4. Zintuigen en aandacht:
Mens:
Aandacht = (aan)kijken,
Niet (aan)kijken =
geen aandacht
Trekken = geen aandacht
Zintuig: vooral ogen
Hond:
Aandacht = (aan)kijken?
Niet (aan)kijken =
geen aandacht?
Trekken = geen aandacht?
Zintuigen: ogen EN neus
EN oren EN tast
5. Eerst meten en checken…
HOE ?
Vragen stellen
Observeren
Concluderen
Methodiek aanpassen!
6. Een hond
die al aandacht blijkt te
hebben…
heeft
een andere benadering nodig
dan een hond
die geen enkele aandacht
heeft!
7. Hoe minder aandacht een hond heeft,
des te meer aandachtsoefeningen!
aandachtsoefeningen zullen in dat geval
het trekken doen afnemen
Hoe meer aandacht een hond al heeft,
des te minder aandachtsoefeningen!
aandachtsoefeningen zullen in dat geval
het trekken doen toenemen
8. Reguliere training vs
natuurlijke opvoeding…
• Reguliere training;
• gaat uit van menselijke normen en waarden, die
eenzijdig aan de hond worden opgelegd,
• Natuurlijk opvoeding = sociaal leren;
• gaat uit van de eigen taal en de normen en
waarden van de hond zelf.
9. Hond
• Communiceert via neus, niet via ogen!
• Mens leert op de hond te letten,
• Hond heeft geleerd op moeder te letten!
• Hond richt zijn geurentaal op moeder, past zijn geur en
lichaamstaal daarop aan (en niet andersom!)
• Honden werken volgens andere leerprincipes dan
belonen/bestraffen!
10. Reguliere training:
• Gebruik maken van de verkeerde
leerprocessen,
• verkeerde materialen;
• Lijn in de hand is altijd aanpassen en blijven
letten op de hond
• Pas als dat niet meer nodig is kunnen we écht
gaan communiceren!
11. Andere manier
• Gebruik eigen leerprocessen hond
=
• Andere manier van omgaan met hond
+
• Gebruik ander materiaal = om leren gaan met de
geur en lichaamstaal van de hond bv;