1. De Slavische ziel
Amsterdam Sinfonietta
Anthony Marwood leiding en viool
Hannes Minnaar piano
Leoš Janáček (1854-1928)
Suite voor Strijkorkest (ca. 1877)
I moderato - II adagio - III andante con moto - IV presto - V adagio - VI andante
Mark-AnthonyTurnage (1960)
Lament (2018)
voor solo viool en strijkorkest (Nederlandse première)
•
Witold Lutosławski (1913-1994)
Ouverture (1949)
voor strijkorkest
Frédéric Chopin (1810-1849)
Pianoconcert nr. 2 in f klein, opus 21(1829/1830)
arr. voor strijkorkest K. Kenner/K. Dombek
Muziekcentrum, Enschede / zondag 17 oktober, 14.30 uur
SPOT, Groningen / dinsdag 19 oktober, 20.00 uur
Muziekgebouw, Amsterdam / woensdag 20 oktober, 20.15 uur
Musis Sacrum, Arnhem / donderdag 21 oktober, 20.00 uur
Concertzaal,Tilburg / vrijdag 22 oktober, 20.30 uur
Concertgebouw, Amsterdam / zondag 24 oktober, 11.00 uur
TivoliVredenburg, Utrecht / maandag 25 oktober, 20:15 uur
“Minnaar liet zijn piano zingen en spreken
alsof er een onzichtbaar libretto onder
de partituur lag: elke frase was hoorbaar,
geen noot ging verloren.”
2. Janáček – Suite voor strijkers
Wie de Janáček van het eerste strijk-
kwartet ‘Kreutzer Sonate’ uit 1923
en het Tweede strijkkwartet ‘Intimate
Letters’ uit 1928 in zijn hoofd heeft,
zal bij het horen van de Suite voor
strijkers misschien niet direct aan
deze Tsjechische componist denken.
De Suite uit 1877 is het eerste orkest-
werk dat de jonge componist schreef
en staat dichter bij de taal van Antonin
Dvořák. Ook het model van de vele
suites van Bach is in de basis aanwezig.
In eerste instantie had Janáček de
delen zelfs de aanduidingen van de
aloude barokke danssuite meege-
geven, om uiteindelijk te constateren
dat het er toch te ver vandaan lag.
Dat heeft mede te maken met de
ontmoeting met Dvořák die Janáček
had kort voordat hij zich aan het
componeren van de suite zette.
Beide heren ontwikkelde een
hechte vriendschap en trokken het
Boheemse land in om de volksmuziek
van de regio te bestuderen.
De openingsmaten
lijken het spraakritme
van deTsjechische
taal al enigszins te
reflecteren
Juist daardoor zijn de kenmerken
van de latere Janáček voor de goede
verstaander al wel waarneembaar.
Vooral in de eerste maten van het
eerste deel. De openingsmaten lijken
het spraakritme van de Tsjechische
taal al enigszins te reflecteren, terwijl
de snelle schakeling naar een delicate
melodie in de violen en de komst van
een nieuw thema met een marsachtig
Toelichting
Musici
piano
Hannes Minnaar
viool 1
Anthony Marwood
Ingrid van Dingstee
Erten Deniz Ispir
Nicoline van Santen
Karen Segal
viool 2
Jacobien Rozemond
Frances Thé
Diet Tilanus
Zuzanna Skowronska
Inki Varga
Petra Griffioen
altviool
Georgy Kovalev
Anne-Bartje Fontein
Els Goossens
Ernst Grapperhaus
Javier Rodas Sanchez
cello
Tim Posner
Örs Köszeghy
Michiel Weidner
Jan van der Plas
Arnieke Ehrlich
contrabas
Ying Lai Green
Servaas Jessen
Wie de werken van Leoš Janáček en Frédéric Chopin hoort
zal er onmiskenbaar iets gemeenschappelijks in herkennen,
iets dat zich laat vertalen naar een begrip als Slavische ziel.
Hun achtergrond, deTsjechische van Janáček en de Poolse
van Chopin, is ook in Janáčeks vroege Suite en Chopins even
vroegeTweede pianoconcert immers overduidelijk waarneem-
baar. Daarbij laten beide componisten hun persoonlijke ervaring,
hun persoonlijk leven regelmatig door de noten schemeren
zonder werkelijk anekdotisch te worden. In die zin zou veel werk
van de vooraanstaande Engelse componist Mark-Anthony
Turnage ook omschreven kunnen worden als doordesemd met
een Slavische ziel. Alleen is het in zijn Lament dat hij mede in
opdracht van Amsterdam Sinfonietta schreef, niet de Slavische
volksmuziek, maar de muziek van zijn eigen tijd, de (Engelse)
jazz, de rock en de moderne klassieken, die zijn noten kleurt.
Die muziek van de eigen tijd werd mede vorm gegeven door
de Pool Witold Lutosławski die een heel eigen draai gaf aan de
Slavische klank en dito ziel.
3. karakter de fragmentarische doch vol-
strekt logische montagetechniek van
zijn latere werken al lijkt te voorspellen.
In de andere delen echoot de roman-
tische wereld waarin Janáček tot
wasdom kwam met een expressief
tweede deel waarin de hoge strijkers
de hoofdrol hebben, een welhaast
landelijk derde deel dat wel eens
omschreven is als ‘de glimlach van
Mona Lisa in klank gevat’, een scherzo-
achtig vierde deel, een meditatief
vijfde deel en een krachtig slot met
een mooie ondertoon van Tsjechische
melancholie.
Turnage - Lament
Zoals Janáček en ook Chopin vaak
ervaringen uit het eigen leven in
composities verwerkten, zo reageert
de hedendaagse Engelse componist
Marc-Anthony Turnage regelmatig met
zijn werk op belangrijke gebeurtenis-
sen in zijn leven. Al in de jaren negentig
schreef hij het aangrijpende Blood on
the floor voor jazztrio en ensemble
naar aanleiding van het overlijden van
zijn broer aan een overdosis drugs.
En later herdacht hij met Remembering
(2016) de dood van de zoon van jazz-
gitarist John Scofield, van zijn goede
vriend en componist Richard Rodney
Bennett in Symphonic Movements
(2017) en zijn mentor en compositie-
docent Oliver Knussen in Song for Olly
(2018).
Ook het in 2019 voltooide Lament,
een gezamenlijke opdracht van onder
andere Radio France en Amsterdam
Sinfonietta, is geschreven als eerbe-
toon. Deze keer ter nagedachtenis aan
de in 2018 overleden Trevor Showler,
de partner van Turnages uitgever
Emma Kerr.
Turnage omschrijft het nieuwe werk,
dat hij op het lijf van violist Daniel
Hope componeerde, als ‘eerder aan
de grimmige en woestere dan aan de
tedere kant van de klaagschaal, waarbij
de hoekigheid wordt gecompenseerd
door enkele dansante gedeelten.
Het werk heeft één grote boog met
intersecties in plaats van afzonderlijke
korte delen en keert meer terug naar
mijn vroegere manier van werken.’
Lutosławski - Ouverture
De Poolse componist Witold
Lutosławski begon zijn composito-
rische leven in de voetsporen van
onder anderen Ravel, Stravinsky en
Bartók. In de decennia na de Tweede
Wereldoorlog groeide hij uit tot een van
de meest invloedrijke en oorspronke-
lijke componisten omdat hij een geheel
eigen weg bewandelde die invloe-
den van het serialisme, het (post-)
modernisme, de Poolse volksmuziek
en de aleatoriek verenigde tot een
unieke persoonlijke klank. Een even
onderschat als belangwekkend werk
in de zoektocht naar een eigen geluid
is de Ouverture voor strijkorkest die
Lutosławski in 1947 kort na de Eerste
symfonie schreef. Bewust of onbe-
wust omdat die Eerste symfonie door
de autoriteiten onder het mom van
formalisme in de ban was gedaan,
zocht de componist naar een
moderne taal die toch aansprekend
moest zijn in de Ouverture. Hij ging
te rade bij de motiefverwerking van
Bartók en wist uiteindelijk met korte
melodische cellen een keten van
gebeurtenissen te creëren en die
te vatten in een soort sonatevorm.
De belangrijkste en meest opvallende
cel wordt gevormd door de noten
B-Ais-Gis-A die meteen aan het begin
klinkt. Met deze aaneenschakeling
van motieven zette Lutosławski een
belangrijke stap naar zijn geheel eigen
toontaal die verder uitkristalliseerde in
werken als Funeral Music (1954-58) en
Venetian Games (1960-61).
Chopin – Pianoconcert nr. 2 in f op. 21
Frederic Chopin was met zijn 19 jaar
nog een jonge componist toen hij in
de herfst van 1829 begon aan wat als
zijn Tweede pianoconcert bekend zou
worden. Hoewel hij al op zevenjarige
leeftijd zijn eerste pianowerken had
geschreven, was zijn ervaring met het
schrijven voor orkest te verwaarlozen.
Het grootste commentaar dat er tot
op de dag van vandaag op dit concert
wordt geleverd is ook het feit dat het
zo slecht georkestreerd zou zijn. Toch
is niemand er in geslaagd een betere
orkestratie te maken. Dat zegt genoeg
over het gelijk van de componist.
Hier legde een man,
een jongeman, zijn
ziel bloot zoals geen
ander dat toen op deze
manier deed
Chopin had ook iets heel anders in
gedachten dan het klavierleeuwen-
gebrul van componisten als
Kalkbrenner en Hummel. Hier legde
een man, een jongeman, zijn ziel
bloot zoals geen ander dat toen op
deze manier deed. Hij verwoordde
zijn jeugdige twijfels en overmoed,
verklankte zijn gevoelens van liefde
en verlangen (hij zou het Larghetto
hebben geschreven om zijn affectie
voor zijn medestudente aan het con-
servatorium, de sopraan Constantina
Gladkowska), en hij vertaalde zijn
Poolse wortels naar ritmes en melo-
dieën waar later de hele Parijse
sociëteit van opkeek. Dat het concert
een van de laatste werken werd die hij
in Polen zou componeren en uitvoeren
wist hij toen nog niet.
Paul Janssen
4. Anthony Marwood
Anthony Marwood studeerde aan
de Royal Academy of Music en de
Guildhall School of Music and Drama
in Londen bij onder anderen Emanuel
Hurwitz en David Takeno. Inmiddels
behoort hij tot een van de meest
vooraanstaande Engelse violisten
en geeft wereldwijd concerten als
solist, concertmeester en dirigent.
Marwood neemt regelmatig deel aan
kamermuziekfestivals in bijvoorbeeld
Zweden en New York, bracht al 50
cd’s uit bij het label Hyperion en vele
vooraanstaande componisten hebben
concerten voor hem geschreven.
Hij bespeelt een viool van de Italiaanse
vioolbouwer Carlo Bergonzi uit 1736.
In 2013 was Marwood voor het eerst
te horen als solist en gastconcert-
meester bij Amsterdam Sinfonietta en
keerde daarna nog meermaals terug.
Hannes Minaar
Hannes Minaar wordt door critici
consequent omschreven als iemand
die in staat is de muzikale essentie
in al haar zuiverheid over te brengen.
Zij spreken over zijn spontaniteit en
natuurlijkheid, een gemak zonder
oppervlakkigheid. Minnaar trok
wereldwijd aandacht als tweede
prijswinnaar bij het Concours de
Genève 2008 en als derde prijswinnaar
bij de Koningin Elisabethwedstrijd
2010. Hij heeft opgetreden met alle
grote Nederlandse orkesten en
concertzalen en gaat binnenkort op
tournee naar het Verenigd Koninkrijk
en de Verenigde Staten. Voor zijn
indrukwekkende discografie van
Beethoven-concerten en vele recital-
cd’s krijgt hij voortdurend veel lof in
de pers, waaronder de Volkskrant:
“Meesterpianist is een gewichtig
woord, maar Hannes Minnaar toont
zich die titel meer dan waardig”.
Volgende concerten
Formidable!
Amsterdam Sinfonietta
CandidaThompson leiding en viool
Thomas Oliemans zang en piano
Do 25 nov, Utrecht
Zo 28 nov, Enschede
Wo 1 dec, Arnhem
Do 2 dec, Leiden
Za 4 dec, Amsterdam
Wo 8 dec, Tilburg
Bariton Thomas Oliemans begon dankzij de platencollectie van zijn vader
als jochie mee te zingen met de grootheden van de Franse levensliederen.
Inmiddels gevierd operazanger en te gast in de grootste operahuizen ter
wereld, keert hij in dit programma met Amsterdam Sinfonietta terug naar
een van zijn eerste liefdes: het Franse chanson. Bekende en onbekende
chansons van Jacques Brel tot Claude François en van Charles Trenet tot
Stromae, en klassieke werken voor strijkers van Ravel, Rameau, Debussy
en Fauré, laten de onmiskenbaar Franse klank door de eeuwen heen horen.
Vanaf 29 oktober verkrijgbaar als cd en op
alle streamingsplatforms:
Formidable! – Thomas Oliemans &
Amsterdam Sinfonietta
“Bariton Thomas Oliemans zingt
chansons als ware hij Aznavour zelf.”
Volkskrant
5. Blijf op de hoogte
We versturen een maandelijkse nieuws-
brief met het laatste nieuws, tips en
acties. Meld u aan voor de nieuwsbrief
via onze website. Daar vindt u ook de
meest actuele concertagenda. Op onze
social media delen we informatie over
concerten, radio- en tv-uitzendingen,
en het leven van de musici op het
podium én achter de schermen.
Volg Amsterdam Sinfonietta op:
Facebook AmsterdamSinfonietta
Instagram amsterdam_sinfonietta
Twitter @Ams_Sinfonietta
Youtube AmsterdamSinfo
Spotify Amsterdam Sinfonietta
Staf
Joost Westerveld algemeen directeur
Stephan Heber manager artistieke
zaken
Chris Meeuwissen marketingmanager
Bernd Köhnen marketing en
communicatie
Jantine Postma productieleider
Rombout Stoffers producent
Joseline de Koning manager
fondsenwerving
Willemijn de Graaff medewerker
relatiebeheer
Marieke de Groot officemanager
Ana Prazeres bibliothecaris
Chris Dessing vrijwilliger
Raad van toezicht
Roger van Boxtel voorzitter
Mariëtte Doornekamp penningmeester
Rick van ’t Hullenaar lid
David Majtlis lid
Jan Sinoo lid
Bas van Spréw lid
Wendela van Uchelen lid
Amsterdam Sinfonietta dankt
Sponsoren en fondsen
Subsidiënten en begunstigers
Design & Branding partner
Partners
Amsterdam Sinfonietta
Amsterdam Sinfonietta speelt onder leiding van violiste en artistiek leider
Candida Thompson in binnen- en buitenland. Het ensemble is te horen op de
grote podia van Nederland en in gerenommeerde concertzalen als Barbican Hall
(Londen), National Centre of Performing Arts (Beijing) en Konzerthaus (Wenen).
Onderscheidend is ook de innovatieve programmering. Het repertoire omvat
niet alleen uiteenlopende stijlen, maar ook onbekend en nieuw repertoire.
Zo speelde Amsterdam Sinfonietta recentelijk premières van Jörg Widmann,
Thomas Larcher, John Zorn, Sofia Goebaidoelina, Bryce Dessner en Michel van
der Aa. Voorgaande artistiek leiders waren Lev Markiz en Peter Oundjian.
De 22 strijkers van Amsterdam Sinfonietta spelen zonder dirigent en
voeren regelmatig grensverleggende concepten uit, onder andere met
videokunst, dans en theater. Het ensemble werkte samen met musici als
Thomas Hampson, Barbara Hannigan, Janine Jansen, Martin Fröst, Patricia
Kopatchinskaja, Alexander Melnikov, Sol Gabetta, en ook Rufus Wainwright,
Gijs Scholten van Aschat, Typhoon en Wende.
Met het educatieve KleuterSinfonietta bereikt Amsterdam Sinfonietta jaarlijks
duizenden kinderen. Daarnaast organiseert het ensemble de Sinfonietta
Strijkersdagen voor jongeren. In 2017 startte het ensemble ook een bijzonder
coachingstraject voor masterstudenten van het Conservatorium van Amsterdam.
Vrienden van
Maurice Amado
Foundation
Stichting
Cura Child