18. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
19. Lezing eerste gedeelte formulier HA,
onderbroken door het zingen van:
Ps 103:1, 3, 4
Zegen mijn ziel de grote naam
des Heren
20. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
21. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
22. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
23. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
24. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
25. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
26. Gebed om de verlichting met
de Heilige Geest.
Daarna Kinderlied ELB 469
Wil je wel geloven dat,
27. Wil je wel geloven (AWN 3.9) t. H. Lam; m. W. ter Burg
28. Wil je wel geloven (AWN 3.9) t. H. Lam; m. W. ter Burg
29. Wil je wel geloven (AWN 3.9) t. H. Lam; m. W. ter Burg
31. 1 En terwijl zij tot het volk spraken,
kwamen de priesters, de bevelhebber
van de tempelwacht en de Sadduceeën
op hen af,
2 geërgerd, omdat zij het volk
onderwezen en in Jezus de opstanding
uit de doden verkondigden.
32. 3 En zij sloegen de handen aan hen en
zetten hen gevangen tot de volgende
dag, want het was al avond.
4 En velen van hen die het Woord
gehoord hadden, geloofden, en het
aantal mannen werd ongeveer
vijfduizend.
33. 5 En het gebeurde de volgende dag dat
hun leiders en oudsten en
schriftgeleerden in Jeruzalem
bijeenkwamen, 6 ook Annas, de
hogepriester, en Kajafas, Johannes,
Alexander en allen die tot het
hogepriesterlijk geslacht behoorden.
7 En toen zij hen in het midden hadden
doen staan, vroegen zij:
34. Door welke kracht of door welke naam
hebt u dit gedaan?
8 Toen zei Petrus, vervuld met de
Heilige Geest, tegen hen: Leiders van
het volk en oudsten van Israël!
9 Wanneer wij vandaag ondervraagd
worden over de weldaad aan een zieke
man bewezen,
35. waardoor hij gezond geworden is,
10 laat het dan bij u allen en bij heel
het volk Israël bekend zijn dat door de
Naam van Jezus Christus, de
Nazarener, Die u gekruisigd hebt maar
Die God uit de doden opgewekt heeft,
dat door Hem deze man hier gezond
voor u staat.
36. 11 Deze Jezus is de steen die door u, de
bouwers, veracht werd, maar Die de
hoeksteen geworden is.
12 En de zaligheid is in geen ander,
want er is onder de hemel geen andere
Naam onder de mensen gegeven
waardoor wij zalig moeten worden.