Premier Charles Michel moet alle overheden van het land achter gemeenschappelijke projecten scharen, om een einde te maken aan het falende beleid. Dat stellen de topmanagers Johnny Thijs, Bernard Delvaux en Baudouin Meunier in een open brief.
1. Vijf werven voor ‘failed state’ België
De Belgische kwaal is bekend: iedereen is bevoegd, niemand verantwoordelijk. Maar in
plaats van te zitten kniezen, willen Johnny Thijs, Bernard Delvaux en Baudouin Meunier de
koe bij de hoorns vatten. De federale regering moet de kar trekken bij vijf projecten, bemand
door specialisten, dwars door alle beleidsniveaus heen, om het land weer te doen
vooruitgaan.
Het regent slecht nieuws. Dag na dag, steeds opnieuw. Het buitenland schildert België af als
een failed state, waar alles vierkant draait. In eigen land ontgoochelt de democratie en moeten
we vrezen dat vertrouwen en hoop plaatsruimen voor cynisme en ironie.
De lijst met pijnpunten is lang:de tunnels in Brussel brokkelen af, het autovrije centrum van
onze hoofdstad botst op weerstand, het Gewestelijk Expressnet (GEN) loopt vertraging op en
valt duurder uit, de heropstart van de luchthaven was een pathetische vertoning, de
inlichtingendiensten zijn slecht gecoördineerd, ons energie- en mobiliteitsbeleid falen en de
gevangenissen staan in rep en roer.
Versnipperd
De eerste oorzaak van het probleem is onze complexe en irrationele politieke structuur. De
bevoegdheden zijn versnipperd door opeenvolgende staatshervormingen, waardoor vandaag
iedereen bevoegd is, maar niemand nog verantwoordelijkheid draagt. Bovendien werken de
overlegorganen tussen de verschillende machtsniveaus niet naar behoren. Kijk naar onze
hoofdstad. De structuur van het Brussels Gewest, met negentien gemeenten en zes
politiezones, maakt goed beheer bijna onmogelijk. Twee bevoegdheidsniveaus blijven
bekvechten over de voetgangerszone en de tunnels, hoewel ze verondersteld worden samen te
werken. Het gekibbel brengt het land in diskrediet, terwijl de burgers verwachten van de
overheid dat de infrastructuur vlot functioneert, ten bate van allen - ook van de handelaars.
Zelfs de instellingen die tijdens de aanslagen in Brussel het doeltreffendst reageerden, de
hulpdiensten en de ziekenhuizen, worden bedreigd door versnippering. De jongste
staatshervorming verdeelde de bevoegdheden voor ziekenhuisbeleid over vijf ministeries en
administraties, waar ze tot dan onder de verantwoordelijkheid van één minister vielen. Een
van de pijlers van de financiering van de sector, de 'dagprijs' voor 2015 - die een paar
maanden voor het begin van het kalenderjaar duidelijk moet zijn, werd daardoor slechts begin
2016, met terugwerkende kracht, bekendgemaakt. Hoe kun je onder dergelijke voorwaarden
een instelling correct beheren?
Succesverhalen
De tweede oorzaak is de schijnbare moeilijkheid om in de openbare sector een grootschalig
project op te starten en succesvol af te werken. Bent u nog niet overtuigd door de aangehaalde
voorbeelden? Wat dacht u dan van de lamentabele kwaliteit van onze spoorwegen, of van het
basisonderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel? Om nog maar te zwijgen over de strijd
tegen het terrorisme en de radicalisering, waarbij meer aandacht gaat naar de analyse van het
verleden dan naar de concrete aanpak van de uitdagingen van morgen.
Er zijn echter ook veel succesverhalen in België. Onze universiteiten, het basisonderwijs in
het noorden van het land en onze gezondheidszorg kunnen zich perfect internationaal meten.
En de autonome overheidsbedrijven Proximus en Bpost zijn voorbeelden van succesvolle
transformaties. Om zulke projecten tot een goed einde te brengen, moet worden voldaan aan
enkele absolute voorwaarden: een krachtig en goed bestuur, een mate van hoogdringendheid,
een inspirerende visie op de toekomst en een motiverende en geruststellende dialoog met alle
stakeholders. Waarom zou zo'n aanpak niet werken voor het bestuur van ons land?
2. Ambitie
Kritiek spuien zonder concrete voorstellen op tafel te leggen, is natuurlijk gemakkelijk.
Daarom ons voorstel: start projecten op in de belangrijkste sectoren die alle beleidsniveaus
overstijgen en gestuurd worden door specialisten van de verschillende domeinen. Geef ze
ambitieuze doelstellingen, die oog hebben voor de impact op zowel burgers als bedrijven.
Alle belanghebbenden worden betrokken in een gefaseerd actieplan waarbij de
verantwoordelijkheden duidelijk zijn afgelijnd.
Er wachten vijf belangrijke uitdagingen.
1. Veiligheid en terrorisme. Betrek alle uiteenlopende bevoegdheden bij de problematiek
van terrorisme en radicalisme: politieen inlichtingendiensten, defensie en
gevangenisbeheer, maar ook integratiebeleid, onderwijs en welzijnszorg. Een korte- en
een langetermijnvisie is een vereiste, waarbij plaats is voor een preventief en een
repressief luik, zonder een amalgaam te maken, maar ook zonder wereldvreemdheid.
2. Mobiliteit en milieu-impact. Onderwerpen die hier aan bod komen, zijn onder andere
de afwerking van het GEN, de modernisering van de NMBS, de verbetering van ons
wegennetwerk, de (fiscale) behandeling van bedrijfswagens, een eventuele
kilometerheffing en de uitbouw van verkeersvrije zones.
3. Energiebeleid. Het aanslepende debat over de veiligheid van onze kerncentrales
verhindert de uitwerking van een concreet actieplan - met deadline en budget - voor
hernieuwbare energie. Fiscale maatregelen moeten dit plan ondersteunen.
4. Vergrijzing en pensioenen. Daarbij moet aandacht gaan naar de macro-economische
en sociale gevolgen van de vergrijzing voor het pensioenstelsel. Maar ook naar
zorgverlening en zorgcentra en naar de aanpassing van de werktijd op het einde van de
loopbaan.
5. Competitiviteit van bedrijven. Het is de bedoeling dat België economische activiteiten
die waarde en banen creëren voor het land weet te behouden en te ontwikkelen.
Daarbij vragen de arbeidskosten speciale aandacht, al mogen we ook andere factoren
niet uit het oog verliezen.
Belgique à papa
Al die projecten lopen dwars door de beleidsniveaus. Een actieve en constructieve dialoog is
dan ook onontbeerlijk, waarbij elke democratische partij en de sociale partners hun
rechtmatige plaats hebben. Het initiatief tot deze dialoog komt de federale regering toe, en dus
de eerste minister, Charles Michel (MR). Zoals het land nu getekend is, valt zijn legitimiteit
niet in twijfel te trekken. En de bevolking verwacht zo'n initiatief.
Uiteraard zullen zich problemen stellen rond beleidsniveaus en verantwoordelijkheden. Het
vereenvoudigen en samenbrengen van bevoegdheden waar ze op de meest doeltreffende
manier kunnen worden uitgevoerd, is de logica zelve. Dit kan in eerste instantie in
samenspraak, als onderdeel van het betrokken project, om dan later in formele teksten gegoten
te worden.
Dat betekent geenszins dat we terugkeren naar het 'Belgique à papa'. Maar willen we
voorkomen dat onze democratie op de helling komt te staan, dan moeten we tonen dat de staat
nog werkt en dat het land vooruitgang maakt. Voor het welzijn van allen, met moed,
vastberadenheid en eerbied voor alle betrokken partijen.
Johnny Thijs, e.a., in De Standaard, 18 mei 2016, p. 40