In de Verklaring EU-Turkije werd bevestigd dat de EU vóór eind 2018 nog eens 3 miljard EUR beschikbaar zal stellen. Teneinde de continuïteit te waarborgen van de projecten van de faciliteit en van de steun aan vluchtelingen en personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, moet daarom een besluit betreffende aanvullende financiering worden vastgesteld.
Turkije krijgt nog eens 3 miljard euro extra van EU
1. BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2018
betreffende de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije, tot wijziging van Besluit C(2015) 9500 van
de Commissie wat betreft de bijdrage aan de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
(2018/C 278/03)
TOELICHTING
Vaststelling van het besluit van de Commissie betreffende de faciliteit voor vluchtelingen in
Turkije, tot wijziging van Besluit C(2015) 9500 van de Commissie wat betreft de bijdrage aan de
faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
De faciliteit voor vluchtelingen in Turkije werd in 2015 opgezet als een duidelijk bewijs van de verbintenis
van de EU om de vluchtelingen in Turkije te helpen. De faciliteit combineerde zowel humanitaire als niet-
humanitaire hulp om Turkije bij te staan in zijn inspanningen om vluchtelingen op te vangen. De eerste
tranche van financiering in het kader van de faciliteit beliep 3 miljard EUR voor 2016 en 2017.
De besteding van de eerste tranche van de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is een succes geweest. De
operationele enveloppe van 3 miljard EUR is volledig geprogrammeerd, vastgelegd en aanbesteed in een
bestek van 21 maanden sinds de Verklaring EU-Turkije van maart 2016. Het tweede jaarverslag over de
faciliteit (1
) biedt gedetailleerde informatie over de verwezenlijkingen en de tenuitvoerlegging van in totaal
72 projecten. Het verslag bevestigt dat er tastbare resultaten zijn geboekt. Dit omvat maandelijkse inko
menssteun aan bijna 1,2 miljoen van de meest kwetsbare vluchtelingen door maandelijkse financiering via
het sociale vangnet voor noodgevallen; Turkse taallessen voor 312 000 vluchtelingenkinderen en lesmateri
aal voor 500 000 leerlingen, en consulten in eerstelijnsgezondheidszorg voor bijna 764 000 vluchtelingen
en vaccinatie van meer dan 217 000 Syrische vluchtelingenkinderen. Het beheer van de faciliteit maakte
ook een partnerschapsaanpak mogelijk tussen de EU en de lidstaten, en gezamenlijk beheer zou niet moge
lijk zijn met financiering uitsluitend uit de begroting van de Unie.
De EU heeft er ten zeerste belang bij voort te zetten wat klaarblijkelijk goed heeft gewerkt. Dit besluit van
de Commissie heeft tot doel ervoor te zorgen dat het waardevolle werk van de faciliteit kan worden voort
gezet, zoals in de Verklaring EU-Turkije is bepaald.
In de Verklaring EU-Turkije werd bevestigd dat de EU vóór eind 2018 nog eens 3 miljard EUR voor de
faciliteit beschikbaar zal stellen als aan de desbetreffende voorwaarden is voldaan. Teneinde de continuïteit
te waarborgen van de projecten van de faciliteit en van de steun aan vluchtelingen en personen die in
aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, moet daarom een besluit betreffende aanvullende finan
ciering worden vastgesteld. De Commissie stelt daarom een besluit vast betreffende een tweede toewijzing
van 3 miljard EUR ten behoeve van de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije. De financiering die in 2016
en 2017 in het kader van de faciliteit is vrijgemaakt, bestond uit 1 miljard EUR uit de begroting van de
Unie en 2 miljard EUR uit bijdragen van de lidstaten als externe bestemmingsontvangsten. In haar besluit
van 14 maart 2018 (2
) handhaafde de Commissie dezelfde verdeling tussen de begroting van de Unie en de
bijdrage van de EU-lidstaten voor de tweede tranche. Na verdere besprekingen heeft de Commissie besloten
dat zij voor 2018-2019 2 miljard EUR uit de begroting van de Unie zal bijdragen. De lidstaten zullen 1
miljard EUR bijdragen als externe bestemmingsontvangsten. Op 18 juli is de consensus bijgewerkt, waar
mee een kader is gecreëerd waarbinnen de bijdragen van de lidstaten kunnen worden vrijgemaakt.
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 210, lid 2, en artikel 214, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Punt 6 van de Verklaring EU-Turkije (hierna „de verklaring” genoemd) van 18 maart 2016 stipuleerde dat de Unie
vóór eind 2018 extra financiering voor de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (hierna „de faciliteit” genoemd)
zou uittrekken voor een bedrag van 3 miljard EUR, zodra het initieel aan de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
toegewezen bedrag van 3 miljard EUR bijna volledig zou zijn opgebruikt en mits aan de desbetreffende voorwaar
den zou zijn voldaan.
(1
) Mededeling COM(2018) 91 van de Commissie van 14 maart 2018.
(2
) Besluit van de Commissie van 14 maart 2018 betreffende de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije tot wijziging van Besluit C(2015)
9500 van de Commissie, wat betreft de bijdrage aan de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije, 2018/C 106/05 (PB C 106
van 21.3.2018, blz. 4).
8.8.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 278/3
2. (2) De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten stelden op 3 februari 2016 een bestuurs- en voorwaar
denkader voor de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije tussen de EU-lidstaten en de Commissie op (hierna „de
consensus” genoemd). De consensus werd op 18 juli bijgewerkt.
(3) De verdeling van de bijdragen voor de eerste tranche bedroeg 1 miljard EUR uit de begroting van de Unie en 2
miljard EUR van de lidstaten.
(4) De Commissie zou voor de tweede tranche 2 miljoen EUR uit de begroting van de Unie moeten voorzien. De
lidstaten zullen 1 miljoen EUR bijdragen.
(5) De geleidelijke verstrekking van de steun is afhankelijk gesteld van de voortgezette uitvoering van de afspraken
tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de intensivering van de samenwerking ter ondersteuning
van personen die onder een regeling voor tijdelijke bescherming vallen, en over migratiebeheer om de crisis geco
ördineerd aan te pakken.
(6) De individuele financiële bijdragen van de lidstaten moeten in de begroting van de Unie worden opgenomen als
externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van Verordening (EU, Euratom)
nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1
). Aangezien de Commissie krachtens artikel 317 van het
Verdrag exclusief verantwoordelijk is voor de uitvoering van de begroting van de Unie, dient zij namens de Unie
de bijdragecertificaten van de lidstaten te ontvangen. Elk bijdragecertificaat, uitgedrukt in euro, stelt de Commissie
in staat het relevante vastleggingskrediet na ontvangst van het certificaat beschikbaar te stellen, overeenkomstig
artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (2
). De individuele bijdrage
certificaten moeten worden gebaseerd op één model, dat waar nodig aan specifieke behoeften kan worden
aangepast.
(7) Besluiten en acties met betrekking tot humanitaire hulp zullen worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening
(EG) nr. 1257/96 van de Raad (3
) en volgens de beginselen van de Europese consensus betreffende humanitaire
hulp (4
).
(8) Om de hierboven uiteengezette redenen dient Besluit C(2015) 9500 van de Commissie dienovereenkomstig te
worden gewijzigd (5
),
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit C(2015) 9500 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4 wordt vervangen door:
„1. De faciliteit zal een bedrag van 3 000 000 000 EUR voor 2016-2017 en een extra bedrag van 3 000 000 000 EUR
voor 2018-2019 coördineren.
Bijdrage uit de EU-begroting
2. Van het totale bedrag van 3 000 000 000 EUR is 1 000 000 000 EUR voor 2016-2017 en 2 000 000 000 EUR
voor 2018-2019 afkomstig van de begroting van de Unie, waarvoor nadien individuele financieringsbesluiten moeten
worden vastgesteld overeenkomstig artikel 84, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en overeenkomstig
het financieel reglement en de voorschriften van de respectieve basishandeling.
Bijdragen van de lidstaten
3. Uitgaande van hun financiële toezeggingen zullen de lidstaten 2 000 000 000 EUR bijdragen voor 2016-2017,
volgens een verdeelsleutel die is gebaseerd op het bruto nationaal inkomen (bni) op basis van de begroting voor 2015
en zullen de lidstaten 1 000 000 000 EUR bijdragen voor 2018-2019, volgens een verdeelsleutel die is gebaseerd op het
bruto nationaal inkomen (bni) op basis van de begroting voor 2018.”.
(1
) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de
financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom)
nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
(2
) PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.
(3
) Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
(4
) Gezamenlijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen,
het Europees Parlement en de Commissie: „De Europese consensus betreffende humanitaire hulp” (PB C 25 van 30.1.2008, blz. 1).
(5
) Zoals gewijzigd bij Besluit C(2016) 855 van de Commissie van 10 februari 2016, Besluit C(2017) 2293 van de Commissie van
18 april 2017 en Besluit C(2018) 1500 van de Commissie van 14 maart 2018.
C 278/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie 8.8.2018
3. Artikel 2
1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
2. Het wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2018.
Voor de Commissie
Johannes HAHN
Lid van de Commissie
8.8.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 278/5