hoe hoger de toon
• inkorten door vingers op toets tussen fretten
• ook materiaal: invloed op klank
• elk soort instrument ook andere klank
• tijdspreiding
13. 6c
• snaar langs 2 kanten vast:
• meerdere resonantiefrequenties
• snaar in grondtoon:
• staande golf
• snaar aangeslagen:
• trilt in resonantiefrequenties
• grondtoon = luidst
14. 6d
• resonantiefrequenties:
• afhankelijk van massa + buigstijfheid snaar
• ook van snaarspanning
• gestemd door spanning via stemschroeven
• snaar aangeslagen
• weinig geluid
• hiervoor klankkast
• klankkast versterkt geluid
• !! voor- en achterblad
15. 6e
• voorblad
• hoge frequenties
• achterblad
• lage frequenties
• geluid overgebracht naar hout + brug =>
patronen: Chladni patronen.
• klankgat om geluid uit klankkast