Kinderparlement 10 februari 2014

1. VGC 1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE KINDERPARLEMENT Zitting 2013-2014 Nr. 7 INTEGRAAL VERSLAG Vergadering van maandag 10 februari 2014 OCHTENDVERGADERING ALS IK MINISTER-PRESIDENT VAN BRUSSEL WAS…

2. VGC 2
Vergadering Kinderparlement maandag 10 februari 2014 Voorzitter: Hilde Vissers
De voorzitter.- Hallo allemaal en welkom op deze bijzondere parlementszitting.
Vandaag zitten jullie niet op jullie gewone schoolbanken maar op de plechtige zitjes van het Brussels Parlement. Hier vergaderen normaal gezien 89 deftige dames en heren: de parle- mentsleden van het Brussels Gewest. Zij maken, samen met de ministers en de minister- president, de wetten en de regels voor de inwoners van Brussel. Maar vandaag draaien we de rollen dus even om, en mogen jullie als kleine parlementslidjes hun taak voor een dagje overnemen.
Er zitten hier 4 klassen in het halfrond, met elk een ander kleur. Zo lijkt dit kinderparlement nog meer op het echte parlement, want ook daar heeft elke politieke partij zijn eigen kleur. Ik stel jullie even aan elkaar voor.
De GROENE klas is Klavertje Vier uit Brussel. De kinderen hebben flink geknutseld en maak- ten ook een PowerPoint.
De BLAUWE klas is het Sint-Pieterscollege uit Jette. Van hen kregen we een dik pak toffe te- keningen.
De RODE klas is basisschool KA Etterbeek. Ook daar is flink gebrainstormd en geknutseld!
De ORANJE klas is Kristus Koning Assumpta uit Laken. Zij hebben een hele stapel plechtige brieven geschreven.
“Als ik de minister-president van Brussel was…”
Dat is deze keer het discussiethema. Brussel heeft sinds mei een nagelnieuwe minister- president. Maar wat zou jij veranderen als je zelf de baas van Brussel bent? We willen het dolgraag van je horen in het Kinderparlement!
Jullie hebben alvast een heleboel prachtige plannen bedacht. Daarover gaan we net als de echte parlementsleden eerst debatteren, en daarna mogen jullie natuurlijk ook op die stoere stemknopjes drukken.
Zoals jullie kunnen zien, zitten er naast mij twee kinderen op de stoelen van de ondervoor- zitter en de secretaris van het parlement. Zij zijn vandaag mijn assistenten, en ze zullen de uitslag van de stemmingen bijhouden. Op het einde kunnen we dan een top 3 samenstellen en het belangrijkste voorstel van de dag kiezen.
- De voorzitter geeft uitleg over de microfoons en de stemknopjes Stemming Ik stel voor dat we die stemknopjes meteen eens uitproberen. Ik leg 3 uitspraken voor en met de stemknopjes kan je beslissen welke uitspraak het best bij je past.

3. VGC 3
Wie akkoord gaat met de uitspraak “Ik heb er zin in en wil zeker iets zeggen”, drukt op de groene knop. Wie akkoord gaat met de uitspraak “Ik zwijg liever in het Kinderparlement”, drukt op de rode knop. Wie akkoord gaat met de uitspraak “Ik twijfel nog”, drukt op de witte knop. Resultaat van de stemming: groen 16, rood 25, wit 55.
De voorzitter.-. Ik heb al jullie voorstellen onderverdeeld in 3 thema’s. Om te beginnen kij- ken we naar alle plannen om het leven voor kinderen fijner te maken in Brussel, zowel op school als in de vrije tijd. Daarna pakken we het verkeer en het milieu aan. En eindigen doen we met een paar hartverwarmende voorstellen om de arme mensen in de stad te helpen. SCHOOL EN VRIJE TIJD
De voorzitter.- Jullie brengen veel tijd door op de schoolbanken. Heel wat kinderen pakken dan ook uit met plannen om het leven op school wat leuker te maken. Maar ook in je vrije tijd moet je kunnen sporten en spelen. Daarvoor is er meer ruimte nodig in Brussel.
Soumaya en Soukaina van de groene klas bijten de spits af. Zij maakten een prima presenta- tie van hun plannen. We kijken naar hun PowerPoint terwijl ze een woordje uitleg geven.
Soumaya en Soukaina. – Op school zitten we altijd stil. Er moeten meer activiteiten georga- niseerd worden. Op woensdagvoormiddag zouden we fietstochten willen maken. Zo leren we de stad kennen.
Mama’s en papa’s willen de kinderen helpen met hun huiswerk. Maar ze kunnen het vaak niet omdat ze geen Nederlands spreken. We willen lessen Nederlands voor onze ouders.
In de meeste scholen mag je geen hoofddoek dragen. Toch zijn er heel wat moslimmeisjes die een hoofddoek willen dragen. Daarom willen wij dat we in elke middelbare school een hoofddoek mogen dragen.
(Applaus)
De voorzitter.- Dat was een mooie voorstelling. Wat denken de andere kinderen van die plannen?
Commentaar van de parlementsleden - Vooral in katholieke scholen is de hoofddoek niet toegelaten. Het is van moslims, niet van katholieken. Mij maakt het eigenlijk niets uit. - Ik ken een college waar de hoofddoek wel toegelaten is. Daar is niets op tegen. Niemand is verplicht om een hoofddoek te dragen. - Voor moslims is het verplicht een hoofddoek te dragen. Het moet ook kunnen op school. Anders kunnen zij niet naar school en niets leren. - Er zijn katholieke scholen, dus moeten er ook moslimscholen zijn. Daar kunnen mos- lims altijd een hoofddoek dragen.

4. VGC 4
- Soms willen ouders dat hun kinderen een hoofddoek dragen. Ook op school. Als het niet mag, waar moeten ze dan heen? Moeten ze dan naar Marokko verhuizen? - Een hoofddoek dragen op school vind ik geen probleem. Op straat is dat niet goed, zeker niet als men helemaal gesluierd is. - De hoofddoek is belangrijk voor moslims. We moeten die dus ook op school kunnen dragen. Het toont dat we recht hebben om naar school te gaan. - Ik ken kinderen die soms gepest worden omdat ze een hoofddoek dragen. - Ik vind het plan om op woensdag met de klas te gaan fietsen een prima voorstel. Er wordt veel te weinig gefietst door kinderen. - We bewegen veel te weinig. Daarom ben ik ook voor de fietstochtjes met de klas. - Kinderen moeten meer bewegen. Maar tijdens de examens worden toetsen gegeven. Dan kunnen we niet gaan fietsen. Het is beter om 1 keer per maand een fietstocht te maken in plaats van elke week. - Fietsen is gezond. Dan zijn we buiten. Sommige kinderen spelen nooit buiten. - Het is een heel goed idee om lessen Nederlands te organiseren voor ouders. Zo kun- nen ze hun kinderen volgen op school. - Ouders moeten Nederlands leren. Op ouderavonden moeten ze de leerkrachten kun- nen begrijpen. - Het is niet nodig om Nederlands te kunnen om te helpen bij het huiswerk van de kin- deren. Dat moeten ze zelf maken. Maar als je mama en papa Nederlands kennen, kunnen ze je wel iets bijleren.
De voorzitter.- In Brussel worden wel 104 verschillende talen gesproken. Er zijn heel wat ouders van kinderen in het Nederlandstalig onderwijs die geen Nederlands spreken. Hoe zit dat bij jullie? Kunnen jullie ouders je helpen met je huiswerk? Laat ons er eens over stem- men.
 Bij 46 kinderen spreken de ouders voldoende Nederlands en kunnen ze helpen met het huiswerk.  Bij 14 kinderen kennen de ouders geen Nederlands.  Bij 36 kinderen kennen de ouders een heel klein beetje Nederlands, maar niet vol- doende om te helpen. Stemmingen  Het voorstel om lessen Nederlands te organiseren voor ouders zodat ze hun kinderen kunnen volgen op school wordt aangenomen met 78 stemmen voor, 0 tegen en 17 onthoudingen.  Het voorstel om op woensdagvoormiddag een fietstocht te maken met de klas en zo Brussel beter te leren kennen, wordt aangenomen met 43 stemmen voor, 36 tegen en 17 onthoudingen.  Het voorstel om 1 keer per maand een fietstocht te organiseren met de klas wordt aangenomen met 60 stemmen voor, 26 tegen en 10 onthoudingen.  Het voorstel om in elke secundaire school het dragen van een hoofddoek toe te laten, wordt aangenomen met 57 stemmen voor, 19 tegen en 20 onthoudingen (Applaus)

5. VGC 5
De voorzitter.- Hugo B., Assia en Marthe hebben plannen gemaakt voor meer groen op school. Vertel eens wat jullie idee is? Hugo B., Assia en Marthe.- Wij willen meer groen in Brussel. Niet alleen op school, maar ook in de stad. We zijn van de metro tot aan het parlement gestapt en hebben geen groen gezien Dat is jammer. Ook op school mag er best wat meer groen bijkomen. Er is vaak geen enkele plant of boom op de speelplaats. In andere scholen staat het dan vol met planten. Het is niet eerlijk verdeeld. Alle scholen zouden een beetje groen moeten hebben: dat maakt het veel leuker voor iedereen. De voorzitter.- Klopt dat? Zijn de speelplaatsen te saai omdat er geen groen is? Commentaar van de parlementsleden - Bij ons staat er in de lagere school geen enkele boom of plant. In de kleuterschool dan weer wel. Daar is het veel leuker. - In onze school staan er 2 bomen. Dat is te weinig. Het is saai. - We moeten planten en bomen hebben op school. Want we moeten over de natuur kunnen leren. - Je moet oppassen met planten op school. Er zijn altijd kinderen die dat groen kapot willen maken. We hebben strenge regels nodig. - Wat doe je met kinderen die allergisch zijn voor planten en bloemen? - Er moet zeker een grasveld zijn op school. Daar kunnen we dan op voetballen. Dat is tof. - Onze school is helemaal niet gezellig zonder planten. Het lijkt wel Guantanamo! - Gras en planten brengen ongedierte mee. Je moet daarvoor opletten. - Vroeger hadden wij een grasveld op school. We mochten er op spelen. Ze hebben dat weggedaan omdat we ons vuil maakten. Dat is jammer. Stemming  Het voorstel voor meer groen op de speelplaats, wordt aangenomen met 71 stemmen voor, 10 tegen en 15 onthoudingen. (Applaus) De voorzitter.- Ayou, Furkan en Lucas van de rode klas maken zich zorgen over kinderen die op een appartement wonen. Zij hebben te weinig plaats om te spelen. Ayou, Furkan en Lucas.- Op school is er een speelplaats. Daar kunnen alle kinderen spelen. Kinderen die in een appartement wonen, hebben geen plaats om te spelen tijdens de vakan- tie. Er moeten grote zalen gemaakt worden waar die kinderen gratis kunnen spelen. Dan hebben ze plaats om te bewegen en kunnen ze zich amuseren. Aan die zalen moet er ook een speeltuin gemaakt worden. De voorzitter. - Ernest en Mathias van de blauwe klas willen graag meer ruimte om buiten te spelen.

6. VGC 6
Ernest en Mathias.- We moeten niet binnen spelen. Er moeten meer parken komen om te spelen. In die parken zal er plaats zijn voor voetbal, golf of hockey. Voor de kleintjes maken we een speeltuin. Een zaal is niet nodig. We maken een afdak. Zo kunnen we er ook spelen als het regent. Commentaar van de parlementsleden - Speelpleinen zijn niet nodig. Ik speel veel liever thuis. - Kinderen die in een appartement wonen, kunnen niet kiezen. Zij hebben niet veel plaats om te spelen. Voor hen is het goed dat er speelzalen en speelparken gebouwd worden. - Buiten spelen is cool. Binnen is het maar saai. - Soms speel ik met mijn broers, zussen en vrienden in ons appartement. Maar er is te weinig plaats. Dan maken we ruzie. Als we buiten spelen is er ruimte genoeg. Ieder- een kan dan spelen wat hij wil. - Oude en leegstaande gebouwen moeten worden omgebouwd tot speelplekken. - Als je met vrienden in een appartement speelt, mag je geen lawaai maken. Anders komen er klachten van de buren. - Zulke zalen bouwen kost heel veel geld. Je kunt de eigenaars van appartementen niet dwingen om hieraan mee te werken. Het is beter om lege gebouwen te gebruiken. Maar ik weet niet hoe je dat moet doen. - Er moeten vooral speelplaatsen voor kleine kinderen gemaakt worden. - Die speelruimte voor kleine kinderen is geen goed idee. Zij spelen beter thuis, want ze doen vaak nog in hun broek. - In België regent het veel. Maar soms is het ook mooi weer. Er moeten zowel binnen als buiten speelplaatsen gemaakt worden. - Ook op school zou er meer ruimte moeten zijn om te spelen. - We hebben ook plaats nodig om te sporten. Want sporten is gezond. Daar moet je jong aan beginnen. Stemmingen  Het voorstel om zowel binnen als buiten speelruimte aan te leggen voor kinderen die in een appartement wonen wordt niet aangenomen met 39 stemmen tegen, 32 voor en 25 onthoudingen.  Het voorstel om speelruimte te maken in leegstaande gebouwen wordt niet aange- nomen met 44 stemmen tegen, 35 voor en 17 onthoudingen.  Het voorstel om een sportpark met afdak te bouwen, wordt aangenomen met 41 stemmen voor, 41 tegen en 14 onthoudingen. De voorzitter beslist dat het voorstel wordt aangenomen omdat de jongen op de plaats van de minister-president ja heeft gestemd. (Applaus)

7. VGC 7
MILIEU EN VERKEER
De voorzitter.- Ons volgende hoofdstuk gaat over minder verkeer en meer groen. In alle klassen zitten kinderen met puike plannen om daarbij te helpen.
Shanice en Muqades van de blauwe klas vertellen wat er volgens hen moet veranderen.
Shanice en Muqades.- Er rijden veel te veel auto’s rond in de stad. De mensen moeten meer het openbaar vervoer gebruiken en hun auto vaker thuis laten staan. Dan is er meer frisse lucht en dat is goed voor de gezondheid.
De voorzitter.- Yasmin, Aylin, Asha en Noa van de rode klas hebben hiervoor de geknipte oplossing.
Yasmin, Aylin, Asha en Noa.- Wij willen 2 keer per maand een autoloze zondag. Dan mag er niemand met de auto rijden. Er is dan geen vervuiling en de mensen zullen meer bewegen. Bij stations verhuren we fietsen en rolschaatsen. Iedereen kan zich dan verplaatsen in de stad.
De voorzitter.- Ik denk dat jullie steun krijgen van Lisa en Albertine van de oranje klas.
Lisa en Albertine.- 2 keer per maand een autoloze zondag is wel wat veel. Wij willen om de 2 maanden een autoloze zondag, want 1 keer per jaar is niet genoegd. Wij weten niet of het een goed idee is om rolschaatsen en fietsen te verhuren. Zullen de mensen die niet kapot maken? En brengen ze die terug?
De voorzitter.- Peter, Melvin en Berkan van de blauwe klas willen graag meer fietspaden.
Peter, Melvin en Berkan.- Wij fietsen graag, maar dat is gevaarlijk in Brussel. Als je fietst beweeg je meer. Dat is gezond. Er is ook minder CO2. Wij willen meer fietspaden, dan kan iedereen veilig fietsen.
Commentaar van de parlementsleden - Fietsen is heel fijn. Het is wel gevaarlijk in de stad. - Ik ben niet voor het verhuren van fietsen tijdens autoloze zondagen. De fietsen zullen niet teruggebracht worden. De mensen zijn niet eerlijk. Zeker niet in Brussel. - Om een fiets te huren moet je een identiteitskaart afgeven. Zo kunnen ze je altijd vinden als je de fiets niet terugbrengt. - Het is niet leuk om te fietsen in Brussel omdat er veel auto’s zijn. Er is meer natuur nodig. Dat is rustiger. - Het is niet altijd gezond om te fietsen. Je kunt een hartaanval krijgen. - Er zouden meer autoloze zondag moeten zijn. 1 keer per 2 maanden is een goed idee. - Mensen die toch met de auto rijden op een autoloze zondag moeten streng gestraft worden. Dat is gevaarlijk.

8. VGC 8
Stemmingen  Het voorstel om mensen meer het openbaar vervoer te laten gebruiken en hun auto vaker thuis te laten, wordt aangenomen met 46 stemmen voor, 32 tegen en 18 ont- houdingen.  Het voorstel om 2 autoloze zondagen per maand te organiseren, wordt aangenomen met 45 stemmen voor, 37 tegen en 14 onthoudingen.  Het voorstel om 6 keer per jaar een autoloze zondag te organiseren, wordt niet aan- genomen met 59 stemmen tegen, 27 voor en 9 onthoudingen.  Het voorstel om fietsen en rolschaatsen te verhuren op een autoloze zondag wordt aangenomen met 47 stemmen voor, 39 tegen en 10 onthoudingen.  Het voorstel om meer en betere fietspaden aan te leggen in Brussel wordt aangeno- men met 56 stemmen voor, 21 tegen en 19 onthoudingen (Applaus) De voorzitter.- Na het verkeer pakken we het milieu aan. Soulaimane van de groene klas vindt de straten te vuil. Hij heeft een oplossing gevonden. Soulaimane.- In Brussel worden heel veel vuilniszakken bij bomen geplaatst. Dat is vies. Ik wil overal bakken plaatsen waar mensen hun vuilniszakken in kunnen zetten. Dan zie je de vuilniszakken niet en de bomen zijn beschermd De voorzitter.- Heel veel mensen gooien zomaar papier op straat. Hoe kunnen we zorgen dat afval in de vuilnisbakken gegooid wordt? Commentaar van de parlementsleden - Bakken plaatsen om vuilniszakken in te zetten helpt niet. Veel mensen gooien hun vuil toch waar ze maar willen. - Vuilniszakken moeten niet naast bomen geplaatst worden. Katten krabben die open. - We moeten camera’s plaatsen. Dan zien we wie afval zomaar achterlaat op straat. - Op sommige vuilnisbakken staat een plaatje met “plak hier je kauwgom”. Dat vind ik vies. - In elke straat moeten er containers gezet worden waar mensen hun afvalzakken kun- nen ingooien. Dat is gemakkelijker om alles op te halen. Zo staan de vuilniszakken ook niet meer voor de mensen hun deur en is er minder rommel. - De mensen zullen hun vuilniszakken niet naar die containers brengen. Ze zijn te lui. - Het is een goed idee om bakken te plaatsen. Nu zetten mensen vaak hun vuilniszak op de foute dag buiten. Ze krijgen dan een boete. Met die containers wordt alle afval verzameld. - Als er meer vuilnisbakken geplaatst worden, zullen mensen gemakkelijker hun afval in de vuilnisbak gooien. Nu zijn er niet genoeg. - Er zouden ook meer vuilnismannen moeten zijn want er is veel afval. Zij maken de straten schoon en houden alles proper. - 2 keer per maand zouden de mensen een opruimactie moeten houden. Zo is de stad altijd proper.

9. VGC 9
Stemmingen  Het voorstel om bakken te zetten bij bomen waarin vuilniszakken kunnen ge- plaatst worden, wordt aangenomen met 42 stemmen voor, 27 tegen en 26 ont- houdingen.  Het voorstel om per straat een grote container te plaatsen waarin afvalzakken worden verzameld, wordt niet aangenomen met 76 stemmen tegen, 11 voor en 9 onthoudingen.  Het voorstel om meer camera’s te plaatsen om de mensen te betrappen als ze af- val op de grond gooien, wordt niet aangenomen met 81 stemmen tegen, 13 voor en 2 onthoudingen.  Het voorstel om meer vuilnisbakken te plaatsen op straat wordt niet aangeno- men met 38 stemmen tegen, 28 voor en 30 onthoudingen.  Het voorstel om op de vuilnisbakken een bordje te hangen met “plak hier je kauwgom”, wordt niet aangenomen met 89 stemmen tegen, 3 voor en 4 ont- houdingen.  Het voorstel om meer vuilnismannen in te zetten om de straat proper te houden, wordt niet aangenomen met 56 stemmen tegen, 20 voor en 19 onthoudingen  Het voorstel voor meer natuur in Brussel, wordt aangenomen met 78 stemmen voor, 5 tegen en 13 onthoudingen.  Het voorstel om 2 keer per maand een opruimactie te houden, wordt niet aange- nomen met 57 stemmen tegen, 20 voor en 19 onthoudingen. (Applaus) EEN WARM HART VOOR ARME MENSEN De voorzitter.- Alle kinderparlementsleden hebben een bijzonder warm hart. Jullie willen allemaal de arme mensen van Brussel helpen. Guillaume van de blauwe klas schreef een prachtige brief. Hij lijkt een beetje op die van Martin Luther King: “I have a dream’. Guillaume leest zijn droom voor. Guillaume.-
Ik droom dat op een dag alle mensen die op straat leven eindelijk een huis hebben.
Ik droom dat er in Brussel geen enkel papiertje meer op de grond ligt.
Ook kauwgom is een echte plaag.
Ik droom dat iedereen respect heeft voor propere straten en gebouwen.
Ik droom dat er geen discriminatie meer is tussen de verschillende mensen die in Brus- sel wonen (blank en zwart, christenen en moslims).
Als we allemaal op die puntjes letten, dan is de stad Brussel al een hele stap vooruit! (Applaus) De voorzitter.- Anas, Omar en Soulaimane van de groene klas bedachten ook een paar op- lossingen voor de armoede.

10. VGC 10
Anas, Omar en Soulaimane.- We moeten een groot huis bouwen in Brussel waar we alle armen en daklozen kunnen opvangen. Om alles te betalen houden we inzamelacties. De voorzitter.- Mariam, Oxana en Coline van de oranje klas, Imane en Roxane van de groene klas, Yousra, Roma, Dalal en Souad van de rode klas: allemaal willen ze huizen opknappen voor daklozen. Maar jullie hebben ook nog andere plannen. Commentaar van de parlementsleden - Er zijn al een paar opvanghuizen, maar niet genoeg. We moeten er meer en grotere bouwen. - We moeten op zoek gaan naar de armen en de daklozen. Ze vinden niet altijd de weg naar die opvanghuizen. Soms zijn ze ook beschaamd. - Er moeten ook dekens uitgedeeld worden aan daklozen. - Op een aantal plaatsen in de stad moet er eten verdeeld worden aan de armen. - In een opvanghuis moet je de mensen helpen om werk te zoeken. Als ze werk hebben kunnen ze geld verdienen en voor zichzelf zorgen. - Sommige mensen mogen niet werken, bijvoorbeeld omdat ze geen papieren hebben. Iedereen zou papieren moeten krijgen. - Er zouden geldinzamelacties moeten georganiseerd worden. Ook op school. - Ik vind het niet goed dat armen geld vragen. Ze moeten eerst werk zoeken. Als ze werk hebben, zullen ze geld verdienen. - Werk geven is veel belangrijker dan geld geven. - Het is vaak hun eigen fout dat ze arm zijn. Ze geven hun geld uit aan foute dingen. In plaats van eten te kopen, kopen ze alcohol. - Arme mensen kunnen niet altijd werk vinden. Dan moeten ze wel bedelen. Dat doen ze niet voor hun plezier. - Alcoholisme is een ziekte. Zieken moet je helpen. - Er zijn heel veel bedelaars in de stad. Daar zitten ook mensen tussen die niet arm zijn. Spijtig genoeg kun je dat niet zien. Het is dus moeilijk om ze te helpen. - Bedelaars drijven soms ook handel: ze verkopen drugs. - Vluchtelingen moeten ook opgevangen worden. Daar zitten ook veel kinderen bij. We mogen geen vluchtelingen terug sturen naar landen waar er oorlog is. Stemmingen  Het voorstel voor meer opvangplaatsen voor daklozen wordt aangenomen met 56 stemmen voor, 9 tegen en 29 onthoudingen.  Het voorstel om meer acties te houden om geld in te zamelen voor armen wordt aangenomen met 41 stemmen voor, 29 tegen en 24 onthoudingen.  Het voorstel om daklozen te helpen om werk te zoeken, wordt aangenomen met 32 stemmen voor, 19 tegen en 32 onthoudingen.  Het voorstel om kinderen die uit oorlogslanden komen niet terug te sturen, wordt aangenomen met 66 stemmen voor, 12 tegen en 16 onthoudingen. (Applaus)

11. VGC 11
De voorzitter.- Onze tijd is om. Maar Julie van de blauwe klas schreef nog een leuk gedicht. Een geknipte afsluiter voor het kinderparlement! Julie.-
Als ik de enige echte minister was…
Als ik de enige echte minister was
Dan zou ik al het goede doen voor de mensen wat ik in de kranten las
Zeker geen oorlog, want Brussel moet blijven bestaan
Wie ervoor stemt, gaat ertegenaan
Wij willen bloemen en planten, bomen en dieren
Als het goede werk gedaan is, dan kunnen we het vieren
Hopelijk ook in andere landen
Want daar kunnen ze in de puree belanden
Dieren hebben ook rechten
Er zijn mensen die er zelfs voor vechten
Nelson Mandela, een man die tegen apartheid vocht
Bruine en blanke die uit elkaar werden gehaald, terwijl het eigenlijk niet mocht
Hopelijk luistert u goed, want we zullen allemaal leven met vrede en moed! (Applaus) DE EINDRONDE De voorzitter.- We gaan nog een laatste keer op de stemknopjes drukken, om jullie ultieme voorstel te kiezen uit de top 3 van de meest populaire voorstellen van vandaag. De assistenten.- De eerste plaats gaat naar het voorstel om lessen Nederlands te organise- ren voor ouders, zodat ze hun kinderen kunnen helpen bij hun huiswerk, met 78 stemmen. Meer natuur in Brussel kreeg ook 78 stemmen. De derde plaats gaat naar het idee om meer groen aan te brengen op school met 71 stemmen. Stemming  Het voorstel voor meer natuur in Brussel krijgt 54 stemmen en wordt uitgeroepen tot het populairste plan van dit Kinderparlement. De tweede plaats gaat naar het idee om lessen Nederlands voor ouders te organiseren met 35 stemmen. En de derde plaats gaat naar het plan om op school meer groen aan te leggen met 7 stemmen. (Levendig applaus) De voorzitter.- Proficiat voor dit boeiend debat. Graag een applaus voor jullie zelf maar ook voor jullie leerkrachten en voor alle mensen die hebben geholpen bij deze vergadering. De parlementaire verslaggever heeft zorgvuldig genoteerd wat jullie hebben gezegd. Zijn verslag zal later naar jullie school worden gestuurd en ook naar de echte parlementsleden. (Onstuimig applaus)
* * *