4. "Aion, aeoon betekent niet eindeloze duur maar tijdperk". De Winkler Prins' Encyclopedie 1950, deel 7, blz. 797
5. Het Hebreeuwse 'olam' waarvan in het OT 'eeuwigheid' de vertaling is (...) heeft dus de betekenis van een zeer lange tijd". Bijbelse Encyclopedie 1982, pag.239
6. 11 ... ter waarschuwing voor ons, over wie de einden der eeuwen gekomen is. 1Korinthe 10
7. 10... genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, vóór de tijden der eeuwen... 2Timotheüs 1
8. 26 ... bij de voleinding der eeuwen... Hebreeën 9
9. 15 Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwighedende aeonen der aeonen. Openbaring 11:15
10. 11 En de rook van hun pijniging stijgt op inalle eeuwighedende aeonen der aeonen, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt. Openbaring 14:11
11. 46 En dezen zullen heengaan naar de EEUWigestraf, maar de rechtvaardigen naar het EEUWigeleven. eeuwse straf > aeonische straf eeuwse leven> aeonische leven Matteus 25:46
12. de brede en de smalle weg eeuwig wel of eeuwig wee...
13. 30 ... of hij zal vele malen meer ontvangen in deze tijd en in DE TOEKOMENDE EEUW het EEUWige leven. Lucas 18:30
14. 16 Want alzo lief heeft God de WERELDgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar EEUWigleven hebbe. Johannes 3
15. 17Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de WERELD door Hem BEHOUDEN worde. Johannes 3
16. 17Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de WERELD door Hem BEHOUDEN worde. Johannes 3
17. 7 om in DE KOMENDE EEUWENde overweldigende rijkdom zijner genade te tonen...
18.
19. 22 Want evenals in Adam ALLEN sterven, ZO zullen ook in Christus ALLEN levend gemaakt worden. 1Korinthe 15
20. 23Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; 1Korinthe 15
21. 24daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. 1Korinthe 15
22. 25Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. 1Korinthe 15
24. 27want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft. 1Korinthe 15
25. 28Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in ALLEN. 1Korinthe 15
