Similar to Criminaliteit te Mechelen op het einde van het Ancien Regime. Aanklachten en vonnissen voor de periode 1773-1795. Bewerkt door Marc ALCIDE (7)
Criminaliteit te Mechelen op het einde van het Ancien Regime. Aanklachten en vonnissen voor de periode 1773-1795. Bewerkt door Marc ALCIDE
1. Criminaliteit te Mechelen op het einde van het Ancien Regime.
Aanklachten en vonnissen voor de periode 1773-1795.
Marc ALCIDE
Voor de eerste maal te boek gesteld op 17 juli 1993. Dit werk kan ook
geraadpleegd worden in de bibliotheek van het VVF te Merksem, F. Van
Heybeekstraat, 3.
Op het stadsarchief van Mechelen zijn nog 5 zogenaamde vonnisboeken van de
schepenbank
aanwezig. De meeste teksten in deze registers zijn de aanklachten en
vonnissen die
afgelezen in aanwezigheid van de beklaagden. Er staan niettemin ook andere
zaken in zoals
copies van brieven en adviezen van hogerhand in verband met bepaalde
"gevallen". Twee
historici, specialisten inzake strafrecht bestudeerden deze boeken reeds
grondig en maakten
samenvattingen van de vonnissen uit de periode 1441-1570 (register 1) en
1584-1713 (regis-
ter 2,3 en 4). Alleen de perioden 1570-1584 (1ste deel register 2) en 1773-
1795 (register 5)
bleven bij mijn weten nog onontgonnen.
Samenvatting van de teksten uit het vijfde vonnisboek van de Schepenbank te
Mechelen
(1773-1795). Voor de genealogen is de klassieke naam- en plaatsindex
achteraan bijgevoegd.
De folionummers staan rechtsboven.
1 1r
22.7.1773
Henricus Mathias Boyens, geboren te Baarle Hertog, oud 24 à 25 jaar,
knoeide met valse
assignaties. Hij werd op een schavot gezet met een koord om de hals en met
scherpe roeden
tot den bloede gegeseld. Hij word voor 30 jaar uit Mechelen verbannen en
moet binnen de 24
uur Mechelen verlaten
2 2r
27.9.1773
Carel Lens, geboren te Onze Lieve Vrouw Waver, 17 jaar en half, steelde in
1771 rond
Baafmis te Rijmenam 28 gulden en vluchtte met het geld naar Leuven. Rond
dezelfde tijd
stal hij te Rijmenam van een bepaald persoon een paar zilveren vrouwegespen
en verder nog
33 stuivers en half. Uit een huis bestaande uit twee woningen te Muizen
stal hij uit een kist
brood, boter en een kapmes. In de andere woning at hij het brood op terwijl
hij in een
hooiberg lag. Op dat moment werd hij door de vrouw des huizes opgemerkt. In
de winter van
1773 rond Vastenavond stal hij te Bonheiden een gemest kalf en op 17 maart
1773 stal hij bij
2. een pachter te Hofstade een trijpe broek, een camesol met peerlamoure en
trijpe cnoppen,
een paar zwarte kousen, een beurs met 15 gulden, een paar platte
vrouweschoenen, twee
katoenen neusdoeken en een mannenhemd. Voorts word hij verdacht van een
diefstal van een
som geld in een huis te Onze Lieve Vrouw Waver en nog verscheidene andere
diefstallen. Hij
werd op een schavot gezet met een koord om de hals en met scherpe roeden
tot den bloede
gegeseld. Tenslotte werd hij gebrandmerkt en voor 60 jaar uit de stad
verbannen.
3 4r
1.10.1773
Elisabeth Roman, 27 jaar, geboren te Dendermonde, werd wegens vagabondisme
en ontucht
voor 10 jaar uit de stad verbannen op 5-3-1773 laatstleden. Desondanks
vertoonde zij zich
toch nog in de stad. Zij werd op een schavot gezet met een koord om de hals
en met scherpe
roeden tot den bloede gegeseld. Verder word zij voor 20 jaar uit de stad
verbannen.
4 4v
1.10.1773
Cornelis Keijaerts, bijgenaamd Neleken Seck, geboren te Mechelen, ongeveer
22 jaar, werd
reeds verbannen voor 20 jaar. Hij vertoonde zich terug in de stad en werd
opgepakt door de
stadsofficieren. Hij werd terug verbannen voor 40 jaar.
5 5r
5.8.1774
Maria Helens, gevangene, wordt uit de gevangenis ontslagen zonder kosten.
6 5r
5.8.1774
Loon Lorens, gevangene, wordt uit de gevangenis ontslagen zonder kosten.
7 5v
5.8.1774
Catharina Brant, gevangene, wordt uit de gevangenis ontslagen zonder
kosten.
8 5v
9.8.1774
Jan Baptist Thoremans, ong. 30 jaar, geboren te Mechelen, wonende te Buken,
stal te
Kampenhout in een bos 100 pond schors. Hij bracht de schors op 16 maart
laatstleden in een
zak in de stad en verkocht het aan een huidevetter voor een oord het pond.
Op 20 maart, de
dag van zijn arrestatie, stal hij uit hetzelfde bos weer schors dat hij
weer trachtte te verkopen.
Het voorbije jaar stal hij te Hever op een veld 3 mokens aardappelen en 18
dagen daarna stal
hij weer aardappelen te Haacht. 2 à 3 jaar geleden stal hij te Hever een
cordewaegen. Na
vervolging vanwege de eigenaar gaf hij de wagen 5 weken later terug. Hij
werd ook verdacht
3. van het stelen van 50 fagoens op de Leuvensesteenweg omtrent Trianon, een
cordewaegen te
Boortmeerbeek, aardappelen te Muizen, Hever en Boortmeerbeek. Hij werd
gedurende 3
uren tentoongesteld aan de kaecke met eenen riesel patatters en schorsen
rond den hals en
boven zijn hoofd het opschrift "patatters en schorsdief". Daarna word hij
verbannen voor 10
jaar.
9 6v
5.11.1774
Elisabeth Roman, zelfde vonnis als 4r
10 7v
19.5.1775
Een zaak van gestolen goederen in de herberg Breda op 23 en 24 oktober
1774. De schout
kreeg opdracht onderzoeken te doen in verband met de zaak tegen Jan Van der
Weyden,
gevangene te Mechelen in verband met brieven vermeld in een proces verbael
gehouden te
Lier op 24 en 26 oktober 1774. Eveneens moet de vrouw van Joannes Staenen,
herbergier
van de herberg Breda, de gestolen goederen identificeren. Worden verder nog
ondervraagd:
Cornelius Kersbeeck, herbergier in de herberg 't Schelpken omtrent het
Bruyne Cruys,
Govaert Peeters, Peeter Berckmans, Hendrick Janssens, Joanna Verhulst.
Eveneens be-
trokken in de zaak: Arnoldus Hennens
11 8v
28.7.1775
Servaes Gernier, metsersknaap, gevangene, werd veroordeeld tot 8 dagen
gevangenis
waarvan 3 dagen op water en brood.
12 9r
2.11.1775
Michiel Felix, geboren op de plaats waar zijn vader in garnizoen was, 16
jaar oud, stal op 18
augustus laatstleden in een winkel in de Adegemstraat 2 loden doosjes met
saffraan en
verkocht ze verder voor 2 schellingen. Verder stal hij een croonstuck. Hij
zal later terug
ondervraagd worden.
13 9v
19.2.1777
Jacobus Buts, geboren te Mechelen, werd reeds op 19.11.1767 en op
15.11.1771 verbannen.
Hij wordt ditmaal voor 8 jaar verbannen.
14 10r
25.2.1777
Jan Sonnevil, geboren in de kasselrij van Kortrijk, 48 jaar, drong op
19.8.1776 tussen 4 en 5
uren binnen in het Groot Begijnhof langs een ongeoorloofde weg met de
intentie te stelen.
4. Hij wordt tevens verdacht van diefstal van goederen in een ander huis
binnen de stad, van
diefstal van 2 leederen, en van binnengedrongen te zijn in het huis van een
begijn. Hij wordt
uit de stad verbannen voor 30 jaar.
15 11r
9.6.1777
De persoon bijgenaamd Mancke Mi moet binnen de 72 uren de stad verlaten.
16 11r
11.7.1777
Catharina Van Dijck, 18 jaar, geboren te Noorderwijk, leefde in ontucht en
vagabondisme.
Niettegenstaande zij niet meer in de stad mocht heeft zij zich op 5-3-1777
toch terug in de
stad begeven. Zij wordt verbannen voor 3 jaar.
17 12r
27.9.1778
Jacobus Buts, herhaling van 9v
18 12v
17.8.1778
Jean Baligand, handelaar en deurwaarder in de stad Dowaai neemt kennis van
het feit dat
zijn zoon Jean Baligand, 25 jaar, is aangehouden te Mechelen op betichting
van diefstal met
inbraak, gepleegd op 4-8-1778.
19 13r
5.9.1779
Brief in verband met de inhechtenisneming van Jacques Felix.
20 13v
4.10.1779
Beslissingen genomen na de lijkschouwing van Maria Isabella Rutiens.
21 14r
5.10.1779
In de zaak Jacobus Janssens, in de volksmond genoemd Coben Hanssens,
gevangene, werden
verdere getuigen opgeroepen zich aan te bieden. Cornelis De Winter moet
getuigen over de
feiten voorgevallen ten huize van Jacobus De Coninck op 9.8.1778.
22 14r
3.2.1780
Jan Spece wordt uit de gevangenis ontslagen. Jacobus Lijs blijft
daarentegen nog drie dagen
gevangen op water en brood en zal een ernstige vermaning krijgen. Jan Spece
zal zich
bovendien moeten begeven naar het huis van de persoon die hij verwond heeft
en hem met
gevouwde handen en op de knieen vergiffenis vragen. Nadien zal hij nog een
ernstige
mondelinge berisping moeten aanhoren.
23 15r
2.5.1780
5. Andries Schoenmakers, geboren te Ugenhout (Udenhout), meierij van Den
Bosch, 50 jaar,
was medeplichtig aan een diefstal, gepleegd op 2.6.1779 in een huis,
gelegen op de grens van
Lier en Duffel. De gestolen goederen waren 8 tinne schotels en een mansrok.
Hij verkocht
deze goederen voort. Voorts verkocht hij een cuijpers dissel aan een
koopman. Deze
koopman wou dit op de Grootbrug voortverkopen doch de eigenaar kwam het
terug opeisen.
Verder is hij verdacht van andere diefstallen van andere goederen, het
voortverkopen van
deze zowel binnen als buiten de stad. Hij werd reeds gegeseld en
gebrandmerkt te Tilburg en
te Antwerpen. Hij werd op een schavot met scherpe roeden tot den bloede
gegeseld,
gebrandmerkt en vervolgens voor 40 jaar uit de stad verbannen.
24 16r
7.6.1780
Jacobus Janssens, in de volksmond Coben Hanskens genoemd, geboren te
Hofstade, 30 jaar,
zocht ruzie op 9.8.1778 in de herberg Sint Elooi te Hofstade tegen
verscheidene personen.
Vervolgens ontstond er een vechtpartij waarbij Coben de herberg niet wou
verlaten alvorens
deze in brand te steken. Verder dreigde hij nog andere huizen in brand te
steken. Hij werd
verder verdacht een invalide militair langs achter te hebben aangerand op
een binnenweg niet
ver van het Kasteel van Boortmeerbeek. Hij smeet de ongelukkige op de
grond, mishandelde
hem deerlijk, bedreigde hem, eiste en ontnam hem geld. Hij had een slechte
naam, stond
bekend als een voorvechter, luiaard, dronkaard, godslasteraar en
ruziemaker. Hij wordt
veroordeeld tot 20 jaar tuchthuis.
25 16v
20.10.1780
Maria Van Haelen, geboren te Willebroek, werd op 25-5-1768 voor 10 jaar, op
29.10.1770
eveneens voor 10 jaar en op 15-111771 voor 12 jaar uit de stad verbannen.
Zij werd wederom
voor 12 jaar verbannen.
26 17v
7.2.1781
Anthoon Verlinden, 28 jaar, geboren te Heindonk, wou op 20-91778 om half
twaalf 's nachts
inbreken in een huis te Heindonk. Met behulp van een gaffel brak hij een
kamervenster open
en kroop door de ijzeren tralies naar binnen. Hierna bedreigde hij de man
en de vrouw des
huizes dood te steken. Verder wou hij een turfhaak, die hem niet
toebehoorde, doorverkopen.
Bovendien stal hij een paard, behorend tot de Aartsbisschop, uit een weide
en verkocht het
op de jaarmarkt te Opdorp. Tenslotte deed hij een man stoppen en randde hem
aan in de
6. buurt van een elzenbos aan de beek tussen Heffen en Battel. Hij wordt voor
30 jaar verbannen.
27 18r
29.3.1781
Maria Agnes Soui, geboren te Antwerpen, 67 jaar, stal op 17-3-1781 van twee
buijtenmannen
de neusdoeken uit hun zak. Zij wordt gedurende 1 uur aan de schandpaal
gezet en vervolgens
word zij voor 10 jaar verbannen.
28 19r
29.5.1781
Joannes Antonius Smets: rapport en advies van de schout
29 20r
2.6.1781
Joannes Peeters: rapport en advies van de schout
30 20v
13.3.1781
Anthoon Verlinden (zie 17v), geboren te Heindonk, vertoonde zich terug
tijdens de maand
februari in de stad niettegenstaande hij eruit verbannen is voor 30 jaar.
Hij wordt voor een
verdere termijn van 30 jaar verbannen.
31 21r
10.10.1781
Helena Bernaerts, bijgenaamd Mi Pleck, geboren te Mechelen, 22 jaar,
gedroeg zich sedert
enige jaren als dochter van plaisir. Op 19.12.1780 stal zij eveneens 2
neusdoeken uit een
winkel op de hoek van de Bogaertstraat en verkocht deze verder voor 15
stuivers het stuk. Zij
werd voor 2 maanden in hechtenis genomen en wordt driemaal per week op
water en brood
gezet, meer bepaald op maandag, woensdag en zaterdag.
32 21v
18.1.1782
Jacobus Goevaerts, gevangene, wordt veroordeeld tot justitiekosten alvorens
voor de schout
te moeten verschijnen
33 22r
3.7.1782
Pierre Verlinden: brief in verband met kwijtschelding van zijn straf na een
goed advies vanuit
Mechelen
34 22r
30.8.1782
De weduwe Buts, haar zoon Jacques de Buts: brief in verband met
kwijtschelding van zijn
verbanning na een goed advies vanuit Mechelen.
35 22v
19.2.1783
7. Isabelle Fiskens, vrouw van Jean Francois Van Gansen: brief in verband met
haar veroordeling tot 2 jaar opsluiting in de gevangenis van Mechelen,
niettegenstaande zij verdedigd word
door de advocaat der arme gevangenen: F. Van den Eynde.
36 23r
9.8.1783
Anna Maria Janssens, gevangene: opdracht van de schepenen tot onderzoek
waarom zij vier
jaar geleden in het tuchthuis van Vilvoorde werd geplaatst.
37 23r
23.9.1783
Maria Janssens, geboren te Antwerpen, 20 jaar, stal op 28 mei 1783 een rok
uit een schapragie dat zij eerst had opengebroken, in een huis aan de Lange
Nieuwstraat, waar zij logeerde.
Zij verkocht de rok voort voor 2 gulden 10 stuivers en ging het geld
opdrinken. Bovendien
was zij van schanduleus gedragh continuelijck aanhoudende met ongelijcke
persoonen. Zij
wordt voor 15 jaar verbannen.
38 24r
31.10.1783
Barbara Van Serck, bijgenaamd de Rijcke boerinne, geboren te Leest, kocht
een gestolen
hoofdkap voor slechts 5 schellingen. Deze hoofdkap was gestolen van een
wagen van een
voerman van de lijn Mechelen-Brussel. Zij deed de kap in stukken snijden
door haar dochters
om ze onherkenbaar te maken. Verder is zij verdacht van het kopen van vele
goederen op
verscheidene tochten, waaronder lakens, dekens, enz... waarvan zij zeker
had moeten weten
dat deze zaken gestolen waren. Zij wordt voor 20 jaar verbannen.
39 25r
21.11.1783
Jan Baptist Sterlincx, geboren te Antwerpen, 20 jaar, kwam te Mechelen
bedelen, waarvoor
hij enkele weken werd opgesloten. Niettegenstaande bleef hij ook na zijn
vrijlating bedelen.
Hij wordt verbannen.
40 25v
24.1.1784
Andreas Boeij, geboren te Lippelo, 40 jaar, daagde op 6 augustus 1780 zijn
buurman Peeter
Vertommen uit. Hij diende hem een slag toe op het hoofd en wierp een
kasseisteen in zijn
huis. Hierop kwam Vertommen uit zijn huis en ontstond er een handgemeen.
Boeij bracht
zijn rivaal met een scherp instrument allerlei verwondingen toe te weten:
een gat dwars door
de lippen en de kaak, een steek onder de arm tot in het vetvleesch, een
snede van een vinger
lang ter hoogte van de ribben ook tot in het vetvleesch. Het slachtoffer
verloor verder in het
handgemeen nog twee tanden. Verder stal hij op 9.2.1781 van een kar
geparkeerd aan de
8. Brusselpoort twee stukken lakens. De volgende dag beval hij zijn vrouw 5
ellen van deze
lakens naar den Bergh te dragen en de rest moest zijn stiefzoon in de Zenne
werpen.
Bovendien stond hij gekend als een vechter, luiaard, dronkaard. Hij wordt
voor 20 jaar ver-
bannen uit het Hertogdom Brabant en de provincie van Mechelen.
41 26v
8.6.1784
De schepenen geven de curator de opdracht het dood lichaam van Baron Van
Thulden te
begraven. De kosten worden gedragen door de curator.
42 27r
14.2.1786
Anna Maria Thielemans, geboren te Heist op den Berg, 26 jaar, opende op
5.9.1785 in het
huis op Nekkerspoel waar zij verbleef twee kisten. Zij stal er 1 grove en 3
fijne vrouwekap-
pen, 2 neusdoeken: een purperen van katoen; de andere was een grote en
gestreepte neteldoek, een bruine stoffen capotjen en een bruin damaste
hoeslijf, 2 bruine stoffen rokken,
een vrouw- en een manshemd, een saijette faille, 3 lijnwade voorschoten, 2
paar kousens, 2
paar schoenen, een paar zilvere broeksgespen, een rode katoenen
halsneusdoek, een cravat
met zilver slot, hetgeen zij voor 3,5 schellingen heeft verkocht binnen de
stad. Verder stal zij
er een witte zak waarin ze de goederen instak. De goederen behoorden toe
aan Gillis Ver-
muijten en zijn vrouw. Zij werd voor 10 jaar verbannen.
43 28r
2.6.1786
Joannes Peeters, bijgenaamd den Duijvel, gevangene, wordt voorlopig
vrijgelaten, doch dient
zich ten gepaste tijde aan te bieden voor ondervraging.
44 28v
2.6.1786
Quirinus Josephus Cunst, gevangene, wordt voorlopig vrijgelaten, doch dient
zich ten gepaste
tijde aan te bieden voor ondervraging.
45 29r
16.6.1786
Bernardus Lauwers, gevangene, wordt voorlopig vrijgelaten, doch dient zich
ten gepaste
tijde aan te bieden voor ondervraging.
46 29v
23.6.1786
Jacobus Meijbeth, gevangene, wordt voorlopig vrijgelaten, doch dient zich
ten gepaste tijde
aan te bieden voor ondervraging.
47 30r
17.2.1787
9. Maria Anna Thielemans, geboren te Heist op den Berg, 27 jaar, begaf zich
terug in de stad
niettegenstaande zij er uit verbannen is geweest bij vonnis van 14.2.1786.
Verder wordt zij
verdacht van inbraak in een huis op de Galgenberg. Zij maakte een gat van 2
voeten hoog en
3 breed in de kelder van het huis, en stal van daaruit verscheidene
goederen. Toen men haar
met de goederen aantrof kon zij niet verklaren hoe zij er aan gekomen was.
Zij wordt 8 dagen
op water en brood gezet en daarna voor 14 jaar verbannen.
48 31r
16.3.1787
Marcus Steijns, geboren te Antwerpen, gevangene, wordt reeds veroordeeld
tot justitiekosten
alvorens tot verdere rechtspraak wordt overgegaan.
49 31v
29.5.1787
Uit ondervraging blijkt dat N. Caluwaerts, gevangene, gaetmeester, aan
Cornelis Barius 9
touwen, 1 vaem en 2 ijzeren bauten, toebehorende aan de stad, heeft
verkocht. Zijn identiteit
moet ernstig gecontroleerd worden.
50 33r
10.8.1787
Jan Keuppens, geboren te Elewijt, 61 jaar, begaf zich op 19.4.1787 op het
land van Jacobus
Langnus, gelegen buiten de Leuvense Poort. Na hem beledigd te hebben trok
hij een mes en
bracht er het slachtoffer een snede mee toe aan de rechterarm. Hij wordt
veroordeeld tot nog
14 dagen gevangenis waarvan 5 op water en brood. Hij zat reeds in
voorhechtenis. Op
3-9-1787 doen de commissarissen rapport over deze zaak. Jan Francis
Keuppens bood inmiddels
zijn excuses aan en de burgerlijke partij trok zijn klacht in.
Niettegenstaande wordt hij verder
veroordeeld tot nog 8 dagen gevangenis waarvan 5 op water en brood.
51 34r
25.4.1788
Anna Maria Van Halen, geboren te Willebroek, 53 jaar, begaf zich in de stad
niettegenstaande
zij in het verleden tot 4 maal tot verbanning veroordeeld was. Bovendien
stal zij op
17.11.1787 op de Grote Markt in de buurt van het Suijckerhuijs een korf en
een kookpot in
de buurt van het huis van de heer Rijckmans eveneens op de Grote Markt. Zij
wordt
veroordeeld tot 3 dagen gevangenis op water en brood en verbanning voor 12
jaar.
52 35r
7.5.1788
Judocus Petrus Marivoet, 27 jaar, meester-schilder en vergulder te
Mechelen, begaf zich op
Lichtmis laatstleden met Catharina Blauwens, weduwe van Peeter Streitner,
eveneens
10. inwoonster van Mechelen, naar Gent. Zij wilden er huwen voor de veltpater
van het regiment
van Clairfaijt hetgeen na lang aandringen ook gebeurde op 2.2.1788. Dit was
echter in strijd
met het edict van 28.9.1784 van Zijne Majesteit de Keizer. Hij wordt
veroordeeld tot 14
dagen gevangenis waarvan 8 dagen op water en brood. Het huwelijk wordt
teniet gedaan. De
beklaagde zat reeds in voorarrest.
53 36r
7.5.1788
Catharina Blauwens, geboren te Tildonck, 33 jaar, wordt voor dezelfde
feiten tot dezelfde
straf veroordeeld en dient zich op 21.5.1788 in de gevangenis aan te bieden
om haar straf uit
te zitten.
54 36v
24.6.1788
Bartholomeus Langenus, bijgenaamd Langen Bertel, 44 jaar, borger te
Mechelen, wever van
beroep, kwam de stad binnen op 10 maart laatstleden langs de Waterpoort.
Hij was vergezeld
van zijn compagnon Joannes Cornelis Hendricx. Hij had een zekere heer
Felner en een
officier van het regiment van Arbergh Dragons beledigd. Na de officier een
danige duw te
hebben gegeven zag deze laatste zich verplicht zijn degen te trekken.
Ondertussen had Felner
het al op een lopen gezet. De officier droop ondertussen ook af maar Bertel
bleef hem, in
gezelschap van zijn kornuit, achtervolgen en smeet tot 2 maal toe een
kassijsteen en
potscherven naar hem. De achtervolging bleef duren tot op de hoek van de
Steenstraat waar
de officier in logement lag, meer bepaald in de herberg de kraije.
Beklaagde moet zich
onmiddellijk naar de gevangenis begeven om een straf van 14 dagen, waarvan
8 op water en
brood, uit te zitten. Hij zat vroeger reeds in de gevangenis.
55 37v
24.6.1788
Joannes Cornelius Hendricx, 40 jaar, borger te Mechelen, meester-peruckier
van beroep, was
de compagnon van de hogergenoemde Bartholomeus Langenus. Hij stootte Felner
tegen de
muur en viel de hogergenoemde officier tegen het lijf en stootte hem al
vloekend. Hij krijgt
dezelfde straf als zijn compagnon.
56 38v
27.6.1788
Maria Renaut, 23 jaar, geboren te Opheer in het Land van Luik, logeerde op
12.4.1788 in de
herberg Contremonde aan den Nekkerspoel tegen de steenweg. Zij stal er een
rok, een
voorschot en een kap. Verder wordt zij ervan verdacht een slaaplaken en een
katoenen rok,
11. hangende op een haag van de hogergenoemde herberg, te hebben gestolen.
Tenslotte werd zij
er nog van verdacht keizerlijke militairen aan te zetten tot ontucht en
desertie. Zij wordt voor
10 jaar verbannen.
57 39v
31.10.1788
Catharina Rolant, 42 jaar, geboren te Namen, vrouw van Guilliaume Joseph de
Mont, stal
aan het einde van de zomer op het Ganzeveld buiten de Leuvense Poort enkele
aardappelen.
Verder stond ze gekend als een wilde en publiek gevaarlijke vrouw, die
verdacht was iemand
met een mes achterna gezeten te hebben. Zij wordt veroordeeld tot 3 dagen
gevangenis op
water en brood en tot het betalen van 5 Brabantse schellingen boete.
58 40r
15.12.1788
Maria Renaut, zie 38v, verscheen terug in de stad niettegenstaande zij er
uit verbannen werd
voor 10 jaar. Zij wordt voor een verdere termijn van 10 jaar verbannen.
59 40v
19.12.1788
Josephus Van Humbeeck, gevangene, wordt voorlopig vrijgelaten, doch dient
zich ten
gepaste tijde aan te bieden voor ondervraging.
60 41r
19.12.1788
In een zaak waarbij Josephus Van Humbeeck eveneens betrokken was, zullen
volgende
personen ondervraagd worden:
- een voddeman, werkend in de omgeving van het huis van Van Loock aan de
Befferbrug
- een zekere De Backer, een bode, en zijn vrouw in verband met gestolen
lood
- N. Frans, wonende op de Veemarkt in den Bonten Os, kruidenier van beroep
in verband met
de heling van een beitel
- Franciscus Everaerts, meester bakker, wonende in de Keizerstraat, in
verband met de heling
van lood.
- De vrouw van Francus Voet en de zilversmid Marchal over de diefstal
begaan ten huize van
dito Voet
- De vrouw van Juidin, kleermaker, in verband met een diefstal in haar
huis.
61 42r
24.2.1788
Catharina Lefroij, 41 jaar, geboren te Mechelen, stal een blauwe carsijn
broek en kleed.
Verder wordt zij verdacht van diefstal van een gestreepte flanellen rok,
een paar weken
geleden gepleegd. Verder leefde zij op baldadige en onkuise manier. Zij
wordt veroordeeld
tot 8 dagen gevangenis waarvan 4 op water en brood. Zij zat reeds geruime
tijd in de
12. gevangenis.
62 42v
15.1.1789
Egidius De Man, gevangene, eertijds wonende in de omgeving van de
Capucijnen, moet een
boete van 25 gulden betalen.
63 43r
4.3.1789
Maria Renaut, zie 40r en 38v, begaf zich alweer in stad niettegenstaande
zij er reeds twee
maal uit verbannen was. Zij wordt ditmaal voor 20 jaar verbannen.
64 43v
29.5.1789
Josephus De Leeuw, voortvluchtig, wordt reeds op voorhand veroordeeld tot
justitiekosten.
65 44r
23.7.1789
Matheus Verheyen, baes op het spaeijhuijs, wordt veroordeeld tot
justitiekosten.
66 44v
14.8.1789
Peeter Jonckers, 34 jaar, kapper van beroep, trok op 6.4.1789 een mes en
bracht er een snede
mee toe in het aangezicht van Jan De Metser. Hij wordt voor 5 jaar
verbannen.
67 45r
14.8.1789
Joseph Wouters, geboren te Boortmeerbeek, 28 jaar, beging op vastenavond
van het jaar
1788 verscheidene buitensporigheden in de herberg Den tweeden Bareel,
gelegen te Hever
aan de Leuvensesteenweg. Op 10.2.1789 maakte hij wederom tumult in dezelfde
herberg,
waarbij hij de officier van Hever omver stootte en beledigde. Deze officier
was naar daar
geroepen om Wouters te kalmeren. Hij wordt voor 4 jaar uit het Hertogdom
Brabant en de
provincie van Mechelen verbannen. Hij dient het gebied binnen de 2 dagen te
verlaten. Hij
zat reeds voordien in de gevangenis.
68 46r
29.1.1790
In verband met de dood van de vrouw van N. Mangin zal de curator de
justitiekosten betalen.
69 46v
18.4.1791
Jacobus Vercammen, visverkoper, gevangene moet op 26.4.1791 voor de
schepenbank
verschijnen en aldaar voor zijn begane uitspattingen zijn excuses aanbieden
aan de schepencnaep Vinck en dit in het bijzijn van de andere
schepencnaepen.
13. 70 47r
5.10.1791
In verband met de dood van Cornelis Schmit, geboren te Chatillon in de
provincie Luxemburg, moet de curator de justitiekosten betalen.
71 47v
5.10.1791
Franciscus Ardies, gevangene, moet nog drie dagen in de gevangenis blijven
voor hij
vrijgelaten wordt.
72 48r
5.10.1791
Jacobus Janssens, gevangene (zie hoger), wordt vrijgelaten.
73 48v
2.5.1792
Hermanus Josephus Slabbak, gevangene, wordt vrijgelaten vanwege zijn
jeugdige leeftijd.
74 49r
2.5.1792
Joannes Baptista Luijckx, gevangene, wordt vrijgelaten vanwege zijn
jeugdige leeftijd.
75 49v
2.5.1792
Joannes Filtz, gevangene, wordt nog 9 dagen in de gevangenis gehouden
waarvan de 4 eerste
en de 4 laatstse op water en brood. Vervolgens wordt hij vrijgelaten
vanwege zijn jeugdige
leeftijd.
76 50r
5.6.1792
Guilliam Ermans, gevangene, wordt veroordeeld tot 3 dagen gevangenis op
water en brood
en zal vervolgens door de stadsdienaar uit de stad gezet worden. Hij mag
niet meer komen
bedelen.
77 50v
26.7.1792
Franciscus Fierens, zoon van Jacob, inwoner van Leest, voortvluchtig, trok
op 7.1.1792 in de
herberg Den Rooselaer te Leest een mes. Hij wordt ervan verdacht met dit
mes verscheidene
herbergbezoekers te hebben verwond. Hij wordt voor 5 jaar verbannen.
78 51r
5.10.1792
J.F. Siegemdeidt, 28 jaar, geboren te Oldenbourgh, viel op 11.8.1792 met
eem militaire
patrouille binnen in het huis van Josephus Le Roij, inwoner van Mechelen.
Deze Le Roij was
de geviseerde persoon. Siegemdeidt liet een persoon die aan de deur stond
vastgrijpen door
de wacht. Toen hij zag dat men de verkeerde persoon had aangeklampt drong
hij het huis
binnen en doorzocht hij alle plaatsen waar een persoon zich kon verstoppen.
Zonder succes
14. dropen ze af, doch de dag nadien kwam het militair gezelschap terug.
Ditmaal met succes
want Le Roij werd aangehouden. De beklaagde militair werd voor 3 jaar
verbannen.
79 52r
18.10.1792
In de zaak van Jacobus Vercammen, Michael Luijckx en de pruikenmaker Van
den Berghe,
voortvluchtige, worden de getuigen vader en zoon Andriessens opgeroepen.
80 53v
17.1.1793
Egidius Geubels, gevangene, wordt niet meer vervolgd voor wat betreft het
breken van
glazen en wordt bovendien vrijgelaten.
81 53v
12.2.1793
Voorbereidingen van het proces tegen de huisvrouw van Guillelmus Thijs,
gevangene.
82 55r
12.4.1793
Jan Baptist Lauwers, gevangene, wordt veroordeeld tot 3 dagen gevangenis op
water en
brood. Hij moet geld brengen naar het huis van Antonius Mees en het hem
teruggegeven. Hij
zal nadien een scherpe vermaning krijgen.
83 54v
21.2.1793
Anna Catharina De Rees, gevangene, vrouw van Guillelmus Thijs, wordt
vrijgelaten en
veroordeeld tot justitiekosten.
84 55r
12.4.1793
Jacobus Vercammen, gevangene, blijkt de eerste aanrander te zijn geweest in
een niet nader
genoemde zaak. Zie 52r.
85 55v
23.4.1793
In de zaak van Jacobus Vercammen worden als getuigen opgeroepen de buren,
wonende in
de Katelijnestraat, aan de achterkant van het arsenaal.
86 56r
8.5.1793
Joannes Roelants, gevangene, wordt veroordeeld tot een boete van 10 gulden
of 3 uur aan de
schandpaal. Hij had beplanting gestolen uit de haag van de heer Scheppers
en stal eveneens
beplanting in de omgeving van diens toilet.
87 56v
29.5.1793
Jacobus Vercammen (zie hoger), 27 à 28 jaar, visverkoper, was op 1.5.1792
de hoofdfiguur
15. in een ernstig incident met dodelijke afloop waarbij meerdere personen
betrokken waren.
Omstreeks 10 uur 's avonds bevond hij zich in de Katelijnestraat aan de
hoek van de
Bisschopstraat in gezelschap van een bende, gewapend met verschillende
attributen. Er
ontstond een gevecht met andere personen, waarbij een zekere Huysmans een
steek kreeg.
Deze laatst overleed aan de gevolgen van deze verwonding de volgende morgen
om 7 uur.
Volgens de aanklagers had Jacobus het gevecht uitgelokt. Er vielen nog
andere zwaarge-
wonden door steekwonden en kogels, afgevuurd uit pistolen. Hij wordt voor
10 jaar verbannen uit het Hertogdom Brabant en de provincie van Mechelen en
moet binnen de 2 dagen
vertrekken.
88 58r
In de zaak van Michael Luijts (Luijckx) en N. Lansenbergh, voortvluchtigen,
wordt gevraagd
door te gaan met het dagvaarden van getuigen. Er wordt eveneens verwezen
naar vorige
placcaerten en edicten.
89 62r
17.7.1793
Guillelmus Smets, moet zijn excuses aanbieden aan de commissarissen. Deze
heren moeten
hem een ernstige vermaning geven voor de feiten door hem gepleegd ten huize
van de
weduwe Lauwers.
90 62v
13.8.1793
In de zaak tegen Franciscus Vermeulen, gevangene, moet N. Op de Beeck,
herbergier buiten
de Antwerpse Poort, ondervraagd worden. Joseph De Reu, knecht bij de
voornoemde
herbergier moet gevangen gezet worden. Verder moet ook nog Elisabeth Faes,
de dienstmeid
van de herbergier, gevraagd worden of zij de kousens van de herbergier, van
dewelke in de
zaak sprake is, niet herkent.
91 63r
14.8.1793
In de zaak tegen Peeter Peeters, gevangene, en zijn vrouw Maria Scheers,
wordt aan de
schout opdracht te geven de aanklacht op te stellen. Eveneens moet de vrouw
van N.
Vermeulen en andere gezinsleden ondervraagd worden.
92 63v
14.8.1793
Anna Maria Scheers, 45 jaar, wonende te Mechelen, vrouw van Peeter Peeters
stal op
Sinksen van verleden jaar 2 servetten. Op verscheidene andere plaatsen stal
zij op haar
strooptochten een slecht hemd, 6 servetten, een laken, een vrouwehemd en
andere domestieke
16. voorwerpen. Verder is zij nog verdacht van verdere diefstallen. Rekening
houdend met de
kleine waarde van de gestolen voorwerpen en het lange voorarrest van de
beklaagde wordt zij
veroordeeld tot het staan aan de schandpaal gedurende een uur met de
vermelding boven haar
hoofd "lijnwaert dievegge". Dit gedaan zijnde wordt zij voor 10 jaar uit de
stad verbannen.
93 64v
24.9.1793
Franciscus Vermeulen, gevangene, zal geconfronteerd worden met Elisabeth
Verberckt,
vrouw van Hendrik Smeulders, en met Jan Baptist Smeulders, in verband met
de verkoop van
gestolen goederen. Er zal onderzocht worden of de compromittanten elkaar
niet herkennen
en of het de beklaagde was die op 2-5-1793 in het huis van Elisabeth
Smeulders geweest is.
94 65v
25.9.1793
Franciscus Vermeulen, 37 jaar, hovenier, geboren in de marckgrave van
Antwerpen, bevond
zich op 2.5.1793 in een herberg buiten de Antwerpse Poort. Hij stal er een
paar kousens en
een neusdoek dewelke hij binnen de stad verkocht. Verder wordt hij verdacht
van het stelen
van een mes op de plaats waar hij de hogergenoemde goederen voortverkocht.
Hij wordt er
ook van beschuldigd zich vagabonderende in de stad van de ene plaats naar
de andere te
hebben begeven. Rekening houdend met zijn voorarrest wordt hij verbannen
voor 3 jaar.
95 66v
10.10.1793
Francus (Sus) De Coninck, Peeter Aerts, Jan Baptist (Tist) Van En (Van Hen)
en Jan
Feremans worden geconfronteerd met de uitbater en uitbaatster van de
herberg schransbrugge
en verder een zekere N. Van Schrieck. De commissarissen zullen aan de
uitbater en de
uitbaatster vragen of zij een van de hogergenoemde personen herkennen in
verband met het
afbreken van planken waar glazen op stonden. De verdachten zouden zich
voort nog naar de
kelder hebben begeven en daar zelf bier getapt hebben en boter en kaas
genomen hebben
zonder toestemming en zonder te betalen. Verder zouden ze het slot van de
toog hebben
geforceerd en de uitbater en de uitbaatster hebben gedwongen het geld dat
daar in zat af te
geven. Vervolgens werd de herbergierster in de keuken opgesloten. Tenslotte
werd er nog
een hemd meegenomen. Aan Van Schrieck zal gevraagd worden of Van Hen de
eerste was
die in de herberg binnenkwam.
96 68r
15.10.1793
17. Francus De Coninck, 32 jaar, wonende te Mechelen, bevond zich op 26-6-1793
ten huize van
de brandewijnstoker Meeus en ook in de herberg het Schans in de omgeving
van de Nieuwendijk. Hij wordt beticht van medeplichtigheid in verscheidene
buitensporigheden aldaar
begaan. Rekening houdend met een lang voorarrest wordt hij veroordeeld tot
het knielend
smeken van vergiffenis aan God en justitie voor de vierschaar op het
stadhuis.
97 69r
15.10.1793
Peeter Aerts, 40 jaar, wonende te Mechelen, idem als 68r.
98 70r
15.10.1793
Jan Baptist Van En, 36 jaar, wonende te Mechelen, idem als 68r.
99 71r
15.10.1793
Jan Feremans, 20 jaar, wonend te Mechelen, idem als 68r.
100 72r
17.10.1793
Anna Maria Exten wordt uit stad verwijderd wegens bedelarij.
101 72v
24.10.1793
Brief van het stadsbestuur aan de Raad van Brabant. Het stadsbestuur wil
Melchior Geerts,
geboren te Lier, en gedetineerde in het correctiehuis te Vilvoorde,
ondervragen in verband
met de zaak tegen Andries Boeij, gevangene. Verder zullen nog ondervraagd
worden: Jan
Baptist Vercammen, hoedemakersgast, wonende in de omgeving van den Bergh,
gehuwd met
Joanna Van Evenbroeck, verder Van der Veken, arbeider in de tabakssector,
wonende in een
straatje in de omgeving van het Katelijnekerkhof. Aan een zekere Van
Rixstal en zijn vrouw
zal gevraagd worden of Boeij Geerts kende. Hetzelfde zal ook aan de vrouw
van Boeij
gevraagd worden. Aan haar zal ook gevraagd worden of haar man geen brieven
naar Geerts
schreef.
102 74r
28.11.1793
Ondervraging van Melchior Geerts in verband met een diefstal van een paard
en of Boeij
hieraan medeplichtig is. Dit paard zou verkocht zijn door een zekere
Keijaerts, makelaar,
wonende te Steenbergen. Bij deze verkoop hoorde een geschreven declaratie,
opgesteld in de
herberg de koije te Brussel. Boeij zou een deel van de verkoopsom gekregen
hebben. Het
paard zou gestolen zijn tussen de Merxembrugge en Borgerhoudt. Het werd
verkocht aan de
baas van herberg de princesse te Brussel. Verder betrokken zijn: Jan
Baptist Schilders en
18. herbergier Robberechts in de herberg Clijn Parijs. Er is ook sprake van een
tweede paard,
gestolen te Wommelgem. Verder zou Boeij goederen, gestolen te Sint-
Katelijne-Waver en
Kessel verkocht hebben te Brussel aan een zilversmid in de omgeving van de
Sint-Niklaaskerk te Brussel.
103 79r
14.1.1794
In de zaak tegen Joannes Goedemans moet N. Van Buscom, wonende op de hoek
van het
Nieuwwerk ondervraagd worden. Dit geldt eveneens voor 1 of meerdere
personen wonende
in het Roesengaet en een zekere N. Mentz in verband met glas of meerdere
glasramen en
lood. Goedemans wordt veroordeeld tot 14 dagen gevangenis, om de andere dag
op water en
brood. Na vrijlating zal hij een scherpe vermaning krijgen.
104 80r
19.2.1794
Andreas Boeij, 49 jaar, geboren te Lippelo, vertoonde zich in de stad
niettegenstaande hij uit
het Hertogdom Brabant is verbannen bij een vonnis van 24.1.1784 voor 20
jaar en nogmaals
in 1789. Sedert hij uit de gevangenis raakte heeft hij zich veel te Brussel
opgehouden alwaar
hij van verschillende personen gestolen heeft. Verder heeft hij een valse
verklaring opgesteld
waarin hij de valse naam Jan Keijaerts uit Steenbergen gebruikte om te doen
geloven dat een
gestolen paard toebehoorde aan een zekere heer Jan Baptista Schilders om zo
de verkoop van
een paard te vergemakkelijken en de koper te bedriegen. Hij maakte een
valse kwijting onder
de naam van Jan Baptist Schilders voor het paard om de ware naam van de
dief te bedekken.
Tenslotte trad hij ook op als bemiddelaar voor de verkoop van andere
gestolen paarden. Hij
zal op een schavot gebracht worden, daar met scherpe roeden tot den bloede
gegeseld worden
en daarna gebrandmerkt worden. Tenslotte wordt hij levenslang opgesloten in
het correctiehuijs. Hij werd vanwege de Oostenrijkse overheid vrijgesteld
van de brandmerking na
gratieverzoek vanwege zijn echtgenote bij de Hertog van Oostenrijk: Karel-
Lodewijk.
105 82r
28.2.1794
Isaac David Melael, gevangene, wordt uit de stad verbannen, nadat hij werd
opgepakt wegens
beurzensnijderij. Hij mag slecht terug in de stad als hij kan bewijzen dat
hij op een eerlijke
manier zijn kost kan verdienen.
106 83r
9.3.1794
Michael Luijckx, concierge van het Stadhuis, voortvluchtig, was eveneens
van de partij op
14.5.1792 bij het gevecht in de Katelijnestraat (zie 56v). Hij wordt
verdacht actief deelgeno-
19. men te hebben aan het gevecht, gewapend met een sabel. Hij wordt voor 18
jaar verbannen
uit het Hertogdom Brabant en uit de provincie van Mechelen.
107 84r
9.3.1794
N. Landsenbergh, pruikenmaker, voortvluchtig, was bij hogergenoemd gevecht
eveneens
betrokken. Hij wordt voor 18 jaar uit het Hertogdom Brabant en uit de
provincie van
Mechelen verbannen.
108 85v
16.5.1794
In de zaak tegen Anthonius De Vos, voortvluchtige, worden de justitiekosten
voorlopig nog
niet toegewezen.
109 86r
15 december 1794
Ida Van Blaederen, gevangene, geboren te Antwerpen, stal op 28.5.1794 uit
het huis van
Franciscus Van Issenhove, gelegen in de Laserneij-kapelle in de parochie
van Rumst, een
gouden kruis en andere goederen. Verder wordt zij verdacht van verscheidene
andere
diefstallen. Zij leidde eveneens een ontuchtig en vagabondig leven en zat
reeds voor 3 jaar
gevangen in het tuchthuis van Vilvoorde. Zij wordt veroordeeld tot 3 jaar
gevangenis.
110 87v
9.1.1795
Joannes Abrahams, bijgenaamd Trulle, 26 jaar, geboren te Mechelen, wordt
verdacht
medeplichtig te zijn in de diefstal van geld gepleegd jegens Augustinus
Lijkens door Peeter
Van den Eijnde op 24.11.1794. Zij deelden onder hun beiden de buit.
Rekening houdend met
zijn lang voorarrest wordt hij veroordeeld tot het vragen van vergiffenis
aan de Justitie op het
stadhuis vooraleer vrijgelaten te worden.
111 87v
9.1.1795
Peeter Van den Eijnde, bijgenaamd Sus Van Etten, geboren te Mechelen, 32
jaar, wordt
beschuldigd van diefstal (zie hoger). Rekening houdend met zijn lang
voorarrest wordt hij
veroordeeld tot 3 dagen gevangenis waarvan 1 op water en brood. Hij moet
eveneens op het
stadhuis vergiffenis vragen aan de Justitie.
112 88r
12.1.1795
Jan Van Dessem, inwoner van Hofstade, gevangene, wordt vrijgelaten doch
veroordeeld tot
justitiekosten.
113 88v
6 windmaand III
20. Jacobus Somers, gevangene, wordt vrijgelaten uit de gevangenis. Zijn moeder
had naar het
stadsbestuur een smeekbrief gestuurd met deze bedoeling. Niettemin moet hij
binnen de 14
dagen ten behoeve van de armen 200 veertelen koren naar het stadsmagazijn
brengen.
114 89v
22 bloemenmaand III
Guillelmus Engels, Joseph Popeliers, Joannes Cornelius Schits, Petrus
Olbrechts, Joannes
Baptista Engels en Petrus Ceuppens, gevangenen, worden als pioniers en
werklieden naar
Nieuwpoort gezonden als deel van de 30 mensen hiervoor opgeeist. Gezien hun
lang
voorarrest wordt dit toegestaan.
115 90r
7.11.1795
Egidius Broers, 25 jaar, inwoner van Mechelen, voddenkoopman en gewezen
bewaker van
het Klooster der Arme Klaren, gevangene, geassisteerd door advocaat
Piccard, wordt
beschuldigd van diefstal van een loden venneel. Dit object lag in het
hogergenoemde klooster
in een hoek tegen een solderken uijtsiende op het Clooster van Thabor.
Rekening houdend
met de kleine waarde van het gestolen object, de minderjarigheid van de
beklaagde, zijn
vroeger gedrag, zijn voorarrest sedert 8-5-1795 en het feit dat hij reeds 2
maal uit de
gevangenis ontsnapte, samen met andere gedetineerden, wordt hij veroordeeld
tot 14 dagen
opsluiting, waarvan om de andere dag op water en brood.